Q&A Regiobijeenkomsten Schakelen van school naar werk

Vergelijkbare documenten
Schakelen van school naar werk. Inhoud presentatie. Perspectief voor de leerlingen (I) Presentatie voor scholen.

Q&A Regiobijeenkomsten Schakelen van school naar werk

College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z Datum: 26 oktober 2017 Participatievoorziening beschut werk

Q&A Regiobijeenkomsten Schakelen van school naar werk

Presentatie banenafspraak/ quotumregeling en de instrumenten

Een nieuwe taak voor gemeenten

Whitepaper Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten

Beschut werk. Kennisdocument i.v.m. wijziging re-integratie verordening. HSSM RK/EH/EH/MK maart 2017 team Participatie Sociaal Domein

Participatiewet en REA College/Eega Plus

Overzicht instrumenten re-integratie

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK 2 BESCHUT WERK

arbeid / dagbesteding Participatiewet

Participatiewet en Quotumheffing White Paper

Notitie beschut werk. Aanleiding. Indicatiestelling beschut werk UWV

Kennisdocument beschut werk - Veel gestelde vragen en antwoorden

Q&A Regiobijeenkomsten Schakelen van school naar werk

Kennisdocument beschut werk - Veel gestelde vragen en antwoorden

De Participatiewet en het dienstenportfolio UWV

Succesfactoren: Korte lijnen vertrouwen in het netwerk samenwerkende buurgemeenten samenwerkend VSO / PRO / MBO.

Bijlage 1 : Beschut werk

Werk, inkomen. sociale zekerheid. versie

Onderwerp: Aanpassing re-integratieverordening Participatiewet en Verordening loonkostensubsidie voor personen met een arbeidsbeperking

kijk wij presenteren u

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Handreiking aan werkgevers. Tegemoetkomingen van de overheid rond de banenafspraak

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

Wet en regelgeving WLZ, WMO en Participatiewet

Officiële uitgave van Kompas, Gemeentelijk collectief voor werk, inkomen & zorg.

Q&A Regiobijeenkomsten Schakelen van school naar werk

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van);

Werk, inkomen. sociale zekerheid

De Participatiewet en De Banenafspraak. Stijn van Bruggen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

Realiseren Afspraak(banen)

Doelgroep Voorziening Ondersteunende voorzieningen Loonwaarde 40-80% WML 2 en eventueel aangewezen op een Baanafspraakbaan

Beschut werk in de Participatiewet Kennisdocument

Van doelgroepenbeleid naar groepen met een doel. Limburgse arbeidsmarktdag 24 mei 2018 Monique Mol en Tom Heltzel

Aan de leden van de gemeenteraad,

Nadere regels vaststelling loonwaarde en beleidsregels loonkostensubsidie gemeente Heerhugowaard 2017

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Participatiewet. Hoe kunt u werk bieden aan werkzoekenden met een arbeidsbeperking?

INFORMATIEKAART BANENAFSPRAAK

Wegwijzer WSW. Informatie voor begeleiders van de Gemiva-SVG Groep over werk en inkomen van hun cliënten.

Participatiewet: bijblijven en opschakelen

RAADSVOORSTEL. 22juni mei2017 Aanpassing Reintegratieverordening. Economie en Werk

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Overheidsbemoeienis versus maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wat betekent deze wet voor u als werkgever?

Re-integratieverordening Participatiewet

Wajong en Participatiewet

Beschut werk in de Participatiewet Kennisdocument

Participatiewet. Kans of verplichting?

Bram wil werken! Wat betekenen de veranderingen in wet- en regelgeving voor hem? Februari 2015

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

De Participatieraad heeft kennis genomen van beide verordeningen en kan zich verenigen met de inhoud ervan.

MEEDOEN WERKT! PRESENTATIE participatiewet. in opdracht van Min. SZW

Aanleiding Achtergrond

Stage en WLZ, WMO en Participatiewet

Handreiking aan werkgevers. Tegemoetkomingen van de overheid rond de banenafspraak

Uitkeringswijzer. Aanvullende informatie Doelgroepenregister WSW

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Factsheet. Participatiewet. Informatie voor de werkgever, juli 2014

De Participatiewet in de praktijk. Heleen Heinsbroek NVRD themadag, 5 februari 2015

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

Re-integratieverordening Participatiewet 2015 per (Aanpassing artikel 8)

Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten Kennisdocument (versie voorjaar 2018) 1

Opdracht ministerie SZW Doel: - Informatie voor VSO en PrO scholen - Omslag in denken. Middel MEEDOEN WERKT!

Opening avond door: Hans van Alphen (stage coördinator) Presentatie door : Guus de Wolf (onderwijscoach)

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

INFORMATIEBRIEF WERKGEVER

Beschut werk in Aanleiding

Veranderingen rond werk en zorg. Informatie voor ouders van kinderen in het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs

Het laatste nieuws: in gesprek met de Programmaraad en SZW

Visie en uitgangspunten (1)

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER

Aan de Raad. 1. Aanleiding Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd in zijn kaderstellende rol

Veelgestelde vragen tijdens informatiebijeenkomsten voor werkgevers over de Participatiewet.

Advies; hoe verder in 2015 met Scholennetwerk en netwerkscholen? Implementatiedag, 5 maart 2015

Actualisering en aanvullingen onderzoek Waar is de doelgroep

De banenafspraak en de Quotumregeling. Jos Oosterom beleidsmedewerker bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Thema Te beantwoorden vragen (niet uitputtend) Wie verantwoordelijk Tijd gereed

Het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Presentatie WSP & Banenafspraak

Recente ontwikkelingen rond de loonkostensubsidie arbeidsbeperkte werknemers. Stimuleringsmaatregelen voor werkgevers

Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel;

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Verordening loonkostensubsidie gemeente Overbetuwe 2015

Notitie beschut werk Inleiding Achtergronden bij de wetgeving Inhoud van de wetgeving

Gemeente Raalte Beleidsregels re-integratie en loonkostensubsidie

Actualiteiten banenafspraak en instrumenten, de banenafspraak in de praktijk. Linda de Bruin, Ine Neefjes en Esther Willems

Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Gevraagde Beslissing: Inleiding Beoogd effect

Participatiewet Doelgroepregister, Banenafspraak

Whitepaper Wet tegemoetkomingen loondomein

Maak je sterk VOOR WERK. Achtergrondinformatie: UWV

Verordeningen Participatiewet

Transcriptie:

