BINNENMILIEU OP SCHOLEN IN DEN HAAG -ADVIES OP MAAT- Uitvoeringsplan

Vergelijkbare documenten
BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid S. Mulder en L. Zandstra. sv RIS Regnr. BOW/ Den Haag, 29 april 2008

Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus AE Den Haag. Kabinetsvisie binnenmilieu basisscholen

Meten is weten (wat te doen) Gezondheid in woningen, scholen en kinderdagverblijven. Presentatie 3e kennisdag Bouwfysica 14 mei 2009

Bewustwordingsproject

Aan de fractie van Nijmegen Nu Korte Nieuwstraat 6, 6511 PP Nijmegen. 14 november Geachte fractie,

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 13 juli 2006 PO/B&B/06.

Binnenmilieu op de basisschool verdient meer aandacht

Brief m.b.t. actuele situatie Frisse Lucht in scholen

HITEA Onderzoek naar de binnenluchtkwaliteit. en de gezondheid van leerlingen en docenten

Op weg naar een beter binnenmilieu in bestaande schoolgebouwen

Collegevoorstel AANLEIDING BEOOGD EFFECT ARGUMENTEN

Een beter binnenmilieu begint bij de basis(school)!

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting. Invloeden op de gezondheid en op het cognitief functioneren

We waren Intergemeentelijk en nu

1. Welk lesaanbod/lespakket voert de school uit voor het thema binnenmilieu? (meerdere antwoorden mogelijk)

Resultaten en vervolgacties

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 maart 2015 Betreft Inzet huishoudelijke hulp toelage

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

Qímeente řr,ïmen Teem DIS 2 8 NÜV. 2018

Evaluatierapport project Binnenmilieu op scholen. Resultaten onderzoek op- en adviezen aan scholen in Den Haag periode

Evaluatierapport project Binnenmilieu op scholen. Een evaluatie na één jaar onderzoek op- en adviezen aan scholen in Den Haag

Nota van B&W. Onderwerp Nota Inventarisatie en inspectie naar lichte platte daken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

RAADSVOORSTEL. Nr.: Onderwerp: Tijdelijke huisvesting Brede School Plantage de Sniep. Diemen, 21 juli 2009

Inspectierapport Hippe Jippe Kinderdagverblijf (KDV) Breedstraat TS UTRECHT

Bevordering naleving Ventilatie en EPC regels. Verslag uitgevoerde activiteiten Datum 13 december 2010 Status Definitief

Onderzoeksverslag Ontwikkelen evaluatiemethode Gezond en Fris

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

onderzoeksopzet handhaving

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus Den Haag. 6 maart 2009 KO/

Inspectierapport Gastouderbureau CoCo (GOB) van Harenstraat BZ St.-Annaparochie Registratienummer

Investeren in gelijke gezondheidskansen: winst voor meerdere beleidsdomeinen

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Verduurzamen meerjarenonderhoud bij basisscholen

Onderwerp en positionering van de beleidsdoorlichtingen In de beleidsdoorlichtingen van de ADR staan de volgende beleidsdoelstellingen centraal:

Plan van aanpak Zwemvaardigheid. 1. Inleiding

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817).

Evaluatie Bewustwordingsproject Binnenmilieu Basisscholen

Toetswaarden voor ventilatie in scholen en kindercentra

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 januari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Selectie van Meer met Minder -proefprojecten

KENNISNEMEN VAN De invulling van de ambitie van het college met betrekking tot frisse scholen.

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

Inspectierapport ViaViela Spijkenisse (GOB) Oostendeelplein TM Zuidland Registratienummer

Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum: 7 september 2009 Onderwerp: uitvraag nieuwe regionale fietsverbindingen voor woon-werkverkeer

Inspectierapport Bso Kinderopvang Op Maat - locatie Basisschool De Kreek (BSO) Hinkelenoord NC BERGEN OP ZOOM Registratienummer:

Monitor Impuls brede school, sport en cultuur, rapportage 1-meting. Stand per en verwachting per Samenvatting

Inspectierapport Gastouderbureau de Bengel (GOB) Stationsstraat AL MARKELO Registratienummer

Met dank aan de voormalig projectcoördinator en de projectmedewerkers: Marja van Rossenberg en Manon Rutjes, Remke Roes, Iris Drost en Brenda de Wolf

Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG): ondertekening samenwerkingsovereenkomst en voortgang

Inspectierapport BSO MAM's Kinderopvang De Kring (BSO) Voldersdreef CA APELDOORN Registratienummer

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over de aanpak van pgb-fraude (persoonsgebonden budget) (2013Z07932).

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Inspectierapport Gastouderbureau Oostnederland (GOB) Elerweg RR HELLENDOORN Registratienummer

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan

Onderstaand vindt u de antwoorden op de vragen van de leden Cegerek en Albert de Vries.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Inspectierapport Gastouderbureau Pip & Jip (GOB) Oudeweg HR OSSENZIJL Registratienummer

Jaarplan SWV PO3002

Inspectierapport BSO Stroom Esch (BSO) Fioringras DR Borne

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inspectierapport De Zwingeltjes bv Heijningen (BSO) de Polderstraat AM Heijningen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Inspectierapport KDV de Zwingeltjes (KDV) Voorstraat ET FIJNAART

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW Geacht schoolbestuur,

logoocw Geadresseerde PO/ZO/2007/30206 koersbrief

Inspectierapport GOmatch Gastouderbureau (GOB) Langebuorren BD STIENS Registratienummer

1 > Retouradres Postbus BJ Den Haag. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Gezond Wonen. Binnenmilieu en gezondheid. Ad Dilven Monique Scholtes

Bestuurlijk Overleg Almere. onderzoek Digidoor; eindoordeel

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Inspectierapport Stichting Kinderopvang Mariadonk (KDV) Hoefstraat TA Zegge

Inspectierapport BSO Devi Ginneken (BSO) Prins Hendrikstraat 107A 4835PM Breda

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Inspectierapport Bengels/Bende van boven (BSO) Meulenberg CL Ossendrecht

Beleidsregels voor de uitvoering van artikel 7A van de Woningwet

Rapportageformulier. Rapportage jaar School Locatie adres. (In te vullen door de preventiemedewerker) vorige volgende. Binnenmilieuscan Basisscholen

Dit voorstel geeft invulling aan de wettelijke verplichting genoemd onder punt 2.

