Domein 5 Medische gegevens

Vergelijkbare documenten
Domein 5 Medische gegevens

Domein 5 Medische gegevens

Domein 5 Medische gegevens

Bijkomende informatie over de diagnosen en de grouper

Domein 5 Medische gegevens

Domein 6 Facturatiegegevens

Domein 3 Administratieve gegevens

Domein, bestand, locatie Versie maart 2017 Domein 2: Personeelsgegevens P1 EMPLOPER, 1.2 Inhoud, nieuwe regels vanaf MZG 2017.

Domein 6 Facturatiegegevens

BIJKOMENDE INFORMATIE VOOR DE REGISTRATIE VAN INHOUD DAGHOSPITALISATIES

Bijkomende informatie voor de registratie van nietbeëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens doorgestuurd moeten worden

Bijkomende informatie voor de registratie van. Daghospitalisaties

Domein 3 Administratieve gegevens

Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisaties

Voorbeeld: 001-Z-3.0-S-HOSPITAL TXT Verandering ICD-9-CM codes naar ICD-9-CM codes t.e.m. MZG 2014/2 ICD-10-BE codes vanaf MZG 2015/1

Omzendbrief aan - de algemeen directeur - de MZG-verantwoordelijke - de hoofdgeneesheer - het hoofd van het verpleegkundig departement

Domein 4 Verpleegkundige gegevens

Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisatie die omgezet wordt in klassieke hospitalisatie

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis

Domein 4 Verpleegkundige gegevens

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis

Domein, bestand, locatie Versie juli 2016 Versie maart 2017 Inleiding Finalisatie. Het postadres werd veranderd in het adres

Handleiding bij de tabellen van de globalisatie

Domein 3 Administratieve gegevens

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis

INLEIDING INLEIDING. Versie juli 2007 p. I 1

Inleiding: Registratieverplichting. Inleiding p1

Bijkomende informatie bij het bestand 'geboortegegevens pasgeborene' (PATBIRTH)

Evolutie van ziekenhuisverblijven overheen de jaren

Evolutie van ziekenhuisverblijven overheen de jaren

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen, Leefmilieu. Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen

MPG DEEL 4 STEEKPROEFGEGEVENS

Maxi feedback Alle ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Maxi feedback Subacute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Daarnaast moeten vanaf 1 juli 2007 de forfaits chronische pijn als daghospitalisatie geregistreerd worden (artikel 4, 8).

Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden

MZG Globalisatietabellen Verpleegkundige gegevens April 2011

MZG Nationale feedback Verpleegkundige gegevens April Nationale feedback verpleegkundige gegevens : Extern toelichtend document

MZG Globalisatie tabellen Personeelsgegevens Oktober 2011

Domein 2 Personeelsgegevens

MPG DEEL 2 STRUCTUURGEGEVENS EN GEREALISEERDE VERPLEEGDAGEN PER KENLETTER VAN BEHANDELDIENST

Domein 2 Personeelsgegevens

Domein 2 Personeelsgegevens

MZG Globalisatietabellen Verpleegkundige gegevens Oktober 2011

Geachte Mevrouw, Heer,

Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden

Bijkomende informatie voor de registratie van de doodsoorzaak

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Portahealth: hoe de resultaten van de controles voor MZG, MPG of FINHOSTA opvolgen?

Domein 2 Personeelsgegevens

Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Wijzigingen in UREG-richtlijnen versie oktober 2016 ten opzichte van versie mei 2016

Interface MXG - - CPO-WISH

Voorbeeld: 999-P ZIP PORTAHEALTH

Handleiding benchmarkrapport MPG

1. Algemene informatie

23 april 2015 Dr. Hilde Pincé (UZ Leuven- KU Leuven) Dr. Ingrid Mertens (FOD Volksgezondheid)

08u45-09u00 Rol van de onco-verpleegkundige. Maggy Van Eetvelt en Guy Van den Bergh, zorgexperten onco

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

APR-DRG (versie 15.0)

R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

MPG DEEL 3 CONTINUE GEGEVENS

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen

Bijlage A VG-MZG PERSONEELSREGISTRATIE SYNTHESE

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 1 1

THEMA IV.2. Maligne neoplasma van trachea, bronchus en long

Hoofdstuk 5: Het patientendossier als referentiedocument Inleiding Inhoud van het patientendossier... 52

N de question Vraagnummer

1. Periodische personeelsregistratie

Coordinatie--Minimale-klinische-gegevens

Boekhouding en Beheer der Ziekenhuizen. Handboek aangepast : januari Toepassing FINHOSTA : Versie 2.7 TRIMESTRIEEL REVISOR

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie april 2017 (nr. 2)

Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden

Spoed. Informatiebrochure

Validatie Ziekenhuis gegevens

15 september Antwoord van de minister, 30 november 2015 : Het Geachte Lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag.

Microdataservices. Documentatierapport Diagnosen behorend bij ziekenhuisopnamen Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZDIAGNOSENTAB)

BIJWERKING 1999/12. Bron : R.I.Z.I.V. - Dienst voor Geneeskundige Verzorging

Aanvullende tabellen op de algemene federale feedback MVG 2006

Handleiding bij het benchmarking rapport MPG

Toelichting bij de rapporten van de klinische performantie-indicatoren Algemene en universitaire ziekenhuizen

Codeeradviezen. Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie mei 2016 (deel 3)

Directoraat-generaal Gezondheidszorg. Handboek aangepast : September 2014

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

De toepassing Opvolgingssysteem MZG, MPG, FinHostaPortal

R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Verpleegkundige zorgprofielen

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL

Nedap healthcare Het openen en sluiten van een DBC-(sub)traject

Handboek ICD-10-BE Codering Officiële versie Hoofdstuk 4 37

Betreft : Instructies met betrekking tot de facturatie via magnetische drager of via elektronische weg Uitgave ste bijwerking

HOOFDSTUK 13 SYMPTOMEN, TEKENEN EN ZIEKTETOESTANDEN

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven

THEMA IV.4. Ischemisch Hartlijden

De toepassing Opvolgingssysteem MZG, MPG, FinHostaPortal

Antwoorden op vragen van ziekenhuizen i.v.m. ICD-10-BE codering. Publicatie april 2017 (nr. 1)

Boekhouding en Beheer der Ziekenhuizen. Handboek aangepast: oktober Toepassing FINHOSTA: Versie 2.8 TRIMESTRIEEL REVISOR

MZG 2014 in beeld Pathologieënatlas. Geografische variatie van de pathologie in de Belgische ziekenhuizen

Transcriptie:

Medische gegevens Domein 5 Medische gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE MEDISCHE GEGEVENS... 5 1. DIAGNOSE (M1): GEGEVENS OVER DE DIAGNOSES... 8 1.1. NAAM... 8 1.2. INHOUD... 8 1.3. INDELING... 8 1.4. BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN... 9 M1 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis... 9 M1 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar... 9 M1 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode... 9 M1 / Veld 4 STAYNUM: verblijfsnummer... 9 M1 / Veld 5 ORDER_SPEC: volgnummer specialisme... 10 M1 / Veld 6 TYPE_DIAGNOSE: code hoofddiagnose/nevendiagnose... 10 M1 / Veld 7 CODE_SYS_DIAGNOSE: soort codeersysteem... 10 M1 / Veld 8 CODE_DIAGNOSE: code diagnose... 10 OPMERKINGEN... 11 1) HOOFDDIAGNOSE... 12 2) DAGHOSPITALISATIE... 14 1. A2_HOSPTYPE_FAC = C: CHIRURGISCHE DAGHOSPITALISATIE 14 2. A2_HOSPTYPE_FAC = D: NIET-CHIRURGISCHE DAGHOSPITALISATIE 14 3. A2_HOSPTYPE_FAC = U: AMBULANTE SPOED 15 4. DAGHOSPITALISATIES BUITEN VERPLEEGEENHEDEN SPECIFIEK VOOR DAGHOSPITALISATIE 15 3) NEVENDIAGNOSE... 18 4) LANGDURIGE VERBLIJVEN... 18 5) VOORLOPIGE REGISTRATIE VAN DE NIET-BEËINDIGDE VERBLIJVEN WAARVOOR REEDS VERPLEEGKUNDIGE GEGEVENS DIENEN DOORGESTUURD TE WORDEN... 18 6) REGISTRATIE VAN DE A/H1N1-GRIEP: tot 1 september 2010... 19 7) VERBLIJVEN IN DAGHOSPITALISATIE DIE OMGEZET WORDEN IN KLASSIEKE HOSPITALISATIE... 21 M1 / Veld 9 M1_PRESENT_ADM: aanwezig bij opname... 22 M1 / Veld 10 M1_CODE_CERT: graad zekerheid... 23 1.5. VOORBEELDEN VAN EEN REGISTRATIE... 23 2. PROCEDUR (M2): GEGEVENS OVER DE INGREPEN... 24 2.1. NAAM... 24 2.2. INHOUD... 24 2.3. INDELING... 24 2.4. BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN... 26 M2 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis... 26 M2 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar... 26 M2 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode... 26 M2 / Veld 4 STAYNUM: verblijfsnummer... 26 M2 / Veld 5 ORDER_SPEC: volgnummer specialisme... 26 M2 / Veld 6 TYPE_DIAGNOSE: code hoofd-/nevendiagnose... 26 M2 / Veld 7 CODE_SYS_DIAG: soort codeersysteem voor de diagnoses... 26 M2 / Veld 8 CODE_DIAGNOSE: code diagnose... 26 M2 / Veld 9 M2_CODE_SYS_PROCEDURE: soort codeersysteem voor de ingrepen... 26 M2 / Veld 10 M2_CODE_PROCEDURE: code procedure... 27 M2 / Veld 11 M2_YEAR_PROCEDURE: jaar van uitvoering van de procedure... 27 M2 / Veld 12 M2_MONTH_PROCEDURE: maand van uitvoering van de procedure... 27 Medische gegevens

