Provinciefonds. Meicirculaire 2017

Vergelijkbare documenten
MEMORIE VAN TOELICHTING. De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

Provinciefonds. Maartcirculaire 2018

Provinciefonds. Septembercirculaire 2017

Provinciefonds. Decembercirculaire 2016

Provinciefonds. Septembercirculaire 2016

Provinciefonds. Meicirculaire 2018

CIRCULAIRE PROVINCIEFONDS van 3 maart 2011

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Provinciefonds. Decembercirculaire 2017

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Provinciefonds. Meicirculaire 2015

Provinciefonds. Meicirculaire 2019

Provinciefonds. Septembercirculaire 2015

Provinciefonds. Meicirculaire 2014

Provinciefonds. Decembercirculaire 2014

CIRCULAIRE PROVINCIEFONDS van 6 december 2010

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Meicirculaire 2018 gemeentefonds

Nr C Jaarverslag en slotwet Provinciefonds 2016 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

statenstukken Provinciale Staten Provincie Zeeland VOORSTEL Met dit voorstel wordt de 8 e wijziging van de begroting 2017 aan u voorgelegd.

Algemene uitkering

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Provinciefonds. Decembercirculaire 2015

rj) 0 3 JULI 2014 provinsje fryslân provincie fryslân b iiiiiiil Provinciale Staten van de Provincie Fryslân Postbus HM LEEUWARDEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

OXT.?W III III MUI MUI INI II Advies B&W. Beslissing. Bespreken. Burgemeester Gelok. Registratienummer

Collegebesluit. Onderwerp: Decembercirculaire 2014 Reg. Nummer: 2015/ Inleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

C. Taakmutaties voor domeinen D. Doeluitkeringen voor domeinen E. Decentralisaties sociaal

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP

CIRCULAIRE GEMEENTEFONDS van 16 maart 2004

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2015.

Raadsinformatiebrief 73

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1 e Bestuursrapportage 2014 & Kadernota 2015

bekendmaking van beleid en het geven van informatie

Raadsinformatiebrief1

herijkingsonderzoek BDuR en het meerjarenperspectief. Omschrijving

Provinciefonds. Decembercirculaire 2018

De netto verschillen tussen de meicirculaire 2016 en de decembercirculaire 2015 zijn als volgt:

Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii

Voorts geven wij ook inzicht in de voorlopige financiële consequenties van de ontwerp-najaarsnota 2015.

bekendmaking van beleid en het geven van informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1. Kennis te nemen van de maart- en meicirculaire en de (financiële) gevolgen daarvan

datum voor Afdeling/cluster 23 juni 2015 Leden van de Raad Bedrijfsvoering

Algemene uitkering Beginstand algemene uitkering

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Budgettair perspectief

Gemeentefonds. Meicirculaire 2017

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan.

Samenvatting Voorjaarsnota - decembercirculaire

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inleiding Op 31 mei 2016 is de meicirculaire verschenen, in dit advies worden de gevolgen voor de gemeente Krimpen toegelicht.

Gemeente Bladel MEDEDELING. Aan de raad. Economisch hart van de Kempen IllililllilllllUllllililliUlll. : R : Septembercirculaire 2017

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter

Collegebesluit. Onderwerp: Septembercirculaire 2013 Gemeentefonds Reg. Nummer: CS/CC 2013/ 1. Inleiding

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage 2 -

Economisch hart van de Kempen

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING PROBLEEMSTELLING OPLOSSINGSRICHTINGEN

Provinciefonds. Septembercirculaire 2013

circulaires Sjanneke Vernooij Bert van der Wees Ministerie van BZK Ministerie van Financiën

Decembercirculaire 2012

Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015

Uw brief van: Ons kenmerk: Bijlage(n): 1 Doorkiesnummer: adres: Datum: 19 juni 2017

a cc groningen - 5 JAN. 201 i IdU Aan Provinciale Staten

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

Septembercirculaire 2015

Voorjaarsnota 2018 Uitgangspunten begroting 2019 en meerjarig kader Provincie Gelderland

- = voordeel (bedragen x 1.000)

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage -

Bijlage 1 bij de raadsmededeling meicirculaire 2017 gemeentefonds

Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS

Samen meer bereiken. Thema s FAMO. Winterbijeenkomst Annelies Kroeskamp. Interbestuurlijk Programma: belicht vanuit het Rijk

Afweging Het voorstel is om kennis te nemen van de uitkomsten van de meicirculaire en de raadsleden te informeren met het bijgevoegde memo.

Gemeente Langedijk. 2e Kwartaalrapportage Verzonden aan de raad 23 juli e Kwartaalrapportage Gemeente Langedijk - 1 -

Kader Dit besluit vloeit over het algemeen voort uit de Financiële Verhoudingswet en heeft specifiek betrekking op het Gemeentefonds.

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 8 juni 2018 U Lbr. 18/030. Hoofdpunten meicirculaire 2018.

, provincie h groningen

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Memo Reg.nr.: O-FIN/2014/519 / RIS

- gedeputeerde staten van de provincies - dagelijks bestuur van het Interprovinciaal Overleg

Bijlage 4. Stresstest. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijlage 5 - Algemene Uitkering (AU) gemeentefonds

UITWERKING MEICIRCULAIRE bijlage -

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 7 ONDERWERP

Raadsinformatiebrief. Onderwerp Septembercirculaire 2014 algemene uitkering

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 14 november 2017 U Lbr. 17/068 (070)

Raadsinformatiebrief 81

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gemeentefonds. Meicirculaire 2018

Collegevoorstel. Zaaknummer Decembercirculaire 2016 gemeentefonds

Ten opzichte van de kadernota ontwikkelt de algemene uitkering zich als volgt in de meicirculaire: [zie volgende pagina]

Gemeentefinanciën najaar 2018

Provinciefonds. Meicirculaire 2013

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

provincie groningen -2 OKI ^ % Gedeputeerde Staten Aan Provinciale Staten

Transcriptie:

Provinciefonds Meicirculaire 2017

- Gedeputeerde Staten van de provincies - Dagelijks bestuur van het Interprovinciaal Overleg DGBW/ Bestuur en Financiën Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactpersoon eventuele vragen per e-mail postbus.gf@minbzk.nl Datum 31 mei 2017 Kenmerk 2017-0000259469 Onderwerp meicirculaire provinciefonds 2017 bekendmaking van beleid en het geven van informatie Doelstelling Juridische grondslag Relaties met andere circulaires decembercirculaire 2016 (2016-0000761789); septembercirculaire 2016 (2016-0000586099); meicirculaire 2016 (2016-0000307156) Ingangsdatum 31 mei 2017 Geldig tot 1 juli 2018

Meicirculaire provinciefonds 2017

Voorwoord Voor u ligt de meicirculaire provinciefonds 2017. Deze circulaire informeert u in hoofdzaak over de provinciefoncisuitkeringen voor 2017 en verder, gebaseerd op de voorjaarsbesluitvorming van het Rijk. Vanwege de demissionaire status van het kabinet was sprake van een beleidsarm voorjaar. De politiek-bestuurlijke zaken zijn in hoofdstuk 1 uitgelicht. De circulaire is in belangrijke mate een financieel-technisch document. De latere hoofdstukken richten zich op de doelgroep van financieel specialisten. Ik wens u bij al uw taken en verantwoordelijkheden veel succes. Mede namens de staatssecretaris van Financiën, De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, d r..a. Plasterk Meicirculaire provinciefonds 2017

