Laaggeletterdheid en werk Resultaten van het PIAAC onderzoek Bijeenkomst O&O Platform Naar een aanpak van laaggeletterdheid op de werkvloer 14 oktober 2013 Willem Houtkoop (willem.houtkoop@ecbo.nl)
KENMERKEN PIAAC
Basiskenmerken PIAAC Directe meting kernvaardigheden; taalvaardigheid, rekenvaardigheid en probleemoplossend vermogen in digitale omgevingen Uitgebreide achtergrondvragenlijst (achtergronden en gevolgen kernvaardigheden) Grotendeels afgenomen op laptop (PS alleen) Onder steekproeven van volw. bevolking (16-65 jr.) Bij mensen thuis (kostbaar, non response probleem) Hoge technische en methodologische eisen Extra aandacht voor onderkant (taalcomponenten) en bovenkant (probleemoplossen in digitale omgevingen) Vergelijking met eerdere metingen (IALS en ALL)
Basiskenmerken PIAAC Herhaling in de tijd (lage frequentie, hoge kosten) Analogie met PISA (conceptueel, instrumenteel), maar niet direct vergelijkbaar Vaardigheden gemeten op een schaal van 0 tot 500, maar de meesten in het midden (175 <>375) Vijf niveaus van taalvaardigheid en rekenvaardigheid, drie niveaus van probleemoplossen Verwijzen naar niveaus van toenemende cognitieve complexiteit Niveau 1; laaggeletterd (0-225), Niveau 4/5; excellent (> 325) Gerealiseerde steekproef 5170, respons 51%, representatief voor 16-65 jarigen (16 en 65 inclusief)
NIVEAU 1
Taalvaardigheid % 16-65 jarigen op niveau 1 Italië Spanje Polen Verenigde Staten Duitsland Ierland Verenigd Koninkrijk Canada Denemarken Oostenrijk OECD-gemiddelde België Cyprus Zweden Estland Zuid-Korea Australië Noorwegen Nederland Tsjechië Slowakije Finland Japan 0 5 10 15 20 25 30
Taalvaardigheid % 16-24 jarigen op niveau 1 0 5 10 15 20 25 Italië Spanje Verenigde Staten Duitsland Noorwegen Denemarken Slovakije Polen België (Vlaanderen) Estland Nederland Japan
Trends in laaggeletterdheid en excellentie 1994 2012 16-65 jr. 20,0 18,0 18,6 16,0 16,2 14,0 12,0 12,0 10,0 8,0 9,4 6,0 4,0 2,0 0,0 1994 (IALS) 2012 (PIAAC) Laaggeletterd Excellent
Absolute aantallen niveau 1 en niveau 4/5, taalen rekenvaardigheid, 16-65 jr. Niveau 1 Taalvaardigheid; 1.3 miljoen Rekenvaardigheid; 1.5 miljoen Taal- en rekenvaardigheid; 970.000 Niveau 4/5 Taalvaardigheid; 2.0 miljoen Rekenvaardigheid; 1.9 miljoen Taal- en rekenvaardigheid; 1.1 miljoen
Niveaus van taalvaardigheid per onderwijsniveau 16-34 jr.
Verschil taalvaardigheid avo beroepsonderwijs 16-34 225 235 245 255 265 275 285 295 305 315 325 Nederland Finland Duitsland Tsjechië Japan Oostenrijk Estland Denemarken Zweden Zuid-Korea Noorwegen Polen Slowakije Canada Verenigd Koninkrijk Spanje Ierland Verenigde Staten Beroepsonderwijs Algemeen vormend onderwijs
In NL lijken taalvaardigheden sneller af te nemen dan elders 320 300 280 260 240 16-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-65 Leeftijd Nederland België Duitsland Zweden 95% betrouwbaarheidsinterval NL Finland Japan Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten
LAAG EN HOOG NIVEAU 1
Frequentieverdeling taalvaardigheidsscores Niveau 1 Niveau 4 Onder niveau 1 Niveau 5
Laag en hoog niveau 1 laag niveau 1; 2,6%; 300.000 hoog niveau 1; 9,1%; 1.000.000
Verschillen laag en hoog niveau 1 laag niveau 1 en hoog niveau 1 allen wao werkeloos huisman/vrouw pensioen voltijd werk deeltijd werk 0 5 10 15 20 25 30 35 40 onder niveau 1 niveau 1
NIVEAU 1 EN WERK
Kenmerken laaggeletterden en excellenten Laaggeletterd excellent Werkend 9% 20,8% Werkloos 16,2% 16,2% < 12 mnd 10,7% 24,2% > 12 mnd 24,8% 6,8% Inactief 22,3% 10,5%
Laaggeletterden minder vaak betaald werk of student, vaker inactief
Aantal laaggeletterden naar combinatie van achtergrondkenmerken 400.000 350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0
Soort contract en niveau taalvaardigheid
Duidelijke relatie met inkomen
Baantevredenheid taalv
Is er een minimumgrens voor arbeidsparticipatie?
VAN ALLE WERKENDEN 9% LAAGGELETTERD 57% VAN LAAGGELETTERDEN WERKT
Computergebruik laaggeletterden en excellenten
SECTORALE VERSCHILLEN (ONVOLTOOID)
Taalvaardigheid en hun gebruik
Niveau taalvaardigheid en scholing per bedrijfssector
Waar werken (veel) laaggeletterden? Basis voor de percentages zijn alle werkende laaggeletterden, gegevens afkomstig uit 2007 Zorg en welzijn Onderwijs Openbaar bestuur Overige dienstverlening Finan. & zakel. Diensverlening Transport Handel & horeca Bouw Industrie en energie 0 5 10 15 20 25 30
ZORG INDUSTRIE HORECA
En verder Groot onderzoeksprogramma; o.a. relatie kernvaardigheden en beroepsgerichte vaardigheden Klein onderzoeksprogramma voor actuele beleidsvragen (ook van jullie) Belang van PIAAC on Line (portable versie toets, praktisch voor verschillende gebruiksgroepen, nader onderzoek naar kleine groepen en effecten
Rapport Buisman, M., J. Allen, D. Fouarge, W. Houtkoop & R. van der Velden (2013). PIAAC: Kernvaardigheden voor werk en leven. Resultaten van de Nederlandse survey 2012. s Hertogenbosch: ECBO. www.piaac.nl