Medische gegevens M2 / Veld 13 M2_DAY_PROCEDURE: dag in de maand van uitvoering van de procedure... 27 M2 / Veld 14 M2_CODE_PLACE_INTERV: code uitbesteed... 28 M2 / Veld 15 M2_CODE_ANEST: code anesthesie... 28 M2 / Veld 16 M2_NUMBER_PROC_1_DAY: aantal keer dezelfde procedure (dezelfde code) op dezelfde dag.. 28 1) VOOR ICD-9-CM... 29 1. UITVOEREN VAN DEZELFDE PROCEDURE, TWEE OF MEERDERE MALEN OP DEZELFDE DAG, SLECHTS ÉÉN KEER GEDURENDE HETZELFDE VERBLIJF 29 2. UITVOEREN VAN DEZELFDE PROCEDURE, MEERDERE KEREN DEZELFDE DAG, EN CONTINU GEDURENDE HETZELFDE VERBLIJF 31 2) VOOR ICD-10-BE... 31 M2 / Veld 17 TYPE_ASSOCIATION: type associatie... 31 M2 / Veld 18 ID_ASSOCIATION: identificatie van de associatie... 31 2.5. VOORBEELDEN VAN EEN REGISTRATIE... 32 3. PROCRIZI (M3): GEGEVENS OVER DE RIZIV PRESTATIES... 33 3.1. NAAM... 33 3.2. INHOUD... 33 3.3. INDELING... 33 3.4. BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN... 34 M3 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis... 34 M3 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar... 34 M3 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode... 34 M3 / Veld 4 STAYNUM: verblijfsnummer... 34 M3 / Veld 5 ORDER_BEDINDEX: volgnummer bedindex... 34 M3 / Veld 6 M3_CODE_INARIZ: code RIZIV procedure... 35 1) A2_HOSPTYPE_FAC = C: CHIRURGISCHE DAGHOSPITALISATIE... 36 2) A2_HOSPTYPE_FAC = D: NIET-CHIRURGISCHE DAGHOSPITALISATIE... 37 1. MAXIFORFAIT 37 2. FORFAITS GROEPEN 1 7 37 3. FORFAITS 1 3 CHRONISCHE PIJN 38 4. MINIFORFAIT 38 3) A2_HOSPTYPE_FAC = U: AMBULANTE SPOED... 38 4) DAGHOSPITALISATIES BUITEN VERPLEEGEENHEDEN SPECIFIEK VOOR DAGHOSPITALISATIE... 38 M3 / Veld 7 M3_YEAR_INARIZ: jaar van uitvoering van de RIZIV procedure... 38 M3 / Veld 8 M3_MONTH_INARIZ: maand van uitvoering van de RIZIV procedure... 38 M3 / Veld 9 M3_DAY_INARIZ: dag in de maand van uitvoering van de RIZIV procedure... 38 M3 / Veld 10 M3_NUMBER_INARIZ_1_DAY: aantal keer dezelfde RIZIV procedure (dezelfde code) op dezelfde dag... 39 M3 / Veld 11 TYPE_ASSOCIATION: type associatie... 39 M3 / Veld 12 ID_ASSOCIATION: identificatie van de associatie... 39 3.5. VOORBEELD VAN EEN REGISTRATIE... 39 4. PATBIRTH (M4): GEBOORTEGEGEVENS VAN PASGEBORENEN... 40 4.1. NAAM... 40 4.2. INHOUD... 40 4.3. INDELING... 41 4.4. BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN... 42 M4 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis... 42 M4 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar... 43 M4 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode... 43 M4 / Veld 4 PATNUM: anoniem patiëntennummer van de pasgeborene... 43 M4 / Veld 5 M4_PATNUM_MAMA: anoniem patiëntennummer van de moeder... 43 M4 / Veld 6 M4_PLACE_BIRTH: geboorteplaats... 43 M4 / Veld 7 M4_CODE_SYS_DIAGNOSE_BIRTH: soort codeersysteem voor de diagnosecode van geboorte... 44 M4 / Veld 8 M4_CODE_DIAGNOSE_BIRTH: diagnosecode van geboorte... 44 1) M4_CODE_DIAGNOSE_BIRTH MET ICD-9-CM TOT EN MET MZG 2014... 44 1. DIAGNOSECODE VAN EEN GEBOORTE (ICD-9-CM) 45 2. WAT DOEN ALS MEN DE GEBOORTEGEGEVENS NIET KENT? (ICD-9-CM) 46 3. WELKE ICD-9-CM CODE VOOR DE GEVERIFIEERDE OPNAMEDIAGNOSE IN BESTAND STAYHOSP EN DE HOOFDDIAGNOSE IN BESTAND DIAGNOSE VAN HET EERSTE SPECIALISME? 47 4. VOORBEELDEN MET ICD-9-CM 47 2) M4_CODE_DIAGNOSE_BIRTH MET ICD-10-BE VANAF MZG 2015... 49 1. DIAGNOSECODE VAN EEN GEBOORTE (ICD-10-BE) 50 Medische gegevens

Medische gegevens 2. WAT DOEN ALS MEN DE GEBOORTEGEGEVENS NIET KENT? (ICD-10-BE) 50 3. WELKE ICD-10-BE CODE VOOR DE GEVERIFIEERDE OPNAMEDIAGNOSE IN BESTAND STAYHOSP EN DE HOOFDDIAGNOSE IN BESTAND DIAGNOSE VAN HET EERSTE SPECIALISME? 50 4. VOORBEELDEN MET ICD-10-BE 51 3) ANDERE VARIABELEN MET BETREKKING TOT HET GEBOORTEVERBLIJF... 53 M4 / Veld 9 M4_CODE_ORDER_BIRTH: code volgorde geboorte... 53 M4 / Veld 10 M4_HOUR_BIRTH: uur van geboorte... 54 M4 / Veld 11 M4_WEIGHT_BIRTH: geboortegewicht... 54 M4 / Veld 12 M4_APGAR_1_MIN: apgarscore na 1 minuut... 54 M4 / Veld 13 M4_APGAR_5_MIN: apgarscore na 5 minuten... 54 M4 / Veld 14 M4_NUMBER_WEEK_PREG: aantal weken zwangerschap... 54 M4 / Veld 15 M4_NUMBER_DAY_BEFORE_BIRTH: verblijfsduur van de moeder voor de bevalling... 55 M4 / Veld 16 M4_SECTIO_Y_N: werd er bij de moeder reeds vroeger een sectio uitgevoerd... 55 M4 / Veld 17 M4_PERIDURAL_Y_N: werd er voor deze bevalling bij de moeder peridurale verdoving gebruikt... 55 M4 / Veld 18 M4_INDUCED_Y_N: werd deze bevalling geinduceerd... 55 4.5. VOORBEELDEN VAN EEN REGISTRATIE... 56 5. TESTRESU (M5): RESULTATEN ONDERZOEKEN... 57 5.1. NAAM... 57 5.2. INHOUD... 57 5.3. INDELING... 57 5.4. BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN... 58 M5 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis... 58 M5 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar... 58 M5 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode... 58 M5 / Veld 4 STAYNUM: verblijfsnummer... 58 M5 / Veld 5 M5_TYPE_TEST: type onderzoek... 59 M5 / Veld 6 M5_YEAR_TEST: jaar van uitvoering van het onderzoek... 59 M5 / Veld 7 M5_MONTH_TEST: maand van uitvoering van het onderzoek... 59 M5 / Veld 8 M5_DAY_TEST: dag in de maand van uitvoering van het onderzoek... 59 M5 / Veld 9 M5_ORDER_TEST_1_DAY: volgorde van uitvoering voor eenzelfde onderzoek op dezelfde dag... 59 M5 / Veld 10 M5_RESULT_TEST: resultaat... 59 5.5. VOORBEELD VAN EEN REGISTRATIE... 60 6. URGADMIN (M6): GEGEVENS OVER DE OPNAME VIA SPOED... 61 6.1. NAAM... 61 6.2. INHOUD... 61 6.3. INDELING... 61 6.4. BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN... 62 M6 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis... 62 M6 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar... 62 M6 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode... 62 M6 / Veld 4 STAYNUM: verblijfsnummer... 62 M6 / Veld 5 ORDER_SPEC: volgnummer specialisme... 62 M6 / Veld 6 M6_TYPE_INFO_URG: code info spoed... 62 M6 / Veld 7 M6_CODE_INFO_URG: reden spoedopname / rol in ongeval / follow-up/ behandeling / letseltype63 1) WANNEER M6_TYPE_INFO_URG = R: REDEN VAN HET CONTACT MET SPOED... 63 2) WANNEER M6_TYPE_INFO_URG = O: ROL IN HET VERKEERSONGEVAL... 63 3) WANNEER M6_TYPE_INFO_URG = F: DE EVENTUELE FOLLOW-UP NA HET CONTACT MET SPOED... 64 4) WANNEER M6_TYPE_INFO_URG = T: DE BEHANDELING OP SPOED... 64 5) WANNEER M6_TYPE_INFO_URG = L: HET LETSELTYPE... 65 OVERZICHT VAN DE REGISTRATIE IN URGADMIN... 65 6.5. VOORBEELDEN VAN EEN REGISTRATIE... 66 7. BIJKOMENDE INFORMATIE... 67 7.1. ICD-9-CM CODEERHANDLEIDING... 67 7.2. ICD-10-BE HANDBOEK... 67 7.3. REFERENTIEBESTANDEN MEDISCHE GEGEVENS... 67 7.4. BIJKOMENDE HOOFDSTUKKEN... 67 Medische gegevens

