Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 15 november 2006 / 168/2006

Vergelijkbare documenten
Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

Raadsvoorstel. : Voorstel integraal minimabeleid inclusief Klijnsma middelen Datum college : 11 juli 2017

B en W. nr d.d

Economie en Werk A 12 onderwerp

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE;

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 27 mei 2003; gehoord de Commissie Burgerzaken van 18 juni 2003;

Behandelend ambtenaar F. Tinselboer, (t.a.v. F. Tinselboer)

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt

Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013

Raadsvoorstel 4 juli 2012 AB RV

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen ISD BOL 2012

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Aanpassing bijstandsbeleid / compensatie van de Wtcg en Cer

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD. Behandelend ambtenaar: B. de Looff Afdeling/cluster: MO/SEM Telefoonnr.: Portefeuillehouder: J.F.A.

Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013 (geldig vanaf 5 oktober 2017) i

Betreft : RAADSVOORSTEL - Vaststelling Verordening langdurigheidstoeslag

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek;

Gemeente Albrandsujaard

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor de uitvoering van de regeling 'Haarlemmermeer doet mee!'.

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 A

Nota no claimcompensatie en eenmalige tegemoetkoming in de schoolkosten van 12 tot en met 17-jarigen, Minimabeleid, gemeente Helmond, 2007

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 december 2011;

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

d. voor gehuwden met ten laste komende kind(eren) van 12 tot en met 17 jaar: 39 % van de norm gehuwden, vermeerderd met een bedrag van 240,- euro.

Onderwerp Vaststellen beleidsregels t.b.v. uitvoering minimabeleid in 2011

Verordening Reductieregeling 2012

Onderwerp: Beleidskeuzes kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2013

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Nota. Nota openbaar: Ja. Nummer: 14INT Invulling Wet chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en Compensatie Eigen Risico (CER) Onderwerp:

Raadsvoorstel agendapunt

Oplegvel Collegebesluit

VERORDENING. vaststelling Verordening Maatschappelijke Participatie van kinderen Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Terneuzen;

"Verordening voor de bevordering van jeugdparticipatie aan sportieve activiteiten Aalten.

K. Smid F. vd Meulen H. Voss B. Casparij. Aard voorstel: Strategisch > Politiek gevoelig Regelgeving Risico s:

Uitvoeringsregeling Tegemoetkoming Chronisch Zieken en Gehandicapten Gemeente Nuenen c.a. 2016

Nota van B&W. Samenvatting

Gescand archiot 17 AUG. 2009

O. Deeben raad00264

Gemeenteraad: 26 januari 2017

Verordening bijdrageregeling minima gemeente Nunspeet 2018

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 A (geldig vanaf )

Deelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein

Verordening Declaratieregeling maatschappelijke. participatie voor minima 2015 GR FW

Declaratieregeling maatschappelijke participatie voor minima 2012

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 28 juni 2011 Nummer voorstel: 2011/58

Reductieregeling 2015

*Z067FB3FAC3* Beslispunten Besluit tot het vaststellen van de verordening Jeugdparticipatiefonds Sport en Cultuur.

Reactiebrief advies KGO ondersteuning chronisch zieken

Initiatiefvoorstel aan de Raad. Formulierenbrigade. Klik hier voor de reactie d.d. 21 november 2006 van het college van B&W

Vaststellen beleidskeuzes voor wijziging in de Leidraad invordering - onderdeel kwijtschelding

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013

Minimaregelingen nader bekeken. Herman Voss (Sociale Zaken) Jaap Gernaat (Mens en Werk)

Oplegvel Collegebesluit

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

Verordening maatschappelijke participatie WWB 2012

RAADSVOORSTEL Besluitvormend. Aan de Raad Agenda nr. 12 Extra middelen voor armoedebestrijding. Datum 20 november 2013

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Doetinchem, 31 mei 2017

Bijzondere bijstand voor. chronisch zieken, gehandicapten. en ouderen

Ons kenmerk Aantal bijlagen

Verordening Reductieregeling 2012

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; B E S L U I T : DE VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE MENTERWOLDE

