Inhoud. Hoe is uw zoekwoord gebruikt? 4 Let op het naamwoordelijk deel van een gezegde 4. Het zoekwoord is zelfstandig gebruikt 5



Vergelijkbare documenten
IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

Spelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema:

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

Hoe spel ik een werkwoord?

Werkwoorden in uitvoering - Werkwoorden schrijven - leerboek - 1

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v.

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

D of T Bingo! Welke regels hebben jullie gehanteerd? Omdat hij werd gestoord, wendde hij zijn gezicht naar de deur.

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen.

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen

De spelling van de werkwoorden

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

Hieronder volgt een gedeelte uit mijn boek voor een eerste indruk. Het leerboek telt 64 pagina s, het antwoordenboek 47 pagina s

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen

Z I N S O N T L E D I N G

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

Ursula Nederlands brugklas havo werkwoordspelling

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS

Wegwijs in de werkwoordspelling

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

D of T Bingo! De aan sinaasappels verknochte man kon die kraam maar moeilijk voorbijlopen.

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica.

Spelling Werkwoorden. Doelgroep Spelling Werkwoorden. Omschrijving Spelling Werkwoorden

Antwoorden Nederlands Ontleding

Thema 4. Straatmuzikanten

1 Werkwoorden. Voor deze aanbieding geld: op = op!!!

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Werkwoordspelling op maat

instapkaarten spelling

Samenvatting Nederlands Grammatica en Spelling blok 2

Spelling & Formuleren. Week 2-7

GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Visuele Leerlijn Spelling

Ontkenning niet of geen

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

instapkaarten spelling

Thema 10. We ruilen van plek

Ontkenning niet of geen

Eigen vaardigheid Taal

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.

Taal Spelling & leestekens

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

Een voorbeeldopgave: Ik geef de hond te eten. Wat is de? Een werkwoord, een lidwoord, een zelfstandig

instapkaarten taal verkennen

antal adriaanse tegels

Kun je dit nog? Spelling. Kaartjes met schrijfaanwijzingen. Kaartje bij woordpakket 1. Voorbeeld

Benodigde voorkennis spelling groep 5

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2: lezen, woordenschat en spelling

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

Overzicht Dit project wordt ontwikkeld door Harry Hendriks Muziek & Onderwijs i.s.m. basisschool De Mussenberg in Horn en stichting SIEN.

LESSTOF. Spelling Werkwoorden

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Test je kennis Nederlands

Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica.

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Er zal geen verzengende hitte, geen dorst en geen honger meer zijn want Hij zal ze weiden aan water dat vloeit uit het hart der woestijn.

Algemene informatie voor de ouders van de groepen 1 t/m 8

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

BIJBELS GRIEKS HERHALING 2

Verwen(d) met talent. K-kampmateriaal Kampbezinning

'Vrede voor jou, hierheen gekomen' (Geroepen om te zingen, nr. 15) 'Hij kent je bij je naam'. (internet)

D of T Bingo! Ik denk dat de bemoeienis van de VS met dat land de stabiliteit ondermijnt.

Makkers en rakkers. Nel Ooievaar. bron Nel Ooievaar, Makkers en rakkers. 'De Vliegende Hollander', Utrecht ca dbnl

ProJOP. jeugdwerk VPKB. 40 Days. stilstaan in de 40 dagentijd

instapkaarten spelling

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

1 Lezen. 1.1 Lezen wat er staat. Lees eerst de tekst goed door en probeer dan de vragen hieronder te beantwoorden.

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016

Samenvatting Nederlands NL Blok

instapkaarten taal verkennen

D of T Bingo! Hoe heette dat meisje dat daar zo veel tijd aan besteedde? Wie heeft de tv uitgezet?

Extra oefeningen voor werkwoordspelling

Inhoud. 1 Spelling 10

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

instapkaarten taal verkennen

Apostolische rondzendbrief

Jezus maakt mensen gelukkig

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Taal/spelling Themaweek 7 is gaat volgende week van start. Voor groep 6 heet het thema boeken en voor groep 7 heet het thema Verzamelingen.

