CONCEPT BESTUURSOVEREENKOMST ROTTERDAMSE BAAN INZAKE DE VOORBEREIDING OP DE REALISATIE VAN DE ROTTERDAMSEBAAN

Vergelijkbare documenten
Gemeente Den Haag BSD/ RIS

Anterieure exploitatieovereenkomst zoals bedoeld in artikel 6.24 Wet ruimtelijke ordening

Gezamenlijk hierna te noemen: Partijen

GEMEENSCHAPPELIJKE VERORDENING NADEELCOMPENSATIE, PLANSCHADETEGEMOETKOMING EN SCHADEVERGOEDING VOOR ONRECHTMATIGE HANDELINGEN ROTTERDAMSEBAAN 2014:

Samenwerkingsovereenkomst voor de uitvoering van het programma De Kop Werkt!

OVEREENKOMST INZAKE DE LOCATIES TNO YPENBURG EN TNO WAALSDORPERWEG

Bestuursovereenkomst N59 Energy Highway

Intentieovereenkomst tussen Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hollands Noorden en gemeente Heerhugowaard

Overeenkomst. tussen Rijkswaterstaat Noord-Nederland en Gemeente Vlieland. Zaaknummer Trim-nurnmer: RWS-3017/ 31360

ANTERIEURE OVEREENKOMST VLEETWEG 4 TE BIDDINGHUIZEN

S A M E N W E R K I N G S O V E R E E N K O M S T

1. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Langedijk, door het college conform het bepaalde in artikel 168, eerste lid, van de

CONCEPT. De ondergetekenden sub 1 en 2, hierna gezamenlijk te noemen "partijen";

OVEREENKOMST Planschade en kwaliteitsbijdrage. herziening bestemmingsplan Buitengebied - Meinweg.2Herkenbosch -

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST LOCATIE SMITSWEG DORDRECHT. Tussen:

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Hollands Kroon 2015

Taakuitvoeringsovereenkomst

RNI Convenant Dienstverlening Gemeenten

Nadeelcompensatieregeling Kabels en leidingen Gemeente Castricum 2014

Reglementen en verordeningen - Verordening rechtsbescherming

Concept planschade en anterieure overeenkomst tussen Gemeente Gooise Meren en H. van Haare Heijmeijer inzake Brediusweg 77 te Bussum procedure

CONVENANT INZAKE DE TOTSTANDKOMING VAN HET NATIONAAL MONUMENT SLAVERNIJVERLEDEN TUSSEN DE STAAT DER NEDERLANDEN EN DE GEMEENTE AMSTERDAM

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE DEFENSIE GENEESKUNDIGE ZORG Per 1 januari 2016

Bijlage A bij agendapunt 11: gewijzigde TUO [AB ]

Samenwerkingsconvenant Blauwe Verbinding juli 2009

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Almere 2016

H U U R O V E R E E N K O M S T S P O R T C O M P L E X D E S W A N E B U R G

BEWERKERSOVEREENKOMST


Bestuursovereenkomst betreffende de operationalïteït voor civiel medegebruïk van de militaire radar bij Soesterberg

Inleiding. Partijen. Inhoud overeenkomst

Raadsvoorstel 48 Vergadering 27 juni Gemeenteraad. Onderwerp : Verordening behandeling bezwaarschriften Helmond 2017.

Overeenkomst nummer

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Maasdriel

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST (Overeenkomst van Opdracht)

Jaar: 2011 Nummer: 31 Besluit: Gemeenteraad 5 april 2011 Gemeenteblad VERORDENING BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN HELMOND 2011

Procesafspraken. tussen de. gemeenten Ridderkerk, Rotterdam en Barendrecht, de stadsregio Rotterdam en de provincie Zuid-Holland

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Ede 2015

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST. tussen. De Gemeente Haarlemmermeer. het consortium van huisartsen. ten behoeve van de realisering van een

Met deze brief informeren wij u over een nauwere samenwerking met Rijkswaterstaat.

ONTEIGENING TEN BEHOEVE VAN DE ONTWIKKELING VAN HET BEDRIJVENTERREIN BPMAA

Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Brielle

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

Regiovisie Bergen-Gennep-Mook en Middelaar

Overeenkomst nummer met 1 overzichtstekening. De ondergetekenden,

PROVINCIAAL BLAD. Regeling Commissie rechtsbescherming provincie Groningen 2015

Voorbeeld overeenkomst van opdracht. Partijen:

KAS BEWAARDER KLANTENVERMOGEN BND B.V.

