Inhoud. 1. Inleiding 2 Lonkend Rivierenland - Uitwerking KAN-gebied 2 Knooppunt Arnhem-Nijmegen 2 Het tracé 3 Deelgebieden en opties 4

Vergelijkbare documenten
PKB Ruimte voor de Rivier Investeren in veiligheid en vitaliteit van het rivierengebied

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning

Duiven. Introductie. Bron:

2Perspectieven voor benedenrivieren: een lange termijn visie

De Biesbosch gelegen tussen de verstedelijkte Randstad en de Brabantse Stedenrij.

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem

Hoogwatergeul Varik Heesselt

Aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen. Datum 12 juni 2018 Betreft Advies Varik-Heesselt.

Inschatting van de verandering van de overschrijdingskans als gevolg van hoogwaterverlagende maatregelen langs de Rijn - rapport 229 -

IJsseldelta- Zuid. Nota Ruimte budget 22,4 miljoen euro. Planoppervlak 650 hectare

Samenvatting. Inleiding

IJsselsprong Zutphen. Nota Ruimte budget 20 miljoen euro. Planoppervlak 160 hectare

Gemeente Zwolle. Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte. Witteveen+Bos. Willemskade postbus 2397.

Toespraak ter gelegenheid van het symposium Kracht van Gelderland op 21 maart 2018

Vragen van het Ministerie van Financien ten aanzien van Noodoverloopgebieden

Analyse van het land van Heusden en Altena met de daaruit voorvloeiende scenarios en toekomst verwachtingen.

Samenvatting van het onderzoek Grensoverschrijdende effecten van extreem hoogwater op de Niederrhein, april 2004

Notitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst

Reactienota gewijzigde aanleg Inlaatsysteem IJsseldijk. 26 april 2017

Heukelum. Zicht op de Linge

Overstromingsgevaar en wateroverlast

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem

3Maatregelen benedenrivierengebied korte termijn

DE KRACHT VAN HET ONTWERP. Yttje Feddes Rijksadviseur voor het Landschap

Ruimte voor nieuwe rivieren

Datum: 30 augustus 2016 Betreft: Hoogwatergeul Varik Heesselt, alternatief plan Ir. Spaargaren

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst

Nationaal Landschap Gelderse Poort

Onderzoek Grensoverschrijdende effecten van extreem hoogwater op de Niederrhein

IJsseldijk Zwolle-Olst Masterclass

vw Toetspeilen 1 bovenrivierengebied (de Rijntakken en de Maas) Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING

1.1 Overstromingsscenario s

Piekberging Haarlemmermeer

Windturbines Lingewaard

Rivierkundige berekeningen Randwijkse Waard Rivierkundige analyse

Ruimte voor de rivier

Advies stekende insecten Park Lingezegen: deelgebied Het Waterrijk

Onderwerp: Verplaatsing afvalverwerkingsbedrijf Vliko: verkenning mogelijkheden verplaatsing Vliko naar de Munnikenpolder.

Effectbeoordeling landschap, alternatieven overnachtingshaven Lobith. Projectteam Overnachtingshaven Lobith


Rivierverruiming Uiterwaarden Neder-Rijn

Ruimte voor de rivier de IJssel

Samenvatting PlanMER, obstakelverwijdering Elst

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

Ontwerp. Ruimte voor de Rivier als cultuurhistorie van de toekomst. Zoektocht naar de aard van een ontwerpopgave

Water en hoogspanning

Overwegingen bij de inzet van retentiegebieden. Ferdinand Diermanse

Ruimte voor de Rivier

Nieuwe Hollandse Waterlinie

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Institute for Environmental Studies Wateroverlast en Overstromingen

DIVERSITEIT ALS TROEF REGIONAAL OMGEVINGSBEELD REGIO ALKMAAR

KERNGEGEVENS Dienst Landelijk Gebied (DLG) onderzoekt de mogelijkheden voor een nieuw landgoed en maakt het ontwerp

Culemborg aan de Lek

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

HOOGWATERVOORZIENING SINT-OEDENRODE Presentatie 24 maart 2016 Stan Elings

Natuurlijke Klimaatbuffer Ooijen-Wanssum. Natte natuur voor droge voeten

Achter het water: wat te doen aan de toenemende overstromingsrisico s in deltagebieden? Frans Klijn 30 nov. 2016

