Handleiding versie 1



Vergelijkbare documenten
Handleiding boekhoudkundige identificatie en waardering van de verschillende balansrubrieken.

Brussel,... De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, Liesbeth Homans.

Brussel,... De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, Liesbeth Homans.

Lokaal Financieel Management Boekhoudpraktijk beleids- en beheerscyclus. Woord vooraf I / 1

Waarderingsregels gemeente Bierbeek

Deel 111 Samenvatting van de algemene rekeningen

LRM BALANS NA WINSTVERDELING. Nr. BE VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/

Lijninvest BALANS NA WINSTVERDELING. Nr. BE VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/

Participatiemaatschappij Vlaanderen

BALANS NA WINSTVERDELING

Syllabus. Algemene boekhouding voor lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus. Rubrieken en waarderingsregels.

BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/ , ,71 VLOTTENDE ACTIVA... 29/ ,

JAARREKENING. Toel / / / / ,67 Aandelen /8

BALANS NA WINSTVERDELING

Deel 2: Financiële jaarrekening

Minimumindeling van het algemeen rekeningstelsel

VOL-vzw 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/ , ,40. Nr. BE Oprichtingskosten

1 Codes I Boekjaar I Vorig boekjaar I

BALANS EN RESULTATENREKENING (VOLLEDIG SCHEMA)

JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN

JAARREKENING IN EURO

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN VOOR RISICO'S EN KOSTEN, SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR

Woord vooraf 3 Inhoudsopgave 5 Inleiding 11. Deel 1 Basisbegrippen en boekhoudprincipes 13. Hoofdstuk 1 Wat is (algemeen) boekhouden?

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO

BE (in euros)

JAARREKENING IN EURO

Balans per 31/12/2011 (Boekjaar van 1/1/2011 tot 31/12/2011)

ACTIVA. VOL-vzw 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING VASTE ACTIVA 20/ , ,87

8. ONZE FINANCIËLE MIDDELEN

JAARREKENING IN EURO

BALANS NA WINSTVERDELING

Schema TJ7: De toelichting bij de balans Jaarrekening 2013 Geconsolideerd

JAARREKENING IN EURO

Autofinanciering: vergelijking budget-rekening Jaarrekening 2013 Geconsolideerd AUTOFINANCIERINGSMARGE Jaarrekening Eindbudget Initieel budget

JAARREKENING IN EURO

Syllabus. Algemene boekhouding voor lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus. Rubrieken en waarderingsregels.

1. BALANS NA WINSTVERDELING. Codes 20/28 22/ /58 40/41 50/53 54/58

Circulaire NBB_2013_XX - Bijlage 1

Identificatie rapportering Brussel

Schema TJ7: De toelichting bij de balans Jaarrekening 2015 Geconsolideerd

Jaarrekening OCMW 2018

JAARREKENING IN EURO

ACTIEF. Scmactn.doc [22]

Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing

Woord vooraf 3 Inleiding 13. Deel 1 Basisbegrippen en boekhoudprincipes 15. Hoofdstuk 1 Wat is (algemeen) boekhouden? 17

Jaarrekening GEMEENTE 2018

JAARREKENING IN EURO

Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn

JAARREKENING IN EURO (2 decimalen)

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening

JAARREKENING IN EURO

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO

E TE XCO HAL FJA AR R E SU LTATE N 2016

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW)

De huidige OCMW-beleidsinstrumenten. II.1. De financiële registratie in functie van de jaarrekening

Wat Waardering Afschrijving Herwaardering Waardevermindering

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

JAARREKENING IN EURO

Bridgeboetiek vzw. Balans en Jaarrekening. Seizoen

9. Inhoudelijke en financiële stand van zaken beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties 2017

Boekingsfiche 3420 Serviceflats Invest

Inhoud. DEEL I Het systeem van dubbel boekhouden 19. Inleiding 21

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO

Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap

JAARREKENING IN EURO (2 decimalen)

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen

Gemeente Geetbets. Dorpsstraat Geetbets. NIS code: 24028

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen

JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN

HOOFDSTUK 3. Geldbeleggingen

Toelichting bij de jaarrekening OCMW 2014

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO

Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn

Voorwoord Geconsolideerde balans na resultaatsverwerking Activa Passiva Geconsolideerde resultatenrekening...

Gemeentebestuur van HERENT. BALANS EN RESULTATENREKENING (afgerond) 3 Balans 4 Resultatenrekening 6

JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening

VZW Verkort schema. 1. Volle eigendom van de vereniging 2. Andere. waarvan niet rentedragende vorderingen of gekoppeld aan een abnormaal lage rente

JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN

JAARREKENING IN EURO

EUR NAT. Datum neerlegging Nr. Blz. E. D. VOL 1.1

JAARREKENING IN EURO

Codes 21/ / / / / / /8 29/ /36 40/

Nota. Jaarrekening 2014 Balans en resultatenrekening per 31/12/2014

1 toelichting jaarrekening

BROUWERIJ LIEFMANS NV Juridische status : Faillissement. Juridische vorm : NV. Wontergemstraat, DENTERGEM

Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap

ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa (+)

TB1: Exploitatiebudget per beleidsdomein Initieel budget MJP 2014

Interne jaarrekening - Uitgebreid verslag (Vennootschap)

OCMW. Gemeente Jabbeke Dorpsstraat Jabbeke NISCODE: Algemeen directeur: Gabriël Acke Financieel directeur: Bart Demey

Transcriptie:

Deloitte Bedrijfsrevisoren / Reviseurs d Entreprises Enterprise Risk Services* Berkenlaan 8b 1831 Diegem Belgium Tel. + 32 2 800 24 00 Fax + 32 2 800 24 01 www.deloitte.be Agentschap voor Binnenlands Bestuur Afdeling Lokale en Provinciale Besturen Financiën en Personeel 6 januari 2012 Handleiding versie 1 Boekhoudkundige identificatie en waardering van de verschillende balansrubrieken * Een afdeling van Deloitte Bedrijfsrevisoren Burgerlijke vennootschap onder de vorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Maatschappelijke zetel: Berkenlaan 8b, B-1831 Diegem BTW BE 0429.053.863 - RPR Brussel - IBAN BE 17 2300 0465 6121 - BIC GEBABEBB Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited

Inhoud Voorwoord 11 Doel van de handleiding 12 1 Overig netto-actief 13 1.1 Voorstelling BBC 13 1.2 Begrippen 13 1.2.1 Algemeen 13 1.2.2 Balansrubrieken 13 1.2.3 Conversie van de rubrieken 14 1.3 Waarderingsregels BBC 15 1.3.1 Aanschaffingswaarde 15 1.3.2 Waardecorrecties 15 1.4 Voornaamste verschillen met NGB / NPB / NOB 15 1.5 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 15 1.6 Samenvatting 16 2 Herwaarderingsreserves 17 2.1 Voorstelling BBC 17 2.2 Begrippen 17 2.2.1 Algemeen 17 2.2.2 Balansrubrieken 17 2.2.3 Conversie van de rubrieken 17 2.3 Waarderingsregels BBC 18 2.3.1 Initiële waardering 18 2.3.2 Waardecorrecties 18 2.4 Voornaamste verschillen met NGB 18 2.5 Voornaamste verschillen met NPB 19 2.6 Voornaamste verschillen met NOB 19 2.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 19 Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 2

