De Goede Herder, -1 Rheden, 30 april 2017. Lezingen: Ezechiël 34:7-16 en Johannes 10:11-16. Thema: Leiderschap Lieve Mensen, Gemeente van Christus, 1. De Evangelielezing begint voor mij met een weerbarstigheid als Johannes Jezus laat zeggen: Ik ben de goede herder. Zou Jezus dat van zichzelf gezegd hebben? Dat klinkt nogal pretentieus. Het past in elk geval niet in mijn beeld van een goede herder dat hij dat over zichzelf zou zeggen. Dat laat hij juist aan anderen over. Ik zie deze zin als een geloofsuitspraak van Johannes, waarin hij Jezus met dat beeld wil tekenen: Hij is de goede of ware herder. 2. Dat beeld komt niet uit de lucht vallen. Het beeld van de herder en de schapen komen we door heel de Schrift heen tegen, vanaf Abel, en o.a. bij Mozes en David en Ezechiël, tot hier, tot aan Jezus toe. Bijna alle leiders van Israël, maar ook wel daarbuiten, worden op enig moment herder genoemd. Het is een beeld dat ook voor God gebruikt wordt onder andere in de voor velen dierbare Psalm 23:
De Goede Herder, -2 De HEER is mijn Herder. Voor ons is het lastig, dat het een oud beeld is, nauwelijks meer levend aanwezig, en daardoor ontdaan van de ruigheid, die er bij hoorde. Het is een vakantieplaatje geworden zonder de harde werkelijkheid. Herderen was een hard en gevaarlijk leven, belaagd door rovers en wolven, met eigenzinnige schapen op weg, door bergen en dalen altijd op zoek naar grazige weiden. Een herder was eenzaam én moest altijd alert zijn. Schapen mogen voor ons iets vertederends hebben, maar ze kunnen nukkig, lastig, eigenzinnig zijn. En als ze in het voorjaar luis hebben krijg je dat als herder ook, vertelde een herder me ooit. Ze gaan graag hun eigen gang, maar hebben uit zichzelf geen idee van richting. Zonder herder verdwalen ze. Door dit schetsje van schapen begrijp ik beter dat mensen met schapen vergeleken kunnen worden: vertederend én eigenzinnig, nukkig én kwetsbaar zijn ook wij, en, ook wíj weten uit onszelf vaak de weg niet. We willen graag autonoom, zelfredzaam, onafhankelijk zijn, maar, als het er op aan komt, weten we de weg niet. Vooral op belangrijke momenten in het leven worden we ons dat bewust, bij geboorte en dood, ziekte,
De Goede Herder, -3 bij de opvoeding van onze kinderen, op de kruispunten van ons bestaan. En bij de grote vragen van ons leven als waar dient het toe? & wat is de zin van ons bestaan? Op kritieke momenten hebben we eigenlijk altijd een ander nodig om pratend de weg te zoeken, te verstaan wie we zijn, te weten van onze oorsprong en bestemming, en waar de groene weide zich bevindt. En waar vind je dan een herder, een leider of ingewijde, een pastor, coach of mentor, in dit soms zo verwarrende bestaan? En hoe weet je of die betrouwbaar is? Veel leiders zijn niet betrouwbaar. Dat is niet iets van vandaag, al zou je dat soms denken. Het hoort bij alle tijden. We hadden het kunnen weten. Want nota bene al bij Ezechiël klinken de waarschuwingen tegen leiders die vooral met zichzelf bezig zijn, die zichzelf weiden en verrijken ten koste van hun schapen, van de zwakken en gewonden het meest. Ze zijn er helemaal niet op uit om mensen tot hun recht te laten komen, om vrijheid te scheppen. Het is heel opmerkelijk dat juist in onze tijd er een groot verlangen is naar een leider, authentiek en spiritueel, in de politiek, maar ook in de kerk. Iemand die lastige knopen doorhakt, door al onze zorgen en eindeloze beraadslagingen heen, iemand die visie heeft en een hoopvol perspectief laat zien -