Verordening maatschappelijke participatie

2. GEVRAAGDE BESLISSING:

Verordening Stimuleringsfonds. voor de minima

15 september / n.v.t. wethouder H.G. Engberink

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 (geldig vanaf )

GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

Uitvoeringsregeling Compensatie Verplicht Eigen Risico Zorgverzekeringswet Gemeente Nuenen 2017

Verordening Participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand gemeente Bergen 2012

Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 GR Ferm Werk

Onderzoek naar maatschappelijke kosten en opbrengsten bij een verschuiving inkomensgrens van 110% naar 120% op het geheel van beleidsnotities,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d 27 februari 2009, inzake de Langdurigheidstoeslag;

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 20 september 2006 / 158/2006. Fatale termijn: besluitvorming vóór: 1 oktober 2006

Minimaregelingen van Optimisd voor ouders met schoolgaande kinderen

GEMEENTE WORMERLAND. 1. Artikel 147 van de Gemeentewet 2. Artikel 8 Wet werk en bijstand 3. Artikel 35, vijfde lid Wet werk en bijstand

Subsidie Kinderfonds 2015

VERORDENING bijdrageregeling gemeente Aalburg 2015

Verordening maatschappelijke participatie 2013

Gemeenteraad 28 maart 2002

Nr Houten, 7 februari 2012

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

Oplegvel Collegebesluit

Raads informatiebrief

Gemeente Nieuwegein; Verordening Individuele inkomenstoeslag WIL; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Voorstel om te besluiten De "Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers" vast te stellen.

Haiko van Erp raad Wijzigingen in artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990

Vergadernotitie voor de Adviescommissie Werk, Zorg en Inkomen van 18 februari 2009

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 augustus 2012;

03.0. Verordeningen Wet werk en bijstand aangepast op de wet aanscherping WWB

Verordening Welzijnsfonds Boxtel De raad van de gemeente Boxtel. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Boxtel

GEMEENTEBLAD. Nr Artikel 1 Begripsbepalingen

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad (uiterlijk ) Collegevoorstel Openbaar

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 juni 2017

Transcriptie:

Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 15 november 2006 / 168/2006 Onderwerp Evaluatie Geld-Terug-Regeling (officiële naam: Beleidsregel bijzondere bijstand voor de kosten van deelname aan maatschappelijke activiteiten (2005)) Programma / Programmanummer Werk en Inkomen / 9230 Portefeuillehouder P. Depla Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 12 september 2006 Samenvatting Uw raad heeft op 9 juni 2004 ingestemd met het voorstel om de Nijmegenpas te vervangen door een regeling bijzondere bijstand voor de kosten van maatschappelijke participatie, tot een bedrag van 45 per persoon per jaar. Wij hebben deze uitgewerkt in de Beleidsregeling bijzondere bijstand voor de kosten van deelname aan maatschappelijke activiteiten (2005); registratienummer 05.0000428, beter bekend onder de naam Geld-Terug-Regeling en besloten deze regeling te evalueren. De conclusie is dat het regime van de bijzondere bijstand de regeling ingewikkeld maakt, waardoor er een hoge drempel is voor met name niet Wwbgerechtigden en de uitvoering zwaar is in relatie tot het bedrag van de tegemoetkoming. In verband met het beschikbare budget en de keuze voor handhaving van de doelgroep stellen wij de hoogte van de tegemoetkoming vast op 50. Deze tegemoetkoming, in combinatie met een verstrekking van 100 uit het schoolfonds bieden gezamenlijk, met name voor (eenouder-) gezinnen met kinderen in het voortgezet onderwijs, een substantiële bijdrage voor deelname aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten. Dit voorstel gaat in op de opzet van een nieuwe regeling ter vervanging van de huidige Geld-Terug-Regeling. Voorstel om te besluiten 1. Kennis te nemen van de evaluatie. 2. De bestaande Geld-Terug-Regeling te vervangen door een nieuwe regeling voor deelname aan sportieve en sociaal culturele activiteiten met ingang van 1 januari 2007, met de volgende uitgangspunten: - de doelgroep bestaat uit inwoners van Nijmegen met een inkomen tot 120% van het bijstandsniveau - een uniforme inkomensgrens op een afgerond bedrag te hanteren dat is afgeleid van 120% van de bijstandsnorm; - de hoogte van de tegemoetkoming is 50 per persoon, per kalenderjaar. 3. Een evaluatie van de herziene Geld-Terug-Regeling uit te voeren, gelijktijdig met de evaluatie van het schoolfonds, in het tweede jaar na instelling van het schoolfonds. Opgesteld door, telefoonnummer Jeanneke Lieber, 2565

Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1 Inleiding Gebaseerd op de beleidsplannen in het kader van de Wwb heeft uw raad op 9 juni 2004 ingestemd met invoering van een regeling in het kader van de bijzondere bijstand voor deelname aan maatschappelijke activiteiten. Wij hebben deze uitgewerkt in de Beleidsregeling bijzondere bijstand voor de kosten van deelname aan maatschappelijke activiteiten (2005); registratienummer 05.0000428, beter bekend onder de naam Geld- Terug-Regeling. De Geld-Terug-Regeling is bestemd voor cursusgelden of eigen bijdragen aan cursussen, lidmaatschap, jaarkaarten of contributies van bv. sportverenigingen, zwembaden, bibliotheek, schoolverenigingen, vrijetijdscursussen en de kosten van sportkleding, speeltuinbezoek, schoolreisjes, vakantiekampen en dergelijke. Doel van de regeling is om mensen met een minimuminkomen te stimuleren om actief deel te nemen aan het maatschappelijke verkeer. Wij hebben bij het vaststellen van de regeling, in maart 2005, besloten om na een jaar een evaluatie te houden. Deze evaluatie leidt tot de conclusie dat de regeling te ingewikkeld is en de tegemoetkoming te laag om het gestelde doel te bereiken. Onder de paragraaf argumenten gaan we hier nader op in. De uitvoering van de regeling is in het afgelopen jaar al op een aantal onderdelen bijgesteld, maar binnen het regime van de bijzondere bijstand blijkt een verdere vereenvoudiging van de uitvoering niet mogelijk. Dit leidt met name voor niet Wwb-gerechtigden tot een hoge drempel. Daarom stellen wij voor een nieuwe regeling te ontwerpen, los van de bijzondere bijstand. 2 Doelstelling Dit voorstel beoogt: Op basis van de evaluatie van de Geld-Terug-Regeling te komen tot een wijziging van deze regeling, die eenvoudiger is uit te voeren. Daarmee wordt de regeling beter toegankelijk voor met name niet Wwb-gerechtigden. Wij stellen voor met ingang van 1 januari 2007 een nieuwe regeling in te stellen, waarbij een bedrag van 50 per persoon wordt verstrekt. Wij hanteren daarbij een inkomensgrens van een afgerond bedrag dat afgeleid is van 120% van de bijstandsnorm, uitgewerkt in een viertal normen; echtpaar, alleenstaande ouders, alleenstaande 21 jaar en alleenstaande < 21 jaar. 3 Argumenten Het doel van de evaluatie was drieledig, namelijk inzicht verkrijgen in: het gebruik van de Geld-Terug-Regeling, de uitvoerbaarheid en verbeterpunten. Uit de evaluatie is het volgende gebleken: - Over de periode mei 2005 t/m april 2006 zijn 3880 tegemoetkomingen aan totaal 2358 huishoudens verstrekt op grond van de beleidsregel. Hiervan hebben 2500 verstrekkingen betrekking op 2005. - 78% van de gebruikers heeft een Wwb-uitkering voor levensonderhoud. Slechts 22% hoort tot de overige minima, en bestaat vooral uit alleenstaande 65+-ers. De groep overige minima onder de 65 jaar wordt dus nauwelijks bereikt. In de evaluatie wordt

