VVIZV Test rekenkundige vaardigheden van verpleegkundigen. Inleiding



Vergelijkbare documenten
Inhoudsopgave. 1. Inleiding pag door: P. Rensen-Grabijn, Opleidingsadviseur. 2. Procenten pag. 3

Deel 1: Handleiding game: EHBO

Een uitgave van IVV Sint-Vincentius

Verpleegkundig Rekenen. Voor. Verzorgenden IG & Verpleegkundigen MBO en HBO

VEEL PLEZIER EN SUCCES! Beste team,

Verpleegkundig Rekenen 2 e proeftoets Opdracht Video

Quickscan Toets Verpleegkundig Rekenen

Arrangement verpleegkundig rekenen.

Quickscan Toets Verpleegkundig Rekenen

Arrangement verpleegkundig rekenen.

Toetsing verpleegkundige rekenvaardigheid. Drs. Peter Th. Kraft; senior adviseur Cito Verpleegkundige / Onderwijskundige

Uitgewerkte oefeningen

Dubbele controle risicovolle medicatie 2.1

Vraag 1. Vraag 2. Vraag 3. Vraag 4. Voor meer oefenopgaven, ga naar

Protocol en werkinstructie hoe om te gaan met de dubbele controle van risicovolle medicatie binnen de organisatie.

2 Concentratie in oplossingen

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS. Natriumchloride CF 9 mg/ml, injectievloeistof (natriumchloride)

BIJLAGEN STARTBEKWAME FASE BEROEPSOPDRACHT D

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: mengsels 23/5/2015. dr. Brenda Casteleyn

BIJLAGEN STARTBEKWAME FASE BEROEPSOPDRACHT D

Atheneum Veurne. Ingangsexamen Geneeskunde Wiskunde. Vraagstukjes Algebra, Mengsels: Oefenmap KUL

2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN?

TOELICHTING METRIEK STELSEL

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Toedienen van medicijnen 6

Een volledig geneesmiddelenvoorschrift

Antwoorden en uitwerkingen

Eerste hulp bij Verpleegkundig Rekenen

BIJSLUITER. Inhoud van deze bijsluiter:

Cursus over geneesmiddelengebruik. Zorgbelang academie. Marion Reinartz Oktober 2012

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE BEROEPSTAAK D, DEEL 2

Rekenvaardigheden van verpleegkundigen

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?

Pijnbehandeling Rondom een orthopedische operatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Opticrom, oogdruppels, oplossing 20 mg/ml Opticrom Unit Dose, oogdruppels, oplossing 20 mg/ml

Midazolam. Benzodiazepinen. Volwassenen Intramusculair/subcutaan: onverdund, 5 mg/ml Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 1 mg/ml, de

PIJNMEDICATIE THUIS NA EEN ORTHOPEDISCHE OPERATIE

Informatie voor de patiënt

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose.monohydraat

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren

sedatie met Propofol bij onderzoek of behandeling

Wennen aan het idee dat je de eenheden eerst aanpast aan de nieuwe grootheid. Hier: eerst omrekenen naar gram en liter.

Definitie. In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden.

Informatiebrief voor patiënten. Vullingsstrategie bij bloedverlies tijdens de bevalling

Alphen aan den Rijn, november 2015

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

KAPSTOK REKENEN inhoud

Verdovende middelen gebruikt voor pijnbestrijding Versie 4.3

Medicatie overdracht, klopt er iets van?

Servicepunt van de Hiv Vereniging Nederland Tel Bereikbaar van maandag t/m vrijdag, tussen en uur

PATIËNTEN INFORMATIE SEDATIE. en richtlijnen na dagopname

Pijnbehandeling op de verpleegafdeling na een longoperatie

1 de jaar 2 de graad (2uur) Naam:... Klas:...

