Lokale paragraaf gezondheidsnota Aanleiding: Gemeenten hebben de wettelijke taak om de gezondheid van hun burgers te beschermen en te bevorderen. Deze taak staat beschreven in de Wet Publieke Gezondheid. In deze wet staat ook dat gemeenten eens in de vier jaar hun gezondheidsbeleid vast moeten stellen. Op het gebied van gezondheidsbevordering werken de gemeentes in de Regio Rivierenland nauw samen met elkaar en met de GGD. Daarom besloten we om een gezamenlijke regionale gezondheidsnota te maken. Deze nota stelde de programmaraad Zelfredzaam in september 2011 vast. De raad kreeg deze nota ter informatie in november 2011. Tijdens de voorbereidende raad van 20 maart 2012 informeerde de GGD de raad over deze regionale nota. De regionale nota is gebaseerd op de landelijke gezondheidsnota. Er zijn dus al twee gezondheidsnota s die een kader geven voor het lokale gezondheidsbeleid. Het lijkt ons niet zinvol om nog een derde nota te schrijven waarin op hoofdlijnen hetzelfde komt te staan. Daarom maakten we deze lokale uitvoeringsparagraaf. In deze uitvoeringsparagraaf gaan we in op de specifieke speerpunten die we in de gemeente Buren willen gebruiken. Inleiding: Gemeenten hebben belang bij gezonde burgers. Gezonde burgers zijn beter in staat om regie over hun leven te voeren. Een goede gezondheid is nodig om deel te kunnen nemen aan het arbeidsproces en het maatschappelijke verkeer. Daarnaast hoeven gezonde inwoners minder gebruik te maken van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De komende jaren krijgt de gemeente ook nieuwe taken met de transitie van de AWBZbegeleiding en de jeugdzorg. Met het oog op die taken is het voor de gemeente financieel erg aantrekkelijk als kinderen, volwassenen en ouderen zo lang mogelijk gezond blijven. Overzicht van de kaders: Deze uitvoeringsparagraaf is de insteek die de gemeente Buren wil gebruiken om haar gezondheidsbeleid vorm te geven. Als uitgangspunt gebruiken we de kaders die in de regionale gezondheidsnota staan. Voor de uitvoeringsparagraaf scherpen we de kaders wel aan. Dit zijn de kaders die we willen gebruiken: 1: richt de inzet op drie onderwerpen; 2: richt de inzet op drie doelgroepen; 3: versterk de samenwerking met de maatschappelijke partners; 4: pak het probleem zo veel mogelijk aan bij de bron. 1 Welke onderwerpen gaan we oppakken? De regionale nota gebruikt de volgende vijf onderwerpen: overgewicht, schadelijk middelengebruik, depressiepreventie, roken, en seksuele gezondheid. Voor de gemeente Buren willen we drie thema s gebruiken die voor onze gemeente het meest spelen: 1: Overgewicht In vergelijking met de rest van Nederland zijn de inwoners van Rivierenland vaker te dik. 1
Mensen met overgewicht hebben meer last van hart- en vaatziekten en bijvoorbeeld diabetes. Mensen die last krijgen van deze chronische aandoeningen, kunnen minder goed meedoen aan de samenleving. 2: Middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) De regionale cijfers wijken niet noemenswaardig af van landelijke cijfers. Maar het middelengebruik geeft aanleiding tot zorg. En de gevolgen van middelengebruik zijn vergaand. Alle reden om hier op in te blijven zetten. 3: Depressie Depressie speelt in onze regio ook meer dan in de rest van Nederland. En depressie blijkt in de praktijk een belemmering te zijn voor participatie van inwoners. Het duurt vaak lang om uit een depressie te komen. Daarom richten we ons ook hier op. 2 Welke doelgroepen hebben we op het oog? De regionale nota heeft als doelstelling om de gezondheidsverschillen tussen inwoners terug te dringen. Daarbij worden twee belangrijke leeftijdscategorieën benoemd: jeugd en ouderen. Deze nemen we in de uitvoeringsparagraaf over. Daarnaast vullen we deze twee doelgroepen aan met de moeilijk bereikbare groep. 1: Jeugd Het gemeentelijk beleid richt zich vaak op het creëren van gelijke kansen voor de jeugd. Daar hoort een goede gezondheid bij. Veel kinderen krijgen van huis uit geen goed voorbeeld rond gezond eten, voldoende bewegen en verantwoord middelengebruik. Deze kinderen hebben alleen al daardoor minder kansen om zich goed te ontwikkelen. Daarom juist voor deze groep extra aandacht. 