Gefeliciteerd! Zet de zinnen in de juiste volgorde. Dat vinden wij allen zo prettig ja ja. In de gloria. Lang zal hij leven. Hij leve lang hoera hoera



Vergelijkbare documenten
werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen.

13 Ik zit net te denken...

Samenvatting Duits Grammatica Duits

EEN FEESTJE ORGANISEREN

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART.

Grüß Gott! Guten Morgen! Guten Tag! Guten Abend! Ich heiße Wie heißt du? Das ist Max. Das finde ich auch. Kommst du auch aus Duisburg.

haben / hatten / hätten können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden

TOETS A A1 vmbo-gt(h), DEEL 1, SCHRITT 1-8. Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands.

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Thema In en om het huis.

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Thema Op zoek naar werk

Brood, tafel, maaltijd houden

Kijk op: nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Brieven schrijven

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

Dit thema gaat over de verschillende feestdagen en vieringen in Nederland. Onderwerpen. Wat kun je meenemen?

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART.

De ijnmanager. Cartoons juli Luc Timmers

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Wir sind verwandt. Wir sind verwandt. Kann ich die Antworten haben. Kann ich die Antworten haben? die Cousine. die Nichte / die Cousine

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen

5,5. Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni keer beoordeeld. Prüfungsteil Schreiben. Schrijfvaardigheid formele brief

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

De pedagogisch medewerkers spreken met de ouders af wanneer het feestje gevierd zal worden. PROTOCOL VERJAARDAG EN TRANENFEEST VIEREN

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

MPS Prins Willem Alexander. Bootvakantie oktober t/m 16 oktober

Thema 1 Nederland. Inhoudsopgave

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

Spreken. Les 5: Wat zeg je? Gezondheid OPDRACHTKAART.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Les 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen. 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten?

11 Gefeliciteerd! jemanden einladen und auf eine Einladung reagieren Glückwünsche formulieren etwas begründen Festtage

Knabbel en Babbeltijd.

Wat kan ik voor u doen?

VERSJES: Mourik lou VADERDAG. Lieve papa, kom eens even met uw hoofd heel dicht bij mij. k wil u graag een zoentje geven en u krijgt daar nog wat bij!

Wat weet je al? Je gaat bekijken wat je al over de overheid weet.

Werkwoorden TB 49. wissen = weten müssen = moeten fahren = rijden. Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3

die Meldung bestätigen nicht jetzt

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug.

Voor de dienst zingen we: Kleuren

Goedemorgen Sinterklaas is een BandEvent productie. pagina 1 van 12

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4

COACHFRIEND. Werkboek. (voeg hier je profielfoto toe)

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen

Taaltips voor succesvol zakendoen in het Duits

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART.

Woordenlijst Nederlands Duits

TaalCompleet. InkijkExemplaar. Nederlands voor anderstaligen. Klassikaal leren

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Eerste week vd advent

Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin.

Les 3 Integratie Leestekst: Een contact-advertentie. Introductiefase

Antwoorden Thema 2 Feesten

BRONNIEUWS 18 december 2015

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Het Beste Van DieDrie

Laat de jongeren de test conflictstijlen maken (zie bijlage 1). Naar aanleiding van de uitslag ga je in gesprek.

Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes!

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Animatie. Groetjes het animatieteam en een poot van Lukkie de Leeuw. Programma. Welke dag? Hoe laat? Wat? Waar?

Hoera, ik ga naar groep 1 van de Gerardusschool

Matteüs 25: Gezinsdienst: Wachten duurt lang!

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes!

Test KAPITEL. Ich habe Angst, den Zug wieder zu

Theatergroep Locals. Lesbrief

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Over:

dat ik aan mijn baas en collega s moet doorgeven welke werkzaamheden ik heb gedaan en wat nog gedaan moet worden.

