Export Processing Regime als ontwikkelingsstrategie Een goed idee voor Afrika?



Vergelijkbare documenten
De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Hoofdstuk 27 Landenrisico

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2012 tot en met 2016

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting (Summary in Dutch)

Export-update Noord- en Zuid-Amerika - juli 2014

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2007 tot en met 2011

Praktische opdracht Economie Economie van China

Examen HAVO. Economie 1

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2008 tot en met 2012

Uittocht uit de industrie onstuitbaar? Prof. Dr. J. Konings VIVES - KULeuven

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: Waar komt het vandaan?

Presentatie onderdirecteur Handel, Mw. Mr. H. Djosetiko voor de ASFA workshop op 20 oktober Lokatie: Ballroom Hotel Torarica

Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.

Dutch Good Growth Fund (DGGF)

Samenvatting (Summary in Dutch)

DE IMPACT VAN DE NOTIONELE INTRESTAFTREK OP DE KAPITAALSTRUCTUUR EN TEWERKSTELLING VAN MULTINATIONALE ONDERNEMINGEN IN BELGIË

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1

KANSDOSSIER LANDBOUWMACHINES Australië. September 2015

Eindexamen vwo economie II

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland

Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2009 tot en met 2013

ADOPTIE Trends en Analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2011 tot en met 2015

Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2013 tot en met 2017

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

Internationale varkensvleesmarkt

Handels- en investeringscijfers Verenigde Staten-Nederland 1

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland 1

De waarheid over de notionele intrestaftrek

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2004 tot en met Datum 30 maart 2009

De overheid geeft (te)veel uit? Weet u hoeveel

WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS?

Praktische opdracht Economie Wat voor rol heeft de opkomende economie van China in de wereldeconomie?

Handels- en investeringscijfers Indonesië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Mexico-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Vietnam-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers China-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Hongkong-Nederland 1

Kritisch kijken op verschillende schaalniveaus

Aantekening Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: Globalisering

Overzicht van het aantal verstrekte beginseltoestemmingen over de jaren

Handels- en investeringscijfers Libië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Singapore-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2014 tot en met 2018

De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling

Voorbeeld-Examenvragen (+ Antwoorden) DEEL INTERNATIONALE HANDEL

Regionale vooruitzichten Sub-Sahara Afrika - bijlage Percentage grondstoffen in goederen export

Potplanten en jonge planten 2007

ADOPTIE Trends en analyse

Eindexamen vwo economie 2014-I

Handels- en investeringscijfers Pakistan-Nederland 1

aardrijkskunde vwo 2015-I

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Handels- en investeringscijfers Benin-Nederland 1

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

Handels- en investeringscijfers Nigeria-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ghana-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Colombia-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Rusland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Saoedi-Arabië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Noorwegen-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Egypte-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Turkije-Nederland 1

EconomieeenInleiding. 1: Wereldreis. o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht

Handels- en investeringscijfers Chili-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Slowakije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Brazilië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Algerije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Griekenland-Nederland 1

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-I

Handels- en investeringscijfers Ivoorkust-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Polen-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1

ADOPTIE. Trendsen analyse. Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2007 tot en met Maart 201 2

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Eindexamen economie vwo II

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei uur

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Iran-Nederland 1

Buitenlandse handel. Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010.

Handels- en investeringscijfers België-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Luxemburg-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zweden-Nederland 1

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Handels- en investeringscijfers Marokko-Nederland 1

Transcriptie:

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2013 2014 Eport Processing Regime als ontwikkelingsstrategie Een goed idee voor Afrika? Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen: Handelsingenieur Isabeau Haelterman onder leiding van Prof. dr. B. Merlevede

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2013 2014 Eport Processing Regime als ontwikkelingsstrategie Een goed idee voor Afrika? Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen: Handelsingenieur Isabeau Haelterman onder leiding van Prof. dr. B. Merlevede

PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. Isabeau Haelterman I

WOORD VOORAF Voor u ligt een Masterproef die het resultaat is van anderhalf jaar hard werken. Deze kon slechts tot stand komen dankzij de epertise en steun van enkele mensen. Vooreerst zou ik mijn Promotor, Pr. Dr. Bruno Merlevede, hartelijk willen danken om mij de mogelijkheid te bieden een Masterproef te schrijven rond een onderwerp van mijn interesse, mijn onderzoek in de juiste richting te sturen en vooral voor zijn geduld in verband met de gegevensverwerking in Stata. Zijn deur en mailbo stonden steeds open voor vragen. Verder bedank ik graag mijn vrienden (de XOXO-bende) en vriend, Julien, om mijn uren in en om de faculteit zo aangenaam te maken. De boog kan niet altijd gespannen staan! Met vele lunches in de Kantienberg, terrasjes en etentjes hebben we elkaar door de zware thesisperiode getrokken. Last but not least, en eigenlijk bovenal, bedank ik mijn ouders. Mijn papa, Luk Haelterman, voor al de tijd die hij gestoken heeft in het aanreiken van nieuwe informatie en inzichten, voor de contacten met eperts in het domein van mijn Masterproef, voor het meermaals nalezen van mijn werk, en vooral voor de mentale steun. Mijn mama, Martine Geeroms, omdat ze mij onvoorwaardelijk heeft gesteund en aangemoedigd en omdat ze altijd met een luisterend oor (en een lekkernijtje) klaar stond. Het was fijn om op jullie te kunnen rekenen ook al waren we meer dan 6000km van elkaar verwijderd. Bedankt! Isabeau Haelterman Juni 2014 II

