JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

Vergelijkbare documenten
JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Purmerend.

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Edam-Volendam. Er is apart gekeken naar de woonkernen Edam en Volendam.

Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015

Gemeente Purmerend. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Zaanstad. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Zaanstad en Molenwerf

Regius College VMBO en Praktijkonderwijs 2015/2016. Aanvullende tabellen bij schoolrapportage Emovo. Leeswijzer

Gemeente Wormerland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Regius College Wilhelminalaan Tabellenboek bij schoolrapportage Emovo 2015/2016

Jongerenmonitor : Gemeente Steenwijkerland

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Gemeente Zeevang. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Waterland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zaanstad Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gemeente Oostzaan. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

JEUGDMONITOR EMOVO Gemeente Heemstede

Gemeente Beemster. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

E-MOVO 2010: gezondheid, welzijn en leefstijl. Een scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Gemeente Landsmeer. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Gemeente Edam-Volendam

Jongerenmonitor : Gemeente Deventer

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen. Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012

havo/vwo jongens meisjes

Schoolbeleving klas 2 klas 4 Totaal Regio % % % % Beleving school (Hartstikke) leuk Gaat wel Niet leuk/vreselijk

Schoolbeleving klas 2 klas 4 Totaal Regio % % % % Beleving school (Hartstikke) leuk Gaat wel Niet leuk/vreselijk

vmbo havo vwo

Schoolbeleving klas 2 klas 4 Totaal Regio % % % % Beleving school (Hartstikke) leuk Gaat wel Niet leuk/vreselijk

Tabellenboek jongerenmonitor Olst-Wijhe

Schoolbeleving klas 2 klas 4 Totaal Regio % % % % Beleving school (Hartstikke) leuk Gaat wel Niet leuk/vreselijk

Schoolbeleving klas 2 klas 4 Totaal Regio % % % % Beleving school (Hartstikke) leuk Gaat wel Niet leuk/vreselijk

Tabellenboek jongerenmonitor 2015 Ommen

Tabellenboek jongerenmonitor 2015 Raalte

Tabellenboek jongerenmonitor 2015 Deventer

Tabellenboek jongerenmonitor 2015 Steenwijkerland

KERNCIJFERS JONGERENPEILING 2013 NOORDWIJKERHOUT versie 2/

Samenvatting Jong; dus gezond!?

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor % ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt.

Genotmiddelengebruik ebruik en psychische problemen van jongeren in Noord-Holland Noord Resultaten van het EMOVO-onderzoek

Jeugd. Gezondheid, welzijn en leefstijl

Gezondheid DEEL 1 LICHAMELIJKE GEZONDHEID. Ervaren gezondheid

Tabellenboek. GO Jeugd 2012

Jeugd in Rivierenland Resultaten van een onderzoek naar gezondheid, welzijn en leefstijl van 2e en 4e klassers van het voortgezet onderwijs

Kinderen in Noord gezond en wel?

Themarapport. Gezonde Leefstijl. Voortgezet onderwijs. april Inleiding. Roken

Cijfers gezondheidssituatie gemeente Leeuwarderadeel

E-MOVO Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen?

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID

Kinderen in West gezond en wel?

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Kernboodschappen Gezondheid Losser

GEZONDHEID, WELZIJN EN LEEFSTIJL VAN JONGEREN. Regio Gelderland Midden

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Pascal Zuid Vmbo Emovo

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

1566 en 1567 Hoe zorgen we ervoor dat kinderen en jongeren in Saendelft gezond blijven?

Kinderen in Oost gezond en wel?

Themarapport. Voeding en bewegen

11 Gezondheid en leefstijl van jongeren in de regio Gelre-IJssel. Resultaten van E-MOVO 2007

TABELLEN ALCOHOLGEBRUIK JONGEREN HARDENBERG

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

gemeentebestuur VERZONDEH De gemeenteraad van Purmerend datum 2 juli 2015 uw brief van uw kenmerk ons kenmerk

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Resultaten screening. Boxmeer. 9 % % heeft soms klas 2 VO Medische problemen. gewicht. aandachtsleerlingen. ernstig ondergewicht

Tabellenboek Emovo. Elektronische monitor en voorlichting

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Heemstede. Resultaten van het Emovo-onderzoek

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Hoe gaat het met de jongeren in Enkhuizen? Jeugdmonitor Emovo 2013/2014

Transcriptie:

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTERAPPORTAGE EMOVO 2009/2010

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTE NIEDORP EMOVO 2009/2010 Auteurs: Corrien Waardenburg, epidemioloog Esther Duin-de Boer, epidemiologisch onderzoeksmedewerker Miriam Levijn, epidemioloog Judith Sinnige, epidemiologisch onderzoeksmedewerker Bettina de Leeuw den Bouter, epidemioloog Gea Breebaart, beleidsmedewerker gezondheidsbevordering Correspondentie: GGD Hollands Noorden, sector GBO (epidemiologie) Postbus 324 1740 AH Schagen 0224 720 633 epi@ggdhollandsnoorden.nl www.ggdhollandsnoorden.nl Kenmerk: U.2011-0574 Oplage: 6 Datum: Juni 2011

Inhoudsopgave SAMENVATTING 3 1 Inleiding 5 1.1 EMOVO 5 1.2 Gemeente 5 1.3 Leeswijzer 6 2 Achtergrondkenmerken 7 2.1 Onderwijs 7 2.2 Etnische herkomst 7 2.3 Woon- en gezinssituatie 8 2.4 Religie 8 3 Lichamelijke gezondheid 9 3.1 Ervaren gezondheid 9 3.2 Chronische aandoeningen 9 3.3 Allergie 10 3.4 Mondgezondheid 12 3.5 Ongevallen 12 3.6 Samenvatting lichamelijke gezondheid 14 4 Welzijn 15 4.1 Psychische gezondheid 15 4.2 Kwaliteit van leven 16 4.3 Psychosociale gezondheid 17 4.4 Mishandeling 18 4.5 Zelfdoding 19 4.6 Samenvatting welzijn 20 5 Voeding en bewegen 21 5.1 Voeding 21 5.2 Bewegen 22 5.3 Sporten bij een sportvereniging 23 5.4 Inactiviteit 24 5.5 Samenvatting voeding en bewegen 25 6 Genotmiddelen 27 6.1 Roken 27 6.2 Alcohol 28 6.3 Drugs 30 6.4 Samenvatting genotmiddelen 32 7 Seksualiteit 33 7.1 Seksuele activiteit 33 7.2 Onveilig vrijen 34 7.3 Ongewenste seksuele ervaring 35 7.4 Houding ten aanzien van homoseksualiteit 36 7.5 Samenvatting seksualiteit 37 1

8 Omgeving 39 8.1 Ouders en vrienden 39 8.2 Veiligheid 39 8.3 Slachtoffer strafbaar feit 40 8.4 Woonomgeving 41 8.5 Samenvatting omgeving 41 9 Conclusies, aanbevelingen en advies van de GGD 43 9.1 Conclusies 43 9.2 Aanbevelingen 45 9.3 Advies van de GGD 45 BIJLAGE 1 ACHTERGRONDINFORMATIE 47 BIJLAGE 2 TABELLEN 49 2