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Mijn naam is:! Mijn Pietennaam is:

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Wensenkaart. Wensen en grenzen Oefening 1.1 Werkblad. Meisjes. Als jij uitgaat en een leuk jongen ontmoet, wat hoop je dan dat er gebeurt?

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Boekje over de kerk. voor kinderen van ca jaar gemaakt door de jongste catechisatiegroep

Thema 4 Communicatie. Taalhulp Telefoneren. Informele situaties - opbellen en opnemen. Hoi, Diana. Hallo, Diana van Someren. Hi, met. Hé, met John.

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Thema In en om het huis

Nieuwsbrief december 2010

De Samenleving: samen of ieder voor zich? Oefening b. Alle mensen zijn anders en dat moeten we respecteren. 2 Han van Eijk - Leef

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Ich möchte eine Fahrkarte nach Schwerin / bitte. Vormittags also.

Leidsterpraat FEEST. 18 t/m 22 mei woensdag 3 juni zaterdag 13 juni

Transcriptie:

Gefeliciteerd! 1 Zet de zinnen in de juiste volgorde. Dat vinden wij allen zo prettig ja ja In de gloria Lang zal hij leven Hij leve lang hoera hoera Hij leve lang hoera hoera Lang zal hij leven In de gloria Lang zal hij leven in de gloria Hij leve lang hoera hoera En daarom zingen wij blij Hiep hiep hoera! Dat kun je wel zien dat is hij Hiep hiep hoera! Er is er één jarig, hoera, hoera Hiep hiep hoera! 2 Schrijf op. Wie kann man auf Niederländisch 1. sagen, dass man Geburtstag hat? 2. jemanden zum Geburtstag einladen? 3. jemandem für eine Einladung danken? 4. fragen, was sich jemand wünscht? 3 Vul de ontbrekende letters in. 1. f st e 2. v e en 3. ver a rd 4. a art 5. ca a tje 6. bio co bo 72 pagina tweeënzeventig

Gefeliciteerd! 4 Kun je de onderstaande zinnen ook anders zeggen? 1. Is Richard thuis? 2. Nu weet ik het weer. 3. Het is niet erg als het duur is. 4. Ik moet nu weg. 5 Vul de juiste lidwoorden en het enkelvoud of meervoud van de zelfstandige naamwoorden in. 1. verjaardag de 2. het de cadeaus 3. idee de 4. de de bioscopen 5. strand de 6. de boekenbon de 6 Schrijf de zinnen in de o.v.t. (het imperfectum) op. 1. Richard viert elk jaar zijn verjaardag. 2. In het weekend gaan we met zijn allen strandzeilen. 3. Het wordt inderdaad weer tijd voor een feestje. 4. Hij wil graag een bioscoopbon (hebben). 5. Richard is blij dat Sonja op zijn verjaardag komt. 7 Vul de juiste voorzetsels in. 1. Heb je de uitnodiging de verjaardag Richard gekregen? 2. Ik heb de hele dag een leuk cadeautje hem nagedacht. 3. Sonja heeft internet een cadeautje gezocht. 4. Helaas kan Bas niet het feest komen. pagina drieënzeventig 73