INHOUDSTAFEL PERMISSION... I WOORD VOORAF... II LIJST MET AFKORTINGEN... IV LIJST MET FIGUREN... V LIJST MET TABELLEN... VII 1. INLEIDING... 1 2. THEORETISCHE ACHTERGROND... 4 2.1. Eport Processing Regime... 4 2.1.1. Eport Processing Regime Het principe... 4 2.1.2. Eport Processing Regime en de Wereldhandelsorganisatie... 8 2.1.3. Gevaren van Eport Processing Regimes... 10 2.2. Eport Processing Regime in de wereld... 14 3. HISTORIEK... 17 3.1. Afrikaanse economie, het potentieel... 17 3.2. Afrika en Eport Processing Regimes... 21 3.3. Gevallenstudies... 22 3.3.1. China een lappendeken van eport processing zones... 22 3.3.2. Meico maquiladora s, een bijdrage voor de binnenlandse economie of niet?... 26 3.3.3. Nigeria: hoe het niet moet... 30 4. Kwantitatief onderzoek... 38 4.1. Data... 38 4.1.1. Tijdreeksanalyse... 42 4.1.2. Paneldata methode... 42 4.2. Tijdreeksanalyse... 46 4.2.1. Methodologie... 46 4.2.2. Resultaten... 47 4.3. Paneldata-analyse... 58 4.3.1. Methodologie... 58 4.3.2. Resultaten... 62 5. ALGEMEEN BESLUIT... 86 6. BIBLIOGRAFIE... 88 III

LIJST MET AFKORTINGEN AGOA ARIMA ACF BIP BNP ECOWAS EPA EPR EPZ ETDZ FDI FE FTA GDP GE HIDZ ILO NAFTA NEPZA OKFTZ PACF PPP RTA SEZ SSA UNIDO WEPZA WTO = African Growth and Opportunity Act = Autoregressive Integrated Moving Average = Autocorrelatie Functie = Border Industrialisation Program = Bruto Nationaal Product = Economic Community of West African States = Eport Processing Agreement = Eport Processing Regime = Eport Processing Zone = Economic and Technological Development Zone = Foreign Direct Investment = Fied Effects = Free Trade Agreement = Gross Domestic Product = Gravity Equation = High-tech Industry Development Zone = International Labor Office = North American Free Trade Agreement = Nigerian Eport Processing Zone Association = Olokola Free Trade Zone = Passive Autocorrelation Function =Public Private Partnership = Regional Trade Agreement = Special Economic Zone = Sub Sahara Afrika = United Nations Organization for Industrial Development = World Eport Processing Zone Association = World Trade Organization IV

LIJST MET FIGUREN FIGUUR 1: FIGUUR 2: HET EPR-PRINCIPE SCHEMATISCH VOORGESTELD AANTAL EPR S IN DE VERSCHILLENDE WERELDDELEN FIGUUR 3: GROEIVOETEN EN JAARLIJKSE OPBRENGSTEN VAN AFRIKA FIGUUR 4: FIGUUR 5: VERDELING VAN ALLE EPR S OVER DE WERELD FIT EXPORT ARIMA-MODEL MET INVOERING EPR CHINA FIGUUR 6: FIT IMPORT ARIMA-MODEL MET INVOERING EPR MADAGASKAR FIGUUR 7: FIGUUR 8: FIT EXPORT ARIMA-MODEL MET INVOERING EPR INDIA FIT IMPORT ARIMA-MODEL MET INVOERING EPR VIETNAM FIGUUR 9: FIT EXPORT ARIMA-MODEL MET INVOERING EPR DOMINICAANSE REPUBLIEK FIGUUR 10: FIGUUR 11: FIT IMPORT ARIMA-MODEL MET INVOERING EPR DOMINICAANSE REPUBLIEK FIT EXPORT ARIMA-MODEL MET INVOERING EPR MAURITIUS FIGUUR 12: FIT IMPORT ARIMA-MODEL MET INVOERING EPR MAURITIUS FIGUUR 13: FIGUUR 14: FIT IMPORT ARIMA-MODEL MET INVOERING EPR NICARAGUA FIT IMPORT ARIMA-MODEL MET INVOERING EPR PAKISTAN FIGUUR 15: EFFECT VAN EPR OP BILATERALE EXPORTSTROMEN GEDURENDE DE EERSTE 15 JAAR, EPR IN 1 LAND EN EPR IN BEIDE LANDEN FIGUUR 16: EFFECT VAN EPR OP BILATERALE EXPORTSTROMEN GEDURENDE DE EERSTE 15 JAAR, EPR IN 1 LAND, MET BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN FIGUUR 17: EFFECT VAN EPR OP BILATERALE EXPORTSTROMEN GEDURENDE DE EERSTE 15 JAAR, EPR IN BEIDE LANDEN, MET BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN V

FIGUUR 18: EFFECT VAN EPR OP BILATERALE EXPORTSTROMEN GEDURENDE DE EERSTE 15 JAAR, EPR IN 1 LAND EN IN BEIDE LANDEN, MET BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN VI