Naam van degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen Novartis Pharma B.V. Postbus LZ Arnhem Telefoon:

BASISVAARDIGHEDEN. Rekenen GEZONDHEIDSZORG. Tweede druk. scoor een. 10 voor de rekentoets

REKENMODULE INHOUD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. AQUA STEROP AQUA STEROP FLEXO Oplosmiddel voor parenteraal gebruik. Water voor injectie

Een injectie Menopur maakt u zelf klaar, waarna u het middel inspuit in de buikplooi.

10 tips voor een veilig geneesmiddelengebruik. Maart 2018 az Sint-Blasius Dendermonde Meer info?

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. VITAMINE B12 STEROP 1mg/1ml Oplossing voor injectie en drank. Cyanocobalamine

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. HYDROXOCOBALAMINE ACETATE STEROP 10mg / 2ml Oplossing voor injectie en drank. Hydroxocobalamine acetaat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2017_12 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. HYDROXOCOBALAMINE ACETATE STEROP 10mg / 2ml Oplossing voor injectie en drank. Hydroxocobalamine acetaat

1 injectieflacon Sandostatine 0,2 mg/ml bevat per 5 ml een hoeveelheid octreotide-acetaat, die overeenkomt met 1 mg octreotide.

Oplossingen Scheikunde van 2001

4. De aflevering gebeurt door de apotheker persoonlijk. Assistenten worden niet betrokken in deze materie.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Glucose 5% g/v, oplossing voor infusie Glucosemonohydraat

Lynn De Gryze Apotheekassistente Apotheek UZGent. Transmurale zorg. door apotheekassistenten

Minder pijn als wij er zijn! Pijn bij kinderen na ontslag uit het ziekenhuis

anesthesie en pijnbestrijding

woensdag 14 december :06:43 Midden-Europese standaardtijd

Risico-minimalisatiematerialen betreffende Farydak (panobinostat) voor patiënten

Actueel medicatieoverzicht pijnpoli

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

Protocol en werkinstructie hoe om te gaan met de dubbele controle van risicovolle medicatie binnen de organisatie.

BIJSLUITER. VITAMINE K 1 mg, 5 mg en 10 mg tablet

Medische rekenen AJK

In het register van homeopathische farmaceutische producten ingeschreven onder RVH 82185

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Natriumchloride Noridem 0,9%, oplossing voor injectie en oplosmiddel voor parenteraal gebruik 9 mg/ml

Toedienen van medicatie via IV weg

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kind met diabetes en intensieve therapie. Algemene informatie voor kind en ouders

Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Belangrijke informatie voor beroepsbeoefenaren

Neem nu reeds uw enqûeteformulier en balpen

BIJSLUITER VOOR HET PUBLIEK

GEZONDHEIDSZORG OPLOSSINGEN. pillpick GEAUTOMATISEERD VERPAKKINGS- EN UITGIFTESYSTEEM

Centraal Veneuze Catheter

Protocol geneesmiddelenverstrekking. Geneesmiddelenverstrekking bij De Otterkolken en bso De Otter

INDICATOR VOLLEDIG GENEESMIDDELENVOORSCHRIFT

BIJSLUITER VOOR HET PUBLIEK

PRAKTISCH THERAPIETROUW

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

VAATCHIRURGIE. Urokinasebehandeling BEHANDELING

A. J A. S B. J B. G C. N C. C D. P E. A

Medicatie kinderen met AGS

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. NORIT 250 mg tabletten NORIT 200 mg capsules, hard

Remifentanil Perfusor Gebruik op de Afdeling Verloskunde Rijnland Ziekenhuis, te Leiderdorp

Veilig en correct medicatiegebruik

FICB: Fascia Iliaca Compartiment Blok bij heup-/proximale femurfracturen

Transcriptie:

