De weg naar werk. Jongeren uit speciaal- en praktijkonderwijs. Nulmeting - Peildatum 1 oktober Publicatie: zomer 2017 Onderzoek op verzoek van

Vergelijkbare documenten
Regionale trendrapportage banenafspraak: stand 3 e kwartaal 2015

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2017

Resultaten nulmeting banenafspraak 18 december 2014

* Het totaal aantal banen is de som van de reguliere dienstverbanden bij markt- en overheidswerkgevers én de detacheringen/inleenverbanden.

Centrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services. Documentatierapport Hackaton bestand

REGIONALE VERSCHILLEN IN CARRIÈREVERLOOP NA DE WW

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2016

Aan het College van Burgemeester en Wethouders Postbus LV Den Haag Parnassusplein 5 T

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. 1e KWARTAAL publicatie augustus 2016

Geachte wethouders, Voor dit moment verwacht ik u voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Stephan van Iperen Netwerkmanager

ONDERZOEKSBERICHT. Mbo-studenten in Kenteq-kwalificaties (globale analyse)

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2013

Regionale trendrapportage banenafspraak: tussenmeting voortgang banenafspraak

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. 4e KWARTAAL publicatie juli 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2014

Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juni 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Noord-Holland

Ontwikkeling aantal erkende leerbedrijven Kenteq ( )

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2014

Doorstroom van vmbo/havo naar mbo ( )

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid

Documentatie bestand Jongeren in een kwetsbare positie naar RMC 2014/ 15

Documentatie bestand Jongeren in Kwetsbare Positie 14/15

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Zuid-Holland-Noord

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012

Rapportage (N)WW 50plus. Juni 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2019

Indicatieve verdeling garantiebanen naar regio s en sectoren

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 2019

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2014

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Gelderland-Noord

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2018

Stromen in de Sociale Zekerheid Sophie Doove Kathleen Geertjes Angelique Hendriks Daniëlle Otten

Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de Bijna werkzoekenden (NWW) meer dan in juli

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt

Stromen in de sociale zekerheid. Sophie Doove, Marjan Verberk-de Kruik, Bram Rouw

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Limburg

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2015

van Werkplein naar Arbeidsmarkt naar 4 Transities Werkgever en Werkzoekende

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2018

Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2015

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. April 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2017

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2018

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Groningen

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juni 2018

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Noord-Brabant-Oost

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Utrecht

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2016

Microdataservices. Documentatierapport Personen met een uitkering uit overige sociale voorzieningen in de verslagmaand (SECMSOCVOORZOVMNDBEDRAGBUS)

REGIONALE VERSCHILLEN IN HET CARRIÈREVERLOOP VAN SCHOOLVERLATERS

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juni 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2013

De arbeidsmarkt voor leraren primair onderwijs Regio Drenthe / Overijssel

November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) met ruim 30.

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. November 2016

Rapportage WW 50plus. Januari 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2017

ECABO - Trends binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2015

Transcriptie:

De weg naar werk Jongeren uit speciaal- en praktijkonderwijs Nulmeting - Peildatum 1 oktober 2014 Publicatie: zomer 2017 Onderzoek op verzoek van

2017 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft dit rapport geschreven op verzoek van: Cedris, landelijke vereniging voor Sociale Werkgelegenheid en Re-integratie Auteurs Afke Donker Daphne Kann-Weedage Nederlands Jeugdinstituut Catharijnesingel 47 Postbus 19221 3501 DE Utrecht Telefoon 030-230 63 44 Website www.nji.nl E-mail info@nji.nl

Inhoudsopgave 1 Achtergrond en vraagstelling... 5 2 Methode... 6 3 Schoolverlaters praktijkonderwijs... 8 4 Schoolverlaters speciaal onderwijs... 10 5 Samenvatting en vervolgvraag... 12 Bijlage 1: Samenstelling databestand... 13 18 juli 2017 4

