Ruimte en Milieu. Rijnstraat 8 T.a.v. de griffie Postbus 20951

Vergelijkbare documenten
Geachte Voorzitter, De Voorzitter van de Tweede Kamer. der Staten-Generaal Interne postcode 372 Postbus EA DEN HAAG Telefoon

HOLLAND. Gedeputeerde Staten. De gemeenteraden en de colleges van Burgemeester en Wethouders van alle gemeenten in Zuid-Holland

Externe veiligheid en ruimtelijke ordening Rolverdeling overheden. Yde Hamstra Coördinator externe veiligheid provincie Zuid-Holland

Perspectieven nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening Als bestuurders willen kan er veel

BIJLAGE: WIJZIGINGEN WET RUIMTELIJKE ORDENING

Bijlage bij uitnodiging regiogesprekken nwro

Wet ruimtelijke ordening

De nieuwe Wro. Wet ruimtelijke ordening: een fundamentele herziening

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 april 2019

Inleiding Omgevingswet CROW bijeenkomst Omgevingswet en Mobiliteit

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

Omgevingswet en de raad

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009

De Watertoets in beweging

De nieuwe Wro op provinciaal niveau

Ontwerpbesluit. Toelichting

De waarde van ruimte 2

Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking!

Raad : 10 februari 2004 Agendanr. : 9 Doc.nr : B RAADSVOORSTEL

Raadsvoorstel tot het vaststellen van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening: gevolgen voor delegatiebesluiten en verordeningen

Paraaf Provinciesecretaris

Raadsvoorstel. Aan de raad, Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel

VNG Juridische 2-daagse. Deelsessie: Beheersverordening Wro

1. Bevolkingsontwikkeling (demografie):

Beleidskader windenergie

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 oktober 2018 Proces van invoering Omgevingswet

H. van Heugten raad juli 2010

Statenvoorstel. Startnotitie Partiële wijziging 2018 Visie ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting

InterprovinciaalOverleg

Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone. Toelichting

Aanbiedingsbrief. Aan de raad.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Raad en de Omgevingswet

Procesconvenant ruimtelijke ordening Zuid-Holland

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het daarbij behorende Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in werking getreden.

p t" c!! HOLLAND ZUID

OMGEVINGSWET VOOR DUMMIES. 1 oktober Willem Wensink

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht. Haarlem, Onderwerp: Kadernotitie regionale luchthavens

Onderwerp Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht

Voorstel aan de gemeenteraad

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Gedeputeerde Staten. De colleges van Burgemeester en Wethouders van de Gelderse gemeenten. 22 oktober

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Omgevingswet en de raad

Adviesnota aan gemeenteraad

De Wet ruimtelijke ordening en het Watertoetsproces

Achtergrondinformatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

(070) Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. Samenvatting. informatiecentrum tel. ons kenmerk BAOZW/U Lbr.

Concept Convenant Voorraadbeheersing en Afstemming Werklocaties Flevoland. 1. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere,

Voorstel aan Gemeenteraad

raad /com; 4-t2.-i2- vka cf voorste+feaee:

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Wijziging van de onteigeningswet

Gebiedsvisie windenergie Drenthe. Voorgestelde behandeling: - Provinciale staten op 26 juni 2013

INGEKOMEN 1 8 liov Verzenddatum '1 7 NOV Paraaf P- *

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Toelichting bij Ontwerp Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 29 november 2010 Betreft Uitvoering Nota Ruimte

Datum 21 augustus 2009 Betreft Aanbieding Nationaal Samenwerkingsprogramma en toelichting op de uitvoering van het NSL

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 16 september 2013 Betreft Rijksprogramma SMASH

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

TRENDANALYSE BEOORDELING RUIMTELIJKE PLANNEN Datum 15 maart 2011

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& 1 8 DEC Routing

Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan "Heerde-Dorp, 5 e herziening (Haneweg 4 te Heerde)".

uw kenmerk ons kenmerk ECFD/U Lbr. 16/050

Vergaderdatum Gemeenteblad 2011 / Agendapunt. Aan de Raad

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2018 Onderwerp Wettelijke experimenteerruimte

Raadsvoorstel Vaststelling bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg

Vaststelling bestemmingsplan Agter de Hoven ong. Wanssum (NL.IMRO.0984.BP va01)

Startnotitie t.b.v. het opstellen van een beleidskader kleine luchtvaart

Voorstellen aan de raad van de gemeente Wester-Koggenland jaar 2006 VoorsteInr.: Agendapunt: Vergadering: 8 juni 2006

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 15 februari 2018 U Lbr. 18/004. Stand van zaken Interbestuurlijk Programma.

bijlage(n) Commissie-informatiebrief inzalce brief Provincie aanpassing Limburgs Kwaliteitsmenu

De Omgevingsvisie vervangt de volgende wettelijk verplichte plannen:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

GEMEENTE WESTLAND RAADSVOORSTEL

Het bijgevoegde conceptvoorstel spreekt voor zich. Volstaan wordt dan ook met een verwijzing daarnaar.