SAMENVATTING Tussen oktober 2009 en maart 2010 hebben ruim 10.000 jongeren uit de regio Noord-Holland Noord (NHN) meegedaan aan een vragenlijstonderzoek uitgezet door de GGD Hollands Noorden: EMOVO. EMOVO staat voor Elektronische Monitoring en Voorlichting. Leerlingen van de 2e en 4e klassen van zo n 40 scholen voor voortgezet onderwijs beantwoordden tijdens een lesuur op school via internet vragen over hun gezondheid, thuissituatie, leefstijl en vrije tijd. De GGD Hollands Noorden heeft bij dit onderzoek samengewerkt met de vier andere Noord-Hollandse GGD-en. In totaal deden ruim 50.000 scholieren mee. Voor de gemeente Niedorp waren vragenlijsten van 224 jongeren bruikbaar voor analyse. Het gaat om jongeren die in Niedorp wonen en buiten Niedorp op school zitten; in totaal zaten deze jongeren op 15 verschillende scholen. Resultaten: Lichamelijke gezondheid 82% van de jongeren in Niedorp ervaart de eigen gezondheid als goed tot heel goed, 15% van de jongeren noemt zijn of haar gezondheid gaat wel en 3% vindt de eigen gezondheid niet zo best of slecht; dit percentage wijkt niet af van de KNH of NHN (beiden 3%). 30% van de jongeren heeft één of meer chronische aandoeningen en 29% heeft één of meer allergieën. Meisjes hebben zowel in Niedorp als in NHN vaker een chronische aandoening dan jongens. In Niedorp bezoekt 18% van de jongeren minder dan 2 keer per jaar de tandarts en 26% poetst zijn of haar tanden minder dan 2 keer per dag. 27% van de jongeren in Niedorp heeft een ongeval gehad waarvoor medische behandeling nodig was. Dit percentage is vergelijkbaar met het percentage in de KNH of NHN. Welzijn In Niedorp heeft 16% van de jongeren een lage score voor psychische gezondheid (psychisch minder gezond en/of psychische klachten. Van de jongeren in Niedorp heeft 30% een lage kwaliteit van leven, in de KNH 29% en in NHN 28%. Meer meisjes als jongens hebben een lage kwaliteit van leven. Op basis van de SDQ is bij 7% van de jongeren in Niedorp sprake van psychosociale problematiek. Dit percentage is vergelijkbaar met dat in de KNH en NHN (beiden 5%). Een kwart van de jongeren (25%) geeft aan ooit lichamelijk of geestelijk mishandeld te zijn. In de KNH is dit 23% en in NHN 22%. Van de jongeren in Niedorp heeft 19% het afgelopen jaar serieuze gedachten gehad over zelfdoding. Dit percentage komt overeen met dat in NHN (19%) en de KNH (20%). 2% van de jongeren heeft het afgelopen jaar daadwerkelijk een poging tot zelfdoding ondernomen Voeding en bewegen 14% van de jongeren in Niedorp slaat regelmatig het ontbijt over, in de KNH 17% en in NHN 16%. 72% van de jongeren eet niet dagelijks groente en 56% eet niet dagelijks fruit. Van de jongeren beweegt 18% onvoldoende; dit wijkt in positieve zin af van de KNH (38%) en van NHN (32%). Meer dan een kwart van de jongeren (27%) is geen lid van een sportvereniging. Dit komt overeen met NHN (30%), maar wijkt in positieve zin af van de KNH (34%). Vmbo-leerlingen zijn minder vaak lid dan havo/vwo-leerlingen. 59% van de jongeren in Niedorp zit dagelijks 2 uur achter de computer of tv. Genotmiddelen 16% van de jongeren in Niedorp rookt regelmatig; dit komt overeen met de regio. Vmboleerlingen en 4 e klassers roken vaker dan havo/vwo-leerlingen en 2 e klassers. Van de jongeren in Niedorp heeft 72% wel eens alcohol gebruikt (in NHN 62%) en 61% heeft actueel alcohol gebruikt; het zijn veel vaker 4 e klassers (81%) die actueel drinken dan 2 e klassers (38%). 43% van de jongeren heeft in de afgelopen maand overmatig alcohol gebruikt (> 5 glazen op een gelegenheid). 3

46% van de jongeren in Niedorp (45% KNH en 42% NHN) is ooit aangeschoten of dronken geweest; 29% in de afgelopen maand. Van de jongeren heeft 18% wel eens softdrugs (hasj of wiet) gebruikt en 6% heeft in de afgelopen maand softdrugs gebruikt; het actuele softdruggebruik wijkt niet af van NHN. 3% van de jongeren gebruikt wel eens op één avond zowel alcohol als drugs. Seksualiteit Bijna één op de vijf jongeren in Niedorp (19%) heeft geslachtsgemeenschap gehad; dit is minder dan in de subregio. Van deze jongeren is 45% met meerdere partners naar bed geweest. 40% van de jongeren vrijt niet altijd met een condoom. In de KNH vrijt 49% niet altijd veilig, in NHN is dit 46%. Van de jongeren die (wel eens) zonder condoom vrijen, denkt 94% ten onrechte geen risico te lopen op een soa; 6% schat terecht in dat zij risico lopen op een soa. 7% van de jongeren in Niedorp heeft een ongewenste seksuele ervaring gehad. Dit percentage is vergelijkbaar met dat in de KNH en NHN. De helft van de jongeren in Niedorp (51%) staat negatief ten opzichte van homoseksualiteit. Jongens zijn vaker negatief dan meisjes. In NHN is 50% negatief over homoseksualiteit. Omgeving 12% van de jongeren in Niedorp denkt dat zijn/haar ouders niet van hem/haar houden, 5% voelt zich niet begrepen door zijn of haar ouders en 2% vindt dat hij/zij onvoldoende vrienden heeft. Deze percentages komen overeen met de (sub)regio. Van de jongeren in Niedorp voelt 39% zich wel eens onveilig; dit zijn vaker meisjes (51%) dan jongens (28%). Ruim een kwart van de jongeren (29%) is het afgelopen jaar slachtoffer geworden van één of meer strafbare feiten. Dit percentage komt overeen met de KNH (29%) en NHN (30%). In Niedorp vindt bijna de helft van de jongeren (46%) dat er onvoldoende wordt georganiseerd en 52% mist een ontmoetingsplek in de buurt. Conclusies, aanbevelingen en advies Hoewel de meerderheid van de jongeren in Niedorp zich overwegend gezond gedraagt, is de leefwijze van de jongeren in Niedorp voor verbetering vatbaar. Vooral waar het gaat om het gebruik van genotmiddelen (roken, alcoholgebruik en druggebruik), seksueel risicogedrag, psychische gezondheid, voedingsgewoonten en beweging. Er is een aanzienlijke gezondheidswinst te boeken met preventie, onder andere via het bevorderen van gezond gedrag. Uit de resultaten van EMOVO voor de jongeren in Niedorp volgen de volgende aanbevelingen waar aandacht aan kan worden besteed om de gezondheidstoestand van de jongeren te verbeteren: het terugdringen van het gebruik van genotmiddelen, met name het alcoholgebruik en het gebruik van softdrugs; het stimuleren van een gezond voedingspatroon en voldoende beweging; het terugdringen van seksueel risicogedrag door het stimuleren van veilig vrijen en condoomgebruik; het verbeteren van de relatief ongunstige psychische gezondheid. 4

1 Inleiding 1.1 EMOVO Tussen oktober 2009 en maart 2010 hebben ruim 10.000 jongeren uit de regio Noord-Holland Noord (NHN) meegedaan aan een vragenlijstonderzoek uitgezet door de GGD Hollands Noorden: EMOVO. EMOVO staat voor Elektronische Monitoring en Voorlichting. Leerlingen van de 2e en 4e klassen van zo n 40 scholen voor voortgezet onderwijs beantwoordden tijdens een lesuur op school via internet vragen over hun gezondheid, thuissituatie, leefstijl en vrije tijd. Het doel van het onderzoek is om scholen, gemeenten en de GGD inzicht te geven in de gezondheid en leefstijl van de jeugd. De leerlingen zelf konden na het invullen van de vragenlijst hun persoonlijke gezondheidsprofiel lezen via internet en eventueel doorklikken naar websites met meer informatie over de onderwerpen uit hun profiel. Dit persoonlijke gezondheidsprofiel met voorlichting en advies is alleen op te vragen door de leerling zelf en is toegesneden op de situatie van de leerling. De GGD Hollands Noorden heeft bij dit onderzoek samengewerkt met de vier andere GGD-en in de provincie Noord-Holland. In totaal zijn ruim 50.000 scholieren uit de provincie Noord-Holland in dezelfde periode gevraagd de vragenlijst in te vullen. Een soortgelijk onderzoek is in een groot deel van Noord-Holland 4 jaar geleden ook via scholen uitgevoerd. Naast de schoolrapporten, de gemeenterapporten en het regiorapport is naar aanleiding van EMOVO een aantal themarapporten verschenen, onder andere over alcoholgebruik, seksualiteit en psychische gezondheid. In de themarapporten en het regiorapport worden de resultaten, waar mogelijk, vergeleken met landelijke cijfers en met het EMOVO-onderzoek uit 2005. 1.2 GEMEENTE In dit rapport worden de resultaten van de jongeren uit de gemeente Niedorp beschreven. In deze rapportage zijn vooral die onderwerpen opgenomen die relevant zijn voor de gemeente. Voor de gemeente Niedorp waren de vragenlijsten van 224 jongeren bruikbaar voor analyse. Het gaat om jongeren die in Niedorp wonen en buiten Niedorp op school zitten; in totaal zaten deze jongeren op 15 verschillende scholen. In de gemeente Niedorp wonen 1.133 jongeren in de leeftijd van 12 tot 19 jaar. Dit betekent dat 20% van alle jongeren bereikt is met dit onderzoek. 5