Medische gegevens TABELLEN Tabel 1-1: Recordtekening van DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses... 8 Tabel 1-2: Toegelaten waarden voor TYPE_DIAGNOSE: code hoofd-/nevendiagnose... 10 Tabel 1-3: Toegelaten waarden voor CODE_SYS_DIAGNOSE: soort codeersysteem... 10 Tabel 1-4: Bijkomende diagnosecodes CODE_DIAGNOSE voor speciale omstandigheden... 11 Tabel 1-5: Overzicht van de versies van ICD-9-CM en ICD-10-BE voor verschillende registratiejaren... 11 Tabel 1-6: Overzicht van de hoofddiagnose in veld CODE_DIAGNOSE van het bestand DIAGNOSE, de geverifieerde opnamediagnose in veld A2_CODE_DIAG_VERIF_ADM van het bestand STAYHOSP en de gebruikte hoofddiagnose voor de grouper voor klassieke hospitalisatie... 13 Tabel 1-7: Algemene regel voor de ICD-9-CM of ICD-10-BE (vanaf MZG 2015) codering in het bestand DIAGNOSE (M1) en het bestand PROCEDUR (M2) voor niet chirurgische daghospitalisatie... 14 Tabel 1-8: Overzicht van de hoofddiagnose in veld CODE_DIAGNOSE van het bestand DIAGNOSE, de geverifieerde opnamediagnose in veld A2_CODE_DIAG_VERIF_ADM van het bestand STAYHOSP en de gebruikte hoofddiagnose voor de grouper voor daghospitalisatie... 16 Tabel 1-9: Voorbeelden van codes voor de A/H1N1 griep... 19 Tabel 1-10: Voorbeelden van de immunisatiestatus/vaccinatiestatus voor influenza... 20 Tabel 1-11: Toegelaten waarden voor M6_CODE_INFO_URG bij contact met spoed... 20 Tabel 1-12: Toegelaten waarden voor M1_PRESENT_ADM: aanwezig bij opname... 22 Tabel 1-13: Toegelaten waarden voor M1_CODE_CERT: graad zekerheid... 23 Tabel 2-1: Recordtekening van PROCEDUR (M2): Gegevens over de ingrepen... 24 Tabel 2-2: Toegelaten waarden voor M2_CODE_SYS_PROCEDURE: soort codeersysteem voor de ingrepen... 27 Tabel 2-3: Toegelaten waarden voor M2_CODE_PLACE_INTERV: code uitbesteed... 28 Tabel 2-4: Toegelaten waarden voor M2_CODE_ANEST: code anesthesie... 28 Tabel 3-1: Recordtekening van PROCRIZI (M3): Gegevens over de RIZIV prestaties... 33 Tabel 3-2: Verwachte RIZIV codes voor M3_CODE_INARIZ: code RIZIV procedure... 35 Tabel 3-3: Overzicht van de registratie in het bestand PROCRIZI voor daghospitalisatie... 36 Tabel 3-4: Bijkomende waarden voor M3_CODE_INARIZ, chirurgische daghospitalisatie... 36 Tabel 3-5: Bijkomende waarden voor M3_CODE_INARIZ voor niet-chirurgische daghospitalisatie: maxiforfait... 37 Tabel 3-6: Bijkomende waarden voor M3_CODE_INARIZ voor niet-chirurgische daghospitalisatie: forfaits groepen 1-7... 37 Tabel 3-7: Bijkomende waarden voor M3_CODE_INARIZ voor niet-chirurgische daghospitalisatie: forfaits 1 3 chronische pijn... 38 Tabel 3-8: Bijkomende waarden voor M3_CODE_INARIZ voor niet-chirurgische daghospitalisatie: miniforfait... 38 Tabel 4-1: Recordtekening van PATBIRTH (M4): Geboortegegevens... 41 Tabel 4-2: Toegelaten waarden voor M4_PLACE_BIRTH: geboorteplaats... 43 Tabel 4-3: Toegelaten waarde voor M4_CODE_SYS_DIAGNOSE_BIRTH: soort codeersysteem voor de diagnosecode van geboorte... 44 Tabel 4-4: Toegelaten waarden voor M4_CODE_DIAGNOSE_BIRTH: diagnosecode van geboorte, tot en met MZG 2014... 45 Tabel 4-5: Toegelaten waarden voor M4_CODE_DIAGNOSE_BIRTH: diagnosecode van geboorte, vanaf MZG 2015 50 Tabel 4-6: Toegelaten waarden voor M4_CODE_ORDER_BIRTH: code volgorde geboorte... 53 Tabel 4-7: Toegelaten waarden voor M4_SECTIO_Y_N: werd er bij de moeder reeds vroeger een sectio uitgevoerd... 55 Tabel 4-8: Toegelaten waarden voor M4_PERIDURAL_Y_N: werd er voor deze bevalling bij de moeder peridurale verdoving gebruikt... 55 Tabel 4-9: Toegelaten waarden voor M4_INDUCED_Y_N: werd deze bevalling geinduceerd... 55 Tabel 5-1: Recordtekening van TESTRESU (M5): Resultaten onderzoeken... 57 Tabel 5-2: Toegelaten waarden voor M5_TYPE_TEST: type onderzoek... 59 Tabel 5-3: Toegelaten waarden voor M5_RESULT_TEST: resultaat... 59 Tabel 6-1: Recordtekening van URGADMIN (M6): Gegevens over de opname via spoed... 61 Tabel 6-2: Toegelaten waarden voor M6_TYPE_INFO_URG: code info spoed... 63 Tabel 6-3: Toegelaten waarden voor M6_CODE_INFO_URG bij veld 6 = R reden van het contact met spoed... 63 Tabel 6-4: Toegelaten waarden voor M6_CODE_INFO_URG bij veld 6 = O Rol in het verkeersongeval... 63 Tabel 6-5: Toegelaten waarden voor M6_CODE_INFO_URG bij veld 6 = F de eventuele follow up na het contact met spoed... 64 Tabel 6-6: Toegelaten waarden voor M6_CODE_INFO_URG bij veld 6 = T de behandeling op spoed... 65 Tabel 6-7: Toegelaten waarden voor M6_CODE_INFO_URG bij veld 6 = L het letseltype... 65 Tabel 6-8: Overzicht van de registratie in URGADMIN... 65 Medische gegevens

Medische gegevens: Linken tussen de bestanden van de medische gegevens 0. Linken tussen de bestanden van de medische gegevens HOSPITAL (S1) 1 TESTRESU (M5) CODE_AGR CODE_AGR YEAR_REGISTR YEAR_REGISTR PERIOD_REGISTR PERIOD_REGISTR 1, n STAYNUM PATHOSPI (A1) M5_TYPE_TEST 0, n 1 CODE_AGR M5_YEAR_TEST YEAR_REGISTR M5_MONTH_TEST 1 1, n PERIOD_REGISTR M5_DAY_TEST STAYHOSP (A2) PATNUM M5_ORDER_TEST_1_DAY CODE_AGR A1_YEAR_BIRTH M5_RESULT_TEST YEAR_REGISTR PERIOD_REGISTR 1 STAYNUM (0), 1, n 1 STAYSPEC (A3) CODE_AGR (0), 1, n PATNUM YEAR_REGISTR STAYINDX (A4) 1 PERIOD_REGISTR CODE_AGR STAYNUM YEAR_REGISTR (0), 1, n ORDER_SPEC PERIOD_REGISTR DIAGNOSE (M1) CODE_SPEC STAYNUM CODE_AGR ORDER_BEDINDEX YEAR_REGISTR 1 PERIOD_REGISTR [0], 0, n 1 STAYNUM URGADMIN (M6) 0, n ORDER_SPEC CODE_AGR PROCRIZI (M3) TYPE_DIAGNOSE YEAR_REGISTR CODE_AGR CODE_SYS_DIAGNOSE PERIOD_REGISTR YEAR_REGISTR CODE_DIAGNOSE STAYNUM PERIOD_REGISTR M1_PRESENT_ADM ORDER_SPEC STAYNUM M1_CODE_CERT M6_TYPE_INFO_URG ORDER_BEDINDEX 1 M6_CODE_INFO_URG M3_CODE_INARIZ 0, n M3_YEAR_INARIZ PROCEDUR (M2) M3_MONTH_INARIZ CODE_AGR PATBIRTH (M4) M3_DAY_INARIZ YEAR_REGISTR CODE_AGR M3_NUMBER_INARIZ_1_DAY PERIOD_REGISTR YEAR_REGISTR TYPE_ASSOCIATION STAYNUM PERIOD_REGISTR ID_ASSOCIATION ORDER_SPEC PATNUM TYPE_DIAGNOSE M4_PATNUM_MAMA CODE_SYS_DIAGNOSE M4_PLACE_BIRTH CODE_DIAGNOSE M4_CODE_SYS_DIAGNOSE_BIRTH M2_CODE_SYS_PROCEDURE M4_CODE_DIAGNOSE_BIRTH M2_CODE_PROCEDURE M4_CODE_ORDER_BIRTH M2_YEAR_PROCEDURE M4_HOUR_BIRTH M2_MONTH_PROCEDURE M4_WEIGHT_BIRTH M2_DAY_PROCEDURE M4_APGAR_1_MIN M2_CODE_PLACE_INTERV M4_APGAR_5_MIN M2_CODE_ANEST M4_NUMBER_WEEK_PREG M2_NUMBER_PROC_1_DAY M4_NUMBER_DAY_BEFORE_BIRTH TYPE_ASSOCIATION M4_SECTIO_Y_N ID_ASSOCIATION M4_PERIDURAL_Y_N M4_INDUCED_Y_N 1 [0], 1 Medische gegevens p5