Ontwerp Weelde in de Beuningse uiterwaarden 2015

ADVIES MEANDERENDE MAAS Dijktraject Ravenstein-Lith

Dijkversterking Wolferen Sprok. Veiligheidsopgave 29 augustus 2017

Plan IJsselsprong 'Alles in 1 keer'- blauwe envelop - Variantkeuze

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

West Maas en Waal. Bron:

1. Inleiding 2 Doel van het beeldkwaliteitsplan 3 Opbouw van het plan 3 Beoordeling 3

hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon

Wateroverlast Wouw. ICM case study. Marcel Zandee 8 maart 2017

Hengelo, Hart van Zuid

De Nieuwe Hollandse Waterlinie herzien

DIVERSITEIT ALS TROEF REGIONAAL OMGEVINGSBEELD REGIO ALKMAAR

Notitie nadere uitwerking ambitie waterberging Herinrichting Aaltense Goor - Zwarte Veen

Het rivierklei-landschap

Wat is de invloed van Bypass IJsseldelta op de Waterveiligheid?

Hydraulische randvoorwaarden 2001: maatgevende afvoeren Rijn en Maas

Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu

~INSPRAAK. PKB deel 1 Ruimte voor de Rivier. ~ Ontwerp Planologische Kernbeslissing ~ Nota van Toelichting

Sander de Haas en Cedrick Gijsbertsen

Modelleren bij Beekherstel

Homburg. Uitbreiding bedrijventerrein. Projectontwikkelingsmij. M.B Tricht B.V. Postbus CH GELDERMALSEN.

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014

NATIONAAL RIVIERPARK NIEDERRHEIN

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Beesel

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Bijlage I: Raamplan Kern Pijnacker

Versie 22 september Inleiding

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

Best. Introductie. Gemeente Best (bron:

BIJLAGE 3: Toetsingskader

Inhoud Inleiding Ruimte voor de Rivieren Doelstelling Noordwaard Huidige situatie Toekomstige situatie Hydraulica Groene golfremmende dijk Wonen in de

Eindexamen vwo aardrijkskunde 2013-I

Eindexamen aardrijkskunde vwo II

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Ruimte voor de Waal - Nijmegen Verificatie Ruimtelijk Plan Hydraulica

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren

N.v.t. Nee (art. 5) Natuur. Riet en Ruigte. Stadsweide Roermond. Maaien. Waterstaat Stroomvoerend rivierbed. Nee (art. 9) N.v.t. Natuur. Nee (art.

Transcriptie:

Bergende stroming KAN H.P. Wolfert, L.C.P.M. Stuyt, A.G.M. Hermans, J. Kruit, R.J.W. Olde Loohuis en F. Klijn Alterra-rapport 973

Referaat H.P. Wolfert, L.C.P.M. Stuyt, A.G.M. Hermans, J. Kruit, R.J.W. Olde Loohuis en F. Klijn, 2004. Bergende stroming KAN. Wageningen, Alterra-Rapport 973. 23 p. Uitwerking van de consequenties en mogelijkheden van het gebruik van binnendijkse ruimte in het KAN-gebied (Knooppunt Arnhem-Nijmegen) voor het vergroten van de afvoercapaciteit van de rivieren. Een systeem van bergende stroming ('groene rivier') wordt vergeleken met retentie, waarbij bergende stroming voor wat betreft landschappelijke en rivierkundige mogelijkheden gunstig afsteekt voor de lange termijn. ISSN: 1566-7197 Dit rapport kunt u bestellen door 10,- over te maken op banknummer 36 70 54 612 ten name van Alterra, Wageningen, onder vermelding van Alterra-Rapport 973. Dit bedrag is inclusief BTW en verzendkosten. 2004 Alterra Postbus 47; 6700 AA Wageningen; Nederland Tel.: (0317) 474700; fax: (0317) 419000; e-mail: info.alterra@wur.nl Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Alterra. Alterra aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. Alterra/juni/2004/nt Financiering: LNV-DWK