2: Ouderen Het is een wettelijke taak om specifiek beleid te hebben op gezondheid voor ouderen. Maar het is voor de gemeenschap ook goed om hier bewust mee om te gaan. Veel ouderen worden afhankelijk(er) van hun omgeving na bijvoorbeeld een valpartij. Door in te zetten op preventie blijven ouderen langer gezond en daardoor langer zelfstandig. En daarmee verbetert de kwaliteit van leven van deze groep. 3: Moeilijk bereikbare groepen Juist de groep die we slecht bereiken via de meer gebruikelijke kanalen heeft de neiging om risicovol gedrag te vertonen. Veel informatie over gezond en ongezond gedrag is al beschikbaar en bekend bij burgers. Bepaalde groepen zijn hiervan niet op de hoogte. Daardoor zijn ze ook niet goed in staat om een verantwoorde afweging te maken. Het is een lastig te definiëren groep die we moeilijk kunnen bereiken. Maar juist bij deze groep valt de meeste gezondheidswinst te halen. 3 Zoek de samenwerking met maatschappelijke partners Het is de landelijke nota die het meest de nadruk legt op de rol van de maatschappelijke partners. Nadrukkelijk wordt gekeken naar de sportverenigingen. De gedachte is dat meer sporten de gezondheid van inwoners verbetert. Dit uitgangspunt nemen we over en breiden we uit. 2
Gezondheid is namelijk een zorg van de hele gemeenschap. En daarmee ook van onze maatschappelijke partners. Die maatschappelijke partners hebben vaak andere doelen dan de gemeente. Door gezamenlijk op te trekken kunnen beide partijen hun eigen doelen verwezenlijken, waar ze dit afzonderlijk van elkaar niet kunnen. Een voorbeeld: Sportverenigingen willen liefst zo veel mogelijk leden. De gemeente wil zo min mogelijk overgewicht. Door inwoners te stimuleren om lid te worden van een sportvereniging wordt de sportvereniging versterkt en gaan inwoners van de gemeente meer bewegen. En dat heeft een gunstig effect op overgewicht. Twee partijen met andere doelen, die door samen te werken hun eigen doelen halen en elkaar helpen. Voor de uitvoering van ons gezondheidsbeleid trekken we waar het kan samen op met onze maatschappelijke partners. Daarbij kijken we verder dan alleen de sportverenigingen. Bijvoorbeeld bij depressiepreventie onder ouderen kan een muziekvereniging net zo goed een bijdrage leveren aan een goede (geestelijke) gezondheid. 4 Pak het probleem aan bij de bron Het lijkt vaak aantrekkelijk om problemen aan te pakken op het moment of de plek waarop ze zich voordoen. Maar dit probleem is vaak een gevolg van een ander probleem dat zich na de aanpak gewoon op een andere manier of een andere plek zal voordoen. We pakken het probleem daarom aan bij de bron. Een voorbeeld: Veel jongeren zijn neerslachtig of zelfs depressief. Het is verleidelijk om als aanpak deze jongeren te laten sporten. Bewegen heeft namelijk een bewezen positief effect op de stemming van iemand. Je gaat je dus beter voelen als je gaat sporten. Maar als de bron van die negatieve stemming elders ligt, heb je alleen het symptoom bestreden. Een weerbaarheidtraining is dan meer op de bron gericht: leer jongeren omgaan met onzekerheid. Zo zet je die jongere in zijn eigen kracht om zich op een positieve manier te ontwikkelen. En daarmee pak je neerslachtigheid ook aan. Samenvattend De projecten die we de komende jaren willen doen op het gebied van gezondheid moeten passen binnen deze kaders: 1: onderwerpen: overgewicht, middelengebruik en depressie 2: doelgroepen: jeugd, ouderen en moeilijk bereikbare groepen 3: we werken samen met maatschappelijke partners 4: we pakken problemen aan bij de bron Andere zaken die spelen bij de uitvoering van projecten: Bij de uitvoering zorgen we voor samenhang met andere beleidsterreinen. Voorbeelden van die beleidsterreinen zijn: De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Maar bijvoorbeeld ook de inrichting van onze openbare ruimte of de afdeling vergunning en handhaving. De komende jaren worden ook een tweetal transities 3
