stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Bouwnijverheid Jaarverslag over het boekjaar 2014



Vergelijkbare documenten
stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra Jaarverslag over het boekjaar 2015

Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrieken

Technisch Bureau Bouwnijverheid

JAARREKENING 2013 STICHTING SOCIAAL FONDS PARKET (SFP)

INHOUDSOPGAVE. Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra 3 Bestuursverslag over het boekjaar Jaarrekening

Jaarrekening van Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Tankstations en Wasbedrijven

Jaarverslag. Vereniging FME-CWM FNV Metaal CNV Vakmensen De Unie VHP2. Metalektro

Overgoo jz Leidschendam,,.. _,..,.,_ ^ Ministene van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2260 AK Leidschendam directie Uitvoeringstaken

TIEN MAATREGELEN OM VAKMANSCHAP TE BEHOUDEN EN TE VERSTERKEN. Maak er gebruik van, het kan u geld opleveren!

Sectorplan Bouw en Infra

JAARREKENING Stichting Fondsenbeheer Landbouw en Zorg Nederland Jaarrekening pag. 1

Stichting Sociaal en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie te Bussum

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Realiseren van leerwerkplekken (bbl-2 en bbl-3) voor jongeren tot 27 jaar

Op 13 mei 2015 heeft u een nieuwe prognose ingediend tot wijziging van het Sectorplan bouw en infra. Ik ga akkoord met deze wijziging.

nds in de Met Vereniging FME-CWM FNV Bondgenoten CNVVakmensen De Unie VHP2

stichting Sociaal Fonds voor liet Natuursteenbedrijf Jaarverslag 2011

REGLEMENT INSTROOMBEVORDERING VOOR DEELNEMERS MET AFSTAND TOT DE ARBEIDSMARKT

STICHTING SOCIAAL FONDS VOOR DE ZOETWAREN INDUSTRIE 'S-CRAVENHACE JAARREKENING 2014

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Stimuleren mobiliteit en voorkomen van werkloosheid van werknemers ouder dan 55 jaar

Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrieken

Jaarrekening Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerfabrieken te Bussum. Van:

JAARREKENING Stichting Fondsenbeheer Landbouw en Zorg Nederland Jaarrekening pag. 1

Wissenraet ^ Van Spaendonck

JAARREKENING Stichting Fondsenbeheer Landbouw en Zorg Nederland Jaarrekening pag. 1

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Realiseren banen voor (langdurig) werklozen tot 55 jaar. Maatregel 5 in het kader van het sectorplan bouw & infra

3840BC1128. O&O-fonds voor de Bouwnijverheid Postbus BC HARDERWIJK

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN Instroom vanaf 1 augustus 2012 tot 1 september 2015

stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Bouwnijverheid Jaarverslag over het boekjaar 2011

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

LEIDRAAD ADMINISTRATIEVE VOORWAARDEN VAN HET O&O-FONDS BOUW & INFRA INZAKE HET A-FONDS. (versie 24 september 2015)

Wissenraet jj^ Van Spaendonck

In het Sectorplan Bouw & Infra zijn vijf subsidieregelingen opgenomen voor werkgevers (maatregel 2 t/m 6).

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Behoud kennisoverdracht door leermeesters ouder dan 55 jaar. Maatregel 3 in het kader van het sectorplan bouw & infra

Jaarrekening Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerfabrieken te Bussum. Van:

Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Bouw & Infra

Stichting Vormings- en Ontwikkelingsfonds in het Slagersbedrijf Diepenhorstlaan EW RIJSWIJK FINANCIEEL JAARRAPPORT 2014

Stichting Sociaal Fonds Bloemenspeciaalzaken. Stichting Sociaal Fonds Bloemenspeciaalzaken te Ede

Betreft : jaarstukken fondsen 2012 CAO BTER voor de Timmerindustrie Referentie : uw brief van 23 april 2013

Stichting Sociaal Fonds Bloemenspeciaalzaken te Ede. JAARVERSLAGGEVING 2017

Van Spaendonck JAARREKENING 2013 STICHTING SOCIAAL FONDS VOOR DE HOUTVERWERKENDE INDUSTRIE

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Natuursteenbedrijf Jaarverslag 2010

Jaarrekening Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerfabrieken te Bussum. Van:

JAARVERSLAG 2014 STICHTING OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS VOOR DE GOUD- EN ZILVERNIJVERHEID VOORBURG

Jaarrekening Samenvatting

Jaarrekening Stichting VUTilVI te Bussum. Van: statutaire vestigingsplaats: Bussum Adres: Nieuwe 's-gravelandseweg HM Bussum

Wissenraet Van Spaendonck

(Sc ^tw ^A^ Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. Directie UAW afd. CAV Postbus LV Den Haag. Rotterdam, 24 juni 2013

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN

Wissenraet ^ Von Spaendonck

stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf Jaai^erslag 2015

Financieel overzicht Stichting Stedelijk Museum Fonds. Versie

JAARVERSLAG Stichting 631/634 voor laad-, los- en overslagbedrijven, expediteurs, cargadoors en bevrachters

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Jaarrekening Stichting Leergeld Groningen e.o. Groningen

Algemene Voorwaarden Sectorplan FCB

ra te O&O-FONDS Secretariaat Reitseplein 8 Tilburg

Financieel overzicht Stichting Stedelijk Museum Fonds. Versie 31 maart 2016

JAARREKENING 2015 STICHTING OPLEIDINGS- EN ARBEIDSMARKTFONDS VOOR DE SCHEEPSBENODIGDHEDEN- HANDELAREN, ZEILMAKERS EN SCHEEPSTUIGERS O & A SZS

Wissenraet Van Spaendonck

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Jaarbericht OFE Detailhandel. Jaarrekening Overige gegevens Resultaatbestemming Controleverklaring Gebeurtenissen na balansdatum

Wissenraet. Van Spaendonck JAARREKENING 2011 STICHTING SOCIAAL FONDS VOOR DE GEMAKSVOEDINGINDUSTRIE

Stichting Steunfonds Haags Historisch Museum gevestigd te Den Haag

JAARREKENING 2015 STICHTING OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS VOOR LINNENVERHUUR- EN WASSERIJBEDRIJVEN EN TEXTIELREINIGINGSBEDRIJVEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Praktische handreiking fondsbepalingen

JAARREKENING 2016 STICHTING BURGERSCHULDHULP WAALRE RSIN

Opleldings- en Ontwikkelingsfonds Afboutv

School s cool Nederland

Stichting Steunfonds Haags Historisch Museum

Artikel 1: Naam en Zetel 1. De Stichting draagt de naam: ''Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf''.

Van collectiviteit naar maatwerk BTER KAN VEEL BETER!

Jaarrekening Stichting de Plus van Surplus ZEVENBERGEN

Wissenraet Van Spaendonck

Reglement Vakantiefonds

Jaarrekening Stichting Vrienden van Dôme

Statuten van de Stichting Fonds Architectenbureaus

STICHTING STEUNFONDS HAAGS HISTORISCH MUSEUM DEN HAAG Rapport inzake jaarstukken 2012

Stichting Manege voor Gehandicapten Amsterdam, Amsterdam Rapport inzake jaarstukken 2013

1. Regeling Regeling cofinanciering sectorplannen 2015

Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Bouwnijverheid. Jaarverslag over het boekjaar 2009

Van Spaendonck JAARREKENING 2014 STICHTING SOCIAAL FONDS PARKET (SFP)

Copro LEIDRAAD ADMINISTRATIEVE VOORWAARDEN VAN HET O&O-FONDS VOOR DE BOUWNIJVERHEID. (versie 17 november 2011)

JAARREKENING 2017 STICHTING OPLEIDINGS- EN ARBEIDSMARKTFONDS VOOR DE SCHEEPSBENODIGDHEDEN- HANDELAREN, ZEILMAKERS EN SCHEEPSTUIGERS O & A SZS

CAO INZAKE DE STICHTING OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS VOOR DE VLAKGLASBRANCHE

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST BEDRIJFSFONDS APOTHEKEN. is de volgende collectieve arbeidsovereenkomst aangegaan:

Vorderingen Overige vorderingen Liquide middelen

Stichting Urgente Noden Friesland te Leeuwarden. (Concept) Rapport inzake jaarrekening 2014

STICHTING SOCIAAL FONDS VOOR DE ZOETWAREN INDUSTRIE 'S-GRAVENHAGE JAARREKENING 2015

STICHTING SOCIAAL FONDS PARKET. Secretariaat: Reitseplein 8, Tilburg - Correspondentieadres: Postbus LG Tilburg

Jaarrekening van Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Tankstations en Wasbedrijven

Op hebt u in het kader van de Regeling cofinanciering sectorplannen 2015 subsidie aangevraagd voor het project: Grenzenloos Werken.

