De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek,

Vergelijkbare documenten
Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht

Deel 1 - Burgerlijk recht BUSINESS class

in de school Adv ocaat

Organisatie van de rechtspraak - België

in de school Adv ocaat

1 Inleiding recht. 1.1 Inleiding. 1.2 Omschrijving en doel

BOEKDEEL I. Deel 3. Strafrecht. Deel 1. Internationaal en Europees recht. Deel 2. Staatsrecht. Deel 4. Burgerlijk recht

BOEKDEEL I. Deel 1. Internationaal en Europees recht. Deel 3. Strafrecht. Deel 2. Staatsrecht. Algemene inhoudstafel Boekdeel III...

Proeftoets E2 vwo4 2016

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel

Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN I. INLEIDING... 13

Introductie in het recht

Hof van Cassatie van België

2de bach PSW. Mediarecht. Lesnotities. uickprinter Koningstraat Antwerpen B EUR

INHOUD. Voorwoord... v Beknopte inhoud... xvii BOEK I. RECHTSFENOMEEN. Hoofdstuk I. Concepten van recht... 3

Inleiding tot het recht

Behandeling van een inbreuk op de welzijnswetgeving door de arbeidsauditeur

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

Hof van Cassatie van België

DE PROCEDUREGIDS. Stappenplan voor civiele, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke geschillen. Frederic Eggermont Saskia Kerkhofs

Inleiding. 1 Strafrecht

Hof van Cassatie van België

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen

Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel van AkzoNobel

08/12/1992 Wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens

Belang van het onderscheid

Algemeen juridische beroepsvorming 4 ALGEMEEN JURIDISCHE BEROEPSVORMING 4 (CJU01.4/CREBO:50109)

niet verbeterde kopie

Hof van Cassatie van België

Uw rechten en plichten als 18-jarige

ZITTINGSDAG EN UUR TEL. GRIFFIE. Zaal 058/

Charter van de Vlaamse Interlevensbeschouwelijke Dialoog

Kern van het internationaal publiekrecht

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband

Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt Provincie Oost-Vlaanderen

INLEIDING TOT HET BURGERLIJK RECHT

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Bijlage. Antwoorden op de vragen Wetsartikelenregister Jurisprudentieregister

Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel Chemie en Coatings

7,2. Samenvatting door een scholier 1410 woorden 9 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 1

Hof van Cassatie van België

Feitelijke vereniging of VZW? Een overzicht

INDELINGEN VAN HET RECHT

Hof van Cassatie van België

DE HEDENDAAGSE BELGISCHE STAATSSTRUCTUUR

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4

BURGERLIJKE SECTIE TEL. GRIFFIE KAMER UUR. 1e Kamer 1. Hoger beroepen tegen de vonnissen van het vredegerecht in zoverre. griffie 056/

Nederland is een rechtsstaat. Een belangrijk onderdeel van een rechtsstaat is onafhankelijke rechtspraak. Iedereen heeft wel eens ruzie met een

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

DAS BELGISCHE RECHTSBIJSTANDSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ N.V.

DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGER EN PLICHTEN VAN DE ORGANISATIE. 1. Situering algemene informatie over het aantal vrijwilligers

Persconferentie 15 april 2008 Hasselt

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Instantie. Onderwerp. Datum

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

Hof van Cassatie van België

ZITTINGSDAG EN UUR TEL. GRIFFIER 057/ e Kamer. 1 en 1bis. 1e en 3e Ma. 09:00 u. 2bis

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15

Hof van Cassatie van België

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

BESCHIKKING HOUDENDE HET BIJZONDERE REGLEMENT VAN HET ARBEIDSHOF TE BRUSSEL

DAS BELGISCHE RECHTSBIJSTANDSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ N.V.

Hof van Cassatie van België

Samenvattingen Afdeling IV

ProDemos Huis voor democratie en rechtsstaat

Hof van Cassatie van België

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

Hoofdstuk 1: Recht. Alternatieven voor recht

Hof van Cassatie van België

Rolnummer Arrest nr. 134/2003 van 8 oktober 2003 A R R E S T

Hof van Cassatie van België

Handelaars en ambachtslieden, nijveraars en landbouwers. 2

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Aanvraagformulier Bestuurders- en commissarissenaansprakelijkheidsverzekering

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Aanvraag overbruggingsrecht 1

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

ZIFO Institute for Financial law en Corporate Law Amsterdam Toelichting bij de beantwoording van genoemde vragen uit de questionnaire.

