provinciedrenthe . 03 JULI 2017 Ingek.; Aan: Faunabeheereenheid Drenthe t.a.v. mevr. A. Doornbos Postbus LA ASSEN PROUNDER No.:.

Vergelijkbare documenten
Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

pro'uincieþrenthe 1. Algemene voorschriften 2. Machtigingen 1.2. De onthetfing is geldig op gronden gelegen binnen de provincie Drenthe.

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 3 oktober 2016 tot vaststelling van de Verordening faunabeheer Noord-Holland.

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van

Was-wordt overzicht aan de hand van de tekst van Verordening en Beleidsregel

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

provinci renthe r (o592) 36 tt tj r (o592) 36 t7 77 tt,h,lt,ht,,lhtttttttilil Assen, 30 april 2015

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

Aanwijzing artikel 67 van de Flora- en Faunawet voor het uitvoeren van de door Gedeputeerde Staten van Drenthe vastgestelde afschotplannen reewild

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d

Stichting Faunabeheereenheid Groningen

provincieþrenthe ,l,l,l,h,lt,tlilttt,ltt,tltt,lt Besluit Wettelijk kader

Faunabeheereenheid Fryslân. Wat gaan we doen?

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GROFWILD FAUNABEHEEREENHEID GELDERLAND

Faunabeheereenheid Overijssel

Provincie Noord-Holland

Van: Verzonden: maandag 21 maart :10. Onderwerp: Opvolgingsmarkering: Markeringsstatus: Gemarkeerd. Categorieën: Geachte heer/mevrouw

Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Besluit Gelet op bovenstaande overwegingen hebben wij overeenkomstig het advies van de hoor en adviescommissie besloten:

Flora- en Faunawet: ontheffingaanvraag artikel 74, lid 1a Flora- en faunawet

Natuurwetgeving. Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september

2 Aanhangsel Handelingen nr. 1555, vergaderjaar

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Faunabeheereenheid Limburg

omgevingsdienst HAAGLANDEN

PROVINCIAAL BLAD. de Beleidsregels Wet natuurbescherming provincie Drenthe

Schriftelijke Vragen van de fractie GroenLinks Drenthe over de jacht in Drenthe.

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

Fauna en wet Natuurbescherming

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 21 maart

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Houtduiven Bijgedragen door Faunabeheereenheid

Weigering ontheffing Wet natuurbescherming. artikel 3.10, eerste lid, onder a, Wnb

6.1 Houtduif (Columba palumbus)

Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 22 september 2009 nr

BESLUIT FLORA- EN FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Introductie Faunabeheer. FBE Limburg - Alfred Melissen

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Faunabeheereenheid Limburg

subparagraaf Vrijstellingen van verboden ten aanzien van soorten

BESCHIKKING. Stichting Faunabeheereenheid Noord-Brabant De heer ing. F. Koffeman Postbus MA TILBURG

5.1 Fazant (Phasianus colchicus)

5.3 Haas (Lepus europaeus)

Wet natuurbescherming

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (Wnb)

De nieuwe Wet natuurbescherming in vogelvlucht

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Faunaf onc l s 11 JAN 2006 PROVINCIAL^ STATEN VAN OVERU^SEL. Provinciale Staten Overijssel Postbus GB ZWOLLE. lojanuari 2006 bijlagen

TELINSTRUCTIE REEËN IN UTRECHT. Wie? Wat? Waar? Projectteam Faunatellingen i.s.m. de Utrechtse Wildbeheereenheden

ffi PROVINCIE:: UTRECHT BESLUIT van GS van Utrecht VERZONDEN 3 O AIJT.2O17

Beschikken hierbij op de aanvraag van Stichting Faunabeheereenheid Groningen om ontheffing ex art. 68 Flora- en faunawet.

Isala Delta vof t.a.v. de heer J. Hassing. Engelenbergplantsoen AB KAMPEN. Onderwerp: Omgevingsvergunning (Ontwerp) Verlenen (Uitgebreid)

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Wij bepalen voorts dat vervoer, bezit en handel zijn toegestaan, alsmede het deponeren in het veld van dieren of delen daarvan.