LIJST MET TABELLEN TABEL 1: EVOLUTIE EPR TUSSEN 1975 EN 2007 TABEL 2: TABEL 3: OVERZICHT LANDEN MET EPR JAARTALLEN VAN INTRODUCTIE EPR PER LAND TABEL 4: BESCHRIJVENDE STATISTIEKEN TABEL 5: SCHATTING ARIMA-MODELLEN, IMPORTDATA TABEL 6: SCHATTING ARIMA-MODELLEN, EXPORTDATA TABEL 7: FIT ARIMA-MODELLEN MET EPR-VARIABELE, IMPORTDATA TABEL 8: TABEL 9: FIT ARIMA-MODELLEN MET EPR-VARIABELE, EXPORTDATA FIT ARIMA-MODELLEN MET EPR-VARIABELE, IMPORTDATA MET TIJDSTREND TABEL 10: FIT ARIMA-MODELLEN MET EPR-VARIABELE, EXPORTDATA MET TIJDSTREND TABEL 11: TABEL 12: PANEL STANDAARD GRAVITY EQUATION, MET TIJDSTREND EN COUNTRY FIXED EFFECTS, BILATERAL EXPORT PANEL AUGMENTED GRAVITY EQUATION, BILATERAL EXPORT TABEL 13: TABEL 14: PANEL AUGMENTED GRAVITY EQUATION, LAGS VAN 5 JAAR, BILATERAL EXPORT PANEL AUGMENTED GRAVITY EQUATION, LAGS VAN 10 JAAR, BILATERAL EXPORT TABEL 15: TABEL 16: TABEL 17: TABEL 18: PANEL AUGMENTED GRAVITY EQUATION, LAGS VAN 5 EN 10 JAAR, BILATERAL EXPORT PANEL AUGMENTED GRAVITY EQUATION, FASE1 FASE2 FASE3, BILATERAL EXPORT PANEL AUGMENTED GRAVITY EQUATION, TIJDSTREND EN COUNTRY FIXED EFFECTS, BILATERAL EXPORT PANEL AUGMENTD GRAVITY EQUATION, COUNTRY- EN TIME FIXED EFFECTS, BILATERALE EXPORT VII

TABEL 19: TABEL 20: PANEL AUGMENTED GRAVITY EQUATION, MET JAARLIJKS EPR-EFFECT EERSTE 15 JAAR, COUNTRY FIXED EFFECTS ZONDER EN MET TIME FIXED EFFECTS, BILATERAL EXPORT PANEL AUGMENTED GRAVITY EQUATION, COUNTRY- EN TIME FIXED EFFECTS, EFFECT VAN EPR IN AFRIKA, BILATERAL EXPORT VIII

1. INLEIDING Afrika behoort tot de derde wereld 1, een synoniem voor het geheel van alle ontwikkelingslanden en door De Velder en De Cnuydt (2009) omschreven als een groep landen met grote armoede in vergelijking met de rijke landen, dikwijls gaat dit gepaard met technologische, economische en medische achterstand. Het betreft dan ook meestal landen die nog geen aanzienlijk niveau van industrialisatie bereikt hebben, en die geen of een slecht ontwikkelde dienstensector, een grote landbouwsector en lage levenstandaarden en BNP/capita hebben. De Afrikaanse economie, zeker Sub-Sahara Afrika, gaat gebogen onder relatief hoge schulden, een laag aandeel in de eportmarkt, verdwijnende buitenlandse investeringen en toenemende financiële afhankelijkheid (Kahn & Ajayi, 2000). Dit is ook vandaag nog grotendeels het geval. Sub- Sahara Afrika is een kleine speler in handel op wereldschaal. Daarbij komt nog dat er onderscheid moet worden gemaakt tussen import en eport van mineralen die vandaag enkel bijdragen tot de verrijking van enkele individuen enerzijds, en de import en eport die wel bijdraagt aan de algemene welvaart anderzijds. Afrika wordt nog steeds geteisterd door kapitaalvlucht en de gerepatrieerde vergoedingen van Afrikaanse werknemers in het buitenland dragen maar enkele luttele percenten bij tot het BNP (Lawson-Remer & Greenstein, 2012). Bijstand, zowel financiën als voeding, is tot vandaag voor Afrika van grotere betekenis dan buitenlandse investeringen. Naast financiële problemen heeft Afrika ook te kampen met problemen op het vlak van bevolkingsgroei en verstedelijking. De bevolking van het Afrikaanse continent is de laatste vijftig jaar etreem snel gegroeid, in de tweede helft van de 20 e eeuw is het bevolkingsaantal 1 Het begrip derde wereld werd ingevoerd in de jaren 50. Het betrof een groep landen die niet behoorden tot de twee heersende machten van dat moment: NAVO en het Warschaupact. Deze landen maakten geen deel uit van een militaire alliantie met een van bovenstaande machten. Leidende landen binnen deze beweging waren Joegoslavië, India, Egypte en Indonesië. De meeste derde wereld landen liggen in Afrika, Zuid-Amerika en Azië. Dikwijls betreft het landen die ooit werden gekoloniseerd. 1

vervierdubbeld, van 230 miljoen naar een miljard in 2010 (World Population Statistics, 2013), voornamelijk als gevolg van verbeterde zorg en hygiëne, geloofsovertuiging, onderhoud behoeftes en laag opleidingsniveau. Verstedelijking is er alom tegenwoordig, de bevolking trekt massaal naar stedelijke gebieden, zo ontstaan miljoenensteden zoals Lagos, Johannesburg en Nairobi, die erg lijden onder een hoge populatieconcentratie. In 2010 bedroeg het aandeel stedelingen ongeveer 36%; voorspellingen geven aan dat dit aandeel zal stijgen naar respectievelijk 50% en 60% tegen 2030 en 2050, tegen die tijd zal de helft van de Afrikaanse bevolking in een stad wonen (Ncube, 2012). Ook scholing is een struikelblok voor Afrika; slechts 76% van de kinderen volgt lager onderwijs en slechts 35% van de jongeren volgt secundair onderwijs. Bijkomend is nog het feit dat het niveau van het onderwijs ondermaats is en dat technisch vormend onderwijs zelfs grotendeels afwezig is. Dit dwarsboomt voor de schoolgaande jongeren de mogelijkheid om in onze geglobaliseerde wereld goed aan de kost te komen. Het niveau van het openbaar onderwijs is van een bedenkelijk peil door een gebrek aan financiering en leerkrachten, zij krijgen te maken met grote klassen, geen degelijke gebouwen, heel beperkt onderwijsmateriaal en slechte verloning, wat dikwijls leidt tot staking van het onderwijspersoneel. Het privéonderwijs is slechts weggelegd voor de happy few, die zich de schoolgelden kunnen veroorloven (minder dan 5% van de bevolking) (Roburgh et Al., 2010). Echter, uit onderzoek is een mogelijke economische vooruitgang en potentie van Afrika gebleken. Er zijn een groot aantal ontwikkelingen die het continent aantrekkelijk maken voor lange termijn investeringen (Roburgh et al., 2010). Gezien de derdewereldproblematiek al jaren een veelbesproken thema blijft, is er reeds een rijkelijke hoeveelheid literatuur voorhanden, die de oorzaak, gevolgen en mogelijke oplossingen bestudeert en beschrijft. Met deze masterproef wil ik bijdragen aan de zoektocht naar hulpmiddelen en oplossingen voor ontwikkelingslanden en de zoektocht naar een manier om het Afrikaanse potentieel een eerlijke kans te geven. Deze masterproef stelt Eport Processing Regimes (EPR) voor als een van de ontwikkelingsstrategieën voor Afrika en zal nagaan welke mogelijkheden EPR s Afrika kunnen bieden, met als illustratie een analyse van situatie in Nigeria en zijn grootste EPR-project. Deze masterproef zal aan de hand van een tijdreeksanalyse en een paneldata analyse handelsstromen bestuderen en welke invloed de invoering van een Eport Processing Regime in het verleden heeft gehad op de import en eport van landen verspreid over de hele wereld. Zo zal een vergelijking 2