Q&A Regiobijeenkomsten Schakelen van school naar werk In het voorjaar van 2017 zijn er zeven regionale bijeenkomsten georganiseerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in samenwerking met de Sectorraad Praktijkonderwijs en het Landelijk Expertisecentrum Speciaal Onderwijs. Deze bijeenkomsten zijn specifiek voor het voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs. Deelnemers zijn bijgepraat over de laatste wijzigingen in de Participatiewet, beschut werk en de wetgeving voor de Banenafspraak. Over mogelijkheden en kansen voor samenwerking tussen school, gemeente en UWV. Over praktische instrumenten als de Implementatiescan en over voorbeelden uit de praktijk als de Zeeuwse Stichting Maatwerk. Ook een vragenvuur vanuit de zaal aan een panel van deskundigen is onderdeel van de bijeenkomst. Al deze vragen en antwoorden worden in dit document gedeeld. Vragen en antwoorden regiobijeenkomst Groningen, 11 mei 2017 125.000 Banen in 2026. Hoeveel PrO leerlingen en vso leerlingen zijn er landelijk? Op www.onderwijsincijfers.nl staan de meest actuele cijfers: - Praktijkonderwijs: 29.900 leerlingen - Voortgezet Speciaal Onderwijs: 34.917 leerlingen Bij het vso betreft het aantallen in alle uitstroomprofielen (vervolgonderwijs, arbeidsmarkt, dagbesteding). Jaarlijks stromen er circa 9.000 leerlingen uit het vso en 6.000 leerlingen uit het PrO. Circa de helft van deze leerlingen stroomt door naar vervolgonderwijs, de andere helft stroomt uit naar de arbeidsmarkt en dagbesteding. https://www.onderwijsincijfers.nl/kengetallen https://www.onderwijsincijfers.nl/themas/aansluiting-onderwijs-arbeidsmarkt/vso-en-prodoorstroom-en-uitstroom/uit-en-doorstroom-pro-en-vso Beschut Werk Waar kun je vinden hoeveel plekken er aan de gemeente zijn toegekend (Beschutte Werkplekken)? De aantallen zijn bij ministeriële regeling vastgesteld voor 2017 en 2018 (voorlopig). Ze zijn te vinden via onderstaande link: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2017-4882.html https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2017-4882.html Klopt het dat iemand in Beschut Werk meer kan verdienen dan het WML? In onze gemeente is namelijk aangegeven dat het WML het maximum is. Ja, het is mogelijk, dat iemand in Beschut Werk meer kan verdienen dan het Wettelijk Minimumloon (WML). Het al of niet kunnen verdienen van het WML is geen criterium voor het afgeven van het advies beschut werk. Of iemand in aanmerking komt voor Beschut Werk hoeft niets te zeggen over de mate van productiviteit van deze persoon. Beschut werk is bedoeld voor mensen, ongeacht het opleidingsniveau, die met (structurele) ondersteuning of aanpassing van de werkplek wel in staat zijn om onder beschutte omstandigheden loonvormende arbeid te verrichten. Vaak zal het mensen betreffen met een loonwaarde beneden het WML, maar dat hoeft dus niet. Het kan dus ook hoogwaardig, met een hoog salaris beloond werk zijn. Bij Beschut Werk is sprake van een dienstverband waarbij werkgever en werknemer gezamenlijk de arbeidsvoorwaarden afspreken. Beloning geschiedt volgens CAO waar de

desbetreffende werkgever onder valt, maar ten minste conform het WML. Het maken van afspraken over (aanvullende) arbeidsvoorwaarden is aan werkgevers- en werknemersorganisaties. Kennisdocument Beschut Werk, versie februari 2017. Te vinden op www.samenvoordeklant.nl Expertise van gemeentes/beleidsmedewerkers ligt met name op de regelgeving en niet op de doelgroepen. Hoe gaan gemeentes daar komende jaren invulling aan geven? De Participatiewet is een landelijke kaderwet waarbij de uitvoering decentraal - op gemeentelijk niveau - plaats vindt. Dat geeft gemeenten een grote mate van beleidsvrijheid. Veel gemeenten maken, als zij zelf de deskundigheid niet in huis hebben, graag en al veelvuldig gebruik van expertise van (keten)partners zoals UWV, Sociale Werkvoorziening, MEE en onderwijs. Juist scholen voor vso en PrO kunnen een belangrijke rol spelen bij de expertisevorming bij gemeenten door middels casusoverleg en goede dossiervorming hun doelgroepen duidelijk in beeld te brengen bij gemeenten/ beleidsmedewerkers. Maatwerk en samenwerking in deze zijn twee belangrijke pijlers voor het vergroten van deskundigheid en expertise. De gemeente als werkgever in het kader van de garantiebanen. Hebben die ook aan verplichtingen te voldoen? In het kader van de Banenafspraak heeft de overheid zich garant gesteld voor 25.000 banen tot 2026. Hier horen ook gemeenten bij. Dus ook de gemeente zelf heeft zich te houden aan de vrijwillige afspraak uit het Sociaal Akkoord. Als een gemeente optreedt als werkgever voor iemand met een Indicatie Banenafspraak, gelden in beginsel dezelfde instrumenten als voor iedere werkgever. Bijvoorbeeld loonkostensubsidie, no-riskpolis, premiekorting, jobcoach, CAO beloning, etc. Als alle overheidswerkgevers zich in een jaar niet de afgesproken aantallen hebben gerealiseerd, kan de quotumheffing voor de sector overheid worden geactiveerd. De quotumheffing geldt alleen voor werkgevers met 25 of meer werknemers. In de praktijk zal dat betekenen dat voor nagenoeg alle overheidswerkgevers de quotumheffing zal gelden als die wordt geactiveerd. Als de quotumheffing is geactiveerd geldt het volgende: Het kabinet bepaalt welk quotumpercentage voor een jaar geldt. Als werkgevers de aantallen medewerkers uit de doelgroep volgens dat quotumpercentage niet halen, moeten zij een heffing betalen van 5000 euro per niet vervulde arbeidsplaats (1 arbeidsplaats omvat 25,5 verloonde uren). / Zou deze heldere voorlichting ook niet nuttig kunnen zijn voor medewerkers gemeente? Er is al veel voorlichting gegeven, ook via bovenregionale bijeenkomsten voor gemeenten. VNG (gemeenten), Divosa (sociale diensten), Cedris (sociaal werkbedrijven) en UWV werken samen in de Programmaraad. De Programmaraad biedt een breed ondersteuningspakket aan gemeenten en partijen in de arbeidsmarktregio s bij hun opdracht rond de arbeidsparticipatie van burgers. De website www.samenvoordeklant.nl, Praktijkdagen, Implementatiedagen, Werkgeversdienstverlening, ondersteuning met praktische instrumenten zijn verschillende vormen van voorlichting en ondersteuning aan

bijvoorbeeld gemeenten. Op de genoemde website zijn ook drie kennisdocumenten gepubliceerd: Over de Banenafspraak, over Beschut Werk en over Ondersteuning mensen met arbeidsbeperking naar regulier werk vanuit de Participatiewet. www.samenvoordeklant.nl Is het mogelijk om een interne jobcoach bij een werkgever, voor 6 tot 8 jongeren, structureel in te zetten? Hoe kunnen we dit organiseren? Zijn er voorbeelden en zo ja, waar? Een gemeente kan jobcoaching (Persoonlijke Ondersteuning) inzetten bij de arbeidsondersteuning van mensen behorend tot de doelgroep. n hebben een grote mate van beleidsvrijheid bij het hanteren van het instrument jobcoaching. Daarbij kunnen gemeenten zowel inzetten op externe als interne jobcoaching of opgeleide eigen jobcoaches inzetten. n kunnen bij de uitvoering kiezen voor een eigen invulling, maar kunnen ook aansluiten bij de harmonisatieafspraken tussen UWV en de G4 of het protocol van UWV volgen. Het is dus in beginsel mogelijk om bij een werkgever interne jobcoaching te organiseren voor een beperkte groep jongeren, mits de gemeente daaraan uitvoering wil geven in het kader van de Participatiewet. Om dit te kunnen organiseren is het nodig om met werkgever, gemeente en eventueel school afspraken te maken of en hoe jobcoaching door de gemeente ingezet kan worden en onder welke voorwaarden. www.samenvoordeklant.nl, Handreiking Aan de slag met jobcoach: https://www.samenvoordeklant.nl/werkgeversdienstverlening/toolbox/jobcoaching; Wajong 2015 Voor sommige leerlingen is het nog lang onduidelijk of ze een Wajong uitkering zullen krijgen. De stage moet plaatsvinden tussen hun 16 e en hun 18 e. Ik zou graag op 17 jarige leeftijd al een voorlopig advies van het UWV willen. Dan is het nog mogelijk om met de gemeente contact op te nemen. Het kan, afhankelijk van de situatie van de leerling, erg verstandig zijn om nog tijdens het onderwijs na te gaan of de leerling in aanmerking kan komen voor de Wajong 2015. Formeel heeft UWV echter geen mogelijkheden om leerlingen voorlopig te indiceren. De Wajong 2015 kan op zijn vroegst vanaf 18 jaar ingaan, als iemand duurzaam geen arbeidsvermogen heeft. Een te vroege aanvraag (bijv. al op 16 jarige leeftijd) is niet aan te raden omdat een jongere zich nadien nog kan ontwikkelen. Bovendien zijn medische gegevens slechts zes maanden geldig. Aangezien de Wajong beoordeling zich richt op de situatie bij de 18 e verjaardag is een aanvraag van een Wajong uitkering pas zinvol op of na de 17,5 jarige leeftijd. Tegelijkertijd zijn er voorbeelden in het land van scholen die samenwerken met hun regionale UWV kantoor en/of arbeidsdeskundige om een voorlopige inschatting van het arbeidsvermogen te doen, zonder dat daaraan rechten ontleend kunnen worden. Op deze wijze kan er tijdig voorgesorteerd worden op mogelijke uitkomsten van een uiteindelijke Beoordeling Arbeidsvermogen/aanvraag Wajong 2015 en kunnen er tijdig de eventueel benodigde acties richting uitstroom ondernomen worden. Werkgevers en subsidies Werkgevers geloven nog onvoldoende in subsidies. Ze willen niet langer dan 2 jaar een contract aanbieden. Straks is er een andere wet en zitten wij aan iemand vast. Hoe