STICHTING DEPOSITARY QUANTRUST MACRO FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2013

JAARREKENING Stichting Marianne Center

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

1 < < w T FONDSENBEHEER WATERBOUW B.V. Jaarverslag 2014 STICHTING VAKANTIEFONDS WATERBOUW

Vorderingen en overlopende activa Effecten Liquide middelen

stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid Jaarverslag over het boekjaar 2014

Aan het bestuur van St. De Samaritaan (SDS) Schoolpad 1b 3851 JE ERMELO. betreft Verkorte jaarrekening 2016/2017. datum 18 september 2017

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Aan partijen betrokken bij de Stichting. Datum 23 april 2013 Betreft Jaarverslag 2012

Transcriptie:

stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Bouwnijverheid Jaarverslag over het boekjaar 2014

Inhoudsopgave Jaarverslag 2014 Bestuur 3 Doelstelling 4 Kerricijfers. 14 Premiebeleid 26 Uitvoering 27 ;y Begroting 2014 29 Jaarrekening 2014 Balans per 31 december 2014 31 Staat van baten en lasten over 2014 33 Kasstroórnoverzicht over 2014 35 Grondslagen voor waardering en'resultaatbepaling ; 36 Toelichting op de balans per 31 december 2014 39 Toelichting op de staat van baten en lasten over 2014 44 Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum 47 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 48

Bestuur De Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Bouwnijverheid is gevestigd te Harderwijk. Het bestuur van de stichting is paritair samengesteld uit vijf werkgevers- en vijf werknemersleden; vijf zijn benoemd door Bouwend Nederland, de vereniging van bouw- en infrabedrijven, drie door FNV Bouw en twee door CNV Vakmensen. Werkgeversbestuursleden (namens Bouwend Nederland) Dhr. N.J. van Til, voorzitter Dhr. W. Ketting Dhr. A.W.J. Borst Dhr. G.C.J.J. Peek Dhr. G. Werkhoven^ Werknemersbestuursleden Mw. M.B. van Veldhuizen, fungerend voorzitter {namens FNV Bouw) Dhr. J.G. Crombeen (namens FNV Bouw) Dhr. G. Lokhorst (namens CNVVakmensen) Mw. S.H. ter Maat (namens FNV Bouw) Dhr. H.A. van der Spek (namens CNVVakmensen) ' Per 31 december 2014 is de heer Werkhoven afgetreden als bestuurslid. De heer E. Tierolf is benoemd als zijn opvolger en Is per 1 januari 2015 aangetreden, 3

Doelstelling van het fonds Het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Bouwnijverheid functioneert als thesaurier voor de bedrijfstak. Het fonds voert zelf vrijwel geen activiteiten uit binnen het kader van haar doelstelling, maar subsidieert activiteiten en projecten van andere organisaties die binnen de doelstellingen van het fonds passen. De activiteiten en projecten waarvoor subsidies worden verstrekt door het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds dragen bij aan de beleidsdoelstellingen van de sector. Deze beleidsdoelstellingen zijn als volgt geformuleerd: bevordering van de instroom in de bouw en dan met name instroom in het bouwonderwijs (vmbo, mbo en hbo); verbetering van de beroepspraktijkvorming in bedrijven; bevordering van de aansluiting van het onderwijs op de beroepspraktijk; stimulering en ontwikkeling van om-, bij- en nascholing; stimulering en ontwikkeling van loopbaan- en certificeringtrajecten; instandhouding van de landelijke mbo-vakopleiding voor de Infra; verbetering van arbeidsomstandigheden & veiligheid; bevordering van arbeidsgezondheid; realisering van arbeidsgerelateerd onderzoek; verbetering van de arbeidsverhoudingen in de bedrijfstak; en uitvoering van de declaratieregeling collectieve ongevallen. Deelfondsen en bestedingsdoelen Deelfondsen Het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds maakt gebruik van een indeling in verschillende deelfondsen, met per deelfonds een of meer afzonderlijke statutaire doelstellingen of bestedingsdoelen. De laatste statutaire wijziging van de bestedingsdoelen dateert van 1 januari 2011. De doelstellingen per deelfonds luiden in 2014: A-fonds voor de financiering van verletkosten van leerlingen en de organisatiekosten van de directe opleiders in de beroepsopleiding en van activiteiten gericht op onder meer vak- en beroepsopleidingen, instroombevordering en imagoverbetering, bij-, om- en nascholing, bevordering van arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid, onderzoeksactiviteiten en kennisontwikkeling op het gebied van arbeidsvoorwaarden en -verhoudingen en voorlichting en kennisoverdracht; B-fonds voor de financiering/subsidiëring van activiteiten van werkgevers- en werknemersorganisaties gericht op onder meer vak- en beroepsopleidingen, instroombevordering en imagoverbetering, bij-, om- en nascholing, bevordering van arbeidsomstandigheden, veiligheid

en gezondheid, onderzoeksactiviteiten en kennisontwikkeling op het gebied van arbeidsvoorwaarden en -verhoudingen en voorlichting en kennisoverdracht: S-fonds voor de financiering van onder meer het Scholingsfonds, de financiering van kosten van het Loopbaantraject Bouw & Infra, de bedrijfstakinfrastructuur EVC en verletkosten van leerlingen. De kosten van het reglement Scholingsfonds en de kosten verbonden aan scholingsactiviteiten in het kader van het Loopbaantraject Bouw & Infra komen voor rekening van het S-fonds van het Opleidingsen Ontwikkelingsfonds. De stichting Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid voert de activiteiten uit in het kader van het reglement Scholingsfonds. Fundeon is uitvoerder van het Loopbaantraject Bouw & Infra en van de bedrijfstakinfrastructuur EVC. Besfed/ngsdoe/en De bestedingsdoelen zijn als volgt vastgelegd in de statuten van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds: A-Fonds: De financiering/subsidiëring van activiteiten welke tot doel hebben: 1. De financiering van verletkosten van leerling-werknemers en de organisatiekosten van directe opleiders verbonden aan de beroepsopleiding 2. Het bevorderen van de kwaliteit, organisatie en uitvoering van de vak- en beroepsopleidingen in de bouwnijverheid. 3. Het bevorderen van kwalitatief en kwantitatief voldoende instroom van werknemers in de bouwnijverheid. Hieronder valt ook het verbeteren van het imago van de bedrijfstak en van het beroep van de werknemer door: O het geven van voorlichting en/of publicitaire acties aan (potentieel) nieuwe werknemers en werkgevers ter bevordering van de instroom eniof toetreding; O projecten gericht op het promoten van bedrijfstakberoepen binnen en buiten de bedrijfstak; O projecten gericht op de integriteit van werkgevers en werknemers in de bouwnijverheid. 4. Het bevorderen van de opleiding, bij-, om- en nascholing van werkgevers en werknemers in de bouwnijverheid. Bij werknemers gaat het om scholing ter verbetering van hun employability/inzetbaarheid, bij werkgevers om scholing die betrekking heeft op de arbeidsverhouding werkgever/werknemer. Hieronder valt ook: O het onderzoeken van actuele technologische en voor de bouw relevante algemene en maatschappelijke ontwikkelingen in het belang van het op peil houden van kennis van werkgevers en werknemers, het behoud van werkgelegenheid en het verhogen van de employability/inzetbaarheid van werknemers; O het voorkomen van uitval/uitstroom en het bevorderen van doorstroom van werknemers in verschillende functies en beroepen binnen de bouwnijverheid. 5. Het bevorderen van de bescherming van de gezondheid en veiligheid en van goede arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid. 5