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

Lieve broer! Je liefste zus!!! Camille Vandenbussche oktober

A. God, wij bidden U voor alle mensen die onzeker zijn over zichzelf: dat zij het vertrouwen in zichzelf hervinden.

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Werkwoordspelling Leer- en oefenboek (1) Spellingsoefeningen tegenwoordige tijd, onvoltooide tijd en bijzondere werkwoorden Groep 8

OPA-methode. Inhoud. 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2. Zinnen bestaan uit zinsdelen 3

Andere werkwoordsvorm (infinitief, voltooid of onvoltooid deelwoord) schrijf je zo simpel mogelijk. Op t- klank = verlengen, d-klank = verlengen.

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek

Transcriptie:

td Fokschaap Werkwoorden spellen valt niet mee. U bent niet de enige die worstelt met d of t. Noem het werkwoord waar u de spelling van betwijfelt "zoekwoord". Beantwoord de vragen van het td Fokschaap, en u vindt razendsnel de juiste spelling van uw werkwoord. 1

Inhoud Hoe is uw zoekwoord gebruikt? 4 Let op het naamwoordelijk deel van een gezegde 4 Het zoekwoord is zelfstandig gebruikt 5 Het zoekwoord staat in de aantonende wijs 6 Persoonsvorm 7 Het zoekwoord staat in de tegenwoordige tijd 8 Het zoekwoord staat in het enkelvoud 9 Het onderwerp is ik, jij achter een persoonsvorm of je dat als jij gelezen kan worden 10 Dan moet u alleen de stam van uw zoekwoord gebruiken 10 Het onderwerp is niet ik, jij achter de persoonsvorm of je 11 Dan moet u de stam + t van uw zoekwoord gebruiken 11 Behalve als de stam al op een t eindigt, dan gewoon stam zonder t 11 Behalve bij deze uitzonderingen op de regel stam + t 11 Let op de verdubbeling 11 Het zoekwoord staat in het meervoud 12 Dan gebruikt u altijd het hele werkwoord 12 Behalve als het onderwerp ge, gij of meervoud u is: dan stam + t 12 Het zoekwoord staat in de verleden tijd 13 Het zoekwoord is sterk 14 Het zoekwoord is sterk en enkelvoud 15 Het zoekwoord kan op één d of op een t eindigen 15 Controleer of de laatste letter een d of een t is 15 Nooit een t toevoegen in de verleden tijd 15 Het zoekwoord is sterk en meervoud 16 Uw zoekwoord eindigt altijd op -en 16 De uitspraak vraagt soms aanpassing 16 Het zoekwoord is zwak 17 Let op woorden met medeklinkerwisseling 17 Het werkwoord minus -en eindigt op een fokschaap-medeklinker 18 In het enkelvoud 19 Dan wordt uw zoekwoord als stam + te gespeld 19 Ook als de stam op een t eindigt 19 Behalve moeten 19 Let op de woorden met medeklinkerwisseling 19 In het meervoud 20 Dan wordt uw zoekwoord als stam + ten gespeld 20 Behalve moeten 20 Let op de verdubbeling 20 Let op de woorden met medeklinkerwisseling 20 Het werkwoord minus -en eindigt op een andere medeklinker 21 Het staat in het enkelvoud 22 Dan wordt uw zoekwoord als stam + de gespeld 22 Het staat in het meervoud 23 Dan wordt uw zoekwoord als stam + den gespeld 23 Het zoekwoord is geen persoonsvorm 24 Het is een zwak voltooid deelwoord 25 De medeklinkers uit het 't fokschaap 25 Het hele werkwoord minus -n eindigt op een zachte klank 26 Het zoekwoord moet op een d eindigen 26 Het hele werkwoord minus -n eindigt op een scherpe klank 27 Het zoekwoord moet op een t eindigen 27 Het is een sterk voltooid deelwoord 28 Het zoekwoord moet op -en eindigen 28 Het zoekwoord staat in de aanvoegende wijs 29 Dan wordt uw zoekwoord als stam + e gespeld 29 Uitzondering: zijn 29 Het zoekwoord staat in de gebiedende wijs 30 Gebiedende wijs enkelvoud 31 Dan wordt uw zoekwoord als de stam gespeld 31 Behalve bij U, ge en gij 31 Gebiedende wijs meervoud 32 Dan wordt uw zoekwoord als stam + t gespeld 32 In spreektaal wordt ook in het meervoud alleen de stam gebruikt 32 2