gemaakt worden tussen Afrikaanse landen en niet-afrikaanse landen, om te kunnen afleiden of Eport Processing Regimes een mogelijke ontwikkelingsstrategie zijn voor het Afrikaanse continent. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van data uit de periode 1948-2012. Het empirisch onderzoek bouwt verder op artikels van en Carrère (2006), Baier & Bergstrand (2007) en Baier et Al. (2008). De methodologie van deze studie leunt het dichtst aan bij de twee laatstgenoemde. De voorbije 40 jaar werd het Gravity Model veelvuldig toegepast om effecten van bijvoorbeeld handelsakkoorden op handelsstromen te analyseren. Carrère, Baier & Bergstrand en Baier et Al. onderzoeken het effect van Regional Trade Agreements op handelsstromen. De onderzoeken maken gebruik van paneldata gebaseerd op de Gravity Equation. Vervolgens schat Carrère het effect van de Regional Trade Agreements op handelsstromen met Random Effects. Baier & Bergstrand en Baier et Al. daarentegen schatten het effect met behulp van Fied Effects. Dit onderzoek gebruikt de e post technieken van Baier & Bergstrand en Baier et Al. om de invloed van een EPR op Afrikaanse handelsstromen en economie na te gaan. Deze studie verschilt van de hierboven besproken bouwstenen in twee opzichten. Vooreerst wordt in dit onderzoek de invloed van het invoeren van een EPR op de economie en welvaart van een land onderzocht. Bovenvermelde werken beschreven de invloed van verschillende types handelsakkoorden en handelsakkoorden in het algemeen op bilaterale handelsstromen. Daarenboven wordt er naast de controle op bilaterale handelsstromen eerst een tijdreeksanalyse uitgevoerd. Hierbij worden eport- en importdata bestudeerd, om na te gaan of de aanwezigheid van EPR in een land een directe invloed heeft op de eport en import in dat land. Het eerstvolgende hoofdstuk geeft een theoretische achtergrond van het principe achter EPR en beschrijft EPR op wereldschaal. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de recente historiek, meer bepaald van de Afrikaanse economie en wat EPR vandaag voor Afrika betekent en het hoofdstuk bevat enkele gevallenstudies in specifieke landen binnen en buiten Afrika. Hoofdstuk 4 voorziet in een bespreking van het kwantitatief onderzoek, de gehanteerde methodologie, de data en de resultaten. Hoofdstuk 5, tot slot, vat de belangrijkste bevindingen van deze studie samen. 3

2. THEORETISCHE ACHTERGROND 2.1. Eport Processing Regime Een Eport Processing Regime kan omschreven worden als een duidelijk afgebakende industriële zone waar vrije handel kan gevoerd worden, meer specifiek buiten het binnenlandse douane- en handelsregime om. Het gaat dus om een zone waar handel gedreven kan worden onder een meer vrije wetgeving dan de wetgeving van het gastland en waar handeldrijven dus een incentive betekent voor investeerders. De geproduceerde goederen zijn voornamelijk voor eport voorbestemd. In de kern is een EPR een quid pro quo tussen de overheid van het gastland en de investerende bedrijven; in ruil voor creatie van tewerkstelling, technologietransfer, economische ontwikkeling, etc. verkrijgen de investeerders fiscale incentives zoals vrijstelling van belastingen (Waters, 2013) en een zo optimaal mogelijke industriële werkomgeving. 2.1.1. Eport Processing Regime Het principe Redenen van invoering voor EPR s zijn verscheiden. Sommige landen doen het voor de opbrengsten uit wisselkoersen, terwijl anderen als doel hebben de productie van niet-traditionele eportproducten zoals elektronica en auto-industrie te laten toenemen, daarnaast worden ze ook gebruikt om werkloosheid aan te pakken, buitenlands kapitaal aan te trekken en knowhow en technologie het land binnen te brengen. Bepaalde landen maken onderscheid tussen EPR s op basis van de uitgevoerde activiteiten en/of de geldende regelgeving en maken dit ook duidelijk met behulp van de naamgeving. Zo zijn development zones, free trade zones, free investment zones, free economic zones, economic and technology development zones, industrial estates, andere benamingen voor eport processing regime. EPR biedt een oplossing voor de conflicterende belangen van het gastland, die tewerkstelling en wisselkoersopbrengsten willen genereren, de buitenlandse producenten, die goedkoop willen in- 4