Meicirculaire provinciefonds 2017

Inhoudsopgave 1 Hoofdpunten... 1 2 Algemene uitkering... 3 2.1 Inleiding... 3 2.2 Nieuw verdeelmodel... 3 2.3 Omvang en verdeling... 4 1. Accres... 5 2. Plafond BTW-compensatiefonds... 7 3. Minder provincies... 8 4. Innovatiebudget Handelsregister... 8 5. Verkeer en vervoer... 8 6. Natuur... 8 7. Besluit Risico s Zware Ongevallen... 9 8. Luchthavens... 9 2.4 Bedragen per eenheid, vaste bedragen ontwikkeltaken en uitkeringsfactoren... 10 3 Decentralisatie- en integratie-uitkeringen... 13 1. Verkeer en vervoer... 14 2. Natuur... 14 3. Besluit Risico s Zware Ongevallen... 14 4. Projecten verkeer en vervoer... 14 5. Beter Benutten... 14 6. Zoetwatermaatregelen... 14 7. MIRT-project IJsseldelta... 15 8. Hydrologische maatregelen... 15 9. Monumentenzorg... 15 10. Vismigratierivier... 16 11. Ontwikkelingsbedrijf NOM... 16 12. MKB Innovatiestimulering Topsectoren... 16 13. Erfgoed en ruimte... 16 14. Meerjarenprogramma Eems-Dollard... 16 15. Verduurzaming Ketens Energie-Chemie Eemsdelta... 16 16. Projectstimuleringsregeling Interreg V... 17 17. Innovatie Landbouw Veenkoloniën... 17 4 Overige mededelingen... 19 4.1 Provinciefondstotalen... 19 4.2 Voorschotbetalingen... 19 4.3 Loon- en prijsontwikkeling... 19 4.4 Financiële kengetallen BBV... 20 Bijlagen... 21 Bijlage 1 Ontwikkeling algemene uitkering 2017-2022... 22 Meicirculaire provinciefonds 2017

Bijlage 2 Overzicht decentralisatie-uitkeringen 2017-2022... 23 Bijlage 3 Bedragen per eenheid 2016... 24 Bijlage 4 Bedragen per eenheid 2016 per cluster... 25 Bijlage 5 Volumina maatstaven 2016... 26 Bijlage 6 Ontwikkeltaken niet via maatstaven 2016... 28 Bijlage 7 Overzicht decentralisatie-uitkeringen 2016 per provincie... 29 Bijlage 8 Verdeling provinciefondsuitkeringen 2016... 33 Bijlage 9 Bevoorschotting 2016... 34 Bijlage 10 Berekening provinciale opbrengst per opcent MRB 2016... 35 Bijlage 11 Vergelijking huidig verdeelmodel nieuw verdeelmodel 2016... 36 Bijlage 12 Bedragen per eenheid 2017... 38 Bijlage 13 Volumina maatstaven 2017... 39 Bijlage 14 Overzicht decentralisatie-uitkeringen 2017 per provincie... 40 Bijlage 15 Verdeling provinciefondsuitkeringen 2017... 43 Bijlage 16 Bevoorschotting 2017... 44 Bijlage 17 Berekening provinciale opbrengst per opcent MRB 2017... 46 Bijlage 18 Bedragen per eenheid 2018... 47 Bijlage 19 Volumina maatstaven 2018... 48 Bijlage 20 Overzicht decentralisatie-uitkeringen 2018 per provincie... 49 Bijlage 21 Verdeling provinciefondsuitkeringen 2018... 51 Bijlage 22 Overzicht meerjarige decentralisatie-uitkeringen... 52 Bijlage 23 Opbouw decentralisatie-uitkering Projecten verkeer en vervoer... 54 Bijlage 24 Toelichting maatstaven provinciefonds 2017 en verder... 57 Meicirculaire provinciefonds 2017

1 Hoofdpunten Deze circulaire informeert provincies over de provinciefondsuitkeringen. Het provinciefonds is een belangrijke inkomstenbron van de provincies. Daarnaast bepalen factoren als provinciale rentelasten, dividendopbrengsten en belastingopbrengsten de financiële ruimte van provincies. Zij vallen echter buiten het bestek van deze circulaire. Provincies ontvangen op drie tijdstippen in het jaar de informatie over de provinciefondsuitkeringen: in mei op basis van de Voorjaarsnota, in september op basis van de Miljoenennota en in december, ter afronding van het lopende jaar, op basis van de Najaarsnota. De circulaires bevatten ook actuele informatie die op een later tijdstip in de rijksbegroting wordt verwerkt. De mededelingen zijn steeds onder het voorbehoud van parlementaire goedkeuring. De indeling van de circulaire is afgestemd op de soorten uitkeringen die het provinciefonds kent: de algemene uitkering en de decentralisatie- en integratie-uitkeringen. Figuur 1 laat voor het jaar 2018 het procentuele aandeel van de uitkeringen zien. Met ingang van 2017 is sprake van een nieuwe verdeling voor de algemene uitkering. Aanleiding is de door de provincies ervaren complexiteit van het huidige verdeelmodel en het door diverse decentralisaties relatief klein geworden aandeel van de algemene uitkering ten opzichte van de decentralisatie-uitkeringen. In opdracht van het IPO heeft de commissie Jansen op 10 december 2015 in het rapport Redelijk Verdeeld een advies uitgewerkt voor een nieuw verdeelmodel. De fondsbeheerders hebben het advies van de commissie verwerkt in een wetsvoorstel dat door de Tweede en Eerste Kamer is aangenomen. Met de nieuwe verdeling zijn omvangrijke decentralisatie-uitkeringen zoals die voor verkeer en vervoer en voor natuur vanaf 2017 onderdeel van de algemene uitkering. Het nieuwe verdeelmodel brengt geen herverdeeleffecten met zich mee. Conform de aangenomen motie van de Tweede Kamerleden Veldman en Fokke (Tweede Meicirculaire provinciefonds 2017 1

Kamer 2016/17, 34568, nr. 8) zal het kabinet in overleg met het IPO binnen twee jaar met een plan van aanpak komen met als doel de nieuwe verdeling binnen drie jaar te herijken. De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven (netto gecorrigeerde rijksuitgaven; NGRU). Volgens de normeringssystematiek (trap op trap af) hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van de algemene uitkering. De jaarlijkse toename of afname van het provinciefonds, voortvloeiend uit de normeringssystematiek, wordt het accres genoemd. De Voorjaarsnota van het Rijk resulteert voor alle jaren met uitzondering van 2020 - in een hoger accres dan in september 2016 werd voorzien. Daarnaast vindt in 2017 de afrekening plaats van het definitief vastgestelde accres 2016. Het accres 2016 komt eveneens hoger uit dan in de septembercirculaire 2016 werd geraamd. Voor alle jaren van de meerjarenraming is op dit moment sprake van een positief accres. Verder informeert deze circulaire over de definitieve afrekening van het plafond van het BTW-compensatiefonds (BCF) over 2016. Ten opzichte van de septembercirculaire 2016 is sprake van een neerwaartse bijstelling. Identiek aan de werkwijze bij het accres vindt de definitieve afrekening over 2016 plaats in 2017. Meicirculaire provinciefonds 2017 2

2 Algemene uitkering 2.1 Inleiding Paragraaf 2.2 van dit hoofdstuk gaat in op het nieuwe verdeelmodel met ingang van uitkeringsjaar 2017. Paragraaf 2.3 bevat informatie over wijzigingen in de verdeling als gevolg van de ontwikkeling van de omvang van de algemene uitkering en informatie over overige verdeelaspecten. Paragraaf 2.4 informeert de provincies over een aantal gegevens voor de berekening van de algemene uitkering. 2.2 Nieuw verdeelmodel Met ingang van 2017 is sprake van een nieuw verdeelmodel voor de algemene uitkering van het provinciefonds. In 2014 heeft het IPO opdracht gegeven aan de commissie Jansen om een voorstel te doen voor een nieuw objectief verdeelmodel voor de algemene uitkering. De aanleiding van deze opdracht is de door de provincies ervaren complexiteit van het huidige verdeelmodel en het door diverse decentralisaties relatief klein geworden aandeel van de algemene uitkering ten opzichte van de decentralisatie-uitkeringen. Het bestuur van het IPO heeft het rapport Redelijk Verdeeld op 10 december 2015 unaniem onderschreven. De fondsbeheerders hebben het nieuwe verdeelmodel verwerkt in een wetsvoorstel voor de herziening van het provinciefonds per 2017. Het wetsvoorstel is door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen. De nieuwe verdeling leidt niet tot herverdeeleffecten voor provincies. Met het nieuwe verdeelmodel worden de decentralisatie-uitkeringen Verkeer en vervoer, Natuur en Besluit Risico s Zware Ongevallen (BRZO) overgeheveld naar de algemene uitkering. Op twee onderdelen is ten opzichte van het advies van de commissie Jansen sprake van een wijziging. In de eerste plaats is het voorgestelde verdeelmodel aangepast aan de gebruikelijke systematiek van het provinciefonds. Het voorgestelde verdeelmodel drukte alle maatstaven uit in een bedrag per inwoner in plaats van de gebruikelijke p x q- berekening (bijvoorbeeld gewicht maatstaf oeverlengte x aantal hectometers oeverlengte). In bijlage 24 zijn de verdeelmaatstaven van het nieuwe verdeelmodel gedefinieerd. Ten tweede blijven de middelen voor monumentenzorg (totaal 20 miljoen) verstrekt als decentralisatie-uitkering. De uitkering per provincie voor monumentenzorg blijft gelijk aan die in voorgaande jaren. Het verdeelmodel van de commissie Jansen is gebaseerd op definitieve gegevens voor uitkeringsjaar 2015. Inmiddels zijn recentere gegevens beschikbaar en is besloten tot actualisatie. In overleg met het IPO is besloten om de vergelijking tussen het huidige en nieuwe verdeelmodel te baseren op uitkeringsjaar 2016. Voor dat uitkeringsjaar zijn de meest recente gegevens met een definitieve status beschikbaar. Deze gegevens zijn zowel gebruikt voor het huidige als het nieuwe verdeelmodel. De vergelijking is opgenomen in bijlage 11 en laat zien dat de uitkomst van het huidige model voor elke provincie gelijk is Meicirculaire provinciefonds 2017 3