1 Achtergrond en vraagstelling Cedris heeft het NJi gevraagd om informatie te verzamelen over de participatie doelgroepen met een kwetsbare positie aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Hun interesse gaat met name uit naar jongeren die voorheen onder verschillende regelingen vielen en nu onder de participatiewet vallen. Voorheen waren dit jongeren die in de Wajong kwamen. Deels zullen deze jongeren worden opgenomen in het doelgroepenregister, maar deels zullen zij ook op zoek moeten naar regulier werk. In een eerste verkenning hebben we met vertegenwoordigers van het ministerie van SZW, Divosa en SBCM onderzocht welke informatiebehoefte het meest prangend is. Hierbij keken we ook hoe deze beantwoord kan worden binnen of naast de analyses die het NJi op dit moment uitvoert voor de aansluiting onderwijs-jeugdhulp-arbeidsmarkt. De belangrijkste vraag van Cedris was: Hoe vergaat het onze doelgroep? De doelgroep is, zeker na de invoering van de participatiewet, minder makkelijk te definiëren. Voorheen behoorden vooral de Wajongers tot de doelgroep. Nu de toegang tot de Wajong smaller is geworden, is deze groep niet meer als geheel in beeld. Een deel van de jongeren zal worden opgenomen in het doelgroepenregister, maar dit register is (nog) niet beschikbaar voor onderzoek door derden. We hebben er daardoor voor gekozen ons te richten op twee duidelijk te definiëren subdoelgroepen: leerlingen die afkomstig zijn uit praktijkonderwijs leerlingen die afkomstig zijn uit speciaal onderwijs. Vervolgens was het zaak af te bakenen hoe we deze groep zouden volgen. Het leek het meest voor de hand te liggen om cohorten te volgen die in verschillende jaren het onderwijs hebben verlaten, zeker als straks een nieuwe groep in beeld komt die na praktijkonderwijs en speciaal onderwijs veel beperkter toegang hebben tot Wajong. De meest voor de hand liggende vergelijking zou zijn om van ieder groep te zien hoe het hen één, twee of drie jaar na het verlaten van hun school vergaat. In de analyses die het NJi uitvoert in het kader van de monitor aansluiting onderwijs-jeugdhulparbeidsmarkt is er voor gekozen om één peiljaar in beeld te brengen en de huidige situatie van leerlingen te relateren aan hun voorgeschiedenis in het onderwijs en jeugdhulp. Dat maakt het mogelijk om te onderzoeken welke kenmerken in de voorgeschiedenis van een jongere (zowel in verschillende vormen van onderwijs als in jeugdhulp) hem extra kwetsbaar maken. 1 Een dergelijke analyse met veel onafhankelijke variabelen is niet goed uit te voeren op basis van cohortonderzoek. Het peiljaar dat we gebruiken schuift met het beschikbaar komen van nieuwe data steeds een jaar op waardoor op een later moment wel vergelijkingen te maken zijn zoals die hierboven genoemd zijn. Op dit moment richten we ons vanwege deze praktische beperking op de huidige situatie 2 van jongeren die in verschillende schooljaren het praktijkonderwijs en het speciaal onderwijs hebben verlaten. Op een later moment kunnen we daar de nieuwe stand van zaken aan toevoegen. Dit leverde twee duidelijke onderzoeksvragen op: Hoeveel van de jongeren die het praktijkonderwijs of het speciaal onderwijs hebben verlaten, hebben inmiddels een baan of zitten nog op school? Verschilt dit percentage per arbeidsmarktregio? 1 Zie voor de uitkomst van deze analyses https://monitoraoj.nl/arbeidsregio1/ 2 Peildatum 1 oktober 2014 18 juli 2017 5

