JAARVERSLAG 2016 van de Vereniging van Toezichthouders van Hogescholen Vereniging van Toezichthouders van Hogescholen
Voorwoord van de voorzitter Finesses in toezicht houden Toezicht houden vraagt om betrokkenheid en afstand. Betrokkenheid om aan de voorkant met het bestuur mee te denken over de strategie, bij de implementatie desgewenst te adviseren en zeker niet om langs de kant te blijven staan. Toezicht houden vraagt ook om afstand om met een brede en onafhankelijke blik feedback te kunnen geven over het effectief en efficiënt uitvoeren van die strategie. Steven Schuit en Casper Jaspers schrijven in het Handboek Voorzitter (Mediawerf, 2017) op pagina 151 dat het College van Bestuur de Raad van Toezicht moet betrekken bij het formuleren van de strategie en bij materiële wijzigingen van een bestaande strategie. En vervolgen dat de Raad moet kunnen vaststellen dat het bestuur zich daadwerkelijk achter de vastgestelde strategie opstelt. Dit alles vraagt van de toezichthouder meer kennis van de organisatie, de markt en de producten of diensten en de dilemma s dan van gewone - interne toezichthouders mag worden verwacht. De conclusie is duidelijk. Het is geen gemakkelijke opgave, want de tijd en middelen die toezichthouders tot hun beschikking hebben, zijn zeer beperkt. Binnen die randvoorwaarden moeten wij periodiek beoordelen of wij onze functie goed hebben uitgeoefend. En dat is om meerdere redenen een moeilijk te beantwoorden vraag. Ten eerste is het de vraag wie en wat de Raad van Toezicht vertegenwoordigt? Is de Raad van Toezicht het hoogste interne orgaan dat in het belang van de organisatie toezicht houdt? Of is de Raad een vertegenwoordiger van de samenleving? Nog niet zo lang geleden zouden velen het eerste antwoord geven, maar vandaag de dag neigen velen naar het tweede standpunt. In de statuten van meerdere hogescholen zal staan dat de toezichthouder zijn functie uitoefent in het belang van de hogeschool. Maar minister Plasterk van BZK stuurde een nieuw wetsontwerp naar de Kamer waarin het toezicht in de semipublieke sector meer aan het maatschappelijk belang wordt gekoppeld. Het perspectief dat gekozen wordt, is mede bepalend voor het antwoord op de vraag of er goed toezicht wordt gehouden. Ten tweede is er geen opdrachtgever die beoordeelt of de Raad van Toezicht zijn functie goed uitoefent. De Raad stelt deze vraag aan zichzelf. Dat lijkt een plezierige omstandigheid. Het schept ruimte. Maar is dat echt wel zo goed voor het functioneren van de Raad van Toezicht? Het zorgt ook voor onzekerheid, niet alleen bij de Raad van Toezicht, maar ook bij de interne en externe stakeholders. Een Raad van Commissarissen heeft het grote voordeel dat deze benoemd wordt door en verantwoording moet afleggen aan de aandeelhouders of de eigenaren van de firma. Alle stakeholders weten dit en dat geeft veel legitimiteit aan het functioneren van de Raad van Commissarissen. Bij de Raad van Toezicht is de legitimiteit diffuus. De legitimiteit steunt hier vooral op de wijsheid en het gezag van de toezichthouders zelf. Dit stelt dus hoge eisen aan het plicht- en normbesef, evenals aan de tijdsinvestering en het kennisniveau van de leden van de Raden van Toezicht van hogescholen Ten derde blijkt het heel moeilijk te zijn om criteria voor de kwaliteit van het onderwijs en het onderzoek te bepalen waaraan we spiegelen of de toezichthouders het goede doen? Ieder criterium leidt tot discussie. En terecht. Stel je voor dat we het succes van de toezichthouders afmeten aan het diplomarendement, dan zullen velen daar tegen in brengen dat dit criterium tekortschiet. Het is te eendimensionaal. En als we zouden zeggen dat de vorming van de student tot wereldburger het criterium is dan overladen we onszelf met onoplosbare meetproblemen. Misschien is het dus beter 1