2 aangegeven dat het formulier afschrikt: lang en ingewikkeld. Een andere reden voor het slechte bereik van deze groep is dat als inkomensgrens de relevante bijstandsnorm wordt gehanteerd, verhoogd met 30 om kleine fluctuaties tussen bruto en netto-berekeningen op te vangen. - De aandacht voor de regeling in de klantbrief en in De Brug heeft een positieve invloed gehad op het aantal aanvragen in de periode na deze publicaties. - De hoogte van het bedrag is toereikend voor een éénmalige activiteit maar biedt onvoldoende mogelijkheden voor structurele deelname aan activiteiten zoals lid worden van een sportclub. - De regeling valt onder het regime van de bijzondere bijstand. Dit betekent dat iedere aanvraag individueel beoordeeld moet worden, dat de kosten als noodzakelijk moeten worden aangemerkt en dat een vermogens- en inkomenstoets moet worden uitgevoerd. Van Nijmegenaren met een maandelijkse Wwb-uitkering voor levensonderhoud zijn deze gegevens bekend. Voor minima met een andere bron van inkomsten moet deze inkomens- en vermogenstoets worden uitgevoerd. Dit is een zwaar onderzoek, zeker in relatie tot het te verstrekken bedrag van 45. De Wwb vereist echter niet dat een dergelijke regeling onder de bijzondere bijstand wordt geplaatst mits de regeling betrekking heeft op sociaal-culturele en sportieve activiteiten. De individuele toetsing kan dan beperkt blijven tot de toets op de doelgroep en de besteding van het bedrag. Indien de regeling buiten de bijzondere bijstand wordt gebracht, geeft dit ruimte voor sterke vereenvoudiging van de inkomenstoets en het afzien van een vermogenstoets. Verruiming van de inkomensgrens Eén van de belangrijkste aanbevelingen uit de Minima-effectrapportage (MER) van 2005 was dat de gemeente de minima meer bestedingsruimte zou kunnen geven voor sociale activiteiten door verhoging van het bedrag in de beleidsregel. Een andere belangrijke aanbeveling was om gezinnen met (oudere) kinderen, die van alle minima de minste bestedingsruimte hebben, extra te ondersteunen. Uit de MER van 2005 is gebleken dat huishoudens met kinderen met een inkomen van 110% van de bijstandsnorm niet meer te besteden hebben dan huishoudens met een bijstandsuitkering. Bijstandsgerechtigden die recht hebben op een langdurigheidstoeslag hebben zelfs meer te besteden, dan de mensen met 110%. Om die reden wordt voorgesteld om voor de nieuwe Geld-Terug-Regeling een ruime inkomensgrens te stellen om een armoedeval zoveel mogelijk te voorkomen. Als inkomensgrens wordt per type huishouden een bedrag vastgesteld, dat is ontleend aan het 120% bijstandsniveau naar boven afgerond. Er wordt een norm vastgesteld voor een echtpaar, eenoudergezin, alleenstaande van 21 jaar en ouder, en een alleenstaande jonger dan 21 jaar. Er vindt geen vermogenstoets plaats. Het gebruik van de Geld-Terug-Regeling door minima zonder Wwb-uitkering wordt gestimuleerd en de uitvoeringskosten kunnen laag worden gehouden.