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

Inspectierapport Stichting Kinderopvang Mariadonk (BSO) Hoefstraat TA Zegge

Verbetering binnenklimaat van de basisscholen in Amstenrade en Oirsbeek. Gemeentebladnummer: 2010/34 Vergaderdatum: 03 juni 2010 Agendapunt: 10

Onderwerp Aanvullend krediet t.b.v. renovatie basisschool De Regenboog

Rapport Bewustwording Binnenmilieu Basisscholen Frisse Lucht op School in Gelderland

Aan de Commissie Bezwaar en Beroep p/a Gemeente Horst aan de Maas Wilhelminaplein 6 Horst

RAPPORT VAN EEN INCIDENTEEL ONDERZOEK NAAR BESTUURLIJKE PRAKTIJKEN

Froukje van Dijken. Bouwstenen voor Frisse Scholen

Inspectierapport BSO de Zwingeltjes (BSO) Voorstraat ET FIJNAART

'Your air.. Our care!'

BAOZW/U Lbr. 09/139

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

RAPPORT VAN BEVINDINGEN MELDING EN REGISTRATIE VERZUIM EN VERLOF. Eerste onderzoek

Raadsstuk. Onderwerp Aanpassen en beschikbaar stellen krediet uitbreiding en renovatie van basisschool Molenwiek Dalton, Betuwelaan 2

Transcriptie:

Pagina 1 BINNENMILIEU OP SCHOLEN IN DEN HAAG -ADVIES OP MAAT- Uitvoeringsplan 2008-2011

Pagina 2 1. INLEIDING Probleembeschrijving In de afgelopen periode zijn onderzoeken uitgevoerd waaruit geconcludeerd kan worden dat de kwaliteit van het binnenmilieu in basisscholen te wensen overlaat. Een slecht binnenmilieu kan zowel de gezondheid als de leerprestaties verminderen. De GGD en de Dienst Stedelijke Ontwikkeling (DSO) van gemeente Den Haag zijn daarom gestart met het project Binnenmilieu op Scholen. Dit project wordt uitgevoerd in het kader van de Haagse Nota Gezondheid en Milieu (actie 3, zie bijlage 1). Het totale project bestaat uit drie onderdelen, namelijk: a) Onderzoek, advisering en bewustwording bij alle scholen in Den Haag; b) Advies bij nieuwbouw of renovatie; c) Verhoging van toezicht. Dit uitvoeringsplan geeft richting aan de praktische uitvoering van onderdeel a), te noemen advies op maat. De overige onderdelen zullen in samenwerking met de sector Stedelijk Onderwijs en Vastgoed van de dienst OCW worden uitgewerkt. Het project wordt in principe uitgevoerd in de periode van 2008 tot 2011. Voor 2011 is gekozen zodat aangesloten wordt bij de beleidscyclus van de Haagse Nota Volksgezondheid. Het project houdt zoveel mogelijk rekening met de toezegging van het kabinet dat de GGD binnen 5 jaar alle basisscholen met natuurlijke ventilatie in de gemeente heeft geadviseerd ten aanzien van het binnenmilieu (zie bijlage 2). Doelen 1. Inzicht verkrijgen in het binnenmilieu in Haagse scholen; 2. Haagse scholen bewuster maken van het belang van een gezond binnenmilieu; 3. Scholen stimuleren de juiste maatregelen te treffen. Dit kunnen technische maatregelen zijn en/of maatregelen ter verbetering van het ventilatiegedrag van leerkrachten. Beleidskader Speerpunt in de Nota Gezondheid en Milieu van (2006). Eveneens opgenomen in de Haagse Nota Volksgezondheid (2008). Kabinetsvisie binnenmilieu op scholen (2008) Gerelateerde projecten: Gezond op school (Milieu projectenplan 7b). Advisering over binnenmilieu bij nieuwbouw van scholen. Dit project is opgegaan in binnenmilieu op scholen, en zal zoals hierboven beschreven zijn voortgang krijgen in samenwerking tussen GGD, DSO en de sector Onderwijs van.

Pagina 3 2. LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN In februari 2008 kondigde het kabinet aan zich te gaan inzetten voor het binnenmilieu op basisscholen (zie bijlage 2). Het kabinet heeft toegezegd dat de komende vijf jaar elke basisschool met natuurlijke ventilatie een bezoek krijgt van de GGD. De GGD voert metingen uit en geeft een advies op maat (eendagsmethode). De school krijgt een informatiepakket, een beknopt bouwtechnisch advies en een CO2-meter. Bij het advies wordt ook gekeken naar de samenhang met energiebesparingsmaatregelen. Het streven is het bewustzijn bij leerlingen en leerkrachten over het probleem te vergroten en problemen zoveel mogelijk voortvarend aan te pakken. Goede voorbeelden zullen worden uitgedragen. Op dit moment is de precieze uitwerking van dit landelijke beleid, en de consequenties hiervan voor de GGD c.q. gemeente nog onvoldoende duidelijk. Hiervoor voert het RIVM (Centrum voor Gezondheid en Milieu) nog overleg met VROM, VWS, VNG en GGD NL. Daarnaast is er een landelijk projectoverleg tussen afgevaardigden van verschillende GGD-en, RIVM, GGD NL en VROM waarin gezocht wordt naar een algemeen geaccepteerde methode waarvoor breed draagvlak bestaat. Dit omdat er over de aangekondigde aanpak van VROM (eendagsmethode) nog inhoudelijk discussie wordt gevoerd. In Den Haag is voor een andere dan de eendagsmethode gekozen (nl. de zogenaamde meerdaagse methode). Hiervoor zijn veel inhoudelijke argumenten aan te voeren, die ook landelijk worden aangevoerd (maar vooralsnog niet door VROM zijn overgenomen). Met de meerdaagse methode die in Den Haag wordt voorgesteld wordt het grootste deel van de eendagsmethode afgedekt. Het kan zijn dat op onderdelen in een later stadium nog enige aanpassing nodig is om te kunnen voldoen aan de landelijke aanpak. Vanaf mei 2008 neemt de GGD Den Haag deel aan het landelijke projectgroepoverleg. Hierdoor is het mogelijk de landelijke ontwikkelingen nauwlettend te volgen en adequaat te reageren op het landelijke beleid.