Het zoekwoord is bijvoeglijk of bijwoordelijk gebruikt 33 Het is bijvoeglijk gebruikt 34 Ik gebruik het voltooid deelwoord 35 Als het voltooid deelwoord op een d of op een t eindigt, kan er een e achter komen 35 Soms wordt er omwille van de uitspraak een letter weggehaald of toegevoegd 35 Ik gebruik het onvoltooid deelwoord 36 Het onvoltooid deelwoord bestaat uit het hele werkwoord + d 36 Maar er kan een e achter komen 36 Het is bijwoordelijk gebruikt 37 Voor een bijwoordelijk gebruikt voltooid of onvoltooid deelwoord gelden dezelfde regels als voor een bijvoeglijk 37 Maar er komt nooit een e aan het einde bij 37 3

Hoe is uw zoekwoord gebruikt? Is het zoekwoord zelfstandig gebruikt? Een vis vliegt niet voor zijn lol door de lucht. De aanvoerder werd gehaat door zijn manschappen. Die vriendelijkheid is ietwat overdreven. Zij hoorden zulke muziek voor het eerst. Ga naar pagina 5 Is het zoekwoord bijvoeglijk of bijwoordelijk gebruikt? Een vliegende vis is een merkwaardige tegenstelling. De gehate aanvoerder werd uitgelachen. Overdreven vriendelijkheid wordt hier niet op prijs gesteld. Veel gehoorde klachten gaan over rottend fruit. Let op het naamwoordelijk deel van een gezegde Als naamwoordelijk deel van een gezegde kan het zoekwoord ook bijvoeglijk gebruikt zijn. Het lijkt mij nogal gezocht zoiets te veronderstellen. Daardoor bleek het programma volledig gewist. Het werkwoordelijk deel van het gezegde is dan altijd een koppelwerkwoord. zijn, worden, blijven, blijken, schijnen, lijken, heten, dunken of voorkomen. Ga naar pagina 33 4

Het zoekwoord is zelfstandig gebruikt Staat het zoekwoord in de aantonende wijs? Dit is de meest voorkomende vorm. De verdediger schopte de aanvaller grof onderuit. De scheidsrechter had daar niet voor gefloten. Dus begon het publiek vuurwerk af te steken. Ga naar pagina 6 Staat het zoekwoord in de aanvoegende wijs? Deze wijs geeft een wens of een mogelijkheid aan. Leve de jubilaris! Gods wil geschiede. Er gebeure wat gebeuren moet. Ga naar pagina 29 Staat het zoekwoord in de gebiedende wijs? Het geeft een gebod, eis of dwingende vraag aan. Jantje, ga direct je boek halen. Kom eens hier jongen. Gaat u zitten heren. Ga naar pagina 30 5

Het zoekwoord staat in de aantonende wijs Is het zoekwoord een persoonsvorm? De persoonsvorm is het werkwoord in de zin dat moet veranderen wanneer u de zin een ander getal of een ander tijd geeft. Hij zal het doen Zij zullen het doen Hij zou het doen Ga naar pagina 7 Is het zoekwoord géén persoonsvorm? Hij heeft het gedaan Zij hebben het gedaan Ga naar pagina 24 6

Persoonsvorm Staat het zoekwoord in de tegenwoordige tijd? Het gebeurt nu. Ik zoek de juiste schrijfwijze. De ober gedraagt zich onbeschoft. Het gebeurt nog steeds. Hij gaat iedere week een dag met verlof. De chef vindt altijd wel een excuus voor een dienstreis. Of het moet nog gebeuren. Ik laat je morgen weten of ik kom. Volgend jaar gaat hij in de vut. Ga naar pagina 8 Staat het zoekwoord in de verleden tijd? Het gebeurde toen. Gisteren vond ik een ontslagbrief in mijn bus. Hij vatte mijn opmerking verkeerd op. Vroeger werkte men ook op zaterdag. Ga naar pagina 13 7