VVIZV Test rekenkundige vaardigheden van verpleegkundigen. Inleiding Studie Rekenkundige vaardigheden van verpleegkundigen, onze patiënt MOET op ons kunnen rekenen, Jan Lambrechts, hoofdverpleegkundige intensieve zorgen, Regionaal Ziekenhuis Sint-Trudo te Sint-Truiden. ABSTRACT Context en probleemstelling: Patiëntveiligheid in het algemeen, en medicatieveiligheid in het bijzonder, krijgen al geruime tijd terecht bijzondere aandacht. Medicatiebereiding en toediening maken een fundamenteel onderdeel uit van het takenpakket van verpleegkundigen, zeker op kritische diensten als een intensieve zorgen. Onvoldoende kennis van medisch of verpleegkundig rekenen, kan dus potentieel zware gevolgen hebben voor patiënt, verpleegkundige, arts en ziekenhuis. Doelstelling: Nagaan hoe het gesteld is met de kennis van medisch rekenen bij de verpleegkundigen van dit ziekenhuis, en meten of een opleiding van invloed is op die kennis. Tevens peilen naar de invloed van persoonsgebonden factoren op de rekenkundige vaardigheid, factoren als leeftijd, vooropleiding, enz. Verder zou dit werk een aanzet moeten geven tot een ziekenhuisbeleid rond rekenvaardigheid bij onze verpleegkundigen. Tenslotte willen we komen tot een aantal richtlijnen en aanbevelingen om op een veilige manier met medicatie om te gaan. Methode: Een kwantitatief, experimenteel onderzoek met een pre-post test design bij de verpleegkundigen van heelkundige, inwendige en kritische diensten in dit ziekenhuis. De afdelingen werden ingedeeld in twee groepen, een interventiegroep die als interventie een opleiding verpleegkundig rekenen kreeg tussen pretest en posttest, en een controlegroep die geen interventie kreeg. De verpleegkundigen uit de controlegroep kregen de juiste antwoorden op de pretest vooraleer ze de posttest aflegden. Binnen de groepen wordt nog een verdere indeling gemaakt: heelkunde, inwendige en kritische diensten. Resultaten: Alle posttesten waren significant beter dan de pretesten (p=0.000). Zowel in de interventie- als in de controlegroep. De gemiddelde score van de interventiegroep steeg van 60,0% naar 69.8%. De gemiddelde score van de controlegroep steeg van 51,5% naar 66.6%. Het afnemen 1

van de pretest en het bekendmaken van de correcte antwoorden lijkt een interventie op zich om aan de rekenkundige vaardigheden te werken. Conclusie: De kennis van verpleegkundig rekenen is duidelijk voor verbetering vatbaar. De resultaten zijn echter stukken beter in de posttest, zowel in de interventie- als in de controlegroep. Toch is er nog ruimte voor verbetering. Elke score van minder dan 100% houdt een risico op medicatiefouten in en mogelijks zware gevolgen voor de patiënt! De opleiding verpleegkundig rekenen werd opgenomen in het vaste opleidingsaanbod van dit ziekenhuis. Elke intreder dient een rekentest af te leggen. Wat de relevantie van dit onderzoek voor dit ziekenhuis aangaat, hebben we kunnen vaststellen dat dit onderzoek heeft de interesse heeft gewekt van veel verpleegkundigen. Vooral zij die deelnamen en naar hun aanvoelen minder scoorden of zich onzeker voelden, hebben zich op de materie gestort en zijn er aan gaan werken. Het zou goed zijn als alle verpleegkundigen deze attitude zouden verwerven. Patiëntveiligheid is een thema dat al langer in de kijker staat, en dat sinds het rapport To err is human: building a safer health system (Kohn et al., 2000) bijzondere aandacht krijgt. Aandacht die dit thema ook verdient! Patiëntveiligheid is ook een begrip dat vaak herleid wordt tot medicatieveiligheid alleen. En die medicatieveiligheid verdient ook alle aandacht gezien het belang en de impact ervan. Medicatieveiligheid is één van de grootste uitdagingen voor de veiligheid van de zorg in het ziekenhuis en daarbuiten (Hellings 2009). Patiëntveiligheid gaat echter veel breder. Denk aan valpreventie, aan veilige chirurgie, aan de campagne veilige handen, aan identificatie, aan indicatorgestuurde kwaliteitszorg, enz. Medicatieveiligheid houdt ook meer in dan het juist berekenen en correct toedienen van medicatie. Het hele traject dat medicatie aflegt vooraleer de verpleegkundige die toedient aan de patiënt, moet onder de loep genomen worden. Het voorschrift van de arts moet duidelijk leesbaar zijn, en de nodige gegevens omtrent geneesmiddel, dosis, toedieningswijze, toedieningstijd, frequentie van toediening omvatten. De apotheek moet de geneesmiddelen correct stockeren, FIFO (First in First out) behandelen, correct afleveren. De verpleegafdeling moet zijn eigen voorraadbeheer doen, het juiste geneesmiddel bij de juiste patiëntenvoorraad, volgens hetzelfde FIFO-principe. De verpleegkundige die het geneesmiddel bij de hem/haar toegewezen patiënt wil gaan toedienen moet dit ook correct doen. D.w.z. controle van het voorschrift: is het leesbaar, logisch, correct? Controle van het geneesmiddel: inhoud, dosis, hoeveelheid? Controle van de toedieningsvorm, -weg, en frequentie en -tijd? En een correcte berekening en bereiding! 2

