Domein 3 Administratieve gegevens

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Domein 3 Administratieve gegevens"

Transcriptie

1 Administratieve gegevens Domein 3 Administratieve gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE ADMINISTRATIEVE GEGEVENS PATHOSPI (A1): GEGEVENS OVER DE PATIËNT NAAM INHOUD INDELING BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN... 9 A1 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis... 9 A1 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar... 9 A1 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode... 9 A1 / Veld 4 PATNUM: anoniem patiëntennummer... 9 A1 / Veld 5 A1_YEAR_BIRTH: geboortejaar STAYHOSP (A2): GEGEVENS OVER HET VERBLIJF NAAM INHOUD INDELING BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN A2 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis A2 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar A2 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode A2 / Veld 4 STAYNUM: verblijfsnummer A2 / Veld 5 A2_YEAR_HOSP_IN: jaar van opname in het ziekenhuis A2 / Veld 6 A2_MONTH_HOSP_IN: maand van opname in het ziekenhuis A2 / Veld 7 A2_DAY_HOSP_IN: dag in de maand van opname in het ziekenhuis A2 / Veld 8 A2_YEAR_HOSP_OUT: jaar van ontslag uit het ziekenhuis A2 / Veld 9 A2_MONTH_HOSP_OUT: maand van ontslag uit het ziekenhuis A2 / Veld 10 A2_DAY_HOSP_OUT: dag in de maand van ontslag uit het ziekenhuis A2 / Veld 11 A2_HOUR_HOSP_OUT: uur van ontslag uit het ziekenhuis A2 / Veld 12 A2_MIN_HOSP_OUT: minuten van ontslag uit het ziekenhuis A2 / Veld 13 A2_HOSPTYPE_CAT: categorie ziekenhuisverblijf ) VOLLEDIG PSYCHIATRISCH VERBLIJF (P) ) GERIATRISCH DAGHOSPITAAL (G) ) ONCOLOGISCH DAGHOSPITAAL (O) ) PEDIATRISCH DAGHOSPITAAL (E) A2 / Veld 14 A2_HOSPTYPE_FAC: type ziekenhuisverblijf (gebaseerd op de facturatie) ) KLASSIEKE HOSPITALISATIE (H) ) LANGDURIG VERBLIJF (F, M, L) ) VOORLOPIGE REGISTRATIE VAN DE NIET-BEËINDIGDE VERBLIJVEN WAARVOOR REEDS VERPLEEGKUNDIGE GEGEVENS DIENEN DOORGESTUURD TE WORDEN (N) ) CHIRURGISCHE DAGHOSPITALISATIE (C) ) NIET-CHIRURGISCHE DAGHOSPITALISATIE (D) ) AMBULANTE SPOED (U) A2 / Veld 15 A2_TOTAL_NUMBER_DAY_FAC: totaal aantal volledig te factureren ligdagen (tot einde registratieperiode) voor het ziekenhuisverblijf A2 / Veld 16 A2_CODE_READMISSION: code heropname A2 / Veld 17 A2_CODE_SEX: geslacht A2 / Veld 18 A2_CODE_INDIC_AGE: indicator leeftijd A2 / Veld 19 A2_CODE_ZIP: postcode België Versie december 2017 Administratieve gegevens

2 Administratieve gegevens A2 / Veld 20 A2_CODE_COUNTRY: landcode ) LANDCODE TOT EN MET MZG ) LANDCODE VANAF MZG A2 / Veld 21 A2_CODE_INDIC_NAT: indicator nationaliteit A2 / Veld 22 A2_CODE_STAT_INSURANCE: code verzekeringsstatus patiënt gedurende dit verblijf ) CODE VERZEKERINGSSTATUS PATIËNT TOT EN MET MZG ) CODE VERZEKERINGSSTATUS PATIËNT VANAF MZG A2 / Veld 23 A2_CODE_PLACE_BEFORE_ADM: plaats vóór opname A2 / Veld 24 A2_CODE_ADM: type opname A2 / Veld 25 A2_CODE_ADRBY: verwezen door A2 / Veld 26 A2_CODE_DESTINATE: bestemming A2 / Veld 27 A2_CODE_DISCHARGE: type ontslag A2 / Veld 28 A2_CODE_SYS_DIAG_VERIF_ADM: soort codeersysteem voor geverifieerde opnamediagnose A2 / Veld 29 A2_CODE_DIAG_VERIF_ADM: geverifieerde opnamediagnose A2 / Veld 30 A2_CODE_SYS_DIAG_CAUSE_DEATH: soort codeersysteem voor doodsoorzaak A2 / Veld 31 A2_CODE_DIAG_CAUSE_DEATH: doodsoorzaak A2 / Veld 32 PATNUM: anoniem patiëntennummer STAYSPEC (A3): GEGEVENS OVER HET VERBLIJF IN SPECIALISME NAAM INHOUD INDELING BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN A3 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis A3 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar A3 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode A3 / Veld 4 STAYNUM: verblijfsnummer A3 / Veld 5 ORDER_SPEC: volgnummer specialisme A3 / Veld 6 CODE_SPEC: code specialisme A3 / Veld 7 A3_YEAR_SPEC_IN: jaar van opname in het specialisme A3 / Veld 8 A3_MONTH_SPEC_IN: maand van opname in het specialisme A3 / Veld 9 A3_DAY_SPEC_IN: dag in de maand van opname in het specialisme STAYINDX (A4): GEGEVENS OVER HET VERBLIJF IN BEDINDEX NAAM INHOUD INDELING BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN A4 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis A4 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar A4 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode A4 / Veld 4 STAYNUM: verblijfsnummer A4 / Veld 5 ORDER_BEDINDEX: volgnummer bedindex A4 / Veld 6 A4_CODE_BEDINDEX_FAC: code bedindex voor de facturatie A4 / Veld 7 A4_YEAR_BEDINDEX_IN: jaar van opname in de bedindex A4 / Veld 8 A4_MONTH_BEDINDEX_IN: maand van opname in de bedindex A4 / Veld 9 A4_DAY_BEDINDEX_IN: dag in de maand van opname in de bedindex A4 / Veld 10 A4_NUMBER_DAY_FAC: aantal volledig te factureren ligdagen in het huidige registratiejaar 58 A4 / Veld 11 A4_NUMBER_DAY_FAC_PREV: aantal volledig te factureren ligdagen in het vorige registratiejaar A4 / Veld 12 A4_NUMBER_DAY_PART_FAC: aantal partieel te factureren ligdagen in het huidige registratiejaar A4 / Veld 13 A4_NUMBER_DAY_PART_FAC_PREV: aantal partieel te factureren ligdagen in het vorige registratiejaar A4 / Veld 14 A4_NUMBER_DAY_NO_FAC: aantal niet te factureren ligdagen in het huidige registratiejaar A4 / Veld 15 A4_NUMBER_DAY_NO_FAC_PREV: aantal niet te factureren ligdagen in het vorige registratiejaar Versie december 2017 Administratieve gegevens

3 Administratieve gegevens 5. STAYUNIT (A5): GEGEVENS OVER HET VERBLIJF IN VERPLEEGEENHEID NAAM INHOUD INDELING BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN A5 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis A5 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar A5 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode A5 / Veld 4 STAYNUM: verblijfsnummer A5 / Veld 5 ORDER_UNIT: volgnummer verpleegeenheid A5 / Veld 6 CODE_CAMPUS: code campus A5 / Veld 7 CODE_UNIT: code verpleegeenheid A5 / Veld 8 A5_YEAR_UNIT_IN: jaar van opname in de verpleegeenheid A5 / Veld 9 A5_MONTH_UNIT_IN: maand van opname in de verpleegeenheid A5 / Veld 10 A5_DAY_UNIT_IN: dag in de maand van opname in de verpleegeenheid A5 / Veld 11 A5_HOUR_UNIT_IN: uur van opname in de verpleegeenheid A5 / Veld 12 A5_MIN_UNIT_IN: minuut van opname in de verpleegeenheid TRANSPOR (A6): GEGEVENS OVER HET GEBRUIKTE TRANSPORTMIDDEL NAAM INHOUD INDELING BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN A6 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis A6 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar A6 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode A6 / Veld 4 STAYNUM: verblijfsnummer A6 / Veld 5 TYPE_TRANSPORT: type transportmiddel A6 / Veld 6 CODE_TRANSPORT: code transportmiddel A6 / Veld 7 A6_FILE_ID: fichenummer ID_TRANS (A7): LIJST MET NIET-ERKENDE AMBULANCES NAAM INHOUD INDELING BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN A7 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis A7 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar A7 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode A7 / Veld 4 TYPE_TRANSPORT: type transportmiddel A7 / Veld 5 CODE_TRANSPORT: code transportmiddel A7 / Veld 6 A7_DESCR_TRANSPORT: omschrijving VOORBEELD VAN EEN REGISTRATIE BIJKOMENDE INFORMATIE ICD CODEERHANDLEIDINGEN REFERENTIEBESTANDEN MEDISCHE GEGEVENS LANDCODES BIJKOMENDE HOOFDSTUKKEN UITLEGDOCUMENT GLOBALISATIETABELLEN Versie december 2017 Administratieve gegevens

4 Administratieve gegevens Tabellen Tabel 1-1: Recordtekening van PATHOSPI (A1): Gegevens over de patiënt...8 Tabel 2-1: Recordtekening van STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf...12 Tabel 2-2: Toegelaten waarden voor A2_HOSPTYPE_CAT: categorie ziekenhuisverblijf...19 Tabel 2-3: Toegelaten waarden voor A2_HOSPTYPE_FAC: type ziekenhuisverblijf (gebaseerd op de facturatie)...21 Tabel 2-4: Bepaling van A2_TOTAL_NUMBER_DAY_FAC: totaal aantal volledig te factureren ligdagen 24 Tabel 2-5: Toegelaten waarden voor A2_CODE_READMISSION: code heropname...25 Tabel 2-6: Toegelaten waarden voor A2_CODE_SEX: geslacht...25 Tabel 2-7: Toegelaten waarden voor A2_CODE_INDIC_AGE: indicator leeftijd...26 Tabel 2-8: Toegelaten waarden voor A2_CODE_INDIC_NAT: indicator nationaliteit...28 Tabel 2-9: Toegelaten waarden voor A2_CODE_STAT_INSURANCE: code verzekeringsstatus patiënt gedurende dit verblijf, tot en met MZG Tabel 2-10: Toegelaten waarden voor A2_CODE_STAT_INSURANCE: code verzekeringsstatus patiënt gedurende dit verblijf, vanaf MZG Tabel 2-11: Toegelaten waarden voor A2_CODE_PLACE_BEFORE_ADM: plaats vóór opname...31 Tabel 2-12: Toegelaten waarden voor A2_CODE_ADM: type opname...33 Tabel 2-13: Toegelaten waarden voor A2_CODE_ADRBY: verwezen door...35 Tabel 2-14: Toegelaten waarden voor A2_CODE_DESTINATE: bestemming...36 Tabel 2-15: Toegelaten waarden voor A2_CODE_DISCHARGE: type ontslag...38 Tabel 2-16: Toegelaten waarden voor A2_CODE_SYS_DIAG_VERIF_ADM: soort codeersysteem voor geverifieerde opnamediagnose...39 Tabel 2-17: Toegelaten waarden voor A2_CODE_SYS_DIAG_CAUSE_DEATH: soort codeersysteem voor doodsoorzaak...41 Tabel 3-1: Recordtekening van STAYSPEC (A3): Gegevens over het verblijf in specialisme...44 Tabel 3-2: Toegelaten waarden voor de eerste drie karakters van CODE_SPEC: code specialisme...46 Tabel 4-1: Recordtekening van STAYINDX (A4): Gegevens over het verblijf in bedindex...52 Tabel 4-2: Toegelaten waarden voor A4_CODE_BEDINDEX_FAC: code bedindex voor de facturatie (deel 1)...55 Tabel 4-3: Toegelaten waarden voor A4_CODE_BEDINDEX_FAC: code bedindex voor de facturatie (deel 2)...57 Tabel 4-4: Bepaling van A4_NUMBER_DAY_FAC: aantal volledig te factureren ligdagen in het huidige registratiejaar...59 Tabel 4-5: Bepaling van A4_NUMBER_DAY_FAC_PREV: aantal volledig te factureren ligdagen in het vorige registratiejaar...60 Tabel 5-1: Recordtekening van STAYUNIT (A5): Gegevens over het verblijf in verpleegeenheid...65 Tabel 6-1: Recordtekening van TRANSPOR (A6): Gegevens over het gebruikte transportmiddel...70 Tabel 6-2: Toegelaten waarden voor TYPE_TRANSPORT: type transportmiddel binnen bestand TRANSPOR...72 Tabel 6-3: Specificaties voor CODE_TRANSPORT: code transportmiddel binnen het bestand TRANSPOR...72 Tabel 6-4: CODE_TRANSPORT voor buitenlandse MUG...72 Tabel 7-1: Recordtekening van ID_TRANS (A7): Lijst met niet-erkende ambulances...74 Tabel 7-2: Toegelaten waarden voor TYPE_TRANSPORT: type transportmiddel binnen bestand ID_TRANS...75 Versie december 2017 Administratieve gegevens

5 Administratieve gegevens: Linken tussen de bestanden van de Administratieve gegevens 0. Linken tussen de bestanden van de Administratieve gegevens HOSPITAL (S1) 1 CODE_AGR 1 YEAR_REGISTR 0, n PERIOD_REGISTR 1, n ID_TRANS (A7) PATHOSPI (A1) CODE_AGR 1 CODE_AGR YEAR_REGISTR 1, n YEAR_REGISTR PERIOD_REGISTR STAYHOSP (A2) PERIOD_REGISTR TYPE_TRANSPORT CODE_AGR PATNUM CODE_TRANSPORT YEAR_REGISTR A1_YEAR_BIRTH A7_DESCR_TRANSPORT PERIOD_REGISTR STAYNUM 1 A2_YEAR_HOSP_IN 1 A2_MONTH_HOSP_IN A2_DAY_HOSP_IN 0, n A2_YEAR_HOSP_OUT TRANSPOR (A6) A2_MONTH_HOSP_OUT CODE_AGR A2_DAY_HOSP_OUT (0), 1, n YEAR_REGISTR A2_HOUR_HOSP_OUT STAYSPEC (A3) PERIOD_REGISTR A2_MIN_HOSP_OUT CODE_AGR STAYNUM A2_HOSPTYPE_CAT YEAR_REGISTR TYPE_TRANSPORT A2_HOSPTYPE_FAC PERIOD_REGISTR CODE_TRANSPORT A2_TOTAL_NUMBER_DAY_FAC STAYNUM A6_FILE_ID A2_CODE_READMISSION ORDER_SPEC A2_CODE_SEX CODE_SPEC 1 A2_CODE_INDIC_AGE A3_YEAR_SPEC_IN A2_CODE_ZIP A3_MONTH_SPEC_IN (0), 1, n A2_CODE_COUNTRY A3_DAY_SPEC_IN STAYINDX (A4) A2_CODE_INDIC_NAT CODE_AGR A2_CODE_STAT_INSURANCE 1 YEAR_REGISTR A2_CODE_PLACE_BEFORE_ADM PERIOD_REGISTR A2_CODE_ADM 1, n STAYNUM A2_CODE_ADRBY STAYUNIT (A5) ORDER_BEDINDEX A2_CODE_DESTINATE CODE_AGR A4_CODE_BEDINDEX_FAC A2_CODE_DISCHARGE YEAR_REGISTR A4_YEAR_BEDINDEX_IN A2_CODE_SYS_DIAG_VERIF_ADM PERIOD_REGISTR A4_MONTH_BEDINDEX_IN A2_CODE_DIAG_VERIF_ADM STAYNUM A4_DAY_BEDINDEX_IN A2_CODE_SYS_DIAG_CAUSE_DEATH ORDER_UNIT A4_NUMBER_DAY_FAC A2_CODE_DIAG_CAUSE_DEATH CODE_CAMPUS A4_NUMBER_DAY_FAC_PREV PATNUM CODE_UNIT A4_NUMBER_DAY_PART_FAC A5_YEAR_UNIT_IN A4_NUMBER_DAY_PART_FAC_PREV A5_MONTH_UNIT_IN A4_NUMBER_DAY_NO_FAC CAMPUNIT (S3) A5_DAY_UNIT_IN A4_NUMBER_DAY_NO_FAC_PREV CODE_AGR A5_HOUR_UNIT_IN YEAR_REGISTR A5_MIN_UNIT_IN PERIOD_REGISTR [0], (0), 1, n CODE_CAMPUS 1 CODE_UNIT Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 5

6 Administratieve gegevens: Linken tussen de bestanden van de Administratieve gegevens In bovenstaand schema staan de sleutelvelden (primary keys) van de bestanden schuin en rood. Sleutelvelden zijn variabelen waarvan de combinatie het record binnen een bepaald bestand uniek maakt, d.w.z. elke combinatie van deze velden mag binnen het bestand slechts één keer voorkomen. Dit wordt gecontroleerd tijdens de technische controles bij het opladen van de bestanden in Portahealth. Bij fouten stopt het opladen met de vermelding TECHNISCHE CONTROLES: PRIMARY KEYS NOK. Dit wil dan zeggen dat ofwel één van de sleutelvelden leeg is of dat er dubbels voorkomen. De gele velden hebben betrekking op de velden die voor een bepaald ziekenhuis en een bepaalde registratieperiode voor alle bestanden gelijk zijn. Deze informatie zit ook in de bestandsnamen. XXX-Z-VERS-D-ABCDEFGH-YYYY-P.TXT => XXX = CODE_AGR, YYYY = YEAR_REGISTR en P = PERIOD_REGISTR (met VERS = versie van de registratie, D = domein en ABCDEFGH = bestandsnaam) De gekleurde velden hebben betrekking op alle velden die voorkomen in de verschillende bestanden en die van elkaar afhankelijk zijn. Indien dezelfde combinatie van waarden voor deze velden NIET in het hiërarchisch hoger bestand (begin van de blauwe pijl) voorkomt, stopt het opladen en krijgt men de foutmelding TECHNISCHE CONTROLES: FOREIGN KEYS NOK. Foreign keys hoeven niet noodzakelijk deel uit te maken van de primary keys van het bestand. In het domein van de administratieve gegevens hebben we hier twee voorbeelden van. De combinatie van de waarden voor CODE_AGR, YEAR_REGISTR, PERIOD_REGISTR en PATNUM uit bestand STAYHOSP moeten ook voorkomen in bestand PATHOSPI. En de combinatie van de waarden CODE_AGR, YEAR_REGISTR, PERIOD_REGISTR, CODE_CAMPUS en CODE_UNIT uit bestand STAYUNIT moeten ook voorkomen in bestand CAMPUNIT. In het schema worden de bestanden verbonden met pijlen en de vermelding 0, 1 en n. Met dit cijfer wordt de verhouding bedoeld tussen het aantal records met dezelfde combinatie (foreign keys van het tweede bestand) die in de 2 bestanden mogen/moeten voorkomen. Deze relaties worden gecontroleerd bij de controles van de verschillende domeinen. 1 1, n betekent dat voor één record in het eerste bestand er minstens één record in het tweede bestand moet voorkomen maar dat dit er eventueel ook meerdere (n) kunnen zijn. BA : VOOR ELK ANONIEM PATIENTENNUMMER (PATNUM) IN HET BESTAND PATHOSPI MOET ER MINSTENS 1 RECORD TERUG TE VINDEN ZIJN IN HET BESTAND STAYHOSP. 1 0, n betekent dat voor één record in het eerste bestand er niet noodzakelijk een record in het tweede bestand moet voorkomen maar dat dit wel kan en dat het er eventueel ook meerdere (n) kunnen zijn => geen controle nodig. 1 (0), 1, n betekent dat voor één record in het eerste bestand er in bepaalde gevallen niet noodzakelijk een record in het tweede bestand moet voorkomen maar in alle andere gevallen wel. Dit heeft meestal te maken met A2_HOSPTYPE_FAC = N, de voorlopige registratie van nietbeëindigde verblijven waarbij reeds verpleegkundige gegevens dienen doorgestuurd te worden. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 6

7 Administratieve gegevens: Linken tussen de bestanden van de Administratieve gegevens BA : VOOR ELK VERBLIJFSNUMMER (STAYNUM) IN HET BESTAND STAYHOSP MOET ER MINSTENS 1 RECORD TERUG TE VINDEN ZIJN IN HET BESTAND STAYSPEC (BEHALVE VOOR A2_HOSPTYPE_FAC = N). Maar het kan bijvoorbeeld ook te maken hebben met bepaalde types verpleegeenheden. GS : ELKE COMBINATIE VAN CAMPUS EN VERPLEEGEENHEID IN HET BESTAND CAMPUNIT MOET MINSTENS 1 MAAL TERUG TE VINDEN ZIJN IN HET BESTAND STAYUNIT (BEHALVE MOB) 1 [0] betekent dat er voor bepaalde gevallen geen enkel record in het tweede bestand mag voorkomen. BA : EEN PATIENT KAN NIET VERBLIJVEN IN EEN VERPLEEGEENHEID MOB (VERPLEEGEENHEID TYPE 2). Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 7

8 Administratieve gegevens: PATHOSPI (A1): Gegevens over de patiënt 1. PATHOSPI (A1): Gegevens over de patiënt 1.1. NAAM XXX-Z-VERS-A-PATHOSPI-YYYY-P.TXT Voorbeeld: 001-Z-3.0-A-PATHOSPI TXT 1.2. INHOUD Dit bestand bevat informatie over de patiënten die in dit ziekenhuis verbleven hebben gedurende de registratieperiode. Hier worden de gegevens vermeld die constant blijven in de tijd en dus ook voor elke heropname identiek zijn. Op dit ogenblik wordt enkel het geboortejaar van de patiënt opgevraagd INDELING Elke patiënt waarvoor er een verblijf (of een deel van een langdurig verblijf) tijdens de registratieperiode geregistreerd werd, dient in dit bestand teruggevonden te worden, zelfs al werd het anoniem patiëntennummer in een vorige registratieperiode of -jaar toegekend (aangezien een patiëntennummer voor het leven wordt toegekend). Concreet wil dit zeggen dat PATHOSPI ook steeds moet worden ingevuld voor de nietbeëindigde verblijven waarvoor verpleegkundige gegevens reeds dienen opgestuurd te worden (A2_HOSPTYPE_FAC = N) en de langdurige verblijven (zowel de eerste, de tussentijdse als de laatste registratie: A2_HOSPTYPE_FAC = F, M, L). Bij heropname van een patiënt in hetzelfde ziekenhuis voor eenzelfde periode mag geen nieuw record aangemaakt worden in PATHOSPI. Zo zal voor dezelfde registratieperiode het aantal records in het bestand PATHOSPI kleiner zijn dan het totaal aantal ziekenhuisverblijven in het bestand STAYHOSP. Indien het aantal records in het bestand PATHOSPI gelijk is aan het aantal records in bestand STAYHOSP (waar er één record gegenereerd wordt per ziekenhuisverblijf), dan betekent dit ofwel dat er geen enkele patiënt gedurende deze periode heropgenomen werd of dat de regels voor het constant houden van het anoniem patiëntennummer niet gerespecteerd werden. Voor elk anoniem patiëntennummer in het bestand PATHOSPI moet er minstens één record/verblijf terug te vinden zijn in het bestand STAYHOSP, zo niet krijgt men de foutmelding: BA VOOR ELKE ANONIEM PATIENTENNUMMER (PATNUM) IN HET BESTAND PATHOSPI MOET ER MINSTENS 1 RECORD TERUG TE VINDEN ZIJN IN HET BESTAND STAYHOSP. De foreign key van dit bestand dient terug gevonden te worden in het bestand HOSPITAL (S1). Dit wil zeggen dat de combinatie van de waarden CODE_AGR, YEAR_REGISTR en PERIOD_REGISTR ook moet voorkomen in het bestand HOSPITAL (zie punt 0. Linken tussen de bestanden). Tabel 1-1: Recordtekening van PATHOSPI (A1): Gegevens over de patiënt Kolom C1 M : O : Optioneel veld Kolom C2 F : Fixed/vaste lengte V : Variabele lengte Kolom C3 C : Karakter veld N : Numeriek veld ND2 : Numeriek veld, 2 decimalen na het punt Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 8

9 Administratieve gegevens: PATHOSPI (A1): Gegevens over de patiënt Kolom C1: Indien een verplicht veld niet is ingevuld, krijgt men de foutmelding TECHNISCHE CONTROLES: MANDATORY FIELDS NOK. Kolom C2 en C3: Indien de lengte of het type van het veld niet juist is, krijgt men de foutmelding TECHNISCHE CONTROLES: DATA TYPES - DATA FORMATS NOK. In onderstaande tabel staan de sleutelvelden (primary keys) van de bestanden schuin en rood. Sleutelvelden zijn variabelen waarvan de combinatie het record binnen een bepaald bestand uniek maakt, d.w.z. elke combinatie van deze velden mag binnen het bestand slechts één keer voorkomen. Dit wordt gecontroleerd tijdens de technische controles bij het opladen van de bestanden in Portahealth. Bij fouten stopt het opladen met de vermelding TECHNISCHE CONTROLES: PRIMARY KEYS NOK. Dit wil dan zeggen dat ofwel één van de sleutelvelden leeg is of dat er dubbels voorkomen. Rood en schuin = sleutelvelden Foreign Veldnr Veldnaam Omschrijving C1 C2 C3 Lengte key Veld 1 CODE_AGR Erkenningsnummer van het ziekenhuis M F C 3 S1 Veld 2 YEAR_REGISTR Registratiejaar M F N 4 S1 Veld 3 PERIOD_REGIST R Registratieperiode M V N 1-2 S1 Veld 4 PATNUM Anoniem patiëntennummer M V C 1-20 Veld 5 A1_YEAR_BIRTH Geboortejaar M F N BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN De pijlen geven de hiërarchie aan tussen de bestanden, de linken gebeuren op basis van foreign keys, zie punt 0. Linken tussen de bestanden. De velden die in de verschillende bestanden voorkomen, worden beschreven in het eerste bestand in de hiërarchie. Voor de velden CODE_AGR, YEAR_REGISTR en PERIOD_REGISTR is dit dus bestand HOSPITAL (S1). A1 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis S1 A1 - Sleutelveld A1 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar S1 A1 - Sleutelveld A1 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode S1 A1 - Sleutelveld A1 / Veld 4 PATNUM: anoniem patiëntennummer A1 - Sleutelveld Minimale lengte: 1 karakter Maximale lengte: 20 karakters Specificaties van de karakters: Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 9