Inhoud 1. Inleiding 2 Lonkend Rivierenland - Uitwerking KAN-gebied 2 Knooppunt Arnhem-Nijmegen 2 Het tracé 3 Deelgebieden en opties 4 2. Het toekomstige landschap 6 Overstromingsfrequentie, waterdiepte en dijkhoogte 6 Rijnstrangen - Bergende stroming 10 Rijnstrangen - Retentie 11 Lingewaarden-Oost - Bergende stroming 12 Lingewaarden-Oost - Retentie 13 Lingewaarden-oost: architectuuropgave 14 Lingewaarden-West - Bergende stroming 15 Lingewaarden-West - Retentie 16 3. Rivierkundige mogelijkheden 18 Effect op waterstanden 18 Waterstandverlaging 18 Afvoerverdeling 19 Het regionale watersysteem 20 4. Conclusies 21 Het toekomstige landschap 21 Rivierkundige mogelijkheden 21 Literatuur 23 Bergende Stroming KAN

1. Inleiding Lonkend Rivierenland - Uitwerking KAN-gebied Knooppunt Arnhem-Nijmegen Staatsbosbeheer beheert enkele duizenden hectaren natuur en landschap langs de grote rivieren. De kwaliteit van deze gebieden wordt grotendeels bepaald door de inrichting en het beheer van het riviersysteem. In 'Lonkend Rivierenland, klaar voor de toekomst' heeft Staatsbosbeheer haar visie op het rivierengebied uitgewerkt in concrete plannen. Gebruik van binnendijkse ruimte voor het structureel vergroten van de afvoercapaciteit van de rivieren wordt hierin als onvermijdelijk gezien. Deze binnendijkse maatregelen zijn ingrijpend, maar bieden juist ook kansen om het gebied aantrekkelijk in te richten. In het project 'Bergende stroming KAN' zijn de consequenties en mogelijkheden uitgewerkt voor het KAN-gebied (Knooppunt Arnhem-Nijmegen). De uitwerking is verzorgd door Alterra, in samenwerking met WL Delft Hydraulics. De bestuurders in het KAN-gebied (Knooppunt Arnhem-Nijmegen) staan voor twee belangrijke uitdagingen. Ten eerste om bij een sterke verstedelijking een aantrekkelijke woon- en werkomgeving te behouden. Ten tweede om bij een toenemende kans op hoge rivierafvoeren de veiligheid te garanderen. In het project Bergende stroming KAN is nagegaan of beide uitdagingen gerealiseerd kunnen worden door de rivier binnendijks meer ruimte te geven. Vertrekpunt daarbij was dat op de lange termijn rekening gehouden moet worden met een hogere maatgevende Rijnafvoer van misschien wel 18.000 m 3 /s. In navolging van de visie 'Lonkend Rivierenland' is uitgegaan van de ruimtelijke kwaliteiten van het gebied, zoals die zijn benoemd in beleidsstukken voor het KAN-gebied. Doel van de studie was (i) een beeld geven van het toekomstige landschap, en (ii) inzicht geven in de rivierkundige mogelijkheden. Bergende Stroming KAN 2

Het tracé De uitwerking omvat de Rijnstrangen, een gebied van 3200 ha dat tot circa 1960 bij hoogwater kon overstromen, en de Lingewaarden, een nieuw bedijkt watersysteem van 2900 ha, in de laaggelegen, weinig bebouwde komgebieden van de Over-Betuwe. Lingewaarden voert het water terug naar de Waal, omdat de Neder-Rijn en Lek gedurende hoogwater niet meer water aankunnen dan nu. Het tracé van de Rijnstrangen volgt de oude dijken; bij het kiezen van het tracé van de Lingewaarden is rekening gehouden met bestaand landgebruik en met vigerende plannen daarvoor zoals aangegeven op de Nieuwe Kaart van Nederland. Het tracé is smal bij kruisingen met belangrijke infrastructuur (snelwegen, spoorlijnen) en breder waar de ruimte dat toelaat. De ligging van Lingewaarden is vooralsnog indicatief. Bergende Stroming KAN 3

Deelgebieden en opties Lingewaarden-West Op basis van het huidige landschap, de ruimtelijke ontwikkelingen en de frequentie van overstroming en bijbehorende waterdiepten, zijn de toekomstige gebruiksmogelijkheden van drie deelgebieden in beeld gebracht: Rijnstrangen, Lingewaarden-Oost en Lingewaarden-West. Voor elk van de gebieden zijn twee opties vergeleken: een uitwerking als systeem van bergende stroming, dat wil zeggen dat de gebieden gaan meestromen zodra de huidige uiterwaarden onderlopen, en een uitwerking als retentiegebied waarin bij een piekafvoer de top van de afvoergolf tijdelijk wordt opgeslagen. Retentie Bergende stroming Bergende Stroming KAN 4