kunnen we dit oplossen? Bij steeds meer werkgevers staat met de inwerkingtreding van de Participatiewet en de banenafspraak uit het Sociaal Akkoord het toegankelijk maken van hun werkvloer voor mensen met een arbeidsbeperking op de agenda. Werkgeversorganisaties AWVN en VNO NCW maken er in toenemende mate een punt van om met de bij hun aangesloten leden toe te werken naar het in dienst nemen en houden van mensen met een arbeidsbeperking. Daarbij wordt ingezet op een bredere argumentatie dan de financiële voordelen alleen. Zo vinden veel bedrijven maatschappelijk verantwoord ondernemen van groot belang. In het kader van het versterken van de keten tussen onderwijs, werkgevers en gemeenten wordt een vervolgproject voorzien op de voorlichtingsbijeenkomsten, waarbij werkgeversorganisaties nauw betrokken zijn en waarbij zo concreet mogelijk op casusniveau werkgevers en leerlingen bij elkaar gebracht worden. Wat zijn de cijfers van de realisatie Banenafspraak? - Overheid komt schromelijk te kort - Bedrijfsleven loopt in de pas In juli 2017 zijn de gerealiseerde aantallen voor de banenafspraak tot en met 2016 bekend geworden. Uit de monitor blijkt het volgende (zie tabel): Één meting (doelstelling) Twee meting (doelstelling) Overheid totaal 5.453 (3.000) 3.597 (6.500) Markt totaal 15.604 (6.000) 18.957 (14.000) Totaal 21.057 (9.000) 22.554 (20.500) 1.497 Alle werkgevers tezamen hebben de doelstelling van 20.500 tot en met 2016 gerealiseerd. De werkgevers van de marktsector hebben de aantallen ruimschoots gehaald, en de overheidswerkgevers niet. Beschut Werk Beschut Werk heeft in onze regio de volgende kenmerken: Altijd productiewerk, binnen, niet buiten, er zijn al wachtlijsten. Ik mis het bedrijfsleven De aantallen te realiseren plekken zijn per 1 januari 2017 verplicht. De inhoudelijke invulling van Beschut Werk behoort tot de beleidsvrijheid van een gemeente, met dien verstande dat beschut werk moet worden geboden in de vorm van een dienstbetrekking. Een beschut werker ontvangt dus loon. Beschut werk is bedoeld voor mensen, ongeacht het opleidingsniveau, die met (structurele) begeleiding of toezicht of aanpassing van de werkplek dan wel organisatorische aanpassingen in staat zijn om loonvormende arbeid te verrichten. Dit kan dus ook hoogwaardig, met een hoog salaris beloond werk zijn. De aard van de werkzaamheden kan per persoon duidelijk verschillen. Mensen met een Advies Beschut Werk zijn aangewezen op één of meer technische of organisatorische aanpassingen die niet binnen redelijke grenzen door een werkgever kunnen worden gerealiseerd en/of op permanent toezicht of intensieve begeleiding die niet binnen redelijke grenzen door een werkgever kan worden aangeboden. (Artikel 3 Besluit

advisering beschut werk). Juist vanwege het feit dat bovenstaande zaken niet binnen redelijke grenzen van een werkgever verwacht kunnen worden, ligt het niet direct voor de hand dat gewone werkgevers vaak kiezen voor het aanbieden van Beschut Werk. Het is het echter wel mogelijk. De gemeente kan de werkgever dan ondersteunen bij het geschikt maken van de werkplek. Een NUG ger, daar gaat de gemeente uit zichzelf niets voor doen. Waarom zouden ze, kosten niets en zijn niet in beeld. Kosten later meer werd gezegd. Wie gaat ze in beeld brengen? NUG ger is de afkorting voor Niet Uitkeringsgerechtigde. Niet Uitkeringsgerechtigden hebben geen recht op een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet, maar kunnen door de gemeente wel ondersteund worden naar werk wanneer zij als werkzoekende staan ingeschreven bij UWV. De gemeente kan dus in het kader van de Participatiewet, de diverse instrumenten voor re-integratie, zoals loonkostensubsidie of jobcoach, inzetten voor niet uitkeringsgerechtigden die behoren tot de doelgroep van de Participatiewet. Het klopt dat er voor een gemeente op korte termijn niet direct financiële prikkels zijn om actief re-integratie uit te voeren voor NUG gers. Er zijn immers op korte termijn geen directe besparingen op uitkeringen te realiseren. Gelukkig zijn er veel gemeenten die zich wel inspannen voor NUG gers, juist ook als zij afkomstig zijn uit pro/vso onderwijs. Een brede opvatting van het uitvoeren van sociaal beleid, overwegingen op langere termijn en zorg voor de toekomst van deze jongeren beweegt veel gemeenten ook NUG gers op een passende wijze te ondersteunen bij hun arbeidsintegratie. Hierbij is het argument van belang dat hoe langer mensen buiten het arbeidsproces blijven, hoe moeilijker (en kostbaarder) een re-integratieproces is, nog afgezien van andere maatschappelijke gevolgen. Om potentiële NUG gers in beeld te krijgen en houden bij de gemeente kan het onderwijs vso en pro een belangrijke rol spelen door potentiële NUG gers bij uitstroom bij de gemeente in beeld te brengen of liever nog; tijdig voor uitstroom met de gemeente in contact te zijn over de mogelijkheden voor ondersteuning. Kan een 17 jarige ook aanspraak maken op loonkostensubsidie? Ja. Een 17 jarige heeft nog geen recht op een uitkering op grond van de Participatiewet, maar kan wel NUG ger zijn. NUG ger is de afkorting voor Niet Uitkeringsgerechtigde. Niet Uitkeringsgerechtigden hebben geen recht op een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet, maar kunnen door de gemeente wel ondersteund worden naar werk wanneer zij als werkzoekende staan ingeschreven bij UWV. De gemeente kan dus in het kader van de Participatiewet, de diverse instrumenten voor re-integratie, zoals loonkostensubsidie of jobcoach, inzetten voor niet-uitkeringsgerechtigden die behoren tot de doelgroep van de Participatiewet. Zie ook het antwoord dat hierboven gegeven is. Jobcoaching moet niet aan uren gebonden zijn.