10 Administratieve gegevens: PATHOSPI (A1): Gegevens over de patiënt - hoofdletters en cijfers - mag NIET blanco zijn - mag geen spaties bevatten - mag nooit een 0 (nul) als eerste karakter hebben Het KB definieert in artikel 11, 1, b) het anoniem patiëntennummer als het registratienummer van de patiënt, dat per ziekenhuis uniek dient te zijn en geen enkel persoonlijk gegeven mag bevatten. Het anoniem patiëntennummer moet zo geformuleerd worden dat de anonimiteit van de patiënt volledig gegarandeerd blijft. Het mag geen enkel persoonlijk gegeven bevatten, zoals de geboortedatum. Het ziekenhuis kent één anoniem patiëntennummer (registratienummer genoemd in het KB) toe aan één bepaalde patiënt voor heel zijn leven. Aldus moet ook voor de voorlopige registratie van de niet-beëindigde verblijven (waarvoor reeds de verpleegkundige items dienen geregistreerd te worden) de PATNUM van een patiënt hetzelfde nummer zijn bij de beperkte registratie en bij de definitieve registratie. Ook elke pasgeborene krijgt zijn eigen uniek anoniem patiëntennummer. Het anoniem patiëntennummer PATNUM wordt gedefinieerd in het bestand PATHOSPI en mag NIET verward worden met het verblijfsnummer STAYNUM dat uniek is per ziekenhuisverblijf en gedefinieerd wordt in het bestand STAYHOSP. Telkens wanneer de patiënt opgenomen wordt in hetzelfde ziekenhuis, behoudt de patiënt zijn eigen anoniem patiëntennummer, maar krijgt bij elke opname een nieuw verblijfsnummer. Er kunnen dus meerdere verblijfsnummers tot eenzelfde patiëntennummer behoren. De anonieme patiëntennummers worden als nieuw beschouwd voor elk ontslag vanaf 1 januari 2008, dus ook voor de tussentijdse en laatste registraties van een langdurig verblijf mag men uitzonderlijk van nummer veranderen. A1 / Veld 5 A1_YEAR_BIRTH: geboortejaar Vast formaat: 4 cijfers Voorbeeld: 2001 Indien men het geboortejaar van een patiënt niet kent, dan dient dit gevraagd te worden aan familie en/of vrienden. Indien dit niet mogelijk zou zijn, dan dient men een schatting te maken van het geboortejaar. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 10

11 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf 2. STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf 2.1. NAAM XXX-Z-VERS-A-STAYHOSP-YYYY-P.TXT Voorbeeld: 001-Z-3.0-A-STAYHOSP TXT 2.2. INHOUD STAYHOSP bevat voor elk verblijf van een patiënt in het ziekenhuis juist één record met o.a. de opname- en ontslagdatum en het totaal aantal te factureren ligdagen. De berekende verblijfsduur wordt niet meer gevraagd. Deze wordt berekend op basis van de opname- en de ontslagdatum. Verder bevat dit bestand administratieve gegevens voor het ziekenhuisverblijf. De gegevens die hier genoteerd worden, gelden bij opname in het ziekenhuis. STAYHOSP bevat dus m.a.w. algemene informatie met betrekking tot het verblijf in het ziekenhuis alsook gegevens van de patiënt die in de tijd (van verblijf tot verblijf) kunnen wijzigen, zoals woonplaats, nationaliteit en geslacht. Voor de MZG registratie begint een verblijf op het moment dat een patiënt zich in het ziekenhuis aanmeldt en eindigt een verblijf wanneer de patiënt het ziekenhuis verlaat. Het verblijf van een baby geboren in het ziekenhuis begint bij de geboorte (geboortedatum en -uur). De verblijven worden nooit gesplitst omwille van facturatieregels. Voorbeelden: Voor een baby bij de moeder is er geen facturatie op N*. Er is wel facturatie bij overgang van de baby naar NIC. Voor MZG wordt deze hospitalisatie met overgang naar een andere verpleegeenheid beschouwd als één verblijf. Indien de moeder niet meer verblijft in het ziekenhuis en de baby verblijft op N*, dan rekent men een verpleegdagprijs aan voor de baby op N* van nul euro, en het blijft hetzelfde verblijf. Meer informatie is te vinden in veld 10 A4_NUMBER_DAY_FAC en veld 11 A4_NUMBER_DAY_FAC_PREV van het bestand STAYINDX. Bij het ontslag van de moeder uit het ziekenhuis (terwijl de baby blijft) wordt het verblijf van de baby NIET opgesplitst. Op de spoedgevallen dienst gebeurt een ambulante facturatie zolang nog niet geweten is dat de patiënt zal opgenomen worden. De RIZIV codes voor gehospitaliseerde patiënten moeten gebruikt worden vanaf het moment dat dit wel geweten is. Ook hier is er voor deze patiënt slechts één MZG registratie, los van het tijdstip van beslissing tot opname INDELING Voor elk ziekenhuisverblijf (ook voor daghospitalisatie en ambulante spoed en voor de nietbeëindigde verblijven) telt dit bestand juist één record. Dus: x verblijven in een bepaalde registratieperiode = x records in STAYHOSP. De foreign key van dit bestand dient terug gevonden te worden in het bestand PATHOSPI (A1). Dit wil zeggen dat de combinatie van de waarden CODE_AGR, YEAR_REGISTR, Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 11

12 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf PERIOD_REGISTR en PATNUM ook moet voorkomen in PATHOSPI (zie punt 0. Linken tussen de bestanden). Tabel 2-1: Recordtekening van STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf Kolom C1 M : Kolom C2 F : Fixed/vaste lengte Kolom C1: Indien een verplicht veld niet is ingevuld, krijgt men de foutmelding TECHNISCHE CONTROLES: MANDATORY FIELDS NOK. Kolom C2 en C3: Indien de lengte of het type van het veld niet juist is, krijgt men de foutmelding TECHNISCHE CONTROLES: DATA TYPES - DATA FORMATS NOK. In onderstaande tabel staan de sleutelvelden (primary keys) van de bestanden schuin en rood. Sleutelvelden zijn variabelen waarvan de combinatie het record binnen een bepaald bestand uniek maakt, d.w.z. elke combinatie van deze velden mag binnen het bestand slechts één keer voorkomen. Dit wordt gecontroleerd tijdens de technische controles bij het opladen van de bestanden in Portahealth. Bij fouten stopt het opladen met de vermelding TECHNISCHE CONTROLES: PRIMARY KEYS NOK. Dit wil dan zeggen dat ofwel één van de sleutelvelden leeg is of dat er dubbels voorkomen. Rood en schuin = sleutelvelden Veldnr Veldnaam Omschrijving C1 C2 C3 Lengte Veld 1 CODE_AGR O : Optioneel veld V : Variabele lengte Kolom C3 C : Karakter veld N : Numeriek veld ND2 : Numeriek veld, 2 decimalen na het punt Erkenningsnummer van het ziekenhuis Foreign Key M F C 3 A1 Veld 2 YEAR_REGISTR Registratiejaar M F N 4 A1 Veld 3 PERIOD_REGISTR Registratieperiode M V N 1-2 A1 Veld 4 STAYNUM Verblijfsnummer M V C 1 15 Veld 5 A2_YEAR_HOSP_IN Jaar van opname in het ziekenhuis M F N 4 Veld 6 A2_MONTH_HOSP_IN Maand van opname in ziekenhuis M V N 1-2 Veld 7 A2_DAY_HOSP_IN Dag in de maand van opname in het ziekenhuis M V N 1-2 Veld 8 A2_YEAR_HOSP_OUT Jaar van ontslag uit ziekenhuis O F N 0 of 4 Veld 9 A2_MONTH_HOSP_OUT Maand van ontslag uit ziekenhuis O V N 0 of 1-2 Veld 10 A2_DAY_HOSP_OUT Dag in de maand van ontslag uit het ziekenhuis O V N 0 of 1-2 Veld 11 A2_HOUR_HOSP_OUT Uur van ontslag uit het ziekenhuis O V N 0 of 1-2 Veld 12 A2_MIN_HOSP_OUT Minuten van ontslag uit ziekenhuis O V N 0 of 1-2 Veld 13 A2_HOSPTYPE_CAT Categorie ziekenhuisverblijf M F C 1 Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 12

13 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf Veldnr Veldnaam Omschrijving C1 C2 C3 Lengte Veld 14 Veld 15 A2_HOSPTYPE_FAC A2_TOTAL_NUMBER_DA Y_FAC Type ziekenhuisverblijf (gebaseerd op facturatie) Totaal aantal volledig te factureren ligdagen (tot einde registratieperiode) voor het ziekenhuisverblijf M F C 1 M V N 1 5 Veld 16 A2_CODE_READMISSION Code heropname M F C 1 Veld 17 A2_CODE_SEX Geslacht M F C 1 Veld 18 A2_CODE_INDIC_AGE Indicator leeftijd M F C 1 Veld 19 A2_CODE_ZIP Postcode België M F C 4 Veld 20 A2_CODE_COUNTRY Landcode M V C 2-3 Veld 21 A2_CODE_INDIC_NAT Indicator nationaliteit M F C 2 Veld 22 A2_CODE_STAT_INSURA NCE Code verzekeringsstatus patiënt gedurende dit verblijf M V C 1 (3 vanaf MZG2012) Veld 23 A2_CODE_PLACE_BEFOR E_ADM Plaats vóór opname M F C 1 Veld 24 A2_CODE_ADM Type opname M F C 1 Veld 25 A2_CODE_ADRBY Verwezen door M F C 1 Veld 26 A2_CODE_DESTINATE Bestemming M F C 1 Veld 27 A2_CODE_DISCHARGE Type ontslag M F C 1 Veld 28 Veld 29 Veld 30 Veld 31 A2_CODE_SYS_DIAG_VE RIF_ADM A2_CODE_DIAG_VERIF_ ADM A2_CODE_SYS_DIAG_CA USE_DEATH A2_CODE_DIAG_CAUSE_ DEATH Soort codeersysteem voor geverifieerde opnamediagnose M F C 1 Geverifieerde opnamediagnose M V C Soort codeersysteem voor doodsoorzaak 3-6 t.e.m. MZG vanaf MZG2015 M F C 1 Doodsoorzaak O V C 0 of 3-6 t.e.m. MZG of 3-7 vanaf MZG2015 Veld 32 PATNUM Anoniem patiëntennummer M V C 1-20 A1 Foreign Key Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 13

14 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf 2.4. BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN Alle richtlijnen zijn ook geldig voor langdurige verblijven (A2_HOSPTYPE_FAC = F, M, L) en de voorlopige registratie van niet-beëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens dienen opgestuurd te worden (A2_HOSPTYPE_FAC = N) tenzij dit anders vermeld wordt. De pijlen geven de hiërarchie aan tussen de bestanden, de linken gebeuren op basis van foreign keys, zie punt 0. Linken tussen de bestanden. De velden die in de verschillende bestanden voorkomen, worden beschreven in het eerste bestand in de hiërarchie. Voor de velden CODE_AGR, YEAR_REGISTR en PERIOD_REGISTR is dit dus bestand HOSPITAL (S1) en voor PATNUM is dit bestand PATHOSP (A1). A2 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis S1 A1 A2 - Sleutelveld A2 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar S1 A1 A2 - Sleutelveld De algemene regel is dat er dient geregistreerd te worden bij ontslag van de patiënt uit het ziekenhuis. Het registratiejaar is bijgevolg gelijk aan het jaar van ontslag, behalve voor het eerste en middelste deel van langdurige verblijven en voor de voorlopige registratie van de nietbeëindigde verblijven waarbij reeds de verpleegkundige gegevens dienen doorgestuurd te worden. Voor de voorlopige registratie van de niet-beëindigde verblijven waarbij reeds de verpleegkundige gegevens dienen doorgestuurd te worden (A2_HOSPTYPE_FAC = N), is dit het jaar van de registratie van de verpleegkundige items. In de definitieve registratie moet dit het jaar van ontslag (A2_HOSPTYPE_FAC = H) of de eerste registratie van een langdurig verblijf zijn (A2_HOSPTYPE_FAC = F). A2 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode S1 A1 A2 - Sleutelveld Zie ook opmerkingen bij YEAR_REGISTR hierboven. A2 / Veld 4 STAYNUM: verblijfsnummer A2 - Sleutelveld Minimale lengte: 1 karakter Maximale lengte: 15 karakters Specificaties van de karakters: - mag ENKEL hoofdletters en cijfers bevatten - mag NIET blanco zijn - mag geen spaties bevatten - mag nooit een 0 (nul) als eerste karakter hebben - mag geen punt (.) of ander karakterteken (-, _,?, etc.) bevatten Hiervoor zullen we vanaf MZG 2018 controles voorzien. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 14

15 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf Het verblijfsnummer is verschillend voor elk ziekenhuisverblijf binnen één registratieperiode. Dit nummer is uniek voor elk verblijf van een patiënt in het ziekenhuis. Dit wil zeggen dat een patiënt bij een heropname in hetzelfde ziekenhuis een ANDER verblijfsnummer krijgt. De code heropname dient dan ingevuld te worden. Dit nummer blijft hetzelfde voor het volledige verblijf, ook al loopt dit verblijf over meer dan één registratieperiode en wordt het over verschillende registratieperiodes opgesplitst (langdurige verblijven en niet-beëindigde verblijven). Het verblijfsnummer moet zo geformuleerd worden dat de anonimiteit van de patiënt volledig gegarandeerd blijft. Het mag geen persoonlijke gegevens bevatten zoals bijvoorbeeld de geboortedatum. Het verblijfsnummer is niet hetzelfde als het anoniem patiëntennummer (zie PATNUM in het bestand PATHOSPI). Het verband tussen het dossiernummer van het ziekenhuis en het verblijfsnummer moet gedurende minstens 5 jaar teruggevonden kunnen worden. Elke pasgeborene krijgt zijn eigen verblijfsnummer van bij de geboorte. Het feit dat de moeder al dan niet in het ziekenhuis verblijft of dat ze vroeger of later dan de baby uit het ziekenhuis ontslagen wordt, heeft GEEN INVLOED op de registratie van het verblijf van de baby. De baby moet van bij zijn geboorte een eigen MZG registratie hebben met een eigen patiëntennummer en een eigen verblijfsnummer. Dit verblijf loopt ononderbroken door tot de baby ontslagen wordt uit het ziekenhuis, wat er ook met de moeder gebeurt. Ook de ambulante contacten met de spoedgevallendienst krijgen elk een eigen uniek verblijfsnummer. A2 / Veld 5 A2_YEAR_HOSP_IN: jaar van opname in het ziekenhuis Vast formaat: 4 cijfers Voorbeeld: 2007 A2 / Veld 6 A2_MONTH_HOSP_IN: maand van opname in het ziekenhuis Minimale lengte: 1 cijfer Maximale lengte: 2 cijfers Voorbeeld: 7, 12 A2 / Veld 7 A2_DAY_HOSP_IN: dag in de maand van opname in het ziekenhuis Minimale lengte: 1 cijfer Maximale lengte: 2 cijfers Voorbeeld: 1, 25 A2_YEAR_HOSP_IN + A2_MONTH_HOSP_IN + A2_DAY_HOSP_IN = datum van opname in het ziekenhuis In deze 3 laatste velden wordt de reële datum van opname in het ziekenhuis genoteerd, ook voor de langdurige verblijven en de niet-beëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens dienen opgestuurd te worden. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 15

16 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf Voor A2_HOSPTYPE_FAC = N moet de datum van opname in het ziekenhuis in het huidige registratiesemester liggen. Voor A2_HOSPTYPE_FAC = H kan de datum van opname in het ziekenhuis in het huidige of vorige registratiesemester liggen. Voor A2_HOSPTYPE_FAC = C, D, U moet de datum van opname in het ziekenhuis in het huidige registratiesemester liggen of op de laatste dag van het vorige registratiesemester. Voor A2_HOSPTYPE_FAC = F moet de datum van opname in het ziekenhuis in het vorige registratiesemester liggen. Voor A2_HOSPTYPE_FAC = M, L moet de datum van opname in het ziekenhuis vóór het vorige registratiesemester liggen. Hieronder wordt een schematische verduidelijking gegeven voor de verblijven met overnachting in het ziekenhuis. Het betreft steeds dezelfde verblijven (dezelfde STAYNUM voor beide schema s) maar voor twee verschillende registratieperioden. Het eerste schema komt overeen met registraties op het einde van het semester en het tweede schema met het einde van het semester Schema 1: Registratie Het ziekenhuisverblijf STAY001 betreft een klassiek verblijf met zowel opname als ontslagdatum in het eerste semester van 2009 (A2_HOSPTYPE_FAC = H). Dit verblijf dient men aldus volledig te registeren in De verblijven STAY002 en STAY003 worden voor het registratiesemester opgenomen als een voorlopige registratie van niet-beëindigde verblijven waarvoor de verpleegkundige gegevens reeds dienen doorgestuurd te worden (A2_HOSPTYPE_FAC = N). In het document onder punt 9. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over niet-beëindigde verblijven wordt uitvoerig beschreven wat dient geregistreerd te worden voor verblijven met A2_HOSPTYPE_FAC = N. Merk hierbij op dat de opnamedatum van STAY003 in de eerste vijftien dagen van juni 2009 valt, dus moeten de verpleegkundige items worden geregistreerd. Indien een patiënt na 15 juni 2009 wordt opgenomen in het ziekenhuis (en nog niet ontslagen is op 30 juni 2009), dan worden geen Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 16

17 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf enkele gegevens van deze patiënt geregistreerd voor De opnamedatum van STAY002 is in mei 2009, dus voor dit ziekenhuisverblijf moeten de verpleegkundige items ook geregistreerd worden. De verblijven STAY004, STAY005 en STAY006 betreffen langdurige verblijven. Voor STAY004 en STAY006 registreert men voor het eerste semester van 2009 de eerste registratie van een langdurig verblijf (A2_HOSPTYPE_FAC = F). Voor STAY005 registreert men voor het eerste semester van 2009 de tussentijdse registratie van een langdurig verblijf (A2_HOSPTYPE_FAC = M). Schema 2: Registratie Het verblijf van STAY001 dient men voor het tweede semester van 2009 niet meer te registeren (viel volledig onder ). Schema 2 toont aan dat de patiënt met verblijfsnummer STAY002 werd ontslagen uit het ziekenhuis in de loop van de maand oktober 2009, bijgevolg wordt dit verblijf voor het registratiesemester opgenomen als een klassiek verblijf (A2_HOSPTYPE_FAC = H). Voor dient men dus een volledige definitieve registratie uit te voeren met uitzondering van de verpleegkundige gegevens (ITEMDIVG) die reeds definitief geregistreerd werden in (met A2_HOSPTYPE_FAC = N). De definitieve gegevens van dit bestand in de registratie van worden dus niet meer opgenomen in de registratie van , enkel de nieuwe gegevens van het tweede semester 2009 worden hierin opgenomen. De patiënt met het verblijf STAY003 werd nog niet ontslagen uit het ziekenhuis op het einde van het registratiesemester , bijgevolg wordt dit opgenomen als de eerste registratie van een langdurig verblijf (A2_HOSPTYPE_FAC = F). Voor dient men dus de registratie uit te voeren voor de eerste registratie van een langdurig verblijf (met uitzondering van de verpleegkundige gegevens want voor A2_HOSPTYPE_FAC = N werd het nodige reeds definitief geregistreerd voor ). Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 17

18 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf De verblijven STAY004, STAY005 en STAY006 betreffen langdurige verblijven. Voor STAY005 en STAY006 registreert men voor de laatste registratie van een langdurig verblijf (A2_HOSPTYPE_FAC = L). Voor STAY004 registreert men voor het tweede semester van 2009 de tussentijdse registratie van een langdurig verblijf (A2_HOSPTYPE_FAC = M). A2 / Veld 8 A2_YEAR_HOSP_OUT: jaar van ontslag uit het ziekenhuis Optioneel veld Vast formaat: 0 of 4 cijfers Voorbeeld:, 2008 A2 / Veld 9 A2_MONTH_HOSP_OUT: maand van ontslag uit het ziekenhuis Optioneel veld Minimale lengte: 0 cijfer Maximale lengte: 2 cijfers Voorbeeld:, 1, 12 A2 / Veld 10 A2_DAY_HOSP_OUT: dag in de maand van ontslag uit het ziekenhuis Optioneel veld Minimale lengte: 0 cijfer Maximale lengte: 2 cijfers Voorbeeld:, 3, 25 A2_YEAR_HOSP_OUT + A2_MONTH_HOSP_OUT + A2_DAY_HOSP_OUT = datum van ontslag uit het ziekenhuis De datum van ontslag uit het ziekenhuis moet binnen de registratieperiode vallen behalve voor de niet-beëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens dienen doorgestuurd te worden en voor de eerste registratie en de tussentijdse registraties van een langdurig verblijf. Omdat deze patiënten op het einde van de registratieperiode nog niet ontslagen zijn, worden deze velden niet ingevuld (). A2 / Veld 11 A2_HOUR_HOSP_OUT: uur van ontslag uit het ziekenhuis Optioneel veld Minimale lengte: 0 cijfer Maximale lengte: 2 cijfers Voorbeeld: of 0 tot en met 23 (nooit 24) Het reële uur van ontslag wordt ingevuld. Voor de niet-beëindigde verblijven waarvoor er reeds verpleegkundige gegevens dienen doorgestuurd te worden en voor de eerste registratie en de tussentijdse registraties van een langdurig verblijf wordt dit veld nog niet ingevuld () omdat de patiënt op het einde van de registratieperiode nog niet ontslagen is. A2 / Veld 12 A2_MIN_HOSP_OUT: minuten van ontslag uit het ziekenhuis Optioneel veld Minimale lengte: 0 cijfer Maximale lengte: 2 cijfers Voorbeeld: of 0 tot en met 59 (nooit 60) Het reële tijdstip van ontslag wordt genoteerd. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 18

19 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf Voor de niet-beëindigde verblijven waarvoor er reeds verpleegkundige gegevens dienen doorgestuurd te worden en voor de eerste registratie en de tussentijdse registraties van een langdurig verblijf wordt dit veld nog niet ingevuld () omdat de patiënt op het einde van de registratieperiode nog niet ontslagen is. A2 / Veld 13 A2_HOSPTYPE_CAT: categorie ziekenhuisverblijf Vast formaat: 1 karakter (zie onderstaande tabel) Deze indeling in categorieën werd tot 31/12/2009 enkel gebruikt om een onderscheid te maken tussen de volledig psychiatrische verblijven (P) en de rest (R). De oorspronkelijke naam was dan ook A2_HOSPTYPE_P_nP. Vanaf zijn de ziekenhuizen verplicht om voor de hospitalisaties zonder overnachting (daghospitaal) een onderscheid te maken tussen P, R, G, O en E. Tabel 2-2: Toegelaten waarden voor A2_HOSPTYPE_CAT: categorie ziekenhuisverblijf Klassieke hospitalisatie (met overnachting) Hospitalisatie zonder overnachting CODE P R P G O E R Voor de voorlopige registratie van de niet beëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens dienen opgestuurd te worden dient men steeds de code R te gebruiken. Bij de definitieve registratie zal men ook de code R moeten gebruiken (Niet P want voor de psychiatrische verblijven moeten geen verpleegkundige items geregistreerd worden dus A2_HOSPTYPE_FAC = N is voor deze verblijven niet van toepassing. 1) VOLLEDIG PSYCHIATRISCH VERBLIJF (P) OMSCHRIJVING Volledig psychiatrisch verblijf Alle andere soorten verblijven Volledig psychiatrisch verblijf Geriatrisch daghospitaal Oncologisch daghospitaal Pediatrisch daghospitaal Alle andere soorten verblijven (alle andere vormen van niet-chirurgische of chirurgische daghospitalisatie en ambulante spoed) De patiënt heeft enkel in een psychiatrische dienst (PAAZ) verbleven of werd in het ziekenhuis opgenomen via de dienst spoedgevallen en van daaruit naar de psychiatrische dienst in het ziekenhuis (PAAZ) getransfereerd. De patiënt heeft verder op geen enkele ander dienst in het ziekenhuis verbleven. In STAYINDX wordt er alleen maar gefactureerd voor een bedindex A, A1, A2, K, K1, K2, T, T1, T2 of IB. Uitzondering: De patiënt wordt via de dienst spoedgevallen opgenomen en verblijft daar zo lang dat er tijdens zijn verblijf op de dienst spoedgevallen al een verpleegdagprijs aangerekend kan worden. In dit geval kan er 1 (en slechts 1) verpleegdag aangerekend worden op een andere bedindex dan A, A1, A2, K, K1, K2, T, T1, T2 of IB. De opnamedatum in en ontslagdatum uit deze bedindex moeten gelijk zijn aan respectievelijk de opnamedatum in en ontslagdatum uit de verpleegeenheid spoedgevallen (URG). In STAYSPEC worden er in principe enkel specialismen AKT geregistreerd of is het eerste specialisme een specialisme URG en zijn alle volgende specialismen een specialisme AKT. In STAYUNIT worden er in principe enkel verpleegeenheden AKT geregistreerd of is de eerste verpleegeenheid een verpleegeenheid URG en zijn alle volgende verpleegeenheden een verpleegeenheid AKT. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 19

20 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf Dit zijn de verblijven waarbij de patiënten enkel gefactureerd werden op A, K of T. Deze patiënten kunnen eventueel ook op de spoedafdeling verbleven hebben. Er is geen minimum of maximum leeftijd voor patiënten op een K-dienst. Baby s kunnen dus op een K-dienst liggen. Voor patiënten op een A- en T-dienst is de minimumleeftijd 15 jaar. Deze leeftijdsnormen voor A, K en T zijn opgenomen in het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd. Voor de verblijven op een psychiatrische dienst (A-, K- of T- bedden) dienen alleen de administratieve gegevens doorgestuurd te worden (omwille van MPG). In veld 8 CODE_DIAGNOSE uit het bestand DIAGNOSE, waar de regel geldt dat er altijd een hoofddiagnose moet genoteerd worden, mogen voor deze verblijven de letters AAAAAA gebruikt worden in plaats van een ICD-9-CM diagnosecode t.e.m. MZG 2014/2 of een ICD-10- BE code vanaf MZG 2015/1. Voor de geverifieerde opnamediagnose (veld 29 A2_CODE_DIAG_VERIF_ADM uit het bestand STAYHOSP) moet bij deze verblijven AAAAAA ingevuld worden. De DRG wordt AAA. Als de patiënt echter via de dienst spoedgevallen opgenomen werd, dient als geverifieerde opnamediagnose UUUAAA ingevuld te worden. Hier krijgt men dan als DRG UAA. Noch op de dienst spoedgevallen noch op de psychiatrische afdelingen dienen ICD-9-CM of ICD-10-BE codes geregistreerd te worden. Voor meer informatie omtrent de Grouper, zie punt 9. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over diagnosen en grouper. 2) GERIATRISCH DAGHOSPITAAL (G) Tot de geriatrische daghospitalisatie behoort iedere daghospitalisatie die gerealiseerd wordt in: hetzij het geriatrisch dagziekenhuis zoals omschreven in het contract Proefproject betreffende de oprichting van de functie geriatrisch dagziekenhuis in het kader van het geriatrisch zorgprogramma, hetzij een erkend dagziekenhuis voor de geriatrische patiënt, zoals gedefinieerd in het Koninklijk Besluit van 29 januari 2007 houdende vaststelling eensdeels, van de normen waaraan het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt moet voldoen om te worden erkend en, anderdeels, van bijzondere aanvullende normen voor de erkenning van ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten. 3) ONCOLOGISCH DAGHOSPITAAL (O) Hiermee wordt de daghospitalisatie binnen een zorgprogramma voor oncologie bedoeld zoals beschreven in het KB van 21 maart Voorwaarden: De instelling moet een erkenning hebben voor oncologie. De patiënt dient verzorgd te worden door de hiervoor bedoelde equipe. De patiënt moet tot de doelgroep van het zorgprogramma behoren. Alle verblijven die aan deze voorwaarden voldoen, moeten steeds in de MZG geregistreerd worden. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 20