3 Overgedragen overschot overgedragen tekort 20 3.1 Voorstelling BBC 20 3.2 Begrippen 20 3.2.1 Algemeen 20 3.2.2 Balansrubrieken 20 3.2.3 Conversie van de rubrieken 20 3.3 Waarderingsregels BBC 21 3.4 Voornaamste verschillen met NGB 21 3.5 Voornaamste verschillen met NPB 21 4 Investeringssubsidies en schenkingen 22 4.1 Voorstelling BBC 22 4.2 Begrippen 22 4.2.1 Algemeen 22 4.2.2 Balansrubrieken 22 4.2.3 Conversie van de rubrieken 23 4.3 Waarderingsregels BBC 25 4.3.1 Aanschaffingswaarde 25 4.3.2 Waardecorrecties 25 4.4 Voornaamste verschillen met NGB 25 4.5 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 25 4.6 Samenvatting 26 4.7 Pragmatische beslissingsboom betreffende investeringssubsidies en -schenkingen 26 5 Schulden op lange termijn 27 5.1 Voorstelling BBC 27 5.2 Begrippen 27 5.2.1 Algemeen 27 5.2.2 Balansrubrieken 28 5.2.3 Conversie van de rubrieken 31 5.3 Waarderingsregels BBC 33 5.3.1 Aanschaffingswaarde 33 5.3.2 Waardecorrecties 33 5.4 Voornaamste verschillen met NGB 34 5.5 Voornaamste verschillen met NPB 34 5.6 Voornaamste verschillen met NOB 35 5.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 35 5.8 Samenvatting 36 Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 3

6 Immateriële vaste activa 37 6.1 Voorstelling BBC 37 6.2 Begrippen 37 6.2.1 Algemeen 37 6.2.2 Balansrubrieken 37 6.2.3 Conversie van de rubrieken 38 6.3 Waarderingsregels BBC 39 6.3.1 Aanschaffingswaarde 39 6.3.2 Waardecorrecties 41 6.4 Voornaamste verschillen met NGB 42 6.5 Voornaamste verschillen met NPB 42 6.6 Voornaamste verschillen met NOB 43 6.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 43 6.8 Samenvatting 44 7 Materiële vaste activa Algemeen 45 7.1 Begrippen 45 7.2 Waarderingsregels BBC 47 7.2.1 Aanschaffingswaarde 47 7.2.2 Waardecorrecties 49 7.3 Voornaamste verschillen met NGB 51 7.4 Voornaamste verschillen met NPB 52 7.5 Voornaamste verschillen met NOB 53 7.6 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 54 7.7 Samenvatting 55 8 Terreinen, gebouwen, wegen en andere infrastructuur 57 8.1 Voorstelling BBC 57 8.2 Begrippen 57 8.2.1 Algemeen 57 8.2.2 Balansrubrieken 58 8.2.3 Conversie van de rubrieken 59 8.3 Waarderingsregels BBC 63 8.4 Voornaamste verschillen met NGB 63 8.5 Voornaamste verschillen met NPB 64 8.6 Voornaamste verschillen met NOB 64 8.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 64 8.8 Samenvatting 65 Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 4

9 Installaties, machines en uitrusting 66 9.1 Voorstelling BBC 66 9.2 Begrippen 66 9.2.1 Algemeen 66 9.2.2 Balansrubrieken 66 9.2.3 Conversie van de rubrieken 67 9.3 Waarderingsregels BBC 68 9.4 Voornaamste verschillen met NGB 68 9.5 Voornaamste verschillen met NPB 68 9.6 Voornaamste verschillen met NOB 68 9.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 69 9.8 Samenvatting 69 10 Meubilair, kantooruitrusting en rollend materieel 70 10.1 Voorstelling BBC 70 10.2 Begrippen 70 10.2.1 Algemeen 70 10.2.2 Balansrubrieken 70 10.2.3 Conversie van de rubrieken 71 10.3 Waarderingsregels BBC 73 10.4 Voornaamste verschillen met NGB 73 10.5 Voornaamste verschillen met NPB 73 10.6 Voornaamste verschillen met NOB 74 10.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 74 10.8 Samenvatting 74 11 Vaste activa in leasing of op grond van een soortgelijk recht 75 11.1 Voorstelling BBC 75 11.2 Begrippen 75 11.2.1 Algemeen 75 11.2.2 Balansrubrieken 76 11.2.3 Conversie van de rubrieken 76 11.3 Waarderingsregels BBC 79 11.3.1 Aanschaffingswaarde 79 11.3.2 Waardecorrecties 79 11.4 Voornaamste verschillen met NGB 79 11.5 Voornaamste verschillen met NPB 80 11.6 Voornaamste verschillen met NOB 80 11.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 81 11.8 Samenvatting 81 Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 5

12 Overige materiële vaste activa 82 12.1 Voorstelling BBC 82 12.2 Begrippen 82 12.2.1 Algemeen 82 12.2.2 Balansrubrieken 82 12.2.3 Conversie van de rubrieken 83 12.3 Waarderingsregels BBC 83 12.4 Voornaamste verschillen met NGB 83 12.5 Voornaamste verschillen met NPB 83 12.6 Voornaamste verschillen met NOB 84 12.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 84 12.8 Samenvatting 84 13 Cultureel erfgoed 85 13.1 Voorstelling BBC 85 13.2 Begrippen 85 13.2.1 Algemeen 85 13.2.2 Balansrubrieken 85 13.2.3 Conversie van de rubrieken 86 13.3 Waarderingsregels BBC 86 13.4 Voornaamste verschillen met NGB 86 13.5 Voornaamste verschillen met NPB 87 13.6 Voornaamste verschillen met NOB 87 13.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 87 13.8 Samenvatting 87 14 Financiële vaste activa 88 14.1 Voorstelling BBC 88 14.2 Begrippen 89 14.2.1 Algemeen 89 14.2.2 Balansrubrieken 89 14.2.3 Conversie van de rubrieken 90 14.3 Waarderingsregels BBC 92 14.3.1 Aanschaffingswaarde 92 14.3.2 Waardecorrecties 93 14.4 Voornaamste verschillen met NGB 94 14.5 Voornaamste verschillen met NPB 95 14.6 Voornaamste verschillen met NOB 95 14.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 95 14.8 Samenvatting 95 Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 6

15 Vorderingen op lange termijn 96 15.1 Voorstelling BBC 96 15.2 Begrippen 97 15.2.1 Algemeen 97 15.2.2 Balansrubrieken 97 15.2.3 Conversie van de rubrieken 99 15.3 Waarderingsregels BBC 102 15.3.1 Initiële waardering 102 15.3.2 Overboeking van lange naar korte termijn 103 15.3.3 Dubieuze debiteuren 103 15.3.4 Waardeverminderingen 103 15.3.5 Minderwaarde 103 15.4 Voornaamste verschillen met NGB 103 15.5 Voornaamste verschillen met NPB 103 15.6 Voornaamste verschillen met NOB 104 15.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 104 15.8 Samenvatting 104 16 Voorraden en bestellingen in uitvoering 105 16.1 Voorstelling BBC 105 16.2 Begrippen 106 16.2.1 Algemeen 106 16.2.2 Balansrubrieken 106 16.2.3 Conversie van de rubrieken 107 16.3 Waarderingsregels BBC 108 16.3.1 Aanschaffingswaarde 108 16.3.2 Waardecorrecties 110 16.4 Voornaamste verschillen met NGB 111 16.5 Voornaamste verschillen met NPB 111 16.6 Voornaamste verschillen met NOB 112 16.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 112 16.8 Samenvatting 113 17 Vorderingen en schulden op korte termijn Vorderingen uit ruiltransacties 115 17.1 Voorstelling BBC 115 17.2 Begrippen 115 17.2.1 Algemeen 115 17.2.2 Balansrubrieken 116 17.2.3 Conversie van de rubrieken 117 17.3 Waarderingsregels BBC 119 Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 7