1.3 LEESWIJZER In dit rapport worden de resultaten van de gemeente Niedorp weergegeven, uitgesplitst naar geslacht, klas en schooltype van de jongeren. Ter vergelijking worden de resultaten van de gemeente Niedorp afgezet tegen de resultaten van alle jongeren woonachtig in de Kop van Noord-Holland die hebben meegedaan aan EMOVO en tegen de resultaten van alle jongeren woonachtig in Noord-Holland Noord. In de tabellen en figuren worden deze resultaten aangegeven met Niedorp, KNH en NHN. In de analyses is telkens onderzocht of er verschillen zijn tussen jongens en meisjes, tussen leerlingen van de 2 e klas en de 4 e klas, tussen leerlingen van het vmbo en het havo/vwo en tussen jongeren uit Niedorp en jongeren uit andere gemeenten in NHN. Indien in dit rapport wordt aangegeven dat er een verschil bestaat tussen verschillende groepen jongeren, dan duidt dit op een statistisch significant (p<0,05) verschil. Dit betekent dat de kans klein is (in dit geval maximaal 5%) dat een gevonden verschil op toeval berust. In bijlage 2 zijn alle resultaten weergegeven in tabellen. In de hoofdstukken 2 t/m 8 worden de resultaten beschreven en hoofdstuk 9 behandelt de conclusies, aanbevelingen en het advies van de GGD aan de gemeente. In de bijlagen zijn alle resultaten in tabelvorm weergegeven en vindt u achtergrondinformatie over EMOVO. 6

2 Achtergrondkenmerken 2.1 ONDERWIJS De ingevulde vragenlijsten van 224 jongeren uit Niedorp waren bruikbaar voor analyse. De verdeling jongens/meisjes van deze jongeren wijkt niet af van de Kop van Noord-Holland (KNH) of van Noord-Holland Noord (NHN). Ook de verdeling van de jongeren over de 2 e en 4 e klas wijkt niet af van de regio. Van de jongeren in Niedorp die hebben meegedaan aan EMOVO volgt 42% een havo/vwo-opleiding en 58% volgt een vmbo-opleiding. In de KNH volgt 43% een havo/vwo-opleiding en in NHN 49%. Achtergrondkenmerken Gemeente Niedorp Kop van Noord-Holland Noord-Holland Noord aantal % aantal % aantal % jongens meisjes 112 112 50,0 50,0 1.455 1.508 49,1 50,9 5.224 5.262 49,8 50,2 2 e klas 4 e klas 112 112 50,0 50,0 1.271 1.692 42,9 57,1 5.101 5.385 48,6 51,4 vmbo havo/vwo 130 94 58,0 42,0 1.696 1.267 57,2 42,8 5.363 5.123 51,1 48,9 12 jaar 1 0,4 13 0,4 62 0,6 13 jaar 72 32,1 753 25,4 3.133 29,9 14 jaar 37 16,5 483 16,3 1.826 17,4 15 jaar 66 29,5 847 28,6 2.976 28,4 16 jaar 45 20,1 724 24,4 2.116 20,2 17 jaar 3 1,3 129 4,4 340 3,2 >17 jaar 0 0 13 0,4 30 0,3 totaal 224 100 2.963 100 10.486 100 2.2 ETNISCHE HERKOMST Voor een indeling naar etnische herkomst van de jongeren is gebruik gemaakt van de standaarddefinitie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) *. Van de jongeren in de gemeente Niedorp is 92% van Nederlandse afkomst en 8% van de jongeren heeft een allochtone herkomst; 4% van de jongeren heeft een niet-westerse achtergrond en 5% van de jongeren is afkomstig uit een westers land. In de KNH is 87% van de jongeren van Nederlandse afkomst, 7% van niet-westerse allochtone afkomst en 5% van westerse allochtone herkomst. In NHN is 85% van de jongeren van Nederlandse afkomst, 9% van niet-westerse allochtone afkomst en 6% van westerse allochtone herkomst. 3% van de jongeren in Niedorp behoort tot de 1 e generatie allochtonen en 5% behoort tot de 2 e generatie allochtonen. In de KNH behoort 4% tot * Een jongere is van Nederlandse herkomst als beide ouders in Nederland zijn geboren. Een jongere is van niet- Nederlandse herkomst als tenminste één ouder in het buitenland is geboren. Ontbreekt informatie over het geboorteland van beide ouders dan wordt aangenomen dat het geboorteland van deze ouders hetzelfde is als van de jongere. 7

de 1 e generatie allochtonen en 9% tot de 2 e generatie. In NHN behoort 4% tot de 1 e generatie allochtonen en 11% tot de 2 e generatie. Net zoals de andere jongeren in de regio voelen de jongeren in Niedorp zich overwegend Nederlands: 99% rekent zichzelf tot de Nederlandse bevolkingsgroep. In de KNH is dit 98% en in NHN 97%. Etnische herkomst Gemeente Niedorp Kop van Noord-Holland Noord-Holland Noord aantal % aantal % aantal % Autochtoon 206 92,0 2.587 87,4 8.937 85,3 Niet-westerse allochtoon 8 3,6 220 7,4 929 8,9 Westerse allochtoon 10 4,5 154 5,2 611 5,8 2.3 WOON- EN GEZINSSITUATIE Driekwart van de jongeren in Niedorp (77%) woont bij zijn of haar twee eigen (biologische) ouders. 6% van de jongeren woont in een gezin met twee ouders waarvan één van de twee ouders een stiefouder is. 13% van de jongeren woont bij één ouder. Bij 2% van de jongeren is er sprake van co-ouderschap. Jongeren in Niedorp wonen naar verhouding even vaak in een eenoudergezin als jongeren in de KNH (13%) of in NHN (13%). Woon- en gezinssituatie Gemeente Niedorp Kop van Noord-Holland Noord-Holland Noord aantal % aantal % aantal % Eenoudergezin 28 12,6 387 13,1 1.349 12,9 Geen eenoudergezin 194 87,4 2.562 86,9 9.087 87,1 2.4 RELIGIE 75% van de jongeren in Niedorp geeft aan geen geloof te hebben; dit percentage is hoger dan in de KNH (73%) en in NHN (70%). Rooms katholiek is door de jongeren in Niedorp het meest genoemde geloof (17%), gevolgd door protestants christelijk (4%). In NHN is 3% van de jongeren islamitisch en 16% is rooms katholiek. 3% van de jongeren in Niedorp heeft een ander geloof, zoals boeddhisme, Jodendom of hindoeïsme; in de KNH en NHN heeft 4% een ander geloof. Religie Gemeente Niedorp Kop van Noord-Holland Noord-Holland Noord aantal % aantal % aantal % Geen 168 75,3 2.161 73,0 7.377 70,4 Rooms katholiek 38 17,0 378 12,8 1.716 16,4 Protestants christelijk 9 4,0 255 8,6 600 6,3 Islam 1 0,4 44 1,5 244 3,4 Anders 7 3,0 122 4,1 542 3,5 8