Pagina 4 3. AANPAK BINNENMILIEU OP SCHOLEN IN DEN HAAG Los van de landelijke ontwikkelingen is in Den Haag afgesproken om de komende jaren alle scholen, dus niet alleen basisscholen, in Den Haag te benaderen en een advies over een gezonder binnenmilieu aan te bieden. Hiermee is al een start gemaakt door DSO en de GGD. Op dit moment zijn 5 scholen bezocht en geadviseerd. Om zoveel mogelijk scholen te bereiken is op 14 april gestart met het uitzetten van een mailing met vragenlijst aan alle scholen. Enerzijds om scholen te motiveren aan een gezonder binnenmilieu te werken (door oa. zich te laten adviseren door de GGD), anderzijds om een eerste overzicht te krijgen van de huidige situaties bij scholen (hoeveel lokalen zijn er, zijn er al klachten, welk ventilatiesysteem is er, etc). Op basis van dit overzicht kan de GGD een detailplanning maken voor het vervolg. Hieronder worden de afzonderlijke stappen van het project meer gedetailleerd beschreven. 1. Inventarisatie stand van zaken Haagse scholen Hiervoor wordt per e-mail een aanbiedingsbrief, vragenlijst en brochure verstuurd naar alle 179 Haagse onderwijsinstituten (zie bijlage 3, 4 en 5). Dit zijn 158 scholen in het basisonderwijs en het speciaal onderwijs en 21 scholen in het voortgezet onderwijs. De instituten bezitten in totaal 235 gebouwen, de noodgebouwen en gehuurde gebouwen niet meegerekend. Respons wordt gevraagd binnen 2 weken. De scholen die niet gereageerd hebben worden nogmaals gemaild. Zonodig worden scholen telefonisch benaderd. Gegevens worden ingevoerd, verwerkt en gerapporteerd. N.a.v. de resultaten wordt een gedetailleerde planning opgesteld en worden scholen gebeld om de voorgestelde planning te bespreken en vast te stellen. 2. Aanbieden ABCD tool aan de scholen Indien de planning akkoord is ontvangen scholen per omgaande een (korte) bevestiging van de gemaakte afspraken. Vier weken voor aanvang van het onderzoek ontvangen de scholen een herinnering met daarbij een inlogcode om zelf aan de slag te gaan met de ABCD tool, ter voorbereiding op de onderzoeksdag. Met deze ABCD tool krijgen de scholen een eerste indruk van het binnenmilieu op de school. De resultaten van de ABCD tool worden door de GGD/DSO opgevraagd en verwerkt in het advies op maat. De gegevens zijn verder niet door andere partijen in te zien of op te vragen. DSO draagt de administratieve handelingen die bij de ABCD-tool horen over aan het secretariaat van de GGD. 3. Inspectie en metingen van de binnenluchtkwaliteit in klaslokalen. Uitvoeren dmv de zogenaamde meerdaagse methode met inspectie van alle lokalen. Hiertoe bezoekt de GGD/DSO de scholen. De meerdaagse methode bestaat uit de volgende onderdelen: Voorbespreking met de directeur/hoofd van de school Inspectie van de lokalen. Alle lokalen worden bekeken. Bij de 2 lokalen waar gemeten wordt wordt een uitgebreide checklist ingevuld. Installeren van de meetapparatuur. Er worden 2 meetsets per school ingezet, dwz in 2 verschillende lokalen (bijv. noord- en zuidzijde). CO2 (indicator voor ventilatie), temperatuur en luchtvochtigheid worden gemeten. De docenten van het te meten klaslokaal wordt een kort vragenlijstje (ca 15 minuten) afgenomen. Een week na plaatsing wordt de apparatuur weer opgehaald. Hiervoor is geen bemoeienis van de school nodig.

Pagina 5 In Den Haag is gekozen voor de zogenaamde meerdaagse methode. Daar waar de eendagsmethode vooral voorziet in metingen ten behoeve van voorlichting geeft de meerdaagse methode, met metingen van 1 week, meer basis voor het adviseren omtrent de ventilatievoorzieningen. Hoewel de meerdaagse metingen nog steeds een momentopname zijn, zijn de resultaten duidelijk representatiever dan de eendagsmethode. Weersinvloeden of docentwisselingen zullen minder van invloed zijn. Hierdoor kan het ventilatiegedrag beter in kaart worden gebracht en de effectiviteit beter worden beoordeeld. De meerdaagse methode kan worden uitgevoerd bij zowel natuurlijke als mechanische ventilatie. 4. Uitbrengen van een schriftelijk advies op maat (rapport) Op basis van de uitkomsten van de ABCD tool, de inspectie en de meetresultaten wordt door de GGD/DSO een rapport opgesteld met hierin een advies op maat. Deze rapportage volgt uiterlijk 6 weken nadat de metingen zijn afgerond. 5. Terugkoppeling en mondeling ventilatie advies + signaalmeter (bijeenkomst van 1 uur); Tijdens een gezamenlijk overleg wordt de rapportage toegelicht en worden de adviezen besproken. Hierbij zijn mogelijk aanwezig: het schoolbestuur, de directie, de docenten en MR. Er wordt een presentatie verzorgd en de groene boekjes ( op weg naar een beter bimi op scholen ) worden verstrekt. Het is nog niet duidelijk hoeveel geld door VROM beschikbaar wordt gesteld voor het uitvoeren van de landelijke aanpak. Het kan zijn dat voor alle basisscholen met natuurlijke ventilatie signaalmeters gefinancierd worden (omdat dat onderdeel is van de eendagsmethode). Deze kunnen dan door de GGD worden uitgereikt en toegelicht tijdens een terugkoppeling op de scholen. Los van het geld dat door VROM wordt gefinancierd heeft het ministerie van OCW een klein bedrag van ca 1000 euro per basisschool toegezegd, voor het aanbrengen van kleine aanpassingen. Dit bedrag gaat rechtstreeks naar scholen. In hoeverre scholen dit aan binnenmilieu zullen besteden wordt niet gecontroleerd door het ministerie. 6. Het uitlenen van het lespakket GGD NL heeft een lespakket beschikbaar voor de groepen 4,5 en 6. Deze kunnen door de school worden geleend via het documentatiecentrum van de GGD of voor 35 euro worden besteld. In de rapportage worden scholen hierop gewezen. 7. Informatiepunt; Aan de scholen wordt tijdens de terugkoppeling expliciet aandacht besteed aan de bereikbaarheid van de GGD in het geval van vragen, via het telefoonnummer van het secretariaat leefomgeving of via de email (gezondheidenmilieu@ocw.denhaag.nl). Ook worden algemene adviezen voor een beter binnenmilieu op scholen, en informatie over het project op de gemeentelijke website geplaatst. Hiervoor wordt aangesloten bij de actie risicocommunicatie in het kader van de nota gezondheid en milieu. 8. Evaluatie Alle scholen worden 3 maanden na de terugkoppelingsbijeenkomst telefonisch benaderd en aan de hand van de rapportage wordt nagegaan of en zo ja welke adviezen zijn opgevolgd, etcetera. Indien bepaalde adviezen niet zijn opgevolgd wordt gevraagd wat hiervan de reden is. In overleg kan bij uitzondering een nameting worden verricht bij scholen.