2 Methode We beantwoorden deze vraag met behulp van de CBS Microdata 3. Microdata zijn koppelbare data op persoons-, bedrijfs- en adresniveau. Onderzoekers kunnen hiermee onder strikte voorwaarden zelf statistisch onderzoek doen. Met de microdatabestanden van het CBS kunnen we een koppeling maken tussen onderwijsgegevens, adresgegevens en de sociaaleconomische categorie (in bezit van een baan, schoolgaand, ontvanger van een uitkering) van jongeren in Nederland. In bijlage 1 staat een overzicht van de gebruikte microdatabestanden van CBS en de operationalisaties en selecties die we hierin hebben gemaakt. We hebben deze bestanden gebruikt om een onderzoeksbestand aan te maken waar alle Nederlandse jongeren tussen de 16 en 27 jaar oud in zijn opgenomen. Deze personen worden in de Microdata geïdentificeerd met een persoonsnummer. Op basis van dat persoonsnummer hebben we de onderwijsgegevens van voorgaande jaren van dezelfde personen gekoppeld evenals hun adresgegevens zodat we weten in welke arbeidsmarktregio ze wonen. Binnen het onderzoeksbestand hebben we acht cohorten aangemaakt: vier cohorten voor het praktijkonderwijs en vier voor het speciaal onderwijs. Hierbij hebben we de volgende criteria gevolgd: Jongeren van 15-27 jaar die in de periode 2010-2014 het praktijkonderwijs of speciaal onderwijs verlaten hebben en hun (arbeidsmarkt)participatie op 1 oktober 2014. Meer specifiek: 1. de jongeren die het ene jaar nog wel een inschrijving hebben op praktijkonderwijs en het daaropvolgende jaar niet meer of: 2. de jongeren die het ene jaar nog wel een inschrijving hebben op speciaal onderwijs en het daaropvolgende jaar niet meer Wat doen zij op 1 oktober 2014? Meer specifiek: 3. Zitten zij nog op school? of: 4. Werken zij? of: 5. Indien ze niet naar school gaan of werken; ontvangen ze een uitkering? Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen het ontvangen van een werkloosheids- of bijstandsuitkering enerzijds, of een uitkering vanwege ziekte en een andere overige sociale voorziening anderzijds. 4 3 Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen van het Nederlands Jeugdinstituut op basis van niet-openbare microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek. 4 De data van CBS die we hiervoor gebruiken maken deze indeling. Onder overige sociale voorziening worden verschillende uitkeringen verstaan. Het grootste deel van deze jongeren krijgt een uitkering Wet arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen jonggehandicapten (Wajong). Andere mogelijke uitkeringen in deze categorie zijn: uitkeringen Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) - uitkeringen Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) - uitkeringen Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) - uitkeringen Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) - - oorlogs- en verzetspensioenen - overige uitkeringen niet nader te bepalen. 18 juli 2017 6

De bovenstaande analyse is te fijnmazig om per arbeidsmarktregio te kunnen uitvoeren. De aantallen worden dan te klein en zouden tot onthullingen kunnen leiden 5. Per arbeidsmarktregio brengen we in beeld: Jongeren van 15-27 jaar die in de periode 2010-2014 het praktijkonderwijs of speciaal onderwijs verlaten hebben en hun (arbeidsmarkt)participatie op 1 oktober 2014. Meer specifiek: 1. de jongeren die het ene jaar nog wel een inschrijving hebben op praktijkonderwijs en het daaropvolgende jaar niet meer of: 2. de jongeren die het ene jaar nog wel een inschrijving hebben op speciaal onderwijs en het daaropvolgende jaar niet meer Wat doen zij op 1 oktober 2014? Meer specifiek: 3. Zitten zij nog op school of hebben ze een baan? of: 4. Niet. We presenteren hieronder eerst de resultaten van de jongeren uit praktijkonderwijs (hoofdstuk 3) en vervolgens de resultaten van de jongeren uit het speciaal onderwijs (hoofdstuk 4). We sluiten af met een korte samenvatting en vervolgvraag. 5 Om onthullingen te voorkomen worden aantallen kleiner dan 10 niet in beeld gebracht. Als dit getal uitgerekend of herleid kan worden op basis van het totaal aantal jongeren en de andere onderdelen van de uitsplitsing, wordt ook een van de andere getallen niet weergegeven. Dit is op basis van de outputrichtlijnen van CBS, voor het gebruik van Microdata. Dit leidt echter tot een groot aantal lege cellen wat de informatiewaarde te laag maakt. 18 juli 2017 7