3 Lichamelijke gezondheid 3.1 ERVAREN GEZONDHEID De ervaren gezondheid, ook wel gezondheidsbeleving genoemd, geeft een samenvattend oordeel over de eigen algemene gezondheid. De meerderheid van de jongeren in Niedorp ervaart de eigen gezondheid als goed tot heel goed (82%). 15% van de jongeren noemt zijn of haar gezondheid gaat wel en 3% vindt zijn of haar gezondheid niet zo best of slecht. Dit percentage wijkt niet af van het percentage in NHN (3%) of de KNH (3%). Vanwege te kleine aantallen kan er geen uitspraak worden gedaan over mogelijke verschillen in ervaren gezondheid tussen jongens en meisjes, 2 e en 4 e klassers en vmbo en havo/vwo-leerlingen in Niedorp. In NHN ervaren 4 e klassers hun gezondheid iets minder goed dan 2 e klassers (3% versus 2%); hetzelfde geldt voor vmbo-leerlingen (3%) ten opzichte van havo/vwo-leerlingen (2%). In Niedorp kunnen door de kleine aantallen geen uitspraken worden gedaan over verschillen tussen autochtone en allochtone jongeren of tussen jongeren uit een eenoudergezin of een gezin met twee ouders. In NHN ervaren allochtone jongeren hun gezondheid vaker als niet zo best of slecht dan autochtone jongeren. Regionaal is er geen verschil in ervaren gezondheid tussen jongeren uit een eenoudergezin of uit een gezin met twee ouders. 3.2 CHRONISCHE AANDOENINGEN Het voorkomen van ziekten en aandoeningen is nagevraagd aan de hand van een lijst met tien ziekten en aandoeningen. 30% van de jongeren in Niedorp heeft één of meer chronische aandoeningen die al dan niet zijn vastgesteld door een arts; dit percentage wijkt positief af van het percentage in de KNH (37%) of in NHN (39%). Zowel in Niedorp als in NHN hebben meisjes vaker een chronische aandoening dan jongens. Van de jongeren in Niedorp heeft 42% van de meisjes en 19% van de jongens één of meer chronische aandoeningen; regionaal is dit respectievelijk 46% en 32%. In NHN hebben 4 e klassers (42%) en vmbo-leerlingen (41%) vaker één of meer chronische aandoeningen dan 2 e klassers (35%) en havo/vwo-leerlingen (36%); dit verschil is in Niedorp niet waarneembaar. Vanwege de kleine aantallen kan geen uitspraak worden gedaan over verschillen tussen allochtone en autochtone jongeren in Niedorp. Jongeren uit een eenoudergezin (36%) en jongeren uit een gezin met twee ouders (30%) hebben even vaak een chronische aandoening. In NHN is er wel een significant verschil tussen westerse allochtonen (42%), niet-westerse allochtonen (43%) en autochtone jongeren (38%); hetzelfde geldt voor jongeren uit een eenoudergezin (45%) en uit een gezin met twee ouders (38%). 9

De meest voorkomende chronische aandoeningen van jongeren in Niedorp zijn: migraine (10%) eczeem (10%) chronische vermoeidheid (9%) astma (8%) buikklachten (5%) ADHD (5%) In NHN wordt migraine (14%) het meest genoemd, gevolgd door astma (11%), eczeem (10%), chronische vermoeidheid (8%), buikklachten (6%) en ADHD (5%). Eén of meer chronische aandoeningen (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 10 20 30 40 50 NHN Niedorp KNH 3.3 ALLERGIE In EMOVO is nagevraagd of jongeren allergisch zijn voor pollen of stuifmeel, huisstof of huismijt, bepaalde huisdieren, bepaalde medicijnen en voor bepaald voedsel. Ruim een kwart van de jongeren in Niedorp (29%) heeft één of meer allergieën, al dan niet vastgesteld door een arts. Dit percentage wijkt niet significant af van het percentage in de KNH (31%) of in NHN (32%). Van alle jongeren in NHN en Niedorp hebben meisjes (NHN 34%, Niedorp 36%) vaker een allergie dan jongens (NHN 31%, Niedorp 22%). Zowel in Niedorp als in NHN is er geen verschil tussen 2 e klassers en 4 e klassers of tussen vmbo-leerlingen of havo/vwo-leerlingen wat betreft het hebben van één of meer allergieën. In Niedorp kunnen vanwege te kleine aantallen geen uitspraken worden gedaan over mogelijke 10

verschillen tussen autochtone en allochtone jongeren. Jongeren uit een eenoudergezin hebben even vaak een allergie als jongeren uit een gezin met twee ouders, dit komt overeen met de regio. De meest voorkomende allergieën bij jongeren in Niedorp zijn: pollen/stuifmeel (15%) voedsel (10%) huisdieren (8%) huisstof/huismijt (8%) medicijnen (6%) In NHN is 17% van de jongeren allergisch voor pollen of stuifmeel, 12% is allergisch voor huisstof of huismijt, 11% voor bepaald voedsel, 11% voor huisdieren en 5% voor medicijnen. Allergieën (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 10 20 30 40 NHN Niedorp KNH 11

3.4 MONDGEZONDHEID Door tandartsen wordt aanbevolen om één à twee keer per jaar een controlebezoek aan de tandarts te brengen. Van de jongeren in Niedorp bezoekt 18% minder dan 2 keer per jaar de tandarts; dit wijkt niet af van het percentage in de KNH en NHN (beiden 15%). Er is bij de jongeren in Niedorp geen verschil tussen jongens en meisjes of 2 e en 4 e klassers wat betreft het regelmatig naar de tandarts gaan. Wel gaan vmbo-leerlingen minder vaak naar de tandarts dan havo/vwo-leerlingen (24% versus 11%). Regionaal gaan jongens (17%), 4 e klassers (17%) en vmbo-leerlingen (18%) minder vaak naar de tandarts dan meisjes (14%), 2 e klassers (14%) en havo/vwo-leerlingen (13%). In Niedorp kunnen vanwege te kleine aantallen geen uitspraken worden gedaan over verschillen tussen autochtone en allochtone jongeren. In NHN gaan allochtone jongeren minder vaak naar de tandarts dan autochtone jongeren. Tussen jongeren uit een eenoudergezin en jongeren uit een gezin met twee ouders zijn in Niedorp geen verschillen. In NHN brengen jongeren uit een eenoudergezin minder vaak een bezoek aan de tandarts dan jongeren uit een gezin met twee ouders, namelijk 20% ten opzichte van 15%. Een kwart van de jongeren in Niedorp (26%) poetst zijn of haar tanden minder dan 2 keer per dag; dit wijkt niet af van de jongeren in de KNH (25%) of NHN (24%). In Niedorp is er geen verschil in poetsgedrag tussen jongens en meisjes, 2 e en 4 e klassers of tussen vmbo- en havo/vwo-leerlingen. In NHN poetsen jongens, 4 e klassers en vmbo-leerlingen hun tanden minder vaak dan meisjes, 2 e klassers en havo/vwo-leerlingen. In NHN is er geen significant verschil in poetsgedrag tussen jongeren van allochtone of autochtone herkomst. In Niedorp kan hier vanwege te kleine aantallen geen uitspraak over worden gedaan. In Niedorp is er geen verschil tussen jongeren uit een eenoudergezin of een gezin met twee ouders; regionaal poetsen jongeren uit een eenoudergezin (28%) vaker hun tanden minder dan 2 keer per dag dan jongeren uit een gezin met twee ouders (24%). 3.5 ONGEVALLEN In Nederland worden jaarlijks 210.000 jongeren in de leeftijd 13 tot 25 jaar behandeld op een spoedeisende eerste hulpafdeling (SEH) van een ziekenhuis als gevolg van letsel door een ongeval, geweldpleging of door zelfverwonding. In Niedorp heeft 27% van de jongeren het afgelopen jaar één of meer ongevallen gehad waarvoor medische behandeling noodzakelijk was. Dit percentage is vergelijkbaar met het percentage in de KNH (32%) of NHN (33%). In Niedorp is er geen verschil tussen jongens en meisjes of tussen vmbo-leerlingen en havo/vwo-leerlingen wat betreft ongevallen in het afgelopen jaar. 4 e klassers hebben vaker een ongeval gehad dan 2 e klassers (34% versus 21%). In NHN hebben meer 4 e klassers (34%) dan 2 e klassers (32%) en meer vmbo-leerlingen (36%) dan 12