Besluit. TenneT TSO B.V. Datum Wnb; goedkeuringsbesluit Heiplan - Borssele Beta; NOZ Borssele. Geachte,

provinci renthe r (o592) 36 tj tt r (o592) 36 t7 t7 A. Flora- en Faunawet (FFW) ,l,ht,l,t l,l,lttttttrt,trhr,l

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. : Sachem Europe BV Postbus 52 Zaltbommel Zaaknummer :

Op 6 oktober 2014 hebben wij uw aanvraag ontvangen om ontheffing op grond van artikel 68 van de Flora- en faunawet 1. U geeft aan:

Nota van antwoord bij Natura 2000-beheerplan Zeldersche Driessen (143) Beantwoording inspraakreacties op Ontwerpbeheerplan juni 2016

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

6.2 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

Faunabeheerplan Fryslân Actualisatie en aanvulling 2017

Lid Gedeputeerde Staten

lv. dat deze opdracht geldig is tot 15 augustus 2017 HAAGLANDEN lll. de voorschriften 1. tot en met 4. te verbinden aan deze opdracht; Besluit

onderwerp kenmerk behandeld door verzonden Toezegging 170 en toezenden Rapport * * Drs. T.J. Kalverboer 'Ganzen in Zeeland

Ons kenmerk Besluit

UNIFORME TELINSTRUCTIE VOORJAARSTELLING

provinci renthe ,l,ht,h,lt,httl,ttlt,,ttl,tltt,tl Ovenregingen Assen, 16februari 2017

16e wijzigingstranche Provinciale Omgevingsverordening Drenthe (implementatie Wet natuurbescherming)

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

Eerste Kamer der Staten-Generaal

ONTBRANDINGSTOESTEMMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

PROVINCIE DRENTHE. Faunabeheerplan Ree

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Team Groene regelgeving Omgevingszaken I. Kerssies / (058) of

Faunabeheerplan jacht en vrijgestelde soorten

provinci renthe tl,h,ll,trl,trlrl,lrl,l,li,,ll r (o592) 36 tt tt t (o592) 36 t7 77 de heer J.G. & G.J. Seubring Assen, 20 april2015

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Jaarverslag Faunabeheereenheid Fryslân 2017

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Archief VERZOHDEN 2 ^ SEP Uitvoeringsdienst oord-holland Noord

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»;

Stichting RAVON R. van Westrienen Postbus BK NIJMEGEN. Datum 17 november 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Transcriptie:

co s provinciehuis Westerbrink i, Assen postadres Postbus 122, 9400 ac Assen www.drenthe.nl (0592)36 55 55 provinciedrenthe Aan: Faunabeheereenheid Drenthe t.a.v. mevr. A. Doornbos Postbus 50040 9400 LA ASSEN No.:. Ingek.; TEAM: Behandelsar: Class.code: PROUNDER. 03 JULI 2017 Assen,30 juni 2017 Ons kenmerk 201701866-00703639 Behandeld door mevrouw R. Dibbets (0592) 36 55 94 Onderwerp: Goedkeuring Faunabeheerplan Ree Geachte mevrouw Doornbos, Op 1 juni 2017 ontvingen wij van u het verzoek tot goedkeuring van het faunabeheerplan Ree 2017-2019 (hierna: faunabeheerplan). Met deze brief ontvangt u ons besluit tot goedkeuring van het faunabeheerplan. In de bijlage van deze brief treft u ons besluit aan. Wij hebben u in de gelegenheid gesteld om te reageren op ons concept besluit tot goedkeuring van het faunabeheerplan. Wij hebben op 13 juni 2017 van u een reactie op ons concept besluit ontvangen. Uw reactie hebben wij zoveel als mogelijk in ons definitieve besluit tot goedkeuring van het faunabeheerplan verwerkt. Uw opmerkingen met betrekking tot de leefgebiedenbenaderingen hebben wij niet in ons definitieve besluit verwerkt, omdat voor de uitvoering in het faunabeheerplan Ree deze benadering niet is opgenomen. Verder hebben wij het verzoek om als FBE te kunnen sturen op de uitvoering van de werkplannen niet opgenomen. Dit sturingsaspect is niet opgenomen in het faunabeheerplan en komt derhalve ook niet terug in het goedkeuringsbesluit. Beide bovengenoemde punten kunnen, indien uit de evaluatie in 2019 blijkt dat opnemen in het faunabeheerplan wenselijk is, te zijner tijd in het nieuwe faunabeheerplan worden opgenomen.