Medische gegevens: Linken tussen de bestanden van de medische gegevens In bovenstaand schema staan de sleutelvelden (primary keys) van de bestanden schuin en rood. Sleutelvelden zijn variabelen waarvan de combinatie, het record binnen een bepaald bestand uniek maakt, d.w.z. elke combinatie van deze velden mag binnen het bestand slechts één keer voorkomen. Dit wordt gecontroleerd tijdens de technische controles bij het opladen van de bestanden in Portahealth. Bij fouten stopt het opladen met de vermelding TECHNISCHE CONTROLES: PRIMARY KEYS NOK. Dit wil dan zeggen dat ofwel één van de sleutelvelden leeg is of dat er dubbels voorkomen. De gele velden hebben betrekking op de velden die voor een bepaald ziekenhuis en een bepaalde registratieperiode voor alle bestanden gelijk zijn. Deze info zit ook in de bestandsnamen. XXX-Z-VERS-D-ABCDEFGH -YYYY-P.TXT => XXX = CODE_AGR, YYYY = YEAR_REGISTR en P = PERIOD_REGISTR (met VERS = de registratieversie, D = domein en ABCDEFGH = bestandsnaam) De gekleurde velden hebben betrekking op alle velden die voorkomen in de verschillende bestanden en die van elkaar afhankelijk zijn. Indien dezelfde combinatie van waarden voor deze velden NIET in het hiërarchisch hoger bestand (begin van de blauwe pijl) voorkomt, stopt het opladen en krijgt men de foutmelding TECHNISCHE CONTROLES: FOREIGN KEYS NOK. In het schema worden de bestanden verbonden met blauwe pijlen en de vermelding 0, 1 en n. Met dit cijfer wordt de verhouding bedoeld tussen het aantal records met dezelfde combinatie (Foreign keys van het tweede bestand) die in de 2 bestanden mogen/moeten voorkomen. Deze relaties worden gecontroleerd bij de controles van de verschillende domeinen. 1 1,n betekent dat voor één record in het eerste bestand er minstens één record in het tweede bestand moet voorkomen, maar dat dit er eventueel ook meerdere (n) kunnen zijn. 1 0,n betekent dat voor één record in het eerste bestand er niet noodzakelijk een record in het tweede bestand moet voorkomen, maar dat dit wel kan en dat het er eventueel ook meerdere (n) kunnen zijn => geen controle nodig 1 (0),1,n betekent dat voor één record in het eerste bestand er in bepaalde gevallen niet noodzakelijk een record in het tweede bestand moet voorkomen maar in alle andere gevallen wel. Dit heeft meestal te maken met A2_HOSPTYPE_FAC = N, de voorlopige registratie van nietbeëindigde verblijven waarbij reeds verpleegkundige gegevens dienen doorgestuurd worden. Bepaalde waarden dienen pas tijdens de registratieperiode van ontslag definitief doorgestuurd worden en zullen dan overschreven worden. Voorbeeld: DIAGNOSE moet steeds minstens de hoofddiagnose bevatten behalve bij A2_HOSPTYPE_FAC = N. GM1080803: DE HOOFDDIAGNOSE (CODE_DIAGNOSE MET TYPE_DIAGNOSE = P) VAN HET EERSTE SPECIALISME MAG ENKEL VOOR HET GEBOORTEVERBLIJF BEGINNEN MET Z38 OF GELIJK ZIJN AAN P95 (A2_HOSPTYPE_FAC <> N) Medische gegevens p6

Medische gegevens: Linken tussen de bestanden van de medische gegevens 1 (0),1 betekent dat voor één record in het eerste bestand er in bepaalde gevallen niet noodzakelijk een record in het tweede bestand moet voorkomen en in de andere gevallen juist 1. Voorbeeld: Het bestand PATBIRTH bevat enkel gegevens van pasgeborenen, dit zijn patiënten die in het ziekenhuis geboren worden of die bij opname niet ouder zijn dan 28 dagen. 1 [0], 0, n betekent dat er voor bepaalde gevallen geen enkel record in het tweede bestand mag voorkomen ([0]), terwijl voor de andere gevallen er voor één record in het eerste bestand niet noodzakelijk een record in het tweede bestand moet voorkomen (0), maar dat dit wel kan en dat het er eventueel ook meerdere kunnen zijn (n). Voorbeeld: In het bestand URGADMIN worden de gegevens opgevraagd die specifiek zijn voor een contact met de dienst spoedgevallen (ORDER_SPEC begint met URG). Per record in het bestand STAYSPEC bevat het bestand URGADMIN ofwel geen records zoals voor de voorlopige registratie van de niet-beëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens dienen doorgestuurd te worden (A2_HOSPTYPE_FAC = N), ofwel meerdere records omwille van het veld M6_TYPE_INFO_URG. GM6060001: ER STAAT INFORMATIE IN URGADMIN EN CODE_SPEC <> URG Medische gegevens p7

Medische gegevens: DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses 1. DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses 1.1. NAAM XXX-Z-VERS-M-DIAGNOSE-YYYY-P.TXT Voorbeeld: 001-Z-3.0-M-DIAGNOSE-2015-1.TXT 1.2. INHOUD De diagnoses worden per specialisme geregistreerd. Daarom bevat de sleutel voor de records in het bestand DIAGNOSE ook het volgnummer specialisme. Voor elk specialisme wordt één hoofddiagnose en geen, één of meerdere nevendiagnosen gecodeerd. De bestanden binnen het medisch domein hoeven voor niet-beëindigde verblijven (A2_HOSPTYPE_FAC = N) geen gegevens/records te bevatten. De bestanden binnen dit domein mogen, voor dit type ziekenhuisverblijf, echter ingevuld worden als de correcte gegevens beschikbaar zijn. Het zijn echter de gegevens van de definitieve registratie die zullen gebruikt worden. Er worden geen multiperiodecontroles uitgevoerd tussen de definitieve versie en de voorlopige versie van de niet-beëindigde verblijven, ten aanzien van de gegevens van het medisch domein. Zie punt 7. Bijkomende informatie Bijkomende informatie over niet-beëindigde verblijven. 1.3. INDELING Dit bestand bevat minstens één record per verblijf in een specialisme, namelijk het record met de hoofddiagnose (behalve voor A2_HOSPTYPE_FAC = N, voorlopige registratie van nietbeëindigde verblijven). De foreign key van dit bestand dient terug gevonden te worden in het bestand STAYSPEC (A3). Dit wil zeggen dat de combinatie van de waarden CODE_AGR, YEAR_REGISTR, PERIOD_REGISTR, STAYNUM en ORDER_SPEC ook moet voorkomen in STAYSPEC (zie punt 0. Linken tussen de bestanden). Tabel 1-1: Recordtekening van DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses Kolom C1 M : Verplicht veld Kolom C2 F : Fixed/vaste lengte O : Optioneel veld V : Variabele lengte Kolom C3 C : Karakter veld N : Numeriek veld ND2 : Numeriek veld, 2 decimalen na het punt Kolom C1: Indien een verplicht veld niet is ingevuld, krijgt men de foutmelding TECHNISCHE CONTROLES: MANDATORY FIELDS NOK. Kolom C2 en C3: Indien de lengte of het type van het veld niet juist is, krijgt men de foutmelding TECHNISCHE CONTROLES: DATA TYPES - DATA FORMATS NOK. In onderstaande tabel staan de sleutelvelden (primary keys) van het bestand schuin en rood. Sleutelvelden zijn variabelen waarvan de combinatie het record binnen een bepaald bestand uniek maakt, d.w.z. elke combinatie van deze velden mag binnen het bestand slechts één keer voorkomen. Dit wordt gecontroleerd tijdens de technische controles bij het opladen van de bestanden in Portahealth. Bij fouten stopt het opladen met de vermelding TECHNISCHE Medische gegevens p8