2 om ons te beperken tot de kwaliteit van het toezicht op de effectiviteit en efficiëntie van het beleid van het bestuur? Maar ook dan, hoe meten we of we daar goed toezicht op houden? Of moeten we ons daarvoor door externen laten accrediteren? Michael Fullan schrijft in The Principal (Jossey- Bass, 2014) dat de prestaties van de top afgemeten moeten worden aan het antwoord op de vraag of de student veel en tijdig leert. Als we dat toepassen op de hogescholen dan kunnen toezichthouders van veel hogescholen niet tevreden zijn. Maar daar staat weer een ander gegeven tegenover. Het hele Nederlandse onderwijs scoort al decennia goed in de internationale benchmark. Dat geldt voor leerlingen op de basis- en middelbare scholen, maar ook voor studenten van de mbo-scholen, de hogescholen en de universiteiten. Al deze onderwijsinstellingen kunnen zich goed meten met hun buitenlandse collega-instellingen. De hogescholen hebben de laatste dertig jaar steeds grotere groepen studenten uit de bottom half aangetrokken. En zeker bij de grote stadshogescholen is het aantal studenten dat als eerste in hun familiegeschiedenis gaat studeren groter dan dertig tot veertig jaar geleden. Het hoger onderwijs is toegankelijker geworden voor een bredere groep uit de samenleving. En dat mag op het conto van de hogescholen geschreven worden. Als de toezichthouders hun taak opvatten als vertegenwoordiger van de samenleving dan zullen zij moeten toezien dat deze grote toegankelijkheid ook gepaard gaat met extra steun voor dit deel van de studenten om te voorkomen dat de retentie en het behalen van het diploma onbereikbaar blijven. Ten vierde gelooft de Nederlandse samenleving sterk in de nuttige werking van de autonomie van schoolbesturen. De Nederlandse overheid heeft de autonomie van het onderwijsbestuur vergroot. Dat is een hoeksteen van het onderwijsbeleid geworden. Daarmee samenhangend wordt de toezichtlast ook groter. Om de grotere autonomie van het bestuur goed in te bedden is er een intern toezichthouder gecreëerd. De samenleving verwacht veel van de intern toezichthouder. Maar zijn die verwachtingen realistisch? Is er rekening mee gehouden dat het perspectief van waaruit we toezicht houden, bepaalt wat we wel en niet zien? Realiseren we ons voldoende dat we een foute inschatting kunnen maken of dat we te laat of onvoldoende feedback hebben gegeven aan het bestuur en de hele hogeschool? Zijn we ons er van bewust dat het toezicht meer dimensies gekregen heeft, waarvan sommige tot voor kort onbekend of nauwelijks in beeld waren? De kunst voor toezichthouders is om zichzelf periodiek integer en volledig te evalueren en te beoordelen. Dan mag geconstateerd worden dat er fouten zijn gemaakt en mag er geleerd worden van het verleden. Het gaat immers om een zeer serieus leerproces, waarbij helemaal niet past dat er overtrokken verwachtingen zijn over het functioneren van de Raad van Toezicht. Niet bij de samenleving en ook niet bij de Raad van Toezicht zelf. Want overtrokken verwachtingen leiden meestal tot narcisme, waar realisme tot een beter resultaat leidt. In de woningbouwsector is recent een certificering van bestuurders en toezichthouders ingevoerd. In de gezondheidszorg wordt actueel geëxperimenteerd met een certificering van de bestuurders en spreken sommigen al enige tijd over de noodzaak om dit voor toezichthouders in te voeren. Het is niet gek te veronderstellen dat dit onderwerp door de samenleving en de politiek ook voor het onderwijs geagendeerd zal worden. Een certificering die door de sector zelf wordt ontwikkeld is dan te prefereren. Dit kan de professionalisering van het toezicht ten goede komen. Als ik er iets langer over nadenk, dan vind ik eigenlijk dat de Raad van Toezicht een simplistische oplossing is voor het complex vraagstuk van de besturing van een onderwijsinstelling. Des te knapper van alle betrokkenen dat het in zo veel hogescholen zo goed gaat. 3
Inleiding Dit jaar was het derde volledige jaar van de Vereniging van Toezichthouders van Hogescholen (VTH). Naast een aanvankelijk enigermate sluimerend bestaan heeft het bestuur zich in 2016 meer geprofileerd en zich gepresenteerd als gesprekspartner, betreffende onderwerpen die tot het werkterrein behoren. Dit betrof onder meer de Wet Normering Topinkomens (WNT), evenals de onkostenregeling van bestuurders en de evaluatie van de prestatieafspraken. Op verzoek van het bestuur schreef de secretaris een notitie over nevenfuncties van bestuurders. De leden in de Algemene Vergadering waren van mening dat de nota goed bruikbaar was voor bewustwording betreffende dit onderwerp, maar niet om als algemene richtlijn te gaan hanteren. Het