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

I. Hervorming vennootschapsrecht een vooruitblik

Rolnummer Arrest nr. 155/2011 van 13 oktober 2011 A R R E S T

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

Inhoudstafel. Woord vooraf... 5 Inhoudstafel Sociaal recht

Hof van Cassatie van België

De burgerlijke rechtbank

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door het Arbeidshof te Gent.

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Instelling. Onderwerp. Datum

Transcriptie:

Recht is alomtegenwoordig. Of het nu gaat om een verbod iets te doen (door het rood licht rijden), een verplichting iets te doen (deelnemen aan verkiezingen), een werkwijze die men dient na te leven (procesrecht) of een bescherming die men geniet (een kind heeft recht op minstens een deel van de erfenis van zijn ouders). Bij de kleinste stap die je zet, wordt je leven mede bepaald door het recht. Onze samenleving is multi-moreel en multi-individueel. Individuen hebben afwijkende overtuigingen en hun onderlinge verschillen geven aanleiding tot geschillen en conflicten. Vermits geen eenduidige moraal voorhanden is, wordt de positie van het recht als georganiseerde ordening alsmaar complexer en vervullen juristen steeds meer een centrale rol voor het welslagen van menselijk samen-leven. Waar voorheen gemakkelijker ter staving doorverwezen werd naar gedeelde morele normen, verliest het recht gaandeweg deze rugdekking en weegt de taak van de jurist steeds zwaarder. Daarenboven viert het rechtspositivisme hoogtij, waarbij recht inderdaad als onafhankelijk van moraal wordt geconcipieerd. Paradoxaal blijkt dat, net nu deze verzelfstandiging institutioneel bereikt werd, het autonome recht de gesegmenteerde multi-morele samenleving bezwaarlijk aankan. Bijgevolg dienen juristen meer dan ooit de verschillende overtuigingen en morele posities te analyseren, die de huidige samenlevingsconflicten ten grondslag liggen. 1

De essentiële kenmerken van het recht vloeien voort uit de eigenheid van de mens. De mens moet om te overleven immers handelen. Dit handelen doen we met onze geestelijke en lichamelijke vermogens die zich veruitwendigen aan de hand van daden en goederen. Opdat een samenleving geordend zou kunnen verlopen is duidelijkheid nodig omtrent de wijze waarop we beschikken over onze geestelijke en lichamelijke vermogens en de daden en goederen die daaruit voortspruiten. De bevoegdheden om over deze middelen te beschikken worden subjectieve rechten genoemd. Conflicten ontstaan of worden versterkt wanneer het subjectieve recht van de ene door de andere als onrecht wordt ervaren. 2

Het privaatrecht regelt de verhouding tussen burgers. Publiek recht regelt de verhouding tussen de burgers en de overheid en tussen de verschillende overheden en staten onderling. Het nationaal recht is het recht dat uitgevaardigd werd door een bevoegde politieke instelling en enkel van toepassing is op het grondgebied van de betreffende staat. Het grensoverschrijdend recht omvat alle rechtsregelen uitgevaardigd door een supranationale politieke instelling, alle verdragen afgesloten tussen meerdere staten en alle rechtsregels die bepalen welk nationaal recht geldt bij verhoudingen tussen burgers waarop rechtsstelsels van verschillende staten van toepassing zijn. 3

Aanvullend: zo zijn gehuwden gebonden door het wettelijk huwelijksvermogensstelsel tenzij zij expliciet een huwelijkscontract opstellen waarin ze afwijkende bepalingen opnemen (art. 1398-1450 B.W.). De vrijheid om afwijkende bepalingen vast te stellen wordt echter beperkt wanneer zulks om morele, politieke, economische of sociale redenen wenselijk is. 4

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek, verder onderverdeeld in Boek I (Personen), Boek II (Goederen en verschillende beperkingen van de eigendom) en Boek III (Op welke wijze eigendom verkregen wordt). 5

Het burgerlijk procesrecht kent bevoegdheid toe aan en organiseert de burgerlijke juridische colleges, waaronder het vredegerecht, de rechtbank van eerste aanleg, de rechtbank van koophandel, de arbeidsrechtbank, het arbeidshof, het hof van beroep en het Hof van Cassatie (zetelend in burgerlijke geschillen). Verder organiseert het burgerlijk procesrecht het verloop van een burgerlijk proces. 6