aan de uitkomst van het nieuwe verdeelmodel. Dat is in de eerste plaats bereikt door aanpassing van de uitkeringsfactor en in de tweede plaats door wijziging van de maatstaf provinciespecifiek vast bedrag. Vanaf uitkeringsjaar 2017 zijn de aantallen eenheden op de verdeelmaatstaven zoals gebruikelijk aan verandering onderhevig cq is sprake van reguliere dynamiek. Het voorgestelde verdeelmodel door de commissie Jansen gaat wat betreft de decentralisatie-uitkeringen Verkeer en vervoer, Natuur en BRZO uit van de structurele omvang. Incidenteel is echter sprake van hogere bedragen. In 2017 is het bedrag voor natuur bijvoorbeeld 100 miljoen hoger dan de structurele omvang waarmee het voorgestelde verdeelmodel rekent. Het bedrag voor verkeer en vervoer wijzigt daarnaast jaarlijks. Deze mutaties en de taakmutaties uit eerdere circulaires worden doorgevoerd via de maatstaf provinciespecifiek vast bedrag. 2.3 Omvang en verdeling Tabel 2.3.1 bevat de wijzigingen in de omvang van de algemene uitkering over de periode 2017 tot en met 2022 ten opzichte van de septembercirculaire 2016. De wijzigingen in deze circulaire betreffen achtereenvolgens: 1. De mutaties uit de decembercirculaire 2016 Deze mutaties zijn voor de volledigheid nogmaals zichtbaar gemaakt. 2. Algemene mutaties Deze mutaties hebben betekenis voor de financiële ruimte van de provincies, zonder veranderingen in het takenpakket. 3. Taakmutaties Deze mutaties hebben corresponderende gevolgen voor inkomsten of uitgaven. De tabel wordt gevolgd door een toelichting op de mutaties. Meicirculaire provinciefonds 2017 4

Tabel 2.3.1 Mutaties algemene uitkering 2017-2022 (bedragen in miljoenen euro's) Uitkeringsjaar 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Stand septembercirculaire 2016 650,609 706,874 762,503 822,523 869,146 869,146 Mutaties decembercirculaire 2016* -0,037-0,037-0,037-0,037-0,037-0,037 Stand decembercirculaire 2016 650,572 706,837 762,466 822,486 869,109 869,109 Mutaties deze circulaire Algemene mutaties 1) Accres 17,543 49,271 64,603 64,238 70,377 122,470 2) Plafond BTW-compensatiefonds -8,397 3) Minder provincies -10,000 4) Innovatiebudget Handelsregister -0,014-0,014-0,014 Taakmutaties 5) Verkeer en vervoer 919,943 924,852 924,797 923,428 923,399 923,399 6) Natuur 455,500 355,500 355,500 355,500 355,500 355,500 7) BRZO 10,050 10,050 10,050 10,050 10,050 10,050 8) Luchthavens 0,825 0,499 0,499 0,499 0,499 0,499 Stand deze circulaire 2.046,022 2.046,995 2.117,901 2.176,201 2.228,934 2.271,027 * zie paragraaf 2.2 van de decembercirculaire 2016 voor de bedragen die betrekking hebben op uitkeringsjaar 2016. In bijlage 1 zijn de mutaties uit tabel 2.3.1 samengenomen met de mutaties uit eerdere circulaires. Deze bijlage geeft een totaalbeeld van de mutaties van jaar op jaar, ongeacht het moment van publicatie, in tegenstelling tot tabel 2.3.1, die een totaalbeeld geeft van circulaire op circulaire. In de bijlagen 15 en 21 kunt u zien hoe de algemene uitkering in de uitkeringsjaren 2017 en 2018 over de provincies is verdeeld. Bijlage 8 bevat de verdeling over de provincies voor uitkeringsjaar 2016. Voor dat jaar geldt dat de verdeling van de algemene uitkering ten opzichte van de decembercirculaire 2016 is aangepast als gevolg van het definitief vaststellen van de volumina van de maatstaf opcenten motorrijtuigenbelasting. De verdeling van de algemene uitkering 2016 is daarmee definitief geworden. Toelichting 1. Accres Het accres 2016 is definitief vastgesteld op 47 miljoen oftewel 4,25%. Het accres is vastgesteld op basis van de realisatie van de rijksbegroting zoals opgenomen in het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2016. De budgettaire verwerking van het accres 2016 vindt plaats bij Voorjaarsnota 2017. Het definitieve accres betekent een positieve bijstelling van 3 miljoen ten opzichte van de septembercirculaire 2016. Een gedetailleerde opbouw van de afrekening van het accres is opgenomen in bijlage 13 van het Financieel Jaarverslag van het Rijk. Meicirculaire provinciefonds 2017 5

Tabel 2.3.2 Definitieve accres provinciefonds 2016 in % in mln. Raming accres 2016 septembercirculaire 2016 3,96% 44,189 Mutatie 0,28% 3,133 Vastgesteld accres 2016 4,25% 47,322 Tabel 2.3.3 en 2.3.4 laat de actuele raming van de accressen zien voor de jaren 2017-2022, zowel in miljoenen euro s als in procenten. Tabel 2.3.3 Actuele raming accressen provinciefonds 2017-2022 (in miljoenen euro s) 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Stand septembercirculaire 2016 27,175 56,966 50,367 54,010 42,864 - Mutatie jaarlijkse tranches 11,277 34,861 15,332-0,365 6,139 52,093 Stand meicirculaire 2017 38,452 91,827 65,699 53,645 49,003 52,093 Tabel 2.3.4 Actuele raming accressen provinciefonds 2017-2022 (in procenten) 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Stand septembercirculaire 2016 1,13% 2,59% 2,41% 2,53% 1,97% - Mutatie jaarlijkse tranches 0,41% 1,43% 0,66% -0,09% 0,21% 2,35% Stand meicirculaire 2017 1,54% 4,02% 3,07% 2,44% 2,18% 2,35% Het geraamde accres wordt ten opzichte van de septembercirculaire 2016 over vrijwel de gehele linie opwaarts bijgesteld. Het geraamde accres 2017 komt uit op 38 miljoen oftewel 1,54%. Aangezien het kabinet demissionair is geworden na de verkiezingen van 15 maart is er sprake van een beleidsarme voorjaarsbesluitvorming geweest. Ruim tweederde van de accresontwikkeling wordt verklaard door de hogere inflatie die doorwerkt in een hogere loon- en prijsontwikkeling op de rijksbegroting. Werd er bij Miljoenennota 2017 nog uitgegaan van een inflatie van 0,6% voor 2017, in de CPB-raming die gebruikt is voor de voorjaarsbesluitvorming (het CEP) is dit opgelopen naar 1,6%. Ook voor de jaren 2018-2021 ligt de geraamde inflatie nu hoger dan ten tijde van de Miljoenennota 2017. Voor de berekening van de loon- en prijsontwikkeling voor de rijksbegroting is tevens de contractloonstijging voor de markt een belangrijke variabele. Deze is sinds de raming van de Miljoenennota 2017 ook opgelopen, voor het jaar 2017 met 0,2%-punt en voor 2018 zelfs 0,8%-punt. Naast de nominale ontwikkelingen zijn er nog diverse mutaties binnen de rijksbegroting die van invloed zijn op de accresontwikkeling. Zo heeft het kabinet besloten om 342 miljoen extra uit te geven als gevolg van de stijging van de pensioenpremie ABP. Verder zijn er mutaties bij de dividendstromen uit staatsdeelnemingen, extra uitgaven aan studieleningen en zijn de kasritmes door departementen aangepast door middel van zogenoemde kasschuiven. Tabel 2.3.5 geeft inzicht in de mutatie in de accressen 2017-2022 na de septembercirculaire 2016. De tabel maakt de mutaties van de accrestranches per jaar inzichtelijk. Ook de afrekening van het accres 2016 komt hierin naar voren. De Meicirculaire provinciefonds 2017 6