en uitvoeren, en de lokale producenten die niet kunnen concurreren op wereldschaal (Schrank, 2001). Schrank ziet EPR als een middel om buitenlandse eportgerichte producenten aan te trekken en tegelijkertijd de binnenlandse industrie te beschermen. Dit basisconcept is over de jaren heen door verschillende landen gepersonaliseerd. Zo wordt EPR in sommige landen gebruikt als hulpmiddel bij een economische hervorming. Elders, wordt er niet langer gefocust op fiscale voordelen om buitenlandse investeerders aan te trekken, maar worden EPR s aangeboden als een internationaal competitief business environment. De voorziening van goede transport, logistiekeen drijfkrachtinfrastructuur, goede communicatienetwerken, efficiënte douaneprocedures, efficiënte administratie, etc. worden gebruikt om buitenlandse investeerders aan te trekken (Engman et Al., 2007). Om de bestaande industrie van het gastland te beschermen wordt wel opgelegd dat op de verkoop van binnen het EPR geproduceerde goederen aan het gastland wel invoerrechten worden geheven om valse concurrentie met de in het land gevestigde industrieën te voorkomen (uiteraard alleen op het ingevoerde materiaalgedeelte van deze geproduceerde goederen); deze protectionistische regelgeving kan wel variëren van land tot land. EPR s brengen voordelen voor zowel de investeerders als het gastland waarin de EPR gevestigd wordt: Het voornaamste doel voor de investeerder is zijn opbrengst maimaliseren. Een EPR kan daar toe bijdragen door het feit dat investeringskosten gedrukt worden doordat in vele gevallen infrastructuur reeds voorzien is en ontwikkeld tot een zeer bevorderend niveau. Meestal genieten de bedrijven gevestigd in een EPR van de voordelen van het clusterprincipe, vele zaken zijn gemeenschappelijk binnen het EPR zoals bijvoorbeeld veiligheid, IT en supply chainvoordelen. De investeerder kan veel besparen door het wegvallen van douanerechten en belastingen op invoer, van zowel zijn investeringsgoederen als van de materialen. Men kan eigenlijk spreken over een low-cost-center voor investeringen. De investeerder bespaart tijd door te opereren in een EPR aangezien import- en eportlicenties overbodig zijn, douanecontroles achterwege worden gelaten en men geen last ondervindt van allerhande bureaucratische formaliteiten. Meestal fungeert het Zone Management als een one stop shop voor alle bureaucratische beslommeringen zoals oprichting van een vennootschap, aankoop of leasen van gronden, registreren van zekerheden, etc. Het EPR biedt de investeerders een betrouwbaar communicatiesysteem, constante energie- en waterbevoorrading, veiligheid en een duurzaam en kwaliteitsvol werkterrein. Ook een voordelig inkomstenbelastingenregime en een (in de meeste gevallen) recht tot uitkering 5

van 100% van de gereserveerde winsten zijn elementen die een investeerder als muziek in de oren klinken. De regelgeving is afhankelijk van regime tot regime, maar er zijn een drietal algemene kenmerken: taksvrije invoer van grondstoffen en productiemateriaal taksvrije uitvoer van afgewerkte producten een aantrekkelijk systeem van inkomstenbelastingen Ook het gastland heeft tal van voordelen bij de invoering. EPR s dragen bij tot de sociale en economische ontwikkeling van het gastland. In een EPR draait het hoofdzakelijk om eporthandel, dit genereert samen met de kapitaalinbreng opbrengsten uit wisselkoersen. EPR s creëren werkgelegenheid, voor Afrika betekent dit een kans voor aangroei in de beschikbare arbeid en voor de vele werknemers in de landbouwsector een kans om over te stappen naar een beter betaalde job in de industrie. Zo kan verdere fractionering van het landbouwareaal vermeden worden, en kan de landbouwproductiviteit verhoogd worden (m.a.w. een overgang van landbouwen als levensonderhoud naar een meer gerichte agricultuur). Zowel binnenlandse als buitenlandse ondernemingen worden aangetrokken, wat leidt tot een diversificatie van de economische activiteiten binnen het land. Voor Afrika is dit een zeer interessant pluspunt omdat in veel Afrikaanse landen de economie enkel gericht is op slechts een of enkele producten (monoculturen), aan andere sectoren wordt geen of weinig aandacht besteed, en dit leidt dan in de meeste gevallen tot enkele rijke machthebbers en armoede voor de rest van de bevolking en een lage economische productiviteit. Een EPR bevordert ook de binnenlandse handel aangezien er beroep wordt gedaan op lokale ondernemers. Bijvoorbeeld voor de telecommunicatie en de constructie van de infrastructuur en voor andere toeleveringen. De lokale ondernemers moeten dan naar voldoende kwaliteitsniveaus evolueren om te leveren naar internationaal aanvaarde standaardnormen. Industrieën buiten het EPR kunnen zo hun voordeel halen uit het feit dat ze gedwongen worden om op zeer hoog niveau te opereren als ze competitief willen blijven; dit vraagt scholing van de werknemers en management. Niet te vergeten is de wetenschap en technologie, die door buitenlandse ondernemingen worden meegebracht naar EPR s. De rest van het land zal daar wel bij varen omdat werknemers deze kennis kunnen overdragen naar binnenlands personeel en 6

ondernemingen. Zeker in landen waar de educatieve sector onderontwikkeld is, zoals in het merendeel van de Sub Sahara Afrikaanse landen, nemen deze buitenlandse investeringen een groot deel van de technische opleidingen voor hun rekening. Meer en meer raken de gastlanden zich bewust van dit fenomeen en ze ontwikkelen van langs om meer een local content -policy, die er vooral op gericht is om over een gespecifieerde periode de meeste epatriates te vervangen door lokale werkkrachten. Echter, men moet wel inzien dat de belastingvoordelen zich vaak beperken tot een bepaalde duur van bijvoorbeeld 10 jaar. De overheid van het gastland hoopt natuurlijk dat de bedrijven na het verstrijken van deze periode in het land gevestigd zullen blijven. Aangezien het voor de bedrijven veelal om het belastingvoordeel te doen is, verhuizen de multinationals na het verstrijken van de gunstige periode dikwijls naar een ander land om in een ander EPR van de fiscale voordelen te profiteren. FIGUUR 1 Het EPR-principe schematisch voorgesteld (Jayanthakumaran, 2003) Rest of the world Domestic economy Intermediate and capital goods, management and technical knowledge Labor, capital goods, raw materials, utilities and subsidies EPR Profit remittance Taes, processed goods, profit and eternal effects 7