Het handelsrecht kan beschouwd worden als afwijkend privaatrecht dat van toepassing is op handelaars en daden van koophandel. Voor natuurlijke personen is de feitelijke activiteit bepalend. Het stellen van daden van koophandel veronderstelt immers een winstoogmerk. Voor rechtspersonen geldt als regel dat het statutair doel bepalend is (art. 2, 3 W. Venn.). Bij een rechtspersoon leidt de afwezigheid van winstoogmerk echter niet tot een hoedanigheid van niet-handelaar. De vennootschap dient in dat geval expliciet de uitoefening van een niet De objectieve daden van koophandel worden opgesomd in de artikels 2 en 3 van het Wetboek van Koophandel. De subjectieve daden van koophandel zijn alle andere daden door een handelaar gesteld en die omwille hiervan tot bewijs van het tegendeel beschouwd worden als zijnde daden van koophandel en dus gesteld met winstoogmerk. De belangrijkste bron van het handelsrecht is het Wetboek van Koophandel. Vele specifieke materies worden echter in bijzondere wetgevingen geregeld. Zo is het faillissementsrecht en het vennootschapsrecht terug te vinden in het Wetboek vennootschapsrecht (W. Venn.). 7

Vennootschappen kunnen de uitoefening van een handels- of burgerlijke activiteit tot doel hebben. Men spreekt dan respectievelijk van een handelsvennootschap of van een burgerlijke vennootschap die de vorm van een handelsvennootschap heeft aangenomen. De wet van 7 mei 1999 heeft het vennootschapsrecht gecodificeerd door alle burgerrechtelijke en handelsrechtelijke bepalingen inzake vennootschappen onder te brengen in één Wetboek van Vennootschappen. 8

Het arbeidsrecht bestaat uit het geheel der rechtsregelen die betrekking hebben op de individuele en collectieve verhoudingen tussen privéwerkgevers en werknemers die hun arbeid in ondergeschikt verband presteren. Het sociale zekerheidsrecht betreft de verplichte sociale verzekeringen zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongevallen, werkloosheid, vakantiegeld, kinderbijslagen, pensioenen. 9

De overheid beschikt over een monopolie van geweld op een bepaald grondgebied en ten aanzien van bepaalde personen. De overheid kan bepaalde rechten en plichten opleggen aan burgers (bv. belastingen), kan burgers strafrechtelijk vervolgen, kan een burger verplichten zijn eigendom te verkopen (onteigening). Waar de overheid gebruik maakt van haar geweldmonopolie, zijn de relaties tussen overheid en burger van publiekrechtelijke aard. 10

Het grondwettelijk recht omvat alles wat in de grondwet geregeld wordt. De grondwet is de basis van elke natie. De grondwet bepaalt de basisstructuur van de politieke en gerechtelijke instellingen evenals hun fundamentele bevoegdheden. Verder erkent de grondwet een aantal fundamentele rechten waarop elke burger kan steunen. Voorbeelden hiervan zijn het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel (art. 10 en art. 11 G.W.), het stemrecht (art. 61 G.W.), het recht zich kandidaat te stellen bij verkiezingen (art. 64 en 69 G.W.), de persvrijheid (art. 25 G.W.), maar ook de recentere sociale rechten (1983) die evenwel niet afdwingbaar zijn. 11

In België zijn handelingen maar strafbaar indien de wet deze strafbaar heeft gesteld, op het moment dat handeling werd gesteld, en tot de op dat moment geldende maximumstraf (art. 14 G.W. e,n art. 7 E.V.R.M.). Strafrechtelijke regelen dienen steeds eng geïnterpreteerd te worden, in het voordeel van de beklaagde. 12

Het strafprocesrecht of strafvorderingsrecht organiseert de procedure in strafzaken en regelt de inrichting en de bevoegdheid van de strafrechtscolleges (politierechtbank, correctionele rechtbank, hof van beroep zetelend in strafzaken, hof van assisen, Hof van Cassatie). Met de wet van 17 mei 2006 werden voorts de strafuitvoeringsrechtbanken ingevoerd. Deze moeten waken over de uitvoering van de straffen. 13