Vaststelling bestemmingsplan Oirloseheide 2 Oirlo (NL.IMRO.0984.BP17009-va01)

Onderwerp Afwijken van het planologisch regime onder de Wabo (voorheen projectbesluit)

1. Kent u het bericht Amsterdam klaagt over geluidsoverlast Schiphol?

Notitie. Statenleden. Statencommissie EZB. 7 mei V.M.J. Munnecom. Ruimtelijke Ontwikkeling & Handhaving (073) Aan.

STAD & LAND in de ruimtelijke ordening

Handboek Beheer van Scoutingkampeerterreinen. Infoblad 1.3 BESTEMMINGSPLAN. Op dit infoblad vind je informatie over de volgende onderwerpen:

Datum 20 november 2009 Betreft Voortgang dossier zandwinputtenvoortgang dossier zandwinputten. Geachte Voorzitter,

Procedureel De aanvraag voor de onderhavige vergunning werd gedaan bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (hierna: EL&I).

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

INSTRUMENTARIUM NIEUWE WET RUIMTELUKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 maart 2012 Gemeentelijke herindeling

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum. Geachte Voorzitter,

Nieuwe wet ruimtelijke ordening; verbeterde gereedschapskist

Datum 24 april 2019 Beantwoording Kamervragen GroenLinks over het bericht in het FD over verdozing van het landschap

Bestemmingsplan. Parkeernormen

Maatstaf Effectiviteit Watertoets

Transcriptie:

Ruimte en Milieu Gemeentehuis Schiedam Directoraat-Generaal Ruimte Nationale Ruimtelijke Ordening Rijnstraat 8 T.a.v. de griffie Postbus 20951 POStbuS 1501 2500 EZ DEN HAAG 3100 EA SCHIEDAM www.vrom.rn Aan de slag met de nieuwe Wro per 1 juli 2008 Datum Kenmerk 2008 055709 Geachte heer, mevrouw, Op 20 mei jongstleden is de Invoeringswet door de Eerste Kamer aangenomen. Op 27 mei jongstleden heeft de Eerste Kamer ook ingestemd met de zogenoemde "Veegwet" waarin onder meer de Wro, de Invoeringswet Wro en de Woningwet op een aantal punten nog zijn gewijzigd. Hiermee zijn de laatste belangrijke stappen gezet om de nieuwe Wro in werking te kunnen laten treden. De Wro is eind 2006 in het Staatsblad (566) gepubliceerd. De Wro treedt op 1 juli aanstaande in werking. De nieuwe wet is ten opzichte van de huidige Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) ingrijpend gewijzigd. Door middel van deze brief wil ik een aantal zaken onder uw aandacht brengen. Essentie nieuwe Wro Evenals de huidige WRO regelt de nieuwe Wro de procedures voor de besluitvorming over het beleid en de uitvoering op het gebied van de ruimtelijke ordening. Maar de uitgangspunten hiervoor zijn aanzienlijk veranderd. De Wro voorziet in de behoefte aan een effectief en efficiënt werkende overheid en biedt daarvoor de passende procedures en bevoegdheden. Voor burgers en bedrijven biedt de nieuwe wet snellere procedures, met behoud van zorgvuldigheid en meer ruimte voor initiatieven. Van de overheden verlangt de nieuwe wet meer duidelijkheid in de vorm van heldere beleidskaders, waarin de verantwoordelijkheden van elk overheidsniveau duidelijk worden aangegeven. Daarbij verlegt de Wro het accent van toezicht achteraf naar invloedsuitoefening en kaderstelling vooraf. Daarom komt onder andere de goedkeuringsprocedure van bestemmingsplannen te vervallen. Bovendien krijgen overheden de passende bevoegdheden om hun verantwoordelijkheden ook actief waar te maken, inclusief bevoegdheden op het gebied van grondexploitatie. Centraal in de nieuwe Wro staat het bestemmingsplan: dit plan moet actueel en digitaal zijn en voor burgers, bedrijven, organisaties en overheden regelen wat de gebruiks- en bouwmogelijkheden in een bepaald gebied zijn. Realisatie Nationaal Ruimtelijk Beleid Per 1 juli krijgen de vigerende planologische kernbeslissingen (PKB's) op basis van het overgangsrecht de status van structuurvisie. Nieuwe structuurvisies moeten volgens de Wro een beschrijving bevatten waaruit blijkt hoe het rijk de in de structuurvisie verwoorde nationale ruimtelijke belangen wil verwezenlijken. Omdat de vigerende PKB's uiteraard nog niet over een dergelijke realisatieparagraaf beschikken - en het rijk graag wil aansluiten bij de eisen die worden gesteld aan nieuwe structuurvisies - heeft het kabinet de jftci is klein. Denk qroct.