21 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf Sinds 1 maart 2017 moet voor een verblijf in het oncologisch daghospitaal in het bestand PROCRIZI voor zover ze gefactureerd werden een van de volgende codes toegevoegd worden: Maxiforfait monotherapie: Maxiforfait combitherapie: Maxiforfait pediatrie monotherapie: Maxiforfait pediatrie combitherapie: Naast deze codes heeft het RIZIV ook nog codes toegevoegd voor oncologische basiszorg ( ). Deze codes worden niet in het bestand PROCRIZI geregistreerd. Verblijven met enkel deze forfait die bovendien aan de basisvoorwaarden voor registratie als oncologisch daghospitaal voldoen, moeten wel steeds geregistreerd worden volgens de regels voor oncologisch daghospitaal zonder forfait of met enkel een miniforfait. Dit houdt ook in dat een consultatie waarbij deze pseudocode oncologische basiszorg aangerekend wordt, niet in de MZG voorkomt. 4) PEDIATRISCH DAGHOSPITAAL (E) Hiermee wordt de daghospitalisatie binnen een zorgprogramma voor kinderen bedoeld zoals beschreven in het KB van 13 juli 2006 en het KB van 28 maart A2 / Veld 14 A2_HOSPTYPE_FAC: type ziekenhuisverblijf (gebaseerd op de facturatie) Vast formaat: 1 karakter Tabel 2-3: Toegelaten waarden voor A2_HOSPTYPE_FAC: type ziekenhuisverblijf (gebaseerd op de facturatie) Klassieke hospitalisatie (met overnachting) Hospitalisatie zonder overnachting CODE OMSCHRIJVING H Klassieke hospitalisatie (Verpleegdagprijsverblijf) F Langdurige verblijven Eerste registratie M Tussentijdse registratie L Laatste registratie N Voorlopige registratie van de niet-beëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens dienen doorgestuurd te worden C Chirurgische daghospitalisatie D Niet-chirurgische daghospitalisatie U Contact met spoedgevallendienst zonder forfait en zonder verpleegdagprijs, enkel ambulante spoed Alle combinaties van A2_HOSPTYPE_CAT en A2_HOSPTYPE_FAC kunnen voorkomen ofwel binnen de klassieke hospitalisatie (met overnachting) ofwel binnen de hospitalisatie zonder overnachting. Voor de definitie van een verblijf met overnachting verwijzen we naar de overeenkomst tussen de verpleeginrichtingen en de verzekeringsinstellingen die op het moment van opname van kracht is: => Professionals => Verzorgingsinstellingen en diensten => Ziekenhuizen => Verzorging in de ziekenhuizen => Overeenkomsten => Overeenkomst tussen de verpleeginrichtingen en de verzekeringsinstellingen Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 21

22 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf 1) KLASSIEKE HOSPITALISATIE (H) Algemene regel: Dit zijn de verblijven van patiënten met overnachting, ook van de pasgeborenen en de buitenlandse patiënten. Ook de verblijven zonder overnachting komen in aanmerking op voorwaarde dat deze aanleiding geven tot facturatie van een verpleegdag. Voorbeeld: Patiënt komt binnen in het ziekenhuis om 15:00 en overlijdt aan zijn verwondingen om 19:00 (= geen overnachting). De RIZIV-reglementering inzake facturatie van ligdagen stelt dat dit aanleiding geeft tot het factureren van een verpleegdag, dus betreft een klassieke hospitalisatie. 2) LANGDURIG VERBLIJF (F, M, L) Men spreekt van een langdurig verblijf als op het einde van een registratiesemester de patiënt nog niet ontslagen is en reeds minstens zes maanden ononderbroken in het ziekenhuis verblijft. Let op: de langdurige verblijven mag men niet verwarren met de niet-beëindigde verblijven waarvoor er reeds verpleegkundige gegevens dienen doorgestuurd te worden. Meer informatie m.b.t. de niet-beëindigde verblijven kan men terugvinden onder punt 9. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over niet-beëindigde verblijven. De registratie voor een langdurig verblijf wordt opgesplitst (met behoud van hetzelfde verblijfsnummer en hetzelfde anoniem patiëntennummer) zodat de gegevens zo snel mogelijk voor de FOD beschikbaar zijn. Verschillende delen van een langdurig verblijf: Eerste registratie (A2_HOSPTYPE_FAC = F): Als de patiënt op het einde van een registratiesemester nog niet ontslagen is en reeds minimaal ZES maanden in het ziekenhuis verblijft, dienen de eerste gegevens opgestuurd te worden. Deze registratie bevat dus gegevens van het huidige en het vorige semester. Voorbeeld voor registratieperiode : Voor de patiënten die tussen 1/7/2008 en 31/12/2008 opgenomen werden en die op 30/6/2009 nog niet ontslagen zijn, worden de gegevens van bij opname tot het einde van het registratieperiode (voor is dit 30/6/2009) opgestuurd. Tussentijdse registratie (A2_HOSPTYPE_FAC = M): Voor elk volgend volledig semester dat de patiënt in het ziekenhuis verblijft, dient eveneens een registratie opgemaakt en doorgestuurd te worden. Deze registratie bevat enkel die gegevens die betrekking hebben op het semester van registratie. Voorbeeld voor registratieperiode : Voor de patiënten die vóór 01/07/2008 opgenomen werden en die op 30/6/2009 nog niet ontslagen werden en voor wie tijdens de registratie reeds een eerste of tussentijdse registratie meegegeven werd, worden voor de registratie de gegevens m.b.t. de periode van 01/01/2009 tot 30/6/2009 doorgestuurd. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 22

23 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf Laatste registratie (A2_HOSPTYPE_FAC = L): Voor het semester waarin de patiënt ontslagen wordt, moeten dan enkel de gegevens van dit laatste semester doorgestuurd worden zonder dat er eerst een samenvatting van het ganse verblijf moet gemaakt worden. Voorbeeld voor registratieperiode : Voor de patiënten die vóór 01/07/2008 opgenomen werden en ontslagen tijdens het eerste semester van 2009, worden alle relevante gegevens voor de periode van het begin van de registratieperiode (01/01/2009) tot aan het ontslag uit het ziekenhuis opgestuurd. 3) VOORLOPIGE REGISTRATIE VAN DE NIET-BEËINDIGDE VERBLIJVEN WAARVOOR REEDS VERPLEEGKUNDIGE GEGEVENS DIENEN DOORGESTUURD TE WORDEN (N) Alle verblijven van patiënten die op het einde van de registratieperiode nog niet ontslagen zijn en die verbleven hebben op een verpleegeenheid waar er VG-MZG geregistreerd moet worden en dit gedurende minstens 1 zorgperiode tijdens een VG-MZG periode (of er nu al dan niet een VG-MZG item geregistreerd werd) en die geen langdurig verblijf hebben (het type ziekenhuisverblijf is niet F, M of L). Voor deze verblijven moet een beperkte registratie uitgevoerd worden. Daarnaast dient er bij de volgende registratieperiode een volledige definitieve registratie te gebeuren (na het ontslag uit het ziekenhuis of naar aanleiding van de eerste registratie van een langdurig verblijf) met uitzondering van de verpleegkundige gegevens (ITEMDIVG). Zie ook punt 9. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over niet-beëindigde verblijven. 4) CHIRURGISCHE DAGHOSPITALISATIE (C) De functie chirurgische daghospitalisatie wordt beschreven in het KB van 25 november Alle daghospitalisatieverblijven met een prestatie uit lijst A (bijlage 3, punt 6 van het KB van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, gewijzigd door bijlage 1 van het KB van 4 juni 2003 tot wijziging van het KB van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen en alle eventuele volgende wijzigingen) worden als chirurgische daghospitalisatie beschouwd. Er is voor deze verblijven sinds 1 juli 2002 een verpleegdagprijs verschuldigd in plaats van een forfait. 5) NIET-CHIRURGISCHE DAGHOSPITALISATIE (D) Alle verblijven waarbij de patiënt uit het ziekenhuis ontslagen wordt op dezelfde dag als die waarop hij is opgenomen overeenkomstig het akkoord, zoals bedoeld in artikel 42 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, geldend gedurende de periode van het verblijf. De functie niet-chirurgische daghospitalisatie wordt beschreven in het KB van 10 februari Voor deze verblijven wordt een forfait daghospitalisatie aangerekend. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 23

24 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf Meer informatie m.b.t. de daghospitalisatie kan men terugvinden onder punt 9. Bijkomende Informatie: Bijkomende informatie over daghospitalisaties (punt Type ziekenhuisverblijf = D: functie niet-chirurgische daghospitalisaties). 6) AMBULANTE SPOED (U) Ambulante spoed mag enkel gebruikt worden bij een contact met spoedgevallendienst waarbij geen ligdag of dagforfait gefactureerd is. OPMERKING: Bij het bepalen van het type ziekenhuisverblijf voor korte verblijven (daghospitalisatie) bestaat de volgende hiërarchie: Chirurgische daghospitalisatie (C) heeft steeds voorrang. Daarna daghospitalisatie (D) in die diensten waar een dagforfait mag aangerekend worden. Het type ambulante spoed (U) mag enkel gebruikt worden bij een contact met spoedgevallendienst waarbij geen ligdag of dagforfait gefactureerd is. Meer informatie omtrent bovenstaande kunt u vinden in punt 9. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over daghospitalisaties. A2 / Veld 15 A2_TOTAL_NUMBER_DAY_FAC: totaal aantal volledig te factureren ligdagen (tot einde registratieperiode) voor het ziekenhuisverblijf Minimale lengte: 1 cijfer Maximale lengte: 5 cijfers Voorbeeld: 6 Deze waarde is gelijk aan de totale som voor heel het verblijf te beginnen bij de opname in het ziekenhuis tot het ontslag uit het ziekenhuis of tot het einde van de registratieperiode (voor het eerste deel en de tussentijdse delen van langdurige verblijven en voor de voorlopige registratie van de niet-beëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens dienen doorgestuurd te worden). De partieel te factureren en de niet te factureren ligdagen worden niet meegerekend. Dit betekent dat alle volledig te factureren dagen van de velden 10 en 11 uit het bestand STAYINDX voor alle bedindexen van hetzelfde ziekenhuisverblijf opgeteld dienen te worden. Daar voor de tussentijdse en laatste delen van een langdurig verblijf niet alle facturatie gegevens opnieuw mogen worden meegegeven is de som van de bedindexen van de velden 10 en 11 van STAYINDX voor deze verblijven niet gelijk zijn aan de inhoud van het veld A2_TOTAL_NUMBER_DAY_FAC. Verder uitleg hieromtrent kunt u terugvinden bij het bestand STAYINDX. Tabel 2-4: Bepaling van A2_TOTAL_NUMBER_DAY_FAC: totaal aantal volledig te factureren ligdagen A2_HOSPTYPE_FAC OMSCHRIJVING A2_TOTAL_NUMBER_DAY_FAC H Klassieke hospitalisatie Totaal van opname tot ontslag F Langdurig verblijf F Totaal van opname tot einde semester M M Totaal van opname tot einde semester L L Totaal van opname tot ontslag N Voorlopige registratie voor verpleegkundige gegevens Nog niet nodig, mag 0 zijn of het totaal van opname tot einde semester Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 24

25 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf A2_HOSPTYPE_FAC OMSCHRIJVING A2_TOTAL_NUMBER_DAY_FAC C Chirurgische daghospitalisatie 1 D Daghospitalisatie 0 U Contact met spoedgevallendienst zonder forfait en zonder verpleegdagprijs, enkel ambulante spoed 0 Voor H, F, M en L mag deze waarde niet nul zijn behalve als het om het geboorteverblijf gaat en de baby enkel bij de moeder op de M- of op een N*-dienst verbleven heeft. Facturatieregels van het RIZIV voor pasgeborenen: Als het om het geboorteverblijf gaat en de baby enkel bij de moeder op de M- of op een N*- dienst verbleven heeft, mag geen ligdag aangerekend worden. Als de moeder het ziekenhuis verlaten heeft en de baby blijft op de dienst N* of de baby wordt heropgenomen in een dienst N* dan wordt een verpleegdag aangerekend met waarde 0 euro. Voor een geboorteverblijf mag de baby enkel op de NIC of N* verblijven en niet op bijvoorbeeld E of C. Als moeder en kind heropgenomen worden in een M-dienst en beiden ziek zijn dan mag 2 x een echte ligdagprijs aangerekend worden. De baby kan heropgenomen worden in zowel een NIC-, E- als C-dienst en er wordt dan een echte verpleegdag aangerekend. A2 / Veld 16 A2_CODE_READMISSION: code heropname Vast formaat: 1 karakter Tabel 2-5: Toegelaten waarden voor A2_CODE_READMISSION: code heropname CODE OMSCHRIJVING 0 Onbekend 1 Heropname binnen het jaar na vorig ontslag in hetzelfde ziekenhuis 2 Geen heropname of vorig ontslag uit hetzelfde ziekenhuis meer dan 1 jaar (365 dagen) geleden M Tussentijdse registratie van een langdurig verblijf L Laatste registratie van een langdurig verblijf Hier geeft men aan of de patiënt, tot maximaal 1 jaar voor het begin van het huidige ziekenhuisverblijf, reeds eerder uit hetzelfde ziekenhuis ontslagen was. Alle verblijven in hetzelfde ziekenhuis waarvoor er een registratie binnen het kader van de MZG gebeurd is (zowel klassieke verblijven als de daghospitalisatie (chirurgische en andere), als de ambulante spoed) tellen mee om de heropname te bepalen. Voor een geboorteverblijf dient men steeds de code 2 te gebruiken. A2 / Veld 17 A2_CODE_SEX: geslacht Vast formaat: 1 karakter Tabel 2-6: Toegelaten waarden voor A2_CODE_SEX: geslacht CODE OMSCHRIJVING 0 Onbepaalbaar (deze code mag enkel genoteerd worden wanneer er bij de geboorte onduidelijkheid is over het geslacht van de pasgeborene) Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 25

26 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf 1 Mannelijk 2 Vrouwelijk 3 Veranderd Het geslacht (code 1 of 2) wordt weergegeven volgens de gegevens die op de identiteitskaart (of een ander identificatiepapier) van de patiënt vermeld staan. Opmerking: de waarde veranderd (code 3) werd ingevoerd om de problemen met geslachtsgebonden aandoeningen bij patiënten die van geslacht veranderd zijn, op te vangen. Als bij geslacht veranderd aangeduid wordt, zullen er geen foutmeldingen verschijnen in het controleprogramma. Het geslacht van een patiënt wordt geregistreerd bij opname. A2 / Veld 18 A2_CODE_INDIC_AGE: indicator leeftijd Vast formaat: 1 karakter Toegelaten waarden: zie onderstaande tabel 2-7 In de MZG registratie wordt enkel het geboortejaar van de patiënt geregistreerd. Het is nochtans belangrijk te weten of het al dan niet over een pasgeborene gaat. Daarom wordt voor elk ziekenhuisverblijf een indicator voor de leeftijd bij opname opgevraagd. Een pasgeborene wordt gedefinieerd als een patiënt die in het ziekenhuis geboren wordt of die bij opname niet ouder is dan 28 dagen (regels APR-DRG). Voorbeelden: Een patiënt van 28 dagen oud bij opname = pasgeborene. Een patiënt van 29 dagen oud bij opname is GEEN pasgeborene meer. Voor een doodgeboren baby dient er geregistreerd te worden volgens de criteria van het KB van 17 juni 1999 (BS 4 september 1999) waarbij het opmaken van een jaarlijkse statistiek van de overlijdensoorzaken wordt voorgeschreven: Als het geboortegewicht 500 gram of meer is of bij onbekend geboortegewicht, als de zwangerschapsduur 22 volle weken of meer is of de lichaamslengte groter dan of gelijk aan 25 cm van kruin tot hiel is. Voor alle pasgeborenen (onafhankelijk van de dienst waarin ze verblijven) worden er bijkomende gegevens opgevraagd. Deze worden beschreven in het bestand PATBIRTH in het domein van de medische gegevens. De code 1 (pasgeborene, patiënten met een leeftijd bij opname van 28 dagen of minder of geboren tijdens het huidige verblijf) uit MKG bestaat niet meer maar is verder opgesplitst in A, B en C. Tabel 2-7: Toegelaten waarden voor A2_CODE_INDIC_AGE: indicator leeftijd CODE OMSCHRIJVING A Pasgeborene, patiënten met een leeftijd bij opname van 0 dagen tot en met 7 dagen of geboren tijdens het huidige verblijf B Pasgeborene, patiënten met een leeftijd bij opname van 8 dagen tot en met 14 dagen C Pasgeborene, patiënten met een leeftijd bij opname van 15 dagen tot en met 28 dagen 2 Kinderen met een leeftijd bij opname van meer dan 28 dagen maar minder dan 1 jaar 3 Alle overige patiënten (leeftijd bij opname vanaf 1 jaar) Indien men bij A2_CODE_SEX de code 3 (veranderd) codeert, mag men voor de indicator leeftijd (A2_CODE_INDIC_AGE) enkel de waarde 3 (leeftijd bij opname vanaf 1 jaar) gebruiken. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 26

27 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf Indien men bij A2_CODE_SEX de code 0 (onbepaalbaar) codeert, mag men voor de indicator leeftijd (A2_CODE_INDIC_AGE) de waarde 3 (leeftijd bij opname vanaf 1 jaar) niet gebruiken. Men dient dus verplicht te kiezen voor code A, B, C of 2. A2 / Veld 19 A2_CODE_ZIP: postcode België Vast formaat: 4 karakters Voorbeeld: 2600, 0000 De registratie van dit veld geldt bij opname van de patiënt in het ziekenhuis. Voor de inwoners van België wordt de postcode van de gemeente waar de patiënt gedomicilieerd is, ingevuld. Voor personen zonder vaste woonplaats omwille van professionele redenen, zoals bijvoorbeeld foorkramers en binnenschippers, moet de postcode van hun referentiegemeente opgegeven worden. Voor daklozen en alle ANDERE personen zonder vaste woonplaats moet de code 9999 ingevuld worden. Voor patiënten (Belgen en niet-belgen) die in het buitenland gedomicilieerd zijn, dient dit veld opgevuld te worden met nullen: Soms krijgen bedrijven of organisaties die veel post ontvangen een eigen postcode (vb. VRT = 1043, SHAPE = 7010, etc.). In MKG werden deze postcodes niet opgenomen. Voor MZG geldt volgende regel: indien iemand effectief gedomicilieerd is op deze postcode dan mag men deze administratieve postcodes gebruiken. In andere gevallen zijn deze postcodes niet toegelaten. Voorbeeld: Als een persoon niet gedomicilieerd is op de postcode van het Europees Parlement, dan mag men deze postcode niet gebruiken, men dient dan de postcode te gebruiken van de stad of gemeente waar deze persoon wel gedomicilieerd is. Voor de voorlopige registratie van de niet-beëindigde verblijven waarvoor men reeds verpleegkundige gegevens dient door te sturen, mag men hier ofwel de reële waarde ingeven ofwel de waarde 0000 wat voor deze verblijven onbekend wil zeggen. A2 / Veld 20 A2_CODE_COUNTRY: landcode Vanaf MZG 2011 veranderden de landcodes en dus maken we hier een onderscheid tussen de registratie tot en met MZG 2010 en de registratie vanaf MZG ) LANDCODE TOT EN MET MZG 2010 Vast formaat: 3 karakters Voorbeeld: 150 De registratie van dit veld geldt bij opname van de patiënt in het ziekenhuis. Voor inwoners (Belgen en niet-belgen) van België dient hier de landcode 150 ingevuld te worden. Indien men landcode 150 ingeeft, dan kan men bij A2_CODE_ZIP de waarde 0000 niet ingeven behalve voor de voorlopige registratie van de niet-beëindigde verblijven waarvoor men reeds verpleegkundige gegevens dient door te sturen omdat bij deze verblijven de waarde 0000 gelijk staat met onbekend. Voor patiënten (Belgen en niet-belgen) die in het buitenland gedomicilieerd zijn, wordt een andere landcode ingevuld. De lijst vindt men terug in het referentiebestand Landcodes voor het Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 27

28 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf veld A2_CODE_COUNTRY (STAYHOSP), die men kan terugvinden op onze website Gezondheid Organisatie van de gezondheidszorg Registratiesystemen Minimale Ziekenhuis Gegevens (MZG) Richtlijnen Referentiebestanden Domein 3: Administratieve gegevens. Voor daklozen en alle andere personen zonder vaste woonplaats moet de landcode 150 worden ingevuld. Voor de niet-beëindigde verblijven waarvoor men reeds verpleegkundige gegevens dient door te sturen, registreert men ofwel de reële landcode ofwel landcode ) LANDCODE VANAF MZG 2011 Vast formaat: 2 karakters Voorbeeld: BE Voor de registraties sinds MZG 2011 moet de code van het land waar de patiënt gedomicilieerd is, voldoen aan de ISO-3166 normen. Deze internationale codes bestaan uit 2 letters in de plaats van de huidige (Belgische) code van 3 cijfers. De lijst vindt men eveneens terug in het referentiebestand Landcodes voor het veld A2_CODE_COUNTRY (STAYHOSP), die men kan terugvinden op onze website Gezondheid Organisatie van de gezondheidszorg Registratiesystemen Minimale Ziekenhuis Gegevens (MZG) Richtlijnen Referentiebestanden Domein 3: Administratieve gegevens. De lijst van codes uit 2 letters bevindt zich onder de lijst van codes uit 3 cijfers. A2 / Veld 21 A2_CODE_INDIC_NAT: indicator nationaliteit Vast formaat: 2 karakters Toegelaten waarden: zie onderstaande tabel 2-8 Tabel 2-8: Toegelaten waarden voor A2_CODE_INDIC_NAT: indicator nationaliteit CODE OO BE DE FR UK LU NL EU ER AF AM AZ OC OMSCHRIJVING De nationaliteit van de patiënt is niet gekend De patiënt heeft de Belgische nationaliteit De patiënt heeft de Duitse nationaliteit De patiënt heeft de Franse nationaliteit De patiënt heeft de Britse nationaliteit De patiënt heeft de Luxemburgse nationaliteit De patiënt heeft de Nederlandse nationaliteit De patiënt is geen Belg, geen onderdaan van één van onze buurlanden, maar heeft wel de nationaliteit van één van de andere landen van de Europese Unie De patiënt heeft de nationaliteit van één van de landen uit Europa die niet tot de Europese Unie behoren De patiënt heeft de nationaliteit van één van de landen uit Afrika De patiënt heeft de nationaliteit van één van de landen uit Amerika De patiënt heeft de nationaliteit van een van de landen van Azië De patiënt heeft de nationaliteit van één van de landen uit Oceanië De registratie van dit veld geldt bij opname van de patiënt in het ziekenhuis. In dit veld wordt de nationaliteit van de patiënt ingevuld, zoals het is aangegeven op zijn/haar identiteitskaart of reispas. Indien een patiënt meerdere nationaliteiten heeft, dan volstaat het één hiervan te registreren. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 28

29 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf De nationaliteit mag men niet verwarren met het vorige veld waar het gaat over het land waar de patiënt zijn vaste woonplaats heeft. Het voorbeeld hieronder geeft dit onderscheid aan: Voorbeeld: Een patiënt heeft zijn vaste woonplaats in Sint Maarten en wordt opgenomen in een Belgisch ziekenhuis. Sint Maarten maakt deel uit van de Nederlandse Antillen en is een zelfstandig land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Hoewel de Nederlandse Antillen op 10 oktober 2010 als land werd opgegeven, bestaat de term Nederlandse Antillen nog als aanduiding van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint-Eustatius en Saba die deel uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden. In geval van deze patiënt worden de volgende waarden geregistreerd: - Veld 20 A2_CODE_COUNTRY = AN - Veld 21 A2_CODE_INDIC_NAT = NL Er wordt een onderscheid gemaakt tussen Belgen, Fransen, Nederlanders, Duitsers, Luxemburgers, Britten, Europeanen uit de andere landen van de Europese Unie, andere Europeanen en onderdanen van een land uit een ander continent. Voor de voorlopige registratie van de niet-beëindigde verblijven waarvoor men reeds verpleegkundige gegevens dient door te sturen, registreert men ofwel de reële nationaliteit ofwel code OO, hetgeen voor deze verblijven onbekend betekent. A2 / Veld 22 A2_CODE_STAT_INSURANCE: code verzekeringsstatus patiënt gedurende dit verblijf Vanaf MZG2012 veranderen de codes van de verzekeringsstatus van de patiënt en dus maken we hier een onderscheid tussen de registratie tot en met MZG2011 en de registratie vanaf MZG ) CODE VERZEKERINGSSTATUS PATIËNT TOT EN MET MZG 2011 Vast formaat: 1 karakter Tabel 2-9: Toegelaten waarden voor A2_CODE_STAT_INSURANCE: code verzekeringsstatus patiënt gedurende dit verblijf, tot en met MZG2011 CODE OMSCHRIJVING A Niet verzekerden (ook OCMW) B Patiënten aangesloten bij Belgische mutualiteit (ook Oorlogsinvaliden, Hulpkas zeevarenden, Arbeidsongevallen, etc.) C Internationale verdragen (Europese ziekteverzekeringskaart) D Specifieke akkoorden 0 (nul) Onbekend: Voorlopige waarde, enkel te gebruiken voor A2_HOSPTYPE_FAC = N De registratie van dit veld geldt bij opname van de patiënt in het ziekenhuis. Voor pasgeborenen, die nog geen verzekeringsstatus hebben, mag men de verzekeringsstatus van de moeder overnemen. Code C betreft de Europese ziekteverzekeringskaart voor buitenlanders opgenomen in een Belgisch ziekenhuis. Deze kaart toont dat de patiënt in orde is met de ziekteverzekering. Personen kunnen deze kaart gebruiken als ze tijdelijk in het buitenland verblijven. De reden van het verblijf speelt geen rol (vb. vakantie, studies, werk ). Code D betreft speciale akkoorden tussen landen voor bepaalde ziekten (vb. behandeling van diabetisch patiënten tussen Noord-Frankrijk en de ziekenhuizen van Henegouwen). Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 29