havo/vwo-leerlingen (30%) een ongeval gehad in het jaar voorafgaand aan het onderzoek. In Niedorp kan geen uitspraak worden gedaan over mogelijke verschillen tussen autochtone en allochtone jongeren. In NHN lijken autochtone jongeren en niet-westerse allochtonen vaker een ongeval te hebben gehad dan westerse allochtone jongeren. Jongeren uit een eenoudergezin (43%) hebben vaker een ongeval gehad in het afgelopen jaar dan jongeren uit een gezin met twee ouders (25%). Oorzaak ongeval (%) 25 20 15 10 5 0 sporten anders verkeer betaald werk geweld zelfverwonding KNH Niedorp NHN Zowel in Niedorp als in de KNH en NHN gebeuren de meeste ongevallen tijdens het sporten. Van de jongeren in Niedorp heeft 14% een sportongeval gehad; in de KNH 20% en in NHN heeft 21% van de jongeren een sportongeval gehad. Na sporten vinden de meeste ongevallen plaats in het verkeer (3% Niedorp en 2% NHN). Enkele jongeren in Niedorp zijn het afgelopen jaar gewond geraakt tijdens betaald werk of door geweld of zelfverwonding. 13

3.6 SAMENVATTING LICHAMELIJKE GEZONDHEID 82% van de jongeren in Niedorp ervaart de eigen gezondheid als goed tot heel goed, 15% van de jongeren noemt zijn of haar gezondheid gaat wel en 3% vindt de eigen gezondheid niet zo best of slecht; dit percentage wijkt niet af van de KNH of NHN (beiden 3%). 30% van de jongeren heeft één of meer chronische aandoeningen en 29% heeft één of meer allergieën. Meisjes hebben zowel in Niedorp als in NHN vaker een chronische aandoening dan jongens. In Niedorp bezoekt 18% van de jongeren minder dan 2 keer per jaar de tandarts en 26% poetst zijn of haar tanden minder dan 2 keer per dag. 27% van de jongeren in Niedorp heeft een ongeval gehad waarvoor medische behandeling nodig was. Dit percentage is vergelijkbaar met het percentage in de KNH of NHN. 14

4 Welzijn 4.1 PSYCHISCHE GEZONDHEID In EMOVO is de psychische gezondheid gemeten door gebruik te maken van de Mental Health Inventory-5 (MHI-5). De MHI-5 is een internationaal gebruikte vragenlijst met vijf vragen waarmee de psychische gezondheidstoestand in de algemene bevolking kan worden gemeten. De uitslag wordt bepaald door de balans tussen de mate van negatieve en positieve gevoelens. Voor de MHI-5 geldt dat een hogere score een betere psychische gezondheid weergeeft. Psychisch ongezond/psychische klachten (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 5 10 15 20 25 NHN Niedorp KNH De meeste jongeren in Niedorp hebben een goede psychische gezondheid, namelijk 84%. 16% heeft een lage score voor psychische gezondheid; dit wil zeggen dat deze jongeren psychisch minder gezond zijn en psychische klachten hebben. Het percentage jongeren in Niedorp met psychische klachten is vergelijkbaar met dat in de KNH of NHN (beiden 18%). In tegenstelling tot de regio zijn in Niedorp geen verschillen tussen jongens en meisjes, 2 e en 4 e klassers en vmbo en havo/vwo-leerlingen wat betreft psychische gezondheid. Regionaal zijn meisjes, 4 e klassers en vmbo-leerlingen vaker psychisch ongezond dan jongens, 2 e klassers en havo/vwo-leerlingen. In Niedorp kunnen vanwege te kleine aantallen geen uitspraken worden gedaan over verschillen in psychische gezondheid tussen autochtone en allochtone jongeren of tussen jongeren 15

uit een eenoudergezin en jongeren uit een gezin met twee ouders. In NHN hebben allochtone jongeren en jongeren uit een eenoudergezin vaker een minder goede psychische gezondheid dan autochtone jongeren en jongeren uit een gezin met twee ouders. 4.2 KWALITEIT VAN LEVEN Kwaliteit van leven is een belangrijke indicator ten behoeve van een brede diagnostiek van gezondheid en welbevinden. Kwaliteit van leven wordt gedefinieerd als de eigen ervaring van personen over hun functioneren op fysiek, psychisch en sociaal gebied. Kwaliteit van leven in EMOVO is gemeten met de KIDSCREEN, een vragenlijst bestaande uit 10 vragen. De vragenlijst is gebaseerd op de WHO definitie van kwaliteit van leven. Bijna een derde van de jongeren in Niedorp (30%) heeft een lage kwaliteit van leven, 43% heeft een gemiddelde kwaliteit van leven en 27% heeft een hoge kwaliteit van leven. Jongeren in Niedorp hebben even vaak een lage kwaliteit van leven als jongeren in NHN (28%), maar vaker dan in de KNH (29%). Lage kwaliteit van leven (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 10 20 30 40 50 NHN Niedorp KNH Zowel in Niedorp als in NHN hebben meisjes en 4 e klassers vaker een lage kwaliteit van leven dan jongens en 2 e klassers. Van de jongeren in Niedorp heeft 37% van de meisjes en 23% van de jongens een lage kwaliteit van leven. Van de 2 e klassers in Niedorp heeft 19% en van de 4 e klassers 41% een lage kwaliteit van leven. Zowel in 16

Niedorp als in NHN is er geen verschil in kwaliteit van leven tussen havo/vwo- en vmbo-leerlingen. In Niedorp kan er vanwege kleine aantallen geen uitspraak worden gedaan over verschillen in kwaliteit van leven tussen jongeren van autochtone of allochtone herkomst of tussen jongeren uit een eenoudergezin of uit een gezin met twee ouders. Regionaal hebben niet-westerse allochtonen (33%) en westerse allochtonen (31%) iets vaker een lage kwaliteit van leven dan autochtone jongeren (28%). Hetzelfde geldt voor jongeren uit een eenoudergezin (33%) ten opzichte van jongeren uit een gezin met twee ouders (28%). 4.3 PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID In EMOVO is de psychosociale gezondheid gemeten door gebruik te maken van de SDQ. De SDQ (Strengths and Difficulties Questionnaire) is een betrouwbaar instrument bedoeld om jongeren met een hoog risico op psychosociale problemen te signaleren. De SDQ bestaat uit 25 vragen over emotionele problemen, gedragsproblemen, problemen met leeftijdsgenoten, hyperactiviteit en pro-sociaal gedrag (onder andere hulp bieden, vriendelijk zijn en delen met anderen). Een hoge totaalscore op de SDQ betekent dat een jongere (zeer waarschijnlijk) psychosociale problemen heeft. Psychosociale problemen (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NHN Niedorp KNH 17

Op basis van de SDQ is bij 7% van de jongeren in Niedorp duidelijk sprake van een verhoogd risico op psychosociale problematiek. Dit percentage is vergelijkbaar met de KNH (5%) en NHN (5%). Er is in Niedorp geen verschil waarneembaar tussen jongens en meisjes en 2 e en 4 e klassers wat betreft psychosociale problematiek. In NHN hebben meisjes (5%) en 4 e klassers (5%) iets vaker een ongunstige score op de SDQ dan jongens (4%) en 2 e klassers (4%). Vmbo-leerlingen (9%) in Niedorp hebben vaker een ongunstige score op de SDQ dan havo/vwo-leerlingen (4%). Vanwege te kleine aantallen kan in Niedorp geen uitspraak worden gedaan over verschillen tussen autochtone en allochtone jongeren of tussen jongeren uit een eenoudergezin en jongeren uit een gezin met twee ouders. 4.4 MISHANDELING Een goed overzicht van het vóórkomen van kindermishandeling, zowel thuis als buitenshuis, is moeilijk te geven. Het is lastig om via een vragenlijst een betrouwbaar beeld van dit gevoelige onderwerp te krijgen. De onderstaande gegevens moeten daarom worden beschouwd als een indicatie. Ooit lichamelijk of geestelijk mishandeld (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 5 10 15 20 25 30 35 NHN Niedorp KNH 25% van de jongeren in Niedorp geeft aan dat hij/zij ooit lichamelijk of geestelijk mishandeld is. Dit percentage wijkt niet af van het percentage in de KNH (23%) of NHN (22%). 18