Pagina 6 4. COMMUNICATIE, MONITORING EN MIDDELEN 1. Communicatie Het onderwerp binnenmilieu op scholen staat sterk in de belangstelling. Ook de Haagse pers heeft belangstelling getoond. In september zal RTV West aandacht besteden aan het Haagse project. Hiervoor lopen zij mee met een inspectie van een school en wijden hier een uitzending aan. Bij de start van het project is een persbericht voor de lokale media uitgegaan. Op internet worden pagina s ontwikkeld over dit onderwerp. Niet alleen op www.denhaag.nl maar ook op www.welzogezond.nl, het gezondheidsportal op Residentienet. 2. Monitoring In de loop van het project zullen de volgende indicatoren worden gevolgd: Respons op de vragenlijst Aantal scholen bezocht door de GGD Aantal scholen met onvoldoende binnenmilieukwaliteit Aantal scholen die maatregelen hebben getroffen 3. Middelen Het uitvoeringsplan wordt gefinancierd uit de lopende begroting. Het Rijk (Ministerie van Onderwijs) stelt in het kader van de landelijke kabinetsvisie per basisschool een klein bedrag beschikbaar dat door scholen naar eigen inzicht kan worden besteed, bijvoorbeeld voor de aanschaf van signaalmeters of andere kleine aanpassingen. Of er vanuit het Rijk (Ministerie van VROM) geld beschikbaar wordt gesteld voor extra inzet van capaciteit is nog onduidelijk.

Pagina 7 5. PLANNING Doorlooptijd meetcampagne: De beschikbare capaciteit binnen de lopende begroting is maximaal 800 uur per jaar. In dit tijdsbestek kunnen maximaal 50 scholen per jaar worden geadviseerd. Bij voorkeur concentreert de meetperiode zich rond het stookseizoen. Dat wil zeggen: september tot en met maart. Daarnaast moet rekening worden gehouden met schoolvakanties. Tijdspad Bij een inzet van 800 uur kunnen per jaar maximaal 50 scholen per jaar geadviseerd kunnen worden. Op basis van ervaringen in andere regio s is de schatting dat ongeveer 130 Haagse scholen aan het project zullen deelnemen. In dat geval zal het project in april 2011 afgerond zijn. Indien meer dan 130 scholen deelnemen zal de planning moeten worden herzien. Maand Maart 2008 April 2008 Mei 2008 Juni 2008 September 2008 Maart 2011 Mei 2011 Activiteiten Voorbereiding Vragenlijst + herinneringen verzenden Ontvangst, invoer en verwerking vragenlijsten Rapportage + planning / route vaststellen Bevestiging scholen en start meetcampagne Einde project Eindrapportage aan College en Raad

Pagina 8 BIJLAGE 1 TEKST NOTA GEZONDHEID EN MILIEU GEMEENTE DEN HAAG De leerprestaties van kinderen worden in scholen negatief beïnvloed door onvoldoende ventilatie, onvoldoende daglicht, een slechte akoestiek en hoge temperaturen. Via een pilot heeft DSO de informatie beschikbaar die nodig is voor een programma van eisen van nieuwbouw van scholen en voor de verbetering van het binnenmilieu in bestaande scholen. De verwachting is dat er met name op het terrein van ventilatie ter verbetering van het binnenmilieu veel winst te behalen valt. Vanuit de GGD wordt via inzet op de milieu- en technische hygiëne op scholen ondersteuning aan dit project gegeven. Hier moet nog formatie voor worden vrijgemaakt. Actiepunt 3 Relatie binnenmilieu en gezondheid / leervermogen op scholen Het lopende project binnenmilieu op scholen van DSO en OCW heeft vanuit de GGD / MMK (medische milieukunde) actieve ondersteuning nodig. Onderzoek wijst uit dat leerprestaties van de leerlingen negatief worden beïnvloed door een slecht binnenmilieu en te weinig ventilatie in de klas. Uit ander onderzoek blijkt dat motiverende voorlichting aan docenten en een lespakket over betere ventilatie in de klaslokalen slechts een tijdelijk effect hebben. Lespakket en motivatie van de leraar en CO2-meters met structurele controle hierop (van de MMK / MKTHZ) geven een goed en langdurig resultaat.