accrestranche 2016 ligt structureel 3 miljoen hoger. Incidenteel komt daar in 2017 nog een keer 3 miljoen bij. De totaalregel in de tabel correspondeert met de accresregel in tabel 2.3.1. Tabel 2.3.5 Mutaties accressen provinciefonds 2017-2022 ten opzichte van de septembercirculaire 2016 (jaartranches, x 1 miljoen) 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Tranche 2016 3,133 3,133 3,133 3,133 3,133 3,133 Afrekening 2016 3,133 Tranche 2017 11,277 11,277 11,277 11,277 11,277 11,277 Tranche 2018 34,861 34,861 34,861 34,861 34,861 Tranche 2019 15,332 15,332 15,332 15,332 Tranche 2020-0,365-0,365-0,365 Tranche 2021 6,139 6,139 Tranche 2022 52,093 Totaal gewijzigde tranches 17,543 49,271 64,603 64,238 70,377 122,470 2. Plafond BTW-compensatiefonds Het BTW-compensatiefonds (BCF) heeft in 2016 157 miljoen minder uitgekeerd dan mogelijk was onder het plafond. Het aandeel van provincies in de ruimte onder het plafond is vorig jaar uitgekomen op 20 miljoen. Dit is 8 miljoen minder dan de eerder geraamde en uitgekeerde ruimte bij Miljoenennota 2017. Identiek aan de werkwijze bij het accres vindt de definitieve afrekening over 2016 plaats in 2017. Het plafond is ten opzichte van de septembercirculaire 2016 naar boven bijgesteld door een hoger accres en door taakmutaties. De uitgaven zijn ten opzichte van de eerdere raming zodanig gestegen dat de ruimte onder het plafond per saldo afnam. De ramingen voor 2017 en verder worden conform de gebruikelijke werkwijze bijgesteld in de septembercirculaire 2017. Onderstaande tabel bevat een cijfermatig overzicht van de realisatie 2016: Tabel plafond BCF 2016 (bedragen x 1.000) Realisatie meicirculaire 2017 Stand septembercirculaire 2016 Verschil 2016 2016 2016 Plafond 3.160.935 3.141.290 19.645 W.v. grondslag septembercirculaire 2016 3.141.290 W.v. overhevelingen i.v.m. taakmutaties 11.578 W.v. accres 8.067 Uitgaven 3.003.566 2.922.888 80.678 Ruimte onder plafond 157.369 218.402-61.033 W.v. provincies 20.179 28.576-8.397 Het plafond van het BCF is per 2015 gekoppeld aan de accrespercentages zoals die volgen uit de normeringssystematiek voor het gemeentefonds en provinciefonds. Het plafond Meicirculaire provinciefonds 2017 7

wordt aangepast voor taakmutaties (zoals decentralisaties) die gepaard gaan met toevoegingen of onttrekkingen aan het BCF. Als het plafond overschreden wordt komt het verschil ten laste van het gemeentefonds en het provinciefonds. Bij een realisatie lager dan het plafond komt het verschil ten gunste van het gemeentefonds en provinciefonds. De toevoeging of uitname wordt over het gemeentefonds en provinciefonds verdeeld conform de gerealiseerde aandelen van de gezamenlijke gemeenten en provincies in het BCF. 3. Minder provincies De meerjarenraming strekt zich met ingang van deze circulaire uit tot en met het jaar 2022. Daardoor wordt in de tabel de oploop van de maatregel minder provincies uit het Regeerakkoord voor dat jaar zichtbaar. De uitnames 2017 tot en met 2021 zijn al opgenomen in de eerste regel van de tabel, de stand septembercirculaire 2016. 4. Innovatiebudget Handelsregister De algemene uitkering wordt voor de jaren 2017, 2018 en 2019 verlaagd vanwege een tijdelijke verhoging van de jaarlijkse bijdrage van provincies voor innovatie van het Handelsregister. De verhoging is met het IPO overeengekomen en aanvullend op de afspraken die provincies in 2012 hebben gemaakt over de budgetfinanciering van het Handelsregister. 5. Verkeer en vervoer Met ingang van 2017 wordt de decentralisatie-uitkering Verkeer en vervoer als onderdeel van het nieuwe verdeelmodel overgeheveld naar de algemene uitkering. Zie verder de toelichting in paragraaf 2.2. 6. Natuur Met ingang van 2017 wordt de decentralisatie-uitkering Natuur als onderdeel van het nieuwe verdeelmodel overgeheveld naar de algemene uitkering. Zie verder de toelichting in paragraaf 2.2. Daarnaast is met ingang van 2017 sprake van een ophoging ten behoeve van de uitvoering van agrarisch natuurbeheer ( 8,9 miljoen structureel) en van de kleine natuurbeheerders (<75 ha; 0,6 miljoen structureel). Deze bijdrage is gebaseerd op de kosten na de transitie naar een collectief stelsel. De verdeling over de provincies vindt plaats via het specifieke vaste bedrag. Onderstaande tabel bevat de verdeling van het toegevoegde bedrag van 9,5 miljoen structureel. Vanwege de overheveling naar de algemene uitkering is daarnaast de stand decembercirculaire 2016 opgenomen. Meicirculaire provinciefonds 2017 8

Verdeling middelen natuur 2017 en verder Provincie Mutatie 2017 en verder Bedrag 2017 (stand deccirc 2016) Totaal 2017 (deze circulaire) Bedrag 2018 en verder (stand deccirc 2016) Totaal 2018 en verder (deze circulaire) Groningen 834.100 25.400.000 26.234.100 18.800.000 19.634.100 Fryslân 2.215.400 44.850.000 47.065.400 36.650.000 38.865.400 Drenthe 409.450 51.650.000 52.059.450 38.350.000 38.759.450 Overijssel 603.250 47.000.000 47.603.250 36.450.000 37.053.250 Gelderland 1.385.100 49.850.000 51.235.100 39.200.000 40.585.100 Utrecht 683.050 22.900.000 23.583.050 18.200.000 18.883.050 Noord-Holland 925.300 33.450.000 34.375.300 26.700.000 27.625.300 Zuid-Holland 991.800 32.650.000 33.641.800 25.350.000 26.341.800 Zeeland 253.650 18.150.000 18.403.650 14.850.000 15.103.650 Noord-Brabant 414.200 75.000.000 75.414.200 53.900.000 54.314.200 Limburg 741.000 36.500.000 37.241.000 29.800.000 30.541.000 Flevoland 43.700 8.600.000 8.643.700 7.750.000 7.793.700 Totaal 9.500.000 446.000.000 455.500.000 346.000.000 355.500.000 7. Besluit Risico s Zware Ongevallen Met ingang van 2017 wordt de decentralisatie-uitkering Besluit Risico s Zware Ongevallen als onderdeel van het nieuwe verdeelmodel overgeheveld naar de algemene uitkering. Zie verder de toelichting in paragraaf 2.2. 8. Luchthavens Met de invoering van de RBML (Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens) zijn de provincies sinds 1 november 2009 het bevoegd gezag over de kleine, regionale (niet-nationale) luchtvaartterreinen. Voor 2017 ontvangen de provincies in totaal een bedrag van 824.650, voor 2018 en verder gaat het om een bedrag van 498.688 per jaar. Vergeleken met 2016 is de bijdrage vanuit het Rijk verlaagd. Rijk en IPO zijn deze verlaging overeengekomen met ingang van 1 oktober 2017. Uit een gezamenlijke technische verkenning is gebleken dat een deel van de gedecentraliseerde luchtvaarttaken door het heffen van leges kan worden bekostigd. Ook zijn er sinds 2005 een aantal uitgangspunten gewijzigd in relatie tot de taakopgave van provincies. Het betreft vooral het niet meer vereisen van een luchthavenregeling voor vier soorten luchtvaartuigen. Hiernaast zullen de geïdentificeerde wensen van de provincies ten aanzien van de mogelijke verbeteringen in de wet- en regelgeving - zowel inhoudelijk als procedureel - door het Rijk en de provincies gezamenlijk verder worden opgepakt. De verwachting is dat hierdoor de kosten voor de provincies verder zullen afnemen. Onderstaande tabel bevat de verdeling over de provincies voor 2017 en verder. De bedragen zijn toegevoegd aan de specifieke vaste bedragen van de provincies. Meicirculaire provinciefonds 2017 9