bijgevoegde Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid vastgesteld. Het overzicht van alle nationale ruimtelijke belangen uit de verschillende PKB's en de voorgenomen verwezenlijking daarvan zijn gebundeld in bijgevoegde Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid. Deze Realisatieparagraaf is tot stand gekomen in nauw overleg met het Inter Provinciaal Overleg (IPO), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW). Op basis van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) dienen de medeoverheden over de voorbereiding van bestemmingsplannen en projectbesluiten overleg te voeren met het rijk indien nationale belangen in geding zijn. Deze Realisatieparagraaf geeft helderheid over de nationale belangen en daarmee ook over de vraag of over een ruimtelijk plan vooroverleg met het rijk noodzakelijk is. Is dit het geval dan zal het rijk daarin alle in de Realisatieparagraaf benoemde behartigen. De VROM-Inspectie coördineert de reactie namens het rijk. Een zeer beperkt aantal belangen, namelijk de kaderstellende onderdelen uit de PKB, zal worden geborgd in een algemene maatregel van bestuur (amvb). Vanuit het oogpunt van het versterken van de samenhang en de doorwerking van het nationaal ruimtelijke beleid, de herkenbaarheid voor de andere overheden en het terugdringen van bestuurlijke lasten kiest het kabinet ervoor om deze bestaande kaders te borgen in één amvb Ruimte. Omdat een deel van deze kaders in ontwikkeling is, zal de amvb Ruimte in tranches worden opgesteld en inwerkingtreden. Het ontwerp van de eerste tranche van de amvb Ruimte zal nog voor het zomerreces van 2009 aan de Eerste en Tweede Kamer worden overgelegd. Parallel daaraan wordt het ontwerp bekend gemaakt en kan een ieder opmerkingen kenbaar maken. Ik verwacht dat deze eerste tranche van de amvb Ruimte in de eerste helft 2010 kan worden vastgesteld. Aangezien het opstellen van de amvb voor alle betrokkenen - rijk, provincies, gemeenten en maatschappelijke organisaties - nieuw is, zal dit opnieuw in nauwe afstemming worden gedaan. Digitale aspecten nieuwe Wro Uw bijzondere aandacht vraag ik voor de digitale aspecten van de nieuwe Wro. Om snellere procedures, betere dienstverlening en een betere informatiehuishouding te faciliteren is de verplichting tot het maken, gebruiken en beschikbaar stellen van digitale plannen in de Wro opgenomen. Digitale plannen zijn niet nieuw. De wettelijke verankering is het sluitstuk van zeven jaar actieve samenwerking, stimulering en voorbereiding door de DURP partners 1. Een van de resultaten is een breed gedragen afsprakenset voor het digitaal maken en beschikbaar stellen van alle digitale plannen en besluiten uit de Wro (RO Standaarden 2008). Om het werkveld meer tijd te geven om zich voor te bereiden op de digitale aspecten van de Wro worden deze digitale onderdelen op 1 juli 2009 van kracht. Het instellen van een overgangsperiode voor de digitale verplichtingen betekent niet dat er tot 1 juli 2009 geen plannen digitaal gemaakt en/of beschikbaar gesteld kunnen worden. Vanaf de eerste helft van 2008 zijn reeds software, standaarden en wetgeving beschikbaar. Het gereedschap om een digitaal plan te gaan vaststellen, gebruiken en aan te bieden is dus bij inwerkintreding van de wet op 1 juli 2008 al beschikbaar. Iedereen kan conform de nieuwe wet digitaal gaan werken en hierdoor voorsorteren op de digitale verplichting. Omdat de digitale werkwijze voor het RO-werkveld relatief nieuw is, is het van groot belang dat alle betrokken overheden dit tijdig oppakken. Een belangrijke rol bij het uitwisselen van digitale ruimtelijke plannen speelt het landelijke portaal RO-Online dat sinds 1 januari 2008 beschikbaar is. Dit voorjaar vond een reeks pilots plaats met betrokken overheden om RO-Online in de praktijk te beproeven. www.ruimtelijkeplannen.nl zal de centrale vindplaats worden voor alle digitale ruimtelijke plannen. Invoeringsbegeleiding en kennisoverdracht Het ministerie van VROM is al geruime tijd bezig met de invoeringsbegeleiding van de nieuwe Wro, waarbij nauw is samengewerkt met het IPO, de VNG, BZK en de UvW. Er zijn in de voorbije periode vele bijeenkomsten in het land georganiseerd en presentaties gegeven, en in de komende maanden volgt er nog een aantal bijeenkomsten. Meer informatie over deze bijeenkomsten vindt u op ruimteforum.vrom.nl. Een groot aantal bestuurders en deskundigen van gemeenten, provincies, waterschappen en betrokken departementen neemt aan deze bijeenkomsten deel. De VNG organiseert momenteel aan aantal 1 De partners in DURP zijn: VNG, IPO, UvW, Ministerie van BZK en Ministerie van VROM Directoraat-Generaal Ruimte 2008 055709 Pagina 2/3

