BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Riastap 1 g Poeder voor oplossing voor injectie of infusie. Humaan fibrinogeen

Vergelijkbare documenten
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Haemocomplettan P 20 mg/ml Poeder voor oplossing voor injectie/infusie Humaan fibrinogeen

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

CSL Behring Cluvot 250 IU BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS. 200 g/l, oplossing voor infusie Humane albumine

Pulmolast 1000 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie

Bijsluiter: Informatie voor de gebruiker

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Aprokam 50 mg poeder voor oplossing voor injectie. Cefuroxim

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u.

Pulmolast 1000 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Neurobion 100 mg 100 mg 1 mg / 3 ml oplossing voor injectie Vitaminen B 1 + B 6 + B 12

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. EXACYL 500 mg/5 ml oplossing voor injectie

MEDICA KEELSPRAY MENTHOL, 20 mg/10 ml; 5 mg/10 ml, spray voor oromucosaal gebruik Chloorhexidine gluconaat - Lidocaïne hydrochloride

ANTITROMBINE III CONCENTRAAT BAXALTA 500 IE en 1000 IE Bijsluiter 1/4

Bijsluiter: informatie voor de gebruik(st)er

BIJSLUITER : INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. THIOSULFATE DE SODIUM STEROP 1g/5 ml Oplossing voor injectie. Natriumthiosulfaat

1. WAT IS BERINERT EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Berinert 500 IE Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie/infusie. C1-esteraseremmer, humaan

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Lecrolyn 40 mg/ml oogdruppels, oplossing Natriumcromoglicaat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. NaCl 0,9% B. Braun, oplossing voor infusie Natriumchloride

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Urgenin druppels. Tinctuur van Serenoa repens (Bartram Small), Sap van Echinacea purpurea (Moench)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. ECHINACIN LIQUIDUM drank Echinacea purpurea (L) Moench

BIJSLUITER. Prolastin schoon.doc 1

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

Bijsluiter: informatie voor de gebruikers

trianal 0,50 mg / 50 mg zetpillen

Bijsluiter BIJSLUITER. Pagina 1 van 5

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Drosera-Homaccord Druppels voor oraal gebruik, oplossing

BIJSLUITER. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. GLUCOTRACE 185 MBq/ml, oplossing voor injectie Fludeoxyglucose ( 18 F)

Bijsluiter: informatie voor de patiënt

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. MYCOSTEN 80 mg/g nagellak. Ciclopirox

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Prolastin 1000 mg, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie. Humaan alfa 1 -proteïnaseremmer

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKER. Cetor 100 E/ml poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie. Humaan C1-remmer

trianal 0,50 mg / 50 mg zetpillen

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Dormiplant, filmomhulde tabletten. Werkzame stof: Droog extract van valeriaanwortel

Bijsluiter : informatie voor de gebruiker. Curatoderm 4 microgram/g zalf Tacalcitol

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Fibclot 1,5 g, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie/infusie humaan fibrinogeen

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. ALCAINE 0,5% oogdruppels, oplossing. Proxymetacaïnehydrochloride

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Opticrom 2% oogdruppels, oplossing. Natriumcromoglicaat

Notice BIJSLUITER 1/

Package Leaflet / 1 van 5

Flexbumin 200 g/l Bijsluiter 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Flexbumin 200 g/l, oplossing voor infusie Humane albumine

Bijsluiter: informatie voor de gebruikers

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose.monohydraat

BIJSLUITER. Tradename: Prolastin Feb 2016 Page 14 of 21

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Octaplex 500 IE poeder en oplosmiddel voor injectie. Humaan protrombinecomplex

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Pulmocap Thymus, 110 mg/ml, siroop Vloeibaar extract van tijmkruid

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER BENERVA 300 mg maagsapresistente tabletten Thiaminehydrochloride

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Berberis-Homaccord Druppels voor oraal gebruik, oplossing

2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN?