n hebben in het kader van de Participatiewet de wettelijke taak passende ondersteuning te bieden aan mensen uit de Participatiewet, bijvoorbeeld via de inzet van jobcoach als dat nodig is. n hebben beleidsvrijheid om de arbeidsondersteuning binnen de wettelijke kaders zelf in te vullen (maatwerk). n moeten bij verordening regels stellen over de arbeidsondersteuning, waaronder jobcoach, en ervoor zorgen dat voorzieningen evenwichtig over de doelgroep van de Participatiewet worden verdeeld, rekening houdend met beperkingen. Personen uit de doelgroep loonkostensubsidie hebben op grond van de wet een concrete aanspraak op begeleiding op de werkplek. De inzet van jobcoaching (persoonlijke ondersteuning) is dus in belangrijke mate gemeentelijk beleid. n mogen hieraan, binnen de wettelijke kaders zelf invulling geven via de gemeentelijk re-integratieverordening. n kunnen bij de uitvoering bijvoorbeeld kiezen voor een eigen invulling, maar kunnen ook aansluiten bij de harmonisatie afspraken tussen UWV en de G4 of het protocol van UWV volgen. Als men de harmonisatie afspraken of het protocol van het UWV volgt, zal, afhankelijk of iemand lichte of meer ondersteuning nodig heeft, veelal op basis van beperkte urenaantallen gewerkt worden. Via maatwerk kan hier ruimer mee omgegaan worden, afhankelijk van gemaakte beleidskeuzes. Handreiking Aan de slag met jobcoach, te vinden op: www.samenvoordeklant.nl Jobcoaching mag alleen worden ingezet voor werk. Vaak blijkt uit de praktijk dat randvoorwaarden essentieel zijn, maar daar mag niet op worden gecoacht. Eigenlijk is voor elke leerling van vso/pro coaching nodig, niet alleen jobcoaching. Is het mogelijk buiten de kaders te denken? Jobcoaching valt onder het participatie instrument Persoonlijke Ondersteuning. n hebben hierin ruime beleidsvrijheid. Binnen deze ruimte kunnen gemeenten besluiten coaches in te zetten, die een bredere scope hebben dan werk alleen en de burger op meer terreinen zouden kunnen ondersteunen. Van belang is wat in een concrete situatie passend en nodig is. Het is dus zeker mogelijk buiten de kaders te denken en te acteren. Tegelijkertijd moet de ondersteuning erop gericht zijn om mensen zo zelfstandig mogelijk te gaan laten functioneren. De inzet van jobcoaching zou dan ook niet gericht moeten zijn op coaching for life, maar op coaching op werknemers- en levensvaardigheden, met een eindig karakter. Zie ook het antwoord op bovenstaande vraag. Handreiking Aan de slag met jobcoach, te vinden op: www.samenvoordeklant.nl Klopt het dat vaste loonkostensubsidie 50% zonder beoordeling effect heeft op de premiekorting voor doelgroep Banenafspraak van 2.000,-? Nee, dat klopt niet helemaal. Als iemand in het Doelgroepregister Banenafspraak zit (bijv. een uitstromende vso of pro leerling die via de ABA een Indicatie Banenafspraak heeft) en vervolgens in dienst treedt bij een werkgever met forfaitaire loonkostensubsidie kan er gebruik gemaakt worden van de premiekorting banenafspraak. Als iemand echter al werkt met de vaste, forfaitaire loonkostensubsidie (zonder dat sprake is van inschrijving in het Doelgroepregister Banenafspraak), dan kan geen aanspraak gemaakt worden op de premiekorting banenafspraak. De reden daarvoor is de volgende: De premiekorting banenafspraak is een stimuleringsmaatregel die alleen geldt als iemand uit de doelgroep banenafspraak vanuit een niet werkende situatie aan de slag gaat. Als iemand al werkt

maar nog niet tot de doelgroep van de banenafspraak behoort en tijdens zijn baan tot de doelgroep gaat horen, kan de werkgever geen aanspraak maken op de premiekorting, omdat er geen reden is om hem te stimuleren. Wel kan dan op alle andere voordelen die verbonden zijn aan het behoren tot de doelgroep voor de banenafspraak aanspraak worden gemaakt (zoals de uniforme no-riskpolis van UWV). Is de loonkostensubsidie die het bedrijf krijgt op basis van CAO loon of op basis van WML? (Bijvoorbeeld: Een jongere krijgt een hoger CAO loon dan WML. Is de LKS op basis van CAO of van WML?). Loonkostensubsidie wordt berekend op basis van het Wettelijk Minimum (Jeugd) Loon (WM(J)L). De werkgever betaalt de werknemer volledig loon, volgens de voor hem geldende CAO of als die niet van toepassing is, het wettelijk minimumloon. De loonkostensubsidie bedraagt het verschil tussen de loonwaarde van de werknemer en het minimumloon. De loonwaarde wordt zo objectief mogelijk op de werkplek bepaald aan de hand van een gevalideerde loonwaardemethode en er vindt periodiek een herbeoordeling van de loonwaarde plaats. De loonkostensubsidie is maximaal 70 procent van het wettelijk minimumloon. De werkgever ontvangt daarnaast een vergoeding voor de werkgeverslasten (op dit moment 23 procent van de loonsom waarover loonkostensubsidie wordt verstrekt). Het eventuele verschil tussen minimumloon en CAO loon is voor rekening van de werkgever. De berekening van de loonkostensubsidie gaat met ingang van 1 januari 2017, volgens de volgende stappen: 1. Bepalen loonwaarde 2. Loonwaarde = percentage van het wettelijk minimum (jeugd)loon (inclusief vakantietoeslag) 3. Wettelijk minimumloon (inclusief vakantietoeslag) minus loonwaarde = hoogte loonkostensubsidie (excl. vergoeding werkgeverslasten) 4. 23% van loonkostensubsidie = vergoeding werkgeverslasten 5. Stap 3 en 4 optellen is de loonkostensubsidie vermeerderd met de vergoeding werkgeverslasten Via de website www.samenvoordeklant.nl is een handige rekentool beschikbaar die inzicht geeft in de hoogte van de LKS: https://www.samenvoordeklant.nl/loonkostensubsidie Ministerie OCW Is PrO eindonderwijs? Zo ja, waarom dan drempelloze instroom in mbo? (Funest voor een aantal leerlingen!) Volgens de beschrijving in de wet bereidt praktijkonderwijs leerlingen voor op functies op de arbeidsmarkt onder het niveau van de entreeopleiding. In de praktijk stroomt echter de helft van de leerlingen door naar vervolgonderwijs, waarvan het overgrote deel naar het mbo. PrO leerlingen die doorstromen naar het mbo halen daar vaak een diploma (87%), meestal een mbo 1 diploma (34%) of mbo 2 diploma (48%). Het mbo is sinds het programma Focus op Vakmanschap niet meer drempelloos. Voor toegang tot een opleiding op niveau 2 of hoger, dient men minimaal te beschikken over een volledig diploma vmbo basis (of hoger voor hogere niveaus mbo). De Entreeopleiding kent wel een drempelloze instroom en is toegankelijk voor studenten, die geen toegang hebben tot mbo niveau 2 of hoger. Een diploma Entree met doorstroomrecht geeft recht op