Mocht u nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met mevrouw Van Laatum, bereikbaar op telefoonnummer 0611495222 (0592) 36 57 43 of via i.vanlaatum@drenthe.nl. Ook kunt u contact opnemen met mevrouw Keizer, bereikbaar op telefoonnummer (0592) 36 51 84 of via m.keizer@drenthe.nl. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Drenthe, namens dezen, mevrouw M. Volkers-Bredewold, Teamleider Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

I I provinciehuis Westerbrink i, Assen postadres Postbus 122, 9400 ac Assen www.drenthe.nl (0592)3655 55 provin dedrenthe Aan: Faunabeheereenheid Drenthe t.a.v. mevr. A. Doornbos Postbus 50040 9400 LA ASSEN Assen, 30 juni 2017 Ons kenmerk 201701866-00703638 Behandeld door mevrouw R. Dibbets (0592) 36 55 94 Uw kenmerk 2017.FBPReeDrenthe Onderwerp; Besluit goedkeuring beheerplan Ree 2017-2019 Geachte mevrouw Doornbos, Op 1 juni 2017 ontvingen wij van u het verzoek tot goedkeuring van het faunabeheerplan Ree 2017-2019.' Het plan heeft een voorziene looptijd tot en met 1 oktober 2019. In deze brief leest u ons besluit tot goedkeuring van het plan en onze toelichting hierop. Besluit Wij hebben besloten om het faunabeheerplan Ree 2017-2019 (hierna faunabeheerplan) goed te keuren. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking van dit besluit en geldt voor de periode van 15 september 2017 tot 1 oktober 2019. Toelichting Op uw verzoek hebben wij het beheerplan goedgekeurd tot 1 oktober 2019. Dit biedt u de mogelijkheid om de jaren 2017 en 2018 van dit beheerplan in samenhang met de beheerplannen vrijgestelde soorten en wildsoorten voor oktober 2019 te evalueren. Aanleiding Op grond van artikel 3.12 Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) stellen Faunabeheereenheden één of meer beheerplannen vast voor hun werkgebied. Onderdeel van het faunabeheerplan zijn passende en doeltreffende maatregelen in het belang van de verkeersveiligheid. Bestrijding van onveilige verkeerssituaties door reeën op basis van een ontheffing kan in beginsel slechts plaatsvinden door faunabeheereenheden op basis van een goedgekeurd faunabeheerplan. Gebruik van een ontheffing vindt plaats met inachtneming van de in het faunabeheerplan opgenomen voorwaarden. ' Op 3 mei 2017 ontvingen wij de eerste versie van het faunabeheerplan. Op 1 juni 2017 ontvingen wij een aangepaste versie ter vervanging van de voorgaande versie. Bij correspondentie verzoeken wij u het zaaknummer 201701866 te vermeiden.