3 Hoogte van het bedrag Uit de evaluatie blijkt dat het huidige bedrag voldoende is voor een eenmalige activiteit, bijvoorbeeld een uitstapje, maar er kan geen contributie van een vereniging van worden betaald, laat staan dan nog de voetbalschoenen en het clubuniform. Uit vergelijkbare regelingen van een aantal andere gemeenten is gebleken dat de hoogte van het bedrag varieert tussen 90 en 200. Ook het NIBUD heeft in haar Minima-effectrapportage van augustus 2005 geadviseerd om de tegemoetkoming te verhogen om huishoudens met een minimuminkomen meer bestedingsruimte te geven voor sociale activiteiten. Gelet echter op het beschikbare budget van 204.000 voor de Geld-Terug-Regeling en de keuze voor handhaving van de doelgroep betekent dat de tegemoetkoming niet substantieel kan worden verhoogd. Wij stellen de hoogte van de tegemoetkoming daarom vast op 50 per persoon. Voor kinderen in het voortgezet onderwijs wordt naast de Geld-Terug-Regeling het schoolfonds ingesteld waarbij een tegemoetkoming van 100 per kind wordt verstrekt. De tegemoetkoming in het kader van de Geld-Terug-Regeling in combinatie met een verstrekking uit het schoolfonds bieden gezamenlijk, met name voor (eenouder-)gezinnen met kinderen in het voortgezet onderwijs, een substantiële bijdrage voor deelname aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten. Het schoolfonds gaat er vanuit dat er voor ieder kind in het voortgezet onderwijs kosten worden gemaakt voor buitenschoolse activiteiten. Door deze aanname is het voldoende om te toetsen of gezien het inkomen, het gezin tot de doelgroep hoort en of het kind voor wie een tegemoetkoming wordt aangevraagd, voortgezet onderwijs volgt. De koppeling van het schoolfonds aan de Geld-Terug-Regeling zal met name een stimulans zijn voor (eenouder-)gezinnen met kinderen in het voortgezet onderwijs om deel te nemen aan de regelingen. Overigens hebben wij niet de pretentie hiermee een dekking voor de volledige kosten te kunnen bieden. 4 Financiën Verwacht gebruik Geld-Terug-Regeling In Nijmegen zijn zo n 5400 kinderen op bijstandsniveau in de leeftijdscategorie 0 tot 18 jaar. In 2005/2006 hebben 1500 volwassenen een aanvraag ingediend voor de Geld- Terug-Regeling. Er is een budget beschikbaar van ca. 204.000. Het gebruik van de Geld-Terug-Regeling wordt voor 2007 ingeschat op 60% van de kinderen in de doelgroep: 60% van 5400 kinderen, * 50,=: 162.000 60% stijging van gebruik volwassenen 2400 * 50,=: 120.000 ========= + 282.000 Uitvoeringskosten In verband met het uitvoeren van de herziene Geld Terug Regeling wordt 60.000 aan uitvoeringskosten overgeheveld vanuit het budget uitvoeringskosten bijzondere bijstand naar het nieuwe product Maatschappelijke Participatie.

4 Naast de Geld-Terug-Regeling wordt een schoolfonds ingesteld voor kinderen in het voortgezet onderwijs voor kosten van buitenschoolse activiteiten. De Geld-Terug- Regeling en het schoolfonds worden samen opgenomen in een nieuw product, te noemen: Maatschappelijke Participatie. Totaal is hiervoor een budget beschikbaar van ca. 564.000. De geraamde kosten (incl. uitvoeringskosten) voor de Geld-Terug-Regeling zijn: 342.000 De geraamde kosten (incl. uitvoeringskosten) voor het schoolfonds zijn: 194.000 ======== + Totaal: 536.000 Dekking De dekking van voorliggend voorstel komt uit de bijzondere bijstand. In zowel 2004 als 2005 zijn immers niet alle als bijzondere bijstand gealloceerde middelen ingezet en halverwege 2006 zijn er nog geen andere signalen. Wij zijn voornemens om ervoor te zorgen deze toegewezen middelen wel volledig in te zetten met een drietal maatregelen te weten: 1) Fondsen (collegevoorstel nummer 06.0020962); 2) Geld-Terug-Regeling (aldus dit voorstel); 3) Terugdringen niet gebruik. Voor de onder 1) en 2) genoemde maatregelen hebben wij ter bewaking van deze budgetten 1 nieuw product aangemaakt te weten 61072 Maatschappelijke Participatie en halen de middelen hiervoor budgettair neutraal (geen programma of productgroep uitzetting) uit de bijzondere bijstand, zie de bijgevoegde begrotingswijziging. Beide voorstellen dienen dan ook in samenhang met elkaar te worden bezien. Voor de bestaande regeling Geld-Terug-Regeling is een budget beschikbaar van ca. 264.000 en het totale budget schoolfonds bedraagt 300.000. Beide bedragen zijn inclusief uitvoeringskosten. Het college is bevoegd een besluit te nemen over de bijgevoegde begrotingswijziging. Alle drie de maatregelen zijn gericht op dezelfde doelgroep (te weten Minima). Zo kan de doelgroep die aanspraak maakt op het schoolfonds tevens aanspraak maken op de Geld- Terug-Regeling. Op basis van beschikbare gegevens, verwachten we dat het totale budget Geld-Terug-Regeling en het schoolfonds en het resterende budget op het product bijzondere bijstand tezamen toereikend zullen zijn om de verwachte jaarlijkse uitgaven aan Geld-Terug-Regeling èn het schoolfonds te financieren. Financieel risico Het open einde karakter van de regeling houdt een financieel risico in. Het aantal aanvragen en het aantal verstrekkingen zijn op voorhand niet nauwkeurig in te schatten en kunnen jaarlijks variëren. Daar komt bij dat een aanvraag niet kan worden afgewezen op het feit dat het budget op is. Wij rapporteren hierover in de maraps.