Het zoekwoord staat in de tegenwoordige tijd Staat het zoekwoord in het enkelvoud? Ik vind dat stom. Vind jij dat niet stom? Ga naar pagina 9 Staat het zoekwoord in het meervoud? Daar horen we van op. Quizmasters doen het op uw buis. Ga naar pagina 12 8

Het zoekwoord staat in het enkelvoud Is het onderwerp ik, of is het jij en staat het achter de persoonsvorm, of is het je en kan het als jij gelezen worden? Ik vind het vervelend. Vind jij het leuk? Vind je dat niet leuker? Ga naar pagina 10 Is het onderwerp niet ik, niet jij achter de persoonsvorm, en geen je dat als jij gelezen worden? Vindt je man dat lekker? Ga naar pagina 11 9

Het onderwerp is ik, jij achter een persoonsvorm of je dat als jij gelezen kan worden Dan moet u alleen de stam van uw zoekwoord gebruiken (vind-en) Ik vind het vervelend. Vind jij het leuk? Vind je dat niet leuker? 10

Het onderwerp is niet ik, jij achter de persoonsvorm of je Dan moet u de stam + t van uw zoekwoord gebruiken Je vindt het goed? (vinden - en + t) Hij gebruikt de dienstauto vooral 's avonds. (gebruiken - en + t) De regering wendt onwetendheid voor. (wenden - en + t) Behalve als de stam al op een t eindigt, dan gewoon stam zonder t Moeder zet thee. (zett -en) Vader dut in. (dutt -en) Deze patat spat de pan uit. (spatt -en) Behalve bij deze uitzonderingen op de regel stam + t je kan, jij kan, hij kan je zal, jij zal, hij zal je mag, jij mag, hij mag je wil, jij wil, hij wil hij heeft hij is Let op de verdubbeling De spellingregels schrijven omwille van de uitspraak verdubbeling van een medeklinker voor in gesloten lettergrepen. Daarom lijken sommige stammen al een dubbele t te hebben. ze tt en en geen ze t en 11

Het zoekwoord staat in het meervoud Dan gebruikt u altijd het hele werkwoord Daar horen we van op. Jullie vinden ook nooit iets leuk. Quizmasters doen het op uw buis. Behalve als het onderwerp ge, gij of meervoud u is: dan stam + t Gij zondaars, gij zoekt het pad naar de hel. Luisteraars, u hoort het pianoconcert nummer vijf. 12

Het zoekwoord staat in de verleden tijd Is uw zoekwoord sterk? vallen, vielen zingen, zongen worden, werden Ga naar pagina 14 Is uw zoekwoord zwak? werken, werkte horen, hoorde branden, brandde Ga naar pagina 17 13

Het zoekwoord is sterk Staat uw zoekwoord in het enkelvoud? Ik schrok van die brief. Hij zag dat het wel mee viel. Ga naar pagina 15 Staat uw zoekwoord in het meervoud? Wij schrokken van die brief. Zij zagen dat het wel mee viel. Ga naar pagina 16 14

Het zoekwoord is sterk en enkelvoud Het zoekwoord kan op één d of op een t eindigen Hij hield mij vast. Hij zat er aan vast. Controleer of de laatste letter een d of een t is Als u twijfelt of de laatste letter een d of een t is, zet uw zoekwoord dan in het meervoud, dan hoort u het. hield, hielden zat, zaten Nooit een t toevoegen in de verleden tijd In de verleden tijd wordt aan sterke werkwoorden nooit een t toegevoegd! tegenwoordige tijd: hij wordt verleden tijd: hij werd 15

Het zoekwoord is sterk en meervoud Uw zoekwoord eindigt altijd op -en Gisteren kwamen we te laat. Zij zagen dat wel zitten. De uitspraak vraagt soms aanpassing Soms moet er in het meervoud omwille van de uitspraak een letter bij of af wanneer je -en toevoegt. Hij schrok er van. Zij schrokken er van. Niet: schroken. Hij bood een ton. De kooplieden boden tegen elkaar op. Niet: booden. 16

Het zoekwoord is zwak Eindigt het hele werkwoord van uw zoekwoord minus -en op één van de medeklinkers uit 't f o k s ch a a p? werk en miss en Ga naar pagina 18 Eindigt het hele werkwoord van uw zoekwoord minus -en op een andere medeklinker? brand en hor en reiz en klev en Let op woorden met medeklinkerwisseling Woorden met medeklinkerwisseling in de ik-vorm zijn geen fokschaap-woorden. reizen, reis blozen, bloos Ga naar pagina 21 17