Pagina 9 BIJLAGE 2 KABINETSVISIE BINNENMILIEU OP SCHOLEN Geachte Voorzitter, Het bewerkstelligen van een gezonde en veilige leefomgeving voor kinderen is één van de speerpunten van dit kabinet. Een belangrijk aspect hierbij is het binnenmilieu op basisscholen dat een invloed heeft op de gezondheid en de leerprestaties. De aandacht in de samenleving voor de kwaliteit van het binnenmilieu op scholen is de afgelopen jaren fors toegenomen. Met grote regelmaat is aandacht gevraagd voor de kwaliteit van het binnenmilieu. Om goed te kunnen leren en goed les te kunnen geven worden er (bouwtechnische) eisen gesteld aan het schoolgebouw. Docenten en leerlingen ondervinden last van (te hoge dan wel te lage) temperatuur of klagen over gebrekkige ventilatiemogelijkheden. Verder ondervindt men geluidshinder. De verontreinigingen van het binnenmilieu met onder andere ziektekiemen en allergenen kunnen leiden tot (verergering van) gezondheidsklachten. Daarom hechten ook in internationaal verband de EU en de WHO groot belang aan een verbetering op dit punt omdat de negatieve effecten hiervan op de gezondheid in brede zin waarschijnlijk groter zijn dan of vergelijkbaar zijn met de gezondheidseffecten die worden veroorzaakt door verontreiniging van de buitenlucht. In juli 2006 heeft de minister van OCW 1 schriftelijk aangekondigd dat het kabinet u een kabinetsvisie op het binnenmilieu van basisscholen zal sturen. Deze toezegging is in januari 2007 door de minister van VROM herhaald 2. Daarbij is tevens melding gemaakt van de diverse onderzoeken die door de rijksoverheid zijn ontplooid om de problematiek aangaande binnenmilieu op basisscholen in kaart te brengen. Deze brief geeft invulling aan die toezegging. Problematiek In de afgelopen periode zijn onderzoeken uitgevoerd waaruit geconcludeerd kan worden dat de kwaliteit van het binnenmilieu in basisscholen te wensen overlaat voor wat betreft de aspecten: luchtkwaliteit tijdens het stookseizoen, (stoor)geluid en de temperatuur in de lokalen in de zomerperiode. De oorzaak ligt in gebouwtechnische aspecten (onder andere te weinig ventilatievoorzieningen en zonwering) en in het onvoldoende gebruiken van aanwezige voorzieningen. Leerkrachten zijn zich onvoldoende bewust van de problematiek. Verder blijkt uit de recente onderzoeken dat een aanzienlijk percentage van de nieuw gebouwde basisscholen bij oplevering niet voldoet aan de eisen voor ventilatie zoals die zijn opgenomen in het Bouwbesluit. Naleving van deze voorschriften door het bouwbedrijfsleven en handhaving door de gemeenten laat te wensen over. De problematiek rondom binnenmilieu staat natuurlijk niet op zichzelf, het heeft een relatie met klimaat en energie en een integrale aanpak van deze problematiek is dan ook gewenst. Verantwoordelijkheidsverdeling Feitelijk ligt de kwaliteit van het leef- en leerklimaat op basisscholen in handen van gemeenten en schoolbesturen: Het schoolbestuur is verantwoordelijk en aanspreekbaar voor de kwaliteit van het binnenmilieu in school. Het schoolbestuur is juridisch eigenaar van het schoolgebouw. Gemeenten bekostigen naast de nieuwbouw ook de aanpassingen aan de buitenkant van de scholen. Daarnaast is de opdrachtgever, waaronder de gemeente verantwoordelijk voor het privaat toezicht bij de realisatie van de bouw bij renovatie en nieuwbouw. Het leefklimaat van de leerling is geen verantwoordelijkheid van een specifiek ministerie. Vanuit verschillende invalshoeken voelen de ministeries van VROM (milieu en gezondheid, klimaat, bouwtechnische aspecten, energiebesparing in gebouwde omgeving), OCW (onderwijs), VWS (gezondheid) en SZW (arbeidsomstandigheden) zich betrokken bij de oplossing van de problematiek. Nieuw te bouwen scholen/renovatie Voor het afvoeren van verontreinigingen in de binnenlucht wordt beleidsmatig en in de lijn van een advies van de Gezondheidsraad van 1984, een maximale CO 2 -concentratie van 1200 ppm als referentie gehanteerd. Deze vormt de basis van de nieuwbouweisen in het Bouwbesluit. Nieuw te bouwen en gerenoveerde scholen moeten bij oplevering voldoen aan deze nieuwbouweisen. 1 Tweede Kamer 2005-2006, brief OCW, 30300 VIII, nr 262 2 Tweede Kamer 2006-2007, brief VROM, 30300 VIII, nr 94