Wettelijk kader Op het voorliggende faunabeheerplan is de Wnb van toepassing. De Provinciale Omgevingsverordening Drenthe (POV) stelt ook eisen aan de geldigheidsduur en nadere eisen aan de inhoud van een faunabeheerplan. De artikelen 4.16, 4.19 en 4.20 POV en paragraaf 3.3 van de Beleidsregels Wet natuurbescherming provincie Drenthe zijn ook van toepassing. U vindt deze regels als bijlage bij deze brief. Overwegingen Wij hebben getoetst of het faunabeheerplan voldoet aan de inhoudelijke vereisten uit de Wnb en aan de artikelen 4.16, 4.19 en 4.20 POV en paragraaf 3.3 van de Beleidsregels Wet natuurbescherming provincie Drenthe. 1. Toetsing Wnb Op grond van artikel 3.12, lid 4, Wnb moet in het faunabeheerplan worden beschreven welke passende en doeltreffende maatregelen worden toegepast ter voorkoming en bestrijding van schade aangericht door in het wild levende dieren. Het faunabeheerplan bevat passende en doeltreffende maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schade aangericht door reeën. In paragraaf 4.2 van het faunabeheerplan over de inzet van preventieve maatregelen wordt onder andere een koppeling gemaakt met de door de Dierenbescherming, de 12 landschappen, Natuurmonumenten, Vereniging Het Reewild en de Zoogdierenvereniging ontwikkelde 'Leidraad verminderen aanrijdingen reeën'. Deze leidraad biedt een handreiking in de te nemen stappen om het aantal aanrijdingen te verminderen. Dit biedt een goede basis om af te wegen welke maatregelen in welke gevallen passend zijn. Ook geeft u in het plan aan dat u partijen stimuleert in het treffen van zoveel mogelijk preventieve maatregelen ter voorkoming van aanrijdingen met reeën en worden door u andere partijen, zoals eigenaren en wegbeheerders, betrokken bij de uitvoering van het faunabeheerplan. Verder geeft u in het plan aan dat vanuit de FBE en de wildbeheereenheden (WBE's) de verantwoordelijke wegbeheerders regelmatig worden geïnformeerd over mogelijke knelpunten. Daarbij wordt er door u bij de wegbeheerders op aangedrongen werende maatregelen te nemen om aanrijdingen te voorkomen. Daarnaast geeft u aan dat wanneer u constateert dat bepaalde maatregelen gewenst zijn, maar dat het treffen van maatregelen afhankelijk is van de medewerking van andere partijen, u de provincie Drenthe hierover informeert en adviseert welke maatregelen gewenst of noodzakelijk zijn. Het faunabeheerplan is verder onderbouwd met trendtellingen die afkomstig zijn uit meerdere openbare bronnen. Deze trendtellingen geven op dit moment een voldoende beeld van de ontwikkeling van de standen van de soort waarop het faunabeheerplan betrekking heeft. Daarnaast vindt onderzoek en monitoring plaats via de jaarlijkse FBE-cyclus van werkplannen en verantwoording naar de provincie. Verder dienen op grond van artikel 3.12,lid 6, Wnb de WBE s voordat een faunabeheerplan wordt vastgesteld gehoord te worden over de inhoud van het plan. Uit de begeleidende brief blijkt op welke wijze de WBE s bij de voorbereiding van het plan zijn betrokken en zijn gehoord over de inhoud daarvan. Het faunabeheerplan voldoet aan de in de Wnb gestelde eisen.