praktijkbijeenkomsten over het operationele gebruik van de nieuwe Wro voor gemeenten. Meer informatie vindt u op www.vng-nwro.nl. Daarnaast wijs ik u op de ondersteuningsprodukten en het informatiemateriaal dat al enige tijd beschikbaar is. Via www.vrom.nl/wro vindt u bijvoorbeeld diverse informatiebladen over de nieuwe Wro, grondexploitatie, digitale ruimtelijke plannen en een overzicht van de stand van zaken van alle wettelijke regelingen rond de Wro. Daarnaast is er een uitgebreide lijst met vragen en antwoorden te vinden die tot stand is gekomen door interactie met de uitvoeringspraktijk. Ook vindt u er een handig overzicht met de belangrijkste verschillen tussen de huidige WRO en de nieuwe Wro, het Model Implementatieplan DURP/RO-Online en de Handreiking Grondexploitatiewet. Via www.helpdeskdurp.nl vindt u veel informatie over het digitaliseren van ruimtelijke plannen, de RO Standaarden 2008 en antwoorden op veel gestelde vragen. Daarnaast is onlangs een expertteam in het leven geroepen dat per regio gemeenten gaat ondersteunen bij de implementatie van de digitale verplichtingen. De experts werken niet met individuele gemeenten maar regiobreed. Ook de komende periode wordt op veel verschillende manieren ondersteuning geboden aan de diverse overheden. Er is een procesbeschrijving opgesteld voor de uitwisselingsmomenten tussen overheden, inclusief de digitale processen, op www.planprocessen.nl. Deze is door de VNG uitgebreid met een binnengemeentelijke procesbeschrijving. Dit voorjaar is de helpdesk Wro gestart ter ondersteuning van overheden die technische en juridische vragen hebben over de nieuwe Wro. De helpdesk loopt nog zeker tot en met eind 2009 door. Binnenkort komt er een digitaal kennisplein met alle relevante informatie omtrent de nieuwe Wro, hierin worden diverse ondersteuningsmiddelen zoals de helpdesk Wro en helpdesk DURP geïntegreerd. Tot slot De nieuwe Wro biedt nieuwe mogelijkheden en kansen bij de ontwikkeling en uitvoering van uw ruimtelijk beleid. Ten opzichte van de uitvoeringspraktijk rond de huidige WRO vraagt dit om veranderingen in bestuurlijk denken en handelen. Daarvoor is durf nodig, zowel bestuurlijk als ambtelijk. Samen met u wil ik die kansen en mogelijkheden graag benutten. In het belang van een Mooi Nederland. Hoogachtend, De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Dr. Jacqueline Cramer. Directoraat-Generaal Ruimte 2008 055709 Pagina 3/3