Medische gegevens: DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses CONTROLES: PRIMARY KEYS NOK. Dit wil dan zeggen dat ofwel één van de sleutelvelden leeg is of dat er dubbels voorkomen. Rood en schuin = sleutelvelden Veldnr Veldnaam Omschrijving C1 C2 C3 Lengte Veld 1 CODE_AGR Erkenningsnummer van het ziekenhuis M F C 3 Foreign Key A3 Veld 2 YEAR_REGISTR Registratiejaar M F N 4 A3 Veld 3 PERIOD_REGISTR Registratieperiode M V N 1-2 A3 Veld 4 STAYNUM Verblijfsnummer M V C 1-15 A3 Veld 5 ORDER_SPEC Volgnummer specialisme M V N 1-2 A3 Veld 6 TYPE_DIAGNOSE Code hoofddiagnose / nevendiagnose M F C 1 Veld 7 CODE_SYS_DIAGNOSE Soort codeersysteem M F C 1 Veld 8 CODE_DIAGNOSE Code diagnose M V C 3-6 t.e.m. MZG2014 3-7 vanaf MZG2015 Veld 9 M1_PRESENT_ADM Aanwezig bij opname M F C 1 Veld10 M1_CODE_CERT Graad zekerheid M F C 1 1.4. BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN De pijlen geven de hiërarchie aan tussen de bestanden, de linken gebeuren op basis van foreign keys, zie punt 0. Linken tussen de bestanden. De velden die in de verschillende bestanden voorkomen, worden beschreven in het eerste bestand in de hiërarchie. Voor de velden CODE_AGR, YEAR_REGISTR en PERIOD_REGISTR is dit dus het bestand HOSPITAL (S1). M1 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis S1 A1 A2 A3 M1 - sleutelveld M1 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar S1 A1 A2 A3 M1 - sleutelveld M1 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode S1 A1 A2 A3 M1 - sleutelveld M1 / Veld 4 STAYNUM: verblijfsnummer A2 A3 M1 - sleutelveld Medische gegevens p9

Medische gegevens: DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses M1 / Veld 5 ORDER_SPEC: volgnummer specialisme A3 M1 - sleutelveld M1 / Veld 6 TYPE_DIAGNOSE: code hoofddiagnose/nevendiagnose M1 - Sleutelveld Vast formaat: 1 karakter Tabel 1-2: Toegelaten waarden voor TYPE_DIAGNOSE: code hoofd-/nevendiagnose CODE P S OMSCHRIJVING Hoofddiagnose (1 per specialisme) Nevendiagnose (0, 1 of meer per specialisme) Voor elke specialisme wordt juist één hoofddiagnose geregistreerd (waarbij de regels voor het coderen van de hoofddiagnose gerespecteerd moeten worden) en geen, één of meerdere nevendiagnosen. De hoofddiagnose wordt gedefinieerd als de aandoening die na onderzoek aangeduid werd als de hoofdoorzaak voor de opname van de patiënt in het specialisme. Nevendiagnosen worden gedefinieerd als aandoeningen die samen aanwezig zijn op het ogenblik van de opname of zich daarna ontwikkelen en die de zorg aan de patiënt tijdens de lopende ziekenhuisopname beïnvloeden. Diagnoses die naar een vroegere periode verwijzen en die met het huidige ziekenhuisverblijf niets te maken hebben, worden niet geregistreerd. M1 / Veld 7 CODE_SYS_DIAGNOSE: soort codeersysteem M1 - Sleutelveld Vast formaat: 1 karakter Tabel 1-3: Toegelaten waarden voor CODE_SYS_DIAGNOSE: soort codeersysteem CODE OMSCHRIJVING A ICD-9-CM (t.e.m. MZG 2014) B ICD-10-BE (vanaf MZG 2015) Tot en met MZG 2014 wordt er enkel het ICD-9-CM coderingssysteem (International Classification of Diseases, 9 th Revision, Clinical Modification) gebruikt. Tot dan moet hier voor alle verblijven de waarde A ingevuld worden. Vanaf MZG 2015/1 wordt het ICD-10-BE coderingssysteem (International Classification of Diseases, 10 th Revision, Clinical Modification; alsook International Classification of Diseases, 10 th Revision, Procedure Coding System). Vanaf dan mag enkel de waarde B gebruikt worden voor alle verblijven. M1 / Veld 8 CODE_DIAGNOSE: code diagnose M1 - Sleutelveld Minimale lengte: 3 karakters Maximale lengte: 6 karakters t.e.m. MZG 2014 7 karakters vanaf MZG 2015 Voorbeeld: A240, I200, H8109, T39091A Het gebruikte coderingssysteem voor de diagnoses is ICD-9-CM t.e.m. MZG 2014 en ICD-10- BE code vanaf MZG 2015. De ICD-9-CM en ICD-10-BE-codeerrichtlijnen kunt u terugvinden in de specifieke handleidingen die te vinden zijn op de website van de FOD, zie punt 7. Bijkomende informatie: De ICD-9-CM codeerrichtlijnen en het ICD-10-BE handboek. Medische gegevens p10

Medische gegevens: DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses Tabel 1-4: Bijkomende diagnosecodes CODE_DIAGNOSE voor speciale omstandigheden Veld 8 CODE_DIAGNOSE OMSCHRIJVING Veld 6 TYPE_DIAGNOSE MMMMMM Hoofddiagnose voor specialisme met enkel een miniforfait of zonder forfait P AAAAAA Hoofddiagnose voor een psychiatrisch specialisme P UUUUUU Hoofddiagnose voor specialisme spoedgevallen P DDDDDD Code voor ingreep zonder diagnose S VVVVVS Vaccinatie tegen de seizoensgriep (MZG 2009 2010 *) S VVVVVP Vaccinatie tegen de pandemiegriep (MZG 2009 2010 *) S 488.1 (**) Influenza due to identified novel H1N1 influenza virus. Code die pas officieel met versie okt 2009 van ICD-9-CM geïntroduceerd wordt maar die al vanaf het eerste semester van 2009 moet gebruikt worden (zie punt 7) S (MZG 2009-2010) (*) Op 10-08-2010 werd door de WGO het einde van de pandemie 2009 afgekondigd en de registratie van de vaccinatiestatus is dus vanaf 1 september 2010 niet meer vereist. (**) Opgelet: Voor MZG 2009 en 2010 is de code 488.1 geen ICD-9-CM code, vandaar dat deze code hier in de tabel met bijkomende diagnosecodes staat. Vanaf MZG 2011 1 is 488.1x wel een officiële ICD-9-CM code en mag het aldus als hoofddiagnose gebruikt worden. OPMERKINGEN Zowel voor de ICD-9-CM codes als voor de ICD-10-CM codes, dient het punt na de drie eerste cijfers zoals vermeld in het handboek of de software NIET meegegeven te worden! Alle codes moeten met maximale precisie (d.w.z. met het maximaal aantal toegelaten karakters voor de betrokken codes) gebruikt worden. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de versie van de ICD-codes geldig tijdens de registratieperiode: Tabel 1-5: Overzicht van de versies van ICD-9-CM en ICD-10-BE voor verschillende registratiejaren Versie ICD-9-CM en ICD-10-BE Registratiejaar ICD-9-CM, versie oktober 2004, handboek 2005 MZG 2008 ICD-9-CM, versie oktober 2008, handboek 2009 MZG 2009, 2010 ICD-9-CM, versie oktober 2010, handboek 2011 MZG 2011, 2012, 2013 en 2014 ICD-10-BE, versie 2014, handboek 2014 MZG 2015 Voor elke specialisme wordt juist één hoofddiagnose geregistreerd (waarbij de regels voor het coderen van de hoofddiagnose gerespecteerd moeten worden) en geen, één of meerdere nevendiagnosen. Binnen de hoofd- en nevendiagnosen van eenzelfde specialisme mag eenzelfde ICD-9-CM code of ICD-10-BE code (vanaf MZG 2015) NIET herhaald worden. Tenminste één diagnose, meestal de hoofddiagnose van het eerste specialisme, komt overeen met de geverifieerde opnamediagnose voor zover de geverifieerde opnamediagnose een geldige ICD-9-CM code of ICD-10-BE code (vanaf MZG 2015) is. Voor de voorlopige registratie van de niet-beëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens dienen doorgestuurd te worden, zal de ICD-9-CM code niet nagekeken worden voor het tweede semester van 2008 en 2010 omdat voor deze verblijven bij de definitieve registratie al een volgende versie van ICD-9-CM dient gebruikt te worden. Medische gegevens p11