Verdeling middelen luchthavens 2017 en verder Provincie Bedrag 2017 Bedrag 2018 en verder Groningen 34.008 20.566 Fryslân 115.593 69.902 Drenthe 49.867 30.156 Overijssel 40.264 24.349 Gelderland 145.063 87.723 Utrecht 36.650 22.163 Noord-Holland 76.561 46.299 Zuid-Holland 96.430 58.314 Zeeland 58.413 35.324 Noord-Brabant 109.513 66.225 Limburg 43.963 26.586 Flevoland 18.325 11.081 Totaal 824.650 498.688 Overige mededelingen algemene uitkering Negatieve algemene uitkering Noord-Brabant en Utrecht In deze circulaire zijn de negatieve algemene uitkeringen van Noord-Brabant en Utrecht voor het jaar 2016 ongedaan gemaakt door verdere ophoging van de vaste bedragen onder verlaging van de decentralisatie-uitkering Ontwikkel/OEM variabel met dezelfde bedragen. Generiek Digitale Infrastructuur Op 24 februari 2017 heeft besluitvorming over de structurele financiering van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) in de Ministerraad plaatsgevonden. Doorbelasting zal plaatsvinden op basis van het profijtbeginsel, zo ook voor provincies. Gebaseerd op een beredeneerde raming die is opgesteld door de ministeries van BZK en EZ is de prognose voor de doorbelasting aan provincies in 2018 164.000. Onder regie van de Digicommissaris zal nog gekeken worden naar het zich al dan niet voordoen van ongewenste (beleids)effecten, wat nog van invloed kan zijn op het bedrag. In overleg met de medeoverheden zal daarnaast nog worden besloten over de wijze waarop de bedragen aan individuele organisaties worden doorbelast. Een uitname uit het provinciefonds in 2018 behoort tot de mogelijkheden. 2.4 Bedragen per eenheid, vaste bedragen ontwikkeltaken en uitkeringsfactoren In de bijlagen 3, 12 en 18 staan de bedragen per eenheid voor respectievelijk de uitkeringsjaren 2016, 2017 en 2018. De mededelingen van paragraaf 2.3 zijn in deze bedragen verwerkt. De bedragen per eenheid over 2016 zijn ten opzichte van de decembercirculaire 2016 (paragraaf 2.3) ongewijzigd en daarmee definitief geworden. De vaste bedragen 2016 voor de ontwikkeltaken hebben eveneens geen wijziging Meicirculaire provinciefonds 2017 10

ondergaan. Zij zijn opgenomen in bijlage 6. Het verloop van de uitkeringsfactor over de periode 2017-2022 is opgenomen in tabel 2.4.1. Voor de periode 2017-2022 geldt dat de uitkeringsfactor voorlopig is. Bij de berekening van de uitkeringsfactor vanaf 2019 is uitgegaan van een trendmatige groei van het aantal inwoners met 0,4%, miljoenen inwoners met 0,9%, het aantal inwoners in landelijke gebieden met -0,4% en het aantal inwoners vervoerregio met 0,8%. Voor de opcenten MRB ten slotte is een jaarlijkse groei gehanteerd van 2,3%. Vanaf 2018 speelt ten aanzien van de opcenten MRB het volgende. Vanaf dat jaar zijn nog geen belastinggegevens beschikbaar. De meest recente informatie betreft ramingen met betrekking tot de provinciale opcenten op de MRB voor 2017, afkomstig van de Belastingdienst. De provinciale MRB-tarieven 2017 zijn wel al definitief. De berekening van de volumina voor de maatstaf MRB over 2017 is te vinden in bijlage 17. De ramingswijze voor 2018 houdt in dat de landelijke mutatie van de opbrengst MRB per opcent in 2017 ten opzichte van 2016 wordt doorgetrokken naar 2018. Het groeipercentage bedraagt 2,3%. De groei van 2,3% wordt voor 2018 ook toegepast op de afzonderlijke provinciale bedragen. De volumina van de maatstaf MRB over 2018 zijn te vinden in bijlage 19. Tabel 2.4.1 Ontwikkeling uitkeringsfactor 2017-2022 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Uitkeringsfactor 1,014 1,052 1,080 1,106 1,130 1,152 Voor het uitkeringsjaar 2016 geldt dat de uitkeringsfactor ten opzichte van de decembercirculaire 2016 (paragraaf 2.3) is gedaald van 1,027 naar 1,025. Dit komt doordat het definitief aantal opcenten motorrijtuigenbelasting lager is uitgevallen dan de prognose. De berekening van de maatstaf MRB staat in bijlage 10. Meicirculaire provinciefonds 2017 11

Meicirculaire provinciefonds 2017 12

3 Decentralisatie- en integratie-uitkeringen Dit hoofdstuk bevat mededelingen over de decentralisatie- en integratie-uitkeringen. Deze uitkeringen maken net als de algemene uitkering deel uit van het provinciefonds, maar hebben een eigen verdeling. Decentralisatie- en integratie-uitkeringen zijn net als de algemene uitkering vrij besteedbaar en er vindt geen verantwoording naar het Rijk plaats, zoals bij specifieke uitkeringen wel het geval is. Veel van de uitkeringen in dit hoofdstuk zijn verbonden met een zeker doel, waardoor de bestedingsvrijheid materieel wel begrensd kan zijn. Tabel 3.1.1 bevat de wijzigingen in de bedragen ten opzichte van de septembercirculaire 2016 over de periode 2017 tot en met 2022, gevolgd door een toelichting, met onder meer informatie over de verdeling over de provincies. Bijlage 2 bevat het overzicht van de decentralisatie-uitkeringen en de daarmee gemoeide bedragen over de periode 2017 tot en met 2022. In de bijlagen 14, 20 en 22 kunt u zien hoe de decentralisatie-uitkeringen in de verschillende uitkeringsjaren over de provincies zijn verdeeld. De bedragen van de decentralisatie-uitkeringen over uitkeringsjaar 2016 staan in bijlage 7. Deze zijn ten opzichte van de decembercirculaire 2016 ongewijzigd en daarmee definitief geworden. Tabel 3.1.1 Mutaties decentralisatie-uitkeringen (bedragen in miljoenen euro's) 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Stand septembercirculaire 2016 1.580,675 1.424,523 1.421,982 1.420,460 1.350,905 Mutaties decembercirculaire 2016 - - - - - - Stand decembercirculaire 2016 1.580,675 1.424,523 1.421,982 1.420,460 1.350,905 1.350,905 Mutaties deze circulaire 1) Verkeer en vervoer -919,943-924,852-924,797-923,428-923,399-923,399 2) Natuur -446,000-346,000-346,000-346,000-346,000-346,000 3) BRZO -10,050-10,050-10,050-10,050-10,050-10,050 4) Projecten verkeer en vervoer -1,483-1,255-1,255-1,255 5) Beter Benutten 44,594 6) Zoetwatermaatregelen 9,373 9,605 12,284 7) MIRT-project IJsseldelta 5,958 1,545 8) Hydrologische maatregelen 5,900 9) Monumentenzorg 4,000 10) Vismigratierivier 2,893 11) Ontwikkelingsbedrijf NOM 2,000 12) MKB Innovatiestimulering Topsectoren 1,515 13) Erfgoed en ruimte 0,562 14) Meerjarenprogramma Eems-Dollard 0,248 15) Verduurzaming Ketens Energie-Chemie Eemsdelta 0,035 0,035 16) Projectstimuleringsregeling Interreg V 0,024 17) Innovatie Landbouw Veenkoloniën 0,005 Stand deze circulaire 280,306 153,551 152,164 139,727 71,456 71,456 Meicirculaire provinciefonds 2017 13