Lingewaarden-Oost Rijnstrangen Bergende Stroming KAN 5

2. Het toekomstige landschap Overstromingsfrequentie, waterdiepte en dijkhoogte Bergende stroming In het kader van deze studie zijn geen hydraulische berekeningen uitgevoerd voor het bepalen van waterstanden en afvoeren. Overstromingsfrequenties en waterdiepten zijn afgeleid met een GIS waarbij gebruik is gemaakt van de hoogteligging van het maaiveld (AHN) en de rivierwaterstanden bij verschillende afvoeren. Er is aangenomen dat de waterstanden op de rivier gelijk blijven, doordat de hogere toekomstige afvoeren worden gecompenseerd door de extra beschikbare ruimte in het systeem van bergende stroming. Een systeem van bergende stroming is regelmatig in werking (jaarlijks). De waterdiepte zal per gebeurtenis variëren De waterdiepte in Lingewaarden is groter dan in Rijnstrangen omdat het laatste gebied net als de uiterwaarden tot in de jaren zestig is opgeslibd. Waterdiepten bij een herhalingstijd van 2 dagen per jaar De benodigde hoogte van de dijken is berekend op basis van de hoogteligging van het maaiveld (AHN) en de hoogte van de waterspiegel bij maatgevend hoogwater. De dijk helt net als de waterspiegel in benedenstroomse richting. De kruin van de dijk is een meter hoger dan de maatgevende hoogwaterstand, dat is een halve meter meer dan nu gebruikelijk. Dijkhoogten kunnen in de Lingewaarden oplopen tot acht meter. Waterdiepten bij maatgevend hoogwater (1 x 1250 jaar). Bergende Stroming KAN 6

Dijkhoogte bij stromende berging. Bergende Stroming KAN 7

Retentie Een retentiegebied wordt slechts bij extreme hoogwaters ingezet (ca. 1x per 600 jaar). Het getoonde tracé voor Lingewaarden (2975 ha) is overgenomen uit de studie PKB-Ruimte voor Rivieren (in voorbereiding). Dit tracé is wel aangepast voor de vigerende plannen volgens de Nieuwe Kaart van Nederland. Afvoer naar de Neder-Rijn is mogelijk omdat het water pas wordt losgelaten als de afvoerpiek voorbij is. Voor de Rijnstrangen is het tracé gelijk aan dat bij bergende stroming (2900 ha). Bij een vastliggend tracé wordt met de keuze voor een bepaald retentievolume tevens een keuze gemaakt voor een bepaalde waterstand en dijkhoogte. Compartimentering is het overwegen waard daar minder hoge dijken benodigd zijn en schadebeperking mogelijk is indien de gebeurtenis niet het volledige retentievolume vereist. Het volledige retentievolume in een dergelijk systeem is wel aanmerkelijk kleiner. Afhankelijk van de ernst van de situatie zullen één of alle compartimenten vollopen. Maximale retentievariant A: Totaal retentievolume 400 miljoen kuub (225 miljoen kuub in Lingewaarden, 175 miljoen kuub in Rijnstrangen). Bovengenoemde overwegingen worden geïllustreerd door uitwerking van twee retentievarianten. Variant A (de maximale retentievariant) wordt gekenmerkt door een groot retentievolume zonder compartimentering, hoge waterstanden en hoge dijken. Variant B wordt gekenmerkt door een kleiner retentievolume met compartimentering, lagere waterstanden en lagere dijken. De benodigde hoogte van de dijken is berekend op basis van de hoogteligging van het maaiveld (AHN) en de hoogte van de maximale waterspiegel. De kruin van de dijk is een meter hoger dan de maximale waterstand, dat is een halve meter meer dan nu gebruikelijk. In de maximale retentievariant A komen in de Lingewaarden dijkhoogten voor tot 10,5 m. Bij retentievariant B blijft de dijkhoogte beperkt tot maximaal acht meter. Indicatie dijkhoogte bij maximale retentievariant A. Bergende Stroming KAN 8

Retentievariant B: Totaal retentievolume 250 miljoen kuub (140 miljoen kuub in Lingewaarden, 110 miljoen kuub in Rijnstrangen). Indicatie dijkhoogte bij retentievariant B. Bergende Stroming KAN 9