17.3.1 Nominale waarde 119 17.3.2 Waardecorrecties 119 17.4 Voornaamste verschillen met NGB 119 17.5 Voornaamste verschillen met NPB 120 17.6 Voornaamste verschillen met NOB 120 17.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 120 17.8 Samenvatting 121 18 Vorderingen en schulden op korte termijn Vorderingen uit niet-ruiltransacties122 18.1 Voorstelling BBC 122 18.2 Begrippen 123 18.2.1 Algemeen 123 18.2.2 Balansrubrieken 123 18.2.3 Conversie 125 18.3 Waarderingsregels BBC 127 18.3.1 Aanschaffingswaarde 127 18.3.2 Waardecorrecties 127 18.4 Voornaamste verschillen met NGB 128 18.5 Voornaamste verschillen met NPB 128 18.6 Voornaamste verschillen met NOB 128 18.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 129 18.8 Samenvatting 129 19 Vorderingen en schulden op korte termijn Schulden op lange termijn die binnen het jaar vervallen 130 19.1 Voorstelling BBC 130 19.2 Begrippen 130 19.2.1 Algemeen 130 19.2.2 Balansrubrieken 130 19.2.3 Conversie van de rubrieken 131 19.3 Waarderingsregels BBC 132 19.3.1 Nominale waarde 132 19.3.2 Waardecorrecties 132 19.4 Voornaamste verschillen met NGB 133 19.5 Voornaamste verschillen met NPB 133 19.6 Samenvatting 133 20 Vorderingen en schulden op korte termijn Financiële schulden 134 20.1 Voorstelling BBC 134 20.2 Begrippen 134 20.2.1 Algemeen 134 Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 8

20.2.2 Balansrubrieken 134 20.2.3 Conversie van de rubrieken 135 20.3 Waarderingsregels BBC 136 20.3.1 Nominale waarde 136 20.3.2 Waardecorrecties 136 20.4 Voornaamste verschillen met NGB 136 20.5 Voornaamste verschillen met NPB 137 20.6 Voornaamste verschillen met NOB 137 20.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 137 20.8 Samenvatting 137 21 Vorderingen en schulden op korte termijn Schulden uit ruiltransacties 138 21.1 Voorstelling BBC 138 21.2 Begrippen 138 21.2.1 Algemeen 138 21.2.2 Balansrubrieken 139 21.2.3 Conversie van de rubrieken 140 21.3 Waarderingsregels BBC 142 21.3.1 Nominale waarde 142 21.3.2 Waardecorrecties 142 21.4 Voornaamste verschillen met NGB 143 21.5 Voornaamste verschillen met NOB 143 21.6 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 144 21.7 Samenvatting 144 22 Vorderingen en schulden op korte termijn Voorzieningen voor risico s en kosten 145 22.1 Voorstelling BBC 145 22.1.1 Algemeen 145 22.1.2 Balansrubrieken 145 22.1.3 Conversie van de rubrieken 145 22.2 Waarderingsregels BBC 146 22.2.1 Initiële waardering 146 22.2.2 Waardecorrecties 146 22.3 Voornaamste verschillen met NGB 146 22.4 Voornaamste verschillen met NPB 147 22.5 Voornaamste verschillen met NOB 147 22.6 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 147 22.7 Samenvatting 147 Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 9

23 Vorderingen en schulden op korte termijn Schulden uit niet-ruiltransacties 148 23.1 Voorstelling BBC 148 23.2 Begrippen 148 23.2.1 Algemeen 148 23.2.2 Balansrubrieken 149 23.2.3 Conversie van de balansrubrieken 150 23.3 Waarderingsregels BBC 151 23.3.1 Nominale waarde 151 23.3.2 Waardecorrecties 151 23.4 Voornaamste verschillen met NGB 152 23.5 Voornaamste verschillen met NPB 152 23.6 Voornaamste verschillen met NOB 152 23.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving 152 23.8 Samenvatting 153 24 Vorderingen en schulden op korte termijn Overlopende rekeningen, vorderingen op lange termijn die binnen het jaar vervallen en wachtrekeningen 154 24.1 Voorstelling BBC 154 24.2 Begrippen 154 24.2.1 Algemeen 154 24.2.2 Balansrubrieken 155 24.2.3 Conversie van de rubrieken 157 24.3 Waarderingsregels BBC 158 24.3.1 Aanschaffingswaarde 158 24.3.2 Waardecorrecties 158 24.4 Voornaamste verschillen met NGB 158 24.5 Samenvatting 159 25 Geldbeleggingen en liquide middelen 160 25.1 Voorstelling BBC 160 25.2 Begrippen 160 25.2.1 Algemeen 160 25.2.2 Balansrubrieken 161 25.2.3 Conversie van de rubrieken 161 25.3 Waarderingsregels BBC 163 25.3.1 Aanschaffingswaarde 163 25.3.2 Waardecorrecties 163 25.4 Voornaamste verschillen met NGB 164 25.5 Samenvatting 164 Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 10

Voorwoord Het Agentschap voor Binnenlands Bestuur heeft ondermeer tot taak om de lokale en provinciale besturen optimaal te begeleiden bij de implementatie van het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de nieuwe beleids- en beheerscyclus (BBC). In dit kader heeft het agentschap een opdracht uitgeschreven voor het uitwerken van een praktisch advies betreffende de boekhoudkundige erkenning en waardering van de diverse elementen binnen de verschillende balansrubrieken. Het resultaat van deze opdracht is deze handleiding die de lokale en provinciale besturen moet begeleiden bij de omzetting en de verwerking van de diverse posten binnen de balans van de oude (Nieuwe Gemeentelijke Boekhouding NGB Nieuwe OCMW-Beleidsinstrumenten NOB Nieuwe Provinciale Boekhouding NPB ) naar de nieuwe BBC-regelgeving. Bij het totstandkomen van deze handleiding konden wij terugvallen op de waardevolle ondersteuning van verschillende partijen. Wij zouden dan ook graag de lokale en provinciale besturen willen danken die ons inventarislijsten hebben overgemaakt. Verder konden we ook een beroep doen op enkele softwarehuizen die ons rekeningstelsels en inventarislijsten ter beschikking hebben gesteld. Tot slot houden we eraan om de medewerkers van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur te danken voor hun waardevolle inbreng en aanbevelingen tijdens de uitwerking van deze handleiding. De auteurs Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 11

Doel van de handleiding In het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn alsook in het Ministerieel Besluit van 1 oktober 2010 worden de regels vastgelegd met betrekking tot de vernieuwde boekhouding die vanaf 2014 zal worden gevoerd door de lokale en provinciale besturen. Het doel van deze handleiding bestaat erin om aan de hand van concrete voorbeelden een vergelijking te maken tussen deze vernieuwde boekhouding enerzijds en de NGB, NOB en NPB anderzijds en dit op het niveau van de balansrubrieken, de algemene rekeningen en de waarderingsregels. De inhoudstafel van de handleiding is volledig gebaseerd op de structuur van het genormaliseerd stelsel van de algemene rekeningen. Binnen elk van de hoofdstukken worden voor de verschillende balansrubrieken de volgende onderdelen uitgewerkt: Voorstelling BBC Begrippen Conversie van de rubrieken Waarderingsregels Voornaamste verschillen met NGB, NPB, NOB en de Belgische boekhoudwetgeving Deze handleiding mag anderzijds niet gezien worden als een houvast bij de overstap van oud (NGB, NOB en NPB) naar nieuw. Bij deze overgang zullen immers nog heel wat vragen opduiken die niet beantwoord worden in deze handleiding. Aanbevelingen met betrekking tot de laatste afsluiting in het kader van de NGB, NOB en NPB zijn eveneens niet terug te vinden in deze handleiding. Verder willen wij er ook op wijzen dat deze handleiding niet mag gebruikt worden als een algemene inleiding tot de principes van het dubbel boekhouden. Tenslotte is het belangrijk te benadrukken dat dit een 1 ste versie is van een handleiding die in de toekomst zeker nog bijgewerkt en geactualiseerd zal worden. De ervaringen van de pilootbesturen zullen in dit opzicht van belangrijke waarde zijn. Verder zal er binnen afzienbare tijd ook een elektronische tool ter beschikking worden gesteld waarmee de besturen op basis van trefwoorden of algemene rekeningnummers opzoekingen kunnen doen met betrekking tot de te gebruiken BBC-rubrieken. Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 12