6. Het bevorderen van onderzoekactiviteiten op het gebied van arbeidsvoorwaarden, medezeggenschap, arbeidsmarkt en werkgelegenheid, beroepsonden/vijs en scholing, werkmethoden en technieken, arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid en sociale zekerheid in de bouwnijverheid, inclusief het bevorderen van de resultaten van de onderzoekingen door publicaties, vergaderingen en bijeenkomsten. 7. De vervaardiging, uitgifte en verzending van cao-boekjes ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de bouwnijverheid. 8. De financiering van de kosten van uitkeringen in geval van overlijden of blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval. In het reglement 'Collectieve Ongevallenregeling' (III) worden de voorwaarden nader uitgewerkt. B-Fonds: De financiering/subsidiëring van activiteiten van werkgevers- en werknemersorganisaties welke tot doel hebben: 1. Het bevorderen van de kwaliteit, organisatie en uitvoering van de vak- en beroepsopleidingen in de bouwnijverheid. 2. Het bevorderen van kwalitatief en kwantitatief voldoende instroom van werknemers in de bouwnijverheid. Hieronder valt ook het verbeteren van het imago van de bedrijfstak en van het beroep van de werknemer door: O het geven van voorlichting en/of publicitaire acties aan (potentieel) nieuwe werknemers en werkgevers ter bevordering van de instroom en/of toetreding; O projecten gericht op het promoten van bedrijfstakberoepen binnen en buiten de bedrijfstak; O projecten gericht op de integriteit van werkgevers en werknemers in de bouwnijverheid. 3. Het bevorderen van de opleiding, bij-, om- en nascholing van werkgevers en werknemers in de bouwnijverheid. Bij werknemers gaat het om scholing ter verbetering van hun employability/inzetbaarheid, bij werkgevers om scholing die betrekking heeft op de arbeidsverhouding werkgever/werknemer. Hieronder valt ook: O het onderzoeken van actuele technologische en voor de bouw relevante algemene en maatschappelijke ontwikkelingen in het belang van het op peil houden van kennis van werkgevers en werknemers, het behoud van werkgelegenheid en het verhogen van de employability/inzetbaarheid van werknemers; O het voorkomen van uitval/uitstroom en het bevorderen van doorstroom van werknemers in verschillende functies en beroepen binnen de bouwnijverheid. 4. Het bevorderen van de bescherming van de gezondheid en veiligheid en van goede arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid. 5. Het bevorderen van onderzoekactiviteiten op het gebied van arbeidsvoorwaarden, medezeggenschap, arbeidsmarkt en werkgelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, werkmethoden en technieken, arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid en sociale zekerheid in de bouwnijverheid, inclusief het bevorderen van de resultaten van de onderzoekingen door publicaties, vergaderingen en bijeenkomsten. 6

6. Het ontwikkelen en implementeren van beleid ten behoeve van het uitvoeren van projecten op het gebied van: O arbeidsmarkt en werkgelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid; O sociale zekerheid, waaronder preventie en reïntegratie van werkzoekenden en (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten afkomstig uit de bouwnijverheid; O medezeggenschap, participatie, personeelsvertegenwoordigingen en ondernemingsraden als vormen van overleg op ondernemingsniveau in de bouwnijverheid. 7. Het bevorderen van kennis bij werknemers en werkgevers, alsmede het bevorderen van ontwikkelingen in bedrijven, over sectorrelevante onderwerpen op het terrein van arbeidsvoorwaarden, medezeggenschap, arbeidsmarkt en werkgelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid, sociale zekerheid (w.o. preventie, reïntegratie, werkgelegenheidsprojecten). Hieronder valt ook het geven van voorlichting, onder meer middels brochures, publicaties, bijeenkomsten, via helpdesken en internet en door het inzetten van consulenten. 8. Het bevorderen van een goede toepassing van en afstemming op de wet- en regelgeving op sociaal-economisch terrein binnen de bouwnijverheid. 9. Het coördineren en voorbereiden van overleg tussen sociale partners (met uitzondering van het cao-overleg zelf). 10. Het bevorderen van een eenduidige uitleg en toepassing van de bepalingen en het voorkomen van geschillen over de uitleg en toepassing van de cao. Hieronder valt ook het voeren van juridische procedures en afhandelen van arbeidsgeschillen, voorzover dat tot doel of effect heeft het verkrijgen van een eenduidige interpretatie. 11. Het bevorderen van een kwalitatief goede inzet van arbeid door de ondersteuning van werknemers en werkgevers in de bouwnijverheid bij persoonlijke problemen. 12. Het (deels) bekostigen van activiteiten van werkgevers en werknemers die voortvloeien uit de in de cao opgenomen overlegverplichtingen op ondernemingsniveau, zoals het afsluiten van sociale plannen in het kader van reorganisaties bij bedrijven in de bouwnijverheid. 13. Het (deels) bekostigen van verlof van werknemers voor het bijwonen van congressen en vakgroepbestuursvergaderingen van hun vakorganisaties. S-Fonds: 1. De financiering van kosten van scholingsactiviteiten ten behoeve van werknemers gericht op het bevorderen van een goede werking van de arbeidsmarkt in de sector en van activiteiten die de employability van werknemers in de sector verhogen. 2. De financiering/subsidiering van de activiteiten van de Stichting Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, welke nader zijn uitgewerkt in de statuten en het reglement (IV). 3. De financiering van kosten verbonden aan het Loopbaantraject Bouw & Infra, de bedrijfstakinfrastructuur EVC en andere scholings- en werkgelegenheidsprojecten. 7

4. De financiering van verletkosten van leerling-werknemers en de organisatiekosten van directe opleiders verbonden aan de beroepsopleiding Subsidies en declaraties Om de doelstellingen in de bedrijfstak te bereiken, subsidieert het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds verschillende projecten en activiteiten (subsidies). Daarnaast worden een aantal activiteiten op factuurbasis uitgevoerd en verantwoord (declaraties). Subsidies Hieronder wordt een aantal gesubsidieerde projecten en activiteiten in 2014 kort toegelicht. Tegemoetkomingen Een belangrijke uitgavenpost van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds betreft de subsidie aan Fundeon Fonds ter financiering van de stimuleringssubsidies aan werkgevers voor het in dienst nemen van leerling-werknemers. Hiervoor is een Regeling Tegemoetkomingen van kracht, welke wordt uitgevoerd door Fundeon Fonds. De leerling-werknemer moet dan wel een opleiding in de wettelijk erkende kwalificatiestructuur op mbo niveau 2 of 3 volgen, middels de beroepsbegeleidende leenweg. De subsidies voor tegemoetkomingen worden door Fundeon Fonds verantwoord op basis van instroomtijdvakken. Vanaf 2011 komen de tegemoetkomingen voor de niveau 2 opleiding ten laste van het A-fonds en die voor de niveau 3 opleidingen komen ten laste van het S-fonds. De Tegemoetkomingen voor Externe Opleidingen betreft een afwijkende regeling voor opleidingen van leerling-werknemers die niet onder de bedrijfstakkwalificatiestructuur vallen. Meer informatie over de voorwaarden is te vinden op www.fundeon.nl/werkgever. Stimuleringsmaatregel Werkgevers die leerling-werknemers op mbo niveau 3 in dienst nemen konden ook in 2014 gebruik maken van een extra subsidieregeling, die bestaat uit een startsubsidie en een diplomasubsidie. De regeling wordt uitgevoerd door Fundeon Fonds. Meer informatie over de voonwaarden is te vinden op www.fundeon.nl/werkgever. Leerlingbouwplaatsen Een leerlingbouwplaats is een volwaardig bouw- of infraproject waar leerling-werknemers zelf alle bouwkundige werkzaamheden uitvoeren. Voor aannemingsbedrijven is een subsidiebedrag per leerling-werknemer per week beschikbaar indien aan de voorwaarden wordt voldaan. De uitvoering van de subsidieregeling is in handen van Fundeon Fonds. Meer informatie over de voorwaarden is te vinden op www.fundeon.nl/werkgever.