30 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf 2) CODE VERZEKERINGSSTATUS PATIËNT VANAF MZG 2012 Vast formaat: 3 karakters (i.p.v. 1 karakter) Tabel 2-10: Toegelaten waarden voor A2_CODE_STAT_INSURANCE: code verzekeringsstatus patiënt gedurende dit verblijf, vanaf MZG2012 NIEUWE CODE OMSCHRIJVING CATEGORIE VAN PATIËNTEN 001 Landsbond der Christelijke Mutualiteiten 002 Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen 003 Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten 004 Landsbond van Liberale Mutualiteiten 005 Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen 006 Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering 009 Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS 200 Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-strijders en Oorlogsslachtoffers 210 Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden 220 Dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid 230 O.C.M.W. 300 Zorgcontracten met buitenlandse zorgactoren gevestigd in een lidstaat van EU/EER of Zwitserland, en zonder dekking voor gezondheidszorg in België C1a Privé-initiatief van personen die ziektekostenverzekerd zijn in een andere 310 lidstaat van de EU/EER of Zwitserland, en zonder dekking voor C1b gezondheidszorg in België 320 Personen die ziektekostenverzekerd zijn bij een instelling van internationaal of Europees recht, en zonder dekking voor gezondheidszorg in België C2 Patiënten die ziektekostenverzekerd zijn in een land dat niet behoort tot de 330 EU/EER en Zwitserland en die niet onder een internationale overeenkomst C3 vallen, en zonder dekking voor gezondheidszorg in België 400 Niet-verzekerden D1 500 Andere 000 Onbekend: voorlopige waarde, enkel voor A2_HOSPTYPE_FAC = N A (De Z-patiënten en de gelijkgestelden) of A B (De niet ZIVpatiënten 'art. 110) of B Meer informatie over de categorie van patiënten (laatste kolom van tabel 2-10) is te vinden in het document onder punt 9. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over de indeling van alle categorieën van patiënten in de Belgische ziekenhuizen. De codes 001 tot en met 009 zullen moeten worden ingevuld voor de categorie A (of A ) van de bijgevoegde nota (de ZIV-patiënten en de gelijkgestelden). De codes 200 tot en met 230 betreffen de categorie B (de niet ZIV-patiënten artikel 110 ) (of B ), code 300 correspondeert met categorie C1a, code 310 met categorie C1b, code 320 met categorie C2, code 330 met categorie C3 en code 400 met categorie D1. Code 500 is toegevoegd indien de patiënt niet kan ondergebracht worden onder één van de voornoemde codes. Het Fonds voor Beroepsziekten, het Fonds voor Arbeidsongevallen en het Speciaal Onderstandsfonds (categorieën A en B ) worden in deze indeling niet vermeld (en dienen dus niet apart opgegeven te worden) vermits regularisatie hiervoor achteraf verloopt via het systeem van de subrogaties. In deze gevallen wordt de code 500 geregistreerd. De codes 300, 310, 320 en 330 kunnen enkel gebruikt worden voor patiënten die niet bij een Belgische mutualiteit aangesloten zijn. Voor de indeling van de patiënt in deze categorieën is de nationaliteit en het land van domicilie van de patiënt niet belangrijk. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 30

31 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf Voorbeelden: - Een patiënt die in de EU, EER of Zwitserland, maar niet in België, voor zijn geneeskundige zorg verzekerd is (bv. in Nederland), laat zich in een Belgisch ziekenhuis behandelen in het kader van een zorgcontract dat tussen zijn (Nederlandse) zorgverzekeraar en het Belgische ziekenhuis waar hij opgenomen wordt, afgesloten werd. Deze patiënt wordt geregistreerd onder code Een patiënt (wiens nationaliteit en land van domicilie hier ook niet van belang zijn) heeft een ziektekostenverzekering in de EU, EER of Zwitserland, maar niet in België (bv. in Duitsland). Hij laat zich in een Belgisch ziekenhuis behandelen en betaalt de factuur aan 100 %. Nadien vraagt hij terugbetaling aan zijn ziektekostenverzekeraar in Duitsland (bv. op basis van Richtlijn 2011/24/EU). Deze patiënt wordt geregistreerd onder code Een patiënt (wiens nationaliteit en land van domicilie opnieuw niet van belang zijn) met een ziekteverzekering via een instelling van internationaal of Europees recht (bv. EUambtenaar) wordt geregistreerd onder code Een patiënt is in Zuid-Afrika tegen ziektekosten verzekerd. De nationaliteit en het land van domicilie van de patiënt zijn ook hier niet relevant. De patiënt beslist om zich in een Belgisch ziekenhuis te laten behandelen. Hij betaalt de factuur aan 100 % en vraagt achteraf terugbetaling volgens de voorwaarden van zijn Zuid-Afrikaanse ziekteverzekering. Deze groep patiënten wordt geregistreerd onder code Een patiënt die niet in België tegen ziektekosten verzekerd is, laat zich in een Belgisch ziekenhuis behandelen in het kader van een zorgcontract dat tussen een buitenlandse zorgactor (buiten de EU/EER of Zwitserland) en het Belgische ziekenhuis werd afgesloten. Deze groep patiënten wordt geregistreerd onder code Een patiënt die over een Belgische mutualiteit beschikt, laat op privé initiatief een ingreep of onderzoek uitvoeren. Hij betaalt de factuur zelf en wordt geregistreerd onder code 500. Voor de tussentijdse en laatste registratie van langdurige verblijven (A2_HOSPTYPE_FAC = M of L) moeten de oude codes gebruikt worden tot en met MZG Indien de patiënt nog langer in het ziekenhuis blijft, moeten de nieuwe codes in elk geval gebruikt worden vanaf MZG De registratie van dit veld geldt bij opname van de patiënt in het ziekenhuis. Voor pasgeborenen, die nog geen verzekeringsstatus hebben, moet men de verzekeringsstatus van de moeder overnemen. A2 / Veld 23 A2_CODE_PLACE_BEFORE_ADM: plaats vóór opname Vast formaat: 1 karakter Tabel 2-11: Toegelaten waarden voor A2_CODE_PLACE_BEFORE_ADM: plaats vóór opname CODE OMSCHRIJVING 0 Onbekend Slechts te gebruiken in uitzonderlijke gevallen. Vb. voor A2_HOSPTYPE_FAC = N kan men de reële waarde of 0 gebruiken. 1 Thuis Overal waar de patiënt autonoom kan handelen, dus ook bijvoorbeeld service flats voor oudere personen, kot voor studenten, Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 31

32 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf CODE OMSCHRIJVING 2 Administratieve opname van een langdurig verblijf bij fusie Enkel voor een tussentijdse of laatste registratie van een langdurig verblijf na fusie waarvoor reeds een registratie in het vorige semester meegestuurd werd, maar met een ander erkenningsnummer (nl. het erkenningsnummer dat vóór de fusie geldig was). 3 Ander ziekenhuis: niet-universitair 4 Ander ziekenhuis: universitair 5 Ander ziekenhuis: psychiatrisch 6 Rust- en verzorgingstehuis (RVT) en bejaardentehuizen 7 Psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT) en beschut wonen 8 Geboorteverblijf Geboren in dit ziekenhuis of opname in het ziekenhuis omwille van de geboorte. 9 Andere Dit kan een andere instelling zijn. Vb. gevangenis, internaat, A Weg van / naar het werk B Op het werk C Weg van / naar de school D In de school (inclusief sport op school) E Verkeer (behalve weg van/naar werk of school) F Tijdens sport (behalve sport op school) G Openbare plaats M Tussentijdse registratie van een langdurig verblijf Geen nieuwe opname, dus is de plaats vóór opname niet relevant. L Laatste registratie van een langdurig verblijf Geen nieuwe opname, dus is de plaats vóór opname niet relevant. Z NIEUW VANAF MZG 2018 Ongepland klassiek verblijf onmiddellijk aansluitend op een verblijf in daghospitalisatie NIEUW VANAF MZG 2018 De patiënt komt in eerste instantie voor slechts één dag naar het ziekenhuis (chirurgische of niet-chirurgische daghospitalisatie), maar de behandelende arts beslist dat de patiënt voor een langere periode in het ziekenhuis moet blijven (minstens tot de dag na opname in het daghospitaal of zelfs langer). Enkel te gebruiken bij A2_HOSPTYPE_FAC = H, F of N wanneer het verblijf in daghospitaal en het ongepland klassiek verblijf omwille van facturatieredenen als 2 verblijven geregistreerd worden. Hiermee wordt de plaats bedoeld waar de patiënt zich bevond juist voor de opname in dit ziekenhuis. Dit is niet per definitie gelijk aan de woonplaats. Dit komt niet noodzakelijk overeen met het officieel domicilieadres van de patiënt. Deze waarden gelden voor alle MZG registraties, ongeacht of de opname al dan niet via spoed gebeurt. De volgende combinaties zijn mogelijk: Voor een baby die in het ziekenhuis geboren wordt, dient zowel voor plaats vóór opname (A2_CODE_PLACE_BEFORE_ADM), type opname (A2_CODE_ADM) als verwezen door (A2_CODE_ADRBY) de code 8 ingevuld te worden. Type opname 5 (terugtransfer) kan enkel met plaats vóór opname 3, 4 of 5 (ander ziekenhuis: niet-universitair, universitair of psychiatrisch). Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 32

33 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf Als de patiënt bij opname in het ziekenhuis ouder is dan zeven dagen (dus A2_CODE_INDIC_AGE is niet gelijk aan A), dan mag in het veld plaats voor opname geen 8 (geboren in dit ziekenhuis) geregistreerd worden. Voor de tussentijdse en de laatste registratie van de langdurige verblijven (A2_HOSPTYPE_FAC = M of L) dient in dit veld M respectievelijk L ingevuld te worden. NIEUW vanaf MZG 2018 Als omwille van facturatieredenen het verblijf in daghospitaal en het ongepland klassiek verblijf als 2 verblijven geregistreerd worden, dan moet voor het klassiek verblijf (A2_HOSPTYPE_FAC = H, F of N) in de velden plaats voor opname, type opname en verwezen door steeds Z geregistreerd worden. A2 / Veld 24 A2_CODE_ADM: type opname Vast formaat: 1 karakter Tabel 2-12: Toegelaten waarden voor A2_CODE_ADM: type opname CODE OMSCHRIJVING 0 Onbekend Slechts te gebruiken in uitzonderlijke gevallen. Vb. voor A2_HOSPTYPE_FAC = N kan men de reële waarde of 0 gebruiken. 3 Geplande opname (*) De opname in het ziekenhuis was al eerder afgesproken. Er werd dus vooraf gepland wanneer de opname zou gebeuren. 4 Vanuit daghospitalisatie De patiënt komt in eerste instantie voor slechts één dag in het ziekenhuis (chirurgische en niet-chirurgische daghospitalisatie), maar de behandelende arts beslist dat de patiënt voor een langere periode in het ziekenhuis moet blijven (minstens tot de dag na opname van het verblijf in het daghospitaal of zelfs langer). NIEUW VANAF MZG 2018 Enkel te gebruiken bij A2_HOSPTYPE_FAC = H, F of N wanneer het verblijf in daghospitaal en het ongepland klassiek verblijf als 1 verblijf geregistreerd worden. 5 Terugtransfer (*) Terugkomst van een patiënt van het ziekenhuis waarnaar hij getransfereerd was. 6 Plaatsing (*) Verplichte opname of plaatsing door rechter, politie, enz. 8 Geboorteverblijf Geboren in dit ziekenhuis of opname in het ziekenhuis omwille van de geboorte. A B C D Dringende opname via spoedgevallendienst zonder betrokkenheid van de dienst 112 of een ambulance. Dringende opname via spoedgevallendienst zonder betrokkenheid van de dienst 112 met een ambulance, zonder tussenkomst van een MUG-functie of PIT. Dringende opname via spoedgevallendienst met betrokkenheid van de dienst 112 met een ambulance, zonder tussenkomst van een MUGfunctie of PIT. Dringende opname via spoedgevallendienst met een ambulance en met de begeleiding van de erkende MUG-functie en/of PIT van de ziekenhuiscampus (eventueel associatie) of als deze MUG-functie de patiënt ter plaatse verzorgd heeft. Patiënt komt binnen met eigen vervoer of met de politie of met een arts of met het openbaar vervoer maar zonder een ambulance, zonder betrokkenheid van de dienst 112, en wordt opgenomen via de spoedgevallendienst. Patiënt komt in het ziekenhuis via ambulance, maar zonder een MUG of PIT, de dienst 112 was niet betrokken. Er werd geen MUG-fiche of PIT-fiche opgemaakt. Patiënt komt in het ziekenhuis via een ambulance, maar zonder een MUG of PIT, de dienst 112 was wel betrokken. Er werd geen MUG-fiche of PIT-fiche opgemaakt. Patiënt komt in het ziekenhuis via een ambulance en erkende MUG-functie en/of PIT van de ziekenhuiscampus (eventueel associatie) heeft de patiënt verzorgd, de dienst 112 was dus betrokken. Er is bovendien een MUG-fiche en/of PIT-fiche opgemaakt. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 33

34 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf CODE OMSCHRIJVING E G Dringende opname via spoedgevallendienst met een ambulance en met de begeleiding van een andere erkende MUG-functie en/of PIT dan die van de ziekenhuiscampus (eventueel associatie) of als deze MUG-functie en/of PIT de patiënt ter plaatse verzorgd heeft Dringende opname zonder passage via de dienst spoedgevallen. Patiënt komt in het ziekenhuis via een ambulance én een andere MUG-functie en/of PIT dan die van de ziekenhuiscampus (eventueel associatie) heeft de patiënt verzorgd, de dienst 112 was dus betrokken. Er is bovendien een MUG-fiche en/of PIT-fiche opgemaakt. Deze code mag enkel gebruikt worden voor patiënten die dringend in het ziekenhuis opgenomen worden MAAR die niet ingeschreven worden via de balie van de dienst spoedgevallen. Vb. opname voor een bevalling zonder passage via de dienst spoedgevallen. M Tussentijdse registratie van een langdurig Geen nieuwe opname, dus is het type opname niet relevant. verblijf L Laatste registratie van een langdurig verblijf Geen nieuwe opname, dus is het type opname niet relevant. Z NIEUW VANAF MZG 2018 Ongepland klassiek verblijf onmiddellijk aansluitend op een verblijf in daghospitalisatie NIEUW VANAF MZG 2018 De patiënt komt in eerste instantie voor slechts één dag naar het ziekenhuis (chirurgische of niet-chirurgische daghospitalisatie), maar de behandelende arts beslist dat de patiënt voor een langere periode in het ziekenhuis moet blijven (minstens tot de dag na opname in het daghospitaal of zelfs langer). Enkel te gebruiken bij A2_HOSPTYPE_FAC = H, F of N wanneer het verblijf in daghospitaal en het ongepland klassiek verblijf omwille van facturatieredenen als 2 verblijven geregistreerd worden. (*) 3, 5 en 6 zijn onafhankelijk van het feit of de patiënt al dan niet ingeschreven werd aan de balie van de dienst spoedgevallen. Bij de inschrijving via de balie van de dienst spoedgevallen moet voor het specialisme een code gebruikt worden die met URG begint (zie CODE_SPEC van het bestand STAYSPEC bij de administratieve gegevens). De codes A tot en met E kunnen enkel gebruikt worden als de patiënt in het ziekenhuis via de balie van de dienst spoedgevallen ingeschreven wordt EN als de opname niet gepland is bij aankomst op de dienst spoedgevallen (bij aankomst op de dienst spoedgevallen weet noch de arts noch de patiënt of er een opname zal volgen). Voor deze opnames dient een specialisme URG gecodeerd te worden. Voor dringende opnames die NIET via de dienst spoedgevallen opgenomen worden, mag enkel de code G gebruikt worden. Er mag dan geen enkele code specialisme (CODE_SPEC) beginnen met URG. De volgende combinaties zijn mogelijk: Voor een baby die in het ziekenhuis geboren wordt, dient zowel voor plaats vóór opname als type opname en verwezen door de code 8 ingevuld te worden. Als de patiënt bij opname in het ziekenhuis ouder is dan 7 dagen (dus A2_CODE_INDIC_AGE is niet gelijk aan A), dan mag in het veld type opname niet 8 (geboren in dit ziekenhuis) geregistreerd worden. Type opname 5 (terugtransfer) kan enkel met plaats vóór opname 3, 4 of 5 (ander ziekenhuis: niet-universitair, universitair en psychiatrisch). Voor de tussentijdse en de laatste registratie van de langdurige verblijven dient in dit veld M respectievelijk L ingevuld te worden. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 34

35 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf Voor de langdurige verblijven zijn volgende combinaties mogelijk: plaats vóór opname 2 (administratieve opname van een langdurig verblijf bij fusie) met type opname M of L. indien de plaats vóór opname M of L is, dan is ook het type opname en verwezen door (zie volgende paragraaf) M of L. NIEUW vanaf MZG 2018 Als omwille van facturatieredenen het verblijf in daghospitaal en het ongepland klassiek verblijf als 2 verblijven geregistreerd worden, dan moet voor het klassiek verblijf (A2_HOSPTYPE_FAC = H, F of N) in de velden plaats voor opname, type opname en verwezen door steeds Z geregistreerd worden. A2 / Veld 25 A2_CODE_ADRBY: verwezen door Vast formaat: 1 karakter Tabel 2-13: Toegelaten waarden voor A2_CODE_ADRBY: verwezen door CODE OMSCHRIJVING 0 Onbekend Slechts te gebruiken in uitzonderlijke gevallen. Vb. voor A2_HOSPTYPE_FAC = N kan men de reële waarde of 0 gebruiken. 1 Op eigen initiatief De persoon in kwestie besluit zelf om opgenomen te worden in een ziekenhuis of wordt ertoe aangezet door iemand uit zijn directe omgeving. 3 Arts-specialist, vanuit eigen ziekenhuis De patiënt dient na een consultatie, voor verdere onderzoeken of een ingreep, in het ziekenhuis opgenomen te worden. 4 Arts-specialist, buiten het ziekenhuis Idem als hierboven maar de arts-specialist is niet verbonden aan het ziekenhuis. 5 Verzekeringsorganisme Een verzekeringsorganisme vraagt om medisch advies (waarvoor opname noodzakelijk is) om het dossier verder te verwerken of af te handelen. 6 Externen Voorbeelden: - de patiënt heeft geen inspraak of weet van de opname in een ziekenhuis. Vb. bij een ongeval kan een patiënt bewusteloos zijn zodat iemand anders in zijn plaats beslist wat er met hem gebeurt. - opname opgelegd door officiële instanties (politie, justitie, ). - voorbijganger aanwezig op het moment van een malaise (zelfs als deze voorbijganger een arts is). 8 Geboorteverblijf Geboren in dit ziekenhuis of opname in het ziekenhuis omwille van de geboorte. A Eigen huisarts met verwijsbrief B Eigen huisarts, na telefonische of mondelinge afspraak C Huisarts van wacht met verwijsbrief D Huisarts van wacht, na telefonische of mondelinge afspraak M Tussentijdse registratie van een langdurig Geen nieuwe opname, dus is de code verwezen door niet verblijf relevant. L Laatste registratie van een langdurig verblijf Geen nieuwe opname, dus is de code verwezen door niet relevant. Z NIEUW VANAF MZG 2018 NIEUW VANAF MZG 2018 De patiënt komt in eerste instantie voor slechts één dag naar het ziekenhuis (chirurgische of niet-chirurgische Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 35

36 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf CODE OMSCHRIJVING Ongepland klassiek verblijf onmiddellijk daghospitalisatie), maar de behandelende arts beslist dat aansluitend op een verblijf in de patiënt voor een langere periode in het ziekenhuis daghospitalisatie moet blijven (minstens tot de dag na opname in het daghospitaal of zelfs langer). Enkel te gebruiken bij A2_HOSPTYPE_FAC = H, F of N wanneer het verblijf in daghospitaal en het ongepland klassiek verblijf omwille van facturatieredenen als 2 verblijven geregistreerd worden. Voor de tussentijdse en de laatste registratie van alle langdurige verblijven dient in dit veld M respectievelijk L ingevuld te worden. Als de huisarts van wacht ook de huisarts van de patiënt is, dan moet de voorkeur gegeven worden aan de codes A en B. Voor een baby die in het ziekenhuis geboren wordt, dient zowel voor plaats vóór opname als type opname en verwezen door de code 8 ingevuld te worden. Als de patiënt bij opname in het ziekenhuis ouder is dan 7 dagen (dus A2_CODE_INDIC_AGE is niet gelijk aan A), dan mag in het veld verwezen door niet 8 (geboren in dit ziekenhuis) geregistreerd worden. NIEUW vanaf MZG 2018 Als omwille van facturatieredenen het verblijf in daghospitaal en het ongepland klassiek verblijf als 2 verblijven geregistreerd worden, dan moet voor het klassiek verblijf (A2_HOSPTYPE_FAC = H, F of N) in de velden plaats voor opname, type opname en verwezen door steeds Z geregistreerd worden. A2 / Veld 26 A2_CODE_DESTINATE: bestemming Vast formaat: 1 karakter Tabel 2-14: Toegelaten waarden voor A2_CODE_DESTINATE: bestemming CODE OMSCHRIJVING 0 Onbekend Slechts te gebruiken in uitzonderlijke gevallen. Vb. voor A2_HOSPTYPE_FAC = N moet men 0 gebruiken. 1 Thuis Overal waar de patiënt autonoom kan handelen, dus ook bijvoorbeeld: service flats voor oudere personen, kot voor studenten, 2 Administratief ontslag van een langdurig verblijf bij fusie Enkel voor een eerste of een tussentijdse registratie van een langdurig verblijf op een campus die in de volgende registratieperiode onder een ander erkenningsnummer zal registreren (door een fusie). 3 Ander ziekenhuis: niet-universitair 4 Ander ziekenhuis: universitair 5 Ander ziekenhuis: psychiatrisch 6 Rust- en verzorgingstehuis (RVT) en bejaardentehuizen 7 Psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT) en beschut wonen 8 Overleden 9 Andere Dit kan een andere instelling zijn. Vb. gevangenis, internaat, A Transfer naar een andere dienst binnen het eigen ziekenhuis Dit gaat enkel over patiënten die niet op de dienst spoedgevallen blijven en voor enkele uren (voor Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 36

37 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf CODE OMSCHRIJVING observatie) naar een andere dienst in het eigen ziekenhuis gaan zonder dat dit aanleiding geeft tot een type ziekenhuisverblijf H, F, M, L, N, C of D (enkel mogelijk voor type ziekenhuisverblijf U). Deze code mag enkel gebruikt worden bij type ontslag (A2_CODE_DISCHARGE) = 9. F Eerste registratie van een langdurig verblijf Geen echt ontslag, dus is de bestemming niet relevant. M Tussentijdse registratie van een langdurig Geen echt ontslag, dus is de bestemming niet relevant. verblijf Z NIEUW VANAF MZG 2018 Ongepland klassiek verblijf onmiddellijk aansluitend op een verblijf in daghospitalisatie NIEUW VANAF MZG 2018 De patiënt komt in eerste instantie voor slechts één dag naar het ziekenhuis (chirurgische of niet-chirurgische daghospitalisatie) maar de behandelende arts beslist dat de patiënt voor een langere periode in het ziekenhuis moet blijven (minstens tot de dag na opname in het daghospitaal of zelfs langer). Enkel te gebruiken bij A2_HOSPTYPE_FAC = C of D wanneer het verblijf in daghospitaal en het ongepland klassiek verblijf omwille van facturatieredenen als 2 verblijven geregistreerd worden. Voor de eerste en tussentijdse registraties van alle langdurige verblijven moet in dit veld F of 2 respectievelijk M of 2 ingevuld te worden. De plaats vóór opname en de bestemming na ontslag zijn gelijkaardig zodat men duidelijk ziet waar de patiënt vandaan komt en waar die naartoe gaat bij ontslag. Als een patiënt naar dezelfde plaats terugkeert als de plaats vóór opname, dan moet men hier hetzelfde registreren in de velden A2_CODE_PLACE_BEFORE_ADM en A2_CODE_DESTINATION. Voor beide velden komt de waarde niet noodzakelijk overeen met het officieel domicilieadres van de patiënt. Uitzonderingen: Plaats vóór opname 8 (geboren in ziekenhuis): een pasgeborene heeft een aparte code opname nodig, maar wordt als een gewone patiënt ontslagen. Code bestemming 8 wordt gebruikt voor de patiënten overleden in het ziekenhuis. Indien men waarde 8, overleden, opgeeft dan zal men als type ontslag enkel kunnen kiezen voor de waarde 3 (overleden met autopsie) of 4 (overleden zonder autopsie). Indien men waarde A (transfer naar een andere dienst binnen het ziekenhuis) ingeeft, dan kan men bij type ontslag enkel de waarde 9 (doorverwezen voor observatie naar een andere dienst binnen het eigen ziekenhuis) opgeven. Voor type ziekenhuisverblijf A2_HOSPTYPE_FAC = C, D, F, M, N of U mag de waarde 8 (overleden) niet gebruikt worden. NIEUW vanaf MZG 2018 Als omwille van facturatieredenen het verblijf in daghospitaal en het ongepland klassiek verblijf als 2 verblijven geregistreerd worden, dan moet voor het verblijf in daghospitaal (A2_HOSPTYPE_FAC = C of D) in de velden bestemming en type ontslag steeds Z geregistreerd worden. A2 / Veld 27 A2_CODE_DISCHARGE: type ontslag Vast formaat: 1 karakter Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 37

38 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf Tabel 2-15: Toegelaten waarden voor A2_CODE_DISCHARGE: type ontslag CODE OMSCHRIJVING 0 Onbekend Slechts te gebruiken in uitzonderlijke gevallen. Vb. voor A2_HOSPTYPE_FAC = N moet men 0 gebruiken. 1 Op medisch advies De behandelende arts geeft toestemming om het ziekenhuis te verlaten (enkel te gebruiken als geen enkele van de onderstaande mogelijkheden van toepassing is). 2 Ontslag tegen medisch advies De patiënt verlaat het ziekenhuis op eigen risico. 3 Overleden met autopsie 4 Overleden zonder autopsie 5 Doorverwezen naar een andere instelling Vb. naar NIC, brandwondencentra, hartcentra, enz. voor gespecialiseerde verzorging, ingreep, diagnosestelling, onderzoek, observatie enz. BEHALVE revalidatie 6 Door- of terugverwezen naar een andere Vb. naar Sp, G, N*, enz. instelling voor revalidatie of nazorg 7 Doorverwezen naar een ander ziekenhuis wegens plaatsgebrek 8 Doorverwezen naar een ander ziekenhuis (financiële redenen) 9 Doorverwezen voor observatie naar een andere dienst binnen het eigen ziekenhuis Dit gaat enkel over patiënten die niet op de dienst spoedgevallen blijven en voor enkele uren (voor observatie) naar een andere dienst in het eigen ziekenhuis gaan zonder dat dit aanleiding geeft tot een type ziekenhuisverblijf H, F, M, L, N, C of D (enkel mogelijk voor type ziekenhuisverblijf U). Deze code mag enkel gebruikt worden bij bestemming A. D Ontslag na daghospitalisatie (voor uitbestede Enkel voor daghospitalisatie. Na procedure met code procedure) naar het ziekenhuis waar de uitbesteed M2_CODE_PLACE_INTERV=3 (procedure patiënt gehospitaliseerd is uitgevoerd in het ziekenhuis voor een patiënt verblijvend in een ander ziekenhuis). F Eerste registratie van een langdurig verblijf Geen echt ontslag, dus is het type ontslag niet relevant. M Tussentijdse registratie van een langdurig Geen echt ontslag, dus is het type ontslag niet relevant. verblijf Z NIEUW VANAF MZG 2018 Ongepland klassiek verblijf onmiddellijk aansluitend op een verblijf in daghospitalisatie NIEUW VANAF MZG 2018 De patiënt komt in eerste instantie voor slechts één dag naar het ziekenhuis (chirurgische of niet-chirurgische daghospitalisatie) maar de behandelende arts beslist dat de patiënt voor een langere periode in het ziekenhuis moet blijven (minstens tot de dag na opname in het daghospitaal of zelfs langer). Enkel te gebruiken bij A2_HOSPTYPE_FAC = C of D wanneer het verblijf in daghospitaal en het ongepland klassiek verblijf omwille van facturatieredenen als 2 verblijven geregistreerd worden. Voor de eerste en tussentijdse registraties van alle langdurige verblijven dient in dit veld F respectievelijk M ingevuld te worden. Voor type ziekenhuisverblijf A2_HOSPTYPE_FAC = C, D, F, M, N of U mag het ontslag type A2_CODE_DISCHARGE niet 3 (overleden met autopsie) of 4 (overleden zonder autopsie) zijn. Indien men de waarde 3 (overleden met autopsie) of 4 (overleden zonder autopsie) noteert, dan mag men voor A2_CODE_DESTINATE enkel de waarde 8 (overleden) coderen. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 38