1 Overig netto-actief 1.1 Voorstelling BBC II. Netto-actief Balansrubriek (Passiva) Minimumindeling algemeen rekeningstelsel 10 Overig netto-actief 100 Overig netto-actief 101 Niet opgevraagd kapitaal (-) 102 Bijdragen, schenkingen en legaten zonder last en zonder specifiek doel of bestemming 1.2 Begrippen 1.2.1 Algemeen Het overige nettoactief is het verschil tussen enerzijds het totaal van de activa en anderzijds het totaal van de schulden en van de overige rubrieken van het nettoactief. Het overige nettoactief zorgt er voor dat de actief- en de passiefzijde van de balans met elkaar in evenwicht zijn. Het is de sluitpost van de balans. (art. 87 van het BVR). 1.2.2 Balansrubrieken 1.2.2.1 Overig nettoactief (Subrubriek 100) Bij de openbare besturen wordt onder deze subrubriek opgenomen, het verschil tussen het totaal van de activa en het totaal van de passiva bij het opmaken van de beginbalans en de begininventaris. Het is de sluitpost van de balans. Deze subrubriek blijft in principe onveranderd na de beginbalans, tenzij de beginbalans wordt beïnvloed door een gebeurtenis na balansdatum of een fout in de jaarrekening. Bij de autonome gemeente- en provinciebedrijven vertegenwoordigt deze rubriek de gelden, in speciën of in natura, die door de eigenaars ter beschikking worden gesteld aan deze bedrijven bij oprichting of later bij kapitaalsverhogingen. 1.2.2.2 Niet opgevraagd kapitaal ( Subrubriek 101) In deze subrubriek, die enkel bij de autonome gemeente- en provinciebedrijven wordt gebruikt, komt het gedeelte van het vermogen dat door de aandeelhouders is toegezegd maar door de bevoegde organen van de autonome bedrijven nog niet werd opgevraagd bij de vennoten, maar die zich wel hebben verbonden tot het storten van dit kapitaal. Het niet opgevraagd kapitaal is dus een vordering op de aandeelhouders, die in min van het overig nettoactief (subrubriek 100) wordt genoteerd. 1.2.2.3 Bijdragen, schenkingen en legaten zonder last en zonder specifiek doel of bestemming (Subrubriek 102) Het betreft hier bijdragen, schenkingen en legaten die niet gekoppeld zijn aan: investeringen of de verwerving van financiële, materiële of immateriële vaste activa; de operationele activiteiten (dus geen specifiek doel of bestemming). De eventueel bijhorende verplichtingen en kosten (zijnde lasten) worden niet mee opgenomen onder deze subriek maar worden opgenomen onder de subrubriek 161/7 Voorzieningen voor overige risico s en kosten. Voorbeeld: Een inwoner schenkt 10.000,00 aan het bestuur zonder specifiek doel of bestemming. Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 13

Onder titel 4.9 van deze handleiding kunt u een pragmatische beslissingsboom terugvinden die kan helpen bij het correct plaatsen van investeringssubsidies en -schenkingen. 1.2.3 Conversie van de rubrieken Onderstaande tabellen geven weer waar het overig netto-actief werd opgenomen in respectievelijk de NGB, NPB en NOB en welke de corresponderende MAR-codes zijn in BBC: 1.2.3.1 Gemeente NGB Algemene rekening BBC MARcode 10000 Beginkapitaal 100 Overig netto-actief 15111 Investeringssubsidies, giften en legaten in kapitaal van privé-ondernemingen 15211 Investeringssubsidies, giften en legaten in kapitaal van gezinnen, v.z.w.'s en andere organismen 102 Bijdragen, schenkingen en legaten zonder last en zonder specifiek doel of bestemming 150 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op korte termijn 151 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op lange termijn 102 Bijdragen, schenkingen en legaten zonder last en zonder specifiek doel of bestemming 150 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op korte termijn 151 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op lange termijn Enkel wanneer het gaat over bijdragen, schenkingen en legaten zonder specifiek doel of bestemming vallen deze onder subrubriek 102. 1.2.3.2 Provincie NPB BBC MAR-code MARcode 101 Aanvangskapitaal 100 Overig netto-actief 102 In kapitaal opgenomen reserves 100 Overig netto-actief 103 In kapitaal opgenomen resultaat 100 Overig netto-actief 104 In kapitaal opgenomen : overige 100 Overig netto-actief 110 Permanent vermogen door giften in de vorm van geld 102 Bijdragen, schenkingen en legaten zonder last en zonder specifiek doel of bestemming 111 Permanent vermogen door giften in 159 Overige schenkingen natura Enkel wanneer het gaat over bijdragen, schenkingen en legaten zonder specifiek doel of bestemming vallen deze onder subrubriek 102. Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 14

1.2.3.3 OCMW NOB BBC MAR-code MARcode 1000 Kapitaal ontstaan uit de beginbalans 100 Overig netto-actief 1001 Kapitaalswijzigingen 100 Overig netto-actief 101 Schenkingen zonder specifiek doel of bestemming 102 Definitieve gemeentelijke bijdrage in het werkkapitaal 102 Bijdragen, schenkingen en legaten zonder last en zonder specifiek doel of bestemming 102 Bijdragen, schenkingen en legaten zonder last en zonder specifiek doel of bestemming 1.3 Waarderingsregels BBC 1.3.1 Aanschaffingswaarde Aangezien het overig nettoactief bij de gemeenten, OCMW s en provincies wordt beschouwd als zijnde het verschil tussen totaal van de activa en de passiva bij het opmaken van de beginbalans, wordt de waarde van deze rubriek bepaald door de waardering van dit actief en passief. Bij de autonome gemeente- en provinciebedrijven wordt de waarde van het overig nettoactief en het niet opgevraagd kapitaal in speciën bepaald door de nominale waarde van de inbreng door de aandeelhouders. Indien de inbreng in natura gebeurde, worden deze natura gewaardeerd aan hun inbrengwaarde (bedongen waarde van de inbreng), die niet hoger mag zijn dan de werkelijke waarde van de goederen op het ogenblik van de inbreng. De bijdragen, schenking en legaten zonder last en zonder specifiek doel of bestemming worden gewaardeerd aan nominale waarde. 1.3.2 Waardecorrecties Niet van toepassing. 1.4 Voornaamste verschillen met NGB / NPB / NOB Kapitaal wordt Overig nettoactief Het overige nettoactief zorgt er voor dat de actief- en de passiefzijde van de balans met elkaar in evenwicht zijn. Het is de sluitpost van de balans. In die logica is het nettoactief de laatste rubriek van het passief. Het overige nettoactief blijft in principe onveranderd na de beginbalans. Zowel in de nieuwe gemeenteboekhouding (NGB), de nieuwe provinciale boekhouding (NPB) als in de nieuwe OCMW-beleidsinstrumenten (NOB) spreekt men in dat geval van kapitaal. Deze term geeft echter een verkeerd beeld want zowel gemeenten, provincies als OCMW s hebben geen maatschappelijk kapitaal. Bovendien is de herkomst van deze middelen niet meer te achterhalen. Daarom spreekt het besluit, conform IPSAS, van overig nettoactief (art.87 van het BVR). 1.5 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving Eigen vermogen versus Overig nettoactief Het uitvoeringsbesluit spreekt niet van het begrip eigen vermogen zoals in de Belgische boekhoudwetgeving. Het eigen vermogen is immers niet relevant voor een openbaar bestuur. Het verschil tussen enerzijds de activa en anderzijds de schulden heet daarom nettoactief. Bijdragen, schenkingen en legaten zonder last en zonder specifiek doel of bestemming (Subrubriek 102) Het uitvoeringsbesluit omschrijft tegen welke waarde een schenking moet opgenomen worden in de boekhouding van het bestuur. Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 15