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER SPASMINE, 60 MG, CAPSULES, HARD ALVERINE CITRAAT

Bijsluiter BIJSLUITER. Pagina 1 van 6

trianal 0,25 mg / 50 mg zalf voor rectaal gebruik

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. ISOPTO TEARS 5 mg/ml oogdruppels, oplossing Hypromellose

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Isoprinosine 500 mg tabletten

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Ferrum-Homaccord Druppels voor oraal gebruik, oplossing

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Ofloxacine Stulln 3 mg/ml oogdruppels, oplossing Ofloxacine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. PERFALGAN 10 mg/ml, oplossing voor infusie Paracetamol

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Sabal-Homaccord Druppels voor oraal gebruik, oplossing

SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel krijgt toegediend want er staat belangrijke informatie in voor u.

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Cyklokapron, oplossing voor injectie 100 mg/ml. Tranexaminezuur

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Noscaflex Expectorans siroop

PE-TAM, 500 mg, tabletten paracetamol

BIJSLUITER Atosiban Devrimed 6,75 mg/0,9 ml

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Lysotossil 10 mg omhulde tabletten

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Kaloban siroop

Bijsluiter: Informatie voor de gebruiker. Kaloban siroop

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Ketotifen Stulln Unit Dose 0,25 mg/ml oogdruppels, oplossing in verpakking voor éénmalig gebruik Ketotifen

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Terra-Cortril + Polymyxine B oog- en oordruppels, suspensie Terra-Cortril + Polymyxine B oog- en oorzalf

HUMAN ALBUMIN BAXALTA, 50 g/l Bijsluiter 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. PRANOX 0,1 % - oogdruppels, oplossing. pranoprofen

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Omacor 1000 mg zachte capsules Ethylesters van Omega-3-vetzuren 90

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Nux vomica-homaccord Druppels voor oraal gebruik, oplossing

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. ALCON EYE GEL 3 mg/g ooggel Carbomeer

Nootropil, drank page 1 of 6 BIJSLUITER

MYK-1, 10 mg/g, crème MYK-1, 10 mg/ml, oplossing voor cutaan gebruik

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. SANDOZ CALCIUM 500 MG poeder voor drank. calcium lactaat gluconaat en calcium carbonaat

1. Wat is Urfadyn PL en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Nootropil 20% drank Nootropil 33% drank. piracetam

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Dopaview 222 MBq/ml oplossing voor injectie. Fluorodopa ( 18 F)

BIJSLUITER. Pagina 1 van 5

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Canestene Intim 1% crème

GAMMANORM 165 mg/ml oplossing voor injectie. Humaan normaal immunoglobuline

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. BAREXAL 3 g/0,125 g poeder voor orale suspensie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Canestene Intim 1% crème. Clotrimazol

Bijsluiter: Informatie voor de gebruiker. Sedistress Sleep filmomhulde tabletten

Package leaflet

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. SICCAGENT 20 mg/ml oogdruppels, oplossing. Povidone K25

Piracetam-UCB Page 1 of 6 BIJSLUITER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Gentamicine-POS 3mg/ml, oogdruppels, oplossing. Gentamicinesulfaat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. tranexaminezuur

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Calcitonine-Sandoz 100 IE/ml, oplossing voor injectie en infusie Calcitonine (zalm, synthetisch)

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Mulimen Druppels voor oraal gebruik, oplossing

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIENT. (Carbocisteïne)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Nystatine Labaz IE/ml, suspensie voor oraal gebruik (Nystatine)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. AQUA STEROP AQUA STEROP FLEXO Oplosmiddel voor parenteraal gebruik. Water voor injectie

Transcriptie:

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Riastap 1 g Poeder voor oplossing voor injectie of infusie. Humaan fibrinogeen Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u.. Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Inhoud van deze bijsluiter 1. Wat is Riastap en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. WAT IS RIASTAP EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT? Wat is Riastap? Riastap bevat humaan fibrinogeen, een eiwit dat een belangrijke rol speelt in de bloedstolling (coagulatie). Een tekort aan fibrinogeen betekent dat het bloed niet zo snel stolt als het zou moeten. Daardoor ontstaat er een grotere neiging tot bloedingen. Door humaan fibrinogeen te vervangen door Riastap worden de stollingsmechanismen weer hersteld. Waarvoor wordt Riastap gebruikt? Riastap wordt gebruikt voor het behandelen van acute bloedingen bij patiënten met een aangeboren fibrinogeentekort (hypo- or afibrinogenemia) en met bloedingsneiging. 2. WANNEER MAG U DIT MIDDEL NIET GEBRUIKEN OF MOET U ER EXTRA VOORZICHTIG MEE ZIJN? De volgende rubrieken bevatten informatie waarmee uw arts rekening moet houden voordat hij Riastap aan u voorschrijft. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken? u bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. Informeer uw arts als u allergisch bent voor een geneesmiddel of voor bepaalde voeding. 1/7