De Goede Herder, -4 want daar twijfelen we blijkbaar ernstig aan. Maar, aan wie vertrouw je je toe als het er op aan komt, in leven en samenleven, maar ook in je geestelijk leven en in je sterven? 3. Johannes zegt: Jezus is de goede herder, de betrouwbare gids in het leven. Dat beeld vat samen wie hij was en wat hij deed, hoe hij in alle creativiteit en concreetheid, in trouw aan God en mensen, vorm heeft gegeven aan leven en samenleven. En in de lezing wordt zijn herderschap nader omschreven en verduidelijkt. Mensen gaan hem ter harte. Hij kent God, het geheim van het leven, de zin van ons bestaan. Hij houdt van mensen, staat voor hen in, kent hen. Hij loopt niet weg bij gevaar. Ja, Hij geeft zijn leven voor zijn schapen, zoals een vader zijn leven geeft voor zijn kinderen, en een vriend voor zijn vrienden. Hij gaat nieuwe wegen naar groene weiden én ziet naar de schapen om. En hij verdraagt het niet als de zwakken niet versterkt, als de verlorenen niet gezocht, als de gewonden niet verbonden worden. Hij verdraagt het niet als herders zichzelf weiden en er uiteindelijk vandoor gaan om hun eigen hachje te redden. En, hij laat zich niet claimen. Hij heeft ook schapen uit een andere stal, zegt hij.
De Goede Herder, -5 Hij is bepaald geen nationalist, waar vele leiders later en tot op vandaag, juist hun verleidende kracht in zoeken. Jezus is als herder ook die van anderen. Zo was Hij verbindend, ook naar hen die buiten het bekende kringetje vielen. De wolf jaagt, als tegenbeeld van de herder, de schapen juist uiteen. Jezus handelde liefdevol naar mensen vanuit een koninklijke vrijheid. Hij was er niet op uit om een allemansvriend te worden. Hij sprak mensen ook tegen, was niet uit op het creëren van vijanden, maar op bevrijding van mensen uit hun angsten, opdat ze meer zichzelf zouden worden. Hij bracht hen terug tot wie ze ten diepste zijn: vrije kinderen van God. Zo liet Hij als goede herder, pastor in het latijn, concreet en liefdevol zien wie God is. Hij kent zijn schapen. En is het niet ons diepste verlangen om gekend, verstaan, gezien te worden zoals we zijn? En is het niet onze pijn dat we ons maar zelden echt gekend en verstaan voelen? En onze angst dat, als je werkelijk gekend wordt, je niet de moeite waard zult zijn, door de mand zult vallen? Bij deze herder mag je je veilig weten, geaccepteerd met alles wat bij je hoort. En, Hij daagt zijn schapen uit om op weg te gaan, nieuwe wegen, altijd maar verder.
De Goede Herder, -6 Het waren deze heel verschillende bewegingen die Hij tegelijkertijd maakte: Hij ging voor naar grazige weiden én zag naar hen om, Hij kende ze én daagde hen uit. Het is voor toen en ook voor nu nog een revolutionair beeld van een leider, die zo uit is op het werkelijke belang van mensen. 4. Dit fragment uit het Evangelie is ook een kritische noot, versterkt door de lezing van Ezechiël, jegens allen die leiding geven. Veel herders blijken huurlingen te zijn, die hun schapen, als het er op aan komt, in de steek laten, zich niet om hen bekommeren, zich door hen niet laten raken, die hen willen kennen noch uitdagen. Ze hebben slechts hun beperkte eigen belang van carrière of bonussen of eigen eer op het oog. Jezus kritiseert hier de egoïstische mentaliteit van veel leiders. Hij noemt hen huurlingen. Herder of huurling. Dit dilemma staat nog altijd voor hen die leiding geven, die regeren en besturen, die voorgaan. Als je bent aangesteld om leiding te geven, op welk niveau ook, in het klein of in het groot, thuis of op het bedrijf, op school, in de politiek, in de kerk, ben je daarin dan een herder of huurling?
