RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 mei 2014 (OR. en) 9820/14 Interinstitutioneel dossier: 2013/0072 (COD) AVIATION 112 CONSOM 115 CODEC 1288 VERSLAG van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) / Raad nr. vorig doc.: 8785/14 AVIATION 103 CONSOM 112 CODEC 1059 Nr. Comdoc.: 7615/13 AVIATION 47 CONSOM 47 CODEC 616 + ADD 1 + ADD 2 Betreft: Voorbereiding van de zitting van de Raad (Vervoer, Telecommunicatie en Energie) op 5 juni 2014 Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagage - Voortgangsverslag I. IEIDING De Commissie heeft bovengenoemd voorstel op 13 maart 2013 ingediend met het doel de Europese wetgeving inzake de rechten van luchtreizigers te herzien en verbeteren in het licht van de bij de toepassing van de bestaande regels opgedane ervaring en rekening houdend met de gevolgen van een snel veranderende Europese luchtvervoersmarkt. 9820/14 gra/pau/jg 1
Dit voorstel wil de belangen van luchtvaartpassagiers behartigen door ervoor te zorgen dat luchtvaartmaatschappijen daadwerkelijk een hoog niveau van passagiersbescherming in acht nemen in geval van verstoring van de vlucht. Het houdt ook rekening met de financiële gevolgen van die rechten voor de luchtvervoerssector en garandeert dat Europese luchtvervoerders onder geharmoniseerde voorwaarden hun activiteiten kunnen uitoefenen op een geliberaliseerde markt. Met name wordt voorgesteld het verhelderen van de grijze zones in de bestaande wetgeving te combineren met het verbeteren van de klachtenbehandelingsmechanismes voor de reiziger. De Commissie stelt tevens bepalingen voor die luchtvervoerders stimuleren passagiers snel te herrouteren, op hun eindbestemming te brengen en het ongemak op luchthavens ten gevolge van langdurige vertragingen tot een minimum te beperken. Tevens wordt aandacht besteed aan de buitensporige kosten voor de vervoerders die sommige bepalingen van de verordening in uitzonderlijke omstandigheden met zich meebrengen. Ten slotte komt de Commissie met gedetailleerde regels voor enkele bestaande rechten, zoals het recht op informatie, bijstand en compensatie, en met voorstellen voor nieuwe rechten, bijv. in verband met mobiliteitshulpmiddelen. II. WERKZAAMHEDEN IN HET EUROPEES PARLEMENT EN ANDERE INSTELLINGEN De heer George BACH (PPE) is door de Commissie vervoer en toerisme van het Europees Parlement benoemd tot rapporteur. Het Europees Parlement heeft in de plenaire vergadering van 5 februari 2014 over de resultaten van de eerste lezing gestemd. Het Economisch en Sociaal Comité heeft op 11 juli 2013 advies over het verordeningsvoorstel uitgebracht, terwijl het Comité van de Regio's heeft besloten ter zake geen advies uit te brengen. 9820/14 gra/pau/jg 2
III. BESPREKING IN DE RAADSINSTANTIES De Groep luchtvaart heeft het Commissievoorstel en de effectbeoordeling ervan onder het Litouwse en het Griekse voorzitterschap uitvoerig besproken. De Raad heeft tijdens de zitting van de Raad Vervoer op 10 oktober 2013 een oriënterend debat over het verordeningsvoorstel gehouden. De ministers betuigden hun steun voor de doelstellingen van het voorstel en hun waardering voor het herzien van de bestaande regels in het licht van de ervaring die sinds de aanneming van de verordening in 2004 is opgedaan. Zij wezen op het belang van duidelijke en eenvoudige regels, en waren het met de Commissie eens dat het leidende beginsel dat aan de verordening ten grondslag ligt, moet zijn dat reisverstoringen tot een minimum worden beperkt en dat de reiziger zijn bestemming bereikt. Tegelijkertijd waren er ernstige bedenkingen bij de voorgestelde regels inzake aansluitende vluchten, die negatief zullen uitpakken voor de regionale connectiviteit en de bestaande regelingen tussen luchtvaartmaatschappijen. Ook werd erop gewezen dat in de specifieke bepalingen betreffende vertragingen en annuleringen gestreefd moet worden naar een goed evenwicht, met het oog op de gewenste billijkheid voor zowel passagiers als luchtvervoerders. In het licht van het voorafgaande heeft het Griekse voorzitterschap stelselmatig toegewerkt