bestuur kijkt terug op twee succesvolle Algemene Vergaderingen. Tijdens de eerste bijeenkomst was er een uiteenzetting van de minister van OCW dr. Jet Bussemaker en in de vergadering in het najaar hield prof. dr. Jaap Winter van de VU een inleiding over governance 3.0. Door de aanstelling van een nieuwe ambtelijk secretaris, per 1 januari, kon aan het werkterrein van de VTH meer tijd en aandacht worden besteed. Ook het lanceren van de website (www.vth.nu) zorgt ervoor dat de leden beter op de hoogte kunnen worden gehouden van de ontwikkelingen in het HBO en wordt de VTH meer zichtbaar en bereikbaar voor de buitenwereld. Daarnaast zal er ook met enige regelmaat een nieuwsbrief uitkomen, zodat de leden beter geïnformeerd kunnen worden over actuele zaken. In de laatste vergadering van dit jaar heeft het bestuur teruggekeken op de bijeenkomsten in 2016 en deze gespiegeld aan de doelstellingen van de VTH en de wijze waarop de VTH tracht deze doelen te bereiken. Ofschoon met tevredenheid teruggekeken is op de Algemene Vergaderingen heeft het bestuur toch besloten een korte evaluatie te houden in het begin van 2017. Vooral van belang wordt gevonden om te komen tot een onderlinge gedachtenuitwisseling tussen de leden en het onderlinge leereffect op deze wijze te versterken. 3 Mede door de invoering van de wet Versterking bestuurskracht, maar ook door de in de politiek en maatschappij gewenste toename van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van Raden van Toezicht heeft het bestuur stappen gezet om te komen tot een hoogwaardig en specifiek scholingsprogramma voor de leden. Verheugend was dat het ministerie bereid was om een bijdrage te leveren in de kosten voor de opzet van een dergelijk programma. 2016 is het eerste jaar dat de VTH een jaarverslag uitbrengt. Naast publicatie op de website wordt dit verslag ook in drukvorm in ruime mate onder de leden en andere betrokkenen verspreid. 3
Verenigingsnieuws 4 Statuten De Vereniging van Toezichthouders van Hogescholen (VTH) werd opgericht op 12 november 2013 en is gevestigd in Den Haag. Het doel van de vereniging wordt verwoord in artikel 2.1. van de statuten en luidt: a. het bevorderen van de kwaliteit van het interne toezicht op het bestuur van de bekostigde hogescholen in Nederland; en b. het bevorderen van gezamenlijke standpunten ten dienste van het overleg met de rijksoverheid en andere externe partijen, waartoe in ieder geval het overleg over regelingen die de arbeidsvoorwaarden van bestuurders aangaan behoort; c. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn. In artikel 2.2 van de statuten is verwoord hoe de VTH dit doel tracht te bereiken, dit gebeurt door: a. het organiseren van overleg en uitwisseling van kennis en ervaring tussen leden van de raden van toezicht; en b. het vertegenwoordigen van de raden van toezicht in overleg met externe partijen. De Algemene Vergaderingen In dit verslagjaar werden twee Algemene Vergaderingen gehouden en wel op 23 mei en op 10 november. Beide keren in Utrecht. In de voorjaarsvergadering was de minister van OCW onze gast. Dr. Jet Bussemaker hield een inleiding over het thema Governance 3.0 en besprak de rol en het belang van de Raad van Toezicht in het onderwijs. Het gaat om horizontale en verticale verantwoording. Van bijzonder belang is het toezicht op de kwaliteit van het onderwijs en het onderzoek. De minister deed een oproep aan de leden om erop toe te zien niet te zuinig te begroten voor het jaar 2017. Twee leden van de VTH hielden daarna een korte inleiding om hun visie toe te lichten. Een discussie tussen de leden onderling en met de minister sloot dit deel van de vergadering af. Vervolgens kwamen kort aan de orde een oproep aan de leden om contact op te nemen met de Stichting Blikverruimers, de vacatures in het bestuur, de verantwoording van de bestuurskosten van de leden van de Colleges van Bestuur en de WNT-2 en de WNT-3. Vervolgd werd met het bespreken van de notitie nevenfuncties en het professionaliseringstraject. De kascommissie, bestaande uit Jan de Vries (Marnix Academie) en Rien Timmer (IPABO) bracht verslag uit over de controle van de jaarrekening 2015. De Algemene Vergadering keurde de jaarstukken goed en verleende het bestuur decharge.