toegang tot mbo niveau 2. Indien niet aan de voorwaarden voor doorstroomrecht wordt voldaan, geeft de Entreekwalificatie toegang tot de arbeidsmarkt. Het is belangrijk voor scholen en leerlingen praktijkonderwijs om - ook in overleg met het mbo - goed te bekijken en te bespreken wat de beste route is voor deze leerling (of bijvoorbeeld de entreeopleiding de beste route is voor de leerling). http://www.slo.nl/voortgezet/praktijkonderwijs/ https://www.onderwijsincijfers.nl/actueel/nieuws/2017/05/09/index Nazorg na MBO PrO leerling wil graag mbo 1 (Entree) halen maar de begeleiding, nazorg en de hulp bij het vinden van een baan vanuit mbo is minimaal. Hoe kunnen we met elkaar regelen dat deze leerling in beeld blijft? In de vraag ligt het antwoord besloten: met elkaar regelen. Rond de uitstroom van een dergelijke leerling is het goed om vroegtijdig met elkaar afspraken te maken over de benodigde mate van begeleiding en door wie deze gegeven wordt. Dat kan bijvoorbeeld praktijkschool zijn in het kader van nazorg, het kan een Studieloopbaanbegeleider zijn vanuit het mbo of vanuit de gemeente (Jongerenloket o.i.d.) kan er mogelijk al iemand betrokken zijn. Dit is regionaal maatwerk. Zie ook het laatste deel van het vorige antwoord. Waarom is afwijzing UWV nodig om WMO aan het werk te krijgen? Het UWV beoordeelt het arbeidsvermogen van mensen in het kader van de banenafspraak, de Wajong 2015 en de Participatiewet. De uitkomst van deze Beoordeling Arbeidsvermogen is geen voorwaarde om al dan niet een beroep te mogen doen op de WMO2015. Het staat burgers vrij om ondersteuning bij hun gemeente te vragen op grond van de WMO2015. In hoeverre ondersteuning nodig en mogelijk is, wordt nader bekeken in een keukentafelgesprek tussen gemeente en burger. De uitkomsten van dit gesprek worden gebruikt om eventuele ondersteuning voor de betrokken burger passend vorm te geven. Beschut Werk Waarom worden er aantallen plekken Beschut Werk bepaald? De doelstelling van de Participatiewet is om mensen met arbeidsvermogen naar werk toe te leiden. Met de inwerkingtreding van de Participatiewet is per 1 januari 2015 de toegang tot de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) afgesloten voor nieuwe instroom. Beschut werk is expliciet als instrument in de Participatiewet opgenomen vanuit het oogpunt dat er altijd een groep mensen is die wel loonwaarde heeft, maar deze loonwaarde uitsluitend in een beschutte omgeving kan realiseren. Het gaat hierbij om mensen die een dusdanige mate van begeleiding en/of aanpassing(en) van het werk nodig hebben, dat dit niet van een werkgever kan worden verwacht. De doelgroep beschut werk onder de Participatiewet is beperkter dan de WSW doelgroep. Dat komt omdat tot de WSW doelgroep ook mensen horen die (met begeleiding) wel bij een reguliere werkgever kunnen werken. Denk hierbij aan begeleid werken. Dit betreft ongeveer 2/3 van de huidige WSW ers. De inschatting is dat ongeveer 1/3 van de WSW ers uitsluitend beschut kan werken. Deze laatste groep is vergelijkbaar met de doelgroep beschut werk volgens de Participatiewet. Het gaat daarbij in de structurele situatie om ruim 30.000 beschut werkplekken tegen een gemiddeld dienstverband van 31 uur per week. Ter

vergelijking: de WSW kende ongeveer 90.000 plekken. Om de wettelijke verplichting van gemeenten beschut werk aan te bieden te borgen is een verdeling van het totale aantal plekken beschut werk gemaakt. De verdeling per gemeente is tot stand gekomen op grond van historische cijfers m.b.t. instroom werkregeling Wajong en instroom wachtlijst WSW per gemeente, verrekend naar het totale aantallen plekken Beschut Werk Kennisdocument Beschut Werk (versie februari 2017), te vinden op www.samenvoordeklant.nl Beschut werk Heerenveen heeft maar 4 plekken Beschut Werk. Kun je meer eisen? Met ingang van 2017 zijn gemeenten wettelijk verplicht om Beschut Werk aan te bieden. De verplichting geldt het aantal plaatsen dat bij ministeriële regeling is vastgesteld voor de betreffende gemeente. Zolang dit aantal plaatsen nog niet vervuld is, is de gemeente verplicht Beschut Werk aan te bieden voor iemand met een positief Advies Beschut Werk. n kunnen er zelf toe besluiten (in hun Verordening) om meer Beschut Werkplekken aan te bieden dan waartoe zij verplicht zijn. Dit hoeft een gemeente niet te doen, maar is aan de gemeente. De gemeenteraad beslist hier uiteindelijk over; langs de weg van de gemeenteraad kan de gemeentelijke besluitvorming worden beïnvloed. Als het aantal beschut werkplekken waartoe de gemeente verplicht is, is gerealiseerd en de gemeente heeft niet in zijn Verordening geregeld dat zij meer beschut werkplekken beschikbaar stelt, dan moet de gemeente aan mensen met een positief advies beschut werk een alternatieve voorziening aanbieden tot dat er weer (in het volgende jaar) Beschut Werkplekken beschikbaar zijn. Kennisdocument Beschut Werk, versie februari 2017, te vinden op: www.samenvoordeklant.nl Beschut Werk Kun je Beschut Werken bij dagbesteding? Bij beschut werk gaat het om een echte baan (met salaris), bij dagbesteding is dat niet aan de orde. Dat is een kenmerkend verschil. De jaarlijkse aantallen per gemeente zijn verplicht en worden bepaald in een ministeriële regeling (voor 2017 in de ministeriele regeling van 23 januari 2017, Stcrt. 4882). De gemeente heeft veel beleidsvrijheid bij het invullen van Beschut Werk, met dien verstande dat het moet gaan om een dienstbetrekking waarin dus loon wordt verdiend. Veel gemeenten organiseren Beschut Werk bij de voormalig Sociale Werkvoorziening, maar er zijn ook voorbeelden van Beschut Werk bij sociale ondernemingen of bij reguliere werkgevers. Belangrijk aspect bij Beschut Werk is dus, dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst en loonvorming. Als er centra voor dagbesteding zijn, die mensen in dienst willen nemen voor uitvoering van werkzaamheden en die voldoende begeleiding/aanpassing kunnen bieden en ook salaris betalen, dan zou een gemeente op een dergelijke plek Beschut Werk kunnen organiseren. We missen informatie vanuit de WLZ. Daar hebben onze leerlingen ook mee te maken. Blijft zo in hokjes. Bij uitstroom vanuit het pro of vso naar werk zijn er diverse scenario s mogelijk: loonvormend werk, niet loonvormend werk, dagbesteding. Daar kunnen allerlei instanties en regelingen bij betrokken zijn.

Bij deze voorlichtingen is ervoor gekozen de thematiek te beperken tot het domein van, i.c. de Participatiewet, banenafspraak, Wajong 2015 en Beschut Werk. Daarbij staat participeren in loonvormende arbeid centraal. De WLZ (vanuit VWS), waarin zorg centraal staat, is in dat verband minder logisch als onderwerp tijdens deze bijeenkomsten. Dat doet niets af aan het feit dat veel leerlingen uit met name het vso te maken kunnen hebben met de WLZ. Bij het individuele maatwerk - dat uitstroom nu eenmaal is - zal integraal gekeken kunnen worden naar de beste aanpak voor betrokkene. Kennen de werkgevers de doelgroep wel goed genoeg? Bij steeds meer werkgevers staat met de inwerkingtreding van de Participatiewet en de banenafspraak uit het Sociaal Akkoord het toegankelijk maken van hun werkvloer voor mensen met een arbeidsbeperking op de agenda. Werkgeversorganisaties als AWVN en VNO NCW zijn druk doende hun achterban te informeren over de mogelijkheden voor het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking. Daarmee brengen zij ook de doelgroep onder de aandacht van hun leden. Veel werkgevers werken al samen met scholen voor vso en pro voor het organiseren van stages en werkplekken en lerende doelgroep steeds beter kennen. In een voorgenomen vervolg op deze voorlichtingsbijeenkomsten gaan de onderwijskoepels LECSO en Sectorraad PrO in nauwe samenwerking met AWVN en gemeenten aan de slag om nog meer directe contacten te realiseren tussen onderwijs en werkgevers. Waar zijn de werkgevers? Werkgeversorganisaties als AWVN en VNO NCW zijn druk doende hun achterban te informeren over mogelijkheden bij het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking. Zo heeft de AWVN brochures uitgebracht als Werkgevers gaan inclusief en Mensen met een beperking aan de slag helpen. Hieraan staat zowel beschreven welke stappen een bedrijf zou kunnen ondernemen voor het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking, maar ook welke instrumenten inzetbaar zijn. Behalve de werkgeversorganisaties beschikken vrijwel alle arbeidsmarktregio s inmiddels over een Werkgeversservicepunt. Dit is de aangewezen plek voor werkgevers om meer en precieze informatie te krijgen over diverse instrumenten die in te zetten zijn bij de participatie van mensen met een arbeidsbeperking. Vanuit het ministerie en de Programmaraad zijn verder ook kennisdocumenten beschikbaar die gepubliceerd zijn op www.samenvoordeklant.nl. Hierin staan de instrumenten ook vermeld. Ook is recent een digitale calculator gelanceerd, zie hiervoor: www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2017/05/15/digitale-calculator-berekentpremiekortingen-voor-werkgevers https://www.awvn.nl/actueel/nieuws/brochure-voor-hr-met-beperking-aan-de-slag Zie voor kennisdocumenten Banenafspraak, Beschut Werk en Ondersteuning Participatiewet de website: www.samenvoordeklant.nl Moeten werkgevers niet veel meer het accent leggen op jobcarving dan op functies? Als werkgevers werk willen maken van sociaal verantwoord ondernemen op het gebied van het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking is jobcarving een zeer