Toelichting 1. Verkeer en vervoer Met ingang van 2017 wordt de decentralisatie-uitkering Verkeer en vervoer als onderdeel van het nieuwe verdeelmodel overgeheveld naar de algemene uitkering. Zie verder de toelichting in paragraaf 2.2. 2. Natuur Met ingang van 2017 wordt de decentralisatie-uitkering Natuur als onderdeel van het nieuwe verdeelmodel overgeheveld naar de algemene uitkering. Zie verder de toelichting in paragraaf 2.2. 3. Besluit Risico s Zware Ongevallen Met ingang van 2017 wordt de decentralisatie-uitkering Besluit Risico s Zware Ongevallen als onderdeel van het nieuwe verdeelmodel overgeheveld naar de algemene uitkering. Zie verder de toelichting in paragraaf 2.2. 4. Projecten verkeer en vervoer Het toegekende budget aan de provincie Limburg voor Maaslijn Elektrificatie wordt verlaagd omdat ten onrechte de btw-component was inbegrepen. De provincie Limburg kan de btw declareren bij het BTW-compensatiefonds. Een totaaloverzicht van de opbouw van de decentralisatie-uitkering Projecten verkeer en vervoer voor alle provincies is opgenomen in bijlage 23. 5. Beter Benutten Provincies ontvangen in 2017 middelen voor de uitvoering van het lopende programma en het vervolgprogramma van Beter Benutten in de verschillende regio s. Onderdeel van het lopende programma is Decentraal Spoor. Daarnaast ontvangen Noord-Brabant en Gelderland een bijdrage bestemd voor de uitvoering van amendement Hoogland. De ontvangende provincies en bedragen zijn opgenomen in bijlage 14. 6. Zoetwatermaatregelen Het ministerie van Infrastructuur en Milieu stelt voor de jaren 2017 tot en met 2019 middelen beschikbaar voor het uitvoeren van de zoetwatermaatregelen uit het Deltaplan Zoetwater. Doel is het verminderen van de huidige knelpunten in de zoetwatervoorziening en bijdragen aan het opvangen van mogelijke gevolgen van klimaatverandering. Het betreft Meicirculaire provinciefonds 2017 14

de volgende maatregelen: Uitvoeringsprogramma Deltaplan Hoge Zandgronden Zuid (provincies Noord-Brabant en Limburg); Uitvoeringsprogramma Deltaplan Hoge Zandgronden Oost (provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht en Drenthe); Proeftuin Zuid Westelijke Delta (provincie Zeeland); Programma Hoge Gronden regio Noord en Proeftuin IJsselmeergebied (provincies Groningen, Fryslân, Drenthe, Noord-Holland en Flevoland). De ontvangende provincies en bedragen voor 2017 tot en met 2019 zijn respectievelijk opgenomen in de bijlagen 14, 20 en 22. 7. MIRT-project IJsseldelta Op 12 december 2016 is de voorkeursbeslissing (MIRT-2) voor het project IJsseldelta Fase 2 genomen. Dit is vastgelegd in de Bestuursovereenkomst IJsseldelta Fase 2, welke op 14 december 2016 is ondertekend. De provincie Overijssel ontvangt een totaalbedrag van 7,503 miljoen (waarvan 5,958 miljoen in 2017 en 1,545 miljoen in 2018) voor de planuitwerking van de drie regionale percelen van het MIRT-project IJsseldelta Fase 2. Daarnaast wordt een bedrag van 0,311 miljoen (waarvan 0,258 miljoen in 2017 en 0,053 miljoen in 2018) overgeheveld naar het BTW-compensatiefonds. 8. Hydrologische maatregelen De provincies ontvangen conform bestuurlijke afspraken uit het Begrotingsakkoord 2013 een bijdrage vanuit het ministerie van Infrastructuur en Milieu voor de bekostiging van de hydrologische maatregelen die door de provincies getroffen worden. De verdeling over de provincies is opgenomen in bijlage 14. 9. Monumentenzorg De provincie Gelderland ontvangt een bijdrage voor de Eusebiuskerk. Het betreft een aanvulling op de bestuurlijke afspraken met het IPO voor restauratiemiddelen ten behoeve van rijksmonumenten. Deze aanvulling is noodzakelijk omdat de Eusebiuskerk een van de grote monumenten is waarvoor het (provinciale) budget bestemd voor de restauratie van rijksmonumenten niet toereikend is. De provincie Gelderland zorgt voor een evenredig bedrag, waarmee de totale extra middelen voor de Eusebiuskerk 8 miljoen bedragen. Meicirculaire provinciefonds 2017 15

10. Vismigratierivier De provincie Fryslân ontvangt in 2017 een bijdrage voor de realisatie van de vismigratierivier in de Afsluitdijk in het kader van het Ambitieprogramma voor de Afsluitdijk. 11. Ontwikkelingsbedrijf NOM De provincie Drenthe ontvangt een bijdrage in verband met het Ontwikkelingsbedrijf van de NOM (Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij Noord-Nederland). 12. MKB Innovatiestimulering Topsectoren Provincies ontvangen van het ministerie van Economische Zaken in totaal 1,515 miljoen ten behoeve van de regeling MKB Innovatiestimulering Topsectoren. Dit betreft de overgebleven middelen voor de tranche 2016. De ontvangende provincies en bedragen zijn opgenomen in bijlage 14. 13. Erfgoed en ruimte De provincies ontvangen verschillende uitkeringen voor het Programma Erfgoed en Ruimte van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Daaronder zijn eveneens begrepen uitkeringen voor Nominatie Werelderfgoed en Erfgoedmonitor Provincies. De verdeling over de provincies is opgenomen in bijlage 14. 14. Meerjarenprogramma Eems-Dollard De provincie Groningen ontvangt een bijdrage voor het meerjarenprogramma Eems-Dollard 2050. In het kader van dat programma zijn een aantal pilots opgezet ter verbetering van het Eems-estuarium. Als onderdeel van de Natuurambitie Grote Wateren stelt het ministerie van Economische Zaken een bijdrage beschikbaar voor de uitvoering van een pilot gericht op de verwerking van slib tot klei en voor het ecologisch herstel van Polder Breebaart. 15. Verduurzaming Ketens Energie-Chemie Eemsdelta De provincie Groningen ontvangt in 2017 en 2018 een bijdrage in de kosten van het opstellen en realiseren van de Industrieagenda Eemsdelta, als onderdeel van de agenda Verduurzaming Ketens Energie-Chemie Eemsdelta. De Industrieagenda Eemsdelta bevat de route naar verduurzaming van de energie en vergroening van de grondstoffen voor de chemische industrie en moet ook verbinding geven aan de vele initiatieven die er al zijn in dit gebied. Meicirculaire provinciefonds 2017 16

16. Projectstimuleringsregeling Interreg V De provincie Noord-Brabant ontvangt een eenmalige bijdrage in het kader van de Interreg Projectstimuleringsregeling V (Stcrt. 2015, 10986). 17. Innovatie Landbouw Veenkoloniën De provincie Groningen ontvangt een bijdrage van het ministerie van Economische Zaken voor het project Vergroening door middel van groenbemesters in de Veenkoloniën, in het kader van het programma Innovatieve Landbouw Veenkoloniën. Meicirculaire provinciefonds 2017 17