39 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf Indien men voor bestemming de waarde A (transfer naar een andere dienst binnen het ziekenhuis) ingeeft, kan men bij type ontslag enkel waarde 9 (doorverwezen voor observatie naar een andere dienst binnen het eigen ziekenhuis) opgeven. NIEUW vanaf MZG 2018 Als omwille van facturatieredenen het verblijf in daghospitaal en het ongepland klassiek verblijf als 2 verblijven geregistreerd worden, dan moet voor het verblijf in daghospitaal (A2_HOSPTYPE_FAC = C of D) in de velden bestemming en type ontslag steeds Z geregistreerd worden. A2 / Veld 28 A2_CODE_SYS_DIAG_VERIF_ADM: soort codeersysteem voor geverifieerde opnamediagnose Vast formaat: 1 karakter Tabel 2-16: Toegelaten waarden voor A2_CODE_SYS_DIAG_VERIF_ADM: soort codeersysteem voor geverifieerde opnamediagnose CODE OMSCHRIJVING A ICD-9-CM (t.e.m. MZG 2014) B ICD-10-BE (vanaf MZG 2015) Tot en met MZG 2014 wordt er enkel het ICD-9-CM coderingssysteem (International Classification of Diseases, 9 th Revision, Clinical Modification) gebruikt. Tot dan moet hier voor alle verblijven de waarde A ingevuld worden. Vanaf MZG 2015/1 wordt het ICD-10-BE coderingssysteem (International Classification of Diseases, 10 th Revision, Clinical Modification; en ook International Classification of Diseases, 10 th Revision, Procedure Coding System). Voor alle verblijven wordt hier vanaf MZG 2015/1 dus enkel de waarde B ingevuld. A2 / Veld 29 A2_CODE_DIAG_VERIF_ADM: geverifieerde opnamediagnose Minimale lengte: 3 karakters Maximale lengte: 6 karakters t.e.m. MZG karakters vanaf MZG 2015 (merk op: de codes van het type UUUUUU blijven 6 karakters behouden) Voorbeeld: I200 De geverifieerde opnamediagnose voor het ziekenhuisverblijf wordt ook gevraagd naast de hoofd- en de nevendiagnoses per specialisme (bestand DIAGNOSE dat gekoppeld is aan het bestand STAYSPEC). De geverifieerde opnamediagnose wordt gedefinieerd als de aandoening die na onderzoek aangeduid werd als de hoofdoorzaak voor de opname van de patiënt in het ziekenhuis. De woorden na onderzoek in de definitie zijn belangrijk. Het is dus niet de pure opnamediagnose, maar veeleer de diagnose die na een intensief diagnostisch onderzoek of zelfs na een heelkundige ingreep de oorzaak van de opname blijkt te zijn. Dit wil ook zeggen dat aandoeningen die optreden tijdens het verblijf in het ziekenhuis (bijvoorbeeld een val uit het ziekenhuisbed met heupfractuur) niet als geverifieerde opnamediagnose mogen opgegeven worden. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 39

40 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf De geverifieerde opnamediagnose wordt gebruikt door de grouper voor het bepalen van de APR-DRG (Diagnosis Related Group) voor het volledige verblijf. Er kan ook een APR-DRG voor een deel van het verblijf berekend worden (bijvoorbeeld indien de patiënt eerst verbleven heeft in een psychiatrisch specialisme of bij delen van een langdurig verblijf). In de meeste gevallen is de geverifieerde opnamediagnose een geldige ICD-9-CM code t.e.m. MZG 2014 en ICD-10-BE code vanaf MZG 2015, en identiek aan de hoofddiagnose van het eerste specialisme. Voor alle verblijven moet de geverifieerde opnamediagnose, voor zover het om een geldige ICD-9-CM of ICD-10-BE code gaat, ook in het bestand DIAGNOSE bij CODE_DIAGNOSE geregistreerd worden. Uitzonderingen: In punt 9. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over diagnosen en grouper vindt men een uitgebreide tabel waarbij alle mogelijke combinaties worden weergegeven. Hieronder worden samenvattende regels gegeven: 1) Voor de geverifieerde opnamediagnose van het middelste of laatste deel van een langdurig verblijf wordt de geverifieerde opnamediagnose van het eerste deel van het langdurig verblijf herhaald. 2) De geverifieerde opnamediagnose voor een ziekenhuisverblijf met A2_HOSPTYPE_FAC = U moet altijd UUUUUU zijn. 3) Voor een ziekenhuisverblijf met A2_HOSPTYPE_FAC = D en A2_HOSPTYPE_CAT = R en met een miniforfait of zonder forfait, moet de geverifieerde opnamediagnose steeds MMMMMM zijn (ook wanneer het enig specialisme URG is, of het eerste specialisme URG is, of het eerste specialisme AKT is, of wanneer het eerste specialisme URG en het tweede specialisme AKT is). Zie punt 9. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over daghospitalisaties, sectie ) Als het eerste specialisme AKT is moet de geverifieerde opnamediagnose AAAAAA zijn, los van het feit of het al dan niet over een volledig psychiatrisch verblijf gaat. Indien het geen volledig psychiatrisch verblijf is, wordt een APR-DRG berekend voor het nietpsychiatrische deel van het verblijf. 5) Indien het eerste specialisme URG is en het tweede AKT, dan moet de geverifieerde opnamediagnose UUUAAA zijn. 6) In de andere gevallen, waarbij het eerste specialisme gelijk is aan URG, moet een geldige ICD-9-CM t.e.m. MZG 2014 en ICD-10-BE vanaf MZG 2015 gecodeerd worden als geverifieerde opnamediagnose. Deze kan gelijk zijn aan de hoofddiagnose van het eerste specialisme of deze van het tweede specialisme, maar dit is niet noodzakelijk zo. Het gaat hier over de aandoening die na onderzoek aangeduid werd als de hoofdoorzaak voor de opname van de patiënt die via de spoedgevallendienst in het ziekenhuis opgenomen werd. 7) De waarde DDDDDD moet gebruikt worden bij het type ziekenhuisverblijf A2_HOSPTYPE_FAC = N. Zie punt 9. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over niet-beëindigde verblijven, sectie ) Voor de verblijven in daghospitalisatie die worden omgezet in klassieke hospitalisatie moet de voornaamste oorzaak van de opname van de patiënt in het ziekenhuis worden begrepen als de voornaamste oorzaak van de opname van de patiënt in het ziekenhuis in klassieke hospitalisatie. Dus in dit geval zal de geverifieerde opnamediagnose gelijk zijn aan de hoofddiagnose van het 2 de specialisme, namelijk het eerste specialisme van de klassieke Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 40

41 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf hospitalisatie. Zie punt 9. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over daghospitalisatie omgezet in klassieke hospitalisatie. A2 / Veld 30 A2_CODE_SYS_DIAG_CAUSE_DEATH: soort codeersysteem voor doodsoorzaak Vast formaat: 1 karakter Tabel 2-17: Toegelaten waarden voor A2_CODE_SYS_DIAG_CAUSE_DEATH: soort codeersysteem voor doodsoorzaak CODE OMSCHRIJVING A ICD-9-CM (t.e.m. MZG 2014) B ICD-10-BE (vanaf MZG 2015) Tot en met MZG 2014 wordt er enkel het ICD-9-CM coderingssysteem (International Classification of Diseases, 9 th Revision, Clinical Modification) gebruikt. Tot dan moet hier voor alle verblijven de waarde A ingevuld worden. Vanaf MZG 2015/1 wordt het ICD-10-BE coderingssysteem (International Classification of Diseases, 10 th Revision, Clinical Modification; en ook International Classification of Diseases, 10 th Revision, Procedure Coding System). Voor alle verblijven wordt hier vanaf MZG 2015/1 dus enkel de waarde B ingevuld. Hoewel de doodsoorzaak A2_CODE_DIAG_CAUSE_DEATH (veld 31) niet meer hoeft geregistreerd te worden vanaf MZG 2015, dient A2_CODE_SYS_DIAG_CAUSE_DEATH nog steeds de waarde B te bevatten, omdat dit een verplicht in te vullen veld is (technische redenen). A2 / Veld 31 A2_CODE_DIAG_CAUSE_DEATH: doodsoorzaak Optioneel veld Minimale lengte: 3 karakters Maximale lengte: 6 karakters t.e.m. MZG karakters vanaf MZG 2015 Voorbeeld: I200 Tot en met MZG 2014 was het verplicht de doodsoorzaak te registeren voor patiënten die overlijden in het ziekenhuis. In het kader van de Administratieve Vereenvoudiging (only once principe) moet vanaf MZG 2015, en tot nader bericht, de doodsoorzaak (A2_CODE_DIAG_CAUSE_DEATH) niet langer geregistreerd worden (zie rondzendbrief DM / OMZ_CIR / n. 09_15). Voor patiënten die overlijden in het ziekenhuis moet (t.e.m. MZG 2014) / mag (vanaf MZG 2015) de doodsoorzaak vermeld worden. Voor alle andere patiënten blijft dit veld leeg (). De doodsoorzaak wordt enkel ingevuld tijdens de registratieperiode waarin de patiënt overleden is. Als te coderen doodsoorzaak wordt de oorspronkelijke doodsoorzaak, die op het overlijdenscertificaat werd ingevuld, weerhouden. Bijgevolg past het om: in geval van een natuurlijke dood, de ziekte die het begin vormde van een reeks morbide gebeurtenissen die rechtstreeks tot de dood leidden, te coderen aan de hand van de codes uit de ICD-9-CM classificatie t.e.m. MZG 2014 of de ICD-10-BE classificatie vanaf MZG Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 41

42 Administratieve gegevens: STAYHOSP (A2): Gegevens over het verblijf in geval van een niet-natuurlijke doodsoorzaak (ongeval, zelfmoord, doodslag, gebeurtenissen waarvan de intentie niet kan worden bepaald): de omstandigheden van het ongeval of het geweld, dat het fatale letsel veroorzaakte, te coderen aan de hand van de E -codes uit de ICD-9-CM classificatie t.e.m. MZG 2014 en van de V, W, X en Y -codes uit de ICD-10-BE classificatie vanaf MZG Hierbij gelden dezelfde richtlijnen als voor het invullen van het overlijdenscertificaat. Bij euthanasie moet men de regel voor een natuurlijke dood volgen, namelijk de ziekte coderen die het begin vormde van een reeks morbide gebeurtenissen die rechtstreeks tot de dood leidde. Opmerking: Als deze informatie niet in het medisch dossier terug te vinden is, mag voorlopig ZZZZZZ gebruikt worden. Voor A2_HOSPTYPE_CAT = P mag ook ZZZZZZ gebruikt worden. Voor A2_HOSPTYPE_FAC = N dient men veld A2_CODE_DIAG_CAUSE_DEATH blanco ( = niets invullen, dus ook geen spatie) te laten. De diagnose die wordt weergegeven als doodsoorzaak in dit veld moet niet noodzakelijk worden opgenomen in het bestand DIAGNOSE (maar meestal zal dit echter wel het geval zijn). De doodsoorzaak wordt niet meegenomen voor de berekening van de DRG. A2 / Veld 32 PATNUM: anoniem patiëntennummer A1 A2 Het patiëntennummer wordt in PATHOSPI gedefinieerd. In STAYHOSP mogen geen patiënten geregistreerd worden die niet in PATHOSPI voorkomen. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 42

43 Administratieve gegevens: STAYSPEC (A3): Gegevens over het verblijf in specialisme 3. STAYSPEC (A3): Gegevens over het verblijf in specialisme 3.1. NAAM XXX-Z-VERS-A-STAYSPEC-YYYY-P.TXT Voorbeeld: 001-Z-3.0-A-STAYSPEC TXT 3.2. INHOUD De diagnoses en procedures (gecodeerd in ICD-9-CM codes t.e.m. MZG 2014 en ICD-10-BE codes vanaf MZG 2015) worden per specialisme geregistreerd in de bestanden DIAGNOSE en PROCEDUR in het domein van de medische gegevens. Men mag het verblijf in specialisme niet verwarren met het verblijf in bedindexen of met het verblijf in een verpleegeenheid. Met verblijf in bedindexen wordt de facturatie bedoeld. Met verblijf in een verpleegeenheid wordt de verpleegeenheid bedoeld waar de patiënt echt verbleven heeft en een bed/plaats ingenomen heeft. Met verblijf in specialisme wordt eerder verwezen naar de specialist die verantwoordelijk is voor de diagnose en behandeling van de patiënt. Het ziekenhuis is niet volledig vrij in het bepalen van de codes voor zijn specialismen (zie A3/Veld 6 CODE_SPEC: code specialisme). De volgende specialismen moeten apart geregistreerd worden: de A-, K- en T-diensten, de Spdiensten, de functie voor intensieve zorg, de brandwondencentra en de dienst spoedgevallen. Met een apart specialisme wordt bedoeld dat er voor deze specifieke delen van een verblijf de hoofd- en nevendiagnose en de procedures apart opgegeven worden in ICD-9-CM t.e.m. MZG 2014 en ICD-10-BE vanaf MZG De berekende verblijfsduur wordt niet meer gevraagd. Deze wordt berekend op basis van de opname- en de ontslagdatum. In STAYSPEC vinden we enkel de datum van opname in het specialisme. De ontslagdatum vindt men als volgt: De ontslagdatum uit een specialisme is gelijk aan de opnamedatum van het volgende specialisme. Voor het laatste specialisme is de ontslagdatum gelijk aan de ontslagdatum uit het ziekenhuis (terug te vinden in het bestand STAYHOSP) INDELING Dit bestand bevat juist één record voor elk verblijf in een specialisme. Voor elk ziekenhuisverblijf telt dit bestand minstens één record en het volgnummer 1 moet altijd voorkomen behalve voor A2_HOSPTYPE_FAC = N. Bij de voorlopige registratie van niet-beëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens dienen doorgestuurd te worden, moeten nog geen diagnoses en ingrepen doorgestuurd worden en dient het verblijf in specialisme nog niet bepaald te worden. Zie punt 9. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over niet-beëindigde verblijven. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 43

44 Administratieve gegevens: STAYSPEC (A3): Gegevens over het verblijf in specialisme De foreign key van dit bestand dient terug gevonden te worden in het bestand STAYHOSP (A2). Dit wil zeggen dat de combinatie van de waarden CODE_AGR, YEAR_REGISTR, PERIOD_REGISTR en STAYNUM ook moet voorkomen in STAYHOSP (zie punt 0. Linken tussen de bestanden). Tabel 3-1: Recordtekening van STAYSPEC (A3): Gegevens over het verblijf in specialisme Kolom C1 M : Kolom C2 F : Fixed/vaste lengte O : Optioneel veld V : Variabele lengte Kolom C3 C : Karakter veld N : Numeriek veld ND2 : Numeriek veld, 2 decimalen na het punt Kolom C1: Indien een verplicht veld niet is ingevuld, krijgt men de foutmelding TECHNISCHE CONTROLES: MANDATORY FIELDS NOK. Kolom C2 en C3: Indien de lengte of het type van het veld niet juist is, krijgt men de foutmelding TECHNISCHE CONTROLES: DATA TYPES - DATA FORMATS NOK. In onderstaande tabel staan de sleutelvelden (primary keys) van de bestanden schuin en rood. Sleutelvelden zijn variabelen waarvan de combinatie het record binnen een bepaald bestand uniek maakt, d.w.z. elke combinatie van deze velden mag binnen het bestand slechts één keer voorkomen. Dit wordt gecontroleerd tijdens de technische controles bij het opladen van de bestanden in Portahealth. Bij fouten stopt het opladen met de vermelding TECHNISCHE CONTROLES: PRIMARY KEYS NOK. Dit wil dan zeggen dat ofwel één van de sleutelvelden leeg is of dat er dubbels voorkomen. Rood en schuin = sleutelvelden Foreign Veldnr Veldnaam Omschrijving C1 C2 C3 Lengte Key Veld 1 CODE_AGR Erkenningsnummer van het ziekenhuis M F C 3 A2 Veld 2 YEAR_REGISTR Registratiejaar M F N 4 A2 Veld 3 PERIOD_REGISTR Registratieperiode M V N 1-2 A2 Veld 4 STAYNUM Verblijfsnummer M V C 1 15 A2 Veld 5 ORDER_SPEC Volgnummer specialisme M V N 1-2 Veld 6 CODE_SPEC Code specialisme M V C 4-10 Veld 7 A3_YEAR_SPEC_IN Jaar van opname in het specialisme M F N 4 Veld 8 A3_MONTH_SPEC_IN Maand van opname in het specialisme M V N 1-2 Veld 9 A3_DAY_SPEC_IN Dag in de maand van opname in het specialisme M V N 1-2 Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 44

45 Administratieve gegevens: STAYSPEC (A3): Gegevens over het verblijf in specialisme 3.4. BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN De pijlen geven de hiërarchie aan tussen de bestanden, de linken gebeuren op basis van foreign keys, zie punt 0. Linken tussen de bestanden. De velden die in verschillende bestanden voorkomen, worden beschreven in het eerste bestand in de hiërarchie. Voor de velden CODE_AGR, YEAR_REGISTR en PERIOD_REGISTR is dit dus bestand HOSPITAL (S1), voor STAYNUM is dit bestand STAYHOSP (A2). A3 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis S1 A1 A2 A3 - Sleutelveld A3 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar S1 A1 A2 A3 - Sleutelveld A3 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode S1 A1 A2 A3 - Sleutelveld A3 / Veld 4 STAYNUM: verblijfsnummer A2 A3 - Sleutelveld A3 / Veld 5 ORDER_SPEC: volgnummer specialisme Minimale lengte: 1 cijfer Maximale lengte: 2 cijfers Toegelaten waarden: volgnummer van 1 tot en met 99. Indien de patiënt binnen hetzelfde ziekenhuisverblijf in verschillende specialismen verbleven heeft, wordt met dit cijfer de chronologische volgorde aangeduid. Indien de patiënt maar in één specialisme verbleven heeft, wordt hier de waarde 1 ingevuld. Voor een baby geboren in het ziekenhuis wordt de waarde 1 toegekend aan het specialisme waarin het geboren wordt, waarbij de dag van opname in dit specialisme gelijk is aan de geboortedatum. Bij een tussentijdse of een laatste registratie van een langdurig verblijf is het volgnummer van het specialisme waar de patiënt verblijft bij het begin van de registratieperiode gelijk aan 1. Voor een code specialisme dat begint met URG is het volgnummer specialisme slechts in uitzonderlijke gevallen verschillend van 1. A3 / Veld 6 CODE_SPEC: code specialisme Minimale lengte: 4 karakters Maximale lengte: 10 karakters Voorbeeld: SPE12256 Deze code bestaat uit 2 delen. Voor het eerste deel (3 karakters) dienen verplicht de onderstaande codes gebruikt te worden (zie tabel 3-2). De andere 7 karakters zijn vrij door het ziekenhuis te bepalen. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 45

46 Administratieve gegevens: STAYSPEC (A3): Gegevens over het verblijf in specialisme Tabel 3-2: Toegelaten waarden voor de eerste drie karakters van CODE_SPEC: code specialisme CODE AKT SPE INT BRU URG DIV OMSCHRIJVING Psychiatrie (A-, K-, T-diensten) Gespecialiseerde dienst (Sp-diensten) Functie intensieve zorg Brandwondencentrum Gespecialiseerde spoedgevallendienst of eerste opvang Alle andere specialismen De volgende specialismen moeten bij naam genoemd worden: de verblijven voor psychiatrie binnen de AKT-diensten (A-, K-, T-bedden) dienen steeds als een apart specialisme (AKT) aangeduid te worden, vermits voor deze verblijven de verplichting geldt van de MPG registratie. daar de Sp-diensten speciale diensten zijn binnen het ziekenhuis, wordt er ook gevraagd deze in een apart specialisme (SPE) onder te brengen. met het KB van 27 april 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie voor intensieve zorg moet voldoen om erkend te worden kunnen ook deze functies als een apart specialisme gecodeerd worden. Vanaf het moment dat een ziekenhuis erkend is voor deze functie, dienen de verblijven in deze functie als een apart specialisme (INT) geregistreerd te worden. Ook voor verblijven langer dan 1 dag op (nog) niet erkende intensieve diensten of in een coronary care unit wordt aangeraden deze in een apart specialisme onder te brengen. gezien de specifieke regelingen voor brandwondencentra (BRU) wordt een verblijf in een erkend bed voor brandwonden ook in een apart specialisme ondergebracht. alle inschrijvingen via de balie van de dienst spoedgevallen (URG) (ambulant en met opname) (zelfs als de patiënt er slechts een beperkte tijd is) worden als een apart specialisme geregistreerd. DIV = alle andere specialismen. De patiënten voor daghospitalisatie kunnen in elk specialisme verblijven. De meest voorkomende code voor een eenheid specifiek voor daghospitalisatie begint met DIV (3 eerste karakters). Voor een fictieve eenheid DAYMIX moet men steeds DIV + code voor de campus invullen. De opnamedatum in en de ontslagdatum uit het specialisme DIV + code campus (bestand STAYSPEC) moet samenvallen met de opnamedatum in en de ontslagdatum uit de fictieve verpleegeenheid DAYMIX (bestand STAYUNIT). Voorbeelden van een registratie fictief ziekenhuis 001 met campus ) Een kort verblijf met slechts 1 specialisme STAYHOSP STAY RD BEBE BS06331ABPAT1 STAYSPEC STAY11DIV STAYUNIT STAY111234DAYMIX Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 46

47 Administratieve gegevens: STAYSPEC (A3): Gegevens over het verblijf in specialisme 2) Een gepland kort verblijf omgezet in een onverwacht klassiek verblijf - correct STAYHOSP STAY RH BEBE BS06331ABPAT2 STAYSPEC STAY21DIV STAY22DIV STAYUNIT STAY DAYMIX STAY DIV ) Een gepland verblijf omgezet in een onverwacht klassiek verblijf - foutief STAYHOSP STAY RH BEBE BS06331ABPAT3 STAYSPEC STAY31DIV STAY32DIV STAYUNIT STAY DAYMIX STAY321234DIV A3 / Veld 7 A3_YEAR_SPEC_IN: jaar van opname in het specialisme Vast formaat: 4 cijfers Voorbeeld: 2007 A3 / Veld 8 A3_MONTH_SPEC_IN: maand van opname in het specialisme Minimale lengte: 1 cijfer Maximale lengte: 2 cijfers Voorbeeld: 7, 12 A3 / Veld 9 A3_DAY_SPEC_IN: dag in de maand van opname in het specialisme Minimale lengte: 1 cijfer Maximale lengte: 2 cijfers Voorbeeld: 1, 25 A3_YEAR_SPEC_IN + A3_MONTH_SPEC_IN + A3_DAY_SPEC_IN = datum van opname in een specialisme In deze 3 velden wordt de reële datum van opname in het specialisme genoteerd, ook voor de langdurige verblijven en de voorlopige registratie van niet-beëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens dienen opgestuurd te worden. De datums van opname in de verschillende specialismen dienen mekaar op te volgen volgens hun volgnummer (ORDER_SPEC). Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 47

48 Administratieve gegevens: STAYSPEC (A3): Gegevens over het verblijf in specialisme De datum van opname in het eerste specialisme is gelijk aan de datum van opname in het ziekenhuis behalve voor de middelste en de laatste registratie van langdurige verblijven waar de datum van opname in het eerste specialisme gelijk of groter moet zijn dan de opnamedatum in het ziekenhuis maar wel nog vóór het begin van het semester (of in uitzonderlijke gevallen net samen met het begin van het semester). Het begin van een semester is gelijk aan 1 januari 00:00u of 1 juli 00:00u. De datum van opname in het tweede specialisme valt voor de middelste en de laatste registratie van langdurige verblijven na de eerste dag van het semester of op de eerste dag als de patiënt die dag nog van specialisme verandert. De datum van opname in het laatste specialisme valt gelijk of vóór de datum van ontslag uit het ziekenhuis voor de beëindigde verblijven, en valt gelijk of vóór het einde van het semester voor tussentijdse of voorlopige registraties. De datum van opname in het laatste specialisme is gelijk aan de datum van ontslag uit het ziekenhuis als de patiënt op de laatste dag nog van specialisme verandert. Dit wordt in de volgende schema s uitgebeeld. Het eerste schema toont aan in hoeveel specialismen een patiënt heeft verbleven tijdens zijn verblijf. Zo heeft patiënt met verblijfsnummer STAY110 verbleven in 3 verschillende specialismen, patiënt met verblijfsnummer STAY111 in 4 specialismen en de laatste patiënt met verblijfsnummer STAY112 in slechts 1 specialisme. Schema 1: Aantal specialismen per verblijf Het schema 2 geeft de resultaten voor het registratiesemester STAY110 is een klassiek verblijf (A2_HOSPTYPE_FAC = H - groen), STAY111 de eerste registratie van een langdurig verblijf (A2_HOSPTYPE_FAC = F - geel) en STAY112 een voorlopige registratie van een nietbeëindigd verblijf waarbij reeds verpleegkundige gegevens dienen geregistreerd te worden (A2_HOSPTYPE_FAC = N - rood). Het volgnummer van de specialismen is genoteerd op het schema (nummering) en het begin van elk specialisme is aangeduid met een pijl. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 48

49 Administratieve gegevens: STAYSPEC (A3): Gegevens over het verblijf in specialisme Schema 2: Het volgnummer en het begin van de specialismen voor registratie Het derde schema geeft de resultaten voor het registratiesemester voor de verblijven STAY111 en STAY112. Voor STAY111 is het de tussentijdse registratie van een langdurig verblijf (A2_HOSPTYPE_FAC = M - blauw) en voor STAY112 de definitieve registratie (A2_HOSPTYPE_FAC = H - groen). Het volgnummer van het specialisme is genoteerd op het schema (nummering) en het begin van elk specialisme is aangeduid met een pijl. Schema 3: Het volgnummer en het begin van de specialismen voor registratie Tenslotte geeft schema 4 de resultaten voor de laatste registratie van het langdurig verblijf STAY111 (A2_HOSPTYPE_FAC = L - roos) waarbij het specialisme volgnummer 1 heeft en begint vóór het einde van het semester voor de tussentijdse registratie. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 49

50 Administratieve gegevens: STAYSPEC (A3): Gegevens over het verblijf in specialisme Schema 4: Het volgnummer en het begin van de specialismen voor registratie Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 50