3 Schoolverlaters praktijkonderwijs Hieronder beschrijven we hoe het de verschillende cohorten uit het praktijkonderwijs verging op 1 oktober 2014. In de bovenste balk staan de leerlingen die op dat moment het praktijkonderwijs pas net verlaten hebben. Deze leerlingen waren op 1 oktober 2013 nog ingeschreven op het praktijkonderwijs en op 1 oktober 2014 niet meer. Een groot deel van deze leerlingen gaat door naar een andere vorm van onderwijs, een klein deel heeft een baan. Ongeveer 28% heeft geen werk en gaat niet naar school. Onder NEET wordt verstaan jongeren die niet werken en niet naar school gaan ( Neither Employment, Education or Training ). Van de leerlingen die al eerder het praktijkonderwijs hebben verlaten (de lagere balken) hebben steeds meer jongeren in 2014 het onderwijs helemaal verlaten. Ze hebben vaker een baan dan dat ze nog naar school gaan (van de schoolverlaters in 2010, het vroegste cohort, ongeveer 36%). Anderzijds gaat ook een grotere groep, naarmate de tijd verstrijkt sinds het verlaten van het praktijkonderwijs, helemaal niet naar werk of school (ongeveer 40% van het vroegste cohort tegenover 30% van het laatste cohort). Schoolverlaters Praktijkonderwijs IN 2013 IN PRO, 2014 NIET IN PRO IN 2012 IN PRO, 2013 NIET IN PRO IN 2011 IN PRO, 2012 NIET IN PRO IN 2010 IN PRO, 2011 NIET IN PRO 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% arbeid NEET: werkloosheidsuitkering of bijstand NEET: geen werk, geen school, geen uitkeringen (nog niet) schoolgaand met of zonder inkomen NEET: uitkering ziekte of sociale voorziening Een groot deel van het effect dat hierboven te zien is, komt waarschijnlijk omdat leerlingen die langer van school zijn, nu eenmaal vaker een plek proberen te vinden op de arbeidsmarkt. Voor een deel van de leerlingen die uit het praktijkonderwijs komen is dit blijkbaar moeilijk. De tijd die verstreken is tussen het verlaten van het praktijkonderwijs en het bepalen van de arbeidsmarktpositie verschilt per cohort. Daarom is niet te bepalen of jongeren uit de eerdere cohorten in een, twee of drie jaar tijd vaker (of minder vaak) een baan vinden dan jongeren uit de latere cohorten. Als we deze analyse op een later moment aanvullen met meer recente cijfers 6 kunnen we wel uitspraken doen als Jongeren uit cohort 2010-2011 hebben na drie jaar vaker werk dan jongeren uit cohort 2011-2012. 6 Op het moment van schrijven zijn nog niet alle benodigde data definitief beschikbaar in de CBS Microdata. 18 juli 2017 8

3.1 Uitgesplitst naar arbeidsmarktregio De tweede onderzoeksvraag gaat over de vraag of jongeren in bepaalde arbeidsmarktregio s vaker op school of in werk blijven dan jongeren in andere arbeidsmarktregio s. Dit is informatie die binnen en tussen arbeidsmarktregio s een gesprek kan voeden over hoe men de betreffende doelgroepen faciliteert in hun zoektocht naar school of werk. Is er een reden voor waarom in een bepaalde regio meer of minder leerlingen vanuit praktijkonderwijs NEET worden? Verschilt de situatie op de arbeidsmarkt of het beleid dat gevoerd wordt? Deze vraag kunnen we per cohort niet heel gespecificeerd in beeld brengen. Daarom brengen we hieronder per arbeidsmarktregio in beeld hoeveel van de jongeren uit het eerste en laatste cohort op 1 oktober 2014 naar school gingen of werk hadden (donkerblauw) of niet (lichtblauw). Dit is voor (bijna) alle regio s in beeld te brengen. IN 2013 IN PRO, 2014 NIET IN PRO IN 2010 IN PRO, 2011 NIET IN PRO Achterhoek Amersfoort Drechtsteden Drenthe Flevoland Food Valley Friesland Gooi en Vechtstreek Gorinchem Groningen Groot Amsterdam Haaglanden Helmond-De Peel Holland Rijnland IJsselvechtstreek Midden-Brabant Midden-Gelderland Midden-Holland Midden-Limburg Midden-Utrecht Noord-Holland Noord Noord-Limburg Noordoost-Brabant Rijk van Nijmegen Rijnmond Rivierenland Stedendriehoek en Twente West-Brabant Zaanstreek/Waterla Zeeland Zuid-Holland Centraal Zuid-Kennemerland Zuid-Limburg Zuidoost-Brabant Total 0% 20% 40% 60% 80% 100% Achterhoek Amersfoort Drechtsteden Drenthe Flevoland Food Valley Friesland Gooi en Vechtstreek Gorinchem Groningen Groot Amsterdam Haaglanden Helmond-De Peel Holland Rijnland IJsselvechtstreek Midden-Brabant Midden-Gelderland Midden-Holland Midden-Limburg Midden-Utrecht Noord-Holland Noord Noord-Limburg Noordoost-Brabant Rijk van Nijmegen Rijnmond Rivierenland Stedendriehoek en Twente West-Brabant Zaanstreek/Waterla Zeeland Zuid-Holland Centraal Zuid-Kennemerland Zuid-Limburg Zuidoost-Brabant Total 0% 20% 40% 60% 80%100% werk of school NEET werk of school NEET 18 juli 2017 9