Pagina 10 Bestaande scholen Voor bestaande scholen gelden de bouwtechnische voorschriften voor de bestaande bouw (opgenomen in het Bouwbesluit). Deze eisen zijn echter niet gerelateerd aan de CO 2 -concentratie van 1200 ppm en zijn het strikte minimum waar bij onderschrijding burgemeester en wethouders het treffen van voorzieningen kunnen opleggen. Voor het voldoen aan deze eisen volstaat in vele gevallen het kunnen openen van een raam. Alle scholen in het LBP-onderzoek voldeden hieraan. Doelstellingen Het kabinet is van mening dat een verbetering van het binnenmilieu in basisscholen voor de aspecten luchtkwaliteit, stoorgeluid en temperatuur daar waar nodig wenselijk is. Kinderen brengen immers een belangrijk deel van hun jeugd verplicht door in schoolgebouwen. Het kabinet zal zich samen met betrokken partijen inzetten, binnen een integrale aanpak zoals hierboven geschetst, voor het realiseren van de volgende doelstellingen, waarbij in overleg met betrokken partijen tussendoelstellingen zullen worden vastgesteld: Binnen een periode van 5 jaar is een bewustwordingsproject inclusief het bieden van handelingsperspectief voor alle basisscholen met natuurlijke ventilatie afgerond. Het bewustzijn onder leerkrachten en leerlingen is vergroot (elke school heeft een informatiepakket, een CO 2 -meter en een beknopt bouwtechnisch advies gekregen, waarbij tevens aandacht is voor de samenhang met energetische advisering). Concrete (basisschool)situaties waar de kwaliteit van het binnenmilieu is verbeterd, zullen omgevormd worden tot best practices waarin getoond wordt op welke wijze de problematiek is aangepakt. De ambitie is om in deze periode niet alleen bewustwording van het probleem te creëren maar ook de problematiek, zoveel als mogelijk is, voortvarend aan te pakken. Een maximaal geluidsniveau van ventilatievoorzieningen in het klaslokaal wordt in de voorschriften van het Bouwbesluit opgenomen. Binnen een periode van 15 jaar, zijnde de periode waarbinnen via de natuurlijke renovatiecyclus aanpassingen worden verricht, is het achtergrondgeluid in elk schoollokaal niet hoger dan 35 db(a), noch als gevolg van buitengeluid, noch als gevolg van het mechanische ventilatiesysteem. Binnen een periode van 15 jaar, zijnde de periode waarbinnen via de natuurlijke renovatiecyclus aanpassingen worden verricht, voldoet de luchtverversing in elk lokaal aan het kwaliteitsniveau zoals dat thans in de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit is verwoord. Dit heeft als resultaat dat de voorzieningen zodanig zijn dat een maximale CO 2 -concentratie van 1200 ppm realiseerbaar is. Binnen een periode van 15 jaar, zijnde de periode waarbinnen via de natuurlijke renovatiecyclus aanpassingen worden verricht, is de temperatuur in elk schoollokaal in de zomer beheersbaar. Uitgangspunt bij de bovengenoemde doelen is dat ten minste bij het treffen van maatregelen aangesloten wordt bij natuurlijke aanpassingsmomenten (energiebesparingsmaatregelen, renovatie, aanpassingen en groot onderhoud) die gemeenten en schoolbesturen hebben opgenomen in gezamenlijke plannen. Overigens komen de maatregelen in het kader van energiebesparing niet ten laste van de huidige reserveringen voor binnenmilieu basisscholen. In het kader van Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk zal nog worden bezien hoe energiebesparing in openbare gebouwen (inclusief scholen) binnen de huidige financiële middelen mogelijk gemaakt zou kunnen worden. Elke school komt in principe eenmaal per 15-20 jaar in aanmerking voor groot onderhoud/renovatie. Hoewel hiervoor geen geoormerkte geldstroom meer naar de gemeenten vloeit, gaat het kabinet ervan uit dat gemeenten en scholen een dergelijke natuurlijke renovatiecyclus volgen. Dit betekent dat elke school binnen een periode van 15-20 jaar de gelegenheid heeft om bouwkundige maatregelen te treffen om de kwaliteit van het binnenmilieu te verbeteren. Uiteraard kunnen wenselijk of noodzakelijk geachte maatregelen eerder dan de natuurlijke aanpassingsmomenten worden uitgevoerd. Inmiddels hebben verscheidene gemeenten en scholen activiteiten gestart om de kwaliteit van het binnenmilieu te verbeteren. Bestuurlijke samenwerking Uit het vorenstaande blijkt dat schoolbesturen en gemeenten een belangrijke rol spelen bij de verbetering van het binnenmilieu in basisscholen. Aanpassing van de wetgeving door de nieuwbouweisen ook van toepassing te verklaren op bestaande schoolgebouwen is niet haalbaar vanwege: ingrijpendheid (hogere kwaliteitseisen zouden dan wettelijk per direct voor alle bestaande gebouwen gelden); verkregen rechten en mogelijke strijdigheid met het recht op eigendom zoals vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens; financiële consequenties.

Pagina 11 Omdat de gewenste verbeteringen niet zijn af te dwingen met het huidige wettelijk kader, hebben partijen aangegeven te komen tot een convenant waarin heldere afspraken op bestuurlijk niveau over de diverse rollen en taken worden opgenomen om de gezamenlijke doelstellingen te realiseren. De VNG en het primair onderwijs hebben aangegeven deel te zullen nemen aan dit initiatief. Het primair onderwijs zal vertegenwoordigd worden door de PO-raad in oprichting. Bezien wordt of ook de architecten, bouwfysici en installatieadviseurs betrokken kunnen worden. Streven is het convenant in het najaar 2008 in werking te laten treden. In het convenant worden ondermeer onderwerpen uitgewerkt als agendering van de problematiek en oplossing bij gemeenten en schoolbesturen en het verbeteren van het toezicht tijdens renovatie en nieuwbouw. Ook de monitoring van de voortgang van de diverse maatregelen om de doelstellingen te realiseren zal onderdeel van het convenant zijn, Aanvullende maatregelen Op gemeentelijk en provinciaal niveau zijn reeds diverse initiatieven van start gegaan om de kwaliteit van het binnenmilieu te verbeteren waarbij ook aandacht is voor de relatie met energiebesparing. Deze initiatieven zijn zowel gericht op voorlichting aan docenten over de noodzaak van goede ventilatie als op het doorvoeren van (bouwtechnische) verbeteringen. Via organisaties zoals SenterNovem wordt informatie verstrekt over energiebesparing in relatie tot de verbetering van het binnenmilieu. Ten behoeve van ontwerpers en installateurs wordt er gewerkt aan de herziening van de Nederlandse Praktijkrichtlijn Ventilatie van schoolgebouwen. Ondanks deze inspanningen is de kwaliteit van het binnenmilieu nog onvoldoende en zijn aanvullende maatregelen nodig. Naast het eerder genoemde convenant gaat de overheid starten met de volgende initiatieven gericht op bewustwording, stimulering, toezicht en kennis. Dit om de problematiek bij alle betrokkenen onder de aandacht te brengen, zodat partijen vervolgens kunnen overgaan tot het nemen van adequate maatregelen. Verbetering van de bewustwording van docenten en leerkrachten Binnen een periode van vijf jaar wordt elke basisschool, waarbij sprake is van natuurlijke ventilatie, bezocht door de GGD met de eendagsmethode, gericht op bewustwording van de leerkrachten en leerlingen. De bezoeken worden gecombineerd met een beknopt bouwtechnisch advies. Tevens wordt een CO 2 -meter beschikbaar gesteld. Via het Centrum Gezond Leven (CGL) van het RIVM worden scholen benaderd met een integrale gezondheidsboodschap. Het kabinet vindt het van belang dat ook het thema binnenmilieu hierbij aanhaakt. In het verleden is hiermee al ervaring opgedaan in het kader van de Ga voor Gezond - scholencompetitie en het Frisse Scholenproject. Stimuleringsregeling Het ministerie van OCW geeft alle scholen in het primair onderwijs een eenmalige financiële bijdrage voor het realiseren van aanpassingen die het binnenmilieu verbeteren. Deze bijdrage kan voorzien in de aanschaf van buitenzonwering, of het doorvoeren van kleine bouwkundige ingrepen. Toezicht Het Ministerie van VROM wil de naleving van de regelgeving, de kwaliteit van de vergunningverlening en het toezicht op de bouw van woningen en basisscholen verhogen door de komende jaren het binnenmilieu de nodige aandacht te geven. Door de VROM-Inspectie zullen gemeenten hierbij in hun wettelijke taak worden ondersteund (compliance assistance). Voorts zal met de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland worden overlegd om het aspect ventilatie een overeenkomstige aandacht te geven in de handhavings- en toetsingsprotocollen van de vereniging. Met de VNG vindt overleg plaats om te bezien hoe door onderlinge samenwerking van gemeenten de kennis en kunde gemeenschappelijk kan worden ingezet om een meerwaarde in het toezicht en handhaving op dit onderwerp te kunnen realiseren. Kennisopbouw en onderzoek De expertise op het gebied van het binnenmilieu zal de komende jaren verder opgebouwd worden. Hierbij zal ook aandacht worden gegeven aan dwarsverbanden zoals die met kennis op gebied van klimaatverandering en energie. Landelijke ondersteuning van de professionals en (wetenschappelijke) kennisontwikkeling, -borging en -ontsluiting worden vormgegeven. In het kader van het beleidsthema milieu en gezondheid zijn bij het RIVM reeds het Centrum Gezondheid en Milieu (CGM) en het Kennis- en Informatiepunt Milieu & Gezondheid (KIP M&G) ingericht 3. Ook wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor de juridische verankering van kwaliteitseisen voor het binnenmilieu bij aanpassing, vernieuwing, groot onderhoud enzovoort, van schoolgebouwen. 3 het CGM is opgericht ter ondersteuning van de GGD en specifiek de Medisch MilieuKundigen, het KIP MenG is opgericht ter ondersteuning van de overheid.