Rijnstrangen - Bergende stroming Het Rijnstrangengebied is de enige grote eenheid natuur die als zodanig in de EHS kan worden opgenomen. Inrichting als systeem van stromende berging betekent dat de nadruk komt te liggen op de rivierdynamiek en een terugkeer van vroegere rivierprocessen. Er zal een natuurgericht recreatief medegebruik zijn (natuurmuseum, natuurexcursies), en er blijven mogelijkheden voor extensieve veeteelt. Oude boerderijen op hooggelegen terreinen kunnen blijven bestaan. Dynamische riviernatuur van formaat met extensieve begrazing. Bergende Stroming KAN 10

Rijnstrangen - Retentie Het inzetten van het Rijnstrangengebied als retentiegebied betekent een keuze voor behoud van de bestaande rietmoerassen, die ontstaan zijn in het huidige laagdynamische, natte milieu. Op de drogere gronden is er geen noodzaak tot een andere landbouwkundige bedrijfsvoering; ook akkerbouw kan worden uitgeoefend. Recreatief medegebruik zal zich vooral richten op de cultuurhistorische aspecten van dijken, bebouwing en landgebruik. Behoud huidige natuurwaarden en landbouw Bergende Stroming KAN 11

Lingewaarden-Oost - Bergende stroming De jaarlijkse dynamiek van het water in het geval van bergende stroming zal aantrekkingskracht hebben voor ontwikkelaars van een stedelijke woonomgeving van hoge kwaliteit. Vanwege de lage ligging in een komgebied zijn de dijken naar Japans voorbeeld zeer breed uitgevoerd en kunnen daardoor benut worden voor bewoning. Het systeem van bergende stroming zelf wordt gebruikt voor diverse vormen van stadsrandrecreatie, en vormt door de hoge dynamiek van het water een goede buffer tegen algehele verstedelijking van het gebied tussen Arnhem en Nijmegen. Watergerichte recreatie in een hoogdynamische stedelijke context Bergende Stroming KAN 12

Lingewaarden-Oost - Retentie Een retentiegebied biedt een minder krachtige ruimtelijke structuur. Daarom blijft verdere ontwikkeling beperkt tot de kleinere kernen in het KAN-gebied. Kwelsingels aan de binnenzijde van de brede dijk dragen bij aan de kwaliteit van de woonwijken. Landgebruik in het retentiegebied zelf sluit aan bij de ontwikkeling van Park Over-Betuwe, zij het dat dit de voortgaande versplintering van landgebruikfuncties niet zal kunnen keren. Een sterke regiospecifieke ruimtelijke structuur als kapstok voor de profilering van kleine dorpen. Bergende Stroming KAN 13

Lingewaarden-Oost: architectuuropgave Met name door de ligging temidden van een stedelijk gebied, biedt de ontwikkeling van een systeem van bergende stroming of een retentiegebied een interessante architectuuropgave. In beide opties kunnen de kruisingen met belangrijke wegen en spoorwegen worden uitgewerkt, en een beeldmerk van Knooppunt Arnhem Nijmegen worden. In tegenstelling tot een retentiegebied zal een systeem van bergende stroming geleidelijk volstromen, hetgeen ontwikkeling van nieuwe woonvormen op en langs het water mogelijk maakt. Bergende Stroming KAN 14

Lingewaarden-West - Bergende stroming Een keuze voor bergende stroming noopt in de lagere, nattere delen van het westelijke deel van Lingewaarden tot een scheiding van extensief en intensief agrarisch gebruik. Binnen het systeem van bergende stroming zullen de mogelijkheden voor weidebouw en akkerbouw in het zomerseizoen blijven bestaan. Met een energiecentrale in de buurt, biedt kleinschalige energieteelt nieuwe perspectieven voor agrarische bedrijven. Om de zo gewaardeerde openheid van het landschap te behouden zal bosontwikkeling in grote delen van de laaggelegen kommoerassen worden geremd door begrazing of ander beheer. Een ruimtelijk kader waarin intensieve en extensieve landbouw een eigen plek hebben. Bergende Stroming KAN 15