De Belgische boekhoudwetgeving kent hiervoor geen aparte waarderingsgrondslag omdat ondernemingen zelden met een schenking begunstigd worden. De Belgische boekhoudwetgeving bevat ook geen aparte rubriek voor schenkingen zonder specifiek doel of bestemming. 1.6 Samenvatting Overig netto-actief Waardering Aanschaffingswaarde (bepaald door waardering van resterend actief en passief) Nominale waarde: voor de bijdragen, schenkingen en legaten zonder last en zonder specifiek doel of bestemming Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 16

2 Herwaarderingsreserves 2.1 Voorstelling BBC II. Netto-actief Balansrubriek (Passiva) Minimumindeling algemeen rekeningstelsel 12 Herwaarderingsreserves 121 Herwaarderingsreserves op overige materiële vaste activa 122 Herwaarderingsreserves op financiële vaste activa 2.2 Begrippen 2.2.1 Algemeen Onder herwaarderingsreserves worden niet-gerealiseerde meerwaarden op de financiële vaste activa en de overige materiële vaste activa in de algemene boekhouding opgenomen (art. 86 van het BVR). Deze meerwaarden ontstaan omdat deze activa conform het herwaarderingsmodel geboekt moeten worden tegen hun geherwaardeerde waarde (reële waarde op moment van herwaardering latere geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen). Herwaarderingsreserves worden behouden zolang de goederen waarop ze betrekking hebben, niet werden gerealiseerd (art.183 van het BVR). Voor een uitgebreide bespreking van het herwaarderingsmodel wordt verwezen naar het luik van de materiële vaste activa. 2.2.2 Balansrubrieken In het MAR worden de herwaarderingsreserves opgesplitst conform het actief waarop ze betrekking hebben, zijnde: Herwaarderingsreserves op overige materiële vaste activa (subrubriek 121); Herwaarderingsreserves op financiële vaste activa (subrubriek 122). De rubrieken overige materiële vaste activa en financiële vaste activa worden behandeld in de hoofdstukken betreffende de materiële vaste activa (hoofdstukken 12 en 14). 2.2.3 Conversie van de rubrieken Onderstaande tabellen geven weer waar de herwaarderingsreserves werden opgenomen in respectievelijk de NGB, NPB en NOB en welke de corresponderende MAR-codes zijn in BBC: 2.2.3.1 Gemeente Niet van toepassing aangezien de herwaarderingsmeerwaarden bij de gemeenten in opbrengst worden genomen. Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 17

2.2.3.2 Provincie NPB BBC MAR-code MARcode 121 Herwaarderingsmeerwaarden op materiële vaste activa 122 Herwaarderingsmeerwaarden op financiële vaste activa 121 Herwaarderingsreserves op overige materiële vaste activa 122 Herwaarderingsreserves op financiële vaste activa 2.2.3.3 OCMW NOB BBC MAR-code MARcode 121 Herwaarderingsmeerwaarden op materiële vaste activa 122 Herwaarderingsmeerwaarden op financiële vaste activa 121 Herwaarderingsreserves op overige materiële vaste activa 122 Herwaarderingsreserves op financiële vaste activa 2.3 Waarderingsregels BBC 2.3.1 Initiële waardering Het bepalen van de niet-gerealiseerde meerwaarde gebeurt door de reële waarde op het moment van de herwaardering te vergelijken met de boekwaarde van het desbetreffende actief. Als deze reële waarde groter blijkt dan de boekwaarde dan wordt dit verschil opgenomen in de rubriek herwaarderingsreserves, tenzij het een verbetering betreft van voorheen geboekte waardeverminderingen (art. 183 van het BVR). Deze herwaardering moet voldoende regelmatig uitgevoerd worden om ervoor te zorgen dat de boekhoudkundige waarde niet beduidend verschilt van de reële waarde (art. 183 van het BVR). 2.3.2 Waardecorrecties We verwijzen hiervoor naar titel 7.2.2.3 van deze handleiding. 2.4 Voornaamste verschillen met NGB Moment van herwaardering Volgens artikel 76 van het ARGC moet de herwaardering op het einde van het boekjaar tijdens de eindejaarsverrichtingen gebeuren. Artikel 183 van het BVR bepaalt dat de herwaardering regelmatig moet uitgevoerd worden om ervoor te zorgen dat de boekhoudkundige waarde niet beduidend verschilt van de reële waarde op de balansdatum. Dit hoeft niet noodzakelijk op jaarbasis te zijn. Hoe herwaarderen? Conform artikel 21 van het ARGC geschiedt het herwaarderen van het onroerend patrimonium (gronden en gebouwen) volgens de aard van het goed rekening houdende met: ofwel de index van de prijzen van de bouwsector; ofwel de opbrengst, voor de gemeente, van de opcentiemen op de onroerende voorheffing. We verwijzen ook naar titel 7.2.2.3 van deze handleiding. Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 18

Wat herwaarderen? Het uitvoeringsbesluit bepaalt dat herwaarderingen enkel van toepassing zijn op de financiële vaste activa en de overige materiële vaste activa. De overige materiële vaste activa (rubriek 26) bevat onder meer de roerende of onroerende goederen die niet tot de gemeenschapsgoederen of tot de bedrijfsmatige materiële behoren, en die worden aangewend als roerende of onroerende reserve. In de NGB gebeuren herwaarderingen enkel op onroerende goederen (ongeacht hun bestemming) en niet op roerende goederen (met uitzondering van aard 340 Kunstpatrimonium) of andere financiële vaste activa (zoals deelnemingen). Klasse 7 versus klasse 1 In de NGB worden de herwaarderingsmeerwaarden in opbrengsten genomen (klasse 7) waar BBC voorziet om dit onmiddellijk op een subriek van de klasse 1 te boeken. 2.5 Voornaamste verschillen met NPB Wat herwaarderen? Het uitvoeringsbesluit bepaalt dat herwaarderingen enkel van toepassing zijn op de financiële vaste activa en de overige materiële vaste activa. De overige materiële vaste activa (rubriek 26) bevat onder meer de roerende of onroerende goederen die niet tot de gemeenschapsgoederen of tot de bedrijfsmatige materiële behoren, en die worden aangewend als roerende of onroerende reserve. In de NPB gebeuren herwaarderingen enkel op onroerende goederen (ongeacht hun bestemming) en niet op roerende goederen (met uitzondering van aard 340 Kunstpatrimonium) of andere financiële vaste activa (zoals deelnemingen). 2.6 Voornaamste verschillen met NOB Wat herwaarderen? Het uitvoeringsbesluit bepaalt dat herwaarderingen enkel van toepassing zijn op de financiële vaste activa en de overige materiële vaste activa. De overige materiële vaste activa (rubriek 26) bevat onder meer de roerende of onroerende goederen die niet tot de gemeenschapsgoederen of tot de bedrijfsmatige materiële behoren, en die worden aangewend als roerende of onroerende reserve. In NOB gebeuren herwaarderingen enkel op onroerende goederen (ongeacht hun bestemming) en niet op roerende goederen (met uitzondering van aard 340 Kunstpatrimonium) of andere financiële vaste activa (zoals deelnemingen). 2.7 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving Wat herwaarderen? Het uitvoeringsbesluit bepaalt dat herwaarderingen enkel van toepassing zijn op de financiële vaste activa en de overige materiële vaste activa. De overige materiële vaste activa (rubriek 26) bevat onder meer de roerende of onroerende goederen die niet tot de gemeenschapsgoederen of tot de bedrijfsmatige materiële behoren, en die worden aangewend als roerende of onroerende reserve. Conform de Belgische boekhoudwetgeving gebeuren herwaarderingen op alle materiële vaste activa (ongeacht hun bestemming) en financiële vaste activa. Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 19