Instroom bevorderende maatregelen voor doelgroepen Voor de stimulering van de instroom van deelnemers met afstand tot de arbeidsmarkt in de beroepsopleidingen is een subsidieregeling beschikbaar. De uitvoering is in handen van Fundeon Fonds. Meer informatie over de voorwaarden is te vinden op www.fundeon.nl/werkgever. Loopbaantraject Bouw & Infra Werknemers in de bouwnijverheid die van functie willen veranderen, kunnen daarvoor gebruik maken van het door cao-partijen opgezette Loopbaantraject Bouw & Infra. Het vijfjaarlijkse recht op een assessment is in de cao vastgelegd. Het Loopbaantraject Bouw & Infra wordt uitgevoerd door Fundeon, die daarvoor onder meer trajectadviseurs inzet. Meer informatie over de voorwaarden is te vinden op www.loopbaantrajectbouw.nl. Erkenning verwon/en competenties In de bouwnijverheid hebben bouwplaatswerknemers recht op een traject gericht op diplomering via de erkenning van verworven competenties (EVC). Voor de uitvoering van dit recht hebben cao-partijen een structurele voorziening opgezet. De uitvoering van EVC is in handen van Fundeon. Meer informatie over de voorwaarden is te vinden op www.evc-centra.nl. Vakmanschap in stappen Eind 2013 is het tweejarige pilotproject Vakmanschap in stappen gestart. Dit project heeft als doel om werknemers van 23 jaar en ouder die nog geen vakdiploma hebben op mbo niveau 2 dit alsnog te laten behalen. Zij volgen daarvoor de opleiding in modules en over meerdere jaren. Het project wordt uitgevoerd door Fundeon. Meer informatie is te vinden op www.vakmansschapinstappen.nl. Wajong Werkt in de Bouw! In 2014 is aan het project Wajong Werkt in de Bouw! subsidie verstrekt. Het project had tot doel om te zorgen voor banen in de bouwnijverheid voor de doelgroep Wajong. De projectuitvoering is in handen van Fundeon. Meer informatie is te vinden op www.fundeon.nl/wajong. Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid De stichting Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid verzorgt de subsidieregeling scholing voor bouwplaatspersoneel. Werknemers hebben recht op twee scholingsdagen per jaar voor het bijwonen van cursussen met behoud van loon. De voorwaarden zijn opgenomen in het reglement van de Stichting Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid. Werkgevers komen onder voorwaarden in aanmerking voor vergoeding van de cursus-, verlet- en reiskosten. De kosten van het Scholingsfonds, die uitsluitend deze activiteit uitvoert, komen in zijn geheel voor rekening van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds. Meer informatie is te vinden op www.scholingsfonds.nl.

Werkdrukvoorziening uta-werknemers uta-werknemers hebben recht op begeleiding, indien zij als gevolg van werkdruk dreigen uit te vallen of door werkdruk al arbeidsongeschikt zijn. De uitvoering van deze voorziening is in handen van Stichting Arbouw. Meer informatie is te vinden op www.stressuitdebouw.nl. Arbouw De stichting Arbouw (www.arbouw.nl) is een bedrijfstakinstituut (in samenwerking met andere sectoren, zoals de schildersector en de afbouwsector) dat de verbetering van arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid in de bedrijfstak bevordert. Arbouw voert tevens het individugericht pakket preventiezorg uit, waarop alle werknemers in de bouw recht hebben. Aan dit pakket wordt mede uitvoering gegeven door gecertificeerde arbodiensten die voldoen aan de door Arbouw te stellen kwaliteitseisen. Onderdeel van het pakket is een intredekeuring. De kosten van Arbouw en de kosten van de preventiezorg worden jaarlijks gesubsidieerd. Fundeon De stichting Fundeon (www.fundeon.nl) is een kennis- en adviescentrum van de bedrijfstak voor het opleiden en ontwikkelen van personeel in de bouwnijverheid. Doel is het bereiken van een goede aansluiting tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Fundeon ontwikkelt lesmethodes voor mboopleidingen, adviseert werkgevers- en werknemers over scholings- en loopbaanmogelijkheden en maakt voorlichtingsproducten over beroeps- en opleidingsmogelijkheden in de bouwnijverheid. Onderdeel van Fundeon is Fundeon Fonds, dat de subsidieregelingen van de bedrijfstak uitvoert. De kosten van Fundeon worden jaarlijks gesubsidieerd. SOMA College De stichting SOMA College (www.soma-college.nl) is de landelijke mbo-vakopleiding voor de infra. Het SOMA College leidt deelnemers op tot machinist grond-, water- en wegenbouw, allround monteur mobiele werktuigen, kaderfunctionaris of straatmaker. Het SOMA College maakt gebruik van praktijklessen met machines op het uitgebreide oefenterrein. De hiermee gepaard gaande kosten kunnen niet met de reguliere bekostiging van het ministerie van OC&W worden gedekt. Deze extra kosten worden jaarlijks gesubsidieerd. SOMA Bedrijfsopleidingen De stichting SOMA Bedrijfsopleidingen (www.somabedrijfsopleidingen.nl) verzorgt een breed scala aan opleidingen en kortdurende cursussen en trainingen voor volwassenen die al enige ervaring in de infrasector hebben. Daar horen ook zgn. niet-kostendekkende opleidingen (of opleidingen voor kleine beroepen) bij. Voor een deel van de kosten van deze opleidingen wordt een beroep gedaan op het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds. Daarnaast is via Fundeon Fonds voor enkele opleidingen van SOMA Bedrijfsopleidingen subsidie beschikbaar voor deelnemers en/of hun werkgevers (www.fundeon.nl). 10

Economisch Instituut voor de Bouw De sector laat jaarlijks door het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) onderzoeksprojecten uitvoeren op het gebied van arbeidsvoorwaarden, medezeggenschap, arbeidsmarkt en werkgelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, werkmethoden en technieken, arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid en sociale zekerheid in de bouwnijverheid. Het EIB vraagt hiervoor jaarlijks subsidie aan. Implementatieprogramma 's onderzoeksresultaten De sector laat jaarlijks programma's uitvoeren gericht op de implementatie van onderzoeksresultaten op het gebied van arbeidsvoorwaarden, medezeggenschap, arbeidsmarkt en werkgelegenheid, beroepsonderwijs en scholing, werkmethoden en technieken, arbeidsomstandigheden, veiligheid en gezondheid en sociale zekerheid in de bouwnijverheid. Voor de uitvoering van deze programma's, waarover de Programmaraad Bouwnijverheid aan het bestuur van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds adviseert, vraagt onder meer SBRCURnet subsidie aan. Werkgevers- en werknemersorganisaties Het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds subsidieert ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de bouwnijverheid opleidings- en ontwikkelingsactiviteiten binnen de statutaire bestedingsdoelstellingen van het fonds. Werkgevers en werknemersorganisaties - zoals Bouwend Nederland, FNV, Vereniging van Waterbouwers, CNV Vakmensen, Aannemersfederatie Nederland en Het Zwarte Corps - vragen hiervoor subsidie aan. Kaderopleiding Bouw De Kader- en Ondernemersopleiding in de Bouw (www.kob.nl) verzorgt opleidingen op het gebied van techniek en management voor met name uta-werknemers. Via Fundeon Fonds is subsidie beschikbaar voor deelnemers en/of hun werkgevers (www.fundeon.nl). Overige projecten Het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds maakt nog diverse kleinere projecten mogelijk, bijvoorbeeld gericht op instroombevordering en imago van de vakopleiding en het bouwonderwijs of gericht op een specifiek aspect van de vakopleiding. Subsidieontvangers zijn onder meer het Platform vmbo Bouwen Wonen Interieur (www.vmbo-bwi.nl) en de Restauratie Opleidingsprojecten Nederland (www.ropnederland.nl). Declaraties De kosten voor het drukken en verzenden van cao-boekjes zijn voor rekening van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds. Daarnaast voldoet het fonds de kosten van de collectieve ongevallenregeling. De collectieve ongevallenregeling voorziet in een vergoeding aan werknemers die bij een ongeval betrokken zijn. De regeling is opgenomen in de CAO Bedrijfstakeigen Regelingen 2011-2015 11