In de najaarsvergadering hield prof. dr. Jaap Winter van de VU een lezing over Intern toezicht in Hoger Onderwijs, Governance 3.0. Deze presentatie werd door de aanwezige leden zeer gewaardeerd en voor de leden was ook een hand-out beschikbaar. Vooral de verdere inkleuring van het scholingsprogramma van prof. dr. Rienk Goodijk van het Zijlstra Center van de VU stond daarna centraal. Het bestuur heeft verslag gedaan van het gesprek met de Commissie Slob die door de Vereniging Hogescholen (VH) is ingesteld om de prestatieafspraken te evalueren. De twee door het bestuur voorgedragen nieuwe kandidaten voor het bestuur van de VTH, Margo Andriessen (Inholland) en Peter Verleg (Hogeschool Katholieke Pabo Zwolle) werden per acclamatie gekozen. Tot leden van de kascommissie 2016 werden benoemd Rien Timmer (IPABO-Amsterdam) en Toine Poppelaars (HZ University of Applied Sciences). Tot slot werd de begroting 2017 vastgesteld. Contact met de vereniging is mogelijk via de ambtelijk secretaris, het emailadres is: info@vth.nu of hans@uijterwijkjg.nl. De website is te openen onder www.vth.nu. 5
Bestuur 6 Samenstelling Het bestuur wordt gekozen uit leden van de Raden van Toezicht van de aangesloten hogescholen. Conform de statuten moet het bestuur bestaan uit ten minste drie leden. Aan deze voorwaarde is gedurende het hele jaar 2016 voldaan. Pim Breebaart (Hotelschool The Hague) vervulde het hele jaar de functie van voorzitter en Kees van der Waaij (Hogeschool Rotterdam) die van penningmeester. Frans van Steenis (NHTV Breda) was tot 15 december statutair secretaris en Hans Uijterwijk was aan de VTH verboden als ambtelijk secretaris. Op 29 juni werd afscheid genomen van Monika Milz, lid van de Raad van Toezicht van de Hogeschool van Amsterdam en op 15 december van Frans van Steenis, voorzitter van de Raad van Toezicht van NHTV internationale hogeschool Breda. Beide leden waren aan het einde van hun zittingstermijn bij de desbetreffende hogeschool. Op voordracht van het bestuur werden op de AV van 10 november 2016 twee nieuwe leden benoemd, namelijk de heer P.M.M. Verleg, voorzitter van de Raad van Toezicht van de Hogeschool Katholieke Pabo Zwolle en mevrouw dr.mr. M.F. Andriessen, vicevoorzitter van de Raad van Toezicht van de Hogeschool Inholland. In de bestuursvergadering van donderdag 15 december werd Margo Andriessen benoemd tot statutair secretaris. Bestuursvergaderingen Het bestuur vergaderde in 2016 op donderdag 10 maart, woensdag 18 mei, woensdag 29 juni, maandag 3 oktober, donderdag 10 november en op donderdag 15 december. Als een rode draad liep door alle vergaderingen heen de opzet en de inrichting van het scholingsprogramma voor de leden van de Raden van Toezicht, evenals de diverse uitvoeringen van de WNT en de vervulling van de vacatures in het bestuur. In het begin van het jaar werd tijdens de bijeenkomsten aandacht besteed aan de notities bestuurskosten en nevenfuncties. Op 10 maart werd besloten om voor de leden van het bestuur, gelet op de bevoegdheden en verantwoordelijkheden, geen bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Op 10 november was de bestuursvergadering in Utrecht, waarin werd teruggekeken op het gesprek met de Commissie Slob, die door de VH is ingesteld om een evaluatie te houden betreffende de prestatieafspraken. In de vergadering van 15 december besloot het bestuur tot het houden van een evaluatie onder de leden om van hen te vernemen wat verwacht wordt met betrekking tot de inhoud, opzet en inrichting van de AV. Ook werd besloten enkele keren per jaar een nieuwsbrief uit te brengen, waarvan de eerste in december verscheen. Overlegsituaties Op verzoek van het bestuur van de VH vond op woensdag 18 mei overleg plaats met de voorzitter en vicevoorzitter van de VH betreffende de vergoeding van bestuurskosten van de Colleges van Bestuur. Aan de hand van een door de VH opgesteld raamwerk zal iedere individuele hogeschool een eigen declaratiereglement opstellen dat aan de Raad van Toezicht ter vaststelling wordt voorgelegd. Op 6 april en op 30 november vond regulier overleg plaats tussen de voorzitter en secretaris van de VTH met de voorzitter en directeur van de VH. In de ontmoetingen kwam een breed scala van onderwerpen kort aan