VRÖM unit*} Milieu Directoraat-Generaal Ruimte Nationale Ruimtelijke Ordening Project Nota Ruimte onder de nieuwe Wro Aan de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 8 Postbus 30940 2500 GX Den Haag Interne postcode 372 Telefoon 070 3393095 Fax 070 3391200 www.vrom.nl BIJLAGE I Realisatie Nationaal Ruimtelijk Beleid onder de nieuwe Wro Datum Kenmerk 2008 053145 Geachte Voorzitters, Nieuwe Wet ruimtelijke ordening Op 1 juli aanstaande treedt de nieuwe Wet ruimtelijk ordening (Wro) in werking. De Wro sluit aan bij de moderne bestuurlijke verhoudingen en beoogt selectiviteit, transparantie, proactieve sturing en zakelijkheid. Deze uitgangspunten vergen een nieuwe wijze van (samen-)werken en gaat gepaard met een cultuuromslag in de ruimtelijke praktijk. Kern van de Wro is dat alle overheden vooraf hun belangen kenbaar maken en aangeven langs welke weg zij die belangen denken te realiseren. Daarmee wordt niet alleen de bemoeienis van het rijk en de provincies teruggedrongen tot wat daadwerkelijk van nationaal respectievelijk van provinciaal belang is. Ook worden rijk en provincies gedwongen om vóóraf duidelijk te zijn of de borging van dat belang leidt tot kaders, waar de gemeenten zich aan dienen te houden. Dergelijke kaderstelling moet volgens de Wro vóóraf door middel van algemene regels in algemene maatregelen van bestuur (amvb's) dan wel in provinciale verordeningen plaatsvinden. Hiermee ontstaat er een helder onderscheid tussen beleid en normstelling. Consequenties huidig beleid De inwerkingtreding van de Wro heeft ook gevolgen voor de doorwerking van het vigerende nationale ruimtelijke beleid. Concreet betreft dit: de Nota Ruimte, de Nota Mobiliteit, Ruimte voor de Rivier, Project Mainportontwikkeling Rotterdam, Hoge Snelheidslijn Zuid, Betuweroute, Tweede Structuurschema Electriciteitsvoorziening (inclusief partiële herzieningen BritNed-kabel, Randstad 380Kv verbinding, Near Shore Windpark), Structuurschema Buisleidingen, Derde Nota Waddenzee en het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen. Vanaf 1 juli komt immers de (provinciale) goedkeuring van bestemmingsplannen te vervallen en krijgen de streekplannen en de bovengenoemde Planologische Kernbeslissingen (PKB's) op basis van het overgangsrecht de status van structuurvisie. Concrete beleidsbeslissingen in de PKB's en streekplannen behouden op basis van het overgangsrecht wel hun gelding tot en met het moment waarop de PKB respectievelijk het streekplan komt te vervallen, dan wel deze concrete beleidsbeslissing wordt vervangen door een algemene regel. Msnister;<= v-an VP0M ind ts klein» Denk groot