51 Administratieve gegevens: STAYINDX (A4): Gegevens over het verblijf in bedindex 4. STAYINDX (A4): Gegevens over het verblijf in bedindex 4.1. NAAM XXX-Z-VERS-A-STAYINDX-YYYY-P.TXT Voorbeeld: 001-Z-3.0-A-STAYINDX TXT 4.2. INHOUD In dit bestand worden de te factureren ligdagen per bedindex (=dienstcode) weergegeven. Het gaat hier over de bedindex die overeenkomt met de dienst waarop gefactureerd wordt voor het RIZIV en die in grote mate overeenkomt met de kostenplaatsen uit FINHOSTA. FINHOSTA = Krachtens het KB van 14 december 1987 zijn de zorginstellingen verplicht om hun boekhoudkundige gegevens jaarlijks over te maken aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Om deze gegevens te controleren, werd de informaticatoepassing FINHOSTA (inzameling van statistische en financiële gegevens) ontwikkeld. De gegevens worden ingevoerd aan de hand van bestanden die de zorginstellingen zelf aanmaken. We spreken van te factureren ligdagen omdat niet de datum van facturatie belangrijk is maar wel de periode dat de patiënt effectief in het ziekenhuis aanwezig was. Men mag het begrip verblijf in bedindex niet verwarren met verblijf in specialisme. Bij bedindexen spreken we over facturatie, bij specialisme wordt eerder verwezen naar de specialist die verantwoordelijk is voor de diagnose en behandeling van de patiënt. Om een duidelijk onderscheid te maken tussen de erkende bedden per bedindex voor de samenstelling van de verpleegeenheden en de bedindexen die overeenkomen met de facturatie voor het RIZIV wordt een verschillende benaming gebruikt voor de twee verschillende doeleinden: Voor de aanduiding van de bedsamenstelling van een verpleegeenheid (S4/veld 6: CODE_BEDINDEX in het bestand UNITINDX). Om de dienstcode aan te duiden waarop er voor het RIZIV gefactureerd werd (A4/veld 6: A4_CODE_BEDINDEX_FAC van het bestand STAYINDX). De ontslagdatum uit een bedindex is gelijk aan de opnamedatum van de volgende bedindex. Voor de laatste bedindex is de ontslagdatum gelijk aan de ontslagdatum uit het ziekenhuis (STAYHOSP) INDELING Telkens de patiënt van bedindex verandert (lees: telkens er voor het RIZIV op een andere dienstcode gefactureerd mag worden), komt er in dit bestand een record bij. UITZONDERING: Voor verblijven met type ziekenhuisverblijf H, F, M of L verschijnt er in het bestand STAYINDX geen nieuw record voor die verblijven in bedindex / dienstcode waarvoor elk van de velden 10 tot 15 gelijk is aan 0 (nul). Dit is vooral het geval wanneer volgens de richtlijnen van het RIZIV er op die bedindex / dienstcode geen verpleegdagprijs (volledig of partieel, Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 51

52 Administratieve gegevens: STAYINDX (A4): Gegevens over het verblijf in bedindex velden 10 tot 13 van het bestand STAYINDX) gefactureerd mag worden of de verblijfsduur zo kort is dat er ook in de velden 14 en 15 (niet te factureren dagen) volgens de huidige registratieregels MZG niets geregistreerd kan worden. Voor alle informatie in verband met de facturatieregels verwijzen we naar de website van het RIZIV ( Samengevat, voor alle verblijven met type ziekenhuisverblijf H, F, M of L: - Als er volgens de facturatierichtlijnen van het RIZIV een verpleegdag gefactureerd moet worden: (extra) record in STAYINDX; - Als er volgens de facturatierichtlijnen van het RIZIV geen verpleegdag gefactureerd mag worden EN de waarde in de velden 14 en 15 volgens de huidige registratieregels MZG ook 0 (nul) moet zijn: GEEN bijkomend record in STAYINDX. Voor elk ziekenhuisverblijf telt dit bestand minstens één record en het volgnummer 1 moet altijd voorkomen behalve voor A2_HOSPTYPE_FAC = N. Bij de voorlopige registratie van niet-beëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens dienen doorgestuurd te worden, moet de informatie over de facturatie nog niet doorgestuurd worden en dient het verblijf in bedindex nog niet bepaald te worden. Zie punt 9. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over niet-beëindigde verblijven. De foreign key van dit bestand dient terug gevonden te worden in het bestand STAYHOSP (A2). Dit wil zeggen dat de combinatie van de waarden CODE_AGR, YEAR_REGISTR, PERIOD_REGISTR en STAYNUM ook moet voorkomen in STAYHOSP (zie punt 0. Linken tussen de bestanden). Tabel 4-1: Recordtekening van STAYINDX (A4): Gegevens over het verblijf in bedindex Kolom C1 M : Kolom C2 F : Fixed/vaste lengte O : Optioneel veld V : Variabele lengte Kolom C3 C : Karakter veld N : Numeriek veld ND2 : Numeriek veld, 2 decimalen na het punt Kolom C1: Indien een verplicht veld niet is ingevuld, krijgt men de foutmelding TECHNISCHE CONTROLES: MANDATORY FIELDS NOK. Kolom C2 en C3: Indien de lengte of het type van het veld niet juist is, krijgt men de foutmelding TECHNISCHE CONTROLES: DATA TYPES - DATA FORMATS NOK. In onderstaande tabel staan de sleutelvelden (primary keys) van de bestanden schuin en rood. Sleutelvelden zijn variabelen waarvan de combinatie het record binnen een bepaald bestand uniek maakt, d.w.z. elke combinatie van deze velden mag binnen het bestand slechts één keer voorkomen. Dit wordt gecontroleerd tijdens de technische controles bij het opladen van de bestanden in Portahealth. Bij fouten stopt het opladen met de vermelding TECHNISCHE CONTROLES: PRIMARY KEYS NOK. Dit wil dan zeggen dat ofwel één van de sleutelvelden leeg is of dat er dubbels voorkomen. Rood en schuin = sleutelvelden Veldnr Veldnaam Omschrijving C1 C2 C3 Lengte Veld 1 CODE_AGR Erkenningsnummer van het ziekenhuis Foreign Key M F C 3 A2 Veld 2 YEAR_REGISTR Registratiejaar M F N 4 A2 Veld 3 PERIOD_REGISTR Registratieperiode M V N 1-2 A2 Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 52

53 Administratieve gegevens: STAYINDX (A4): Gegevens over het verblijf in bedindex Foreign Veldnr Veldnaam Omschrijving C1 C2 C3 Lengte Key Veld 4 STAYNUM Verblijfsnummer M V C 1 15 A2 Veld 5 ORDER_BEDINDEX Volgnummer bedindex M V N 1-2 Veld 6 A4_CODE_BEDINDEX_FAC Code bedindex voor de facturatie M V C 1-2 Veld 7 A4_YEAR_BEDINDEX_IN Jaar van opname in de bedindex M F N 4 Veld 8 A4_MONTH_BEDINDEX_IN Maand van opname in de bedindex M V N 1-2 Veld 9 A4_DAY_BEDINDEX_IN Dag in de maand van opname in de bedindex M V N 1-2 Veld 10 A4_NUMBER_DAY_FAC Aantal volledig te factureren ligdagen in het huidige registratiejaar M V N 1-5 Veld 11 Veld 12 Veld 13 Veld 14 Veld 15 A4_NUMBER_DAY_FAC _PREV A4_NUMBER_DAY_PART_FAC A4_NUMBER_DAY_PART_FAC _PREV A4_NUMBER_DAY_NO_FAC A4_NUMBER_DAY_NO_FAC_ PREV Aantal volledig te factureren ligdagen in het vorige registratiejaar Aantal partieel te factureren ligdagen in het huidige registratiejaar Aantal partieel te factureren ligdagen in het vorige registratiejaar Aantal niet te factureren ligdagen in het huidige registratiejaar Aantal niet te factureren ligdagen in het vorige registratiejaar M V N 1-5 M V N 1-5 M V N 1-5 M V N 1-5 M V N BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN De pijlen geven de hiërarchie aan tussen de bestanden, de linken gebeuren op basis van foreign keys, zie punt 0. Linken tussen de bestanden. De velden die in verschillende bestanden voorkomen, worden beschreven in het eerste bestand in de hiërarchie. Voor de velden CODE_AGR, YEAR_REGISTR en PERIOD_REGISTR is dit dus bestand HOSPITAL (S1) en voor STAYNUM is dit bestand STAYHOSP (A2). A4 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis S1 A1 A2 A4 - Sleutelveld A4 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar S1 A1 A2 A4 - Sleutelveld A4 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode S1 A1 A2 A4 - Sleutelveld Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 53

54 Administratieve gegevens: STAYINDX (A4): Gegevens over het verblijf in bedindex A4 / Veld 4 STAYNUM: verblijfsnummer A2 A4 - Sleutelveld A4 / Veld 5 ORDER_BEDINDEX: volgnummer bedindex Minimale lengte: 1 cijfer Maximale lengte: 2 cijfers Toegelaten waarde: volgnummer van 1 tot en met 99 Indien de patiënt binnen hetzelfde ziekenhuisverblijf in verschillende bedindexen verbleven heeft (lees: als er op verschillende dienstcodes voor het RIZIV gefactureerd werd), wordt met dit cijfer de chronologische volgorde aangeduid. Indien de patiënt maar in één bedindex verbleven heeft, wordt hier de waarde 1 ingevuld. Voor een baby geboren in het ziekenhuis wordt de waarde 1 toegekend aan de bedindex waarin het geboren wordt, waarbij de dag van opname in deze bedindex gelijk is aan de geboortedatum. Bij een tussentijdse of een laatste registratie van een langdurig verblijf is het volgnummer van de bedindex waar de patiënt bij het begin van het semester verblijft, gelijk aan 1. A4 / Veld 6 A4_CODE_BEDINDEX_FAC: code bedindex voor de facturatie Minimale lengte: 1 karakter Maximale lengte: 2 karakters Toegelaten waarden: zie tabellen 4-2 en 4-3 Het gaat over de bedindex die overeenkomt met de dienst waarop gefactureerd wordt door het RIZIV en die komt in grote mate overeen met de kostenplaatsen uit FINHOSTA. In STAYINDX wordt de overeenkomstige bedindex geregistreerd en niet het nummer van de RIZIV dienstcode. De verblijven in bedindex (bestand STAYINDX) dienen noch in aantal noch in tijd overeen te komen met de verblijven in de verpleegeenheden (bestand STAYUNIT) of de verblijven in specialisme (STAYSPEC). Er wordt een nieuw verblijf in bedindex begonnen telkens wanneer de bedindex waarop gefactureerd wordt, verandert. Het is bijvoorbeeld evident dat men niet op een G kan factureren als het ziekenhuis hiervoor niet erkend is. In uitzonderlijke gevallen zal het mogelijk zijn om een bedindex te factureren (en dus een verblijf in het bestand STAYINDX te registeren) die niet in de bedsamenstelling van de verpleegeenheid voorkomt maar waar de patiënt effectief verbleven heeft. Meer informatie kan men terugvinden in punt 9. Bijkomende informatie Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en zorgperioden, sectie 5. Onderstaand tabel geeft de mogelijke overeenkomsten weer tussen een verblijf in STAYINDX (facturatie) en de erkende bedindexen (UNITINDX). Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 54

55 Administratieve gegevens: STAYINDX (A4): Gegevens over het verblijf in bedindex Tabel 4-2: Toegelaten waarden voor A4_CODE_BEDINDEX_FAC: code bedindex voor de facturatie (deel 1) Omschrijving van de erkende bedindexen Dienst voor diagnose en heelkundige behandeling Dienst voor diagnose en heelkundige behandeling, met uitzondering van de bedden toegekend aan de functie 'intensieve zorg', hartchirurgie en deze voor brandwonden. Referentie bestand Erkenning Hartchirurgie, deel van de erkende C-bedden Zorgprog = cardiale pathologie Functie intensieve zorg, deel van de erkende C-bedden Eenheid voor de behandeling van zware brandwonden, deel van de erkende C-bedden Bestand UNITINDX Veld 6 CODE_BE DINDEX Bestand UNITINDX Veld 8 S4_COST_ CENTRE Bestand STAYINDX Veld 6 A4_CODE_BE DINDEX_FAC = Facturatie RIZIV dienstcode C C 210 C 210 Functie= INTZORG Med-tech dienst= BRANDW C 219 C 210 CI 490 I 490 BR 290 BR 290 Dienst voor diagnose en geneeskundige behandeling Dienst voor diagnose en geneeskundige D D 220 D 220 behandeling, met uitzondering van de bedden toegekend aan de functie 'intensieve zorg' en deze voor brandwonden. Functie intensieve zorg, deel van de erkende D-bedden Functie= INTZORG DI 490 I 490 Dienst voor gemengde hospitalisatie C+D Dienst voor gemengde hospitalisatie C+D, met uitzondering van de bedden toegekend aan de functie 'intensieve zorg'. Functie intensieve zorg, deel van de erkende CD-bedden Dienst voor kindergeneeskunde Dienst voor kindergeneeskunde, met uitzondering van de bedden toegekend aan wiegendood en aan de functie 'intensieve zorg'. Ziekenhuisdienst voor diagnose of preventieve behandeling van wiegendood, deel van de erkende E-bedden Functie intensieve zorg, deel van de erkende E-bedden Dienst voor geriatrie CD CD 280 C of D 210 of 220 Functie= INTZORG HI 490 I 490 E E 230 E 230 E E 239 E 230 Functie= INTZORG EI 490 I 490 G G 300 G 300 Dienst voor besmettelijke aandoeningen L L 250 L 250 Kraamdienst in een algemeen ziekenhuis of kraamkliniek Kraamdienst in een algemeen ziekenhuis of kraamkliniek, met uitzondering van de bedden voor hoogrisicozwangerschappen (MIC) M M 260 M 260 Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 55

56 Administratieve gegevens: STAYINDX (A4): Gegevens over het verblijf in bedindex Omschrijving van de erkende bedindexen Dienst voor intensieve observatie van hoogrisicozwangerschappen (MIC), Functie perinatale zorg (deel van de erkende M- bedden) Afdeling voor niet-intensieve neonatale zorg (functie) Referentie bestand Erkenning Functie= PERINAT Enkel als er M bedden erkend zijn Bestand UNITINDX Veld 6 CODE_BE DINDEX RIZIV dienstcode Bestand UNITINDX Veld 8 S4_COST_ CENTRE Bestand STAYINDX Veld 6 A4_CODE_BE DINDEX_FAC = Facturatie MI 263 M 260 N* 262 N* 190 Dienst voor intensieve neonatale zorg (NIC) NIC NI 270 NI 270 Gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie van patiënten Sp-dienst voor cardio-pulmonaire S1 S1 310 S1 310 aandoeningen Sp-dienst voor locomotorische aandoeningen S2 S2 312 S2 312 Sp-dienst voor neurologische aandoeningen S3 S3 311 S3 311 Sp-dienst voor palliatieve zorg S4 S4 314 S4 314 Sp-dienst voor chronische polypathologieën S5 S5 313 S5 313 Sp-dienst voor psychogeriatrische aandoeningen S6 S6 315 S6 315 Dienst neuropsychiatrie voor observatie en behandeling Dienst neuropsychiatrie voor observatie en behandeling (dag en nacht) A A 370 A 370 Dienst neuropsychiatrie voor observatie en behandeling voor daghospitalisatie Dienst neuropsychiatrie voor observatie en behandeling voor nachthospitalisatie Dienst neuropsychiatrie voor kinderen Dienst neuropsychiatrie voor kinderen (dag en nacht) Dienst neuropsychiatrie voor kinderen voor daghospitalisatie Dienst neuropsychiatrie voor kinderen voor nachthospitalisatie Psychiatrische dienst voor behandeling Dienst neuropsychiatrie voor behandeling (dag en nacht) Dienst neuropsychiatrie voor behandeling voor daghospitalisatie Dienst neuropsychiatrie voor behandeling voor nachthospitalisatie A1 A1 380 A1 380 A2 A2 390 A2 390 K K 340 K 340 K1 K1 350 K1 350 K2 K2 360 K2 360 T T 410 T 410 T1 T1 420 T1 420 T2 T2 430 T2 430 Dienst voor intensieve behandeling van psychiatrische patiënten (gevolgd door de aanduiding van de betrokken doelgroep) IB-dienst (SGA*-volwassen ) I1 I1 480 IB 480 * SGA = Sterk Gedragsgestoorde en Agressieve patiënten Vanaf MZG 2010 mogen geen I bedden meer gebruikt worden voor CODE_BEDINDEX in het bestand UNITINDX. We aanvaarden dan nog enkel CI, DI, HI of EI. Men maakt een onderscheid tussen erkende bedden (tabel 4-2) en bijkomende bedindexen (tabel 4-3). Bijkomende bedindexen worden gebruikt voor bedden of plaatsen die in de erkenningsbesluiten niet als dusdanig te vinden zijn. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 56

57 Administratieve gegevens: STAYINDX (A4): Gegevens over het verblijf in bedindex Tabel 4-3: Toegelaten waarden voor A4_CODE_BEDINDEX_FAC: code bedindex voor de facturatie (deel 2) Omschrijving van de bijkomende bedindexen Referentie bestand Erkenning Bestand UNITINDX Veld 6 CODE_ BEDINDEX Bestand UNITINDX Veld 8 S4_COST_ CENTRE Bestand STAYINDX Veld 6 A4_CODE_ BEDINDEX_FAC = Facturatie RIZIV dienstcode Klassieke hospitalisatie (met overnachting) Arbeidskamer AR 261 M 260 Verloskamer OB 261 M 260 Operatiezaal OP 180 C 210 Recovery RE 180 C 210 Hospitalisatie zonder overnachting Dienst spoedgevallen Functie= SPOED U 150 U Pseudodienstcode Tijdelijke hospitalisatie op spoed TU 150 U Pseudodienstcode Dienst voor daghospitalisatie (alle andere types Z 552 Z Pseudodienstcode Chirurgisch daghospitaal Functie= ZC 320 ZC* 320 CHDAG Niet-chirurgisch daghospitaal ZD 550 Z Pseudodienstcode Geriatrisch daghospitaal ZG 553 Z Pseudodienstcode Oncologisch daghospitaal ZO 552, 550 Z Pseudodienstcode Pediatrisch daghospitaal ZE 551 Z Pseudodienstcode Voor ambulante spoedgevallen en de periode op de dienst spoedgevallen vóór opname mag in het bestand STAYINDX enkel de bedindex U gebruikt worden. Voor daghospitalisatie mag bedindex Z gebruikt worden voor de forfaits en de ambulante facturatie. * De ligdag voor het chirurgisch daghospitaal mag enkel op ZC gefactureerd worden. We aanvaarden Z tot en met MZG Voor een verpleegeenheid DAYMIX wordt ook Z gebruikt. Voor de periode dat de patiënt in OUT of TRANS is, wordt er geen apart record in het bestand STAYINDX geregistreerd. De verblijven op operatiezaal, recovery en bevallingsafdeling (arbeids- en verloskamer) worden niet apart geregistreerd in het bestand STAYINDX. Zie punt 9. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en zorgperioden, sectie 2.2. A4 / Veld 7 A4_YEAR_BEDINDEX_IN: jaar van opname in de bedindex Vast formaat: 4 cijfers Voorbeeld: 2008 A4 / Veld 8 A4_MONTH_BEDINDEX_IN: maand van opname in de bedindex Minimale lengte: 1 cijfer Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 57

58 Administratieve gegevens: STAYINDX (A4): Gegevens over het verblijf in bedindex Maximale lengte: 2 cijfers Voorbeeld: 7, 12 A4 / Veld 9 A4_DAY_BEDINDEX_IN: dag in de maand van opname in de bedindex Minimale lengte: 1 cijfer Maximale lengte: 2 cijfers Voorbeeld: 1, 25 A4_YEAR_BEDINDEX_IN + A4_MONTH_BEDINDEX_IN + A4_DAY_BEDINDEX_IN = datum van opname in bedindex In deze 3 velden wordt de reële datum van opname (begin van facturatie) in een bedindex/dienstcode genoteerd, ook voor de langdurige verblijven en de voorlopige registratie van niet-beëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens dienen opgestuurd te worden. De datums van opname in de verschillende bedindexen dienen mekaar op te volgen volgens hun volgnummer (ORDER_BEDINDEX). De datum van opname in de eerste bedindex is gelijk aan de datum van opname in het ziekenhuis behalve voor de tussentijdse en de laatste registratie van langdurige verblijven waar de datum van opname in de eerste bedindex gelijk of groter moet zijn dan de opnamedatum in het ziekenhuis maar voor het begin van het semester moet vallen (of in uitzonderlijke gevallen net samen met het begin van het semester). Een semester begint op 1 januari 00:00u of 1 juli 00:00u. De datum van opname in de tweede bedindex valt voor de tussentijdse en de laatste registratie van langdurige verblijven na het begin van het semester. De datum van opname in de laatste bedindex valt gelijk of vóór de datum van ontslag uit het ziekenhuis voor de beëindigde verblijven, en valt gelijk of vóór het einde van het semester voor tussentijdse of voorlopige registraties. Zie ook de schema s bij STAYSPEC na veld 9. A4 / Veld 10 A4_NUMBER_DAY_FAC: aantal volledig te factureren ligdagen in het huidige registratiejaar Minimale lengte: 1 cijfer Maximale lengte: 5 cijfers Toegelaten waarde: van 0 tot en met 366 Het totaal aantal volledig te factureren ligdagen voor een aaneensluitend verblijf in deze bedindex (eventueel in verschillende verpleegeenheden), voor zover de dagen in het HUIDIGE registratiejaar vallen. Voorbeeld voor het registratiejaar 2008: Voor een verblijf van 15 maart 2008 tot 26 maart 2008 in een bepaalde bedindex kan het aantal te factureren ligdagen maximaal 12 dagen zijn. Voor een verblijf van 28 december 2007 tot 8 januari 2008 kan het aantal te factureren ligdagen voor het huidige registratiejaar maximaal 8 dagen zijn. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 58

59 Administratieve gegevens: STAYINDX (A4): Gegevens over het verblijf in bedindex Tabel 4-4: Bepaling van A4_NUMBER_DAY_FAC: aantal volledig te factureren ligdagen in het huidige registratiejaar A2_HOSPTYPE_FAC OMSCHRIJVING A4_NUMBER_DAY_FAC H Klassieke hospitalisatie Van het begin van het registratiejaar of het begin van het verblijf in bedindex tot het einde van het verblijf in bedindex. F Langdurig verblijf F Van het begin van het registratiejaar of het begin van het verblijf in bedindex tot het einde van het verblijf in bedindex of het einde van het registratiesemester. M M Van het begin van de registratiesemester of het begin van het verblijf in bedindex tot het einde van het verblijf in bedindex of het einde van de registratiesemester. L L Van het begin van de registratiesemester of begin van het verblijf in bedindex tot einde van het verblijf in bedindex. N Voorlopige registratie voor verpleegkundige gegevens Nog niet nodig, mag 0 zijn of de correcte waarden tot einde semester, of zelfs helemaal geen record. Opgelet: het zijn echter de gegevens van de definitieve registratie die zullen gebruikt worden. C Chirurgische daghospitalisatie Eén maal = 1 met A4_CODE_BEDINDEX_FAC = ZC (Z wordt nog aangenomen t.e.m. MZG 2010) D Daghospitalisatie Overal = 0 U Contact met spoedgevallendienst zonder forfait en zonder verpleegdagprijs, enkel ambulante spoed Overal = 0 Facturatieregels van het RIZIV voor pasgeborenen Als het om het geboorteverblijf gaat en de baby heeft enkel bij de moeder op de M- of op een N*-dienst verbleven, dan mag er geen ligdag aangerekend worden voor de baby. Als de moeder het ziekenhuis verlaten heeft en de baby blijft op de dienst N* of de baby wordt heropgenomen in een dienst N*, dan wordt een verpleegdag aangerekend met waarde 0 euro. Voor een geboorteverblijf mag de baby enkel op de NIC of N* verblijven en niet op bijvoorbeeld E of C. Als moeder en kind heropgenomen worden in een M-dienst en beiden ziek zijn dan mag 2 x een echte ligdagprijs aangerekend worden. De baby kan heropgenomen worden in zowel een NIC-, E- als C-dienst en er wordt dan een echte verpleegdag aangerekend. Voor langdurige verblijven Als bij de eerste registratie van een langdurig verblijf de patiënt nog niet uit de bedindex ontslagen is, dient hier het aantal te factureren dagen tot aan het einde van het huidige registratieperiode ingevuld te worden. Voor een tussentijdse registratie van een langdurig verblijf wordt het aantal te factureren dagen voor een bedindex (waarin de patiënt tijdens een vorige registratieperiode opgenomen werd) geteld vanaf het begin van de registratieperiode. Als de patiënt nog niet uit de bedindex ontslagen is, dient hier het aantal te factureren dagen tot aan het einde van de huidige registratieperiode ingevuld te worden. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 59

60 Administratieve gegevens: STAYINDX (A4): Gegevens over het verblijf in bedindex Voor het laatste deel van een langdurig verblijf wordt het aantal te factureren dagen voor een bedindex (waarin de patiënt tijdens een vorige registratieperiode opgenomen werd) geteld vanaf het begin van de registratieperiode. Nieuwe facturatieregels voor de dag van ontslag (vanaf MZG 2014) In bepaalde omstandigheden kan de dag van ontslag gefactureerd worden, maar ontvangt het ziekenhuis hiervoor 0 (zie omzendbrief VI nr. 2013/467 van 24 december 2013 van het RIZIV). Voor de MZG verandert er niets aan de wijze van registratie. De dag van ontslag die aan deze RIZIV-richtlijnen voldoet, moet in het veld 10 A4_NUMBER_DAY_FAC (aantal volledig te factureren ligdagen in het huidige registratiejaar) geregistreerd worden en zeker niet in veld 14 A4_NUMBER_DAY_NO_FAC (aantal niet te factureren ligdagen in het huidige registratiejaar) of veld 15 A4_NUMBER_DAY_NO_FAC_PREV (aantal niet te factureren ligdagen in het vorige registratiejaar). A4 / Veld 11 A4_NUMBER_DAY_FAC_PREV: aantal volledig te factureren ligdagen in het vorige registratiejaar Minimale lengte: 1 cijfer Maximale lengte: 5 cijfers Toegelaten waarden: van 0 tot maximaal 184 Het totaal aantal volledig te factureren ligdagen voor een aaneensluitend verblijf in deze bedindex (eventueel in verschillende verpleegeenheden), voor zover de dagen in het VORIGE registratiejaar vielen. Voorbeeld voor het registratiejaar 2008: Voor een verblijf van 15 maart 2008 tot 26 maart 2008 zal het aantal te factureren ligdagen 0 dagen zijn. Voor een verblijf van 28 december 2007 tot 8 januari 2008 kan het aantal te factureren ligdagen voor de vorige jaren maximaal 4 dagen zijn. Tabel 4-5: Bepaling van A4_NUMBER_DAY_FAC_PREV: aantal volledig te factureren ligdagen in het vorige registratiejaar A2_HOSPTYPE_FAC OMSCHRIJVING A4_NUMBER_DAY_FAC_PREV H Klassieke hospitalisatie Van het begin van het verblijf in bedindex tot het einde van het verblijf in bedindex of het einde van het vorige registratiejaar F Langdurig verblijf F Van het begin van het verblijf in bedindex tot het einde van het verblijf in bedindex of het einde van het vorige registratiejaar M M Steeds = 0 L L Steeds = 0 N Voorlopige registratie voor verpleegkundige gegevens Nog niet nodig, mag 0 zijn of de correcte waarden tot einde semester, of zelfs helemaal geen record. Opgelet: Het zijn echter de gegevens van de definitieve registratie die zullen gebruikt worden. C Chirurgische daghospitalisatie Zeer uitzonderlijk: Éénmaal = 1 (veld 10 inbegrepen) met A4_CODE_BEDINDEX_FAC = ZC (Z wordt nog aangenomen t.e.m. MZG 2010) D Daghospitalisatie Overal = 0 Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 60