Medische gegevens: DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses 1) HOOFDDIAGNOSE Voor elk specialisme wordt één hoofddiagnose geregistreerd. Het veld 6, TYPE_DIAGNOSE, van ditzelfde bestand duidt met de letter P aan dat het om de hoofddiagnose gaat. Als hoofddiagnose voor de verschillende specialismen moet worden gebruikt: Voor het specialisme AKT: AAAAAA of een geldige ICD-9-CM code of ICD-10-BE code (vanaf MZG 2015), die voldoet aan de regels van het coderen van een hoofddiagnose. Voor het specialisme URG: UUUUUU of een symptoom (ICD-9-CM code of ICD-10- BE code vanaf MZG 2015) of een geldige ICD-9-CM / ICD-10-BE code die voldoet aan de regels van het coderen van de hoofddiagnose. Indien URG het enige specialisme is, dan mag UUUUUU of een symptoom (ICD-9-CM code of ICD-10-BE code vanaf MZG 2015) alleen gebruikt worden als: A2_HOSPTYPE_FAC = U (ambulante spoed = verblijven zonder forfait op de spoedgevallendienst). A2_HOSPTYPE_FAC = D (daghospitalisatie) en A2_HOSPTYPE_CAT = R en het over een miniforfait gaat. De geverifieerde opnamediagnose is echter MMMMMM. Voor de niet-chirurgische daghospitalisatie met een miniforfait of geen forfait: MMMMMM of een geldige ICD-9-CM code of ICD-10-BE code vanaf MZG 2015 die voldoet aan de regels van het coderen. Belangrijk Men mag de hoofddiagnose van een specialisme (CODE_DIAGNOSE in bestand DIAGNOSE) en de geverifieerde opnamediagnose (A2_CODE_DIAG_VERIF_ADM in bestand STAYHOSP) niet met elkaar verwarren. In de meeste gevallen is de geverifieerde opnamediagnose identiek aan de hoofddiagnose van het eerste specialisme. Er zijn echter een aantal uitzonderingen hierop: zie punt 7. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over diagnosen en grouper en de richtlijnen van het domein van de administratieve gegevens, STAYHOSP veld 29: A2_CODE_DIAG_VERIF_ADM. Zie tabel 1-6 op de volgende bladzijde voor een overzicht van de hoofddiagnose CODE_DIAGNOSE in bestand DIAGNOSE, de geverifieerde opnamediagnose A2_CODE_DIAG_VERIF_ADM in STAYHOSP en de gebruikte hoofddiagnose voor de grouper voor klassieke hospitalisatie Medische gegevens p12

Medische gegevens: DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses Tabel 1-6: Overzicht van de hoofddiagnose in veld CODE_DIAGNOSE van het bestand DIAGNOSE, de geverifieerde opnamediagnose in veld A2_CODE_DIAG_VERIF_ADM van het bestand STAYHOSP en de gebruikte hoofddiagnose voor de grouper voor klassieke hospitalisatie Beschrijving Facturatie A2_HOSPTYPE _FAC Klassieke hospitalisatie Niet volledig psychiatrisch verblijf 1ste spec <> URG en AKT A2_HOSPTYPE _CAT Hoofddiagnose van het 1ste specialisme = ICD1 Hoofddiagnose van het 2de specialisme = ICD2 (indien van toepassing) Hoofddiagnose van het 3de specialisme = ICD3 (indien van toepassing) Geverifieerde opnamediagnose = ICDa Hoofddiagnose voor de grouper klas + lang F H, F R ICD1 In functie van specialisme ICD1 ICDa DRGa 1 enkel spec = URG klas H R ICD1 ICD1 ICDa DRGa 1ste spec = URG en 2de spec <> AKT en URG 1ste spec = URG en 2de spec = AKT en minstens 1 van de volgende spec <> AKT 1ste spec = AKT en minstens 1 van de volgende spec <> AKT klas + lang F H, F R UUUUUU of ICD1 ICD2 In functie van specialisme klas + lang F H, F R UUUUUU of ICD1 AAAAAA of ICD2 een van de volgende spec moet een geldige ICD-9-CM code of ICD-10-BE code (vanaf MZG 2015) bevatten klas + lang F H, F R AAAAAA of ICD1 een van de volgende specialismen moet een geldige ICD-9-CM code of ICD-10- BE code (vanaf MZG 2015) bevatten ICDa = hoofddiagnose die opname via URG verantwoordt ICDa UUUAAA HD 1ste spec <> URG en AKT AAAAAA HD 1ste spec <> AKT Alle situaties lang M/L M, L R In functie van specialisme ICDa van F HD 1ste spec van huidige registratie periode <> AKT, indien alle spec in huidige registratie periode = AKT => AAAAAA Alle situaties klas + lang F N R Niet nodig DDDDDD DDDDDD DDD Klassieke hospitalisatie - Volledig psychiatrisch verblijf Alle spec AKT klas + lang F H, F P AAAAAA of ICD1 AAAAAA of ICD2 AAAAAA of ICD3 AAAAAA AAAAAA AAA 1ste spec = URG en al de rest = AKT lang M/L M, L P AAAAAA of ICD1 AAAAAA of ICD2 AAAAAA of ICD3 AAAAAA AAAAAA AAA klas + lang F H, F P UUUUUU of ICD1 AAAAAA of ICD2 AAAAAA of ICD3 UUUAAA UUUAAA UAA 1 enkel spec = URG Klas + lang F H, F P UUUUUU of ICD1 UUUAAA UUUAAA UAA APR-DRG DRGa DRG voor deel van verblijf na AKT DRG voor deel van verblijf na AKT DRG voor huidig semester (eventueel AAA) Medische gegevens p13

Medische gegevens: DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses 2) DAGHOSPITALISATIE 1. A2_HOSPTYPE_FAC = C: chirurgische daghospitalisatie Voor de niet-volledig psychiatrische verblijven moeten de hoofd- en nevendiagnosen in ICD- 9-CM of ICD-10-BE vanaf MZG 2015 worden gecodeerd in één van de specialismen (verschillend van AKT en URG) waarin de patiënt voorkomt (Zie tabel). 2. A2_HOSPTYPE_FAC = D: niet-chirurgische daghospitalisatie Voor de patiënten met een maxiforfait of een forfait 1-7 dienen de hoofd- en nevendiagnosen en de procedures in ICD-9-CM of ICD-10-BE vanaf MZG 2015 gecodeerd te worden. Voor de forfaits 1-3 chronische pijn volstaat de hoofddiagnose, gecodeerd in ICD-9-CM of ICD-10-BE vanaf MZG 2015. Voor de miniforfaits wordt geen ICD-9-CM of ICD-10-BE vanaf MZG 2015 codering gevraagd. Het volstaat om MMMMMM als hoofddiagnose in te vullen. Ook indien er op de verpleegeenheden specifiek of niet voor daghospitalisatie patiënten zijn ontslagen op opnamedag en waarvoor geen forfait voor daghospitalisatie gefactureerd wordt, dan volstaat het als hoofddiagnose MMMMMM in te vullen. Voor de speciale vormen van daghospitaal dient ook de hoofddiagnose geregistreerd te worden. Om een duidelijk onderscheid te maken met de andere vormen van daghospitalisatie, worden deze in A2_HOSPTYPE_CAT, veld 13 van het bestand STAYHOSP, met een aparte code vermeld. Tot deze speciale vormen van daghospitalisatie behoren de volgende categorieën van ziekenhuisverblijf: geriatrische daghospitaal (A2_HOSPTYPE_CAT = G), oncologische daghospitaal (A2_HOSPTYPE_CAT = O) en pediatrisch daghospitaal (A2_HOSPTYPE_CAT = E). Voor deze drie laatste categorieën van daghospitalisatie met een miniforfait of geen forfait moet men nog steeds een hoofddiagnose registreren in ICD-9- CM of ICD-10-BE (vanaf MZG 2015), maar geen procedure. Opmerking: De andere mogelijkheden van daghospitalisatie komen overeen met A2_HOSPTYPE_CAT = R. Tabel 1-7: Algemene regel voor de ICD-9-CM of ICD-10-BE (vanaf MZG 2015) codering in het bestand DIAGNOSE (M1) en het bestand PROCEDUR (M2) voor niet chirurgische daghospitalisatie FORFAIT Bestand DIAGNOSE Bestand PROCEDUR Maxiforfait ICD-9-CM t.e.m. MZG 2014 en ICD-9-CM t.e.m. MZG 2014 en ICD-10-BE vanaf MZG 2015 ICD-10-BE vanaf MZG 2015 Forfaits 1 7 ICD-9-CM t.e.m. MZG 2014 en ICD-9-CM t.e.m. MZG 2014 en ICD-10-BE vanaf MZG 2015 ICD-10-BE vanaf MZG 2015 Forfaits 1 3 chronische pijn Hoofddiagnose Nee Miniforfait (A2_HOSPTYPE_CAT =G,O,E) Hoofddiagnose Nee Geen forfait (A2_HOSPTYPE_CAT = G,O,E) Hoofddiagnose Nee Miniforfait (A2_HOSPTYPE_CAT = R) MMMMMM Nee Geen forfait voor daghospitalisatie (A2_HOSPTYPE_CAT = R) MMMMMM Nee OPGEPAST: Als volgens de codeerregels ICD-9-CM of ICD-10-BE (vanaf MZG 2015) bij de gebruikte hoofddiagnose een nevendiagnose (onderliggende pathologie) geregistreerd moet worden, dan Medische gegevens p14