Verder dienen verpleegkundigen een degelijke kennis te hebben van de farmaceutische werking van geneesmiddelen, het beoogde therapeutisch effect en de mogelijke bijwerkingen. Deze kennis zouden zij ook moeten kunnen overdragen aan de patiënt zodat deze goed geïnformeerd is en wanneer hij/zij deze therapie thuis zal verder zetten de therapietrouw verbetert. Verpleegkundigen moeten ook het resultaat van de werking kunnen observeren, opvolgen en rapporteren. De regel van drie! In een aantal vraagstukken worden er twee grootheden met elkaar vergeleken. Deze twee grootheden houden dikwijls verband met elkaar. Dit wil zeggen als de ene grootheid groter wordt, vermeerdert de andere in dezelfde mate. En als de ene grootheid kleiner wordt, vermindert de andere grootheid eveneens steeds in dezelfde mate. Bij dit soort opgaven weet je altijd 3 getallen en moet je het vierde berekenen, vandaar... Voorbeeld: Een doos spijkers bevat 75 spijkers en kost 10. Hoeveel kosten 90 spijkers? Er is een verband want als de ene grootheid (= het aantal spijkers) vermeerdert, vermeerdert hier ook de andere grootheid (= de prijs van de spijkers). Zulke vraagstukken kan je oplossen met de regel van drie. Antwoord : Voor 90 spijkers betaal je dan 12. 75 spijkers =========> 10 1 spijker =========> 10 : 75 90 spijkers =========> ( 10 : 75 )x 90 = 12 OPGELET: Een verhouding is omgekeerd evenredig wanneer een vermeerdering langs de ene kant, een even grote vermindering aan de andere kant veroorzaakt. Voorbeeld: Ik heb voldoende veevoeder om 35 varkens gedurende 22 dagen te voeren. Hoeveel dagen kom ik toe met dezelfde hoeveelheid veevoeder als ik 77 varkens heb? Er is een verband want als de ene grootheid (= het aantal varkens) vermeerdert, vermindert hier ook de andere grootheid (= het aantal dagen voederen). Zulke vraagstukken kan je eveneens oplossen met de regel van drie. 35 varkens =========> 22 dagen 1 varken =========> 22 d x 35dagen 77 varkens =========> (22 x 35 ): 77 = 10 dagen Antwoord : Met dezelfde hoeveelheid veevoeder kan je 77 varkens 10 dagen lang voederen. 3