naar het bereiken van een algemene oriëntatie in de Raad TTE op 5 juni 2014 en verscheidene compromisvoorstellen voorgelegd met het doel vorderingen in verband met dit dossier te maken. De Groep luchtvaart heeft de compromisvoorstellen van het voorzitterschap in een reeks vergaderingen besproken en daarbij mede rekening gehouden met het advies van de Juridische dienst van de Raad over het gelijk behandelen van annuleringen en vertragingen, en vertragingen bij aankomst in de context van de extraterritoriale toepassing van de verordening. In de groep is daardoor forse vooruitgang ten aanzien van dit dossier geboekt. Met name zijn bepalingen die leiden tot het toepassen van luchtvaartpassagiersrechten in andere vervoersvormen geschrapt, terwijl de bepalingen inzake "vertraging op het tarmac" zijn verfijnd. Voorts is het maximumbedrag van de logiesvergoeding bij ernstige reisverstoringen geschrapt en zijn de regels voor het informeren van passagiers over hun rechten aanmerkelijk verbeterd. In dit laatste verband wordt voorgesteld de Commissie de bevoegdheid te geven om een standaardtekst met informatie op te stellen voor algemeen gebruik door luchtvaartmaatschappijen. 9820/14 gra/pau/jg 3
Veel aandacht is besteed aan het scherp afbakenen van de regels die luchtvaartmaatschappijen de mogelijkheid bieden om vrijstelling van de betaling van compensatie te vragen. Een grote verandering is de invoering van het concept "onverwachte vliegveiligheidsproblemen" om te bepalen onder welke voorwaarden luchtvaartmaatschappijen technische mankementen kunnen gebruiken als reden om vrijstelling van de betaling van compensatie te vragen. Hoewel niet alle delegaties dit konden aanvaarden, was men het er algemeen over eens dat luchtvaartmaatschappijen technische mankementen niet mogen misbruiken om de betaling van compensatie te weigeren. Wat vrijstellingen betreft, is ook uitvoerig gesproken over het in de tijd beperken van de mogelijkheid buitengewone omstandigheden en onverwachte vliegveiligheidsproblemen in te roepen, mede met het doel te komen tot redelijke en objectieve tijdslimieten na welke van luchtvaartmaatschappijen mag worden verwacht dat zij weer normaal functioneren. Het waarborgen van een effectieve handhaving van de verordening is ook aan de orde geweest, en er is een compromis bereikt dat passagiers in staat stelt via een eenvoudige, duidelijke procedure een klacht in te dienen bij een luchtvaartmaatschappij en vervolgens bij een buitengerechtelijk geschillenbeslechtingsorgaan. De delegaties willen in het algemeen ook meer duidelijkheid over wijzigingen van het vluchtschema, hoewel men het er niet over eens is in hoeverre wijzigingen van het vluchtschema vergelijkbaar zijn met "traditionele" annuleringen of vertragingen. Het meest recente compromis van het voorzitterschap behoudt een afzonderlijk artikel over verschillende gevallen van wijziging van het vluchtschema, terwijl enkele delegaties een nauwere afstemming op de artikelen over annulering en vertraging wensen. Meer in het algemeen werden er oplossingen voor verscheidene technische vraagstukken gevonden en onder het Griekse voorzitterschap kon de Groep luchtvaart de fundamentele richting van een aantal belangrijke politieke compromissen bepalen. Ondanks de geleverde inspanningen moet voor een aantal belangrijke probleempunten verder worden gewerkt aan een compromis. Voorts moet eerst het verschil van mening tussen Spanje en het Verenigd Koninkrijk over de behandeling van de kwestie Gibraltar in de tekst worden opgelost voordat de Raad verdere stappen neemt in de procedure voor de aanneming van het voorstel. Hierover vinden bilaterale onderhandelingen plaats. In het licht van bovenstaande heeft het Griekse voorzitterschap besloten aan de Raad vervoer op 5 juni 2014 een voortgangsverslag uit te brengen. 9820/14 gra/pau/jg 4