3 Overgedragen overschot overgedragen tekort 3.1 Voorstelling BBC II. Netto-actief Balansrubriek (Passiva) Minimumindeling algemeen rekeningstelsel 14 Overgedragen overschot overgedragen tekort 3.2 Begrippen 3.2.1 Algemeen Het gecumuleerde overschot of tekort is de som van het gecumuleerde overschot of tekort van de vorige boekjaren en het overschot of tekort van het huidige financiële boekjaar, zijnde het verschil tussen het totaal van de opbrengsten en het totaal van de kosten zoals blijkt uit staat van opbrengsten en kosten (art. 84 van het BVR). 3.2.2 Balansrubrieken In het MAR wordt het overgedragen overschot tekort opgenomen op de subrekening 14 die een positief saldo vertoont in het geval van een gecumuleerd overschot en een negatief bedrag in het geval van een gecumuleerd tekort. 3.2.3 Conversie van de rubrieken Onderstaande tabellen geven weer waar het overgedragen overschot / tekort werden opgenomen in respectievelijk de NGB, NPB en NOB en welke de corresponderende MAR-codes zijn in BBC: 3.2.3.1 Gemeente NGB Algemene rekening BBC MARcode 12000 Gekapitaliseerde resultaten 14 Overgedragen overschot - overgedragen tekort 13011 Gecumuleerd nadelig saldo van vorige dienstjaren 14 Overgedragen overschot - overgedragen tekort 13013 Gecumuleerd batig saldo van vorige dienstjaren 14 Overgedragen overschot - overgedragen tekort 13021 Nadelig saldo van het voorgaand dienstjaar 14 Overgedragen overschot - overgedragen tekort 13023 Batig saldo van het voorgaand dienstjaar 14 Overgedragen overschot - overgedragen tekort 13031 Nadelig saldo van het dienstjaar 14 Overgedragen overschot - overgedragen tekort 13033 Batig saldo van het dienstjaar 14 Overgedragen overschot - overgedragen tekort Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 20

3.2.3.2 Provincie NPB BBC MAR-code MARcode 140 Overschot van het huidig boekjaar 14 Overgedragen overschot - overgedragen tekort 141 Tekort van het huidig boekjaar 14 Overgedragen overschot - overgedragen tekort 143 Overschot van de vorige boekjaren 14 Overgedragen overschot - overgedragen tekort 144 Tekort van de vorige boekjaren 14 Overgedragen overschot - overgedragen tekort 3.2.3.3 OCMW NOB BBC MAR-code MARcode 140 Gecumuleerd overschot (+) 14 Overgedragen overschot - overgedragen tekort 141 Gecumuleerd tekort (-) 14 Overgedragen overschot - overgedragen tekort 3.3 Waarderingsregels BBC De waarde van het overgedragen overschot tekort wordt bepaald door de waarde van: het overschot tekort van de vorige boekjaren zoals blijkt uit de laatst afgesloten jaarrekening; en het overschot tekort na de eindejaarverrichtingen van het desbetreffende boekjaar. De waarde van deze rubriek wordt dus bepaald door de waardering van de kosten en opbrengsten (nominale waarde). 3.4 Voornaamste verschillen met NGB Goedkeuring door de toezichthoudende overheid In het ARGC bevat de rubriek II Gekapitaliseerde resultaten het gecumuleerd bedrag van de resultaten van de vorige dienstjaren, waarvan de toezichthoudende overheid de betreffende jaarrekeningen al heeft goedgekeurd. De rubriek III Overgedragen resultaten is gelijk aan het overgedragen resultaat voor zover de toezichthoudende overheid de betreffende jaarrekening nog niet heeft goedgekeurd. Binnen het BVR wordt er geen onderscheid gemaakt volgens al dan niet goedkeuring door de toezichthoudende overheid en worden de overgedragen resultaten geboekt op subrekening 14 Overgedragen overschot overgedragen tekort. 3.5 Voornaamste verschillen met NPB Onderscheid resultaat eigen dienstjaar en vorige dienstjaren Binnen het BVR wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de overschotten en tekorten al dan niet van het huidig boekjaar of vorige boekjaren. Onderscheid overschot en tekort Binnen het BVR wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de overschotten en tekorten. Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 21

4 Investeringssubsidies en schenkingen 4.1 Voorstelling BBC Balansrubriek (Passiva) Minimumindeling algemeen rekeningstelsel II. Netto-actief 15 Investeringssubsidies en schenkingen (1) 150 Investeringssubsidies en schenkingen in kapitaal op korte termijn 151 Investeringssubsidies en schenkingen in kapitaal op lange termijn 152 Investeringssubsidies in de vorm van terugbetaling van leningen 159 Overige schenkingen (1) Alle rekeningen van de groep 15 worden als volgt opgesplitst: 15...0 Nominaal bedrag van de subsidie of waarde van de schenking 15...9 In resultaat opgenomen investeringssubsidie of schenking (-) 4.2 Begrippen 4.2.1 Algemeen De investeringssubsidies omvatten de subsidies die van overheidswege in contanten worden verkregen voor investeringen in vaste activa die met eigen middelen worden gefinancierd. Ze onderscheiden zich van de werkingssubsidies die direct in de staat van opbrengsten en kosten worden genomen (subrubriek 740) door hun directe gebondenheid aan bepaalde investeringen in vaste activa (art. 85 van het BVR). Onder de investeringsschenkingen worden de schenkingen, legaten en soortgelijke rechten opgenomen die het bestuur verkrijgt in de vorm van vaste activa of in contanten voor investeringen in vaste activa (art. 85 van het BVR). In tegenstelling tot de schenkingen en legaten die opgenomen worden onder het overig nettoactief, betreft het hier schenkingen en legaten met een specifiek doel of bestemming. Er worden dus m.b.t. deze schenkingen specifieke eisen gesteld omtrent de aanwending ervan. 4.2.2 Balansrubrieken 4.2.2.1 Investeringsubsidies en -schenkingen in kapitaal op korte termijn (Subrubriek 150) Deze subriek bevat de investeringssubsidies en -schenkingen verkregen in contanten die op korte termijn (binnen de twaalf maanden) opvorderbaar zijn. Voorbeeld: Wij verwijzen hiervoor naar Boekhoudfiche 6300 zoals ter beschikking gesteld als ondersteunend materiaal door het Agentschap voor Binnenlands Bestuur. 4.2.2.2 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op lange termijn (Subrubriek 151) Deze subriek bevat de investeringssubsidies en -schenkingen verkregen in contanten die pas op lange termijn (over meer dan twaalf maanden) opvorderbaar zijn. Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 22