2. Toetsing POV en Beleidsregel Het faunabeheerplan bevat een kaart met de begrenzing van de FBE en beschrijving van de omvang daarvan maakt onderdeel uit van het plan. Ook is aangegeven op welke WBE s het plan betrekking heeft. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de WBE Noordwesthoek op 1 januari 2018 stopt te bestaan.^ Het plan voldoet daarmee aan het gestelde in het eerste lid onder 1 a, 2 b en 3 c van artikel 4.19 van de POV. Ook is bij het bepalen van de populatiegegevens gebruik gemaakt van meerdere bronnen, zoals: NDFF, waarnemingen.nl, FRS en NWRS. Omdat dit door de verschillende instanties gecontroleerde gegevens zijn, gaan wij hier op dit moment mee akkoord. Uit uw aanbiedingsbrief blijkt namelijk dat de telgegevens op dit moment niet volledig zijn aangezien registratie van tellingen en afschot op grond van de Flora- en Faunawet op vrijwillige basis werden uitgevoerd. Hierdoor komen volgens u tellingen afschotgegevens pas vanaf de implementatiedatum van de Wnb beschikbaar Wij gaan er daarmee vanuit dat u ervoor zorg draagt dat u vanaf 1 januari 2018 beschikt over volledige en correcte telgegevens en openbaar beschikbaar stelt zodra deze bekend zijn. Daarnaast is relevante wetenschappelijke literatuur gebruikt om conclusies te ondersteunen en zijn bronvermeldingen en referenties aanwezig. Het plan voldoet daarmee aan het gestelde in het eerste lid onder 4 d van artikel 4.19 van de POV. Verder wordt op bladzijde 10 in het beheerplan aangegeven wat de draagkracht van reeën is voor de provincie Drenthe. Deze berekening van de draagkracht is uitgevoerd met de verbeterde methode Van Haatten, zoals vastgelegd in de beleidsregels Wet natuurbescherming provincie Drenthe. Ook in 2013 en 2015 is per WBE een berekening van de draagkracht gemaakt. In de nog op te stellen werkplannen door de WBE's zal het afschot op basis van de methode draagkrachtberekening en telgegevens van afschot en de verdeling hiervan in relatie met verkeersveiligheid nader worden beschreven. Tevens is in het faunabeheerplan aangegeven dat door alle WBE s jaarlijks werkplannen worden opgesteld. In deze werkplannen wordt een analyse gemaakt van de knelpunten waar de risico's bestaan tot aanrijdingen met reeën en een omschrijving van de maatregelen die genomen moeten worden om het aantal aanrijdingen te verminderen of te stabiliseren. Door middel van de werkplannen zal door de WBE worden gestuurd op afschot en locaties. Ten slotte is in het faunabeheerplan beschreven op welke wijze een planmatig beheer van populatie van reeën is gewaarborgd, zijn kwantitatieve gegevens over de Drentse populatie opgenomen en een onderbouwing van de noodzaak van duurzaam beheer. Het plan voldoet daarmee aan het gestelde in artikel 4.20 van de POV Het faunabeheerplan voldoet aan de in de POV en Beleidsregels Wet natuurbescherming provincie Drenthe gestelde eisen. Opmerkingen Op dit moment zijn de wildtellingen en afschotgegevens nog niet openbaar beschikbaar. Ook beschikt u op dit moment (nog) niet over gevalideerde valwildgegevens. Wij gaan ervan uit dat u ervoor zorg draagt dat de telgegevens openbaar worden gemaakt zodra u hierover beschikt. ^ artikel 4.24 lid 1 en 7 POV

Bezwaar Bent u het niet eens met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na de dag van verzending ervan hiertegen een bezwaarschrift indienen bij het college van gedeputeerde staten van Drenthe. De dag van verzending is de dagtekening van het besluit. Voor meer informatie over het indienen van een bezwaarschrift verwijzen wij u naar https://www.provincie.drenthe.nl/onderwerpen/overheid-democratie/bezwaarschriften/bezwaar/ Informatie Wij gaan er vanuit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Heeft u vragen? Hiervoor kunt u contact opnemen met mevrouw Van Laatum, bereikbaar op telefoonnummer (0592) 36 57 43 of via i.vanlaatum@drenthe.nl. Ook kunt u contact opnemen met mevrouw Keizer, bereikbaar op telefoonnummer (0592) 36 51 84 of via m.keizer@drenthe.nl. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Drenthe, namens dezen. mevrouw M. Volkers-Bredewold, Teamleider Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