Medische gegevens: DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses moet dit altijd gebeuren, ook al wordt in principe enkel een hoofddiagnose gevraagd. Zie punt 7. Bijkomende informatie: ICD-9-CM Codeerhandleiding en ICD-10-BE handboek. 3. A2_HOSPTYPE_FAC = U: Ambulante spoed Het type ambulante spoed (U) mag enkel gebruikt worden bij een contact met spoedgevallendienst (zowel op diensten voor gespecialiseerde spoedgevallenzorg als voor eerste opvang) zonder verdere opname waarbij geen ligdag of forfait daghospitalisatie gefactureerd is. Voor de ambulante spoed dienen geen ICD-9-CM codes of ICD-10-BE (vanaf MZG 2015) geregistreerd te worden, maar het mag wel. 4. Daghospitalisaties buiten verpleegeenheden specifiek voor daghospitalisatie Voor deze gevallen wordt naar de facturatie gekeken (type ziekenhuisverblijf A2_HOSPTYPE_FAC). Op basis daarvan worden de regels gevolgd zoals hierboven beschreven werd. Men gebruikt DAYMIX (CODE_UNIT) als verpleegeenheid en voor het specialisme zal meestal DIV (CODE_SPEC) gebruikt worden. Zie tabel 1-8 op de volgende bladzijde voor een overzicht van de hoofddiagnose CODE_DIAGNOSE in bestand DIAGNOSE, de geverifieerde opnamediagnose A2_CODE_DIAG_VERIF_ADM in STAYHOSP en de gebruikte hoofddiagnose voor de grouper voor daghospitalisatie. Voor patiënten met enkel een contact met de spoedgevallendienst waarbij een miniforfait gefactureerd is, wordt verwezen naar tabel 1-8 onder Daghospitalisatie niet volledig psychiatrisch verblijf, met beschrijving 1 enkel spec = URG en facturatie enkel mini. Voor meer informatie, zie punt 7. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over daghospitalisaties en Bijkomende informatie over diagnosen en grouper. Medische gegevens p15

Medische gegevens: DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses Tabel 1-8: Overzicht van de hoofddiagnose in veld CODE_DIAGNOSE van het bestand DIAGNOSE, de geverifieerde opnamediagnose in veld A2_CODE_DIAG_VERIF_ADM van het bestand STAYHOSP en de gebruikte hoofddiagnose voor de grouper voor daghospitalisatie Beschrijving Facturatie A2_HOSPTYPE _FAC Ambulante Spoed A2_HOSPTYPE _CAT Hoofddiagnose van het 1ste specialisme = ICD1 Hoofddiagnose van het 2de specialisme = ICD2 (indien van toepassing) Hoofddiagnose van het 3de specialisme = ICD3 (indien van toepassing) Geverifieerde opnamediagnose = ICDa Hoofddiagnose voor de grouper 1 enkel spec = URG geen forfait U Alle UUUUUU of ICD1 UUUUUU UUUUUU UUU Daghospitalisatie Niet volledig psychiatrisch verblijf 1ste spec <> URG en AKT chir dag C R/G/O/E ICD1 In functie van specialisme ICD1 ICDa DRGa maxi,forf 1-7, pijn D R/G/O/E enkel miniforfait of geen forfait D G/O/E R MMMMMM of ICD1 In functie van specialisme MMMMMM MMMMMM MMM 1 enkel spec = URG chir dag C R/G/O/E ICD1 ICD1 ICDa DRGa maxi,forf 1-7, pijn D R/G/O/E enkel miniforfait D G/O/E R UUUUUU of ICD1 MMMMMM MMMMMM MMM APR-DRG 1ste spec = URG en 2de spec <> AKT en URG 1ste spec = URG en 2de spec = AKT en minstens 1 van de volgende spec <> AKT 1ste spec = AKT en minstens 1 van de volgende spec <> AKT chir dag C R/G/O/E UUUUUU of ICD1 ICD2 In functie van maxi,forf 1-7, pijn D R/G/O/E specialisme enkel miniforfait of geen forfait D G/O/E R UUUUUU of ICD1 MMMMMM of ICD2 In functie van specialisme chir dag C R/G/O/E UUUUUU of ICD1 AAAAAA of ICD2 een van de maxi,forf 1-7, pijn D R/G/O/E enkel miniforfait of geen forfait D G/O/E volgende spec moet een geldige ICD-9- CM code of ICD-10- BE code (vanaf MZG 2015) bevatten ICDa = hoofddiagnose die opname via URG verantwoordt ICDa DRGa MMMMMM MMMMMM MMM UUUAAA Hoofddiagnose 1ste spec <> URG en AKT R UUUUUU of ICD1 AAAAAA of ICD2 MMMMMM of ICD3 MMMMMM MMMMMM MMM chir dag C R/G/O/E AAAAAA of ICD1 een van de volgende spec moet een maxi,forf 1-7, pijn D R/G/O/E geldige ICD-9-CM code of ICD-10-BE code (vanaf MZG 2015) bevatten enkel miniforfait of D G/O/E geen forfait AAAAAA Hoofddiagnose 1ste spec <> AKT R AAAAAA of ICD1 MMMMMM of ICD2 I.f.v. specialisme MMMMMM MMMMMM MMM DRG voor deel van verblijf na AKT DRG voor deel van verblijf na AKT Medische gegevens p16

Beschrijving Facturatie A2_HOSPTYPE _FAC Daghospitalisatie - Volledig psychiatrisch verblijf Medische gegevens: DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses A2_HOSPTYPE _CAT Hoofddiagnose van het 1ste specialisme = ICD1 Hoofddiagnose van het 2de specialisme = ICD2 (indien van toepassing) Hoofddiagnose van het 3de specialisme = ICD3 (indien van toepassing) Geverifieerde opnamediagnose = ICDa Hoofddiagnose voor de grouper Alle spec AKT chir dag C P AAAAAA of ICD1 AAAAAA of ICD2 AAAAAA of ICD3 AAAAAA AAAAAA AAA 1ste spec = URG en al de rest = AKT 1 enkel spec = URG Alle soorten facturatie D chir dag C P UUUUUU of ICD1 AAAAAA of ICD2 AAAAAA of ICD3 UUUAAA UUUAAA UAA Alle soorten facturatie D chir dag C P UUUUUU of ICD1 UUUAAA UUUAAA UAA Alle soorten facturatie D APR-DRG Medische gegevens p17

Medische gegevens: DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses 3) NEVENDIAGNOSE Voor elke specialisme kunnen er geen, één of meerdere nevendiagnosen voorkomen. Nevendiagnosen worden gedefinieerd als aandoeningen die samen aanwezig zijn op het ogenblik van de opname of zich daarna ontwikkelen en die de zorg aan de patiënt tijdens de lopende ziekenhuisopname beïnvloeden. Diagnoses die naar een vroegere periode verwijzen en die met het huidige ziekenhuisverblijf niets te maken hebben, worden niet geregistreerd. In dit veld kan bij uitzondering ook de letters DDDDDD voorkomen (uitsluitend als nevendiagnose), namelijk als voor een bepaalde ingreep in ICD-9-CM of ICD-10-BE (vanaf MZG 2015) geen diagnose werd aangeduid. Er bestaan specifieke codes om andere factoren die de gezondheidstoestand van de patiënt beïnvloeden, te verduidelijken. Deze moeten gebruikt worden indien ze van toepassing zijn. - Voor ICD-9-CM zijn dit V-codes (zie codeerhandleiding hoofdstuk V&E) - Voor ICD-10-BE zijn dit Z-codes (zie handboek hoofdstuk 12 over Z-codes) Er bestaan ook codes die de uitwendige oorzaken van een letsel en vergiftiging kunnen weergeven. Deze moeten geregistreerd worden indien ze van toepassing. - Voor ICD-9-CM zijn dit E-codes (zie codeerhandleiding hoofdstuk V&E) - Voor ICD-10-BE zijn dit V-, W-, X- en Y-codes (zie handboek hoofdstuk 12 over V-, W-, X-, Y-codes) Voor ICD-9-CM dienen ook de tumormorfologie (M-codes) geregistreerd te worden indien ze van toepassing zijn. Voor ICD-10-BE vanaf MZG 2015/1 worden deze codes niet meer opgevraagd. Andere codes alleen toegestaan als secundaire diagnoses zijn opgenomen in tabel 1-4 hierboven. 4) LANGDURIGE VERBLIJVEN Voor een tussentijdse of een laatste registratie van een langdurig verblijf is de hoofddiagnose voor een specialisme de reden waarom de patiënt nog steeds opgenomen is en kan dus verschillend zijn van de oorspronkelijke hoofddiagnose in dit specialisme. De nevendiagnosen zijn de andere pathologische aandoeningen die tijdens deze periode nog actief zijn. De geverifieerde opnamediagnose in bestand STAYHOSP blijft echter ongewijzigd. 5) VOORLOPIGE REGISTRATIE VAN DE NIET-BEËINDIGDE VERBLIJVEN WAARVOOR REEDS VERPLEEGKUNDIGE GEGEVENS DIENEN DOORGESTUURD TE WORDEN Voor de volgende verblijven wordt voor het type ziekenhuisverblijf, veld 14 A2_HOSPTYPE_FAC van het bestand STAYHOSP, de waarde N ingevuld: Alle verblijven die op het einde van de registratieperiode nog niet beëindigd zijn en waarvan de patiënt verbleven heeft op een verpleegeenheid waar er VG-MZG items geregistreerd moet worden en dit gedurende minstens 1 zorgperiode tijdens een VG-MZG registratieperiode (of er nu al dan niet een VG-MZG item geregistreerd werd) en die geen langdurige verblijven zijn, type ziekenhuisverblijf A2_HOSPTYPE_FAC is niet F, M of L (gebaseerd op de facturatie). Medische gegevens p18