(Hoofdstuk 5, III: Collectieve Ongevallenregeling) en wordt uitgevoerd door Aon Hewitt. Meer informatie is ook te vinden op www.bter.nl. De verantwoording van genoemde kosten onderscheidt zich van de subsidieverlening, doordat uitbetaling plaatsvindt op basis van facturatie. Dat geldt ook voor de algemene kosten van het fonds. Sectorplan Bouw & Infra Cao-partijen in de bouwnijverheid zijn met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een sectorplan overeengekomen. Het sectorplan bevat tien maatregelen om de werkgelegenheid te stimuleren en behoud van vakmanschap te waarborgen: 1. (inter-)sectorale mobiliteit van werk(loosheid) naar werk middels bemiddeling en scholing van 6.400 werknemers; 2. stimuleren mobiliteit en voorkomen van werkloosheid van 250 werknemers ouder dan 55 jaar middels een loonkostensubsidie voor werkgevers; 3. behoud kennisoverdracht door leermeesters middels een loonkostensubsidie voor 2.500 leermeesters ouder dan 55 jaar die bbl-2 en bbl-3 leerlingen begeleiden; 4. realiseren 2.500 leenwerkplekken bbl-2 en bbl-3 voor jongeren tot 27 jaar middels een loonkostensubsidie voor werkgevers; 5. realiseren 500 banen voor (langdurig) werklozen tot 55 jaar middels een loonkostensubsidie voor werkgevers; 6. realiseren 250 banen voor langdurig werklozen tot 27 jaar ter vervanging van een vrijwillig vervroegd uitgetreden werknemer middels een loonkostensubsidie voor werkgevers; 7. stimuleren scholing gericht op het behalen van een startkwalificatie voor 750 werknemers; 8. stimuleren erkenning van verworven competenties van 420 werknemers; 9. stimuleren toekomstgerichte scholing, niet zijnde functionele bijscholing, ten behoeve van duurzame technologieën en toekomstgerichte competenties voor 14.000 werknemers; 10. preventieve interventie en begeleiding van 19.600 met uitval bedreigde werknemers. Het plan is van een samenwerkingsverband van partijen, waarbij het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Bouwnijverheid fungeert als hoofdaanvrager van de subsidie. De subsidiebeschikking is op 29 januari 2014 door het Agentschap SZW afgegeven. De looptijd van het sectorplan is van 1 november 2013 tot 1 november 2015, met uitzondering van maatregel 4. Maatregel 4 loopt door tot 29 januari 2017. De financiële consequenties van het sectorplan worden in de jaarverslagen vanaf 2014 zichtbaar. Naar verwachting wordt de eindafrekening opgenomen in het jaarverslag over het boekjaar 2017. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft besloten dat alle uitgaven in het kader van de subsidieregeling sectorplannen worden geacht te vallen onder de doelstellingsbepalingen en de activiteiten van het fonds. De uitgaven die in het jaarverslag zullen worden benoemd als gedaan in 12

het kader van deze regeling, voldoen aan de verantwoordingsvereisten als bedoeld in het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring. 13

Kerncijfers De baten De baten bedroegen in 2014 in totaal 88,7 miljoen euro. Hieronder volgt een overzicht van de ontwikkeling van baten naar herkomst over een reeks van jaren. (bedragen in duizenden euro's) fotaal baten Premiebijdrage uta Premiebijdrage bouwplaats Subsidie sectorpian Rente en beleggingen 2014 88.681 17.388 64.700 4.486 2.108 Begroot 89.407 18,088 70.219-1,100 2013 93,083 18,143 72.348-2,592 2012 107.235 19,644 86,127-1,464 2011 116.394 20.340 95,292-762 Bij het bouwplaatspersoneel is sprake van twee verschillende loonsommen: een voor de fondsen A en B, en een afwijkende voor het S-fonds. Deze tweedeling bestaat, omdat de premie S-fonds niet wordt geheven bij 55-plussers die gebruik maken van de vierdaagse werkweek. Ten laste van het bouwplaatspersoneel leverde het totaalpercentage van 3,3455 een bate op van 64,7 miljoen euro. Dit is inclusief de bate S-fonds van 19,9 miljoen euro. Het is 5,5 miljoen euro minder dan begroot. Het premiepercentage ten laste van het uta-personeel bedroeg voor alle deelfondsen tezamen 0,9520. Dit resulteerde in een bate van 17,4 miljoen euro, 0,7 miljoen euro minder dan begroot. De teruggerekende loonsom bouwplaatspersoneel in 2014 is 2,0 miljard euro en de loonsom utapersoneel bedraagt 1,8 miljard euro. De loonsom S-fonds in 2014 is 1,9 miljard euro. De loonsommen bedroegen in 2013 2,2 miljard euro voor bouwplaatspersoneel, 1,9 miljard euro voor uta-personeel en 2,1 miljard euro S-fonds. De subsidie voor het sectorplan bedroeg 4,5 miljoen euro. De subsidiebate sectorplan was niet begroot. Een deel van het vermogen is belegd in een beleggingsproduct van Rabobank ter waarde van 84,4 miljoen euro ultimo 2014. Dit product kent een looptijd van tien jaar, een hoofdsomgarantie, de mogelijkheid van een jaarlijks vrij opneembaar bedrag en een faciliteit voor liquiditeitsvoorziening. De garantiewaarde ultimo 2014 bedraagt 79,6 miljoen euro. 14

Over 2014 heeft geen couponuitbetaling plaatsgevonden. In de rentebaten is 1,6 miljoen euro netto koerswinst beleggingen begrepen. De rentebate deposito's en overige rentebaten bedragen 0,6 miljoen euro. De totaal bate valt 0,7 miljoen euro lager uit dan begroot. De premiepercentages naar draagvlak, dat wil zeggen uta- en bouwplaatspersoneel, en naar deelfonds waren in 2014 als volgt. Premiepercentages 2014 uta bouwplaats A- fonds 0,4121 1,9443 B- fonds 0,3399 0,3399 S- fonds 0,2000 1,0613 Totaal 0,9520 3,3455 Sinds 2011 is sprake van een werknemersdeel van de premie S-fonds. Het werknemersdeel bedraagt in 2014 voor bouwplaatspersoneel en uta-personeel 0,2000%. A-fonds B-fónds s-fonds Totaal Bouwplaatspersoneel Werkgeversdeel Werknemersdeel 1,9443 0,3399 0,8613 0,2000 3,1455 0,2000 Totaal 1,9443 0,3399 1,0613 3,3455 Uta-personeel Werkgeversdeel Werknemersdeel 0,4121 0,3399 0,2000 0,7520, 0,2000 Totaal 0,4121 0,3399 0,2000 0,9520 15

Hieronder volgt een overzicht van de ontwikkeling van het heffingspercentage over alle deelfondsen tezamen naar draagvlak over een reeks van jaren. Premiepercentages uta-personeel per deelfonds A-fohds B-fonds S-fonds totaal 2014 0,4121 0,3399 0,2000 0,9520 2013 0,5351 0,2169 0,2000 0,9520 2012. 0,5195 0,2325 0,2000 0,9520 2011 0,5181 0,2339 0,2000 0,9520 Premiepercentages bouwplaatspersoneel per deelfonds A-fonds B-fonds S-fonds Totaal 2014 1,9443 0,3399 1,0613 3,3455 2013 2,0673 0,2169 1,0613 3,3455 2012 2,0517 0,2325 1,0613 3,3455 2011 2,0503 0,2339 1,0613 3,3455 De lasten In het jaar 2014 werd voor 69,4 miljoen euro aan subsidies en declaraties verstrekt. De algemene kosten, inclusief de kosten voor de premie-inning, van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds, bedroegen 4,4 miljoen euro. De lasten sectorplan bedroegen 4,5 miljoen euro. Het totaal van de lasten bedroeg 78,3 miljoen euro. 16