Nieuwe structuurvisies moeten volgens de Wro een beschrijving bevatten waaruit blijkt hoe het rijk de in de structuurvisie verwoorde nationale ruimtelijke belangen wil verwezenlijken. Omdat de vigerende PKB's uiteraard nog niet over een dergelijke realisatieparagraaf beschikken - en ik graag wil aansluiten bij de eisen die worden gesteld aan nieuwe structuurvisies - heeft het kabinet de bijgevoegde realisatieparagraaf vastgesteld. Het overzicht van alle nationale ruimtelijke belangen uit de verschillende PKB's en de voorgenomen verwezenlijking daarvan zijn gebundeld in één Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid. De Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid wordt toegevoegd aan de Nota Ruimte en krijgt de status van structuurvisie. Daarom wordt de Realisatieparagraaf- conform de wettelijke procedure voor structuurvisies - na vaststelling door de Ministerraad aan uw Kamers aangeboden. Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid In de Realisatieparagraaf zijn alle nationale ruimtelijke belangen weergegeven. Deze belangen zijn ontleend uit vigerende PKB's. Per belang is aangegeven hoe het rijk dat belang wil verwezenlijken. Conform het Regeerakkoord is deze exercitie beleidsneutraal uitgevoerd. Dat wil zeggen dat de wijze waarop het nationaal ruimtelijk belang inhoudelijk, maar ook wat betreft de wijze van verwezenlijking gelijk blijft aan hoe dit is geformuleerd in de PKB's. Uiteraard is wel rekening gehouden met beleidsbrieven aan de Eerste en Tweede Kamer, die de PKB's hebben gewijzigd dan wel hebben aangevuld. In de Realisatieparagraaf staat centraal hoe het rijk het nationaal belang zal verwezenlijken. Is dat door middel van overtuigingskracht en verleiding, dus door middel van communicatieve en financiële instrumenten? Is dat door middel van samenwerking en met maken van afspraken, dus door middel van bestuurlijke instrumenten? Of zijn die belangen dusdanig verwoord, dat bedoeld is dat deze dwingend doorwerken tot op lokaal niveau en dus door middel van kaderstelling? Het zal niet verbazen dat voor ieder nationaal belang er sprake is van een mix van instrumenten en niet van een 'of-of-keuze. Het zal ook niet verbazen dat het zwaartepunt bij verreweg de meeste nationale ruimtelijke belangen ligt bij communicatieve en bestuurlijke instrumenten. Voor de belangen die worden verwezenlijk met behulp van financiële en communicatieve instrumenten heeft de inwerkingtreding van de Wro geen effect. Dit is echter wel het geval voor de kaderstellende uitspraken in de PKB's. Als gevolg van het afschaffen van de (provinciale) goedkeuring van bestemmingsplannen en de PKB-status, kan de doorwerking tot op lokaal niveau niet langer worden gegarandeerd. De nieuwe Wro gaat bij waarborging van kaderstellende nationale belangen uit van een rangorde / volgtijdelijkheid: primair amvb (of verordening), tenzij de belangen niet vertaalbaar zijn naar individuele bestemmingsplannen (effectiviteit), dan wel leidt tot een complexe of technisch lastig uitvoerbare regelgeving (efficiëntie) of dat de belangen reeds gelijkwaardig worden geborgd door andere, bestaande wet- en regelgeving (onnodige dubbelling). Voor alle kaderstellende uitspraken is nagegaan of de amvb kan worden ingezet. Daar waar gelijkwaardige borging mogelijk is door bestaande wet- en regelgeving is aan dat laatste de voorkeur gegeven. Daar waar de amvb om effectiviteits- of efficiëntieredenen niet mogelijk is, wordt een ander uitvoeringsinstrument voorgesteld. De nieuwe Wro gaat, net als het ruimtelijk beleid, uit van het principe 'decentraal wat kan, centraal wat moet'. In constructieve samenwerking met de andere overheden heeft het kabinet uit de ruim 100 beleidsuitspraken in de Nota Ruimte een scherpe keuze gemaakt voor doorwerking van het nationaal belang. Met deze selectiviteit wil het kabinet recht doen aan de wens om de juridisering van het ruimtelijke beleid tegen te gaan, maar tegelijkertijd de juridische positie van het rijk te behouden voor die belangen die dat echt vergen. Ook voor de andere PKB's er op gelijke wijze een selectie gemaakt. Directoraat-Generaal Ruimte 2008 053145 Pagina 2/5

