Les 4 Wat heb je al geleerd? Je kent goed de namen van de toetsen op het klavier. Je kent het C het G en het F-akkoord. Je kunt in je rechterhand de toonladder en drieklank van C spelen. Je kunt spelen: Ik ga slapen, ik ben moe; Hoger dan de blauwe luchten; God enkel licht Wat ga je leren in deze vierde les? Je leert je vierde akkoord: het e-akkoord Je leert het verschil tussen mineur en majeur Je leert het vijfde akkoord: het a-akkoord Je leert spelen: psalm 21 en psalm 81 Het e-akkoord Het e-akkoord bestaat uit de noten e-g-b. Het is het vierde akkoord dat je leert. De eerste drie akkoorden waren het C-akkoord, het G-akkoord, en het F- akkoord. Je ziet dat de C en de G en de F in de regel hierboven met een hoofdletter staan geschreven. Het akkoord wat je nu leert, is het e-akkoord. Dat staat níet met een hoofdletter. Hieronder leg ik het uit. Mineur en majeur Je hebt twee soorten akkoorden: mineur en majeur. Mineur betekent klein. Majeur betekent groot. Het C-akkoord bestaat uit: c-e-g. Van c naar e is een terts. Zoals je weet: c - 1e toon van de toonladder van C d - 2e toon van de toonladder van C e - 3e toon van de toonladder van C Maar hoe heet nu de afstand van c naar die zwarte toets die tussen de d en de e in zit? Dat ga ik je nu uitleggen. Dan moet ik die zwarte toets eerst even een naam gegeven. Hij zit onder de e. En dan komt er in de muziek es achter de naam van de noot. Dus e es of zoiets. Nou, dat klinkt niet, dus daarom heet die noot gewoon een es.
Je hebt de toonladder van C geleerd. Die begint zo: c - d - e - f - g. Maar stel je nu voor dat ik in de plaats van die e een es speelt. Dan klinkt de toonladder van C heel anders. Wat somberder, zou je kunnen zeggen. Het is de toonladder van C maar dan anders (In het filmpje laat ik het horen.) Dit is namelijk niet de toonladder van C met een hoofdletter, maar de toonladder van c met een kleine letter. Anders gezegd: het is niet de toonladder van C in majeur. Het is de toonladder van c in mineur. Nu snap je misschien waar de uitdrukking vandaan komt: Ik voel me een beetje in een mineur-stemming. Misschien vind je dit allemaal wat lastig. Je hoeft ook niet alles te begrijpen. Het gaat nu alleen maar om de terts. Voor de rekenaars onder u... Ik kan het ook proberen op een rekenkundige manier uit te leggen. Je kunt de afstand van c naar e in halve tonen verdelen. Het zijn dan vijf halve tonen. Die afstand noemen ze een grote terts. De afstand van c naar es kun je in vier halve tonen verdelen. Die afstand noemen ze een kleine terts. Het c-akkoord Het c-akkoord (let op: met een kleine letter C!) is dus: c-es-g! Dit akkoord gebruiken we verder niet, maar het leek me het gemakkelijkst om het verschil tussen mineur en majeur akkoorden uit te leggen aan de hand van de toonladder van C / c Het e-akkoord Het e-akkoord (een kleine letter e!) gaan we wel gebruiken! Ik ga jullie nu niet vermoeien met de toonladder van E en de toonladder van e. Als je oefent met het luisteren naar de toonladder van C groot en de toonladder van c klein, dan ga je na een poosje vanzelf de toonladders herkennen. Dan zeg je meteen: Dit is een majeur toonladder, ik hoor het! Of: dit is typisch een mineur toonladder, ik voel het! Als ik speel e-f-g, dan is dat het begin van de toonladder van e-mineur (oftewel de toonladder van de kleine e). De afstand van e naar g is een kleine terts. Daarom is een akkoord dat met e-g begint, een mineur akkoord.
Het a-akkoord Het a-akkoord bestaat uit de noten a-c-e. De a in a-akkoord staat met een kleine letter. Het is dus weer een mineur akkoord. Je leert nu spelen: psalm 21 (niet-ritmisch) Je oefent weer eerst de vingerzetting in de rechterhand! 4 4 3 2 5 4 3 2 g g f e a g f e O Heer', de Ko- ning is ver- heugd 1 2 3 4 4 5 4 c e f g g a g Om Uw ge- ducht ver- mo- gen; 4 2 2 1 3 2 1 g e e c e d c Uw heil zweeft hem voor d' o- gen, 2 3 3 4 2 3 4 5 g a a b g a b c En met wat blij- de zie- le- vreugd 2 3 3 2 1 3* g a a g f e Zal hij, door al Uw daan. 1 2 4 3 2 1 c d f e d c Ver- rukt, ten rei- e gaan! 3* Zet vinger 3 over de duim heen!
4 4 3 2 5 4 3 2 C G G C F G G C O Heer', de Ko- ning is ver- heugd 1 2 3 4 4 5 4 C C F C C F G Om Uw ge- ducht ver- mo- gen; 4 2 2 1 3 2 1 G C C C C G C Uw heil zweeft hem voor d' o- gen, 2 3 3 4 2 3 4 5 C F F G C F G C En met wat blij- de zie- le- vreugd 2 3 3 2 1 3 G F F C F C Zal hij, door al Uw daan. 1 2 4 3 2 1 C G F C G C Ver- rukt, ten rei- e gaan!
Je leert nu spelen: psalm 81 (niet-ritmisch) Je oefent weer eerst de vingerzetting in de rechterhand! g g a b c Zingt nu blij te moe 4 3 2 1 2 1 c b a g a g 't Mach- tig Op- per- we- zen g g a b c E- nen lof- zang toe; 1 4 3 2 1 g a g f e Om ons heil- ge- not 3 4 3 2 1 g a g f e Wor- de Ja- kobs God, 4 3 2 1 2* 1 a g f e d c Met ge- juich ge- pre- zen. 2* De wijsvinger beweegt zich over de duim heen.
Worde Jakobs God, Met gejuich geprezen. C C F G C Zingt nu blij te moe 4 3 2 1 2 1 a e F C F C 't Mach- tig Op- per- we- zen C C F G C E- nen lof- zang toe; 1 4 3 2 1 C F C F C Om ons heil- ge- not 3 4 3 2 1 C F C F C Wor- de Ja- kobs God, 4 3 2 1 2* 1 F C F C G C Met ge- juich ge- pre- zen.
Aan de slag! Zorg ervoor dat je het onderstaande kunt vóór je met de nieuwe les begint! Je kent de majeurakkoorden: C, G en F. Je kent de mineurakkoorden: e en a. Je kunt het verschil uitleggen tussen een mineurakkoord en een majeurakkoord Je kunt spelen: psalm 21 en psalm 81 Veel succes! Bijbehorende filmpjes: 1. Het verschil tussen de toonladder van C en de toonladder van c. 2. Het verschil tussen een C-akkoord en een c-akkoord 3. Het verschil tussen een E-akkoord en een e-akkoord 4. Het verschil tussen een A-akkoord en een a-akkoord 5. Psalm 21 6. Psalm 81