Hieronder volgt een overzicht van de ontwikkeling van de bestedingen per bestedingscategorie, (bedragen in duizenden euro's) 2014 Begroot 2013^'; 2012 2011 Tegemoetkomingen 2.633 9,400 610 14,150 43,132 Opleiding en instroombevordering 22.692 18,357 21.403 24,582 21,906 Scholing en loopbaanbeleid 20.450 28,667 24.212 31,235 40,374 Onderzoek en onderzoeksinstellingen 3.323 4,500 3,472 4.398 6,362 Arbeidsomstandigheden, gezondheid en veiligheid 8.193 11.300 9,206 10.259 11,886 Collectieve ongevallenverzekering 742 900 1,327 1.105 713 Overige uitgaven 15.728 16,249 14.710 14.875 15,286 Totaal 73.761 89,373 74.940 100.604 139,659 Eenmalige bate schattingswijziging 0 0 0./. 26.900 0 Lasten sectorplan 4.486 0 0 0 0 Totaal 78.247 89,373 74.940 73,704 139,659 De uitgaven voor tegemoetkominggelden zijn lager dan begroot. Dat komt onder meer door de enorme daling van de instroomcijfers in de bouw en infra. Instroom Prognose Realisatie Realisatie' Realisatie Realisatie Realisatie 2014/2015 2013/2014, 2012/2013 2011/2012 2010/2011 2009/2010 BOLJW 1,378 1.271 1,664 2,894 3,558 3.722 Infra 326 424 527 738 1,308 1.791 Totaal 1,704 1,695 2,191 3.632 4,866 5.513 De nieuwe Regeling Tegemoetkomingen is ingegaan op 1 januari 2011. Een van de wijzigingen is dat werkgevers zelf actief de subsidie moeten aanvragen en tevens dat ze de benodigde bewijslast moeten verstrekken. Dit leidt er onder meer toe, dat niet alle werkgevers de subsidie aanvragen of toegezegd krijgen. Vanaf 2013 wordt daar bij het inschatten van de lasten rekening mee gehouden. Bij de tegemoetkomingen is sprake van drie subsidiebetaalmomenten. Behalve het uiteindelijke slagingspercentage, moet ook ingeschat worden welk percentage van de leerlingen na instroom in aanmerking zullen komen voor de tussentijdse subsidie. Dit percentage is in 2014 op basis van ervaringscijfers aangepast. Onderdeel van de bestedingscategorie tegemoetkomingen is ook de stimuleringsmaatregel. In de begrote last zit ook 1,3 miljoen euro voor een diplomabonus, waarvan besloten is om hem niet in te 17

voeren. De last in 2014 voor de tegemoetkomingen valt hierdoor uiteindelijk 5,5 miljoen euro lager uit dan begroot. Onder opleiding en instroombevordering vallen veel projecten en activiteiten. Bij een aantal activiteiten vallen de uitgaven behoorlijk mee, zoals bij de subsidies voor vak en kaderscholing, leerlingbouwplaatsen en doelgroepen. Veel hoger is de subsidie aan Fundeon. In 2014 is 6,0 miljoen euro aan extra lasten genomen voor reorganisatiekosten van Fundeon als gevolg van het verdwijnen van de wettelijke taken per 1 augustus 2015. De uitgaven voor scholing en loopbaanbeleid zijn veel lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door veel lagere deelname, met name bij het Scholingsfonds. De kosten Scholingsfonds zijn daardoor 4,2 miljoen euro lager dan begroot. Maar ook bij het Loopbaantraject Bouw & Infra (2,3 miljoen euro lager) en EVC (0,3 miljoen euro lager) zijn de kosten flink lager dan begroot. De uitgaven voor onderzoek en onderzoeksinstellingen zijn net als in 2013 lager dan begroot (1,2 miljoen euro) door vertraging van het implementatieprogramma bouwarbeidsmarkt. Op het gebied van arbeidsomstandigheden en gezondheid vallen de uitgaven mee door lagere deelnemersaantallen en daardoor lagere kosten van de individu- en bedrijfstakgerichte bedrijfsgezondheidszorg. Lager is ook de subsidie uitgave aan Arbouw. Opgeteld gaat het om 3,1 miljoen euro. Bij de overige uitgaven zit in de begroting nog een post onvoorzien van 1,5 miljoen euro. De algemene kosten van het fonds zijn 1,0 miljoen euro hoger dan begroot door met name hogere kosten van de premie-inning. De totaaluitgaven zijn uiteindelijk 11,1 miljoen euro Iagerdan begroot. 18

Lasten verdeeld naar declaraties en subsidies De lasten (exclusief de lasten sectorplan) van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds zijn te verdelen in subsidielasten en kosten die worden verantwoord op factuurbasis, declaraties genoemd. (bedragen in duizenden euro's) 2014 Begroot 2013 Declaraties 5.172 4.500 4,942 Subsidies 68.589 84.874 69.998 Totaal lasten 73.761 89.374 74.940 Specificatie lasten declaraties naar bestedingsdoelen De declaratielasten van het O&O-fonds zijn als volgt gespecificeerd. (bedragen in duizenden euro's) Bestedingsdoel- 2014 Begroot 2013 Regeling Collectieve Ongevallen A-8 Druk- en verzendkosten cao A-7 Algemene kosten Alle doelen 743 48 4.381 900 200 3,400 1,327 22 3.593 Totaal lasten 5.172 4.500 4.942 De algemene kosten van het O&O-fonds worden naar rato van de lasten exclusief algemene kosten per bestedingsdoel verdeeld over de bestedingsdoelen. Specificatie lasten subsidies naar bestedingsdoelen en verantwoordingen De subsidielasten 2014 zijn in onderstaande tabel gespecificeerd naar subsidieontvanger, project en de bestedingsdoelen (kolom A, B en C). De lasten van de projecten zijn gespecificeerd in de lasten die in voorgaande jaarrekeningen genomen zijn t/m 2013 (kolom I) en de lasten in deze jaarrekening (kolom I). Kolom I sluit aan bij de staat van baten en lasten over 2014. In kolom H staat de totaal in de jaarrekeningen t/m 2014 ingeschatte last per project. Deze totaallast is gesplitst in de reeds met gespecificeerde verantwoordingen voorzien van controleverklaringen verantwoorde last in voorgaande jaarrekeningen (kolom D), bij deze jaarrekening behorende verantwoordingen (kolom E) en de resterende ingeschatte en nog te verantwoorden last in toekomstige jaarrekeningen (kolom F). In kolom G staat de subsidiebate sectorplan. Alle bedragen in de tabel zijn in duizenden euro's. 19

Subsidies over oudere jaren zijn toegezegd en worden verantwoord op basis van de oude nummering en indeling van de bestedingsdoelen. In onderstaande tabel wordt uitgegaan van de nieuwe indeling en nummering vanaf 2011. Fundeon Fonds verantwoordt de tegemoetkomingen tot instroomtijdvak 2011/2012 ten laste van bestedingsdoel A-1. Vanaf 2011 worden de tegemoetkomingslasten echter verdeeld over het A-fonds (bestedingsdoel A-1) en het S-fonds (bestedingsdoel S-4). Beide doelstellingen zijn aan elkaar gelijk. Aan A-1 worden de tegemoetkomingen niveau 2 toegerekend, aan S-4 de tegemoetkomingen niveau 3. Ook over oudere jaren wordt deze verdeling gehanteerd waarbij 70 procent van de lasten toegerekend wordt aan het A-fonds en 30 procent aan het S-fonds. In de hierna volgende tabel ziet u een totaaloverzicht, waarbij geldt: Kolom Toeiichting D Verantwoording tot en met 2013 E Verantwoording tot en met 2014 F Schatting verplichtingen G Subsidie sectorplan H Totale last 1 Lasten tot en met 2013 J Lasten tot en met 2014 20