Voorbeeld: Wij verwijzen hiervoor naar de Boekhoudfiches 6401 en 6402 zoals ter beschikking gesteld als ondersteunend materiaal door het Agentschap voor Binnenlands Bestuur. 4.2.2.3 Investeringssubsidies in de vorm van terugbetaling van leningen (Subrubriek 152) De subsidiëring van investeringen door andere overheden kan gebeuren door de terugbetaling van de financiële verplichtingen (aflossingen en intresten) die het aangaan van een lening door het bestuur met zich meebrengt. Bij deze subsidiëringsvorm zullen de andere overheden dus geen kapitaalbedrag ter beschikking stellen maar verbinden ze zich ertoe om de aflossingen (en intresten) terug te betalen. De eventuele intresten die ook ten laste zijn van die overheid worden niet in deze subrubriek opgenomen maar worden in opbrengst genomen (rekening 7531) op het moment dat de intresten in kost wordt genomen. Voorbeeld: De gemeente bouwt een nieuw cultureel centrum en krijgt hiervoor subsidies van de Europese Commissie in de vorm van terugbetaling van leningslasten en zal dus voor de aankoop hiervan een lening aangaan. Wij verwijzen ook naar de Boekhoudfiche 6200 zoals ter beschikking gesteld als ondersteunend materiaal door het Agentschap voor Binnenlands Bestuur. 4.2.2.4 Overige schenkingen (Subrubriek 159) Het betreft de schenkingen en legaten in vaste activa die ontvangen werden in natura. Voorbeelden: Een OCMW wordt door een schenking eigenaar van een woning. In de schenkingsakte wordt bepaald dat de woning moet worden gebruikt voor noodopvang. Een provincie verwerft een gebouw waarbij in de akte geen specifieke doel of bestemming wordt vermeld. Wij verwijzen ook naar Boekhoudfiches 6500 en 6501 zoals ter beschikking gesteld als ondersteunend materiaal door het Agentschap voor Binnenlands Bestuur. 4.2.3 Conversie van de rubrieken Onderstaande tabellen geven weer waar de investeringssubsidies en schenkingen werden opgenomen in respectievelijk de NGB, NPB en NOB en welke de corresponderende MAR-codes zijn in BBC: 4.2.3.1 Gemeente NGB Algemene rekening BBC MARcode 15111 Investeringssubsidies, giften en legaten in kapitaal van privé-ondernemingen 15131 Giften en legaten onder vorm van patrimoniale goederen van privéondernemingen 15211 Investeringssubsidies, giften en legaten in kapitaal van gezinnen, v.z.w.'s en andere organismen 102 Bijdragen, schenkingen en legaten zonder last en zonder specifiek doel of bestemming 150 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op korte termijn 151 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op lange termijn 159 Overige schenkingen 102 Bijdragen, schenkingen en legaten zonder last en zonder specifiek doel of bestemming 150 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op korte termijn 151 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op lange termijn 15231 Giften en legaten onder vorm van 159 Overige schenkingen Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 23

patrimoniale goederen van gezinnen, v.z.w.'s en andere organismen 15411 Investeringssubsidies in kapitaal van de hogere overheden 15421 Investeringssubsidies in de vorm van terugbetaling van aflossingen van leningen door de hogere overheden 15431 Investeringssubsidies onder vorm van patrimoniale goederen van de hogere overheden 15611 Investeringssubsidies in kapitaal van andere overheidsinstellingen 15631 Investeringssubsidies onder vorm van patrimoniale goederen van andere overheidsinstellingen 150 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op korte termijn 151 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op lange termijn 152 Investeringssubsidies in de vorm van terugbetaling van leningen 159 Overige schenkingen 150 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op korte termijn 151 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op lange termijn 159 Overige schenkingen 4.2.3.2 Provincie NPB BBC MAR-code MARcode 151 Investeringssubsidies in kapitaal van de hogere verheden 152 Subsidies onder de vorm van terugbetaling van aflossingen van leningen 150 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op korte termijn 151 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op lange termijn 152 Investeringssubsidies in de vorm van terugbetaling van leningen 4.2.3.3 OCMW NOB BBC MAR-code MARcode 1500 Investeringssubsidie van de gemeente 150 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op korte termijn 151 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op lange termijn 1501 Investeringssubsidies van andere overheden 150 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op korte termijn 151 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op lange termijn 1502 Investeringssubsidies van derden 102 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op korte termijn 150 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op korte termijn 151 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op lange termijn 155 Schenkingen met specifiek doel 150 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op korte termijn 151 Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal op lange termijn 159 Overige schenkingen Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 24

4.3 Waarderingsregels BBC 4.3.1 Aanschaffingswaarde Investeringssubsidies en -schenkingen en legaten in contanten worden gewaardeerd tegen nominale waarde (art. 160 van het BVR) op het moment dat de transactie of gebeurtenis die aanleiding geeft tot subsidie plaats vindt. Indien het recht op de investeringssubsidie slechts ontstaat nadat het bestuur de betrokken investeringen reeds gerealiseerd heeft, wordt de subsidie in verhouding tot de in voorgaande boekjaren reeds geboekte afschrijvingen, verrekend en dus in resultaat genomen. Indien de investeringssubsidies en -schenkingen op een gegeven ogenblik worden herzien omwille van een niet vervullen van een aantal voorwaarden/doelstellingen, zullen ze als diverse financiële kost moeten worden geboekt. De schenkingen en legaten in natura worden gewaardeerd aan de schenkingswaarde (art. 153 van het BVR), zijnde de marktwaarde van de goederen die aan het bestuur worden geschonken of die in nalatenschap worden toegewezen, op het moment van de schenking of op de datum van het openvallen van de nalatenschap. Indien evenwel een actief wordt geschonken dat behoort tot het erfgoed en waarvoor geen aanschaffingswaarde of marktwaarde kan worden bepaald, dan mogen deze erfgoederen pro memorie in de balans worden opgenomen voor 1 euro (art. 165 van het BVR). 4.3.2 Waardecorrecties 4.3.2.1 In resultaatname De investeringssubsidies en -schenkingen worden in de erop volgende boekjaren via afboekingen in de staat van opbrengsten en kosten (subrubriek 7530) gespreid om ze in overeenstemming te brengen met de afschrijvingen op het gesubsidieerde actief. Deze overboeking gebeurt volgens hetzelfde ritme als de afschrijvingen op de vaste activa voor de verwerving waarvan ze werden verkregen of, in voorkomend geval, ten belopen van het saldo, bij realisatie of buitengebruikstelling van de betrokken vaste activa. Als het niet-afschrijfbare activa zoals gronden betreft, blijft het oorspronkelijke bedrag van de investeringssubsidie of de schenking behouden in de boekhouding (Art. 85 van het verslag bij het BVR). 4.4 Voornaamste verschillen met NGB Opdeling naargelang de verstrekker In de NGB worden de investeringssubsidies, giften en legaten opgedeeld volgens twee criteria, namelijk de verstrekker (ondernemingen, gezinnen en overheden) en de vorm (kapitaal, patrimoniale goederen en terugbetaling van aflossingen van leningen). Binnen BBC vervalt deze opdeling naar verstrekker toe. 4.5 Voornaamste verschillen met Belgische boekhoudwetgeving Uitgestelde belastingen Bij het inboeken van kapitaalsubsidies dient men conform de Belgische boekhoudwetgeving ook rekening te houden met het effect van de Uitgestelde belastingen. Binnen BBC is hier geen spraken van en ook geen nut voor. Schenkingen Het uitvoeringsbesluit omschrijft tegen welke waarde een schenking moet opgenomen worden in de boekhouding van het bestuur. De Belgische boekhoudwetgeving kent hiervoor geen aparte waarderingsgrondslag omdat ondernemingen zelden met een schenking begunstigd worden. De Belgische boekhoudwetgeving spreekt men onder klasse 15 enkel over Kapitaalsubsidies en niet over schenkingen, giften, legaten, Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 25