Pagina 12 Naast de bovengenoemde activiteiten hebben de betrokken ministers onlangs een adviesaanvraag bij de Gezondheidsraad ingediend om een aantal kennislacunes op te vullen. Zo is gevraagd welke mogelijke factoren die voorkomen in het binnenmilieu risicovol zijn voor de gezondheid en leerprestaties van kinderen. Tevens is gevraagd welke concentratie- en advieswaarden voor de kwaliteit van het binnenmilieu in basisscholen wenselijk zijn. Dit advies wordt eind 2008 verwacht. Deze brief beschrijft een visie op deze problematiek op hoofdlijnen. Een onderbouwing en nadere detaillering vindt u in bijlage 1. De kabinetsvisie is gestoeld op het wettelijk kader en onderzoeken die recent zijn uitgevoerd. Een korte toelichting hierop is gegeven in de bijlagen 2 en 3. De reikwijdte van deze kabinetsvisie betreft het binnenmilieu in basisscholen en niet die in het voortgezet onderwijs, (naschoolse) kinderopvang of in tijdelijke bouw. Het kabinet gaat zich de komende tijd oriënteren op de problematiek in deze verblijfsruimten voor kinderen. Over de gezondheidskundige kwaliteit van woningen heeft u recentelijk een beleidsvisie ontvangen van de ministers van WWI en VROM. Er heeft afstemming plaatsgevonden en waar mogelijk worden acties in gezamenlijkheid aangepakt. Met de hierboven geschetste aanpak gaat het kabinet de kwaliteit van het binnenmilieu in basisscholen daadwerkelijk verbeteren. Dit is uiteraard alleen te realiseren als alle betrokken partijen in de komende periode intensief gaan samenwerken. Het kabinet neemt hiertoe het initiatief. Hoogachtend, de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de minister voor Wonen, Wijken en Integratie dr. Jacqueline Cramer drs. Ella Vogelaar de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Sharon A.M. Dijksma dr. A. Klink

Pagina 13 BIJLAGE 3 UITNODIGINGSBRIEF SCHOLEN Geachte directeur / hoofd van de school, Misschien heeft u al in de media gelezen dat uit meerdere onderzoeken blijkt dat de kwaliteit van het binnenmilieu op scholen in Nederland vrijwel altijd onder de maat is. Een slecht binnenmilieu kan zowel de gezondheid als de leerprestaties van kinderen verminderen. Het kabinet en de gemeente Den Haag willen zich daarom de komende jaren inzetten voor een beter binnenmilieu op scholen. Project binnenmilieu op scholen De GGD Den Haag en de Dienst Stedelijke Ontwikkeling (DSO) zijn in 2007 gestart met het project binnenmilieu op scholen. Het is de bedoeling dat de komende jaren alle scholen in Den Haag bezocht worden. Op basis van een vragenlijst, inspectie, het gebruik van de zogenaamde ABCD tool (een instrument waarmee scholen zelf de kwaliteit van het eigen binnenmilieu kunnen beoordelen) en metingen krijgen de scholen een advies op maat. Dit kan een ventilatieadvies zijn of een advies om aanpassingen aan het schoolgebouw te doen. Maar ook een gerichter gebruik van ventilatievoorzieningen door leerkrachten kan tot een aanzienlijke verbetering van de binnenlucht leiden. Wat betekent dit voor uw school? Wij nodigen u graag uit om aan het project binnenmilieu op scholen deel te nemen. Dit betekent voor u als directie een tijdsinvestering van ongeveer vier uur en voor de leerkrachten ieder ongeveer een uur. Meer informatie over het onderzoek leest u in de bijgaande brochure. Aanmelding Bij deze e-mail treft u een vragenlijst aan. Wij verzoeken u deze vragenlijst in te vullen en uiterlijk 25 april 2008 terug te sturen. Wij stellen het op prijs als u de vragenlijst ook invult in het geval u niet wenst deel te nemen. Als u besluit deel te nemen aan het project, dan nemen wij contact met u op om het onderzoek in te plannen. Vragen? Heeft u vragen, dan kunt u terecht bij de afdeling Leefomgeving van de GGD Den Haag, tel. 070-353 7182. Ook kunt u een bericht sturen naar gezondheidenmilieu@ocw.denhaag.nl. Met vriendelijke groet, Het projectteam Binnenmilieu op scholen in Den Haag