Tabel: Specificatie lasten subsidies naar bestedingsdoelen en verantwoordingen. Bedragen in duizenden euro's. A B. C / D' G H 7 J Naam ontvanger Omschrijving Bestedingsdoel... :" -:: Nr., ',,,' Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Bouw 2009/2010 A-1 24.207 9 1,/,4,418. 19,799 19.879,/, 80 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Bouw 2010/2011 A-1 16,893 16,893 17.877,/, 984 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Bouw 2011/2012 A-1 - - 12.442-12,442 12,338 104 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Bouw 2012/2013 A-1 - - 3.345-3.345 2.490 856 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Bouw 2013/2014 A-1 - - 1.687 1,687 559 1,128 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Bouw 2014/2015. A-1 -. 574-574 574 Fundeon Fonds Tegem, Externe Opleidingen 2014 A-1 7 2 - - 7-7 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Infra 2009/2010 A-1 31.301 3./,6,199 25,101 24,944 157 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Infra 2010/2011 A-1-16,904-16,904 18,054./.1.150 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Infra 2011/2012 A-1 - - 5.124-5,124 5,384./, 260 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Infra 2012/2013 A-1 - - 2.076-2.076 1,681 395 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Infra 2013/2014 A-1 - - 1.440-1.440 414 1,026 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Infra 2014/2015 A-1 - - 315-315 Fundeon Fonds Leerlingbouwplaatsen 2014 A-2-139 4-139 139 Fundeon Fonds Vak- en kaderscholing 2014 S-1-447 5-447 - 447 Fundeon Fonds Crisismaatregelen bbl-3 A-1-4.569-4,569 4,024 545 Fundeon Fonds Subsidie Doelgroepen 2013 A-2-73 6-73 183,/, 110 Fundeon Fonds Subsidie Doelgroepen 2014 A-2 - - 114-114 114 Fundeon Fundeon 2014 A-2-11.786 7 2.969 14,755 3,463 11,292 Fundeon Subsidie frictielasten 2014 A-2 6.012-6.012-6.012 Fundeon Loopbaantraiect Bouw & Infra 2014 S-3-10.308 8-1,097 9.211-9,211 Fundeon Erkenning venworven competenties 2014 S-3-1.391 9-100 1.292-1.292 Fundeon Vakmanschap in stappen S-3 - - 467 93 374 246 128 Fundeon Subsidie Wajong A-3-37 10 - - 37 37 Fundeon Platfomn vmbo bouwtechniek 2014 A-2-89 11 - - 89-89 Fundeon Restauratieopleidingen Nederland 2014 A-2 114 12 - - 114-114 SOMA College SOMA College 2014 A-2-3,907 13 881 4.788 830 3.958 SOMA Bedn'ifsopleldinq SOMA Bedrijfsopleidingen 2014 A-4-424 14-424 - 424 St, Weqenbouw-museum Project Weg en Bouw-museum 2014 A-3-175 15 - - 175-175 SBRCURnet SBRCURnet 2014 A-4-1,833 16 - - 1,833-1.833 Arbouw Arbouw 2014 A-5-8,905 17 1.007 975 8,937 1,120 7.817 Arbouw Weri<dnjkvoorziening uta 2014 A-5-376 18 - - 376-376 EIB EIB 2014 A-6-1,490 19-1,490-1.490 Bouwend Nederland Bouwend Nèderiand 2014 B-1, B-2,B-4 t/m B-11-4,845 20 - - 4,845-4.845 Bouwend Nederland Functieonderiioud & impactanalyse A-6 - - 495-495 195 300 Aannemers-federatie Ned. Aannemersfederatie Nederland 2014 B-6-552 21 - - 552-552 Verenicjing van Waterbouwers Vereniging van Waterbouwers 2014 B-1 t/m B-5-48 22-48 - 48 CNVVakmensen CNVVakmensen 2014 B-2t/m - B-12-1,397 23 - - 1,397 1.397 FNV Bouw FNV Bouw 2014 B-1,B-2, B-4 t/m B-8, B-10, B-12 -,4,109 24 4,109-4.109 Het Zwarte Corps Het Zwarte Corps 2014 B-7, B-10-74 25 - - 74-74 Scholingsfonds Scholingsfonds 2014 S-2-10.612 26-793 9,819-9.819 Subtotaal ^, 24;207,H,94:422Ï!..' f.!66.696v 3.058 '182:268-113.679.: s J 68:589 - Fudeon Fonds Maatregel 2 t/m 6 nvt - - 896 896 - CNV Vakmensen Maatregel 1 nvt -, - 144 144 - - FNV Bouw Maatregel 1 nvt - - 26 26 - - Subtotaal 1.066 1,066 - - - Overige kosten sectorplan Overhead nvt - - 362 362 - - - Totaal 95.851 > 4.486 182.268 113.679 68.589-315, ; 21

Toelichting op de subsidieverantwoordingen Subsidieregelingen Fundeon Fonds Fundeon Fonds voert een aantal subsidieregelingen uit ten behoeve van de beroepsopleidingen in de bouwnijverheid. De uitbetaalde subsidies worden door Fundeon Fonds per tijdvak verantwoord. Elk tijdvak wordt door het O&O-fonds geadministreerd als individueel project en door Fundeon Fonds afzonderlijk verantwoord middels een gespecificeerde verantwoording voorzien van een controleverklaring. Doordat de subsidie uit hoofde van de Regeling Tegemoetkomingen afhankelijk is van het aantal ingestroomde, afgevallen en gediplomeerde leerling-werknemers in een opleidingstijdvak, is er een lange doorlooptijd van de subsidieverantwoording. Met verantwoorden wordt gewacht tot het grootste deel van de ingestroomde leerling-werknemers de opleiding weer heeft verlaten. Hierdoor vindt de verantwoording van de Tegemoetkomingen instroomtijdvak 2009/2010 pas definitief plaats in 2014. Bij de Tegemoetkomingen Bouw zijn dan in de twee voorgaande boekjaren wel tussentijdse en gecontroleerde verantwoordingen ontvangen, bij de Tegemoetkomingen Infra is dit niet het geval. De lasten van een instroomtijdvak worden in de jaarrekening naar rato verdeeld over de nominale opleidingsduur van de opleiding (twee jaar). In 2014 wordt van het instroomtijdvak 2012/2013 25 procent van de totaal ingeschatte subsidielasten in de jaarrekening als last genomen. Van instroomtijdvak 2013/2014 is dat 50 procent en van instroomtijdvak 2014/2015 is dat weer 25 procent. De lasten in de jaarrekening worden jaarlijks gecorrigeerd met de actuele verwachting op basis van tussentijdse rapportages van Fundeon Fonds over instroomaantallen, leeftijden en slagingspercentages. "Ontvanger Project ^,f. Verantwoording in boekjaar Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Bouw 2010/2011 2015 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Bouw 2011/2012 2016 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Bouw 2012/2013 2017 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Bouw 2013/2014 2018 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Bouw 2014/2015 2019 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Infra 2010/2011 2015 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Infra 2011/2012 2016 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Infra 2012/2013 2017 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Infra 2013/2014 2018 Fundeon Fonds Tegemoetkomingen Infra 2014/2015 2019 Fundeon Fonds Subsidie Doelgroepen 2014 2015 22

Overige meerjarige projecten Een aantal subsidies heeft betrekking op meerjarige projecten. Door het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds worden de kosten toegerekend aan de looptijd van het meerjarige project op basis van de toegekende subsidie. Afwijkingen van de toekenning worden verwerkt zodra deze blijken uit tussentijdse rapportages of in het jaar waarin de eindverantwoording plaatsvindt. Meerjarige projecten worden door de subsidieontvanger verantwoord na afloop van de looptijd van het project. In onderstaande tabel een overzicht van de meerjarige projecten en het venwachte boekjaar waarin de verantwoording zal worden ontvangen. Ontvanger Project Verantwoording,! In boekjaar Bouwend Nèderiand Onderzoek functie-ondertioud 2015 Fundeon Vakmanschap in stappen 2015 Fundeon Stimuleringsmaatregel mbo niveau 3 2017 23

Sectorplan Bouw & Infra De subsidiebaten van het sectorplan en de daarvoor verantwoorde lasten worden in de jaarrekening separaat gepresenteerd. De lasten betreffen de ultimo 2014 werkelijk gerealiseerde kosten van de maatregelen volgens opgave van de uitvoerders. 2014 Baten Subsidie sectorplan 4.486 Lasten Maatregel 1 Maatregel 2 Maatregel 3 Maatregel 4 Maatregel 5 Maatregel 6 Maatregel 7 Maatregel 8 Maatregel 9 Maatregel 10 1,267 48 224 536 88 O, 93 100, 793 975 Subtotaal '4.124 Overheadkosten 362 Totaal lasten 4,486 Saldo 24