Meicirculaire provinciefonds 2017 18

4 Overige mededelingen 4.1 Provinciefondstotalen De provinciefondstotalen 2017-2022 zijn opgenomen in tabel 4.1.1. De bedragen uit de hoofdstukken 2 en 3 zijn hierin samengenomen. Tabel 4.1.1 Provinciefondstotalen 2017-2022 (bedragen in miljoenen euro's) 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Algemene uitkering DU/IU 2.046,022 2.046,995 2.117,901 2.176,201 2.228,934 2.271,027 280,306 153,551 152,164 139,727 71,456 71,456 Totaal 2.326,328 2.200,546 2.270,065 2.315,928 2.300,390 2.342,483 4.2 Voorschotbetalingen De bijlagen 5, 13 en 19 bevatten de volumina van de maatstaven voor respectievelijk de uitkeringsjaren 2016, 2017 en 2018. De omschrijvingen van de maatstaven vanaf 2017 kunt u vinden in bijlage 24 van deze circulaire. In bijlage 9 kunt u zien wat voor de bevoorschotting van het uitkeringsjaar 2016 de financiële effecten zijn ten opzichte van de standen in de decembercirculaire 2016. Dit zijn de nog te verrekenen bedragen. De bedragen worden met de termijnbedragen 2017 van 3 juli verrekend. De termijnbedragen 2017 staan in bijlage 16. De voorschotbetalingen 2017 zoals opgenomen in deze bijlage zullen met ingang van 2 oktober 2017 (termijn 40) aan de geactualiseerde omvang en verdeling van het provinciefonds worden aangepast. De termijnbedragen gelden tot en met 25 september 2017 (termijn 39). Voor de volledigheid melden wij dat u aan de berekening van de voorschotten geen rechten kunt ontlenen voor de definitieve vaststelling van de uitkeringen. De betalingen van de voorschotten vinden plaats op de door de provincies aangegeven rekeningen. 4.3 Loon- en prijsontwikkeling De algemene uitkering is uitgedrukt in lopende prijzen. De decentralisatie- en de integratieuitkeringen betreffen doorgaans nominale bedragen. Om provincies in staat te stellen op een juiste wijze met nominale ontwikkelingen om te gaan is tabel 4.3.1 opgenomen. De tabel bevat de twee loon- en prijsindicatoren die het CPB onderscheidt voor de overheidssector. De cijfers zijn ontleend aan de meest recente publicaties van het CPB. Voor nadere informatie verwijzen wij naar de regelmatig bijgestelde prognoses op de website van het CPB (CPB), met name de rubriek Centraal Economisch Plan 2017 (CEP2017). Meicirculaire provinciefonds 2017 19

Tabel 4.3.1 Prijsmutaties per jaar 2015-2018 2015 2016 2017 2018 overheidsconsumptie - netto materiële consumptie -0,9% 1,1% 1,5% 1,6% - lonen en salarissen 0,7% 2,3% 2,2% 2,4% algemene prijsontwikkeling - prijsmutatie bbp 0,1% 1,0% 1,2% 1,4% Bron: CEP2017 4.4 Financiële kengetallen BBV In de toelichting op de regeling tot vaststelling van de wijze waarop kengetallen worden vastgesteld en opgenomen in de begroting en het jaarverslag van provincies en gemeenten (regeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 juli 2015, nr.2015-0000387198, Staatscourant 2015, 20619) is aangekondigd dat jaarlijks in de meicirculaire de benodigde gegevens voor de berekening van de belastingcapaciteit worden opgenomen. Voor provincies gaat het om het (ongewogen) landelijk gemiddelde aantal opcenten van alle provincies. Dit gemiddelde bedraagt in 2017 80,46. Meicirculaire provinciefonds 2017 20

Bijlagen Meicirculaire provinciefonds 2017 21

Bijlage 1 Ontwikkeling algemene uitkering 2017-2022 Ontwikkeling algemene uitkering 2017-2022 (bedragen in miljoenen euro's) Uitkeringsjaar 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Uitkeringen voorafgaand jaar 630,323 2046,022 2046,995 2117,901 2176,201 2228,934 Algemene mutaties Accres tranche 2015 (incidenteel) -3,784 Accres tranche 2016 (incidenteel) 3,133-3,133 Accres tranche 2016 (structureel) 3,133 Accres 38,452 91,827 65,699 53,645 49,003 52,093 Plafond BTW-compensatiefonds -4,501 18,546 10,127 11,004 8,759 Generieke Digitale Infrastructuur 0,074 0,092 0,134 Inputfinanciering Handelsregister 0,001 0,006 Innovatiebudget Handelsregister -0,014 0,014 Minder provincies -5,000-5,000-5,000-5,000-5,000-10,000 Technische correctie 0,148 Taakmutaties Verkeer en vervoer 919,943 4,909-0,055-1,369-0,029 Natuur 455,500-100,000 BRZO 10,050 Luchthavens 0,825-0,326 Implementatie richtlijn EED -0,265 Landelijk Meldpunt Afval -1,995 Uitname decentralisatie VTH -5,942 Stand deze circulaire 2.046,022 2.046,995 2.117,901 2.176,201 2.228,934 2.271,027 Meicirculaire provinciefonds 2017 22

Bijlage 2 Overzicht decentralisatie-uitkeringen 2017-2022 Overzicht van decentralisatie-uitkeringen (bedragen in miljoenen euro's) Uitkeringsjaar 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Vindplaats Projecten verkeer en vervoer 80,498 40,707 39,707 39,711 22,578 22,578 meicirc. 2017, H3 Zuiderzeelijn 20,062 15,213 15,213 15,213 sepcirc. 2016, H3 Meerjarenprogramma Eems-Dollard 0,248 meicirc. 2017, H3 MIRT-project IJsseldelta 5,958 1,545 meicirc. 2017, H3 Verduurzaming Ketens Energie-Chemie Eemsdelta 0,035 0,035 meicirc. 2017, H3 MKB Innovatiestimulering Topsectoren 1,515 meicirc. 2017, H3 Versnellingsagenda melkveehouderij Noord NL 0,060 0,060 0,060 sepcirc. 2016, H3 Ontwikkelingsbedrijf NOM 2,000 meicirc. 2017, H3 Erfgoed en ruimte 0,562 meicirc. 2017, H3 Beter Benutten 44,594 meicirc. 2017, H3 Bodemsanering 38,150 35,830 35,997 35,925 meicirc. 2016, H3 Vismigratierivier 4,133 1,653 meicirc. 2017, H3 Zoetwatermaatregelen 9,373 9,605 12,284 meicirc. 2017, H3 Waddenfonds 28,878 28,878 28,878 28,878 28,878 28,878 juncirc. 2012, 3.9 Hydrologische maatregelen 5,900 meicirc. 2017, H3 Projectstimuleringsregeling Interreg V 0,024 meicirc. 2017, H3 Weidevogels 0,025 0,025 0,025 deccirc. 2016, H3 Innovatie Landbouw Veenkoloniën 0,005 meicirc. 2017, H3 Monumentenzorg 24,000 20,000 20,000 20,000 20,000 20,000 meicirc. 2017, H3 Programma IOV 14,286 pm sepcirc. 2016, H3 Totaal decentralisatie-uitkeringen 280,306 153,551 152,164 139,727 71,456 71,456 Meicirculaire provinciefonds 2017 23

Bijlage 3 Bedragen per eenheid 2016 Overzicht van verdeelmaatstaven en bijbehorende bedragen per eenheid voor het jaar 2016 Uitkeringsfactor 1,025 Bedrag per eenheid Maatstaf 11,65 inwoners 2,31 inwoners landelijk gebied met max 607.000 17.506,15 p-weg 48,83 woonruimten 89,09 oeverlengte 20,86 land 30,14 water 37,81 ehs_groen 118,62 opp. bedrijventerreinen 68.139,57 inrichtingen 1,97 aantal banen totaal 18.308,64 aantal banen stuwende werkgelegenheid 11,47 inw_oad 99,92 inw_groei 556,24 inw_krimp 12.631.516,58 vast bedrag 65,9 MRB Meicirculaire provinciefonds 2017 24

Bijlage 4 Bedragen per eenheid 2016 per cluster Overzicht van verdeelmaatstaven en bijbehorende bedragen per eenheid voor het jaar 2016 per cluster Cluster Maatstaf Bedragen per eenheid 2016 decembercirculaire Wijzigingen 2016 deze circulaire Bedragen per eenheid 2016 deze circulaire Beheertaken Bestuur inwoners 6,57 6,57 vast bedrag 8.610.406,76 8.610.406,76 Verkeer en vervoer p-weg 17.506,15 17.506,15 woonruimten 21,11 21,11 oeverlengte 82,70 82,70 water 14,57 14,57 Water en milieu woonruimten 18,97 18,97 oeverlengte 6,39 6,39 land 2,77 2,77 water 11,06 11,06 inrichtingen 68.139,57 68.139,57 vast bedrag 686.816,83 686.816,83 Natuur en recreatie inwoners 3,50 3,50 land 4,51 4,51 water 4,51 4,51 ehs-groen 37,81 37,81 Economische zaken woonruimten 2,45 2,45 land 3,21 3,21 opp. bedrijventerreinen 118,62 118,62 aantal banen totaal 1,97 1,97 vast bedrag 669.187,24 669.187,24 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening woonruimten 6,30 6,30 land 9,38 9,38 vast bedrag 658.610,42 658.610,42 Voorzieningen inwoners 1,58 1,58 inwoners landelijk gebied met max. 607.000 2,31 2,31 land 0,99 0,99 vast bedrag 2.006.495,33 2.006.495,33 Ontwikkeltaken Economische zaken aantal banen stuwende werkgelegenheid 18.308,64 18.308,64 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening inw_oad 11,47 11,47 inw_groei 99,92 99,92 inw_krimp 556,24 556,24 Meicirculaire provinciefonds 2017 25