Lingewaarden-West - Retentie Het accent ligt hier op het behoud van het open, agrarische karakter van dit gebied. De mogelijkheden voor agrarische bedrijfsvoering blijven onveranderd, met akkerbouw, weidebouw, fruit- en boomteelt, en kamperen bij de boer. De nieuwe dijken worden niet beleefd als een belemmering om van het open landschap te genieten. Recreatieroutes op de dijk zullen de openheid juist accentueren, en vanaf andere wegen in het gebied gezien zullen de coulissen van beplanting, de kerktorens, alsook de stuwwal langs de Neder-Rijn het beeld blijven bepalen. Behoud open cultuurlandschap en continuering landbouwkundig gebruik Bergende Stroming KAN 16

Bergende Stroming KAN 17

3. Rivierkundige mogelijkheden Effect op waterstanden Waterstandverlaging De opties hebben een zeer verschillende uitwerking op de waterstanden in de rivieren. Bergende stroming verlaagt de waterstand alleen ter hoogte van de maatregel en enkele tientallen kilometers stroomopwaarts daarvan. Retentie verlaagt de waterstand voor alle trajecten benedenstrooms van het inlaatpunt. De effecten op de waterstand zijn begroot op basis van expertkennis en berekeningen van effecten van maatregelen elders met behulp van de Blokkendoos. Er zijn geen hydraulische modelberekeningen gedaan. Bergende stroming in het KAN-gebied verlaagt de waterstand in de Rijntakken vanaf Emmerich in Duitsland tot Druten aan de Waal. Mits het systeem breed genoeg is, is de waterstandsverlaging ruim voldoende (60-100 cm), ook voor de lange termijn (18.000 m 3 /s). Het maakt zelfs alle overige buiten- en binnendijkse maatregelen overbodig. Wel moet de afvoercapaciteit van de rest van de Waal tussen Druten en pakweg de Biesbosch, aanmerkelijk worden vergroot om ook daar een voldoende waterstandsverlaging te realiseren. Dat vereist vergelijkbaar ingrijpende maatregelen. Op korte termijn is het effect van retentie (beide varianten) ruim voldoende (35-40 cm waterstandsverlaging bij een afvoer van 16.000 m 3 /s). Voor een afvoer van 18.000 m 3 /s is retentie echter geen oplossing: dan zou een gebied nodig zijn met een retentievolume dat 8-10 x groter is dan de uitgewerkte retentievariant A. Ook geldt dat retentie op precies het juiste moment moet worden ingezet: niet te vroeg en niet te laat, anders faalt het systeem. De beslissing daarover gedurende een periode van extreem hoogwater brengt grote risico's met zich mee. Stromingrichting Verandering waterstand Water Rivierbodem Bergende stroming Retentie Bergende Stroming KAN 18

Afvoerverdeling Het systeem van stromende berging is zo gedimensioneerd dat grofweg 3000 m 3 /s door de Rijnstrangen kan stromen en circa 2000 m 3 /s door de Lingewaarden. De afstand tussen de inlaat van de Lingewaarden en het splitsingspunt bij de Pannerdense Kop is zo groot dat de afvoerverdeling bij het splitsingspunt waarschijnlijk niet beïnvloed wordt. Maar naar de beheersing daarvan moet nader onderzoek worden verricht. Zonder maatregel Bergende stroming Bergende Stroming KAN 19

Het regionale watersysteem Door de aanleg van nieuwe dijken heeft een systeem van bergende stroming of een retentiegebied gevolgen voor het regionale watersysteem in de Over-Betuwe. De vroegere deelsystemen ten noorden en ten zuiden van de Linge worden weer ontkoppeld, en het tracé zelf dient een eigen afwateringsstelsel te krijgen. Door de dijken ontstaat een compartimentering in de Over-Betuwe, waardoor bij een overstroming het water niet meer naar het westen kan stromen. Ter plaatse wordt het water dan wel sneller diep, maar de overstroming blijft ook beperkt tot een kleiner gebied. Bergende Stroming KAN 20