Richtlijnen: 1.De arts moet zijn recept schrijven in doses vaste stof (milligram, microgram, etc.) en niet in verpakkingen (ampul, flacon, etc.) 2. De verpleegkundige controleert welke dosis vaste stof aanwezig is in de verpakking. 3. De verpleegkundige gaat na op welke manier het geneesmiddel toegediend moet worden (via voorschrift, protocol, richtlijnen producent). 4. De verpleegkundige volgt de richtlijnen wat betreft de frequentie en de duur van toediening. Informatie Het metrisch stelsel: Paracetamol wordt onder andere gegeven in tabletten van 500 mg. Hoeveel tabletten kan je maken van 2 kg paracetamol? 2 kg = 2000000 mg 2000000 mg : 500 mg = 4000 tabletten 4

Het metrisch stelsel: eenheden Liter deciliter centiliter milliliter (o) (o) (o) (ooo) ( ooo ) Kilogram hectogram decagram gram milligram microgram 5

Procent Procent : het geheel is altijd 100 % Je lichaam bestaat voor 70 % uit water Hoeveel kg water bevat jouw lichaam als je 65 kg weegt? 100% = 65000 g 1% = 650g 70% = 70 x 650 g = 45500 g = 45,500 kg water Promille Promille: het geheel is altijd 1000 Een patient op spoed heeft 2 alcohol in zijn bloed. Hoeveel ml is dit? een mens heeft 5 liter bloed 6

Kijk altijd goed naar wat er gevraagd wordt : Dus aantal ml moet de uitkomst zijn 1 lit = 1000 ml 5 lit = 5x1000ml = 5000ml 1000 = 5000 ml 1 = 5 ml 2 = 2x5 ml = 10 ml alcohol Oplossen Een oplossing is een in vloeistof opgeloste vaste stof Het geheel is altijd 100 % of 1000 ( het is vaak handig eerst terug te rekenen naar 1% of 1 ) Je moet 1 liter zoutoplossing 5% maken. Hoeveel gram zout heb je nodig? 1liter = 1000 ml 1% van 1000 ml = 10 ml 5% = 5 x 10 ml = 50 ml 50 ml = 50 g zout. Verdunning Bij verdunningen maak je van een bestaande oplossing een zwakkere oplossing Het geheel is altijd 100% Te maken ( de verdunning ) X de eenheid Voorraad voorraad ( 1lit ) Voorraad : 1liter glucoseoplossing 10 % Je wilt maken : 200 ml glucoseoplossing 5 % Voorraad : 1% = 10 ml 10% = 10x10 = 100 ml of 100 g glucose Te maken : 200 ml 5% 1% = 2 ml 5% = 5x2ml = 10 ml of 10 g glucose 7

Formule : 10 g x 1lit ( 1000 ml ) = 100 ml 100 g Je neemt dus 100 ml uit de voorraad van de 10% oplossing. Hierin zit de 10 g glucose die je nodig hebt. Je vult het aan met 100 ml infuusvloeistof om 200 ml glucoseoplossing 5 % te krijgen. Concentratie (1) Concentratie is een mg/ml- aanduiding Reken altijd uit hoeveel geneesmiddel er in 1ml zit. Je deelt wat je wilt hebben door wat je hebt per ml. Op een ampul staat : medicijn 10 mg/2ml Vraag : spuit 7,5 mg medicijn, hoeveel ml is dat? In 2 ml zit 10 mg In 1 ml zit 10:2 = 5mg 7,5 : 5 = 1,5 ml Concentratie (2) Concentratie is een %- aanduiding 1% oplossing : in 1ml vloeistof is 10 mg geneesmiddel = internationale afspraak. Reken altijd uit hoeveel geneesmiddel er in 1ml zit. Je deelt wat je wilt hebben door wat je hebt per ml. Je hebt een ampul van 2 ml met daarin pethidineoplossing 5%.Hoeveel mg pethidine zit er in de ampul? 1% in 1ml = 10mg 5% in 1 ml = 5X10 mg = 50 mg Er zit dus 2ml X 50mg = 100 mg pethidine in de ampul Concentratie (3) Concentratie is een IE-aanduiding Insuline bevat 100 internationale eenheden (IE) per milliliter Je deelt wat je wilt hebben door wat je hebt per Milliliter 8

