2. KAPVERGUNNING VS. BOSWET-MELDING In Nederland moet voor het kappen van bomen binnen de bebouwde kom worden getoetst of het kappen van de bomen vergunningsplichtig is. Iedere gemeente stelt hierover voorwaarden op die meestal in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) zijn beschreven. Over het algemeen is een kapvergunning nodig voor bomen met een diameter op borsthoogte (DBH) groter dan een bepaald aantal centimeters (per gemeente verschillend). Daarnaast zijn er gemeenten die naast die standaard regels een lijst van waardevolle bomen opstellen. Voor het kappen van deze bomen is altijd een kapvergunning noodzakelijk. Buiten de bebouwde kom is de Boswet van toepassing. Het doel van de Boswet is om bossen en andere houtopstanden te behouden. Onder de Boswet vallen alle beplantingen van bomen die groter zijn dan 10 are (100 m 2 ) of, als het een rijbeplanting betreft, uit meer dan 20 bomen bestaat. Een uitzondering bestaat voor de volgende type beplantingen: a) houtopstanden op erven en in tuinen; b) andere houtopstanden dan op erven en in tuinen binnen een bebouwde kom als bedoeld in het volgende lid; c) wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, beide voorzover bestaande uit populieren of wilgen; d) Italiaanse populier, linde, paardenkastanje en treurwilg; e) vruchtbomen en windschermen om boomgaarden; f) fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaren, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen; g) kweekgoed [lit. Overheid.nl/ Boswet]. De Boswet is van toepassing bij het verwijderen of vellen van bomen buiten de bebouwde kom, die door een gemeente op grond van de Boswet kan worden vastgesteld. Als instrumenten zijn onder andere een meldingsplicht en herplantplicht in de wet opgenomen. De gemeente Nieuwegein heeft ten aanzien van het kappen van bomen binnen de bebouwde kom-grenzen de standaard regels uit de APV verwijderd en heeft in plaats daarvan een Bomenverordening vast gesteld met een bijbehorende bomenlijst. Deze lijst bevat enkele honderden bomen die als gevolg van hun leeftijd, uitzonderlijke groeivorm of landschappelijke waarde een beschermde status hebben. Het gebied waarin de uitbreiding van het sluizencomplex plaatsvindt, ligt buiten de bebouwde kom van de gemeente Nieuwegein. Hierdoor is de Bomenverordening, en dus een kapvergunning, niet aan de orde. Het plangebied ligt wel buiten de bebouwde kom Boswet, zoals die ten tijde van het opstellen van de Boswet (1964) is vastgesteld. Deze begrenzing werd in 1982 geactualiseerd. Momenteel is de gemeente Nieuwegein opnieuw bezig deze begrenzing te actualiseren (persoonlijke mededeling mevr. Van der Hoek, ambtenaar gemeente Nieuwegein). Deze actualisatie is echter nog niet afgerond, waardoor de vastgestelde begrenzing van 1982 dient te worden gebruikt (zie afbeelding 2.1). Doordat het plangebied buiten de bebouwde kom Boswet ligt, dient voor het kappen van de bomen een Boswet-melding te worden opgesteld. De resultaten van de bomeninventarisatie zijn hierop aangepast. 2 Witteveen+Bos, RW1809-336-204/holj2/032 definitief d.d. oktober 2013, bomeninventarisatie
Afbeelding 2.1. Begrenzing bebouwde kom Nieuwegein (donker vlak) en schematische ligging plangebied (rode contour) 3. RESULTATEN In het plangebied zijn alle bomen bosopstanden waarop een Boswet-melding van toepassing is geïnventariseerd. Aangezien de Boswet van toepassing is op zowel vlakvormige als lijnvormige bosopstanden, is deze opdeling ook in de inventarisatie en de onderstaande resultaten gemaakt. In Bijlage I is een kaart toegevoegd waarop de geïnventariseerde vlakken en lijnen met een nummer zijn aangegeven. De nummers uit de kaarten corresponderen met de nummers in de onderstaande tabellen. Uit de combinatie van de kaarten en de tabellen kan worden afgelezen wat het oppervlak van de verschillende bosopstanden zijn, welke boomsoorten en groeien, hoeveel bomen dienen te worden gekapt (bij grote opstanden is dit een benadering) en welke diameter de Witteveen+Bos, RW1809-336-204/holj2/032 definitief d.d. oktober 2013, bomeninventarisatie 3
bomen in deze opstanden gemiddeld hebben. Van de lijnvormige opstanden is de lengte, de soortensamenstelling, het aantal bomen en de gemiddelde DBH af te lezen. Tabel 3.1. Resultaten bomeninventarisatie vlakken nr oppervlak (m 2 ) soortensamenstelling aantal bomen gem. DBH (cm) 1 4149.8 Zwarte populier (100 %) circa 150 20-40 2 508.8 Gewone es (100 %) 5 30-40 3 181.0 Gewone es (100 %) 2 30-40 4 699.8 Linde (100 %) 9 20-40 5 244.0 Linde (100 %) 8 20-40 6 203.0 Linde (100 %) 4 20-40 7 254.4 Linde (100 %) 4 20-40 8 2053.0 Gewone es, Spaanse aak, Meidoorn circa 100 9 214.5 Linde (100 %) 4 20-40 10 4631.9 Zwarte els, schietwilg, berk, robinia, gewone es circa 200 5-50 11 1336.0 Schietwilg circa 50 10-30 Tabel 3.2. Resultaten bomeninventarisatie lijnen nr lengte (m) soortensamenstelling aantal bomen gem. DBH (cm) 1 180.0 Zwarte populier (100 %) 21 50-70 2 42.9 Italiaanse populier (50 %), zwarte els (50 %) circa 50 10-30 4 Witteveen+Bos, RW1809-336-204/holj2/032 definitief d.d. oktober 2013, bomeninventarisatie
BIJLAGE I KAART BOMENINVENTARISATIE Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij notitie RW1809-336-204/holj2/032 definitief d.d. oktober 2013
Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij notitie RW1809-336-204/holj2/032 definitief d.d. oktober 2013
Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij notitie RW1809-336-204/holj2/032 definitief d.d. oktober 2013