interessante mogelijkheid. Immers veel mensen met een arbeidsbeperking zijn in staat tot het uitvoeren van allerlei taken en werkzaamheden, maar niet noodzakelijkerwijs een volledige bestaande functie. Jobcarving is dan een uitstekende oplossing om een nieuwe baan samen te stellen uit diverse taken en werkzaamheden, passend bij de mogelijkheden van de arbeidsbeperkte. Daarnaast heeft jobcarving voor werkgevers het voordeel dat zij hun eigen bedrijfsprocessen kunnen optimaliseren door werkzaamheden anders te organiseren. Kunnen gemeenten worden verplicht om een (financiële) rol te spelen vóór het bereiken van de 18 jarige leeftijd? De Participatiewet gaat ervan uit dat gemeenten binnen de wettelijke kaders ondersteuning biedt als dat nodig is. Als de financiële rol inkomensondersteuning betreft, is dat wettelijk niet mogelijk onder de 18 jaar. Mensen zijn pas uitkeringsgerechtigd vanaf 18 jaar, als zij aan de overige voorwaarden van de Participatiewet voldoen. Alleen in uitzonderlijke gevallen (zeer dringende redenen - ex Artikel 16 Participatiewet) kan door de gemeente hiervan worden afgeweken. Als de financiële rol betreft het bieden van arbeidsondersteuning met instrumenten in het kader van de Participatiewet, kunnen gemeenten hieraan wel uitvoering geven. n hebben bij de uitvoering van sociaal beleid in het kader van de Participatiewet een grote mate van beleidsvrijheid. Zij kunnen ervoor kiezen het instrumentarium in te zetten voor niet uitkeringsgerechtigden (bijv. jongeren <18 jaar). Het zou verstandig zijn om thuiszitten te voorkomen en te voorkomen, dat een jongere tussen wal en schip valt. Beschut Werk Bij een gemeente zijn alle Beschutte Werkplekken ingevuld. Is een alternatieve voorziening een wachtlijst of moet de gemeente zorgen voor een werkvorm (dagbesteding o.i.d.)? Met ingang van 2017 zijn gemeenten wettelijk verplicht om Beschut Werk aan te bieden. De verplichting geldt het aantal plaatsen, dat bij ministeriële regeling is vastgesteld voor de betreffende gemeente. Zolang dit aantal plaatsen nog niet vervuld is, is de gemeente verplicht Beschut Werk aan te bieden voor iemand met een positief Advies Beschut Werk. n kunnen er zelf toe besluiten (in haar Verordening) om meer beschut werkplekken aan te bieden dan waartoe zij verplicht zijn. Als het aantal beschut werkplekken waartoe de gemeente verplicht is, is gerealiseerd en de gemeente heeft niet in haar Verordening geregeld dat zij meer beschut werkplekken beschikbaar stelt, dan moet de gemeente een alternatieve voorziening aanbieden tot dat er in het jaar daarop weer beschut werkplekken beschikbaar zijn. n moeten dat ook in hun verordening regelen. Dat zou inderdaad een vorm van dagbesteding kunnen zijn. /Beschut Werk Moet Beschut Werk juist bij reguliere bedrijven niet veel meer gestimuleerd worden? Mensen met een Advies Beschut Werk zijn aangewezen op één of meer technische of organisatorische aanpassingen die niet binnen redelijke grenzen van een werkgever verwacht mogen worden en/of op permanent toezicht of intensieve begeleiding die niet binnen redelijke grenzen door een werkgever kan worden aangeboden. (Artikel 3 Besluit advisering beschut werk). Juist vanwege het feit dat bovenstaande zaken niet binnen

redelijke grenzen van een werkgever verwacht kunnen worden, ligt het niet direct voor de hand dat gewone werkgevers kiezen voor het aanbieden van Beschut Werk. Het is het echter wel mogelijk. n kunnen de werkgever ondersteunen bij het geschikt maken van de werkplek. Dit kan een gewone werkgever zijn, of een bedrijf met een bredere sociale doelstelling, zoals een social firm. //Beschut Werk Voldoen gemeenten voldoende aan Beschutte Werkplekken? Met ingang van 2017 zijn gemeenten wettelijk verplicht om Beschut Werk aan te bieden. De verplichting geldt het aantal plaatsen, dat bij ministeriële regeling is vastgesteld voor de betreffende gemeente. Uit cijfers van UWV blijkt dat het totaal aantal beoordelingen beschut werk dat door UWV is afgegeven (890) sterk is toegenomen ten opzichte van heel 2016 (540). Ook het totaal aantal positieve adviezen (601) ligt nu al ver boven het aantal van 2016 (388). De grote stijging in het aantal beoordelingen komt met name door het aantal beoordelingen op verzoek van de mensen zelf en kan daarmee worden gezien als het directe effect van de aangepaste wetgeving. 340 mensen hebben zelf om een advies bij UWV gevraagd en hebben een positief advies gekregen. Als we kijken naar het aantal adviesaanvragen door gemeenten dan zijn er nog steeds grote verschillen tussen de gemeenten. Er zijn nog steeds gemeenten die geen enkel advies beschut werk hebben aangevraagd. Dat terwijl er dus wel behoefte blijkt te bestaan aan beschut werk. Reden te meer voor scholen om in een vroeg stadium contact te leggen met de gemeente om zodoende te bereiken dat samen met de gemeente wordt bekeken wat de beste route is voor een leerling zodat op het juiste moment een adviesaanvraag beschut werk kan worden gedaan. En verder is er dus de mogelijkheid om zelf een advies beschut werk bij UWV aan te vragen. Wie verzorgt de intensieve begeleiding bij de Beschutte Werkplekken? De gemeente is verantwoordelijk voor de begeleiding als dat nodig is. Dat kan de gemeente bijvoorbeeld zelf doen of zij kan het uitbesteden aan een externe partij. Misschien kan de werkgever begeleiding bieden, als in een individueel geval beschut werk bij een reguliere werkgever wordt georganiseerd. Het is aan de gemeente hoe zij dit organiseert. Kennisdocument Beschut Werk versie februari 2017 Te vinden op www.samenvoordeklant.nl UWV Als wij op school bij een leerling 5 à 6 jaar geen/weinig ontwikkeling zien, hoe kan het UWV dan bepalen dat er nog ontwikkelingsmogelijkheden zijn? (Sociaal emotionele ontwikkelingsleeftijd ± 6 tot 9 jaar.) Het UWV voert de beoordeling arbeidsvermogen uit op basis van de methodiek SMBA (Sociaal Medische Beoordeling Arbeidsvermogen). Deze methodiek biedt de verzekeringsarts en/of de arbeidsdeskundige een onderbouwd kader om goed te kijken naar de mogelijkheden van mensen in soort werk, werkplek en begeleiding. Het UWV is voor de beoordeling zeer geholpen met informatie van scholen over de gebleken prestaties en mogelijkheden van leerlingen. Scholen kennen hun leerlingen immers goed. Dat laat onverlet dat er verschillen kunnen bestaan tussen het oordeel van scholen en het oordeel van het UWV (arbeidsdeskundige en/of verzekeringsarts). Mogelijk biedt contact