4 Schoolverlaters speciaal onderwijs In dit hoofdstuk presenteren we dezelfde gegevens als in het voorgaande hoofdstuk, maar dan voor de leerlingen die in de verschillende cohorten het speciaal onderwijs verlaten hebben. In de bovenste balk staan de leerlingen die op dat moment het speciaal onderwijs pas net verlaten hebben. Veel vaker dan de leerlingen uit het Praktijkonderwijs komen deze leerlingen direct (de drie rechter categorieën in de bovenste balk) zonder baan of school te zitten. Het percentage NEET (jongeren zonder baan of school) is in de eerdere cohorten steeds nog een klein beetje hoger, evenals het (lage) percentage jongeren dat een baan heeft. Van de jongeren uit het vroegste cohort (de onderste balk) heeft drie jaar na het verlaten van het speciaal onderwijs ongeveer 16% werk. Schoolverlaters Speciaal onderwijs IN 2013 IN VSO, 2014 NIET IN VSO IN 2012 IN VSO, 2013 NIET IN VSO IN 2011 IN VSO, 2012 NIET IN VSO IN 2010 IN VSO, 2011 NIET IN VSO 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% arbeid NEET: werkloosheidsuitkering of bijstand NEET: geen werk, geen school, geen uitkeringen (nog niet) schoolgaand met of zonder inkomen NEET: uitkering ziekte of sociale voorziening Ook voor de informatie hierboven geldt dat het nuttig kan zijn is om deze analyse op een later moment aan te vullen met meer recente cijfers 7 zodat duidelijk wordt of jongeren uit latere cohorten na één, twee of drie jaar vaker een baan vinden dat jongeren uit eerdere cohorten. 7 Op het moment van schrijven zijn nog niet alle benodigde data definitief beschikbaar in de CBS Microdata. 18 juli 2017 10

4.1 Uitgesplitst naar arbeidsmarktregio Hieronder brengen we per arbeidsmarktregio in beeld hoeveel van de schoolverlaters uit het uit het vroegste en laatste cohort op 1 oktober 2014 werk hadden / naar school gingen (donkerblauw) of niet (lichtblauw). Deze informatie kan binnen of tussen arbeidsmarktregio s een gesprek voeden over de toeleiding van leerlingen van het speciaal onderwijs richting ander onderwijs en werk. In vergelijking met de tabel over jongeren met een geschiedenis in praktijkonderwijs kan het ook een gesprek opleveren over hoe de aanpak voor beide groepen verschilt (of zou moeten verschillen) en waarom de aanpak in een bepaalde regio voor praktijkonderwijsleerlingen beter werkt dan voor leerlingen uit het speciaal onderwijs. IN 2013 IN VSO, 2014 NIET IN VSO IN 2010 IN VSO, 2011 NIET IN VSO Achterhoek Amersfoort Drechtsteden Drenthe Flevoland Food Valley Friesland Gooi en Vechtstreek Gorinchem Groningen Groot Amsterdam Haaglanden Helmond-De Peel Holland Rijnland IJsselvechtstreek Midden-Brabant Midden-Gelderland Midden-Holland Midden-Limburg Midden-Utrecht Noord-Holland Noord Noord-Limburg Noordoost-Brabant Rijk van Nijmegen Rijnmond Rivierenland Stedendriehoek en Twente West-Brabant Zaanstreek/Waterland Zeeland Zuid-Holland Centraal Zuid-Kennemerland Zuid-Limburg Zuidoost-Brabant Total werk of school 0% 20% 40% 60% 80% 100% NEET Achterhoek Amersfoort Drechtsteden Drenthe Flevoland Food Valley Friesland Gooi en Vechtstreek Gorinchem Groningen Groot Amsterdam Haaglanden Helmond-De Peel Holland Rijnland IJsselvechtstreek Midden-Brabant Midden-Gelderland Midden-Holland Midden-Limburg Midden-Utrecht Noord-Holland Noord Noord-Limburg Noordoost-Brabant Rijk van Nijmegen Rijnmond Rivierenland Stedendriehoek en Twente West-Brabant Zaanstreek/Waterland Zeeland Zuid-Holland Centraal Zuid-Kennemerland Zuid-Limburg Zuidoost-Brabant Total werk of school 0% 20% 40% 60% 80% 100% NEET 18 juli 2017 11