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel? als u allergische reacties op Riastap heeft ervaren in het verleden. Op advies van uw arts moet u preventief antihistaminica en corticosteroïden nemen. als allergische of anafylactische (ernstige allergische reacties die ernstige ademhalingsproblemen of duizeligheid veroorzaken) reacties optreden De toediening van Riastap moet dan onmiddellijk worden gestaakt (zoals de infusie stopzetten). als u een verhoogd risico heeft op de vorming van bloedstolsels (trombose); meerbepaald: bij een hoge dosis of bij herhaalde doses als u een hartaanval heeft gehad (voorgeschiedenis van coronaire hartaandoening of myocardinfarct) als u een leveraandoening heeft als u pas bent geopereerd (postoperatieve patiënten) als u binnenkort wordt geopereerd (preoperatieve patiënten) bij pasgeboren baby's (neonaten) als u een hoger risico heeft op de vorming van bloedstolsels dan normaal (patiënten met een risico op trombo-embolische verschijnselen of gedissemineerde intravasale stolling). Uw arts zal het voordeel van de behandeling met Riastap zorgvuldig afwegen tegen het risico van deze complicaties. Virale veiligheid Als geneesmiddelen worden vervaardigd uit humaan bloed of plasma, worden maatregelen getroffen om te voorkomen dat infecties worden overgebracht op patiënten. Dit houdt onder meer in: een zorgvuldige selectie van bloed- en plasmadonoren om de mogelijke dragers van een infectie uit te sluiten, en het testen van elke donatie en plasmapool op signalen van virussen/infecties. De fabrikanten van deze producten lassen in het productieproces van bloed of plasma bepaalde stappen in voor het inactiveren of verwijderen van virussen. Ondanks deze maatregelen kan de mogelijkheid van een overdracht van een infectie niet volledig worden uitgesloten bij toediening van geneesmiddelen bereid uit humaan bloed of plasma. Dit geldt ook voor onbekende of nieuwe virussen of andere ziekteverwekkers. De genomen maatregelen worden verondersteld doeltreffend te zijn voor omhulde virussen, zoals het humane immunodeficiëntievirus (HIV, het aidsvirus), het hepatitis B-virus en het hepatitis C-virus (leverontsteking) en voor het niet-omhulde hepatitis A-virus (leverontsteking). De genomen maatregelen zouden van beperkte waarde kunnen zijn tegen niet-omhulde virussen zoals het parvovirus B19. Een parvovirus B19-infectie kan ernstig zijn: bij zwangere vrouwen (infectie van het ongeboren kind) en bij mensen met een onderdrukt immuunsysteem of met een verhoogde productie van rode bloedcellen door een bepaald type bloedarmoede (bv. sikkelcelanemie of hemolytische anemie). Uw arts kan u aanraden vaccinatie tegen hepatitis A en B te overwegen als u regelmatig/herhaald van humaan plasma afgeleide producten krijgt. 2/7