belangrijk om te relateren aan het gezondheidsbeleid: De transitie van de AWBZ-begeleiding en de Jeugdzorg. Deze transities hebben allemaal betrekking op kwetsbare burgers. In alle gevallen leggen we nadruk op de verschuiving van curatief naar preventief (voorkomen in plaats van genezen). In de eerste plaats omdat daar het zwaartepunt ligt van het gemeentelijk gezondheidsbeleid. Maar voorkomen is niet alleen beter dan genezen, voorkomen is ook een stuk goedkoper dan genezen. De gemeente krijgt voor de uitvoering van de taken die bij de transitie horen minder budget. Dus verschuiving van curatief naar preventief werken is een manier om deze korting van het budget op te vangen. Wat hebben we de afgelopen periode gedaan? De afgelopen jaren waren we in de gemeente ook al bezig met de thema s overgewicht, alcoholmisbruik en depressie. Hieronder geven we een paar voorbeelden van wat we op de verschillende thema s deden: Overgewicht: - een project om borstvoeding te stimuleren (bewezen positief effect op het latere gewicht van kinderen); - we gebruiken samen met het basisonderwijs en de kinderopvang/peuterspeelzalen de Swinx en de Soundsteps. Dit zijn apparaten die aan kinderen opdrachten geven zodat ze in spelvorm in beweging moeten komen. Zo zijn kinderen op een leuke manier gezond bezig. Alcoholmisbruik: - we gingen de straat op om met hangjongeren in gesprek te gaan over problematisch middelengebruik en hoe daarmee om te gaan; - we gaven voorlichting op diverse basisscholen over de negatieve gevolgen van alcoholgebruik. Depressie: - samen met een Protestantse gemeente gaven we cursussen rouwverwerking voor ouderen; - voor volwassenen gaven we de cursus Grip op je dip. Uitkomsten burgerparticipatie: Gezondheidsbeleid gaan we uitvoeren met maatschappelijke partners. Daarom zijn we in gesprek gegaan met burgers en maatschappelijke partners in onze gemeente. Op 21 maart 2012 hielden we daarvoor een gezondheidsavond. Daarbij waren 40 personen aanwezig. Tijdens die avond kon iedereen meedenken over de aanpak die we moeten hebben voor de drie doelgroepen. Daarbij dachten we na over hoe we de doelgroep kunnen bereiken, hoe we het probleem aan moeten pakken en wie daarbij aan zet is. De inbreng op deze avond is de leidraad voor de komende vier jaar. Enkele algemene uitkomsten van die avond: - pak zaken lokaal op (op wijkniveau/buurt/netwerk); - betrek vrijwilligers; - leg contact via al bestaande (informele) netwerken; - zet in op bewustwording; laat mensen ervaren dat het anders kan en hoe het anders kan; - laat inwoners (ouders en ouderen) ervaren dat ze er niet alleen voor staan; - breng mensen in beweging; 4
- de plekken waar het gaat gebeuren zijn: dorpshuis/kulturhus, scholen, kerken, sportclubs, maar ook andere verenigingen (harmonie, toneel). De partners die aanwezig waren op die avond betrekken we ook bij de uitvoering van het gezondheidsbeleid. Op basis van deze inbreng gaan we werken aan een gezonde gemeente! Voorbeelden van projecten die we gaan doen: - In samenwerking met het consultatiebureau gaan we groepsconsulten aanbieden aan ouders met kinderen die op de leeftijd zijn dat ze overgaan op vaste voeding. Dat is hét moment om bewust na te denken over wat gezonde voeding is en hoe je een gezond eetpatroon ontwikkelt. - De organisatie die de depressiepreventie in onze gemeente uitvoert, werkt onder andere samen met de lokale kerken. Die samenwerking loopt goed en dat willen we uitbreiden. Op dorpsniveau hebben kerken vaak goed inzicht in de doelgroep ouderen die risico lopen op depressie. Het spreekt voor zich dat deze activiteit bestemd is voor alle dorpsgenoten, en niet alleen voor gemeenteleden van de kerk. - Op het gebied van middelengebruik werkt de organisatie die aan voorlichting (en behandeling) doet al samen met een voetbalvereniging. Dat willen we uit gaan breiden. Onderwerpen die ze daarbij oppakken zijn bijvoorbeeld: omgaan met alcohol in de kantine, maar ook hoe het gebruik van drugs onder clubleden aan te pakken. De kaders die hierboven staan gebruiken we samen met de uitkomsten van de burgerparticipatie om een checklist te maken. Deze checklist gebruiken we om de projecten vorm te geven. 5