Tussen 2 e en 4 e klassers en tussen vmbo- en havo/vwo-leerlingen zijn in Niedorp geen verschillen gevonden. Meisjes (32%) zijn vaker lichamelijk of geestelijk mishandeld dan jongens (17%). Regionaal lijken meisjes en vmbo-leerlingen vaker te zijn mishandeld dan jongens en havo/vwo-leerlingen. In NHN geven westerse allochtonen vaker aan te zijn mishandeld dan autochtonen of niet-westerse allochtonen; dit verschil is in Niedorp vanwege kleine aantallen niet aan te tonen. Alleen regionaal is er een significant verschil tussen jongeren uit een eenoudergezin (27%) en jongeren uit een gezin met twee ouders (22%) wat betreft lichamelijke of geestelijke mishandeling. 4.5 ZELFDODING Ernstige psychische problemen kunnen leiden tot (een poging tot) zelfdoding. Zelfdoding bij adolescenten hangt vaak samen met drie factoren: een algemeen gevoel van hopeloosheid en uitzichtloosheid een verstoorde communicatie en conflicterende relaties in het gezin de voorbeeldwerking van andere suïcides, met name door leeftijdsgenoten Bij jongeren moet suïcidaal gedrag vooral worden gezien als een schreeuw om hulp: de verhouding poging:suïcide is ongeveer 40:1. In EMOVO zijn twee vragen gesteld over zelfdoding. Er is gevraagd naar serieuze gedachten over zelfdoding en naar daadwerkelijke pogingen tot zelfdoding in het voorafgaande jaar. 2% van de jongeren in Niedorp heeft het afgelopen jaar een poging gedaan tot zelfdoding. Dit percentage is vergelijkbaar met het percentage in de KNH en NHN. 19% van de jongeren in Niedorp heeft het afgelopen jaar serieuze gedachten gehad aan zelfdoding. Dit percentage wijkt niet af van het percentage in NHN (19%) of in de KNH (20%). In tegenstelling tot de regio is er in Niedorp geen verschil tussen jongens en meisjes of tussen vmbo en havo/vwo-leerlingen wat betreft gedachten aan zelfdoding. Zowel in Niedorp als in de regio zijn er geen verschillen tussen 2 e en 4 e klassers wat betreft serieus nadenken over zelfdoding. In Niedorp is er vanwege te kleine aantallen geen uitspraak mogelijk over verschillen in gedachten aan zelfdoding tussen autochtone en allochtone jongeren of tussen jongeren uit een eenoudergezin en jongeren uit een gezin met twee ouders. In NHN is er wel een significant verschil wat betreft gedachten aan zelfdoding tussen jongeren van westerse allochtone herkomst (23%), niet-westerse allochtone herkomst (22%) of autochtone herkomst (18%). 19

4.6 SAMENVATTING WELZIJN In Niedorp heeft 16% van de jongeren een lage score voor psychische gezondheid (psychisch minder gezond en/of psychische klachten. Van de jongeren in Niedorp heeft 30% een lage kwaliteit van leven, in de KNH 29% en in NHN 28%. Meer meisjes als jongens hebben een lage kwaliteit van leven. Op basis van de SDQ is bij 7% van de jongeren in Niedorp sprake van psychosociale problematiek. Dit percentage is vergelijkbaar met dat in de KNH en NHN (beiden 5%). Een kwart van de jongeren (25%) geeft aan ooit lichamelijk of geestelijk mishandeld te zijn. In de KNH is dit 23% en in NHN 22%. Van de jongeren in Niedorp heeft 19% het afgelopen jaar serieuze gedachten gehad over zelfdoding. Dit percentage komt overeen met dat in NHN (19%) en de KNH (20%). 2% van de jongeren heeft het afgelopen jaar daadwerkelijk een poging tot zelfdoding ondernomen. 20

5 Voeding en bewegen 5.1 VOEDING De belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van overgewicht is een verkeerde balans tussen de voedselinname en de hoeveelheid beweging die iemand heeft. 14% van de jongeren in Niedorp slaat minimaal 2 keer per week zijn of haar ontbijt over. Dit wijkt niet af van het percentage in de KNH (17%) of NHN (16%). Er is in Niedorp geen verschil tussen jongens en meisjes en 2 e en 4 e klassers wat betreft ontbijtgewoonten. Vmbo-leerlingen (19%) slaan vaker het ontbijt over dan havo/vwo-leerlingen (7%). In NHN ontbijten meisjes, 4 e klassers en vmbo-leerlingen minder vaak dan jongens, 2 e klassers en havo/vwo-leerlingen. Regionaal slaan jongeren uit een eenoudergezin vaker het ontbijt over dan jongeren uit een gezin met twee ouders. Vanwege te kleine aantallen kan er geen uitspraak worden gedaan over mogelijke verschillen in ontbijtgewoonten tussen allochtone of autochtone jongeren of tussen jongeren uit een eenoudergezin en jongeren uit een gezin met twee ouders in Niedorp. Regionaal zijn het vaker jongeren van niet-westerse allochtone afkomst (33%) dan van westerse allochtone afkomst (23%) en autochtone afkomst (14%) die minimaal 2 keer per week het ontbijt over slaan. Voedingsgewoonten (%) 50 40 30 20 10 0 <5x per week ontbijten dagelijks groente dagelijks fruit dagelijks 2 stuks fruit KNH Niedorp NHN 21

Jongeren in Niedorp eten even vaak dagelijks groente als de jongeren in de KNH en NHN, namelijk 28% van de jongeren in Niedorp ten opzichte van 31% in de KNH en 32% in NHN. Er is in Niedorp geen verschil tussen jongens en meisjes, 2 e en 4 e klassers en vmboen havo/vwo-leerlingen wat betreft het dagelijks eten van groente. Regionaal eten meisjes iets vaker dagelijks groente dan jongens (34% versus 30%), ook eten 2 e klassers (34%) en havo/vwo-leerlingen (36%) vaker dagelijks groente dan 4 e klassers (30%) en vmbo-leerlingen (28%). Tussen autochtone en allochtone jongeren of tussen jongeren uit een eenoudergezin of een gezin met twee ouders zijn in Niedorp vanwege kleine aantallen geen uitspraken te doen over verschillen in het dagelijks eten van groente. Regionaal eten allochtone jongeren vaker dagelijks groente dan autochtone jongeren. Regionaal is er geen verschil in het eten van groente tussen jongeren uit een eenoudergezin of een gezin met twee ouders. Het eten van fruit is onderverdeeld in 'dagelijks fruit eten en dagelijks minimaal 2 stuks fruit (de aanbevolen norm volgens het Voedingscentrum). Ruim tweevijfde van de jongeren in Niedorp (44%) eet dagelijks fruit en 19% eet dagelijks minimaal 2 stuks fruit. Deze percentages wijken positief af van de KNH waar 35% dagelijks fruit eet en 14% dagelijks 2 stuks fruit eet. In NHN eet 36% van de jongeren dagelijks fruit en voldoet 15% aan de fruitnorm. In tegenstelling tot regionaal eten jongens en meisjes even vaak fruit. In Niedorp en regionaal eten 2 e klassers (Niedorp 52%, NHN 40%) vaker dagelijks fruit dan 4 e klassers (Niedorp 36%, NHN 32%). Er is in Niedorp geen verschil in fruitconsumptie tussen vmbo-leerlingen en havo/vwo-leerlingen. In NHN eten havo/vwo-leerlingen vaker dagelijks fruit dan vmbo-leerlingen; deze groep voldoet ook vaker aan de aanbevolen fruitnorm. Tussen autochtone en allochtone jongeren in Niedorp is vanwege kleine aantallen geen uitspraak mogelijk over verschillen in fruitconsumptie. Regionaal voldoen niet-westerse allochtonen en westerse allochtonen (17%) iets vaker aan de fruitnorm dan autochtonen (14%). In Niedorp is er geen verschil in fruitconsumptie tussen jongeren uit een eenoudergezin en jongeren uit een gezin met twee ouders. Regionaal is er wel een significant verschil tussen jongeren uit een eenoudergezin (34%) en uit een gezin met twee ouders (36%) wat betreft het dagelijks eten van fruit. 5.2 BEWEGEN In 1998 is de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) vastgesteld; dit is een landelijk gebruikte norm die aangeeft dat jongeren dagelijks één uur matig intensief moeten bewegen. Om een indruk te krijgen of wordt voldaan aan deze norm is het aantal minuten sport op school, sporten bij een sportclub, ongeorganiseerd sporten/bewegen en het aantal minuten dat een jongere naar of van school fietst of loopt per week opgeteld. Indien een jongere gemiddeld per dag een uur of meer (of 420 minuten per week) beweegt, wordt dit beschouwd als een jongere die voldoet aan de beweegnorm. Van de jongeren in Niedorp voldoet 82% aan de beweegnorm van gemiddeld een uur beweging per dag, 18% van de jongeren beweegt 22