Het werkwoord minus -en eindigt op een fokschaap-medeklinker Staat uw zoekwoord in het enkelvoud? Pilatus waste zijn handen in onschuld. Het mistte vanmorgen behoorlijk. Ga naar pagina 19 Staat uw zoekwoord in het meervoud? De dieren lesten hun dorst. Vroeger mestten de boeren met eigen mest. Ga naar pagina 20 18

In het enkelvoud Dan wordt uw zoekwoord als stam + te gespeld Pilatus waste zijn handen in onschuld. (was + te) Het mistte vanmorgen behoorlijk. (mist + te) De blinde tastte vergeefs naar zijn stok. (tast + te) Ook als de stam op een t eindigt Ook als de stam op een t eindigt, komt er te bij. Het mistte vanmorgen behoorlijk. (mist + te) Behalve moeten Moeten wordt niet met stam + te gespeld. Ik moest lachen om dat turboschaap, niet moette Let op de woorden met medeklinkerwisseling De stam minus en bepaalt de fokschaap-klank, niet de ik-vorm. Ik zeefde het goud. (komt van zev en) Ik reisde in die tijd veel. (komt van reiz en) 19

In het meervoud Dan wordt uw zoekwoord als stam + ten gespeld De dieren lesten hun dorst. (les + ten) Vroeger mestten de boeren met eigen mest. (mest + ten) Behalve moeten Wij moesten lachen om dat beest, niet moetten Let op de verdubbeling De spellingregels schrijven omwille van de uitspraak verdubbeling van een medeklinker voor in gesloten lettergrepen. Daarom lijken sommige stammen een dubbele eindletter te hebben wanneer je ze vormt door en: weg te laten. In de stam wordt de verdubbeling echter weggelaten. De stam van lessen is les, niet less Let op de woorden met medeklinkerwisseling De stam minus en bepaalt de fokschaap-klank, niet de ikvorm. Zij zeefden het goud. (komt van zev en) Wij reisden in die tijd veel. (komt van reiz en) 20

Het werkwoord minus -en eindigt op een andere medeklinker Staat uw zoekwoord in het enkelvoud? Hij wende snel aan die situatie. Het schip wendde de steven. Ga naar pagina 22 Staat uw zoekwoord in het meervoud? De linkse partijen stemden tegen de motie. De zusjes wedden op het verkeerde paard. Ga naar pagina 23 21

Het staat in het enkelvoud Dan wordt uw zoekwoord als stam + de gespeld Hij wende snel aan die situatie. (wennen - en = wen + de) Het schip wendde de steven. (wenden - en = wend + de) 22

Het staat in het meervoud Dan wordt uw zoekwoord als stam + den gespeld Zij wenden snel aan die situatie. (wennen - en = wen + den) De schepen wendden de steven. (wenden - en = wend + den) 23

Het zoekwoord is geen persoonsvorm Is uw zoekwoord een zwak voltooid deelwoord? Hij heeft de lat in tweeën gezaagd. Hij heeft een goede partij gebokst. Ga naar pagina 25 Is uw zoekwoord een sterk voltooid deelwoord? Op een beursvloer wordt veel gelopen. Hij is te vroeg gestorven. Ga naar pagina 28 24

Het is een zwak voltooid deelwoord Eindigt het hele werkwoord minus de uitgang -n van uw zoekwoord op een zachte klank? zagen, horen, tobben, leven, wenden, halen Ga naar pagina 26 Eindigt het hele werkwoord minus de uitgang -n van uw zoekwoord op een scherpe klank? maken, loten, boffen, pochen De medeklinkers uit het 't fokschaap Alle medeklinkers uit t fokschaap zijn scherp. Ga naar pagina 27 25

Het hele werkwoord minus -n eindigt op een zachte klank Het zoekwoord moet op een d eindigen gezaagd, gehoord, getobd, geleefd, gewend, gehaald 26

Het hele werkwoord minus -n eindigt op een scherpe klank Het zoekwoord moet op een t eindigen gemaakt, geloot, geboft, gepocht 27