2.1.2. Eport Processing Regime en de Wereldhandelsorganisatie Het World Trade Organization (WTO) is de organisatie die instaat voor de regelgeving omtrent handel tussen landen, wereldwijd. Centraal staan de WTO overeenkomsten, onderhandeld en ondertekend door het merendeel van de handel voerende landen over de hele wereld. Hun doel is om wereldwijd producenten, eporteurs en importeurs probleemloos internationale handel te laten drijven, algemeen gezien heffen ze handelsbarrières op tussen landen van het WTO. Eport Processing Regimes worden niet specifiek behandeld in een van de WTO overeenkomsten, toch vallen incentives die EPR s bieden, zoals besproken in hoofdstuk 2.1.1., onder de WTO regelgeving. Landen die bij het WTO aangesloten zijn, moeten aan de volledige WTO regelgeving voldoen, ook hun EPR s (Creskoff, Walkenhorst, 2008). EPR-incentives kunnen in drie categorieën onderverdeeld worden: incentives die voldoen aan de WTO overeenkomsten incentives die WTO overeenkomsten verbreken incentives waarvan het van situatie tot situatie afhangt of ze aan de WTO overeenkomsten voldoen of niet Rekening houdend met het feit dat weinig ontwikkelde leden van het WTO (BNP/capita lager dan US$1000 (in 1990 dollars)) worden vrijgesteld van de regelgeving omtrent subsidies en andere compensaties (Agreement on Subsidies and Countervailing Measures) en het feit dat momenteel nog een 16-tal landen voor bepaalde redenen nog vrijgesteld worden van de WTO-regelgeving tot en met 2015, kan men concluderen dat de WTO-regelgeving vooral slaat op WTO-leden met een gemiddeld inkomen. Volgende WTO-incentives voldoen aan de WTO-regelgeving: vrijstelling van invoerrechten op eportgoederen vrijstellen van indirecte belasting op eportgoederen vrijstelling van invoerrechten en indirecte belastingen op grondstoffen en afval wanneer deze gebruikt worden/voortkomen voor/uit de productie van eportgoederen vrijstelling van heffingen en indirecte belastingen op goederen opgeslagen in EPR s 8

Volgende WTO-incentives verbreken de WTO-regelgeving: subsidies op eport voorkeursbehandeling voor transport en kosten van transport voor eport gebruik van binnenlandse grondstoffen i.p.v. geïmporteerde grondstoffen, wanneer het gebruik van binnenlandse grondstoffen voordeliger blijkt subsidies op het gebruik van binnenlandse grondstoffen i.p.v. geïmporteerde grondstoffen vrijstelling of vermindering van directe belastingen of maatschappelijk welzijn wanneer gerelateerd aan eport etc. (Creskoff, Walkenhorst, 2008) In volgende gevallen is het afhankelijk van land tot land of de EPR-incentives voldoen aan de WTOregelgeving of niet: vrijstelling van belastingen en heffingen op productieapparatuur in EPR s voorzieningen voor materialen en onderdelen in ruil voor een vergoeding die niet gelijk is aan de marktwaarde overheidssubsidies voor de ontwikkeling van de EPR-infrastructuur Men moet wel in gedachten houden dat de WTO-regelgeving enkel slaat op maatregelen/incentives opgelegd door WTO-leden, met andere woorden, maatregelen/incentives aangeboden door overheden. Een meerderheid van de EPR s in de wereld is private eigendom, werd privé ontwikkeld en wordt privé uitgebaat. Maatregelen en incentives in deze EPR s zijn niet onderhevig aan de WTO-regelgeving, tenzij een bepaalde incentive uitgaat van de overheid (Creskoff, Walkenhorst, 2008). Het is belangrijk in te zien dat een EPR niet zomaar van de ene dag op de andere kan ingevoerd worden en aan alle stakeholders voordelen kan aanbieden met als doel de lokale economie een boost te geven en de welvaart te verbeteren. Eport Processing Regimes vallen nog steeds onder de WTO-regelgeving. 9

2.1.3. Gevaren van Eport Processing Regimes Naast de brede waaier van nagestreefde positieve effecten (tewerkstelling, buitenlandse investeringen, winst uit wisselkoersen, overdracht van knowhow, vorming, industriële discipline,...) kunnen EPR s ook aanleiding geven tot zeer uiteenlopende negatieve gevolgen, o.a. het verstoren van bepaalde maatschappelijke evenwichten. Zeker aangaande de arbeid gerelateerde gevaren bestaat heel wat literatuur, de problematiek werd ook ruim aangekaart door het International Labour Office (ILO) (2003). De gevaren kunnen opgedeeld worden in arbeid gerelateerde effecten, sociologische, financiële en economische (gesprek met de heer Sina Agboluaje (vorig Managing Director van NEPZA), 12 april 2014, Lagos (Nigeria)). a. Arbeid en sociale politiek: de voornaamste kritiek is hier zeker de veel voorkomende beperking in de vrijheid tot vereniging ( freedom of association ), waardoor vakbonden niet toegelaten zijn in EPR en dus ook de verdediging van de rechten van de werknemers in het gedrang kunnen komen. Dikwijls laat het niveau van sociale dialoog tussen werkgevers en werknemers daardoor veel te wensen over. Verscheidene studies hebben dit fenomeen onderzocht en voor enkele landen werd dit effect aangetoond door middel van een vergelijking van de vergoedingsevolutie binnen EPR en erbuiten. De verloning is hier natuurlijk slechts één van de elementen naast bescherming van de arbeid, gezondheid en veiligheid, discriminatie naar geslacht, kinderarbeid,... uitvoergeoriënteerde industrialisering in de EPR s is in vele gevallen nog zeer sterk op vrouwelijke arbeidskrachten gericht omdat deze eport zich meestal situeert in laag technische sectoren zoals tetiel en machinebouw (UN, 1999). Dit geeft in eerste instantie de kans aan deze vrouwen om te ontsnappen aan de uitermate lage lonen in landbouw en huishouding, maar de combinatie van de bovengenoemde beperking in vrijheid van vereniging en de tweederangs rol, die in de meeste van deze ontwikkelende landen nog wordt toebedeeld aan vrouwen, maakt hun nog een gemakkelijker slachtoffer voor uitbuiting. 10