Bijlage 5 Volumina maatstaven 2016 Volumina uitgavenclusters en inkomstencluster 2016 Aantal Aantal Lengte Aantal Aantal hm Aantal ha Aantal ha Oppervlakte inwoners inwoners landelijk p-weg woonruimten oeverlengte land water ehs_groen gebied met max 607.000 Groningen 583.721 313.140 1.003,3 275.992 59.385 232.392 63.576 21.951 Fryslân 646.040 436.770 1.103,7 305.664 107.944 333.501 241.375 53.293 Drenthe 488.629 332.940 829,4 226.930 53.248 263.408 4.632 60.849 Overijssel 1.144.280 538.750 1.452,1 501.149 70.271 331.814 10.260 55.264 Gelderland 2.035.351 607.000 2.412,5 911.591 78.044 496.259 17.372 194.495 Utrecht 1.273.613 317.820 920,8 553.132 67.536 137.892 7.021 35.396 N-Holland 2.784.854 528.460 1.585,7 1.316.714 163.782 266.068 143.124 50.685 Z-Holland 3.622.303 561.380 1.827,0 1.672.074 190.325 280.851 61.028 36.583 Zeeland 381.252 249.070 874,2 206.674 38.668 178.150 115.193 19.499 N-Brabant 2.498.749 607.000 1.103,1 1.106.708 85.503 490.216 17.990 115.934 Limburg 1.116.260 541.580 885,0 533.028 27.872 214.515 6.436 55.531 Flevoland 404.068 132.910 894,9 165.568 36.630 141.137 100.093 19.963 Totaal 16.979.120 5.166.820 14.891,7 7.775.224 979.208 3.366.203 788.100 719.443 Meicirculaire provinciefonds 2017 26

Volumina uitgavenclusters en inkomstencluster 2016 (vervolg) Oppervlakte Aantal Aantal Aantal banen Aantal Aantal Aantal Vast Opcenten bedrijven- inrichtingen banen stuwende inw_oad inw_groei inw_krimp bedrag motorrijtuigen terreinen totaal werkgelegenheid belasting Groningen 3.493 55 239.300 101,14 0 16.109 10.322 1 607.279,87 Fryslân 3.999 23 242.200 102,18 646.040 0 663 1 766.161,16 Drenthe 2.933 13 194.500 75,14 488.629 8.252 1.766 1 597.724,18 Overijssel 6.214 27 511.300 234,70 0 10.358 3.962 1 1.309.762,70 Gelderland 9.928 63 885.300 369,28 0 18.458 9.029 1 2.314.704,51 Utrecht 4.366 19 662.100 296,45 0 8.695 1.638 1 1.586.481,86 N-Holland 9.759 68 1.419.900 686,79 0 15.788 1.211 1 2.861.011,46 Z-Holland 15.634 174 1.600.000 740,75 0 59.807 1.314 1 3.525.672,03 Zeeland 3.572 43 148.000 63,36 381.252 114 6.902 1 472.522,23 N-Brabant 15.280 135 1.190.400 597,00 0 10.430 2.231 1 3.382.609,42 Limburg 6.788 33 486.300 226,97 0 0 31.400 1 1.302.142,05 Flevoland 2.115 7 141.900 72,90 0 156.969 0 1 669.844,16 Totaal 84.081 660 7.721.200 3.566,66 1.515.921 304.980 70.438 12 19.395.915,63 Meicirculaire provinciefonds 2017 27

Bijlage 6 Ontwikkeltaken niet via maatstaven 2016 Ontwikkeltaken niet via maatstaven Voorzieningen Volkshuisvesting Verkeer en Water en Water en Natuur en Ontwikkeltaken Ontwikkeltaken en ruimtelijke vervoer milieu milieu recreatie niet via maatstaven niet via maatstaven ordening lucht/klimaat bodem beheer ontwikkel ontwikkel ontwikkel ontwikkel ontwikkel incl. in basis in basis in basis in basis in basis in basis in basis uitkeringsfactor Groningen 0 0 15.249.793 0 2.198.797 8.850.956 26.299.547 26.951.603 Fryslân 1.834.065 4.353.380 12.733.977 0 3.584.456 17.008.486 39.514.364 40.494.062 Drenthe 0 0 12.263.215 0 1.235.679 15.376.363 28.875.256 29.591.174 Overijssel 0 0 12.744.211 19.849 7.734.701 35.098.829 55.597.591 56.976.047 Gelderland 0 0 19.857.069 1.032.136 10.968.238 32.534.697 64.392.140 65.988.643 Utrecht 0 0 18.458.558 3.179.047 1.376.023 27.089.846 50.103.474 51.345.712 N-Holland 0 0 45.624.510 6.768.432 6.001.488 26.469.050 84.863.480 86.967.538 Z-Holland 0 0 45.931.321 9.128.029 8.956.784 30.947.736 94.963.869 97.318.351 Zeeland 0 0 12.130.173 0 482.585 17.743.082 30.355.839 31.108.465 N-Brabant 0 0 46.256.871 3.791.116 10.161.515 37.036.008 97.245.510 99.656.562 Limburg 0 0 20.542.596 1.270.322 731.668 28.801.006 51.345.592 52.618.626 Flevoland 0 0 15.907.308 0 236.188 6.048.179 22.191.674 22.741.883 Totaal 1.834.065 4.353.380 277.699.602 25.188.930 53.668.122 283.004.237 645.748.335 661.758.664 Meicirculaire provinciefonds 2017 28

Bijlage 7 Overzicht decentralisatie-uitkeringen 2016 per provincie Verdeling decentralisatie-uitkeringen 2016 Natuur Verkeer en Projecten Aansluiting Groei Randstad- Bodemsanering BRZO Programma Monuvervoer verkeer en Lelystad Airport op het spoor spoor IOV mentenzorg vervoer Groningen 24.901.523 64.378.326 96.420 0 0 0 2.036.159 470.239 0 902.832 Fryslân 46.620.192 47.424.001 0 0 0 0 2.240.394 445.741 0 1.463.888 Drenthe 50.291.731 27.646.125 1.967.561 0 0 0 2.144.561 343.493 0 494.185 Overijssel 45.883.292 67.577.366 13.275.785 0 0 0 16.001.411 542.488 0 1.249.181 Gelderland 49.526.473 154.896.554 5.037.196 0 0 0 3.490.456 1.388.468 0 1.670.808 Utrecht 22.379.025 129.630.196 6.400.534 0 89.000 4.140.000 3.309.843 564.737 0 1.526.928 Noord-Holland 32.879.484 68.557.701 18.308.331 0 0 0 2.713.174 1.012.727 0 4.717.863 Zuid-Holland 32.123.366 93.371.198 1.929.454 0 1.000.000 0 4.185.125 2.736.937 15.256.000 3.028.763 Zeeland 18.323.018 26.093.845 0 0 172.000 0 1.367.428 343.493 0 1.327.425 Noord-Brabant 73.379.701 135.964.811 3.201.982 0 2.750.000 0 6.412.769 2.242.200 0 1.722.352 Limburg 35.644.975 70.099.985 23.630.000 0 0 0 1.674.897 955.980 0 1.777.234 Flevoland 8.225.958 33.494.787 3.011.866 6.671.000 0 0 426.527 124.497 0 118.541 Totaal 440.178.738 919.134.895 76.859.129 6.671.000 4.011.000 4.140.000 46.002.744 11.171.000 15.256.000 20.000.000 Meicirculaire provinciefonds 2017 29