De omvang van het fonds Resultaat Het saldo van baten en lasten over 2014 van alle fondsen gezamenlijk bedroeg 10,4 miljoen euro. Hieronder volgt een overzicht van de ontwikkeling van het resultaat over een reeks van jaren. (bedragen in duizenden euro's) ïptaal baten Resultaat Totaal lasten Subsidies en declarïaties Sectorplan Algemene kosten 2014 88.681 10.434 78.247 69.380 4.486 4.381 Begroot 89.412 38 89,373 85.973 0 3,400 2013 93.083 18,144 74.940 71.346 0 3.593 2012 107.235 33,531 73,704 70.345 0 3,359 2011 116.394,/, 23,265 139.659 135.696 0 3.963 Het resultaat is 10,4 miljoen euro hoger dan begroot. Vermogen Het vermogen bedraagt ultimo 2014 124,2 miljoen euro. De ontwikkeling van de omvang van het totaal van alle fondsen over de afgelopen jaren was als volgt: (bedragen in duizenden euro's) Omvang van de - - 'deelfondsen 2014 124.239 2013 114.905 2012 97,712 2011 64,181 De specificatie per deelfonds is als volgt. (bedragen in duizenden euro's) Totaal A-fonds B-fonds S-fonds 2014 124.239 93.789./. 572 31.022 2013 114,905 86,165./. 2.493 31.233 2012 97,712 67,296./. 407 30.823 2011 64,181 32.840 538 30.803 25

Premiebeleid Premie en bestemmingsfondsen De uitgaven van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds moeten passen binnen de statutaire doelstellingen van het fonds. Bestedingen worden daarom per deelfonds begroot en uiteindelijk per doelstelling verantwoord. Het bestuur van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds stelt de premie vast en de verdeling daarvan over de deelfondsen op basis van de per deelfonds begrote uitgaven en de verwachte inkomsten van de beleggingen. Het uitgangspunt is bij premievaststelling dat een stijging of daling van de premie binnen een bandbreedte van tien procent blijft. Overschotten en/of tekorten in enig jaar worden ten gunste respectievelijk ten laste gebracht van het vermogen. Het premiepercentage en de verdeling daarvan wordt jaarlijks door het bestuur van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds vastgesteld en vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan Bouwend Nederland, FNV Bouw en CNV Vakmensen. 26

Uitvoering Subsidieverstrekking en -verantwoording Het bestuur van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds beslist over de toekenning van subsidie en ziet toe op de verantwoording van subsidiegelden. De verantwoording van verstrekte subsidie moet plaatsvinden binnen de kaders van de eigen statuten en reglementen en het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring cao-bepalingen (Toetsingskader AW) van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit Toetsingskader AW bepaalt onder meer dat het Opleidingsen Ontwikkelingsfonds haar doelen moet omschrijven en dat er een limitatieve omschrijving moet zijn van de bestedingsdoelen en activiteiten welke door het fonds mogen worden gefinancierd. De statuten en het Toetsingskader AW bepalen ook dat subsidieóntvangende instellingen een begroting en verantwoording moeten indienen, welke zijn gespecificeerd overeenkomstig de bestedingsdoelen van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds. Tenslotte is een belangrijke eis dat de subsidieverantwoordingen moeten zijn voorzien van een controleverklaring, afgegeven door een registeraccountant of accountant-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid, waaruit blijkt dat de subsidie is aangewend conform de statutaire bestedingsdoelen van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds. In de jaarrekening wordt de verdeling van lasten naar bestedingsdoelen gespecificeerd. De eisen omtrent aanvraag en verantwoording van subsidiegelden zijn door het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds vastgelegd in de Leidraad Administratieve Voorwaarden respectievelijk de Leidraad Administratieve Voorwaarden inzake het B-fonds. Deze zijn in september 2014 op grond van de laatste inzichten aangepast. Onderdeel van deze eisen is een door het bestuur vastgesteld controleprotocol. De gangbare werkwijze is dat het bestuur besluit over een toezegging van subsidie op basis van een subsidieaanvraag die aan de eisen conform de Leidraad Administratieve Voorwaarden voldoet. Op basis van deze toezegging ontvangt de subsidieontvanger voorschotbetalingen. Standaard is daarbij een maximale bevoorschotting van 80% van het toegezegde subsidiebedrag. De subsidie wordt pas definitief betaalbaar gesteld na ontvangst en goedkeuring door het bestuur van een gespecificeerde verantwoording voorzien van een controleverklaring. Op basis van deze verantwoording vindt de definitieve eindafrekening en -betaling plaats. Het jaarverslag, de jaarrekening, de controleverklaring en de verantwoordingen liggen vanaf 1 juli 2015 ter inzage bij het Technisch Bureau Bouwnijverheid te Harderwijk én bij de Directie UAW van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De gedrukte versie van dit jaarverslag is vanaf 1 oktober 2015 digitaal beschikbaar via vww.tbbouw.nl. 27

Beleggingen De belegging van het fonds is onderhevig aan de inherente risico's die samenhangen met beleggen. Het beleggingsbeleid is gericht op het beperken van deze risico's. Het belangrijkste risico van de belegging is het risico van koersdaling. Dit risico wordt ondervangen door de garantie dat voor de belegging op einde looptijd 79,6 miljoen euro (de inleg, verminderd met de nominale onttrekkingen in de afgelopen jaren) uitgekeerd wordt, en doordat met slechts een deel (de variabele component) van de belegging echt belegd wordt. Door de belegging kan een deel van de middelen van het fonds niet gebruikt worden voor de subsidiebetalingen. Daarom is met Rabobank een kredietfaciliteit afgesloten waardoor het fonds altijd de beschikking heeft over voldoende liquide middelen. Bovendien bestaat de mogelijkheid om jaarlijks boetevrij middelen aan de belegging te onttrekken. 28

Begroting 2015 (bedragen in duizenden euro's) Baten 2015 Bijdrage ingevolge cao A-fondst;., B-rfonds ; S-fonds:"i. 49.319 12.642 25.015 86.976 Subsidie sectorplan pm Rentebaten 1.500 Totaal baten 88.476 Lasten 2015 Subsidies ten laste van A-fonds. B-fonds S-fonds 37.788 10.999 27.469 76.256 Lasten sectorplan pm Algemene kosten 4.280 Saldo naar de fondsen A-fonds B-fonds S-fonds' 10.584 1.013./. 3.657 7.940. Totaal lasten 88.476 29

stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Bouwnijverheid Jaarrekening 2014 30

Balans per 31 december 2014 (Na resultaatbestemming, bedragen in duizenden euno's) Activa 2014 2013.Vaste Activa : Beleggingen Beleggingen 84.406 82.848 Overige leningen 451 451 Vlottende activa, Vorderingen Rekening-courant APG Rente van beleggingen Premiebijdragen Overige vorderingen 1.553 243 7.561 20.000 4.593 929 9.358 O 29.357 14.880 Liquide middelen 31.846 34.307 Totaal activa 146.060 132.486 31

Passiva 2014 2013 Stichtingskapitaal Omvang van de fondsen A-forids B-fonds S-fonds 93.789./. 572 31.022 86:165./. 2.493 31,233 124.239 114.905 Kortlopende schulden Nog te betalen subsidies en declaraties, Overige schulden en overlopende passiva 13.703 8.117 17.146 434 21.820 17.580 Totaal passiva 146.060 132.486 32

staat van baten en lasten over 2014 (Bedragen In duizenden euro's) Baten 2014 vi!.-4ï3s^^^^fcll :/,"','- Realisatie '2014 Begroting 2013 Realisatie Bijdrage ingevolge cao A-fonds.,' 45.635 49.243 55,592 B-fonds»!. '' S-fonds 12.870 23.582 ' 13.698 25.366 8.895' 26,004; 82;087 88,307 90.491 Subsidie sectorplan :4.'486 0 0 Rentebaten Beleggingsopbrengsten Overige rentebaten 1:558 550 1,100 2.247 345, 2.108 1,100 2.592 Totaal baten 88^681..89,407 93,083 33