De Goede Herder, -7 Heb je oog voor de mensen, gaan ze je ter harte, hen die aan jouw leiding en zorg zijn toevertrouwd, zonder je daarin helemáál te verliezen, want je moet ook verder. Praat je hen naar de mond of daag je ze uit om in vrijheid meer zichzelf te worden? Ben je inclusief of sluit je bij voorbaat anderen uit? Is het ook denkbaar dat je je leven geeft voor je schapen? Stilletjes hopen velen van hun leidinggevenden dat ze door hen gekend worden. En terecht is die hoop er! Van elke leidinggevende mag je toch verwachten dat hij het is veelal een hij de waarde van een mens weet te schatten, en dat hij weet dat het om mensen gaat in dit leven en om een kwaliteit van omgaan met elkaar. Waar dat gebeurt, doet dat een mens goed, is dat weldadig. Daar wordt in de geschonken aandacht iets van de Goede Herder ervaren. Maar er zijn veel huurlingen. 5. Je kunt zeggen, leiding geven, waar dan ook, is een pastorale dienst. En zou dat niet bij uitstek geoefend moeten worden in de kerk, ook hier? Zouden we de wereld daarmee niet van dienst kunnen zijn, met de ervaring dat het mogelijk is om zo leiding te geven?
De Goede Herder, -8 Helaas is de kerk, waar mensen weet hebben van de Góede Herder, daarin vaak bepaald niet ten voorbeeld geweest tot schade van de wereld, van God en de kerk. Het is ook geen gemakkelijke weg, dat telkens heen en weer gaan tussen die verschillende polen. Het vraagt passie en geduldige oefening. En we moeten, net als Jezus, ook maar heel nuchter zijn over onszelf en anderen, door onder ogen te zien dat er veel huurlingen zijn, en dat die kant ook in ons zit, huurlingen, die zich niet of vaak niet bekommeren om de schapen, omdat ze zo met zichzelf bezig zijn, en vaak een goede visie missen op de weg naar de groene weide. Op weg naar de groene weide ook dat is een mooi beeld voor deze tijd en wat er van leiders verwacht mag worden! 6. In de kerk kennen we, vanaf het begin, in navolging van Jezus, ook de rol van pastor. Daarin gaat het om het willen kennen van mensen, hen tot hulp en tegenover zijn, er-zijn op kritieke momenten als praatpaal, als geestelijk begeleider. Het is iemand door wie je jezelf beter leert kennen, die even met je mee wandelt. Het is een rol voor professionals, maar ook voor vrijwilligers,
De Goede Herder, -9 want ten diepste is het de menselijke kwaliteit van liefdevolle aandacht voor een ander. Al kunnen wij elkaar niet kennen zoals Jezus dat deed. Wij moeten ons behelpen. Maar een goede pastor mag, met wie hij of zij is, een stille verwijzing zijn naar de goede herder, die als een vriend is, bij wie je mag zijn zoals je bent, bij wie je je veilig voelt én uitgedaagd. Deze zondag heet die van de Goede Herder. Wat mij betreft hebben we hem minstens één keer per jaar nodig, om ons verlangen levend te houden naar de Ware Herder, en om ons te laten troosten, scherpen en aansporen, door hem die ons is voorgegaan, Jezus, onze broeder en meester, de Goede Herder. AMEN.
De Goede Herder, -10 IETS OVER DEZE KERKDIENST Vanmorgen gaat het over de goede herder, over herderschap, leiderschap, zoals Jezus dat heeft laten zien, met als vraag wat wij daarvan kunnen leren. En ik zeg er maar meteen bij dat ik het soms verdrietig en pijnlijk vind dat de kerk niet bekend staat als: daar wordt zo voorbeeldig leiding gegeven, daar is een aangenaam en uitdagend klimaat van met elkaar omgaan, daar wordt leiding gegeven zoals het hoort, met oog voor mensen, en oog voor de zaak, altijd op zoek naar grazige, groene weiden. Is het herderschap dat Jezus liet zien voor ons te hoog gegrepen of maken we ons er van af, tot schade van de mensen, van God en de wereld? Ik wil u nu voorgaan in het gebed om ontferming, en aansluitend zingen we als glorialied: lied 979: 1-7