Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juli 2006 (13.07) (OR. en) 11603/06 LIMITE PUBLIC YU 3 COWEB 159 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen: 7 juli 2006 aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Betreft: Aanbeveling van de Commissie aan de Raad tot wijziging van de onderhandelingsrichtsnoeren voor een stabilisatie- en associatieovereenkomst met Servië en Montenegro met het oog op de voortzetting van de onderhandelingen met de Republiek Servië Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2006) 885 definitief Bijlage: SEC(2006) 885 definitief 11603/06 jv DG E VI LIMITE NL
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 6.7.2006 SEC(2006) 885 definitief AANBEVELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD tot wijziging van de onderhandelingsrichtsnoeren voor een stabilisatie- en associatieovereenkomst met Servië en Montenegro met het oog op de voortzetting van de onderhandelingen met de Republiek Servië NL NL
1. TOELICHTING Met het stabilisatie- en associatieproces zette de EU in 1999 een kader op voor nauwere betrekkingen tussen de EU en de landen op de westelijke Balkan, met name door een nieuw soort overeenkomsten, de stabilisatie- en associatieovereenkomsten (SAO) 1. In verband met de moeilijkheden die voortvloeien uit de complexe institutionele structuur van Servië en Montenegro en om een nieuwe impuls te geven aan de voortgang van de Servië en Montenegro met betrekking tot de EU, heeft de Commissie een tweesporenaanpak voorgesteld voor de onderhandelingen over een SAO met de statenunie en de twee republieken waaruit deze bestaat, naargelang hun respectievelijke bevoegdheden. Deze aanpak is vervolgens in oktober 2004 goedgekeurd door de Raad van Ministers van de EU en de politieke leiders van Servië en Montenegro, waarna de Commissie in april 2005 haar haalbaarheidsrapport inzake een SAO met Servië en Montenegro 2 presenteerde. De conclusie van dit rapport luidde dat Servië en Montenegro klaar waren om te onderhandelen over een SAO, maar om de diverse fasen van het proces te doorlopen, zowel voor als tijdens de onderhandelingen, moeten blijven medewerken met het Joegoslavië-tribunaal en zo spoedig mogelijk volledig meewerken. Daarnaast oordeelde de Commissie dat de statenunie en de twee republieken moeten doorgaan met de uitvoering van de prioriteiten van het herziene Europees Partnerschap via de actieplannen, waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan een aantal thema s die van bijzonder belang zijn voor een SAO, zoals beschreven in het rapport, dat op 25 april 2005 door de Raad werd goedgekeurd. In het voortgangsverslag over 2005 constateerde de Commissie verdere verbeteringen op de terreinen die van belang zijn voor de SAO. Op aanbeveling van de Commissie besloot de Raad op 3 oktober 2005 de Commissie te machtigen onderhandelingen met Servië en Montenegro te openen over een stabilisatie- en associatieovereenkomst volgens de tegelijkertijd goedgekeurde onderhandelingsrichtsnoeren 3. De onderhandelingen over een stabilisatie- en associatieovereenkomst met Servië en Montenegro gingen van start op 10 oktober 2005. Tot nu toe hebben twee officiële rondes plaatsgevonden, op 7 november 2005 en 5 april 2006 in Belgrado, en twee technische rondes, op 20-21 december 2005 en 22-23 februari 2006. Er is goede vooruitgang geboekt en er is voorlopige overeenstemming bereikt over een groot aantal van de bepalingen van de toekomstige SAO. De Commissie besloot echter op 3 mei 2006 de voor 11 mei geplande onderhandelingsronde af te zeggen omdat Servië en Montenegro niet volledig meewerkten met het Internationale Strafhof voor het voormalige Joegoslavië. De Commissie blijft verder met Servië samenwerken wat betreft alle andere aspecten van het stabilisatie- en associatieproces. Op 21 mei 2006 werd in Montenegro een referendum gehouden, waarbij 55,5% vóór onafhankelijkheid koos. Het parlement van Montenegro nam vervolgens op 3 juni 2006 een onafhankelijkheidsverklaring aan. Daarmee heeft de Republiek Montenegro zich teruggetrokken uit de statenunie Servië en Montenegro. 1 2 3 Met Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Servië en Montenegro. Zie COM (99) 235 van 26 mei 1999. COM (2005) 476 definitief van 12 april 2005. Documenten 12882/05, 12708/05, 12589/05 en 12590/05 van de Raad. NL 2 NL