een terugkerend fenomeen is ook dat de gecreëerde arbeidsplaatsen zeer tijdelijk zijn. Laag kapitaalintensieve sectoren, bijvoorbeeld tetielateliers, leiden er immers toe dat de industrie zich relatief gemakkelijk kan verplaatsen als reactie op veranderende internationale handelsstromen, wijzigende factoren in EPR (bijvoorbeeld arbeidskost, milieuregels, taks wetgeving, etc.), met als gevolg zware reducties in tewerkstelling. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld de terugloop in tewerkstelling in de Meicaanse maquiladora s als gevolg van de verhoogde concurrentie uit China juist na de eeuwwisseling (Hall, 2002), de 70% reductie in tewerkstelling als gevolg van de onlusten in Madagaskar in dezelfde periode, de verplaatsing van tewerkstelling van Azië naar Afrika als gevolg van het Multivezelakkoord (African Growth and Opportunity Act (AGOA)). een laatste fenomeen dat we willen vermelden betreffende de arbeidsrelaties is dat de EPR s meestal gekenmerkt zijn door een hoge turnover in werknemers. Dit zal zonder meer te maken hebben met de intensiteit van de productie, met culturele factoren en met contracten van beperkte termijn. Maar de grote werkgeversvrijheid in de relatie met de werknemers, die dikwijls resulteert in weinig human relations beleid en slechte arbeidsverhoudingen, is hier zeker ook niet vreemd aan. b. Maatschappelijke impacten: zeker in landelijke gebieden kunnen EPR s resulteren in een aanslag op de maatschappelijke structuren. De rurale agrarische gebieden ondervinden al vlug urbanisatiedruk, met als gevolg dat de voorheen eenvoudige landbouwbevolking kleine winkels en commerciële activiteiten starten of in de industrie gaan werken. Meestal worden bij de onteigening van de gronden aan de bewoners van de streek grote verbeteringen in infrastructuur, gezondheid, opleiding, etc. beloofd, maar de bewoners beseffen niet dat ze hierdoor een cultuur- en maatschappelijke verandering zullen ondergaan, en blijken dan ook bij latere navraag niet overtuigd dat ze er zijn op vooruitgegaan. in bepaalde gevallen leiden EPR s ook tot zware migratiegolven. Dit kan zoals hiervoor gezegd tot grote cultuurveranderingen leiden, maar in de meeste gevallen 11

komen deze migranten ook in een zeer zwakke maatschappelijke positie terecht. Dit fenomeen werd aangetoond in onder andere de Chinese provincies Shenzhen en Guangdong en Mauritius(ILO, 2003). er werd ook vastgesteld dat sommige van deze EPR s een stijging veroorzaken in de prostitutie en de misdaad. Dit is het gevolg van het aantrekken van industriële werkkrachten, die over een vast inkomen beschikken en heel dikwijls ook voor langere periodes van huis zijn. c. Financiële aspecten: de zwakkere overheidscontrole in de EPR s kan ook leiden tot een verhoging van het smokkelrisico. De meeste goederen in de zone zijn immers niet-gededouaneerde goederen en deze overbrengen naar het gebied errond brengt natuurlijk de besparing van de douanerechten (die soms zeer hoog kunnen oplopen, bv. kent Nigeria een toeslag van 110 % op de invoer van rijst, 70 % op de invoer van auto s). in het verleden werd ook vastgesteld dat deze EPR s al eens gebruikt werden voor het witwassen van geld via de investeringen en op basis van de weinige controle op de mobiliteit van kapitalen. door de incentives, die de staten introduceren bij de oprichting van EPR s, moet men er wel opletten dat de netto-voordelen van EPR s opwegen tegen de gemiste inkomsten voor de staat (inkomstenbelasting, indirecte belastingen, douanerechten, voorheffingen allerhande). Dit is des te meer waar als men vaststelt dat industrieën worden aangetrokken, die anders ook in het land zouden aanwezig zijn (bijvoorbeeld olie- en gasverwerking in de buurt van de vindplaatsen). d. Economische impacten: een eerste probleem kan ontstaan bij de onteigening van de gronden voor de EPR door de staat. Het betreft hier meestal agrarische gronden, die echter niet noodzakelijk structureel verbouwd zijn (bv. savannegebied of woud). De 12