onvoldoende; dit wijkt significant af van NHN, daar beweegt bijna een derde van de jongeren onvoldoende (32%) en van de KNH waar 38% van de jongeren onvoldoende beweegt. Er is in Niedorp in tegenstelling tot de regio geen verschil in de mate van bewegen tussen jongens en meisjes en 2 e en 4 e klassers. Zowel in Niedorp als in de regio voldoen vmbo-leerlingen (Niedorp 25%, NHN 36%) minder vaak aan de beweegnorm als havo/vwo-leerlingen (Niedorp 10%, NHN 28%). Vanwege kleine aantallen kan geen uitspraak worden gedaan in mogelijke verschillen in bewegen tussen autochtone en allochtone jongeren in Niedorp. In Niedorp is er geen significant verschil tussen jongeren uit een eenoudergezin of uit een gezin met twee ouders. Regionaal bewegen niet-westerse allochtone jongeren en jongeren uit een eenoudergezin vaker onvoldoende dan westerse allochtone jongeren, autochtone jongeren of jongeren uit een gezin met twee ouders. Onvoldoende beweging (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 10 20 30 40 NHN Niedorp KNH 5.3 SPORTEN BIJ EEN SPORTVERENIGING Naast vragen over het aantal uur bewegen, zijn er ook vragen gesteld over lidmaatschap van een sportvereniging, sportclub of sportschool. Van de jongeren in Niedorp is 73% lid van een sportvereniging; 27% sport niet bij een sportvereniging. In de KNH en NHN sport respectievelijk 66% en 70% bij een sportvereniging. In tegenstelling tot de regio zijn jongens (77%) en 4 e klassers (75%) in Niedorp niet significant vaker lid van een sportvereniging dan meisjes (69%) en 2 e klassers (71%). 23

In NHN en in Niedorp zijn havo/vwo-leerlingen (Niedorp 82%, NHN 77%) vaker lid van een sportvereniging dan vmbo-leerlingen (Niedorp 66%, NHN 64%). Tussen autochtone jongeren en allochtone jongeren in Niedorp kan vanwege kleine aantallen geen uitspraak worden gedaan over mogelijke verschillen in lid zijn van een sportvereniging. Jongeren uit een eenoudergezin zijn even vaak lid van een sportvereniging als jongeren uit een gezin met twee ouders. In NHN zijn jongeren uit een gezin met twee ouders vaker lid van een sportvereniging dan jongeren uit een eenoudergezin. Van de jongeren in Niedorp sport 44% veel (KNH 39%, NHN 44%); dat wil zeggen dat zij 3 uur of meer per week sporten bij een sportvereniging. Sporten bij een sportvereniging Gemeente Niedorp Noord-Holland Noord % % jongens meisjes 76,6 69,4 71,8 69,0 2 e klas 4 e klas 71,0 74,8 74,4 66,7 vmbo havo/vwo 66,4 81,7 64,2 76,8 totaal 72,9 70,4 5.4 INACTIVITEIT Inactiviteit wordt gedefinieerd als dagelijks meer dan 2 uur computeren of tv kijken. Ruim de helft van de jongeren in Niedorp (59%) zit dagelijks meer dan 2 uur achter de (spel)computer of de tv. De jongeren in Niedorp wijken hierin niet af van NHN (63%) of van de KNH (65%). Er is in Niedorp geen verschil in inactiviteit tussen jongens en meisjes en 2 e en 4 e klassers. Vmbo-leerlingen (68%) zijn vaker inactief dan havo/vwo-leerlingen (48%). Regionaal zijn jongens (67%), 4 e klassers (67%) en vmbo-leerlingen (64%) vaker inactief dan meisjes (59%), 2 e klassers (58%) en havo/vwo-leerlingen (61%). Tussen autochtone jongeren en allochtone jongeren in Niedorp kan vanwege kleine aantallen geen uitspraak worden gedaan over mogelijke verschillen in inactiviteit. Regionaal zijn niet-westerse allochtonen (68%) vaker inactief dan westerse allochtonen (65%) en autochtone jongeren (62%). Ook zitten regionaal jongeren uit een eenoudergezin vaker achter de computer of tv dan jongeren uit een gezin met twee ouders; respectievelijk 66% ten opzichte van 62% is inactief. 24

5.5 SAMENVATTING VOEDING EN BEWEGEN 14% van de jongeren in Niedorp slaat regelmatig het ontbijt over, in de KNH 17% en in NHN 16%. 72% van de jongeren eet niet dagelijks groente en 56% eet niet dagelijks fruit. Van de jongeren beweegt 18% onvoldoende; dit wijkt in positieve zin af van de KNH (38%) en van NHN (32%). Meer dan een kwart van de jongeren (27%) is geen lid van een sportvereniging. Dit komt overeen met NHN (30%), maar wijkt in positieve zin af van de KNH (34%). Vmbo-leerlingen zijn minder vaak lid dan havo/vwo-leerlingen. 59% van de jongeren in Niedorp zit dagelijks 2 uur achter de computer of tv. 25

26 EMOVO 2009/2010

6 Genotmiddelen 6.1 ROKEN Jongeren die minstens één keer per week roken, worden als regelmatige rokers beschouwd. Het totale percentage regelmatige rokers in Niedorp (16%) wijkt niet af van het percentage in NHN (14%) of het percentage in de KNH (17%). Van de jongeren in Niedorp rookt 12% dagelijks en 8% rookt 21 sigaretten of meer per dag. Zowel in Niedorp als regionaal roken jongens ongeveer even vaak als meisjes. 4 e klassers (Niedorp 23%, NHN 20%) roken vaker dan 2 e klassers (Niedorp 9%, NHN 7%). Zowel in Niedorp als in NHN roken veel meer vmbo-leerlingen dan havo/vwoleerlingen; van de vmbo-leerlingen rookt 25% minstens één keer per week (regionaal 21%) en van de havo/vwo-leerlingen 4% (regionaal 7%). Vanwege te kleine aantallen kan er in Niedorp geen uitspraak worden gedaan over mogelijke verschillen tussen jongeren van allochtone of van autochtone afkomst of tussen jongeren uit een eenoudergezin en jongeren uit een gezin met twee ouders wat betreft regelmatig roken. Regionaal roken westerse allochtonen (19%) vaker dan niet-westerse allochtonen (14%) en autochtonen (14%) en jongeren uit een eenoudergezin (20%) vaker dan jongeren uit een gezin met twee ouders (13%). Regelmatig roken (minstens één keer per week) (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 5 10 15 20 25 30 NHN Niedorp KNH 27