Het is een sterk voltooid deelwoord Het zoekwoord moet op -en eindigen gelopen, gestorven, genomen, gelezen 28

Het zoekwoord staat in de aanvoegende wijs Dan wordt uw zoekwoord als stam + e gespeld Men neme een theelepel azijn. Gods wil geschiede. Er gebeure wat gebeuren moet. Uitzondering: zijn God zij met ons. 29

Het zoekwoord staat in de gebiedende wijs Staat uw zoekwoord in de gebiedende wijs enkelvoud? Hendrik, geef die nijptang hier! Sta niet uit je neus te eten! Ga naar pagina 31 Staat uw zoekwoord in de gebiedende wijs meervoud? Geeft hem van katoen heren. Komt u binnen dames. Ga naar pagina 32 30

Gebiedende wijs enkelvoud Dan wordt uw zoekwoord als de stam gespeld Hendrik, geef die nijptang hier! Sta niet uit je neus te eten! Behalve bij U, ge en gij Bij U, ge en gij, wordt het stam + t Meneer, wilt u een stapje terug doen? 31

Gebiedende wijs meervoud Dan wordt uw zoekwoord als stam + t gespeld Geeft hem van katoen heren. Komt u binnen dames. In spreektaal wordt ook in het meervoud alleen de stam gebruikt Ga eens aan de kant, jongens! 32

Het zoekwoord is bijvoeglijk of bijwoordelijk gebruikt Is uw zoekwoord bijvoeglijk gebruikt? Het zoekwoord zegt iets over een zelfstandig woord. De gestorven keizer was zeer geliefd. De gisteren gekochte aandelen bleken een miskoop. Te sterk gebrande koffie smaakt bitter. Ga naar pagina 34 Is het bijwoordelijk gebruikt? Het zoekwoord zegt iets over een niet zelfstandig woord. Versneld afgedraaide films lijken komisch. Ervaren en beheerst roeiend won hij de wedstrijd. Ga naar pagina 37 33

Het is bijvoeglijk gebruikt Gebruikt u het voltooid deelwoord? De gestorven keizer was zeer geliefd. De gisteren gekochte aandelen bleken een miskoop. Ga naar pagina 35 Gebruikt u het onvoltooid deelwoord? De fluitende jongen keek goed uit. Een slechte toneelspeler valt rottend fruit ten deel Ga naar pagina 36 34

Ik gebruik het voltooid deelwoord Als het voltooid deelwoord op een d of op een t eindigt, kan er een e achter komen De gisteren gekochte aandelen bleken een miskoop. Te sterk gebrande koffie smaakt bitter. Soms wordt er omwille van de uitspraak een letter weggehaald of toegevoegd De uitgelote dienstplichtigen keken tevreden. (niet: uitgeloote) De omgespitte tuin zag er troosteloos uit. (niet: omgespite) 35

Ik gebruik het onvoltooid deelwoord Het onvoltooid deelwoord bestaat uit het hele werkwoord + d De fluitende jongen keek goed uit. Een slechte toneelspeler valt rottend fruit ten deel. Maar er kan een e achter komen Als het voltooid deelwoord op een d of op een t eindigt, kán er een e achter komen. De fluitende jongen keek goed uit. 36

Het is bijwoordelijk gebruikt Voor een bijwoordelijk gebruikt voltooid of onvoltooid deelwoord gelden dezelfde regels als voor een bijvoeglijk Maar er komt nooit een e aan het einde bij Invaliden beoefenen hun sport soms zittend. (bijvoeglijk: zittende spelers) Versneld afgedraaide films lijken komisch. (bijvoeglijk: versnelde films) Ervaren en beheerst roeiend won hij de wedstrijd. (bijvoeglijk: ervaren, beheerste, roeiende winnaars) Gemaakt onverschillig hoorde hij het vonnis aan. (bijvoeglijk; een gemaakte glimlach) 37

C o l o f o n Versie 1.0 1 november 2000 Auteur P.P. Verroen Leidschendam (070) 319 37 19 Copyright PP in taal/ P.P. Verroen 2000 alle rechten en het intellectuele eigendom voorbehouden 38