de orde, zoals de toekomst van de lerarenopleidingen, de evaluatie van de code Goed Bestuur, de WNT, de verantwoording van bestuurskosten, het aanvaarden van nevenfuncties, het onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de voorinvesteringen van de instellingen, het vervallen van het in rekening brengen van selectiekosten en het vervolg van de prestatie/kwaliteitsafspraken. Op 1 december vond in Amsterdam het, door derden georganiseerd, symposium plaats met de titel Moedig toezicht voor vitaal onderwijs. De VTH heeft het belang van dit symposium onderstreept en de uitnodiging onder de aandacht van de leden gebracht. Op vrijdag 2 december was er een kennismakingsgesprek met de nieuwe directeur HO&S van OCW, Feite Hofman en de beleidsmedewerker Governance, Bas de Koning. In maart brachten voorzitter en secretaris een kennismakingsbezoek aan de directeur van de Vereniging van Toezichthouders van Onderwijsinstellingen (VTOI) in Zoetermeer. Donderdag 15 december heeft het bestuur overleg gevoerd met de voorzitter en vicevoorzitter van het bestuur van de VTOI en de directeur van deze Vereniging. Ook hier gold dat een groot aantal onderwerpen werd aangesneden. Aan de orde kwamen het visiedocument van de VTOI dat opgesteld is door Hans Boutellier, het initiatief vanuit verschillende sectoren om te komen tot een gemeenschappelijke visie op goed en maatschappelijk gedreven toezicht, het gezamenlijk organiseren (VTOI en VTH) van platforms om in een kleinschalige setting met elkaar te spreken over bepaalde thema s en over de opzet en inrichting van het scholingsprogramma van zowel de VTH als van de VTOI. 7 Ledenbestand In het verenigingsjaar hebben zich geen mutaties voorgedaan in het ledenbestand. Leden van de VTH zijn de Raden van Toezicht van onderstaande bekostigde hogescholen in Nederland: AERES Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten ArtEZ Avans Hogeschool Christelijke Hogeschool Ede Codarts Hogeschool voor de Kunsten Design Academy Driestar Hogeschool Fontys Hogescholen Gerrit Rietveld Academie De Haagse Hogeschool Hanzehogeschool Groningen HAS Den Bosch Hogeschool der Kunsten Den Haag Hogeschool Inholland Hogeschool IPABO Hogeschool Leiden Hogeschool Rotterdam Hogeschool van Amsterdam Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool Utrecht Hogeschool voor de Kunsten Utrecht Hotelschool The Hague HZ University of Applied Sciences Katholieke Pabo Zwolle Marnix Academie NHTV Breda Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Pedagogische Hogeschool De Kempel Saxion Hogescholen Stenden Hogeschool Thomas More Hogeschool Hogeschool Van Hall Larenstein Viaa Christelijke Hogeschool Windesheim Zuyd Hogeschool
Enkele specifieke onderwerpen 8 Scholingstraject voor de leden van de Raden van Toezicht Mede in het kader van de veranderde wet- en regelgeving (de Wet Versterking bestuurskracht ) en politiek-maatschappelijke ontwikkelingen wordt een verdere professionalisering van de leden van de Raden van Toezicht vereist. Het bestuur heeft het initiatief genomen om te komen tot een scholingsprogramma voor de leden. Na een oriëntatie bij verschillende aanbieders is uiteindelijk de keuze gevallen op het Zijlstra Center van de VU te Amsterdam. Dit instituut zal de regie voeren onder leiding van prof. dr. Rienk Goodijk, maar ook andere instellingen, zoals PWC, de Galan Groep en GITP en ook de VH zullen bij de inkleuring en de uitvoering betrokken worden. Er is een programma ontwikkeld dat bestaat uit verschillende modules, zowel op het gebied van toezichthouden, de werkgeversrol, het omgaan met de diversiteit en met meerdere geledingen in de medezeggenschapsraad, onderwijs en onderzoek, board dynamics, maar ook op het terrein van beheer(s)matige onderwerpen, zoals financiën en vastgoed. De leden kunnen afhankelijk van hun wensen intekenen op een of meerdere modules. Van de zijde van het ministerie van OCW werd, gelet op de noodzakelijke versterking van de rol van de Raden van Toezicht in de hogescholen, een tegemoetkoming in de kosten voor de ontwikkeling van het