5 5 Juridische aspecten In het kader van het gemeentelijk minimabeleid is het mogelijk een categoriale regeling voor voorzieningen voor sportieve en sociaal culturele activiteiten op te zetten. De WWB vereist niet dat een dergelijke regeling onder de bijzondere bijstand wordt geplaatst als de regeling betrekking heeft op deze specifieke kosten. De beoordeling die dan plaats dient te vinden is of de persoon tot de doelgroep behoort, wat de aard van de besteding is en of de besteding daadwerkelijk is gedaan in het kader van de regeling. Daarmee past de nieuw op te zetten regeling binnen de ruimte die het rijk biedt om minimabeleid te voeren. 6 Communicatie In het kader van de evaluatie zijn gesprekken gevoerd met uitvoerders, intermediairs en klanten. Om de bekendheid met de Geld-Terug-Regeling te vergroten wordt aangesloten bij de campagne Stimuleren gebruik inkomensaanvullende regelingen minima dat in het najaar 2006 van start gaat. Informatie over de fondsen wordt hierin ook meegenomen. Daarnaast zal specifiek voor de uitvoering van het schoolfonds een aparte publiciteitscampagne worden gestart. 7 Uitvoering Wij stellen voor de Geld-Terug-Regeling op de volgende punten te verbeteren: 1. Inkomensgrens Algemeen wordt aangenomen dat iemand met een inkomen op 110% van het relevante bijstandsniveau nauwelijks meer vrij te besteden heeft, dan iemand met een inkomen op bijstandsniveau. Voorgesteld wordt de doelgroep te bepalen op Nijmegenaren met een inkomen dat is afgeleid van 120% van het bijstandsniveau, dat wil zeggen tot en met 120% in een afgerond bedrag, en daarnaast het aantal inkomensgrenzen te beperken tot vier categorieën: echtpaar, eenoudergezin, alleenstaande van 21 jaar of ouder en een alleenstaande jonger dan 21 jaar. 2. Hoogte van het bedrag en koppeling aan het in te stellen schoolfonds Gelet op het beschikbare budget van 204.000 en de keuze voor handhaving van de doelgroep stellen wij de hoogte van de tegemoetkoming vast op 50. Deze tegemoetkoming, in combinatie met een verstrekking van 100 uit het schoolfonds bieden gezamenlijk, met name voor (eenouder-) gezinnen met kinderen in het voortgezet onderwijs, een substantiële bijdrage voor deelname aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten. 3. Intensivering van de voorlichting Om de bekendheid van de regeling te vergroten sluiten we aan bij de campagne Stimuleren gebruik inkomensaanvullende regelingen minima die in het najaar 2006 van start gaat. Dit gebeurt voor de huidige Geld-Terug-Regeling en voor de opvolger daarvan.

6 De bestaande Geld-Terug-Regeling zal worden gewijzigd per 1 januari 2007. De Geld- Terug-Regeling zal worden geëvalueerd gelijktijdig met het schoolfonds, in het tweede jaar na instelling van het schoolfonds. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, mevr. dr. G. ter Horst P. Eringa