Gefeliciteerd! 8 Zijn de zinnen goed of fout? Kruis aan. Verbeter dan de fouten. 1. Susan is blij omdat ze is jarig. 2. Ik denk dat hij strandzeilen leuk vindt. 3. Op het feestje van Richard veel vrienden kwamen. 4. Matthijs komt niet omdat hij werkt altijd op zaterdagavond. 5. Hij zei dat hij niet kan komen. 6. Sonja zegt dat ze het cadeautje op internet heeft gekocht. goed fout 9 Vul het juiste voegwoord (want of omdat) in. 1. Ik kan geen cadeautjes kopen ik geen geld heb. 2. Als je wilt, kan ik je geld lenen, ik heb op dit moment heel veel geld. 3. Waarom geef je geen feestje? ik niet van verjaardagen houd. 4. Jammer, ik ga heel graag naar feestjes je daar veel nieuwe mensen ontmoet. 5. Ik wil graag de nieuwe cd van Ilse de Lange voor mijn verjaardag, ik vond haar vorige cd ook al heel erg mooi. 10 Vertaal de zinnen in het Nederlands. 1. Ich schenke meiner Mutter einen Büchergutschein zum Geburtstag. 2. Aber das letzte Mal hast du ihr auch schon einen Büchergutschein zum Geburtstag geschenkt. 3. Ich weiß aber, dass sie sich immer über einen Büchergutschein freut. 4. Ich schenke meiner Mutter dieses Jahr einen CD-Player, denn ihr alter CD-Player ist kaputt. 5. Warum schenkst du ihr keinen Geschenkgutschein? 6. Weil ich einen Geschenkgutschein nicht für ein schönes Geschenk halte. 7. Nun, ich finde es immer schwierig, mir ein gutes Geschenk auszudenken. 74 pagina vierenzeventig

Gefeliciteerd! Wat liggen/lopen/staan/zitten ze te doen? bellen iets zoeken wachten kijken kletsen de krant lezen 1 4 2 5 3 6 12 Om welk feest gaat het? 1. Op 31 december viert men. 2. Ieder jaar vier ik op dezelfde dag mijn. 3. Nederlanders vieren op 5 december. 4. De nationale feestdag heet in Nederland. 5. Op de derde dinsdag in september is het. 13 Welk woord hoort er niet bij? 1. Kerstmis de verjaardag de geboorte oud en nieuw 2. de wijn het feestje de hapjes het gebak 3. Prinsjesdag Pasen Bevrijdingsdag Koningsdag 4. de boekenbon het cadeau de ketting de cd 5. dansen slapen proosten kletsen pagina vijfenzeventig 75

Gefeliciteerd! 14 Zet de zinnen in de juiste volgorde. a. PS. Wil je ons alsjeblieft laten weten of je komt herma.karel@mail.nl of 020 876 87 67. b. Voor ons was het een fantastisch jaar en dat willen we graag met je vieren. c. Herma & Karel d. Tot dan! Groetjes, e. Daarom geven we op 31 december bij ons thuis in de Parkstraat 14 een feestje. Natuurlijk met champagne en oliebollen! f. Vanaf 19 uur ben je van harte welkom. g. Beste Ella, h. We hopen dat je kunt komen. 15 Schrijf een antwoord op de uitnodiging in oefening 14. Ga in op de onderstaande punten. bedanken voor de uitnodiging naar het feestje gaan graag iemand meenemen korte samenvatting van jouw jaar Van: Onderwerp: Aan: Datum: 76 pagina zesenzeventig

Gefeliciteerd! Bij wijze van spreken 1 Luister naar de dialoog en lees mee. Luister dan nog eens en geef aan of de toon omhoog of omlaag gaat of blijft zweven. Lees de tongbreker daarna hardop. 45 Horloge klaar? Morgen? 2 Schrijf op wat de gesprekspartners in oefening 1 eigenlijk zeggen. Goedemorgen! 3 Luister naar de dialogen, lees mee en let op de toonhoogte. Luister dan nog eens en spreek mee. 46 Wil je iets drinken? Ja, lekker! Kopje koffie? Heerlijk! Suiker en melk? Alleen melk. Wil je een gebakje? Mm, deze graag! En jij? Ook koffie of iets anders? Liever geen koffie. Wat heb je nog meer? Een pilsje? Een wijntje? Een borreltje? Iets fris? Doe maar eerst iets fris! Alsjeblieft. Bedankt. 4 Luister naar de dialogen en kruis de juiste emotie aan. Luister dan nog eens en schrijf de reactie op. 47 1. Ik kom wat later. 2. Hier heb ik een cadeautje voor jou. 3. Ik kan niet op je feestje komen. 5 Luister naar de eerste helft van de dialogen uit oefening 4 en reageer zelf. 48 pagina zevenenzeventig 77