met UWV dan meer helderheid. UWV Hoe stelt UWV een Beschut Werk indicatie? UWV adviseert op basis van landelijke criteria - die zijn vastgelegd in het Besluit Advisering Beschut Werk - of een persoon tot de doelgroep beschut werk behoort. UWV verricht onderzoek naar de vraag of de persoon met arbeidsvermogen bij het verrichten van werkzaamheden is aangewezen op: - Een of meer technische of organisatorische aanpassingen die niet binnen redelijke grenzen door een werkgever kunnen worden gerealiseerd; - Permanent toezicht of intensieve begeleiding die niet binnen redelijke grenzen door een werkgever kan worden aangeboden (Artikel 3 Besluit advisering beschut werk). Als aan tenminste één van bovenstaande criteria is voldaan, geeft UWV een positief advies beschut werk aan het college en informeert de betrokkene gelijktijdig als betrokkene zelf om een advies beschut werk bij UWV heeft gevraagd. UWV beoordeelt bovengenoemde vragen op basis van de methode SMBA (Sociaal Medisch Beoordelen van Arbeidsvermogen). Met toepassing van deze methode is UWV in staat om de vereiste aanpassingen in de werkplek respectievelijk de begeleidingsbehoefte van de betreffende persoon inzichtelijk te maken. Het kan gaan om een breed scala aan aanpassingen. Bijvoorbeeld fysieke aanpassingen aan de werkplek of de werkomgeving, een uitsplitsing van taken of aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur. Bij de begeleidingsnoodzaak kijkt UWV of een persoon is aangewezen op permanent toezicht of intensieve begeleiding. Permanent toezicht betreft een begeleider die altijd aanwezig is op de werkvloer en kennis heeft van de specifieke problematiek van de betreffende persoon. Onder intensieve begeleiding wordt begeleiding verstaan waarbij de betreffende persoon elk dagdeel begeleiding nodig heeft die een substantiële onderbreking van het werkproces tot gevolg heeft. De afweging of de benodigde aanpassingen en/of benodigde begeleiding binnen redelijke grenzen door een werkgever kunnen worden aangeboden, is afhankelijk van de situatie waarin de persoon zich bevindt. Dat heeft te maken met de beperkingen die de persoon heeft, het werk dat hij kan gaan doen en de omgeving waarin zulk werk verricht wordt Kennisdocument Beschut Werk versie februari 2017 Te vinden op www.samenvoordeklant.nl UWV Hoe ziet u een warme overdracht van school naar UWV? Scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs hebben een belangrijke rol bij de Aanvraag Beoordeling Arbeidsvermogen (ABA). De scholen kennen de leerlingen goed en hebben als regel een visie op hun participatiemogelijkheden. Leerlingen en hun ouders/verzorgers wordt daarom aangeraden om het aanvraagformulier samen met de school in te vullen. Dit is niet verplicht, maar wel erg behulpzaam voor een goede beoordeling. De school kan op het formulier aangeven welke visie de school heeft op de leerling. Door leerlingen te volgen in het lesprogramma, praktijkopdrachten en stages kan de school antwoorden geven op vragen als: - Kan de leerling zelfstandig werkzaamheden uitvoeren? Zo ja, in welke mate? - Welk soort werk is passend? Waar ligt de interesse van de leerling en wat zijn sterke en minder sterke kanten?

- Heeft de leerling speciale aanpassingen of voorzieningen nodig om te kunnen werken? Zo ja, welke? - Hoe is het werktempo van de leerling? Kan hij of zij meedoen op een werkplek? Op het aanvraagformulier kan specifiek worden aangegeven om welk type aanvraag het gaat. Het is nodig om dit duidelijk aan te geven. Daarbij zijn er drie mogelijkheden: - Doelgroep banenafspraak: leerlingen vso/pro kunnen zich hiervoor schriftelijk aanmelden bij UWV, er vindt dan geen inhoudelijke beoordeling plaats; - Advies beschut werk, als de leerling hierop mogelijk is aangewezen; - Wajong 2015, als de leerling hierop mogelijk is aangewezen. Bij de aanvraag kunnen de volgende documenten toegevoegd worden, om de visie op de leerling te onderbouwen: - Verslagen over het functioneren op school of tijdens een stage. Hieruit moet blijken wat goed gaat, en wat minder goed. Denk hierbij aan taken en werkzaamheden, maar ook aan de omgang met leidinggevenden, collega s of medeleerlingen. - Het ontwikkelingsperspectief met daarin het uitstroomprofiel en de ondersteuning die nodig is om dat te bereiken, - Een transitieverslag, - Een onderwijskundig eindrapport, - Een indicatie voor dagbesteding van het CIZ. /UWV Aanvraag dagbesteding/beschut Werk gaat over veel schijven. Moeilijk om estafettestokje zorgvuldig door te geven. Hoe voorkom je dat? Bij het toewerken naar een passende uitstroom van leerling pro of vso is het vooral zaak de processen goed en bijtijds te organiseren. Er zijn weliswaar veel stappen te nemen, maar voor het overdragen van het estafettestokje is maar een beperkt aantal partners nodig. In veel gevallen is de gemeente de volgende ketenpartner. Zij zijn immers verantwoordelijk voor re-integratie en ondersteuning in het kader van de Participatiewet, voor de uitvoering van Beschut Werk en voor de uitvoering van dagbesteding WMO 2015 en Jeugdwet. Het organiseren van casusoverleg per leerling met de gemeente verdient dan ook aanbeveling. Bij dit casusoverleg kan men ervoor zorgen de informatie van andere schijven (bijvoorbeeld indicatie CIZ, Indicatie Banenafspraak) meegenomen wordt. Eventueel kunnen andere partijen participeren om in samenhang maatwerk te organiseren bij het overdragen van het estafettestokje. Hierover zouden bij het casusoverleg ook afspraken gemaakt kunnen worden, zodat er één regisseur/casemanager beschikbaar is voor overdracht. SZW/Beschut Werk Indicatie Beschut Werk. Waarom geen einddatum? De behoefte aan een beschutte werkomgeving hoeft niet perse een permanente of structurele behoefte te zijn. Het is mogelijk dat mensen permanent zijn aangewezen op organisatorische aanpassingen of intensieve begeleiding om loonvormend te kunnen functioneren, maar het is ook mogelijk, dat mensen zich zodanig doorontwikkelen, dat de beschutte werkomgeving slechts van tijdelijke aard hoeft te zijn. Het kan zijn dat de mogelijkheden van een persoon gedurende het arbeidscontract

veranderen. Het kan zijn dat de verwachting is dat iemand uiteindelijk regulier kan werken of dat de arbeidscapaciteit van de betreffende persoon juist verslechtert. In beide gevallen kan - eventueel door tussenkomst van het college - een nieuw advies beschut werk bij UWV worden aangevraagd. Kennisdocument Beschut Werk versie februari 2017 Te vinden op www.samenvoordeklant.nl Divers Is er ook een baan voor de slimme VSO er? (Voorbeeld: HAVO diploma, maar niet in staat op tijd te komen.) Ja. Even zoveel als er zijn voor leerlingen uit het regulier onderwijs met een HAVO diploma, die ook nog niet altijd beschikken over basale werknemersvaardigheden. VSO leerlingen in het profiel vervolgonderwijs worden voorbereid om uit te stromen naar een vervolgopleiding aan bijvoorbeeld het mbo of hbo. Daar ontwikkelen zij hun kennis en vaardigheden verder richting de arbeidsmarkt. Daar waar jongeren met een HAVO diploma niet doorstromen naar een vervolgopleiding, kan een uitstroom naar werk aan de orde zijn (zij hebben immers hun startkwalificatie behaald). De school kan, voorsorterend op deze alternatieve uitstroom, in de laatste fase van het onderwijs arbeidstoeleidende activiteiten aanbieden om te werken aan basale werknemersvaardigheden en zo de match met de arbeidsmarkt mogelijk te maken. Als dat niet direct aansluitend aan het onderwijs lukt, kan deze jongere ondersteuning krijgen via bijvoorbeeld een Werkplein of andere gemeentelijke voorzieningen. Wat gaan gemeenten concreet doen om expertise m.b.t. doelgroep op enig peil/niveau te brengen? Het is primair aan gemeenten zelf om hierin te voorzien. n zijn in de eerste jaren na de invoering van de Participatiewet met name bezig geweest met het organiseren van nieuwe processen om de nieuwe doelgroepen te kunnen bedienen. Inmiddels zien we in toenemende mate, dat gemeenten ook een kwaliteitsslag aan het maken zijn bij de begeleiding van de nieuwe doelgroepen. Kennis vanuit instanties als UWV en MEE begint steeds meer in te dalen binnen gemeenten en ook de contacten met scholen vso en pro helpen blijkens een Inspectierapport bij het ontwikkelen van de kennis en expertise binnen gemeenten. n worden ook ondersteund door een uitgebreid scala aan activiteiten vanuit de Programmaraad (zoals praktijkdagen, kennisdocumenten, handreikingen). Tevens kunnen ook de scholen voor vso en pro een proactieve houding aannemen richting gemeenten om hun doelgroepen op de juiste manier onder de aandacht te brengen bij relevante afdelingen en/of functionarissen bij de gemeente om zodoende gezamenlijk de verantwoordelijkheid te nemen voor het goed ondersteunen van de doelgroep. / Wordt er voldoende gekeken naar de leerling in zijn geheel? Niet alleen de werkplek maar ook privé? Bij de bepaling van het arbeidsvermogen bedient het UWV zich van de methodiek SMBA. Deze methodiek stelt hen in staat te kijken naar de persoon, het werk en de werkplek. Werk staat bij deze beoordeling dus wel centraal. Bij de activiteiten voor re-integratie door