6.2 ALCOHOL 72% van de jongeren in Niedorp heeft wel eens alcohol gedronken. De gemiddelde leeftijd waarop jongeren in Niedorp voor het eerst alcohol dronken is 12 jaar en 6 maanden (in NHN 12 jaar en 8 maanden). Jongens drinken het liefst bier, breezers en drankjes die zelf gemixt worden; favoriete dranken van meisjes zijn breezers, wijn en bier. Meer dan drievijfde van de jongeren in Niedorp (61%) heeft in de afgelopen maand alcohol gedronken (actueel alcoholgebruik). Dit percentage is hoger dan het percentage in de KNH (54%) en in NHN (50%). Zowel in Niedorp als regionaal is er geen verschil in actueel alcoholgebruik tussen jongens en meisjes. 4 e klassers (81%) hebben in de afgelopen maand veel vaker alcohol gedronken dan 2 e klassers (38%); dit geldt zowel in Niedorp als in NHN. In tegenstelling tot de regio is er in Niedorp geen significant verschil in actueel alcoholgebruik tussen havo/vwo-leerlingen (54%) en vmbo-leerlingen (66%); in NHN 45% versus 54%. Vanwege kleine aantallen kan er geen uitspraak worden gedaan over verschillen in alcoholgebruik tussen autochtone en allochtone jongeren in Niedorp. Regionaal is het actuele alcoholgebruik bij de niet-westerse allochtone jongeren lager dan bij de westerse allochtone jongeren en autochtone jongeren. Er is geen verschil in alcoholgebruik tussen jongeren uit een eenoudergezin of uit een gezin met twee ouders. Alcoholgebruik in de afgelopen maand (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 NHN Niedorp NHN 28

Binge drinken staat voor overmatig alcoholgebruik, dat wil zeggen meer dan 5 drankjes per gelegenheid. De maand voorafgaand aan het onderzoek heeft 43% van de jongeren in Niedorp volgens deze norm overmatig alcohol gebruikt. In de KNH heeft 39% en in NHN heeft 37% overmatig alcohol gebruikt. In Niedorp is er geen verschil tussen jongens en meisjes wat betreft binge drinken. In NHN doen jongens iets vaker aan binge drinken dan meisjes (39% versus 35%), hetzelfde geldt voor vmbo-leerlingen (43%) en havo/vwo-leerlingen (31%). In Niedorp drinken 4 e klassers (62%) en vmbo-leerlingen (54%) vaker overmatig dan 2 e klassers (22%) en havo/vwo-leerlingen (29%). Ook regionaal drinken 4 e klassers (56%) vaker overmatig alcohol dan 2 e klassers (16%). Niet-westerse allochtone jongeren lijken in de regio (27%) minder vaak overmatig alcohol te gebruiken dan westerse allochtone jongeren (NHN 36%) of autochtone jongeren (NHN 38%). Vanwege kleine aantallen kan er geen uitspraak worden gedaan over verschillen in overmatig alcoholgebruik tussen autochtone en allochtone jongeren in Niedorp. Er is in Niedorp geen significant verschil in overmatig alcoholgebruik tussen jongeren uit een eenoudergezin of uit een gezin met twee ouders (56% ten opzichte van 41%). Regionaal zijn deze percentages respectievelijk 41% en 36% en zijn ze wel significant. Binge drinken (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 10 20 30 40 50 60 70 NHN Niedorp KNH 46% van de jongeren in Niedorp is ooit aangeschoten of dronken geweest en bijna een vijfde (18%) is de afgelopen maand dronken of aangeschoten geweest. Deze percentages komen overeen met de KNH (45% en 25%) en NHN (42% en 25%). 29

Op de vraag wat ouders/verzorgers van het alcoholgebruik van hun kind vinden antwoorden de jongeren die drinken: Mijn ouders vinden het goed (52%) Mijn ouders raden het af (16%) Mijn ouders zeggen er niets van (12%) Mijn ouders weten het niet (8%) Mijn ouders vinden dat ik minder alcohol zou moeten drinken (8%) Mijn ouders verbieden het (4%). 6.3 DRUGS Evenals met roken en alcohol experimenteren jongeren met drugs. De meeste jongeren gebruiken een middel maar één of een paar keer. Een kleine groep blijft vaker gebruiken. 18% van de jongeren in Niedorp heeft wel eens softdrugs (hasj of wiet) gebruikt. Dit percentage is vergelijkbaar met het percentage in de KNH (20%) en in NHN (18%). 6% van de jongeren heeft in de maand voorafgaand aan het onderzoek softdrugs gebruikt. Het actuele gebruik onder jongeren in Niedorp wijkt niet af van het gebruik in de KNH (9%) en NHN (8%). Alcoholgebruik gaat vaak samen met het gebruik van softdrugs: 3% van de jongeren in Niedorp gebruikt op één dag wel eens softdrugs én alcohol. Dit is vergelijkbaar met de KNH (7%) en NHN (6%). Softdruggebruik afgelopen maand (%) totaal jongens meisjes klas 2 klas 4 vmbo havo/vwo 0 2 4 6 8 10 12 14 NHN Niedorp KNH 30

In tegenstelling tot in de regio hebben jongens in Niedorp niet significant vaker softdrugs gebruikt dan meisjes (23% versus 14%). Wat betreft actueel gebruik is er geen verschil in softdruggebruik tussen jongens en meisjes. Het actuele gebruik is regionaal hoger onder jongens dan onder meisjes. Van de 2 e klassers in Niedorp heeft 7% ooit softdrugs gebruikt en het actuele gebruik is 4%; regionaal zijn deze percentages respectievelijk 7% en 3%. Van de 4 e klassers in Niedorp heeft 28% wel eens softdrugs gebruikt (regionaal 29%) en 8% heeft de afgelopen maand softdrugs gebruikt (regionaal 13%). Zowel regionaal als in Niedorp hebben vmbo-leerlingen vaker softdrugs gebruikt dan havo/vwo-leerlingen. Van de vmbo-leerlingen in Niedorp heeft 27% ooit softdrugs gebruikt; van de havo/vwo-leerlingen 7%. Het actuele gebruik is voor vmbo-leerlingen 11% en voor havo/vwo-leerlingen 0%. In Niedorp kan vanwege kleine aantallen geen uitspraak worden gedaan over verschillen in softdruggebruik (ooit en actueel) tussen jongeren van allochtone of autochtone herkomst of van jongeren uit een eenoudergezin en jongeren uit een gezin met twee ouders. In NHN gebruiken westerse allochtone jongeren vaker softdrugs dan jongeren van niet-westerse allochtone herkomst of van autochtone herkomst. Ook gebruiken jongeren uit een eenoudergezin vaker drugs dan jongeren uit een gezin met twee ouders. Van de jongeren in Niedorp heeft 28% wel eens hasj of wiet aangeboden gekregen; 8% van de jongeren heeft wel eens op school hasj of wiet aangeboden gekregen. In de KNH en NHN heeft respectievelijk 31% en 30% van de jongeren wel eens hasj of wiet aangeboden gekregen en respectievelijk 8% en 8% heeft dit op school wel eens aangeboden gekregen. Enkele jongeren in Niedorp (2%) hebben wel eens harddrugs gebruikt; in de KNH heeft 4% wel eens harddrugs gebruikt en in NHN 3%. In de afgelopen maand gebruikte minder dan 1% van de jongeren in Niedorp harddrugs; in NHN en de KNH is dit ruim 1%. Van de jongeren in Niedorp heeft 5% wel eens harddrugs aangeboden gekregen; dit percentage is vergelijkbaar met de KNH (7%) en NHN (6%). Minder dan 1% van de jongeren in Niedorp heeft wel eens op school harddrugs aangeboden gekregen; dit wijkt niet af van de regio. 31