Medische gegevens: DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses Voor deze verblijven moet een beperkte registratie uitgevoerd worden, zie punt 7. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over niet-beëindigde verblijven. De bestanden binnen het domein van de medische gegevens hoeven voor dit type ziekenhuisverblijf geen gegevens/records te bevatten. In deze voorlopige registratie moet ook geen hoofddiagnose geregistreerd worden. Dit is een uitzondering op de algemene regel. De bestanden mogen voor dit type ziekenhuisverblijf ingevuld worden als de correcte gegevens beschikbaar zijn. Het zijn echter de gegevens van de definitieve registratie die zullen gebruikt worden. Er worden geen vergelijkende controles uitgevoerd. Voor deze verblijven dient er bij de volgende registratieperiode een volledige definitieve registratie te gebeuren (na het ontslag uit het ziekenhuis of naar aanleiding van de eerste registratie van een langdurig verblijf) met uitzondering van de verpleegkundige gegevens. Voor de voorlopige registratie van de niet-beëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens dienen doorgestuurd te worden, zal de ICD-9-CM code niet nagekeken worden voor het tweede semester van 2008 en 2010 omdat voor deze verblijven bij de definitieve registratie al een volgende versie van ICD-9-CM dient gebruikt te worden. 6) REGISTRATIE VAN DE A/H1N1-GRIEP: tot 1 september 2010 Zie punt 7. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over de griep. Sinds de maand april 2009 werd er een nieuw influenzavirus van het type A/H1N1 geïdentificeerd (Mexicaanse griep, varkensgriep). Dit virus is het resultaat van de recombinatie van varkensvirussen, vogelvirussen en humane virussen. Registratie MZG 2009 en 2010 Deze aanvullende richtlijnen moeten toegepast worden vanaf de gegevens van het eerste semester 2009, behalve punt 5 (ambulante spoed) dat toegepast moet worden van 1 september 2009. 1 Het ICD-9-CM coördinatie- en onderhoudscomité (ICD-9-CM Coordination and Maintenance Committee) heeft in juni 2009 een addendum voorgesteld dat van kracht is vanaf 1 oktober 2009 (ICD-9-CM Index to Diseases Addenda (FY10) Effective October 1, 2009), waarin een specifieke code voor de A/H1N1 griep voorgesteld wordt. De bestaande code 488 Influenza due to identified avian influenza virus wordt opgesplitst in twee nieuwe codes: 488.0 en 488.1 Deze nieuwe codes moeten geregistreerd worden vanaf het eerste semester van MZG 2009 (veld 8 CODE_DIAGNOSE in het bestand DIAGNOSE van het domein medische gegevens). Om de groepering van deze verblijven toe te laten, moet de codering op de volgende wijze gebeuren: code van de categorie 487 Influenza als hoofddiagnose samen met de code 488.1 als nevendiagnose. De code 488.1 moet dus steeds als nevendiagnose geregistreerd worden. Tabel 1-9: Voorbeelden van codes voor de A/H1N1 griep Hoofddiagnose Nevendiagnose Griep A/H1N1 met pneumonie 487.0 488.1 Griep A/H1N1 met andere respiratoire manifestaties 487.1 488.1 Griep A/H1N1 met andere manifestaties 487.8 488.1 Medische gegevens p19

Medische gegevens: DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses 2 Voor de registratie van de variabele aanwezig bij opname in veld 9 M1_PRESENT_ADM van het bestand DIAGNOSE zijn de regels van toepassing zoals ze hier beschreven staan in de richtlijnen m.b.t. de medische gegevens. 3 Voor de registratie van de graad van zekerheid in veld 10 M1_CODE_CERT van het bestand DIAGNOSE moet de waarde 2 Zeker uitsluitend geregistreerd worden indien de diagnose van A/H1N1-griep bevestigd is door de identificatie van het virus in monsters uit de luchtwegen (uitstrijkje van de nasofarynx), door de erkende technieken, zoals: Detectie van viraal RNA door PCR (Polymerase Chain Reaction) Detectie van het virale nucleoproteïne antigen Isolatie van het virus Wanneer er enkel een vermoeden is, moet de waarde 1 Waarschijnlijk geregistreerd worden. 4 Voor de registratie van de immunisatiestatus/vaccinatiestatus voor influenza: de registratie van de griepvaccinatie die tijdens de laatste campagne uitgevoerd werd (minstens twee weken voor het begin van de ziekte) moet door middel van de volgende pseudocodes als nevendiagnose gebeuren (veld 8 CODE_DIAGNOSE van het bestand DIAGNOSE): VVVVVS voor de vaccinatie tegen de seizoensgriep VVVVVP voor de vaccinatie tegen de pandemiegriep Deze codes moeten steeds gebruikt worden als nevendiagnose. Tabel 1-10: Voorbeelden van de immunisatiestatus/vaccinatiestatus voor influenza Hoofddiagnose Nevendiagnose Nevendiagnose(n) Griep A/H1N1 met pneumonie 487.0 488.1 VVVVVS Griep A/H1N1 met andere respiratoire VVVVVS 487.1 488.1 manifestaties VVVVVP Griep A/H1N1 met andere manifestaties 487.8 488.1 VVVVVP Belangrijk: Op 10/08/2010 werd door de WGO het einde van de pandemie 2009 afgekondigd en de registratie van de vaccinatiestatus is dus vanaf 1 september 2010 niet meer vereist. 5 Voor de ambulante spoed is een waarde toegevoegd tussen de al bestaande waarden in veld 7 M6_CODE_INFO_URG reden spoedopname (met veld 6 = R) van het bestand URGADMIN in het domein van de medische gegevens (zie tabel hieronder). De letter G moet gebruikt worden voor elke acute respiratoire infectie die vermoedelijk met griep verbonden is. Tabel 1-11: Toegelaten waarden voor M6_CODE_INFO_URG bij contact met spoed CODE C B F O A T G Z S OMSCHRIJVING Controle Bevalling Zelfmoordpoging CO-intoxicatie Andere intoxicatie Ongeval/Trauma Acute respiratoire infectie die vermoedelijk met griep verbonden is Somatische ziekte Sociale, mentale of psychische redenen Er mag slechts één reden opgegeven worden! Hierbij dient men de lijst van boven naar onder te doorlopen en de eerste waarde te nemen die overeenkomt met de reden van spoedopname. Medische gegevens p20

Medische gegevens: DIAGNOSE (M1): Gegevens over de diagnoses In dit geval, ook voor de griepvaccinatie die tijdens de laatste campagne uitgevoerd werd (tenminste twee weken voor het begin van de ziekte) moet opgenomen worden zoals beschreven in de vorige paragraaf. MZG registratie vanaf MZG 2011 Vanaf de gegevens van 01/01/2011, zijn de bovenvermelde richtlijnen niet meer van toepassing. De codes van de subcategorie 488.1x Griep A/H1N1 [Influenza due to identified novel H1N1 influenza virus] worden dan in België ingevoerd en kunnen als hoofddiagnose gebruikt worden. De dubbele codering (487.x + 488.1) is niet meer noodzakelijk. De maatregelen voor de registratie van de variabelen M1_PRESENT_ADM aanwezig bij opname en van M1_CODE_CERT graad van zekerheid veranderen niet. 7) VERBLIJVEN IN DAGHOSPITALISATIE DIE OMGEZET WORDEN IN KLASSIEKE HOSPITALISATIE De volgende regel is steeds van toepassing geweest voor alle verblijven (met uitzondering van de lange verblijven): Voor een MZG registratie begint een verblijf wanneer de patiënt in het ziekenhuis wordt opgenomen en loopt dit af wanneer de patiënt het ziekenhuis verlaat. De verblijven worden nooit gesplitst omwille van facturatieredenen. Bijgevolg moet een verblijf van een patiënt in daghospitalisatie die wordt omgezet in klassieke hospitalisatie slechts eenmaal in de MZG registratie worden geregistreerd, maar omwille van de toegelaten facturatie door het RIZIV zullen we 2 verblijven aanvaarden als dit ook zo doorgegeven is aan het RIZIV. In elk geval gaat het hier over 2 verblijven in specialisme met elk zijn eigen hoofddiagnose. In de meeste gevallen zal men dus 2 verschillende hoofddiagnosen hebben: één voor de daghospitalisatie en één die de overgang naar klassieke hospitalisatie verantwoordt. Hierbij dienen echter steeds de regels voor het bepalen van de hoofddiagnose gerespecteerd te worden. Zo is het mogelijk dat de hoofddiagnose dezelfde is en dat de complicatie in de nevendiagnosen vermeld wordt. De CODE_SPEC kan tweemaal hetzelfde zijn. Wat betreft de geverifieerde opnamediagnose (veld 29 A2_CODE_DIAG_VERIF_ADM in het bestand STAYHOSP) zal, indien de gegevens in één verblijf worden doorgestuurd, de voornaamste oorzaak van de opname van de patiënt in het ziekenhuis moeten begrepen worden als de voornaamste oorzaak van de opname van de patiënt in het ziekenhuis in klassieke hospitalisatie en dus zal de geverifieerde opnamediagnose gelijk zijn aan de hoofddiagnose van het tweede specialisme, namelijk dit van het klassieke verblijf. Zie punt 7. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over daghospitalisatie omgezet in klassieke hospitalisatie. U dient deze bijkomende toelichtingen strikt toe te passen, en dit uiterlijk vanaf de verzending van de MZG-gegevens 2011 1. Medische gegevens p21