de gemeente in het kader van de Participatiewet (in samenhang eventueel met WMO 2015) heeft een gemeente volop mogelijkheden om te kijken wat iemand aan ondersteuning nodig heeft (maatwerk) en breder te kijken dan werk alleen. De beleidsvrijheid bij bijvoorbeeld de inrichting van jobcoaching (op een breder terrein) en de mogelijkheid tot een vervoersregeling zijn hier voorbeelden van. Bij een casusoverleg of uitstroomoverleg kan de school een belangrijke rol spelen, juist bij de overdracht van integrale informatie rond woon-, leef- en persoonlijke situatie van een leerling, zodat ondersteuning op het juiste terrein, op het juiste niveau vanuit de juiste hoek ingezet kan worden Waar staat in dit verhaal het REA College? En moeten gemeenten hieraan meewerken? Voor jongeren met een handicap is het vaak moeilijk om een vak te leren in het gewone beroepsonderwijs. Het REA College biedt speciaal beroepsonderwijs, waarin jongeren toewerken naar een erkend diploma of deelcertificaten. Dit kan een oplossing zijn voor jongeren met ernstige scholingsbelemmeringen die samenhangen met hun beperking, mits wordt voldaan aan de regeling voor jongeren met ernstige scholingsbelemmeringen (ESB regeling). Het REA College Nederland verzorgt dit onderwijs op MBO niveau op maat door de reguliere programma s van de ROC s, AOC s en leerwerkbedrijven te combineren met speciale begeleiding gericht op de overstap naar werk. Vanaf april 2015 is het ook voor jongeren met de arbeidsbeperking die onder de Participatiewet vallen mogelijk om in te stromen in het beroepsonderwijs dat de REA College biedt. Daarvoor is de Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen aangepast. REA College biedt aangepast beroepsonderwijs aan jongeren die niet terecht kunnen in het reguliere onderwijs, maar wel graag een vak willen én kunnen leren. De beroepsopleidingen liggen op de niveaus van het middelbaar beroepsonderwijs. Cursisten zijn vaak afkomstig uit het VSO, het VMBO of het MBO. De algemene voorwaarden voor toelating op het REA College zijn: - Leeftijd: ouder dan 18 jaar - Geen WAO of WIA uitkering - Opleiding: nog geen diploma MBO niveau 2 of hoger Een jongere kan alleen maar een opleiding aan een REA College/Eega Plus volgen als door UWV is vastgesteld dat: - De jongere een vakopleiding van REA College nodig heeft om aan het werk te komen - Deze opleiding niet in het reguliere onderwijs gevolgd kan worden - De jongere in kwestie in staat is om de opleiding met goed gevolg af te ronden - Er geen zwaarwegende (medische) beperkingen zijn die het onmogelijk maken de opleiding succesvol af te ronden UWV moet in alle gevallen een indicatie ernstige scholingsbelemmeringen afgeven om in aanmerking te komen voor deze onderwijsroute. Jongeren kunnen alleen onderwijs aan een REA college volgen als UWV een indicatie ernstige scholingsbelemmeringen heeft afgegeven. Deze indicatie ontsluit de subsidieregeling waarmee de kosten van het onderwijs betaald kunnen worden. Bij het vaststellen of de jongere aangewezen is op deze vorm van onderwijs spelen de REA Colleges een belangrijke rol. De instellingen beschikken over veel expertise en deskundigheid en kunnen een goede inschatting maken of UWV ook daadwerkelijk een indicatie af zal geven. De scholen hebben daarom ook een belangrijke

schakelfunctie in het totale werkproces. De gemeente fungeert als opdrachtgever. Als verantwoordelijke voor de uitvoering van de Participatiewet moet de gemeente op een aantal onderdelen uitdrukkelijk toestemming geven: bij de intake, het advies van de scholingsinstelling, de inzet van de Talentenexpeditie en de aanvraag van de indicatie bij UWV. De gemeente is niet verplicht mee te werken aan een traject richting REA College. Als zij wel medewerking verlenen, dient de gemeente in diverse fasen van het traject toestemming te verlenen, akkoord te gaan of verzoeken richting REA en/of UWV in te dienen. https://www.samenvoordeklant.nl/nieuws/handreiking-subsidieregeling-ernstigescholingsbelemmeringen en zie ook de recente brief en evaluatie van de ESB regeling: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2017/06/09/kamerbriefevaluatie-en-voorhang-verlenging-esb-regeling-tbv-jongeren-met-ernstigescholingsbelemmeringen Project Boris Baan Boris: Zinvolle aanvulling? Vanuit Boris zijn diverse ondersteuningsmogelijkheden voor scholen. Naast het ontsluiten van regionale arbeidsmarktinformatie zijn dat vooral de Werkverkenner en het Praktijkloket. Met de Werkverkenner kunnen arbeidsmogelijkheden van een leerling gekoppeld worden aan werkprocessen van mbo-kwalificaties. Dat maakt het matchen van leerlingen met leerbedrijven makkelijker, juist omdat er bekeken kan worden of werkprocessen waar een leerling mogelijkheden heeft gelijk zijn aan de werkprocessen die in een leerbedrijf geoefend kunnen worden. Het Praktijkloket geeft scholen de mogelijkheid een praktijkverklaring aan te vragen voor hun leerlingen. Daarop staan de werkprocessen die een leerling uitvoert tijdens een stage- of werktraject. Ook kunnen scholen beoordelingsformulieren per werkproces aanvragen. Door het ondertekenen van de praktijkverklaring geeft de praktijkopleider van een leerbedrijf aan dat de leerling de werkprocessen en de onderliggende prestatie-indicatoren voldoende beheerst. De leerling kan met zijn verklaring aan anderen laten zien wat zijn mogelijkheden zijn. De verklaringen worden door de brancheorganisaties erkend als een bewijs van vakbekwaamheid. Zowel voor het proces van het matchen van leerlingen met stage- en/of werkplekken als voor het certificeren van leerlingen via de praktijkverklaring kan Boris gezien worden als zeer bruikbaar. www.borisbaan.nl Divers Leerling uit een Justitiële Jeugd Inrichting stroomt uit in een andere gemeente, dan waar hij nu is ingeschreven. Waar aanmelden? In het kader van de Participatiewet is de gemeente waar betrokkene woont verantwoordelijk voor ondersteuning op grond van de Participatiewet. Het is van belang dat de gemeente waar de jongere bekend is voordat hij uitstroomt uit de justitiële inrichting contact met hem opneemt om zodoende zijn terugkeer in de maatschappij te organiseren. Het is goed als daarbij een eventuele overdracht aan een andere gemeente ook betrokken wordt.