Het resultaat van deze exercitie is een heldere en scherpe markering van datgene wat centraal moet. Hierdoor wordt niet alleen voor de medeoverheden duidelijk wanneer er afstemming moet worden gezocht met het rijk, maar wordt ook voor burgers, maatschappelijke en andere private organisaties duidelijk waar het rijk voor staat en met welke kaders rekening moet worden gehouden. Een groot aantal kaders zijn in de PKB's getrapt, dus via nadere uitwerking en detaillering door provincies, vormgegeven - bijvoorbeeld de netto begrenzing van de EHS en de precieze begrenzing van de Nationale Landschappen door provincies. Het kabinet wil deze ruimte voor provinciaal maatwerk continueren door in de amvb de mogelijkheid te bieden dat provincies specifieke onderdelen uit de amvb nader uit werken in een provinciale verordening. Kortom bij het opstellen van de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: De invoering van de Wro geschiedt beleidsneutraal; Indien nationale ruimtelijke belangen reeds worden geborgd door bestaande, sectorale regelgeving, wordt afgezien van borging middels de amvb; Bij kaderstellende nationale belangen, waarbij de ruimte bestaat om per provincie maatwerk te kunnen leveren, ligt doorwerking van de amvb via nadere uitwerking in een provinciale verordening voor de hand; Kaderstellende nationale belangen die geen provinciaal maatwerk behoeven, worden in een amvb met 'directwerkende' doorwerking naar bestemmingsplannen geborgd; De reactieve aanwijzing wordt alleen als 'noodrem' ingezet. Eén amvb Ruimte Na de aanbieding van deze realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid aan uw Kamers zal worden gestart met de voorbereiding van de amvb. Vanuit het oogpunt van het versterken van de samenhang en de doorwerking van het nationaal ruimtelijke beleid, de herkenbaarheid voor de andere overheden en het terugdringen van bestuurlijke lasten kiest het kabinet ervoor om de bestaande kaders te borgen in één amvb Ruimte. De amvb Ruimte zal bestaan uit verschillende modules / hoofdstukken, die kunnen worden gestructureerd naar de thema's rood, blauw en groen dan wel anderszins. Aangezien het opstellen van een de beoogde amvb voor alle betrokkenen - rijk, provincies, gemeenten en maatschappelijke organisaties - nieuw is, zal dit opnieuw in nauwe afstemming worden gedaan. Omdat een deel van de bestaande kaders in ontwikkeling is, zal de amvb Ruimte in tranches worden opgesteld en inwerkingtreden. De eerste tranche bevat het raamwerk van de amvb en de beleidskaders ten aanzien van: de bundeling van verstedelijking en economische activiteiten; het kustfundament; de grote rivieren; het regionaal watersysteem; de ecologische hoofdstructuur; de nationale landschappen (inclusief de werelderfgoedgebieden Stelling van Amsterdam en de Beemster); de rijksbufferzones; het basisrecreatietoervaarnet; de kaders uit de Derde Nota Waddenzee; de kaders uit de PKB Ruimte voor de Rivier; de kaders uit het Project Mainportontwikkeling Rotterdam; de kaders uit het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen. Ten aanzien van de borging van de SER-ladder voor bedrijventerreinen, is in de Samenwerkingsagenda Mooi Nederland afgesproken dat provincies zorgen voor borging van deze SER-ladder. Op dit moment hebben VROM en EZ een aantal opties in kaart gebracht om de SER-ladder voor bedrijventerreinen te borgen, waaronder nationale borging. In de brief aan de Tweede Kamer eind juni 2008 over de voortgang van de afspraken met provincies in het kader van Mooi Nederland, zullen de ministers van VROM en EZ hierover een standpunt innemen. In het licht van de adaptatie van de ruimtelijke inrichting van Nederland aan de klimaatverandering, dienen waterbelangen nadrukkelijker worden geborgd in het ruimtelijke beleid. Het kabinet wil de watertoets versterken, aansluitend op het coalitieakkoord waarin is aangegeven dat water een dominant structurerend element is Directoraat-Generaal Ruimte 2008 053145 Pagina 3/5