61 Administratieve gegevens: STAYINDX (A4): Gegevens over het verblijf in bedindex A2_HOSPTYPE_FAC OMSCHRIJVING U Contact met spoedgevallendienst zonder forfait en zonder verpleegdagprijs, enkel ambulante spoed A4_NUMBER_DAY_FAC_PREV Overal = 0 Deze waarde moet 0 zijn voor alle verblijven met opnamedatum binnen het jaar van registratie. ALGEMENE OPMERKING: Behalve voor tussentijdse en laatste delen van een langdurig verblijf moet de som van de velden 10 en 11 van dit bestand voor alle bedindexen van het verblijf samen gelijk zijn aan veld 15 van het bestand STAYHOSP, nl. het totaal aantal volledig te factureren ligdagen voor het verblijf. Voorbeelden 1) Geen langdurig verblijf: Opname 15 maart 2008 en ontslag 26 maart 2008 Veld 10 STAYINDX: 12 dagen Veld 11 STAYINDX: 0 dagen Totaal veld 10 + veld 11 (12 dagen) zal men ook terugvinden in veld 15 van STAYHOSP. 2) Langdurig verblijf: Opname 29 juni 2008 en ontslag 3 juli 2009 A) Eerste registratieperiode (29/06/08 -> 31/12/08): Veld 10 STAYINDX: 186 dagen Veld 11 STAYINDX: 0 dagen (want geen vorig registratiejaar) Totaal veld10 + veld 11 (186 dagen) zal men terugvinden in veld 15 van STAYHOSP. B) Tussentijdse registratieperiode (01/01/09 -> 30/06/09): Veld 10 STAYINDX: 181 dagen Veld 11 STAYINDX: 0 dagen (want beginnen tellen vanaf het begin van de registratieperiode) Totaal veld 10 + veld 11 (181 dagen), maar veld 15 STAYHOSP = 367 dagen C) Laatste registratieperiode (01/07/09 -> 03/07/09): Veld 10 STAYINDX: 3 dagen Veld 11 STAYINDX: 0 dagen (want beginnen tellen vanaf het begin van de registratieperiode) Totaal veld10 + veld 11 (3 dagen), maar veld 15 STAYHOSP = 370 dagen. Opmerking: Indien de opnamedatum bijvoorbeeld 2 juni 2008 zou zijn in plaats van 29 juni 2008 dan zou men voor het eerste semester van 2008 een voorlopige registratie moeten doen voor de verpleegkundige gegevens. 3) Langdurig verblijf: Opname 28 december 2008 en ontslag 3 januari 2010 A) Eerste registratieperiode (28/12/08 -> 30/06/09): Veld 10 STAYINDX: 181 dagen Veld 11 STAYINDX: 4 dagen (want in het vorig registratiejaar) Totaal veld 10 + veld 11 (185 dagen) zal men terugvinden in veld 15 van STAYHOSP. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 61

62 Administratieve gegevens: STAYINDX (A4): Gegevens over het verblijf in bedindex B) Tussentijdse registratieperiode (01/07/09->31/12/09): Veld 10 STAYINDX: 184 dagen Veld 11 STAYINDX: 0 dagen (want beginnen tellen vanaf begin registratieperiode) Totaal veld 10 + veld 11 (184 dagen), maar veld 15 STAYHOSP = 369 dagen C) Laatste registratieperiode (01/01/10->03/01/10): Veld 10 STAYINDX: 3 dagen Veld 11 STAYINDX: 0 dagen (want beginnen tellen vanaf begin registratieperiode) Totaal veld 10 + veld 11 (3 dagen), maar veld 15 STAYHOSP = 372 dagen A4 / Veld 12 A4_NUMBER_DAY_PART_FAC: aantal partieel te factureren ligdagen in het huidige registratiejaar Minimale lengte: 1 cijfer Maximale lengte: 5 cijfers Voorbeeld: 19 Voor de diensten met partiële hospitalisatie (enkel mits erkenning voor dag- en/of nachthospitalisatie in de psychiatrische sector) moet het aantal partieel te factureren ligdagen vermeld worden. In dit veld enkel voor het huidige registratiejaar. Hier gelden dezelfde regels als voor veld 10 van dit bestand. A4 / Veld 13 A4_NUMBER_DAY_PART_FAC_PREV: aantal partieel te factureren ligdagen in het vorige registratiejaar Minimale lengte: 1 cijfer Maximale lengte: 5 cijfers Voorbeeld: 9 Het aantal partieel te factureren ligdagen voor het verblijf in bedindex voor zover ze niet in het huidige registratiejaar vallen. Hier gelden dezelfde regels als voor veld 11 van dit bestand. A4 / Veld 14 A4_NUMBER_DAY_NO_FAC: aantal niet te factureren ligdagen in het huidige registratiejaar Minimale lengte: 1 cijfer Maximale lengte: 5 cijfers Voorbeeld: 9 Het aantal niet te factureren ligdagen voor het verblijf in bedindex voor het huidige registratiejaar. Voorbeeld: baby bij de moeder of op de N* (= geen facturatie voor een baby die op N* ligt indien de moeder op M ligt), afwezigheid dat aanleiding geeft tot een registratie in een verpleegeenheid OUT. Hier gelden dezelfde regels als voor veld 10 van dit bestand. A4 / Veld 15 A4_NUMBER_DAY_NO_FAC_PREV: aantal niet te factureren ligdagen in het vorige registratiejaar Minimale lengte: 1 cijfer Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 62

63 Administratieve gegevens: STAYINDX (A4): Gegevens over het verblijf in bedindex Maximale lengte: 5 cijfers Voorbeeld: 9 Het aantal niet te factureren ligdagen voor het verblijf in bedindex in de vorige registratiejaren. Voorbeeld: baby bij de moeder of op de N* (= geen facturatie voor een baby die op N* ligt indien de moeder op M ligt), afwezigheid dat aanleiding geeft tot een registratie in een verpleegeenheid OUT. Hier gelden dezelfde regels als voor veld 11 van dit bestand. Het totaal van de velden 10 tot en met 15 moet overeenkomen met de totale duur van het verblijf van de patiënt in het ziekenhuis (= datum ontslag datum opname). Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 63

64 Administratieve gegevens: STAYUNIT (A5): Gegevens over het verblijf in verpleegeenheid 5. STAYUNIT (A5): Gegevens over het verblijf in verpleegeenheid 5.1. NAAM XXX-Z-VERS-A-STAYUNIT-YYYY-P.TXT Voorbeeld: 001-Z-3.0-A-STAYUNIT TXT 5.2. INHOUD In het bestand STAYUNIT worden alle verpleegeenheden geregistreerd waarin een patiënt tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis verbleven heeft en die relevant zijn voor de betrokken registratieperiode (zie ook verder in dit hoofdstuk). Hierbij wordt het volgnummer van de verpleegeenheid genoteerd, evenals het jaar, maand, dag, uur en minuut van opname in elke verpleegeenheid. De ontslagdatum en -uur uit een verpleegeenheid is gelijk aan de opnamedatum en -uur van de volgende verpleegeenheid. Voor de laatste verpleegeenheid is de ontslagdatum en -uur gelijk aan de ontslagdatum en -uur uit het ziekenhuis. De verpleegeenheden worden beschreven in het domein met de structuurgegevens en meer specifiek in de hoofdstukken over de bestanden CAMPUNIT en UNITINDX. Meer informatie omtrent de verpleegeenheden kan tevens worden teruggevonden in punt 9. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en zorgperioden. Verpleegeenheden vormen de basis voor het registreren van de verpleegkundige items en het personeel. De concrete registratie van de verpleegkundige items gebeurt echter per verpleegkundige zorgperiode (een combinatie van het volgnummer van de verpleegeenheid en de observatiedag). In december 2007 werden een aantal toegevingen gedaan voor die ziekenhuizen die het moeilijk hadden om alle verblijven in verpleegeenheden (en zo ook alle verpleegkundige zorgperioden) afzonderlijk te registreren. Ten laatste vanaf de gegevens van het eerste semester 2010 dienen alle opsplitsingen correct te gebeuren zoals in punt 9. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en zorgperioden beschreven wordt INDELING Dit bestand bevat juist één record voor elk verblijf in een verpleegeenheid. Voor elk ziekenhuisverblijf telt dit bestand minstens één record. Het volgnummer 1 komt altijd voor. Ook voor A2_HOSPTYPE_FAC = N dienen deze gegevens correct ingevuld te worden (zie punt 9. Bijkomende informatie: Bijkomende informatie over niet-beëindigde verblijven). De foreign key van dit bestand dient terug gevonden te worden in het bestand STAYHOSP (A2). Dit wil zeggen dat de combinatie van de waarden CODE_AGR, YEAR_REGISTR, PERIOD_REGISTR en STAYNUM ook moet voorkomen in STAYHOSP (zie punt 0. Linken tussen de bestanden) en dat de combinatie CODE_AGR, YEAR_REGISTR, PERIOD_REGIST, CODE_CAMPUS en CODE_UNIT ook moet voorkomen in CAMPUNIT. Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 64

65 Administratieve gegevens: STAYUNIT (A5): Gegevens over het verblijf in verpleegeenheid Tabel 5-1: Recordtekening van STAYUNIT (A5): Gegevens over het verblijf in verpleegeenheid Kolom C1 M : Kolom C2 F : Fixed/vaste lengte Kolom C1: Indien een verplicht veld niet is ingevuld, krijgt men de foutmelding TECHNISCHE CONTROLES: MANDATORY FIELDS NOK. Kolom C2 en C3: Indien de lengte of het type van het veld niet juist is, krijgt men de foutmelding TECHNISCHE CONTROLES: DATA TYPES - DATA FORMATS NOK. In onderstaande tabel staan de sleutelvelden (primary keys) van de bestanden schuin en rood. Sleutelvelden zijn variabelen waarvan de combinatie het record binnen een bepaald bestand uniek maakt, d.w.z. elke combinatie van deze velden mag binnen het bestand slechts één keer voorkomen. Dit wordt gecontroleerd tijdens de technische controles bij het opladen van de bestanden in Portahealth. Bij fouten stopt het opladen met de vermelding TECHNISCHE CONTROLES: PRIMARY KEYS NOK. Dit wil dan zeggen dat ofwel één van de sleutelvelden leeg is of dat er dubbels voorkomen. Rood en schuin = sleutelvelden O : Optioneel veld V : Variabele lengte Kolom C3 C : Karakter veld N : Numeriek veld ND2 : Numeriek veld, 2 decimalen na het punt Veldnr Veldnaam Omschrijving C1 C2 C3 Lengte Foreign Key Veld 1 CODE_AGR Erkenningsnummer van het ziekenhuis M F C 3 A2 S3 Veld 2 YEAR_REGISTR Registratiejaar M F N 4 A2 S3 Veld 3 PERIOD_REGISTR Registratieperiode M V N 1-2 A2 S3 Veld 4 STAYNUM Verblijfsnummer M V C 1 15 A2 Veld 5 ORDER_UNIT Volgnummer verpleegeenheid M V N 1-3 Veld 6 CODE_CAMPUS Code campus M F C 4 S3 Veld 7 CODE_UNIT Code verpleegeenheid M V C 4-10 S3 Veld 8 A5_YEAR_UNIT_IN Jaar van opname in de verpleegeenheid M F N 4 Veld 9 A5_MONTH_UNIT_IN Maand van opname in de verpleegeenheid M V N 1-2 Veld 10 A5_DAY_UNIT_IN Dag in de maand van opname in de verpleegeenheid M V N 1-2 Veld 11 A5_HOUR_UNIT_IN Uur van opname in de verpleegeenheid M V N 1-2 Veld 12 A5_MIN_UNIT_IN Minuut van opname in de verpleegeenheid M V N 1-2 Foreign Key Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 65

66 Administratieve gegevens: STAYUNIT (A5): Gegevens over het verblijf in verpleegeenheid 5.4. BESCHRIJVING VAN DE VELDEN EN TOEGELATEN WAARDEN De pijlen geven de hiërarchie aan tussen de bestanden, de linken gebeuren op basis van foreign keys, zie punt 0. Linken tussen de bestanden. De velden die in verschillende bestanden voorkomen, worden beschreven in het eerste bestand in de hiërarchie. Voor de velden CODE_AGR, YEAR_REGISTR en PERIOD_REGISTR is dit dus bestand HOSPITAL (S1) en voor STAYNUM is dit bestand STAYHOSP (A2). A5 / Veld 1 CODE_AGR: erkenningsnummer van het ziekenhuis S1 A1 A2 A5 - Sleutelveld A5 / Veld 2 YEAR_REGISTR: registratiejaar S1 A1 A2 A5 - Sleutelveld A5 / Veld 3 PERIOD_REGISTR: registratieperiode S1 A1 A2 A5 - Sleutelveld A5 / Veld 4 STAYNUM: verblijfsnummer A2 A5 - Sleutelveld A5 / Veld 5 ORDER_UNIT: volgnummer verpleegeenheid Minimale lengte: 1 cijfers Maximale lengte: 3 cijfers Toegelaten waarden: volgnummer van 1 tot en met 999 De eerste verpleegeenheid van het verblijf van de patiënt krijgt waarde 1 voor ORDER_UNIT. Voor een baby geboren in het ziekenhuis wordt de waarde 1 toegekend aan de verpleegeenheid waarin het geboren wordt (in de meeste gevallen is dit het verloskwartier), waarbij het uur van opname in deze verpleegeenheid gelijk is aan het geboorte-uur. Indien de patiënt binnen hetzelfde ziekenhuisverblijf in verschillende verpleegeenheden verbleven heeft, wordt met dit cijfer de chronologische volgorde aangeduid. Indien de patiënt maar in één verpleegeenheid verbleven heeft, wordt hier enkel de waarde 1 ingevuld. Bij een tussentijdse of een laatste registratie van een langdurig verblijf is het volgnummer van de verpleegeenheid waar de patiënt bij het begin van het semester verblijft, gelijk aan 1. De verpleegkundige zorgperioden worden niet als dusdanig geregistreerd (met een volgnummer zoals de verblijven in specialisme, verpleegeenheid en bedindex) maar worden afgeleid uit de verblijven in verpleegeenheid (ORDER_UNIT) en de observatiedatum in het bestand ITEMDIVG. In het bestand ITEMDIVG worden de verpleegkundige zorgperioden waarbinnen de verpleegkundige items geregistreerd worden, eenduidig gedefinieerd door de combinatie van het volgnummer van de verpleegeenheid (ORDER_UNIT) en de observatiedatum (YEAR_OBSERV, MONTH_OBSERV, DAY_OBSERV). Tijdens een observatiedag kunnen verschillende verpleegkundige zorgperioden voorkomen. Vanaf de gegevens van het eerste semester van MZG 2010 dienen de operatiezaal en de recovery apart gedefinieerd te worden d.w.z. dat er ook afzonderlijk personeel aan dient toegekend te worden. Tot en met MZG 2009 stonden we toe om ze samen te definiëren. Voor de ziekenhuizen Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 66

67 Administratieve gegevens: STAYUNIT (A5): Gegevens over het verblijf in verpleegeenheid waarbij het onmogelijk was om de uren van de passage op het operatiekwartier door te geven werd een tijdelijke oplossing geboden. Deze oplossing bestond erin om de verpleegkundige items van de operatiezaal en recovery in een fictieve eenheid met ORDER_UNIT = 99 te registreren. Voor deze eenheid werd het uur van opname gelijk gesteld aan 00:00. Deze tijdelijke oplossing mocht men gebruiken t.e.m. MZG Het onderstaand schema illustreert het verblijf van een patiënt in verpleegeenheid DIV001 die naar de operatiezaal (OP) en de recovery (RE) is gegaan op 5 maart. Hier wordt aangetoond hoe het volgnummer van de verpleegeenheden en de afbakening van de zorgperioden worden bepaald. Een zorgperiode kan men definiëren aan de hand van de observatiedatum en het volgnummer van een verpleegeenheid. Dit wordt uitvoerig uitgelegd in de richtlijnen van de verpleegkundige gegevens. Schema 1: Verblijf met een heelkundige ingreep Tot MZG 2010 wordt dan ook toegestaan om de verpleegkundige items pre- en postop samen te registreren als postop. In onderstaand voorbeeld worden de verpleegkundige items die toegekend worden aan de patiënt vóór de operatie (gearceerde oppervlakte) samen geregistreerd met deze van na de operatie in verpleegeenheid DIV001 met volgnummer 4. Schema 2: Verblijf met heelkundige ingreep opgesplitst in maximum aantal verpleegeenheden, postop en terug naar dezelfde afdeling, verpleegkundige items op verpleegeenheid niet opgesplitst Versie december 2017 Administratieve gegevens p. 67

Domein 3 Administratieve gegevens

Domein 3 Administratieve gegevens Administratieve gegevens Domein 3 Administratieve gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE ADMINISTRATIEVE GEGEVENS... 5 1. PATHOSPI (A1): GEGEVENS OVER DE PATIËNT... 8 1.1. NAAM... 8 1.2.

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van nietbeëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens doorgestuurd moeten worden

Bijkomende informatie voor de registratie van nietbeëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens doorgestuurd moeten worden Bijkomende informatie voor de registratie van nietbeëindigde verblijven waarvoor reeds verpleegkundige gegevens doorgestuurd moeten worden 1. Over welke verblijven gaat het? Alle verblijven: - die op het

Nadere informatie

Domein 6 Facturatiegegevens

Domein 6 Facturatiegegevens Facturatiegegevens Domein 6 Facturatiegegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE FACTURATIEGEGEVENS... 3 1. PROCRI30 (F3): GEGEVENS OVER DE VERPLEEGDAGEN... 5 1.1. NAAM... 5 1.2. INHOUD... 5

Nadere informatie

Domein 6 Facturatiegegevens

Domein 6 Facturatiegegevens Facturatiegegevens Domein 6 Facturatiegegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE FACTURATIEGEGEVENS... 1 1. PROCRI30 (F3): GEGEVENS OVER DE VERPLEEGDAGEN... 3 1.1. NAAM... 3 1.2. INHOUD... 3

Nadere informatie

Omzendbrief aan - de algemeen directeur - de MZG-verantwoordelijke - de hoofdgeneesheer - het hoofd van het verpleegkundig departement

Omzendbrief aan - de algemeen directeur - de MZG-verantwoordelijke - de hoofdgeneesheer - het hoofd van het verpleegkundig departement Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorvoorzieningen Dienst Datamanagement UW BRIEF VAN UW REF. ONZE REF. DM/MZG_RHM/n.58_08 DATUM 12/12/2008 BIJLAGE(N) 1 Omzendbrief aan - de algemeen directeur

Nadere informatie

Domein 4 Verpleegkundige gegevens

Domein 4 Verpleegkundige gegevens Verpleegkundige gegevens Domein 4 Verpleegkundige gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE VERPLEEGKUNDIGE GEGEVENS... 2 1. ITEMDIVG (N1): VERPLEEGKUNDIGE ITEMS... 4 1.1. NAAM... 4 1.2. INHOUD...

Nadere informatie

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis Structuur van het ziekenhuis Domein 1 Structuur van het ziekenhuis Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE STRUCTUURGEGEVENS... 4 1. HOSPITAL (S1): BASISINFORMATIE OVER HET ZIEKENHUIS... 7 1.1. NAAM...

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisaties

Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisaties Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisaties Inhoud 1. DOMEIN MEDISCHE GEGEVENS EN FACTURATIEGEGEVENS... 3 1.1. Daghospitalisaties op verpleegeenheden specifiek voor daghospitalisatie...

Nadere informatie

Domein 4 Verpleegkundige gegevens

Domein 4 Verpleegkundige gegevens Verpleegkundige gegevens Domein 4 Verpleegkundige gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE VERPLEEGKUNDIGE GEGEVENS... 1 1. ITEMDIVG (N1): VERPLEEGKUNDIGE ITEMS... 4 1.1. NAAM... 4 1.2. INHOUD...

Nadere informatie

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis Structuur van het ziekenhuis Domein 1 Structuur van het ziekenhuis Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE STRUCTUURGEGEVENS... 4 1. HOSPITAL (S1): BASISINFORMATIE OVER HET ZIEKENHUIS... 7 1.1. NAAM...

Nadere informatie

Domein, bestand, locatie Versie juli 2016 Versie maart 2017 Inleiding Finalisatie. Het postadres werd veranderd in het adres

Domein, bestand, locatie Versie juli 2016 Versie maart 2017 Inleiding Finalisatie. Het postadres werd veranderd in het  adres Wijzigingen in MZG richtlijnen versie maart 2017 ten opzicht van juli 2016 Inleiding 2.5.3 Finalisatie. Het postadres werd veranderd in het emailadres Domein 1: Structuurgegevens S3 CAMPUNIT, veld 5 CODE_UNIT,

Nadere informatie

Domein, bestand, locatie Versie maart 2017 Domein 2: Personeelsgegevens P1 EMPLOPER, 1.2 Inhoud, nieuwe regels vanaf MZG 2017.

Domein, bestand, locatie Versie maart 2017 Domein 2: Personeelsgegevens P1 EMPLOPER, 1.2 Inhoud, nieuwe regels vanaf MZG 2017. Wijzigingen in MZG richtlijnen versie december 2017 ten opzicht van maart 2017 Domein 2: Personeelsgegevens P1 EMPLOPER, 1.2 Inhoud, nieuwe regels vanaf MZG 2017. / Op verschillende plaatsten: vanaf MZG

Nadere informatie

Domein 3 Administratieve gegevens

Domein 3 Administratieve gegevens Administratieve gegevens Domein 3 Administratieve gegevens Administratieve gegevens. Het bestand Gegevens over de patiënt 1. Het bestand Gegevens over de patiënt 1.1. NAAM XXX-Z-VERS-A-PATHOSPI-YYYYP-P.TXT.

Nadere informatie

BIJKOMENDE INFORMATIE VOOR DE REGISTRATIE VAN INHOUD DAGHOSPITALISATIES

BIJKOMENDE INFORMATIE VOOR DE REGISTRATIE VAN INHOUD DAGHOSPITALISATIES BIJKOMENDE INFORMATIE VOOR DE REGISTRATIE VAN DAGHOSPITALISATIES INHOUD INHOUD...1 1. Domein MEDISCHE GEGEVENS en FACTURATIEGEGEVENS...3 1.1 Daghospitalisaties op verpleegeenheden specifiek voor daghospitalisatie...3

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van. Daghospitalisaties

Bijkomende informatie voor de registratie van. Daghospitalisaties Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisaties Inhoud 1. DOMEIN MEDISCHE GEGEVENS EN FACTURATIEGEGEVENS... 1 1.1. Daghospitalisaties op verpleegeenheden specifiek voor daghospitalisatie...

Nadere informatie

Domein 5 Medische gegevens

Domein 5 Medische gegevens Medische gegevens Domein 5 Medische gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE MEDISCHE GEGEVENS... 1 1. DIAGNOSE (M1): GEGEVENS OVER DE DIAGNOSES... 4 1.1. NAAM... 4 1.2. INHOUD... 4 1.3. INDELING...

Nadere informatie

Domein 5 Medische gegevens

Domein 5 Medische gegevens Medische gegevens Domein 5 Medische gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE MEDISCHE GEGEVENS... 6 1. DIAGNOSE (M1): GEGEVENS OVER DE DIAGNOSES... 9 1.1. NAAM... 9 1.2. INHOUD... 9 1.3. INDELING...

Nadere informatie

Domein 5 Medische gegevens

Domein 5 Medische gegevens Medische gegevens Domein 5 Medische gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE MEDISCHE GEGEVENS... 5 1. DIAGNOSE (M1): GEGEVENS OVER DE DIAGNOSES... 8 1.1. NAAM... 8 1.2. INHOUD... 8 1.3. INDELING...

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisatie die omgezet wordt in klassieke hospitalisatie

Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisatie die omgezet wordt in klassieke hospitalisatie Bijkomende informatie voor de registratie van daghospitalisatie die omgezet wordt in klassieke hospitalisatie De volgende regel is steeds van toepassing geweest voor alle verblijven (met uitzondering van

Nadere informatie

Bijkomende informatie over de diagnosen en de grouper

Bijkomende informatie over de diagnosen en de grouper Bijkomende informatie over de diagnosen en de grouper Inhoud 1. e hoofddiagnose van een specialisme... 1 1.1. Algemene regel... 1 1.2. Uitzonderingen... 1 2. e geverifieerde opnamediagnose... 2 2.1. Algemene

Nadere informatie

Domein 5 Medische gegevens

Domein 5 Medische gegevens Medische gegevens Domein 5 Medische gegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE MEDISCHE GEGEVENS...1 1. DIAGNOSE (M1): GEGEVENS OVER DE DIAGNOSES...4 1.1. NAAM...4 1.2. INHOUD...4 1.3. INDELING...4

Nadere informatie

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis Structuur van het ziekenhuis Domein 1 Structuur van het ziekenhuis Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE STRUCTUURGEGEVENS...1 1. HOSPITAL (S1): BASISINFORMATIE OVER HET ZIEKENHUIS...4 1.1. NAAM...

Nadere informatie

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis

Domein 1 Structuur van het ziekenhuis Structuur van het. Domein 1 Structuur van het Structuur van het. Het bestand Basisinformatie over het 1. Het bestand Basisinformatie over het 1.1. NAAM XXX-Z-VERS-S-HOSPITAL-YYYY-P.TXT. Voorbeeld: 001-Z-1.0-S-HOSPITAL-2008-1.TXT

Nadere informatie

INLEIDING INLEIDING. Versie juli 2007 p. I 1

INLEIDING INLEIDING. Versie juli 2007 p. I 1 INLEIDING INLEIDING Versie juli 2007 p. I 1 Registratieverplichting 1. Registratieverplichting 1.1. WETTELIJKE BASIS. De registratie van de Minimale Klinische Gegevens (M.K.G.) werd verplicht door publicatie

Nadere informatie

MZG Globalisatietabellen Verpleegkundige gegevens Oktober 2011

MZG Globalisatietabellen Verpleegkundige gegevens Oktober 2011 Gebruik van de globalisatietabellen Algemene Informatie De globalisatietabellen werden opgesteld als bijkomend hulpmiddel voor de ziekenhuizen om hun MZG gegevens beter te kunnen controleren en analyseren.