Het is ook sterk aan te raden dat uw arts bij elke toediening van Riastap de datum van toediening en het partijnummer van het product noteert, evenals het geïnjecteerde volume. Gebruikt u nog andere geneesmiddelen? Gebruikt u naast Riastap nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Riastap mag niet worden gemengd met andere geneesmiddelen, behalve met deze vermeld in rubriek De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg/reconstitutie. Zwangerschap en borstvoeding Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Riastap mag tijdens de zwangerschap en bij borstvoeding uitsluitend worden toegediend als dit duidelijk geïndiceerd is. Rijvaardigheid en het gebruik van machines Riastap heeft geen of een verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Riastap bevat natrium Riastap bevat tot 164 mg (7.1 mmol) natrium per injectieflacon. Dit komt overeen met 11.5 mg (0.5 mmol) natrium per kg lichaamsgewicht van de patiënt als de aanbevolen initiële dosis van 70 mg/kg lichaamsgewicht wordt toegepast. Houd hiermee rekening als u een natriumarm dieet volgt. 3. HOE GEBRUIKT U DIT MIDDEL? Behandeling moet gestart worden door en onder het toezicht gebeuren van een arts die ervaring heeft met deze aandoening. Dosering De hoeveelheid humaan fibrinogeen die u nodig heeft en de duur van de behandeling is afhankelijk van: de ernst van uw ziekte de plaats en ernst van de bloeding de klinische toestand van de patiënt Heeft u te veel van dit middel gebruikt? Uw arts dient tijdens de behandeling regelmatig de status van uw bloedstolling te controleren. In geval van overdosering bestaat er een verhoogd risico op de ontwikkeling van tromboembolische complicaties. Wanneer u teveel Riastap heeft gebruikt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245). 3/7

Wijze van toediening Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit product, raadpleeg dan uw arts of apotheker (zie rubriek De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg ). 4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u veel last krijgt van een bijwerking, of als u een bijwerking heeft die niet in deze bijsluiter staat. De volgende bijwerking werd zeer vaak waargenomen (bij meer dan 1 op de 10 gebruikers): Stijging van de lichaamstemperatuur De volgende bijwerking werd soms waargenomen (bij minder dan 1 op de 100 gebruikers) Een plotselinge allergische reactie (zoals rood worden van de huid, huiduitslag over het hele lichaam, bloeddrukdaling, ademhalingsproblemen). De volgende bijwerking werd vaak waargenomen (bij minder dan 1 op de 10 gebruikers, maar de incidentie was hoger bij patiënten die geen fibrinogeen ontvingen) Verhoogd risico op vorming van bloedstolsels. (zie rubriek 2. " Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?"). Het melden van bijwerkingen Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via: Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Afdeling Vigilantie EUROSTATION II Victor Hortaplein, 40/ 40 B-1060 Brussel Website: www.fagg.be e-mail: patientinfo@fagg-afmps.be Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel. 4/7

5. HOE BEWAART U DIT MIDDEL Buiten het zicht en bereik van kinderen houden. Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het etiket en de doos. Bewaren beneden 25 C. Niet in de vriezer bewaren. De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. De bereide oplossing wordt bij voorkeur onmiddellijk gebruikt. Indien de bereide oplossing niet onmiddellijk wordt toegediend, mag ze maximaal 8 uur bij kamertemperatuur (max. +25 C) worden bewaard. De bereide oplossing mag niet in de koelkast bewaard worden. 6. INHOUD VAN DE VERPAKKING EN OVERIGE INFORMATIE Welke stoffen zitten er in dit middel? De werkzame stof is: Humaan fibrinogeen (1g/injectieflacon, na bereiden met 50 ml water voor injectie ongeveer 20 mg/ml.) Zie rubriek De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg voor meer informatie. De andere stoffen zijn: Humaan albumine, natriumchloride, L-arginine hydrochloride, natriumcitraat, natriumhydroxide (voor ph aanpassing). Zie de laatste alinea van rubriek 2. "Riastap bevat natrium". Hoe ziet Riastap eruit en hoeveel zit er in een verpakking? Riastap is een wit poeder. Na oplossen in water voor injectie moet de oplossing helder of licht opaalachtig zijn, d.w.z. ze kan fonkelen als ze tegen het licht wordt gehouden, maar ze mag geen duidelijke partikels bevatten. Presentatie Verpakking met 1g: 1 injectieflacon met 1 g humaan fibrinogeen Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant CSL Behring GmbH Emil-von-Behring-Strasse 76 35041 Marburg Duitsland Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen: BE380073 Afleveringswijze: Op medisch voorschrift. 5/7

Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen: Riastap 1 g powder for solution for injection/infusion Verenigd Koninkrijk, poudre pour solution injectable/perfusion Franrijk prašek za raztopino za injiciranje ali infundiranje Slovenië Riastap 1 g Duitsland, Ierland Riastap België, Cyprus, Denemarken, Finland, Griekenland, IJsland, Italië, Luxemburg, Malta, Noorwegen, Polen, Slowakije, Spanje, Zweden Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in 03/2016. De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg Dosering De (functionele) fibrinogeenspiegel dient te worden bepaald om de individuele dosis te berekenen. De hoeveelheid en de toedieningsfrequentie moeten op individuele basis worden bepaald door regelmatige meting van de individuele plasmaconcentratie van fibrinogeen en een continue monitoring van de klinische toestand van de patiënt en overige toegepaste substitutietherapieën. De normale plasma fibrinogeenspiegel ligt tussen 1.5 4.5 g/l. De kritische fibrinogeenconcentratie in plasma waaronder bloedingen kunnen optreden, bedraagt ongeveer 0.5 1.0 g/l. In geval van ernstige chirurgische interventies is een precieze monitoring van de substitutietherapie door middel van stollingstesten essentieel. Startdosis Als de fibrinogeenspiegel van de patiënt niet bekend is, dan bedraagt de aanbevolen dosis 70 mg per kg lichaamsgewicht, intraveneus toegediend. Vervolgdosis De streefwaarde (1 g/l) bij minder ernstige voorvallen (zoals neusbloeding, intramusculaire bloeding of menorragie) dient gedurende ten minste drie dagen te worden gehandhaafd. De streefwaarde (1.5 g/l) bij ernstige voorvallen (zoals hoofdletsel of intracraniële bloeding) dient gedurende ten minste 7 dagen te worden gehandhaafd. Dosis fibrinogeen = [Streefwaarde (g/l) gemeten concentratie (g/l)] (mg/kg lichaamsgewicht) 0.017 (g/l per mg/kg lichaamsgewicht) Dosering bij neonaten, zuigelingen en kinderen Er zijn weinig gegevens van klinisch onderzoek betreffende de dosering van Riastap bij kinderen. Zowel uit deze onderzoeken als langdurige klinische ervaring met fibrinogeenproducten blijkt dat de aanbevolen doseringen bij de behandeling van kinderen gelijk zijn aan die bij volwassenen. 6/7

Wijze van toediening Algemene instructies - Het bereiden en opzuigen dient onder aseptische omstandigheden te gebeuren. - Het gereconstitueerd product moet vóór toediening visueel gecontroleerd worden op partikels en verkleuring. - De oplossing moet bijna kleurloos tot lichtgeel zijn, helder tot enigszins opalescent zijn, en een neutrale ph hebben. Gebruik geen troebele oplossingen of oplossingen met een neerslag. Reconstitutie - Verwarm zowel het oplosmiddel als het poeder in ongeopende injectieflacons tot kamer- of lichaamstemperatuur (37 C niet overschrijden). - Riastap moet opgelost worden in water voor injectie (50 ml, niet meegeleverd). - Verwijder de beschermkap van de Riastap flacon zodat het centrale deel van de infusiestop zichtbaar wordt. - Ontsmet het oppervlak van de infusiestop en laat drogen. - Breng het oplosmiddel met een geschikt overhevelsysteem in de injectieflacon. Zorg ervoor dat het poeder volledig bevochtigd wordt. - Zwenk de injectieflacon lichtjes tot het poeder opgelost is en aldus klaar is voor toediening. Vermijd hard schudden wat schuimvorming te veroorzaakt. Het poeder moet volledig opgelost zijn binnen de 15 minuten (over het algemeen tussen de 5 en 10 minuten). - De gereconstitueerde oplossing dient toegediend te worden via een afzonderlijke injectie/infusielijn. - Zorg ervoor dat er geen bloed in de naalden komt. Toediening Voor de intraveneuze toediening van de gereconstitueerde oplossing bij kamertemperatuur wordt een standaard infusieset aanbevolen. De bereide oplossing moet geïnjecteerd of geïnfundeerd worden aan een snelheid die comfortabel is voor de patiënt. De injectie- of infusiesnelheid mag niet hoger zijn dan 5 ml/min. 7/7