De compromisvoorstellen zijn laatstelijk op 19 mei 2014 door de Groep luchtvaart besproken, en staan in addendum 1 bij dit verslag. Wijzigingen ten opzichte van het Commissievoorstel (doc. 7615/13) zijn vetgedrukt. Schrappingen zijn aangegeven met [ ]. Alle delegaties en de Commissie hebben een algemeen studievoorbehoud bij de tekst. UK maakt een voorbehoud voor parlementaire behandeling bij de tekst. IV. BELANGRIJKSTE ONOPGELOSTE VRAAGSTUKKEN Compensatiedrempels Het voorzitterschap stemt de drempels voor annulering en vertraging op elkaar af opdat passagiers die worden geconfronteerd met een vergelijkbaar ongemak gelijk worden behandeld. De gewijzigde vliegafstanden en de voorgestelde tijdsdrempels (5-9-12) die bij annulering en vertraging tot compensatie leiden, stuiten evenwel op bezwaren van een aantal delegaties, die over dit belangrijke punt van mening verschillen (zie voetnoten 8 en 17 van het addendum bij dit verslag). Compensatie voor aansluitende vluchten Het compromis van het voorzitterschap stelt luchtvaartmaatschappijen gedeeltelijk vrij van compensatie indien de overstaptijd betrekkelijk kort is (90 minuten in de huidige tekst) en de passagier die het ticket voor de aansluitende vlucht kocht, wist dat een korte vertraging van de voorgaande vlucht kon leiden tot het missen van de aansluiting. Indien de oorspronkelijk geplande overstaptijd echter meer dan 90 minuten bedraagt, ontvangt de passagier compensatie indien hij zijn aansluitende vlucht mist als gevolg van een vertraging van zijn voorgaande vlucht. Dit compromisvoorstel is onaanvaardbaar voor een aantal delegaties, die zich ernstig zorgen maken over het effect van een expliciete bepaling inzake compensatie voor aansluitende vluchten op de regionale verbindingsmogelijkheden en de bestaande regelingen tussen luchtvaartmaatschappijen. Zij stellen voor de compensatie voor aansluitende vluchten te schrappen en vinden dat dergelijke bedragen moeten worden betaald op basis van elk afzonderlijk onderdeel van de vlucht en de daarmee verband houdende vertraging. 9820/14 gra/pau/jg 5
Buitengewone omstandigheden Hieraan is hard gewerkt, met name met het doel duidelijke regels te omschrijven voor buitengewone omstandigheden van technische aard. Aan het achterliggende debat over de status van een lijst met vrijstellingen van de verplichting van compensatiebetaling verandert dat echter niets. Sommige delegaties houden moeilijkheden met de volledig bindende aard van de bijlage, die een niet-uitputtende lijst van buitengewone omstandigheden bevat. Hun voorkeur gaat ernaar uit nationale handhavingsorganen en nationale rechtbanken de mogelijkheid te bieden om af te wijken van de lijst. Deze delegaties zijn derhalve tevens tegen het opnemen van onverwachte vliegveiligheidsproblemen in een definitie, waardoor de bijbehorende lijst criteria onvermijdelijk verandert in een gesloten lijst. Andere delegaties daarentegen zien het liefst alle rechtsonzekerheid uit de verordening verdwijnen en vinden dat een bindende, maar open lijst van buitengewone omstandigheden voldoende flexibiliteit biedt. Handbagage Het enige grote probleempunt in verband met Verordening (EG) 2017/97 is nog de handbagage, dat wil zeggen de vraag of duidelijke bepalingen inzake de één-stuk-bagageregel nodig zijn. Sommige delegaties vinden dat de commerciële vrijheid van de luchtvaartmaatschappij niet moet worden ingeperkt en dat het volstaat van de luchtvaartmaatschappij volledige transparantie jegens de passagiers te eisen. Anderzijds dringen andere delegaties erop aan duidelijkheid te scheppen rond de beperkingen op handbagage, waaronder de luchthavenaankopen, zodat alle passagiers op de luchthavens van de Unie onder dezelfde voorwaarden goederen aan boord kunnen nemen. Het huidige compromis van het voorzitterschap biedt de mogelijkheid bagagebeperkingen uit te drukken in afmetingen of gewicht, maar niet in aantallen goederen. Deze mogelijke beperkingen kunnen ook gelden voor persoonlijke goederen en luchthavenaankopen. V. CONCLUSIE In het licht van het bovenstaande en om de voorbereidende Raadsinstanties in de gelegenheid te stellen hun besprekingen over het voorstel voort te zetten, wordt het Coreper en de Raad verzocht nota te nemen van dit voortgangsverslag en van het document in addendum 1. 9820/14 gra/pau/jg 6