programma ontvangen. Het programma zal starten met twee modules in het voorjaar van 2017. De WNT en de gevolgen voor benoemingen van leden van de Colleges van Bestuur Op verzoek van derden heeft het bestuur, zowel tijdens de Algemene Vergadering van 10 november, als later ook in een apart bericht aan de leden gevraagd wat hun ervaringen zijn met het vinden van leden van het College van Bestuur in het kader van de invoering van de WNT. Op deze wijzen hebben ruim twintig leden hun reactie gegeven. Over het algemeen is vast te stellen dat de ervaringen met de effecten van de WNT bij de leden betreffende het aantrekken van CvBleden divers zijn. Van invloed is in het bijzonder de klasseindeling welke samenhangt met de grootte van de instelling, evenals wellicht regionale verschillen in de arbeidsmarkt. De klasseindeling impliceert dat een kleine gespecialiseerde hogeschool een lager maximum kent, terwijl geschikte kandidaten uit de betreffende branche een aanzienlijk hoger inkomen hebben. In het algemeen zijn vooral mensen van buiten de publieke sector en semioverheden lastiger te interesseren voor een functie als lid van het College van Bestuur. De WNT werd ook ervaren als een inbreuk op het werkgeverschap van de Raad van Toezicht en daardoor eigenlijk als een fout middel. De WNT zou beschouwd kunnen worden als uiting van een in de politiek en de samenleving aanwezig wantrouwen ten aanzien van bestuurders en toezichthouders. Een ander merkt op
dat hoewel een nieuw lid van het College van Bestuur minder is gaan verdienen bij de hogeschool dan daarvoor in het bedrijfsleven, blijkbaar andere motieven toch de doorslag hebben gegeven om in het onderwijs aan de slag te gaan dan de louter financiële. Een reactie betreft problemen bij het zoeken naar interim-bestuurders, omdat tarieven voor deze categorie al snel boven de WNT-normering uitgaat. Soms heeft het aantrekken van een lid van het College van Bestuur overleg gevraagd met het ministerie om tot een oplossing te kunnen komen. Samengevat kan gesteld worden dat de ervaringen divers zijn, maar dat in het bijzonder het aantrekken van leden voor bestuursfuncties van buiten het onderwijs voor kleinere en specialistische hogescholen lastig is. Opgemerkt moet worden dat bij verschillende hogescholen het aantrekken van leden van het College van Bestuur onder het WNT-regiem nog niet opportuun is geweest. Daarnaast speelt ook hoe het imperatieve karakter van de WNT zich verhoudt tot de werkgeversfunctie van de Raad van Toezicht met eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden in deze. 9
Financiële gegevens In de Algemene Vergadering (AV) van 12 november 2015 werd de begroting 2016 door de leden vastgesteld. De jaarrekening 2015 is door twee leden van de kascommissie Jan de Vries van de Marnix Academie en Rien Timmer van de IPABO begin april gecontroleerd en op maandag 23 mei 2016 werd door de leden van de Algemene Vergadering decharge verleend aan het bestuur. In de AV van donderdag 10 november 2016 werden tot leden van de kascommissie 2016 benoemd Rien Timmer (IPABO) en Toine Poppelaars (HZ University of Applied Sciences). Voor de jaarrekening 2016 is het traject, conform het bepaalde in de statuten in artikel 13: - Bestuur op maandag 6 maart 2017; - Controle door de kascommissie op donderdag 9 maart 2017 en - Goedkeuring door de Algemene Vergadering en het verlenen van decharge aan het bestuur op donderdag 8 juni 2017. 10 De vereniging heeft over 2016 een resultaat geboekt van 30.500 positief. Het gerealiseerde resultaat is nagenoeg gelijk aan het resultaat conform de begroting. Alle 36 leden hebben hun contributiebijdrage voldaan. De kosten voor de ontwikkeling en het onderhoud van de nieuwe website waren niet begroot. De kosten voor de ontwikkeling van de website (inclusief aanschaf hardware) waren 1.600 en voor onderhoud 1.400. Hiertegenover staan lagere kosten voor administratieve ondersteuning en lagere kosten voor bureaukosten dan begroot. De vergoeding voor de ambtelijk secretaris is inclusief BTW. De volledige jaarrekening 2016 met een uitgebreide toelichting is gepubliceerd op de website van de VTH (www.vth.nu).