in de ruimtelijke besluitvorming. Het kabinet zal de Tweede Kamer hierover binnenkort nader berichten. Hierin wordt het advies betrokken dat de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat in deze heeft gevraagd aan de Commissie Advisering Waterstaatswetgeving. Het ontwerp van de eerste tranche van de amvb Ruimte zal nog voor het zomerreces van 2009 aan de Eerste en Tweede Kamer worden overgelegd (voorhang). Parallel daaraan wordt het ontwerp bekend gemaakt en kan een ieder opmerkingen kenbaar maken. Ik verwacht dat deze eerste tranche van de amvb Ruimte in de eerste helft 2010 kan worden vastgesteld. De tweede tranche zal de beleidskaders bevatten, waarvan bekend is dat deze als gevolg van de totstandkoming van andere structuurvisies zullen worden herijkt. Het gaat hierbij concreet om het beleidskader ten aanzien van het IJsselmeergebied. Dit kader zal worden herijkt in het Nationaal Waterplan, dat voor de ruimtelijke aspecten tevens de status zal hebben van structuurvisie Wro. Verder zullen - indien mogelijk - in deze tranche de beleidskaders worden meegenomen, die reeds nu voorzien zijn op basis van nieuwe structuurvisies, zoals de structuurvisie Snelwegomgeving, of onderwerpen zoals windenergie op land. Het concept voor de tweede tranche zal in de eerste helft van 2010 aan de Eerste en Tweede Kamer worden aangeboden en in 2011 worden vastgesteld. Hoewel het kabinet daar niet van uitgaat, moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat bij de uitwerking van een of meer van de hierboven genoemde onderwerpen voor de eerste tranche complicaties optreden, die een vertraging kunnen vormen voor de voortgang. In zo'n geval kan het kabinet besluiten om het desbetreffende onderwerp over te hevelen naar de tweede tranche. Doorwerking na 1 juli 2008 De vaststelling van de amvb Ruimte in 2010 betekent niet dat de desbetreffende kaders in een juridisch vacuüm terechtkomen. Op basis van het Bro dienen gemeenten over ontwerpbestemmingsplannen en projectbesluiten eerst overleg te voeren met het rijk indien nationale belangen in geding zijn. Mede gelet op het intensief overleg met de medeoverheden en de vaststelling van deze Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid is voor alle provincies en gemeenten duidelijk wat de nationale ruimtelijke belangen zijn en welke kaders uit de vigerende PKB's zullen worden geborgd in de amvb Ruimte. In dat vooroverleg worden het plan, project of handeling getoetst op de rijksbelangen. Mocht blijken dat dat in strijd is met die kaders, dan zal dat op dat moment worden ingebracht. In de volgende fase, dat wil zeggen als het ontwerpbestemmingsplan formeel in de vaststellingsprocedure wordt gebracht, moet dat ontwerp worden toegezonden aan het rijk. Zou dat ontwerp strijdig zijn met de rijkskaders, dan kan en zal ik een officiële zienswijze inbrengen. Ik ga er vanuit dat deze vorm van betrokkenheid van het rijk bijdraagt aan een evenwichtige afstemming van het lokale, provinciale en nationale ruimtelijke beleid. Aangezien het nationaal ruimtelijke beleid reeds jaren geldt, mag worden verwacht dat de medeoverheden - zoals nu ook het geval is - hiermee rekening houden bij het opstellen van het provinciaal en gemeentelijk beleid. Mocht vooruitlopend op de vaststelling van de amvb Ruimte toch een plan, project of handeling in strijd zijn met het desbetreffende nationale belang - en de gemeenteraad dus mijn zienswijze naast zich neerleggen - dan kan deze door middel van een reactieve aanwijzing worden tegengehouden. In de memorie van antwoord heb ik verhelderd dat de Wro verlangt dat bij het gebruik maken van die bevoegdheid wordt gemotiveerd welk rijksbelang met die aanwijzing wordt beschermd en waarom de minister dat belang niet door middel van een andere bevoegdheid kan beschermen of nog niet heeft beschermd. Door vaststelling van de realisatieparagraaf, met daarin het overzicht van nationale belangen, de aankondiging van de amvb Ruimte gekoppeld aan een duidelijke termijn, is het duidelijk dat in de periode waarin de amvb Ruimte tot stand komt de inzet van de reactieve aanwijzing past binnen de wettelijk criteria daarvoor. De VROM- Inspectie zal alert zijn op bedoelde en onbedoelde doorkruising van de nationale ruimtelijke belangen. Directoraat-Generaal Ruimte 2008 053145. Pagina 4/5

Monitoring De Wro sluit aan bij de moderne bestuurlijke verhoudingen en beoogt selectiviteit, transparantie, proactieve sturing en zakelijkheid. Deze uitgangspunten vergen een nieuwe wijze van (samen-)werken en gaat gepaard met een cultuuromslag in de praktijk van de ruimtelijke ordening. De heer Smaling c.s. (Kamerstukken I, 2007/08, 30 938, nr. H) hebben mij dan ook bij motie voorgesteld om een ex-durante monitoring en evaluatie-instrument, gekoppeld aan de nieuwe Wro op te zetten met als doel het kabinet en het Parlement regelmatig inzicht te verschaffen in de uitvoeringspraktijk van de Wet. Zoals ik in het debat met de Eerste Kamer heb aangegeven, onderschrijf ik de strekking van de motie en wil ik uw Kamers jaarlijks over dit onderwerp rapporteren. Ik ben met u van mening dat de Wro een majeure verandering van de praktijk van de ruimtelijke ordening betekent. Ik ben al geruime tijd bezig in nauw overleg met de andere overheden de praktijk voor te bereiden op de nieuwe wet. Het actief volgen van de implementatie is dan ook verstandig. Ik zal u op korte termijn een met het IPO, de VNG en het Planbureau voor de Leefomgeving afgestemd voorstel voor de monitoring en het evaluatie-instrument toesturen. De in de motie genoemde elementen zal ik uiteraard hierin meenemen. Ik zal u zo spoedig mogelijk na het zomerreces een uitgewerkt voorstel doen toekomen. Hoogachtend, De Ministervan Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Dr. Jacqueline Cramer. Directoraat-Generaal Ruimte 2008 053145 Pagina 5/5