Wettelijk kader Provinciale Omgevingsverordening Drenthe Artikel 4.16, Eisen 1. Een faunabeheerplan beschrijft: 1. een planmatig, gecoördineerd en duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren, en 2. een planmatige, gecoördineerde en duurzame bestrijding van schadeveroorzakende dieren door grondgebruikers. 3. Op basis van het faunabeheerplan vindt het beheer van populaties en de bestrijding van schadeveroorzakende dieren uitsluitend plaats met het oog op de belangen, bedoeld in: 1. artikel 3.3, vierde lid, sub b, onder 1' tot en met 4 2. artikel 3.8, vijfde lid, sub b, onder 1 tot en met 3,en 3. artikel 3.10, tweede lid, sub b tot en met h, van de Wet natuurbescherming. Artikel 4.19 Basis vereisten faunabeheerplan 1. Een faunabeheerplan bevat ten minste de volgende gegevens: a.de omvang van het werkgebied van het faunabeheerplan; b. een kaart waarop de begrenzing van het werkgebied van het faunabeheerplan is aangegeven; c. een kaart waarop de begrenzing van alle in het werkgebied van het faunabeheereenheid gelegen wildbeheereenheden is aangegeven; d. bepalingen over de voorwaarden waaronder het mogelijk is om gebruik te maken van een aan de faunabeheereenheid verleende ontheffing op gronden van jachthouders die niet bij de faunabeheereenheid zijn aangesloten: I. indien die gronden binnen het werkgebied van de faunabeheereenheid vallen; en II. voorzover die gronden plaatsen als bedoeld in artikel 4.20, onderdeel h omvatten waar planmatig beheer noodzakelijk is. 2. Een faunabeheerplan voldoet voorts aan het navolgende: a. gebruikte telgegevens van voorgaande jaren zijn gecontroleerd en gevalideerd; b. relevante wetenschappelijke literatuur is gebruikt om conclusies te ondersteunen; c. bronvermeldingen en referenties zijn conform wetenschappelijke richtlijnen op heldere en gestructureerde wijze vermeld en een literatuurlijst is aanwezig. Artikel 4.20 Eisen bij duurzaam beheer van populaties Onverminderd artikel 4.19 bevat een faunabeheerplan indien sprake is van duurzaam beheer van populaties op basis van artikel 3.17 of 3.18 van de Wet natuurbescherming, tevens: a. een beschrijving van de wijze waarop de planmatigheid en de coördinatie van de uitvoering van het duurzaam beheer van populaties is gewaarborgd; b. kwantitatieve gegevens over de Drentse populatie van de diersoorten ten aanzien waarvan een duurzaam beheer noodzakelijk wordt geacht, met inbegrip van verspreidingsgegevens over de aanwezigheid van de populaties in het betrokken gebied gedurende het jaar en trends van de Drentse populaties over de langere termijn; c. een onderbouwing van de noodzaak van een duurzaam beheer van populaties van de in onderdeel b bedoelde diersoorten, waaronder een onderbouwing van de schade aan de belangen als bedoeld in artikel 4.16, tweede lid, van deze verordening; d. een beschrijving van de mate waarin de in onderdeel c bedoelde belangen in de 6 jaren voorafgaand aan het ter goedkeuring indienen van het faunabeheerplan zijn geschaad; e. de gewenste stand van de in onderdeel b bedoelde diersoorten in relatie tot omvang van schades aan de belangen als bedoeld in artikel 4.16, tweede lid, van deze verordening; f. per diersoort en gewas een beschrijving van de handelingen die in de 6 jaren voorafgaand aan het ter goedkeuring indienen van het faunabeheerplan zijn verricht om het schaden van de in artikel 4.16, tweede lid, van deze verordening genoemde belangen te voorkomen, alsmede, voor zover daarover redelijkerwijs kwantitatieve gegevens beschikbaar zijn, een beschrijving van de effectiviteit van die handelingen;