4. Conclusies Het toekomstige landschap In tegenstelling tot een retentiegebied, kenmerkt een systeem van bergende stroming zich door een natuurlijke dynamiek die de herinnering aan het water levend houdt. Bergende stroming wordt dan ook gezien als een goede rem op voortschrijdende verstedelijking. Een retentiegebied wordt maar zeer zelden ingezet, en zal de toenemende verrommeling van het landschap niet kunnen keren. Bergende stroming leidt tot grotere veranderingen in ruimtegebruik, tot grotere verschillen in gebruiksintensiteit tussen binnen- en buitendijkse gebieden, en schept meer kansen voor natuur, recreatie, energieteelt en nieuwe woonvormen langs de dijk. In geen van de twee opties gaat het gebied 'op slot' voor meervoudig landgebruik. Het blijkt dat een systeem van bergende stroming grote mogelijkheden in zich heeft om reeds op gang gebracht beleid te realiseren, en dat het de uitvoering daarvan zelfs zou kunnen forceren. Voorbeelden zijn het vigerend beleid voor de EHS (LNV), de gedachten voor de Nota Ruimte (VROM), de Visie van het Stedelijk Netwerk KAN en de plannen voor Park Over- Betuwe. Rivierkundige mogelijkheden De optie van bergende stroming is robuuster dan die van retentie. In tegenstelling tot retentie voldoet een systeem van bergende stroming aan de rivierkundige eisen voor de lange termijn en de kans op falen is kleiner. Tevens maakt de natuurlijke werking een beslissing over het al dan niet inzetten van het gebied voor de waterafvoer, met alle risico's van dien, overbodig. Met een systeem van bergende stroming staan de bestuurders van het KAN-gebied in één keer klaar voor de toekomst. Er moet dan wel een oplossing gevonden worden voor de Waal benedenstrooms van Druten, en in mindere mate voor de Neder-Rijn en de IJssel. Bergende Stroming KAN 21

Bergende Stroming KAN 22

Literatuur Boelens, L., W. Sanders, A. Hultzsch, H. Mommaas, O. Atzema en W. Timmermans, 2003. Visie stedelijk netwerk KAN. Urban Unlimited, Rotterdam. H+N+S, z.j. Stroomruggen en kommen: plantoelichting regionaal park Over-Betuwe. Concept-rapport, H+N+S, Utrecht.. Klijn, F., S.A.M. van Rooij, M. Haasnoot, L.W.G. Higler en B.S.J. Nijhof. 2002. Ruimte voor de rivier, ruimte voor de natuur? - Fasen 2 en 3: Analyse van alternatieven en contouren van een lange-termijnvisie. Rapport 513, Alterra, Wageningen / Rapport Q2824.10, WL Delft Hydraulics, Delft. Koning, R. de, 2002. Dankzij de Dijken - Fase 1: een waarnemingstudie over dijken in het benedenrivierengebied. RIZA, Lelystad. Koning, R. de, 2003. Dankzij de dijken - Fase 2: ontwerphandreikingen voor groene rivierdijken in het benedenrivierengebied. Projectbureau Benedenrivieren. Rietveld, R. 2003. Deltawerken 2.0; van dijk naar liniepark. Afstudeeropdracht, Academie van Bouwkunst, Amsterdam. Staatsbosbeheer, 2003. BuitenKANs: een andere kijk op landschapsontwikkeling en veiligheid in het knooppunt Arnhem-Nijmegen. Notitie, Staatsbosbeheer Gelderland, Arnhem. Staatsbosbeheer, 2003. Lonkend Rivierland: maatregelen van Staatsbosbeheer voor een veilig en aantrekkelijk rivierengebied. Staatsbosbeheer, Driebergen. Staatsbosbeheer, 2003. Lonkend Rivierland: visie van Staatsbosbeheer op de rivieren. Staatsbosbeheer, Driebergen. Van der Gaast, J.W.J., P.J.T. van Bakel en H.Th.L. Massop, 2003. Waterkansen in het SGR2. Evaluatie van de wateropgaven in relatie tot de netto-ehs. Rapport 558.1, Alterra, Wageningen. Van Rooij, S.A.M., F. Klijn en L.W.G. Higler, 2000. Ruimte voor de rivier, ruimte voor de natuur? - Fase 1: Verkenning. Rapport 190, Alterra, Wageningen. Vis, M., F. Klijn en M. Van Buuren (Eds.), 2001. Living with floods: resilience strategies for flood risk management and multiple land use in the lower Rhine River basin. Publication 10-2001, NCR, Delft. Bergende Stroming KAN 23

Colofon Vormgeving: Team Vormgeving & DTP, Alterra Druk: Digigrfi b.v., Wageningen Oplage: 100 Bronvermelding illustraties Schetsen: Foto's: Rik Olde Loohuis Rik Olde Loohuis Janneke Roos-Klein Lankhorst Wim Meulenkamp

Bergende stroming KAN