De samenvatting van het resultaat over 2016 laat het volgende overzicht zien: Baten Realisatie Begroting Afwijking Realisatie 2016 2016 2016 2015 Contributie 54.000 54.000 0 27.000 Rentebaten 38 0 38 0 Totaal baten 54.038 54.000 38 27.000 Lasten 11 Kosten AV 2.355 2.000 355 1.568 Bestuurskosten 477 800-323 232 Vergoeding ambtelijk secretaris 16.335 16.445-110 1.050 Representatiekosten 105 500-395 29 Ondersteuning administratie 972 2.600-1.628 1.301 Website 3.004 0 3.004 0 Training en deskundigheidsbev. 0 0 0 0 Diverse bureaukosten 271 1.000-729 67 Totaal lasten 23.519 23.345 174 4.247 Resultaat Boekjaar 30.519 30.655-136 22.753
Samenstelling bestuur Conform het gestelde in de statuten, de artikelen 9 tot en met 12, bestaat het bestuur uit tenminste drie leden, die benoemd kunnen worden voor twee periodes van vier jaar. Daarna eindigt het bestuurslidmaatschap, of op een eerdere datum door het niet meer lid zijn van een Raad van Toezicht van een hogeschool. 12 Per 1 januari 2017 bestaat het bestuur uit: - mevrouw mr. dr. M.F. (Margo) Andriessen, secretaris, vicevoorzitter van de Raad van Toezicht Hogeschool Inholland, benoemd per 10 november 2016; - de heer drs. W.J. (Pim) Breebaart, voorzitter, vicevoorzitter van de Raad van Toezicht van de Hotelschool The Hague, benoemd per 12 november 2013; - de heer P.M.M. (Peter) Verleg, lid, voorzitter van de Raad van Toezicht van de Hogeschool Katholieke Pabo Zwolle, benoemd per 10 november 2016 en - de heer drs. C.W. (Kees) van der Waaij, penningmeester, vicevoorzitter van de Raad van Toezicht van de Hogeschool Rotterdam, benoemd per 12 november 2013. De heer dr. J.G. (Hans) Uijterwijk is de (ambtelijk) secretaris van de vereniging. De Vereniging van Toezichthouders van Hogescholen is bereikbaar via de (ambtelijk) secretaris van de VTH. Het adres is: Secretaris VTH Torenstraat 19-B 2513 BN Den Haag Er is geen specifiek bezoekadres. Afspraken kunnen gemaakt worden via de secretaris, waarna in overleg bepaald wordt waar en wanneer betrokkenen elkaar spreken. E-mailadres: info@vth.nu en hans@uijterwijkjg.nl Website: www.vth.nu
Colofon Tekst Vereniging van Toezichthouders van Hogescholen Pim Breebaart en Hans Uijterwijk Vormgeving Waldo van Bokhoven BOWfor Drukwerk Notten Grafische Oplossingen Fotografie Andy van Tilborg, NHTV Breda University of Applied Sciences 2017 Vereniging van Toezichthouders van Hogescholen
www.vth.nu Vereniging van Toezichthouders van Hogescholen