g. per diersoort een beschrijving van de aard, omvang en noodzaak van de handelingen die zuilen worden verricht om de gewenste stand, bedoeld in onderdeel e, te bereiken; h. een gemotiveerde beschrijving van de plaatsen in het werkgebied van de faunabeheereenheid waar en de perioden in het jaar waarin de in onderdeel g bedoelde handelingen zullen plaatsvinden; i. bepalingen over de voorwaarden waaronder het mogelijk is om gebruik te maken van een aan de faunabeheereenheid verleende ontheffing op gronden van jachthouders die geen lid zijn van een wildbeheereenheid in de provincie Drenthe, mits die gronden binnen het werkgebied van de faunabeheereenheid vallen en voor zover die gronden plaatsen als bedoeld in onderdeel h omvatten waar planmatig beheer noodzakelijk is; j. beschrijving van de wijze waarop een gunstige staat van instandhouding per diersoort gewaarborgd wordt. Beleidsregels Wet natuurbescherming provincie Drenthe 3.3 Regels Faunabeheerplan Vanwege maatschappelijke controverse over afschot van reeën en de uiteenlopende belangen geeft de provincie op voorhand een aantal punten mee voor dit faunabeheerplan. De bevoegdheid om regels te stellen aan een faunabeheerplan (artikel 3.12, negende lid, Wnb) is specifiek voor reeën in de POV neergelegd bij Gedeputeerde Staten. Afschot moet gestuurd worden op basis van (verkeers-)knelpunten. In het faunabeheerplan zal door de FBE, per WBE regio, worden berekend hoeveel reeën een gebied kan bevatten (draagkracht). De aantoonbare relaties tussen de populatieomvang (doelstand volgens draagkrachtberekening en tellingen), de feitelijke verkeersknelpunten en plaats en tijd waarop afschot plaatsvindt worden hierdoor beter benut. Het faunabeheerplan moet voorzien in een methode van afschot die duidelijk stuurt naar locaties met knelpunten. In het faunabeheerplan, en de daarop gebaseerde werk/af scholplannen, moet de beoogde streefstand dus bereikt worden in relatie met de verkeersveiligheid en/of schade (knelpunten). Als basis voor het faunabeheerplan dient gebruik gemaakt te worden van de door Vereniging het Reewild opgestelde uniforme richtlijn (juli 2014). In afwijking daarvan steit de provincie, in lijn met de bepalingen uit het Flora- en faunabeleidsplan, dat: de draagkrachtberekening wordt uitgevoerd volgens de door de provincie in 2013 verbeterde methode Van Haatten dan wel op eventueel toekomstige versies daarvan; het bepalen van de populatieomvang per WBE wordt gebaseerd op het lopend driejarig gemiddelde van de voorjaarstellingen; basisgegevens van de tellingen volledig openbaar zijn en binnen twee maanden na de telling worden opgenomen in de database van de NDFF. Hiertoe kan ook gebruik worden gemaakt van bestaande invoerportalen van telmee.nl of waarneming.nl; bij het bepalen van het minimum aantal aanwezige reeën wordt gebruik gemaakt van de methode uit het vigerende universele reewildbeheerplan voor Groningen, Friesland en Drenthe dan wel opvolger van dat plan; bij berekening van afschot in relatie tot de draagkrachtberekening blijft het populatieaandeel in gebieden waarin feitelijk geen afschot plaatsvindt (wegens niet verhuren van jachtvelden voor dit doel) buiten beschouwing. Als zich in en om dergelijke terreinen problemen voordoen met betrekking tot de in de wet genoemde aspecten spreekt de provincie de grondgebruiker/eigenaar hierop aan om een oplossing te realiseren; het faunabeheerplan moet voorzien in een duidelijke sturing van afschot naar locaties met knelpunten. Afschot moet gestuurd worden op basis van (verkeers-)knelpunten; in het faunabeheerplan moet ingegaan worden op de afschotperiodes van reebokken en -geiten. Deze periodes kunnen in beperkte mate worden verruimd. Het faunabeheerplan moet hier een onderbouwing voorgeven; de geslachtsverhouding van 1:1 geen hard uitgangspunt is bij de berekening van afschot tussen reebokken en - geiten. Afhankelijk van de feitelijke geslachtsverhouding bij het valwild kan per WBE worden bijgestuurd in de sex-ratio van de lokale populatie. Worden relatief veel bokken aangereden, dan kan het aandeel bokken in de plaatselijke populatie worden teruggebracht Voor geiten geldt hetzelfde. Om extreme geslachtsverhoudingen te voorkomen moet de verhouding tussen (bok: geit) komen op 1:1 en 1:1,5. Voor het bepalen van de geslachtverhouding in de populatie én de geslachtsverhouding in het valwild dient het lopend driejarig gemiddelde als uitgangspunt Daarmee worden toevallige schommelingen door een (te) kleine steekproef voorkomen en het streven naar bepaalde sex-ratio nadrukkelijk alleen gebaseerd op trends.

Onderwerp: Wet natuurbescherming; goedkeuring faunabeheerplan ree Gedeputeerde Staten van Drenthe delen mee dat zij op grond van artikel 3.12, lid 7 van de Wet natuurbescherming hebben besloten het faunabeheerplan ree van de FBE-Drenthe goed te keuren: U kunt het goedkeuringsbesluit en de bijbehorende stukken vanaf 4 juli 2017 tot en met 10 augustus 2017 digitaal inzien op de website http://www.provincie.drenthe.nl/actueel/bekendmakingen. Tot en met 10 augustus 2017 kunnen belanghebbenden op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht bezwaar indienen bij het college van Gedeputeerde Staten van Drenthe. Voor meer informatie over het indienen van een bezwaarschrift verwijzen wij u naar http://www.provincie.drenthe.nl/loket/bezwaarschriften.