onteigenende staat is verondersteld om de gronden,eigenlijk de oogsten, te compenseren en, indien er verhuizing noodzakelijk is, de onteigenden minstens evenwaardige levensomstandigheden te bezorgen. In de beginperiode is het wat dit betreft zeker hier en daar fout gelopen, maar grote inspanningen van de Wereldbank om hiervoor standaarden op te stellen, die als minimum conditie gelden voor een eventuele financiering, en ook onderschreven werden door de bankwereld, hebben tot een sterke verbetering geleid. natuurlijk leidt het creëren van een EPR, een zone waar een concentratie van industrie komt, tot grondspeculatie in de wijde omgeving van het project. Gewiekste speculanten misbruiken dikwijls de onwetendheid van de oorspronkelijke nietontwikkelde bevolking om reuze winsten te maken. Dit resulteert er dan in dat de lokale bevolking bij de nieuw geldende grond- en woningprijzen zich niet meer kan handhaven en dus de vruchten van de ontwikkeling niet kan plukken en eerder, althans gevoelsmatig, verarmt of, zelfs, moet verhuizen. Het leidt natuurlijk ook tot een verdere vermindering van het landbouwareaal en mogelijks tot een moeilijkere voedselvoorziening. EPR s kunnen ook aanleiding geven tot grote verschillen in welvaart, niet alleen tussen individuen, maar ook tussen regio s onderling (dit leidde bv in China tot zware interregio concurrentie, zie hoofdstuk 3.3.1). Deze interregionale verschillen kunnen volgens Balasubramanyan (1988) ook resulteren in een duale economische structuur met mogelijks negatieve gevolgen: enerzijds een eport-georiënteerde enclave, waar de investeringen vooral arbeidsintensief zijn, en anderzijds een binnenlandse markt, die vooral kapitaalsintensieve investeringen kent gericht op importsubstitutie. Dit leidt tot een inefficiënte bedeling van de middelen op nationaal niveau en bijgevolg tot een overall verlies aan welvaart. Het is dus duidelijk dat er hier sprake is van een groeiproces, waarbij de beleidsbepalers moeten leren uit de ervaringen van andere ontwikkelende landen. Een meer fleibele benadering van de EPR-instrumenten kan hier veel onheil voorkomen en het comparatief voordeel van het land veiliger stellen. 13

2.2. Eport Processing Regime in de wereld Het concept van EPR is bijna zo oud als onze westerse beschaving gezien EPR reeds werd toegepast in 300 voor Christus op het Griekse eiland Delos, dat later ten andere één van de rijkste eilanden werd. Sinds het begin zijn ze een doorn in het oog van het niet-economische staatsapparaat wegens te zelfstandig, het Romeinse rijk trachtte dergelijke zones te onderdrukken omdat ze zogezegd destructief waren voor het centralisme in het Rijk. Tot vandaag blijven vele overheidsdepartementen felle tegenstanders van EPR. Eport Processing Regimes in hun huidige vorm bestaan reeds een halve eeuw. Puerto Rico en Ierland waren de eerste landen om EPR te implementeren. Het Ierse Shannon Free Zone staat bekend als model voor EPR. Shannon Free Zone werd opgericht in 1959 door de Ierse overheid met het oog op het verhogen van de tewerkstelling in landelijk gebied, het in gebruik nemen van een kleine lokale luchthaven en inkomsten genereren voor de Ierse economie (OECD, 2009). Het project was uitermate succesvol. Sindsdien heeft het EPR principe zich golfsgewijs verspreid over de rest van de wereld. In Azië was India de pionier met zijn eerste EPR in 1965, ongeveer gelijktijdig met China. De Republiek Korea volgde in 1970, vervolgens Maleisië in 1971, de Filipijnen in 1972 en Indonesië in 1973 Ook Bangladesh, Sri Lanka en Thailand volgden in de jaren 77 tot 1980 (World Bank, 1992). Mauritius was het eerste Afrikaanse land om het principe van EPR in te voeren, in 1970. Verscheidene andere Afrikaanse landen, onder andere Liberia, Ghana en Senegal volgden in de jaren 70. De EPR-golf bereikte Latijns Amerika sneller, daar werd het eerste EPR ontwikkeld in Colombia in 1964. Daarna volgden Dominicaanse Republiek in 1965, Meico in 1070, Guatemala en Honduras in 1972, El Salvador in 1973, Jamaica in 1976 en Costa Rica in de jaren 80. De golf zette zich verder over de hele wereld, Oost-Europa en Sub Sahara Afrika kwamen erbij in de jaren 90 (Engman, Onodera, Pinali, 2007). Tabel 1 geeft een overzicht van de EPR-evolutie sinds 1975. Van de 3500 bestaande EPR in 2007 bevinden er zich 3126 in ontwikkelingseconomieën en deze voorzien 64,9 miljoen van de 66 miljoen tewerkstelling (Stein, 2008). 14

TABEL 1 Evolutie EPR tussen 1975 en 2007 (Engman et Al., 2007) 1975 1986 1997 2002 2007 No. countries with EPR 25 47 93 116 130 No. EPR s 79 176 845 3000 3500 Employment (millions) N/A N/A 22,5 43 66 - of which China N/A N/A 18 30 40 - of which other countries with figures available 0,8 1,9 4,5 13 26 Tabel 2 (infra, p31) geeft een overzicht van alle 132 landen die een vorm van EPR hebben. De sterke groei van het aantal EPR s betekent echter niet dat ze plots een groot deel van de wereldwijde tewerkstelling gaan betekenen. De grote percentages van aandeel in tewerkstelling zijn eerder uitzondering dan regel en eerder beperkt tot kleinere landen (uitzondering op de regel is China). In 2002 bereikte de EPR-tewerkstelling 18% van de totale tewerkstelling in Mauritius en ongeveer 10% in Hong Kong en Tunesië (Milberg, Amengual, 2008). Voor alle landen met EPR ligt het gemiddelde eerder bij 3%, de under-performers inbegrepen. Dit is macro-economisch nog altijd een zeer betekenisvolle tewerkstelling, en uiteraard mag men niet vergeten dat de voordelen zich niet beperken tot tewerkstelling alleen. 15

FIGUUR 2 Aantal Eport Processing Regimes in de verschillende werelddelen, met de verdeling tussen private eigendom of eigendom van de overheid (Akinci, Crittle, 2008) 16