5 Samenvatting en vervolgvraag Een klein deel van de jongeren die het praktijkonderwijs verlaten, gaat direct aan het werk. Een veel groter deel gaat nog steeds naar school. De leerlingen uit het speciaal onderwijs gaan minder vaak direct werken en zitten vaker direct thuis met ook veel vaker een Wajong-uitkering dan jongeren uit het praktijkonderwijs. Van de jongeren die al langer geleden het praktijkonderwijs hebben verlaten, gaan er veel minder naar school. Een deel van hen heeft werk, een ander deel zit thuis, met of zonder uitkering (voornamelijk Wajong). Ook de leerlingen die al langer geleden het speciaal onderwijs hebben verlaten, zitten minder vaak nog op school. Zij gaan vooral vaker aan het werk. Het percentage uitkeringen neemt vooral in de meest recente cohorten toe. Er zijn verschillen tussen arbeidsmarktregio s. In Zuid-Oost Brabant is 80% van de jongeren die tussen oktober 2013 en 2014 het praktijkonderwijs hebben verlaten direct daarna aan het werk, in Zuid-Limburg en Groningen ligt dat percentage veel lager. Voor een deel zal dat komen door verschillen in bijvoorbeeld werkgelegenheid. Daarom kan het voor arbeidsmarktregio s ook nuttig zijn om te bezien waarom het percentage NEET- jongeren onder leerlingen uit het praktijkonderwijs zo anders is dan het percentage NEET-jongeren vanuit het speciaal onderwijs. De verschillen tussen de cohorten zal voornamelijk komen door de toegenomen tijd die is verstreken sinds het verlaten van het onderwijs. We verwachten slechts een klein effect door veranderende weten regelgeving omdat die wijzigingen in de betreffende jaren niet heel groot waren. In de komende jaren zal het effect van veranderende wet- en regelgeving enorm toenemen. Het kan dan ook zeker nuttig zijn om dergelijke analyses met enige regelmaat te herhalen. Dit zal bijvoorbeeld informatie kunnen opleveren over wat er straks gebeurt met jongeren die voorheen een Wajong-uitkering kregen. Zien we straks een toename van jongeren die aan het werk zijn, gaan jongeren langer naar school of komen er meer jongeren in de bijstand of zonder uitkering thuis te zitten? 18 juli 2017 12

Bijlage 1: Samenstelling databestand 8 GBA De basis van het bestand is de gemeentelijke basisadministratie (bestanden: gbapersoontab; gbaadresobjectbus; vslgwbtab; niet-vslgwtab; vslpostcodebus) peildatum: 1 oktober 2014 Jongeren ouder dan 15 en jonger dan 27, ingedeeld naar woongemeente en arbeidsmarktregio Sociaaleconomische categorie Peildatum: 1 oktober Basis: secm-informatie van CBS (SECMBUS). Eindsecm (een zwaartepuntbenadering opgesteld door het CBS) op 1 oktober telt Als Eindsecm ontbreekt of overig zonder inkomen is, maar er is wel een inschrijving in: o onderwijsinschrtab (onderwijsinschrijvingen vo, mbo en ho/wo), o inschrwpotab (onderwijsinschrijvingen po) of o inschrwectab (onderwijsinschrijvingen (v)so), geven we aan dat de jongere naar school gaat. Als Eindsecm een uitkering betreft, maar uit de onderliggende variabelen blijkt dat de persoon wel werkt (en hiermee blijkbaar minder verdient dan zijn uitkering), geven we aan dat de jongere werkt. We dikken dit in naar: o Werk (werknemer, directeur-grootaandeelhouder, zelfstandig ondernemer, overig zelfstandige), o schoolgaand met of zonder inkomen (schoolg/school./stud met inkomen en zonder inkomen) o wezenpensioen o NEET: werkloosheidsuitkering of bijstand (ontvanger werkloosheidsuitering, ontvanger bijstandsuitkering) o NEET: uitkering ziekte of sociale voorziening (ontvanger uitkering sociale voorz. overig, ontvanger uitkering ziekte/ao) o NEET: geen werk, geen school, geen uitkeringen (overig zonder inkomen) Onderwijsgeschiedenis Peildata: 1 oktober We gebruiken drie onderwijsbestanden, en steeds van alle jaren vanaf 2010: Onderwijsinschrtab voor Praktijkonderwijs MBO / HBO / WO / VO / Lwoo Inschrpotab voor Primair onderwijs Speciaal basisonderwijs Inschrwectab voor (voortgezet) speciaal onderwijs 8 We gebruiken het databestand dat we in het kader van de participatie-monitor, een uitbreiding op de monitor AOJ, hebben opgesteld. In dit bestand is ook informatie over jeugdhulp opgenomen. Omdat we die informatie hier niet gebruiken, beschrijven we dat hier niet. 18 juli 2017 13