4.6 Samenvatting Investeringssubsidies en schenkingen Waardering Waardecorrectie Minderwaarden Nominale waarde (schenkingen in speciën) Schenkingswaarde / marktwaarde (schenkingen in natura Pro-memorie 1,00 (schenkingen in natura waarvan de marktwaarde niet kan geschat worden) In resultaatname (zelfde ritme als afschrijvingen op de vaste activa waarvoor ze werden verkregen) Indien investeringssubsidies en-schenkingen in speciën worden herzien. 4.7 Pragmatische beslissingsboom betreffende investeringssubsidies en -schenkingen Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 26

5 Schulden op lange termijn 5.1 Voorstelling BBC Balansrubriek (Passiva) Minimumindeling algemeen rekeningstelsel I.B. Schulden op lange termijn 16/7 Schulden op lange termijn 1. Financiële schulden 171 Obligatieleningen (1) 172 Leasing en soortgelijke verplichtingen (1) 173 Schulden aan kredietinstellingen (1) 174 Overige leningen (1) 2. Schulden uit ruiltransacties 175 Werkings- en handelsschulden 176 Ontvangen vooruitbetalingen op ruiltransacties 177 Overige schulden uit ruiltransacties 3. Schulden uit niet-ruiltransacties 1780 Borgtochten ontvangen in contanten 1781 Ontvangen vooruitbetalingen op investeringssubsidies 179 Overige schulden uit niet-ruiltransacties 4. Voorzieningen voor risico s en kosten a. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen b. overige risico s en kosten 160 Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen 161/7 Voorzieningen voor overige risico s en kosten (2) (1) Alle rekeningen van de groep 171/4 worden als volgt opgesplitst: 17...0 Leningen of leasings aangegaan door het bestuur en ten laste van het bestuur 17...1 Leningen of leasings aangegaan door het bestuur en terugbetaald door derden (2) Uit te splitsen per categorie van risico's en kosten opgesomd in artikel 80, 3 van het BVR. Voorzieningen voor belastingen worden slechts aangelegd indien er onzekerheid is ingevolge een betwisting. 5.2 Begrippen 5.2.1 Algemeen Deze rubriek van de passiva geeft de bij derden verkregen vermogensbronnen weer die aan de volgende voorwaarden cumulatief voldoen: een contractuele looptijd hebben van méér dan 1 jaar; niet binnen het boekjaar vervallen. Voor het gedeelte van de schulden op méér dan 1 jaar dat binnen het boekjaar vervalt, verwijzen we naar hoofdstuk 15 van deze handleiding. Conform artikel 75 2 van het BVR bestaan de schulden op lange termijn uit: de financiële schulden (subrubriek 171-174); de schulden uit ruiltransacties (subrubriek 175-177); de schulden uit niet-ruiltransacties (178-179); de voorzieningen voor risico s en kosten (subrubriek 160-161). Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 27

5.2.2 Balansrubrieken 5.2.2.1 Financiële schulden op lange termijn (art. 76 van het BVR) Onder de financiële schulden worden onder meer de schulden aan de kredietinstellingen, de overige leningen en de verplichtingen die voortvloeien uit obligatieleningen, leasing of soortgelijke overeenkomsten opgenomen, ook al zijn ze aangegaan ten aanzien van leveranciers of worden ze door een handelseffect vertegenwoordigd. Obligatieleningen (Subrubriek 171) Een obligatielening is een langlopende lening waarbij de uitgever er zich toe verbind om op een vooraf bepaald moment het kapitaal terug te betalen. Een obligatielening is opgedeeld in coupures die gezien kunnen worden als schuldbewijs, waarbij uitgever een schuld heeft ten opzichte van diegene die het geld verschaft. De uitgever is verplicht om hierop een vast interestbedrag (meestal jaarlijks) te betalen. Aan het eind van de looptijd wordt de waarde van de obligatie terugbetaald. Aan het uitschrijven van een obligatie zijn een aantal voorwaarden verbonden, afhankelijk van het type obligatielening. Aan deze juridische voorwaarden besteden we hier geen aandacht. Leasingschulden en soortgelijke schulden (Subrubriek 172) Deze schulden vloeien voort uit leasing of soortgelijke overeenkomsten zoals erfpacht en recht van opstal. Deze begrippen zullen ruim aan bod komen bij de bespreking van de materiële vaste activa. Wij verwijzen hiervoor naar hoofdstuk 11 van deze handleiding. Voorbeeld: Een bestuur gaat een leasing voor een wagen op 5 jaar aan. Wij verwijzen ook naar Boekhoudfiches 6300, 6301 en 6302 zoals ter beschikking gesteld als ondersteunend materiaal door het Agentschap voor Binnenlands Bestuur. Schulden aan kredietinstellingen (Subrubriek 173) Hier worden, met uitzondering van leasingschulden en soortgelijke schulden, alle vormen van schulden geboekt met een contractuele looptijd van meer dan één jaar met kredietinstellingen. Voorbeelden: Een lening van 100.000,00 op 20 jaar bij Fortis. Een lening van 100.000,00 op 20 jaar bij Fortis waarvan de aflossingen zullen worden terugbetaald door de Vlaamse Gemeenschap als subsidie (Leningen ten laste van derden). Wij verwijzen ook naar Boekhoudfiches 6100, 6101, 6102 en 6200 zoals ter beschikking gesteld als ondersteunend materiaal door het Agentschap voor Binnenlands Bestuur. Overige leningen (Subrubriek 174) Het BVR bepaalt nergens wat in deze rubriek thuishoort. Wij menen dan ook dat het beter is de overige leningen niet positief maar negatief te definiëren. Het betreft leningen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en niet onder de andere posten van financiële schulden op meer dan één jaar kunnen opgenomen worden. Voorbeeld: Een OCMW gaat een lening van 100.000,00 op 20 jaar aan bij een gemeente, ander bestuur, IVA, EVA,. Het OCMW zal deze lening onder subrubriek 174 onderbrengen. 5.2.2.2 Schulden uit ruiltransacties (art. 77 van het BVR) Onder de schulden uit ruiltransacties worden de schulden opgenomen die ontstaan ingevolge ruiltransacties waarvoor het bestuur een gelijkwaardige economische waarde in ruil krijgt. Bij een ruiltransactie moet de in ruil gekregen economische waarde, in tegenstelling tot de niet-ruiltransacties, voor de met de transactie verbonden partijen ongeveer gelijkwaardig zijn. Bij een ruiltransactie wordt er dus een bepaalde specifieke prestatie geleverd door een bepaalde derde partij, waartegenover een billijke vergoeding staat voor deze derde partij. Deze vergoeding hoeft niet noodzakelijk afkomstig te zijn van de partij ten aanzien van wie de prestatie werd verricht, ook een derde kan deze billijke vergoeding geheel of gedeeltelijk betalen. Er is dus een directe link tussen de prestatie en de vergoeding. Agentschap voor Binnenlands Bestuur Handleiding 28