Nadere informatie

Voorbeeld: 001-Z-3.0-S-HOSPITAL TXT Verandering ICD-9-CM codes naar ICD-9-CM codes t.e.m. MZG 2014/2 ICD-10-BE codes vanaf MZG 2015/1

Voorbeeld: 001-Z-3.0-S-HOSPITAL TXT Verandering ICD-9-CM codes naar ICD-9-CM codes t.e.m. MZG 2014/2 ICD-10-BE codes vanaf MZG 2015/1 Wijzigingen in MZG richtlijnen versie februari 2015 ten opzichte van versie mei 2014 Algemeen Versie 2.0 veranderen in versie 3.0 vanaf MZG 2015/1 Voorbeeld: 001-Z-2.0-S-HOSPITAL-2012-1.TXT Voorbeeld:

Nadere informatie

MZG Globalisatie tabellen Personeelsgegevens Oktober 2011

MZG Globalisatie tabellen Personeelsgegevens Oktober 2011 Gebruik van de globalisatietabellen Algemene Informatie De globalisatietabellen werden opgesteld als bijkomend hulpmiddel voor de ziekenhuizen om hun MZG gegevens beter te kunnen controleren en analyseren.

Nadere informatie

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen, Leefmilieu. Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen, Leefmilieu. Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen, Leefmilieu Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Bestuursdirectie Gezondheidszorgbeleid Richtlijnen voor de registratie van

Nadere informatie

Handleiding bij de tabellen van de globalisatie

Handleiding bij de tabellen van de globalisatie Handleiding bij de tabellen van de globalisatie Inleiding De tabellen van de globalisatie worden aangemaakt per registratiesemester. De globalisatie is een onderdeel van de controleprocedure. Het is de

Nadere informatie

Domein 5 Medische gegevens

Domein 5 Medische gegevens Medische gegevens Domein 5 Medische gegevens Medische gegevens. Het bestand Gegevens over de diagnoses 1. Het bestand Gegevens over de diagnoses 1.1. NAAM XXX-Z-VERS-M-DIAGNOSE-YYYY-PP.TXT Voorbeeld: 001-Z-1.0-M-DIAGNOSE-2007-01.TXT

Nadere informatie

Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden

Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. VERPLEEGEENHEDEN... 3 2.1. WAT DIENT ER GEREGISTREERD TE WORDEN OP DE DRIE TYPES VERPLEEGEENHEDEN?...

Nadere informatie

Inleiding: Registratieverplichting. Inleiding p1

Inleiding: Registratieverplichting. Inleiding p1 Inleiding: Registratieverplichting Inleiding Inhoud 1. REGISTRATIEVERPLICHTING... 2 1.1. WETTELIJKE BASIS... 2 1.2. VOOR WELKE PERIODE?... 3 1.3. TOEPASSELIJK VOOR WELKE ZIEKENHUIZEN?... 3 1.4. WELKE VERBLIJVEN

Nadere informatie

MPG DEEL 4 STEEKPROEFGEGEVENS

MPG DEEL 4 STEEKPROEFGEGEVENS Steekproefgegevens MPG DEEL 4 STEEKPROEFGEGEVENS INHOUD 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN... 1 1. SAMPLE TEAM (ST) - FACULTATIEF... 2 1.1. NAAM... 2 1.2. INHOUD... 2 1.3. INDELING... 2 1.4. BESCHRIJVING VAN

Nadere informatie

MZG Nationale feedback Verpleegkundige gegevens April 2015. Nationale feedback verpleegkundige gegevens : Extern toelichtend document

MZG Nationale feedback Verpleegkundige gegevens April 2015. Nationale feedback verpleegkundige gegevens : Extern toelichtend document Nationale feedback verpleegkundige gegevens : Extern toelichtend document Inhoudstafel 1. ALGEMENE INFORMATIE... 2 1.1. De verpleegkundige gegevens in het MZG-registratiesysteem... 2 1.2. Selectie van

Nadere informatie

Evolutie van ziekenhuisverblijven overheen de jaren

Evolutie van ziekenhuisverblijven overheen de jaren Evolutie van ziekenhuisverblijven overheen de jaren 2006-2015 Acute ziekenhuizen Zijn inbegrepen, alle verblijven : - in klassieke hospitalisatie, inclusief de lange verblijven (codes H, F, M, L) ; - in

Nadere informatie

Bijkomende informatie bij het bestand 'geboortegegevens pasgeborene' (PATBIRTH)

Bijkomende informatie bij het bestand 'geboortegegevens pasgeborene' (PATBIRTH) BESTUUR VAN DE GEZONDHEIDSZORGEN DIRECTIE GEZONDHEIDSZORGBELEID M.K.G.-cel Contactpersoon: dr. C Hauzeur Geneesheer-inspecteur - diensthoofd : (02) 210.47.81 : (02) 210.47.91 : christiane.hauzeur@health.fgov.be

Nadere informatie

Evolutie van ziekenhuisverblijven overheen de jaren

Evolutie van ziekenhuisverblijven overheen de jaren Evolutie van ziekenhuisverblijven overheen de jaren 2006-2015 Acute en subacute ziekenhuizen Zijn inbegrepen, alle verblijven : - in klassieke hospitalisatie, inclusief de lange verblijven (codes H, F,

Nadere informatie

MPG DEEL 2 STRUCTUURGEGEVENS EN GEREALISEERDE VERPLEEGDAGEN PER KENLETTER VAN BEHANDELDIENST

MPG DEEL 2 STRUCTUURGEGEVENS EN GEREALISEERDE VERPLEEGDAGEN PER KENLETTER VAN BEHANDELDIENST Structuurgegevens en gerealiseerde verpleegdagen MPG DEEL 2 STRUCTUURGEGEVENS EN GEREALISEERDE VERPLEEGDAGEN PER KENLETTER VAN BEHANDELDIENST INHOUD 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN... 1 1. ALGEMENE KENMERKEN

Nadere informatie

MZG Globalisatietabellen Verpleegkundige gegevens April 2011

MZG Globalisatietabellen Verpleegkundige gegevens April 2011 Algemene Informatie Gebruik van de globalisatietabellen De globalisatietabellen werden opgesteld als bijkomend hulpmiddel voor de ziekenhuizen om hun MZG gegevens beter te kunnen controleren en analyseren.

Nadere informatie

Daarnaast moeten vanaf 1 juli 2007 de forfaits chronische pijn als daghospitalisatie geregistreerd worden (artikel 4, 8).

Daarnaast moeten vanaf 1 juli 2007 de forfaits chronische pijn als daghospitalisatie geregistreerd worden (artikel 4, 8). Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorvoorzieningen Dienst Datamanagement UW BRIEF VAN UW REF. ONZE REF. DM/RCM-MKG/n.48_07 DATUM 09/11/2007 Ter attentie van de Algemeen Directeur de Hoofdgeneesheer

Nadere informatie

1. Algemene informatie

1. Algemene informatie Inhoudstabel 1. Algemene informatie... 1 1.1. Het MZG-registratiesysteem...1 1.2. De inhoud van de nationale feedback over de personeelsgegevens...2 1.3 De belangrijkste bestanden en velden die gebruikt

Nadere informatie

Domein 2 Personeelsgegevens

Domein 2 Personeelsgegevens Personeelsgegevens Domein 2 Personeelsgegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE PERSONEELSGEGEVENS... 3 1. EMPLOPER (P1): PERIODIEKE PERSONEELSGEGEVENS... 5 1.1. NAAM... 5 1.2. INHOUD... 5 1.3.

Nadere informatie

Maxi feedback Alle ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Maxi feedback Alle ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Maxi feedback 2015 Alle ziekenhuizen FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu >> Selectie van de verblijven Registratiejaar 2015 - alle ziekenhuizen Zijn inbegrepen,

Nadere informatie

Domein 2 Personeelsgegevens

Domein 2 Personeelsgegevens Personeelsgegevens Domein 2 Personeelsgegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE PERSONEELSGEGEVENS... 3 1. EMPLOPER (P1): PERIODIEKE PERSONEELSGEGEVENS... 5 1.1. NAAM... 5 1.2. INHOUD... 5 1.3.

Nadere informatie

Maxi feedback Acute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Maxi feedback Acute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Maxi feedback 2015 Acute ziekenhuizen FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu >> Selectie van de verblijven Registratiejaar 2015 - acute ziekenhuizen Zijn inbegrepen,

Nadere informatie

Domein 2 Personeelsgegevens

Domein 2 Personeelsgegevens Personeelsgegevens Domein 2 Personeelsgegevens Inhoud 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN VAN DE PERSONEELSGEGEVENS... 3 1. EMPLOPER (P1): PERIODIEKE PERSONEELSGEGEVENS... 5 1.1. NAAM... 5 1.2. INHOUD... 5 1.3.

Nadere informatie

Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden

Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. VERPLEEGEENHEDEN... 3 2.1. WAT DIENT ER GEREGISTREERD TE WORDEN OP DE DRIE TYPES VERPLEEGEENHEDEN?...3

Nadere informatie

Maxi feedback Subacute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Maxi feedback Subacute ziekenhuizen. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Maxi feedback 2015 Subacute ziekenhuizen FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu >> Selectie van de verblijven Registratiejaar 2015 - subacute ziekenhuizen Zijn

Nadere informatie

Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden

Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden Bijkomende informatie over bedindexen, verpleegeenheden en verpleegkundige zorgperioden Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. VERPLEEGEENHEDEN... 3 2.1. WAT DIENT ER GEREGISTREERD TE WORDEN OP DE DRIE TYPES VERPLEEGEENHEDEN?...

Nadere informatie

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen RAC Vesaliusgebouw Pachecolaan 19/5 1010 Brussel uw brief van uw kenmerk

Nadere informatie

Geachte Mevrouw, Heer,

Geachte Mevrouw, Heer, Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorvoorzieningen Dienst Datamanagement UW BRIEF VAN UW REF. ONZE REF. STA/CH/2007-181 DATUM 10 AUGUSTUS 2007 BIJLAGE(N) Ter attentie van de algemeen directeur

Nadere informatie

Domein 2 Personeelsgegevens

Domein 2 Personeelsgegevens Personeelsgegevens. Domein 2 Personeelsgegevens Personeelsgegevens. Het bestand Aantal werknemers per categorie voor de periode 1. Het bestand Aantal werknemers per categorie voor de periode 1.1. NAAM

Nadere informatie

Coordinatie--Minimale-klinische-gegevens

Coordinatie--Minimale-klinische-gegevens 6 DECEMBER 1994. - Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid

Nadere informatie

R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering OMZENDBRIEF AAN DE ALGEMENE ZIEKENHUIZEN OMZ. ZH. 2013/13 Dienst voor geneeskundige verzorging Correspondent: Directie verzorgingsinstellingen

Nadere informatie

Handleiding benchmarkrapport MPG

Handleiding benchmarkrapport MPG Handleiding benchmarkrapport MPG Inhoudsopgave 1. Wat is een benchmarkrapport?... 2 2. Wanneer wordt het benchmarkrapport ter beschikking gesteld?... 2 3. Waar kan u het benchmarkrapport raadplegen?...

Nadere informatie

Handleiding bij het benchmarking rapport MPG

Handleiding bij het benchmarking rapport MPG Handleiding bij het benchmarking rapport MPG Inleiding De tabellen van het globalisatierapport of finale rapport worden aangemaakt per registratiesemester. De globalisatie is een fase van de controleprocedure.

Nadere informatie

R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering AAN DE LABORATORIA Dienst voor geneeskundige verzorging Correspondent: Annelies Degraeve Attaché Tel.: 02/739.78.45 E-Mail: Annelies.Degraeve@riziv.fgov.be

Nadere informatie

MPG DEEL 3 CONTINUE GEGEVENS

MPG DEEL 3 CONTINUE GEGEVENS Continue gegevens MPG DEEL 3 CONTINUE GEGEVENS INHOUD 0. LINKEN TUSSEN DE BESTANDEN... 1 1. IDENTIFICATIE VAN DE PATIËNT (IP)... 3 1.1. NAAM... 3 1.2. INHOUD... 3 1.3. INDELING... 3 1.4. BESCHRIJVING VAN

Nadere informatie

Voorbeeld: 999-P-1.0-2010-2.ZIP PORTAHEALTH

Voorbeeld: 999-P-1.0-2010-2.ZIP PORTAHEALTH ZIP FILE Voordat de gegevens via de beveiligde internettoegang (Portahealth) kunnen worden doorgestuurd, moeten de bestanden gecomprimeerd worden en samen gezet worden in één ZIP-compressiebestand. De

Nadere informatie

Directoraat-generaal Gezondheidszorg. Handboek aangepast : September 2014

Directoraat-generaal Gezondheidszorg. Handboek aangepast : September 2014 Directoraat-generaal Gezondheidszorg Dienst financiering van de ziekenhuizen Eurostation Blok II Telefoon : 02 524 87 10 Victor Hortaplein 40 bus 10 Fax :02 524 87 79 1060 Brussel Handboek aangepast :

Nadere informatie

Betreft : Instructies met betrekking tot de facturatie via magnetische drager of via elektronische weg Uitgave ste bijwerking

Betreft : Instructies met betrekking tot de facturatie via magnetische drager of via elektronische weg Uitgave ste bijwerking RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Aan de verstrekkers of diensten die verantwoordelijk zijn voor de facturatie via magnetische drager of via elektronische weg Dienst voor Geneeskundige

Nadere informatie

HANDLEIDING VOOR DE REGISTRATIE VAN DE MINIMALE PSYCHIATRISCHE GEGEVENS

HANDLEIDING VOOR DE REGISTRATIE VAN DE MINIMALE PSYCHIATRISCHE GEGEVENS . HANDLEIDING VOOR DE REGISTRATIE VAN DE MINIMALE PSYCHIATRISCHE GEGEVENS vanaf registratiejaar 2019 FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Directoraat-generaal Gezondheidszorg

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid" SCSZG/16/046 BERAADSLAGING NR. 16/021 VAN 15 MAART 2016 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Boekhouding en Beheer der Ziekenhuizen. Handboek aangepast : januari 2008. Toepassing FINHOSTA : Versie 2.7 TRIMESTRIEEL REVISOR

Boekhouding en Beheer der Ziekenhuizen. Handboek aangepast : januari 2008. Toepassing FINHOSTA : Versie 2.7 TRIMESTRIEEL REVISOR Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Boekhouding en Beheer der Ziekenhuizen Eurostation Blok II Telefoon : 02 524 87 10 Victor Hortaplein 40 bus 10 Fax : 02 524 87 79 1060 Brussel

Nadere informatie

BIJWERKING 1999/12. Bron : R.I.Z.I.V. - Dienst voor Geneeskundige Verzorging

BIJWERKING 1999/12. Bron : R.I.Z.I.V. - Dienst voor Geneeskundige Verzorging INSTRUCTIES AAN DE VERPLEGINGSINRICHTINGEN, AAN DE ERKENDE LABORATORIA VOOR KLINISCHE BIOLOGIE, AAN DE VERPLEEGKUNDIGEN EN ALLE ANDERE INRICHTINGEN OF VERSTREKKERS DIE GEBRUIK MAKEN VAN HET SYSTEEM VAN

Nadere informatie

Boekhouding en Beheer der Ziekenhuizen. Handboek aangepast: oktober Toepassing FINHOSTA: Versie 2.8 TRIMESTRIEEL REVISOR

Boekhouding en Beheer der Ziekenhuizen. Handboek aangepast: oktober Toepassing FINHOSTA: Versie 2.8 TRIMESTRIEEL REVISOR Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Boekhouding en Beheer der Ziekenhuizen Eurostation Blok II Telefoon: 02 524 87 10 Victor Hortaplein 40 bus 10 Fax: 02 524 87 79 1060 Brussel

Nadere informatie

Wijzigingen in UREG-richtlijnen versie oktober 2016 ten opzichte van versie mei 2016

Wijzigingen in UREG-richtlijnen versie oktober 2016 ten opzichte van versie mei 2016 Wijzigingen in UREG-richtlijnen versie oktober 2016 ten opzichte van versie mei 2016 Verwijzing Versie mei 2016 Versie oktober 2016 De codes 300, 310, 320 en 330 kunnen enkel gebruikt worden voor niet-belgen.

Nadere informatie

Aanvullende tabellen op de algemene federale feedback MVG 2006

Aanvullende tabellen op de algemene federale feedback MVG 2006 1 FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu DG1 Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement Aanvullende tabellen op de algemene federale feedback MVG 2006 Annelies Ghesquiere,

Nadere informatie

Handleiding bij het finale rapport MPG

Handleiding bij het finale rapport MPG Handleiding bij het finale rapport MPG Inhoudsopgave Inleiding... 2 Inhoud... 2 Deel I: MPG op het niveau van de voorziening... 3 A. Rubriek: Structuurgegevens... 3 B. Rubriek: Functionele gegevens...

Nadere informatie

RICHTLIJNEN VOOR DE VERPLEGINGSINSTELLINGEN BETREFFENDE DE ELEKTRONISCHE FACTURERING VAN DE GENEESKUNDIGE VERZORGING IN HET KADER VAN MediPrima Fase 1

RICHTLIJNEN VOOR DE VERPLEGINGSINSTELLINGEN BETREFFENDE DE ELEKTRONISCHE FACTURERING VAN DE GENEESKUNDIGE VERZORGING IN HET KADER VAN MediPrima Fase 1 Specifieke instructies voor de facturatie van geneeskundige zorgen in het kader van fase 1. RICHTLIJNEN VOOR DE VERPLEGINGSINSTELLINGEN BETREFFENDE DE ELEKTRONISCHE FACTURERING VAN DE GENEESKUNDIGE VERZORGING

Nadere informatie

Betreft: richtlijnen MVG-registratie

Betreft: richtlijnen MVG-registratie Dienst datamanagement Uw brief van: Uw kenmerk: Ons kenmerk: Datum: Bijlage(n): Telefoon Onthaal: Fax : Betreft: richtlijnen MVG-registratie FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid" SCSZG/16/145 BERAADSLAGING NR. 16/064 VAN 21 JUNI 2016 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS DIE

Nadere informatie

1. Periodische personeelsregistratie

1. Periodische personeelsregistratie Bijlage 1. Periodische personeelsregistratie De periodische personeelsregistratie wordt éénmaal per registratieperiode opgevraagd, telkens de eerste dag van de maanden maart, juni, september en december.

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZG/12/335 BERAADSLAGING NR. 12/109 VAN 20 NOVEMBER 2012 MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK VAN DE BASISDIENST CODERING

Nadere informatie

Bijkomende informatie voor de registratie van de doodsoorzaak

Bijkomende informatie voor de registratie van de doodsoorzaak Bijkomende informatie voor de registratie van de doodsoorzaak 1. Veld 31: A2_CODE_DIAG_CAUSE_DEATH Veld 31 A2_CODE_DIAG_CAUSE_DEATH behoort tot het bestand STAYHOSP in domein 3 van de administratieve gegevens.

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN 211-1150 BRUSSEL Dienst voor Geneeskundige Verzorging COMMISSIE VOOR INFORMATIEVERWERKING

Nadere informatie

verhasselt jurgen 3440 Zoutleeuw A J N J N J

verhasselt jurgen 3440 Zoutleeuw A J N J N J Importspecificaties De IZAG-toepassing laat toe om personeelsgegevens afkomstig van andere systemen te importeren. De gegevens worden verondersteld in {TAB}-gescheiden tekst-formaat te staan: tussen elk

Nadere informatie

Portahealth: hoe de resultaten van de controles voor MZG, MPG of FINHOSTA opvolgen?

Portahealth: hoe de resultaten van de controles voor MZG, MPG of FINHOSTA opvolgen? Portahealth: hoe de resultaten van de controles voor MZG, MPG of FINHOSTA opvolgen? Helpdesk Als u bij het gebruik van één van de applicaties van Portahealth problemen ondervindt, kan u onze helpdesk via

Nadere informatie

Interface MXG - - CPO-WISH

Interface MXG - - CPO-WISH Interface MXG - - CPO-WISH C-Consult advice - Avenue de la Closeraie 5, 4000 Rocourt www.ccabe.com Inhoudstabel Functionele omschrijving van de interface... 2 Type verwerkte gegevens... 2 De gehospitaliseerde

Nadere informatie

FAQ. FINHOSTA NL : inhoud. Sleutelwoorden Vraag Ons standpunt Rekening (fin 2.7) Op welke kostenrekening dient men tandkronen te boeken?

FAQ. FINHOSTA NL : inhoud. Sleutelwoorden Vraag Ons standpunt Rekening (fin 2.7) Op welke kostenrekening dient men tandkronen te boeken? FAQ FINHOSTA NL : inhoud Sleutelwoorden Vraag Ons standpunt Rekening Op welke kostenrekening dient men tandkronen te boeken? Tandkronen blijven meer dan een maand in het lichaam van een patiënt Dus is

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2014/328 van 12 augustus 2014 62/1033 63/1014 Van toepassing vanaf 1 januari 2015 Boekhoudkundige

Nadere informatie

Handleiding bij het globalisatierapport MPG Versie 2

Handleiding bij het globalisatierapport MPG Versie 2 Handleiding bij het globalisatierapport MPG Versie 2 Inleiding De tabellen van de globalisatie worden aangemaakt per registratiesemester. De globalisatie is een onderdeel van de controleprocedure. Waar

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid" SCSZG/15/057 BERAADSLAGING NR. 15/025 VAN 21 APRIL 2015 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

De UREG-variabelen. December 2014 1/35

De UREG-variabelen. December 2014 1/35 1/35 FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Gezondheidszorg Victor Hortaplein 40, bus 10, 1060 Brussel De UREG-variabelen December 2014 Dienst Datamanagement

Nadere informatie

SPECIFICATIE AAN TE LEVEREN VARIABELEN

SPECIFICATIE AAN TE LEVEREN VARIABELEN SPECIFICATIE AAN TE LEVEREN VARIABELEN T.B.V. VALIDATIE MODULE 2.1 CHS Solutions for Control Information B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden gekopieerd, vermenigvuldigd, opgeslagen

Nadere informatie

Bijlage A VG-MZG PERSONEELSREGISTRATIE SYNTHESE

Bijlage A VG-MZG PERSONEELSREGISTRATIE SYNTHESE Bijlage A VG-MZG PERSONEELSREGISTRATIE SYNTHESE * De woorden in cursief verwijzen naar een definitie van dat concept. Periodieke registratie Dagelijkse registratie Doelstelling : het aantal (bezoldigde

Nadere informatie

De UREG-variabelen. Februari /47. Dienst Datamanagement DG Gezondheidszorg FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu

De UREG-variabelen. Februari /47. Dienst Datamanagement DG Gezondheidszorg FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu 1/47 FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Gezondheidszorg Victor Hortaplein 40, bus 10, 1060 Brussel De UREG-variabelen Februari 2017 Dienst Datamanagement

Nadere informatie

Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR

Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR Een betrouwbare HSMR berekening is alleen mogelijk als ziekenhuizen volgens dezelfde regels, dus op uniforme wijze hun opnamen in de LMR (en diens opvolger

Nadere informatie

ATOUM...2 PORTAHEALTH 4 RICHTLIJNEN 5 CONTROLES 6 ANDERE VRAGEN..7

ATOUM...2 PORTAHEALTH 4 RICHTLIJNEN 5 CONTROLES 6 ANDERE VRAGEN..7 ATOUM....2 PORTAHEALTH 4 RICHTLIJNEN 5 CONTROLES 6 ANDERE VRAGEN..7 ATOUM Welke is de toekomst van Atoum? De FOD Volksgezondheid zal Atoum nog ondersteunen tot einde juni 2019. Zie in dit verband naar

Nadere informatie

Vanaf werden 30 T-bedden buiten gebruik gesteld en ter beschikking gesteld voor het Noolim-project (mobiele teams).

Vanaf werden 30 T-bedden buiten gebruik gesteld en ter beschikking gesteld voor het Noolim-project (mobiele teams). Beddenbezetting en andere patiëntgerelateerde cijfers Psychiatrisch ziekenhuis Erkende bedden Dienst 2014 2015 2016 370 A 60 60 60 380 a-dag 13 13 13 390 a-nacht 1 1 1 410 T 79 79 79 410 Tg 80 80 80 420

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE KOSTEN

SAMENVATTING VAN DE KOSTEN Eventueel Logo ziekenhuis Benaming ziekenhuis RIZIV-nummer KBO-nummer Contact: naam/telefoonnummer BIJLAGE 37 PATIENTENFACTUUR - zorgen van xxx tot xxx Blz 1 van Factuurnummer Datum factuur Verzenddatum

Nadere informatie

Nota bij de betekening van het budget van financiële middelen op 1 januari 2015.

Nota bij de betekening van het budget van financiële middelen op 1 januari 2015. Nota bij de betekening van het budget van financiële middelen op 1 januari 2015. Ter inleiding Het doel van deze nota is alle informatie te bieden die nodig is voor een goed begrip van de bedragen die

Nadere informatie

I605 SOA validaties alle controles nu optioneel Naam minstens de naam aanwezig voornaam tweede voornaam naam foneem Aanvangsdatum aanvangsdatum

I605 SOA validaties alle controles nu optioneel Naam minstens de naam aanwezig voornaam tweede voornaam naam foneem Aanvangsdatum aanvangsdatum I605 SOA validaties In de nieuwe implementatie van het I605 formulier zijn een aantal controles met betrekking tot de persoonsgegevens gewijzigd ten opzichte van de mainframe versie. Hieronder volgt een

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZG/13/146 BERAADSLAGING NR. 12/109 VAN 20 NOVEMBER 2012, GEWIJZIGD OP 18 JUNI 2013, MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK

Nadere informatie

Directoraat-generaal Gezondheidszorg. Handboek aangepast : Januari 2018

Directoraat-generaal Gezondheidszorg. Handboek aangepast : Januari 2018 Directoraat-generaal Gezondheidszorg Dienst financiering van de ziekenhuizen Eurostation Blok II Telefoon : 02 524 87 10 Victor Hortaplein 40 bus 10 Fax :02 524 87 79 1060 Brussel Handboek aangepast :

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering van 14 februari 2005;

Gelet op de aanvraag van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering van 14 februari 2005; SCSZ/05/56 1 BERAADSLAGING NR. 05/019 VAN 3 MEI 2005 M.B.T. DE MEDEDELING VAN GEGEVENS DOOR DE TECHNISCHE CEL AAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING IN HET KADER VAN HET ONDERZOEKSPROJECT

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/178 BERAADSLAGING NR. 08/063 VAN 4 NOVEMBER 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Boekhouding en Beheer der Ziekenhuizen. Handboek aangepast : FEBRUARI 2013. Toepassing FINHOSTA : Versie 4.0

Boekhouding en Beheer der Ziekenhuizen. Handboek aangepast : FEBRUARI 2013. Toepassing FINHOSTA : Versie 4.0 Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Boekhouding en Beheer der Ziekenhuizen Eurostation Blok II Telefoon : 02 524 87 10 Victor Hortaplein 40 bus 10 Fax : 02 524 87 79 1060 Brussel

Nadere informatie

De UREG-variabelen. Oktober /44

De UREG-variabelen. Oktober /44 1/44 FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Gezondheidszorg Victor Hortaplein 40, bus 10, 1060 Brussel De UREG-variabelen Oktober 2017 Cel Databankbeheer

Nadere informatie

Directoraat-generaal Gezondheidszorg

Directoraat-generaal Gezondheidszorg Directoraat-generaal Gezondheidszorg Dienst financiering van de ziekenhuizen Eurostation Blok II Telefoon : 02 524 87 10 Victor Hortaplein 40 bus 10 Fax : 02 524 87 79 1060 Brussel Handboek aangepast :

Nadere informatie