Een patiënt moet 50 IE insuline krijgen. Hoeveel ml dien je toe? 100IE = 1 ml 50 ( = wat je wilt hebben ) : 100 ( = wat je hebt ) = 0,5 ml insuline Infuus Meestal 1 milliliter ( 1 ml ) = 20 druppels. Controleer de verpakking van de trousse! Aantal toe te dienen milliliters X 20 : 60 = dr/min Aantal uren Je moet 500 ml glucoseoplossing van 5% Toedienen in een tijdsverloop van 5uur. Hoe groot moet de druppelsnelheid zijn, 500 ml X 20 dr.= 10000dr : 5 uur = 2000 dr. 2000dr : 60 min = 33,3 = 33 druppels PCA (patiënt controlled anesthesia) Reken altijd eerst uit hoeveel geneesmiddel er in 1 ml zit Bereken vervolgens de totale hoeveelheid geneesmiddel in de spuit Bereken de gebruikte hoeveelheid per uur Oefening Een spuit van 30 ml bevat morfine 6mg/ml. De patiënt krijgt als pijnbestrijding 1,5 mg morfine per uur.daarnaast kan hij zichzelf nog eens elk kwartier 1,5 mg morfine extra toedienen. Hoelang kan hij met de spuit toekomen? 1 ml = 6 mg 30 ml X 6mg per ml = 180 mg Voorschrift arts : 1,5 mg per uur Extra dosis is maximaal 4x1,5 mg = 6 mg/uur Totaal per uur 1,5 mg + 6 mg = 7,5 mg 180 mg ( totaal in spuit ) : 7,5 mg/uur = 24 Spuitpomp Reken altijd eerst uit hoeveel geneesmiddel in 1 milliliter zit. Bereken vervolgens de totale hoeveelheid geneesmiddel in de spuit. 9

een patiënt heeft een infuus via een spuitenpomp. In de spuitenpomp zit een spuit met een oplossing van 2 ml ranitidine 25 mg/ml en 48 ml Nacl 0,9%.Wat is de concentratie ranitidine in mg/ml van de oplossing in de spuit? 1 ml 25 mg ranitidine 2 ml 50 mg ranitidine In de spuit 50 mg ranitidine 2 ml + 48 ml Nacl = 50 ml Daarvan = 50 mg ranitidine 50 ml = 50000 mg 1% = 500 mg 50 mg ranitidine : 500 mg = 0,1% De concentratie is dus 0,1% Zuurstof berekening Hoeveelheid zuurstof = druk x inhoud v/d cilinder Hoeveelheid zuurstof druk je uit in liters Aantal liters in de cilinder : aantal voorgeschreven liters per minuut = aantal resterende minuten Cilinder zuurstof van 10 liter. De manometer staat op 90 atmosfeer. De patiënt krijgt 2 liter zuurstof per minuut. Hoe lang komt de patiënt met deze cilinder toe? Tenslotte Eerst bereken je de inhoud van de cilinder : druk x inhoud = liter zuurstof 90 x 10 = 900 liter zuurstof patient krijgt 2 liter zuurstof per minuut 900 liter : 2 liter per minuut = 450 minuten De patient komt 450 : 60 minuten = 7,5 uur toe met deze cilinder. - Controleer het voorschrift: leesbaar? logisch? correct? - Controleer inhoud, hoeveelheid, dosis van het geneesmiddel - Controleer in welke vorm en langs welke toegangsweg de toediening - Respecteer de richtlijnen omtrent frequentie en duur - Bij twijfel verifieer bij arts, apotheker, protocol - Zorg dat je tijdens berekening/bereiding niet gestoord wordt. M.a.w. laat uw collega met rust tijdens berekening/bereiding - Gebruik indien nodig een calculator - Laat een berekening/bereiding controleren door een collega! 10