Op grond van artikel 60 van het grondwettelijk handvest is Servië de opvolger van de statenunie Servië en Montenegro en erft als zodanig haar internationale rechtspersoonlijkheid. Tijdens de Raad Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen van 12 juni 2006 nam de Raad kennis van het besluit van het parlement van Servië waarin de Republiek Servië wordt aangeduid als de voortzetting van de statenunie Servië en Montenegro. Daarnaast heeft de Servische regering een decreet aangenomen waarmee de verantwoordelijkheid voor de belangrijkste instellingen van de statenunie wordt overgenomen en zal de statenunie in internationale organisaties worden vervangen door Servië. *** Dientengevolge moet het huidige kader voor de onderhandelingen met de statenunie Servië en Montenegro over een stabilisatie- en associatieovereenkomst worden aangepast aan deze ontwikkelingen. De Commissie stelt voor de onderhandelingen voort te zetten op basis van de tot dusver bereikte resultaten, met het oog op de sluiting van twee aparte overeenkomsten, één met Montenegro en één met Servië. De belangrijkste conclusies van het haalbaarheidsrapport van de Commissie van april 2005 met betrekking tot de capaciteit van Servië en Montenegro om te onderhandelen over een stabilisatie- en associatieovereenkomst zijn nog steeds geldig, dat wil zeggen dat Servië en Montenegro klaar waren om te onderhandelen over een SAO. Servië is tot dusver opmerkelijk goed in staat gebleken om over de stabilisatie- en associatieovereenkomst te onderhandelen. De Commissie zal in haar voortgangsverslag van dit najaar bijzondere aandacht besteden aan het vermogen van Servië om de toekomstige overeenkomst ten uitvoer te leggen. In dat rapport zal de Commissie ook de Servische capaciteit beoordelen om de onderhandelingen af te ronden overeenkomstig het haalbaarheidsrapport en de conclusies van de Raad van 3 oktober 2005 4. Aangezien de Republiek Servië de opvolger is van de statenunie, moet het besluit van de Raad van 3 oktober 2005 worden aangepast aan deze nieuwe rechtstoestand. Hiervoor is echter alleen een technische aanpassing nodig waarmee de statenunie wordt vervangen door de republiek Servië en waarmee alle verwijzingen naar Montenegro worden geschrapt. De Commissie kan de onderhandelingen dan inhoudelijk voortzetten op basis van de op 3 oktober 2005 goedgekeurde onderhandelingsrichtsnoeren vanaf het punt waarop ze op 3 mei 2006 werden onderbroken. Servië heeft zich bereid verklaard de onderhandelingen aldus voort te zetten. Deze aanbeveling is niet van invloed op het besluit van de Commissie van 3 mei 2006 om de onderhandelingen over de SAO te bevriezen zolang Servië niet voldoet aan de verplichting om volledig mee te werken aan het Joegoslavië-tribunaal. Dankzij deze wijziging kan de Commissie echter de onderhandelingen snel hervatten zodra Servië wel aan zijn verplichtingen met betrekking tot het Joegoslavië-tribunaal voldoet. Bij de presentatie van deze aanbeveling zal de Commissie het speciaal comité dat haar moet bijstaan (COWEB) in kennis stellen van de resultaten van de onderhandelingen tot nu toe en de ontwerptekst van de SAO overleggen. 4 Document 12591/05 van de Raad. NL 3 NL
2. AANBEVELING Gezien het voorgaande beveelt de Commissie de Raad aan: - de op 3 oktober 2005 verleende machtiging om te onderhandelen over een stabilisatie- en associatieovereenkomst met de statenunie Servië en Montenegro voortaan van toepassing te verklaren op de onderhandelingen over een stabilisatie- en associatieovereenkomst met de Republiek Servië; - te besluiten de op 3 oktober 2005 goedgekeurde onderhandelingsrichtsnoeren voor een SAO met Servië en Montenegro als volgt te wijzigen: - de statenunie Servië en Montenegro en de twee republieken worden vervangen door de republiek Servië ; - de bepalingen die verwijzen naar de Republiek Montenegro worden geschrapt; - punt 1, derde alinea, en punt 3.1, dertiende en veertiende streepje, worden geschrapt; - punt 3.6.2, eerste streepje, laatste zin, punt 3.6.6, laatste zin, en 3.7.3, tweede streepje, laatste zin, worden geschrapt; - te herbevestigen dat de Commissie in deze taak wordt bijgestaan door een speciaal comité bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten. NL 4 NL