Pagina 14 BIJLAGE 4 VRAGENLIJST SCHOLEN INVENTARISATIE deelname aan binnenmilieu op scholen in de GEMEENTE DEN HAAG Contactgegevens: Naam school: Aantal vestigingen: Zou u, als uw school meerdere vestigingen heeft, de vragenlijst voor elke vestiging apart willen invullen s.v.p? Naam vestiging (indien van toepassing): Valt onder schoolbestuur (naam invullen): Adres: Naam contactpersoon: Functie: Telefoonnummer: 070- E-Mailadres: Vragen: 1. In welk jaar is het schoolgebouw (ongeveer) gebouwd? 2. Bestaan er plannen om op korte termijn te verbouwen of te verhuizen? Ja Nee 2a. Zo ja, wanneer? 3. Hoeveel klaslokalen zijn er? 4. Hoeveel kinderen zitten gemiddeld in één klas? 5. Welke vorm van ventilatie is in de (meeste)klaslokalen aanwezig? 6. Zijn er op uw school klachten over het binnenmilieu (luchtkwaliteit, problemen met de temperatuur, met geluid of Veel Weinig Geen licht)? 7. Wil uw school deelnemen aan het project binnenmilieu op scholen? Ja Nee

Pagina 15 Tot slot: 8. Heeft u zelf vragen of andere opmerkingen over de luchtkwaliteit in uw school? Zou u de ingevulde vragenlijst uiterlijk 25 april 2008 willen terugsturen naar: gezondheidenmilieu@ocw.denhaag.nl? Per post versturen kan ook: GGD Den Haag, afdeling Leefomgeving Postbus 12 652, 2500 DP, Den Haag Hartelijk dank voor uw medewerking!

Pagina 16 BIJLAGE 5 BROCHURE BINNENMILIEU OP SCHOLEN: ADVIES OP MAAT Achtergrond De kwaliteit van het binnenmilieu op scholen krijgt steeds meer aandacht, zowel landelijk als ook binnen de gemeente Den Haag. Terecht, want een slecht binnenmilieu kan zowel de gezondheid als de leerprestaties van kinderen verminderen. De GGD en de Dienst Stedelijke Ontwikkeling (DSO) Den Haag werken samen in een project om de kwaliteit van het binnenmilieu op scholen in Den Haag te onderzoeken. Daarbij is er aandacht voor gezondheidskundige en bouwfysische aspecten. Op basis van een inspectie en metingen krijgt de school vervolgens een advies op maat. Het onderzoek bestaat uit de volgende onderdelen: voorbereiding; onderzoeksdag; bespreking van de resultaten; terugkoppeling / evaluatie. Voorbereiding De school bereidt zich voor op het onderzoek door het invullen van de zogenaamde ABCDtool. Dit is een eenvoudig online-hulpmiddel om te bekijken hoe uw school scoort wat betreft energieverbruik en binnenmilieu. Het toepassen van de ABCD-tool kost één persoon ongeveer één uur. Daarnaast kost het de leerkrachten 5 minuten per persoon.de resultaten van de ABCD-tool worden gebruikt voor een advies op maat aan uw school. Ook zoekt de school uit hoe het onderhoudscontract voor de verwarmingsinstallatie (en indien aanwezig, de mechanische ventilatie) eruit ziet. De onderzoeksdag Op de onderzoeksdag wordt onder andere gekeken naar gebouwkenmerken, ventilatievoorzieningen, ventilatiegedrag, en de inrichting van de lokalen. In twee lokalen wordt vijf dagen lang de temperatuur, luchtvochtigheid en het koolstofdioxide(co 2 )-gehalte gemeten. Het gemeten CO 2 -gehalte zegt iets over de kwaliteit van de lucht in het lokaal. De twee docenten van de betreffende lokalen beantwoorden ongeveer vijftien vragen. Na een week halen de onderzoekers de meters op. Resultaten (na twee tot zes weken) Na twee tot zes weken krijgt de school een rapport met resultaten, conclusies en adviezen. Dit wordt in een gezamenlijk overleg toegelicht. Bij dit overleg kunnen bijvoorbeeld directie, docenten, bestuur en Medezeggenschapsraad aanwezig zijn. Sommige adviezen zijn gemakkelijk en met weinig extra kosten door te voeren. In andere gevallen zullen grotere aanpassingen aan het schoolgebouw nodig zijn. Dan kan het advies

Pagina 17 worden gebruikt als onderbouwing van (de eventuele discussie over) de te nemen maatregelen. Voorbeelden van resultaten Op de roosters is niet duidelijk aangegeven of ze open of dicht staan. Nu blijkt dus dat alle roosters al die tijd dicht hebben gezeten. (leerkracht). Het ventilatiesysteem is na een jaar al gauw voor de helft minder effectief als het niet wordt onderhouden (DSO, gemeente Den Haag). Er was maar één regelstok per lokaal aanwezig. Bovendien kon die regelstok alleen met moeite en geduld van het ene naar het andere rooster worden verplaatst. Dat maakt het natuurlijk erg lastig om de roosters goed te bedienen. (GGD). Als het koud werd in het lokaal, deed ik altijd de ramen dicht, dat blijkt dus niet altijd een juiste keus te zijn. (leerkracht). Evaluatie/terugkoppeling Afhankelijk van het advies wordt na 2 tot 6 maanden een evaluatiemoment ingepland. De onderzoekers zijn namelijk benieuwd naar de resultaten op de adviezen en de eventuele positieve effecten. Soms is het niet mogelijk gebleken om een advies in de praktijk te realiseren. In die gevallen willen we graag weten welke problemen de school is tegengekomen bij het verbeteren van het binnenmilieu, wellicht kunnen we helpen bij het oplossen daarvan. Vragen? De GGD en de Dienst Stedelijke Ontwikkeling (DSO) van de gemeente Den Haag werken samen bij de uitvoering van dit project. Heeft u vragen, dan kunt u terecht bij het secretariaat van de afdeling Leefomgeving van de GGD Den Haag, tel. 070-353 7182. Ook kunt u een bericht sturen naar gezondheidenmilieu@ocw.denhaag.nl.