: de Stichting Geschillen in de landbouw c.a.;

De raad, het college en de burgemeester van de gemeenten Voerendaal, Onderbanken, Nuth, Simpelveld en Schinnen ;

CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN INTENTIEVERKLARING. [ ], [ ], (kantoorhoudende [ ], te [ ],hierna te noemen: de Verkoper,

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE POST per 1 april 2016

Bestuurlijke Overeenkomst A15 Papendrecht Sliedrecht (A15 PaS)

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

CONCEPT RAAMOVEREENKOMST

KAS BANK N.V. OVEREENKOMST VAN BEHEER EN BEWARING INZAKE BELEGINGSFONDS

Gemeente Assen. (Concept) Overeenkomst Dwanginvordering. 1 oktober 2016

Verzelfstandigingsovereenkomst Museum Jan Cunen. Gemeente Oss

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

AVG OVEREENKOMST GEGEVENSVERWERKING TUSSEN TWEE VERANTWOORDELIJKEN

Algemene voorwaarden Advies bij Arbeid B.V.

DAN VVE BEHEER EN ADMINISTRATIES B.V. Gevestigd en kantoorhoudende te Rotterdam, Ebenhaezerstraat 33, 3083 RD.

Ondergetekenden: Rijkswaterstaat, Dienst Zuid-Holland ProRail BV De Provincie Zuid-Holland De Gemeente Moordrecht

Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Krimpen aan den IJssel

Bijlage 9. Overeenkomst doelgroepenvervoer Walcheren tussen Gemeente Middelburg, Veere en Vlissingen en...

Concept Bestuursovereenkomst Blankenburgverbinding

Reglement Geschillencommissie oogo-jeugdplan

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente De Bilt 2014

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 27 februari 2013 ALDUS VASTGESTELD 7 MAART Start onteigeningsprocedure oostelijke randweg

Uitvoeringsovereenkomst tussen de Stichting BIZ Binnenstad Roermond en de gemeente Roermond

Voorbeeld samenwerkingscontract tussen werkgever en gemeente

Verordening op de bezwaarschriften SNN

Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG

Bewerkersovereenkomst Wet bescherming persoonsgegevens

Flilversurn. noemen:'de verzoeker'; in aanmerking nemende:

Beoogd effect en/of resultaat Bundeling en stroomlijning van de processen op het terrein van de behandeling van bezwaarschriften.

Intentieovereenkomst. Kostenverhaal Locatie Haarlem Bavodorp

Intentieovereenkomst nieuwbouw Sint Sebastiaansbrug

REGLEMENT KLACHTEN(ADVIES)COMMISSIE STICHTING EIGEN BOUW

20 december 2016 Motie Commissie bezwaarschriften Pagina 1 van 5. gelezen het advies van de commissie Werken en Besturen van 30 november 2016,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

OVEREENKOMST INZAKE DE UITVOERING VAN WERKZAAMHEDEN VOOR SCnet DE ONDERGETEKENDEN:

Sector : III Nr. : 98

RAAMCONTRACT. Betreffende Aanleg Natuurvriendelijke Oevers

Verwerkersovereenkomst

F{ilversurn. in aanmerking nemende: Planschadeverhaalsovereenkomst met afrekening op basis van werkelijk toegekende tegemoetkomingen in planschade

Uitvoeringsovereenkomst Bedrijven Investeringszone Centrum Woudenberg

Nadeelcompensatieregeling gemeente Delfzijl

Licentieovereenkomst betreffende knowhow

Contractsduur, uitvoering en wijziging overeen-komst

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Almere 2016

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht.

VERORDENING bezwaarschriften 2011

Overeenkomst kwaliteitsverbetering landelijk gebied Limburg. Partijen:

ANTERIEURE OVEREENKOMST WINDPARK. Ondergetekenden:

Wijzigingsovereenkomst A15 Papendrecht - Sliedrecht (A15 PaS)

Coördinatieovereenkomst Centrumvernieuwing Emmen

CONVENANT MET BETREKKING TOT DE SCHEIDING VAN RISICO S VERBONDEN AAN DE UITVOERING VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE BLOEDVOORZIENINGSORGANISATIE

Transcriptie:

CONCEPT BESTUURSOVEREENKOMST ROTTERDAMSE BAAN INZAKE DE VOORBEREIDING OP DE REALISATIE VAN DE ROTTERDAMSEBAAN Datum: 14 augustus 2012 Ondergetekenden: 1. Gemeente Den Haag, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder van Verkeer, Binckhorst en Vlietzone, de heer P.W.M. Smit, hierna te noemen: "Den Haag". 2. Gemeente Leidschendam-Voorburg te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder Verkeer en Vervoer, de heer P.M.M. van Ostaijen, hierna te noemen: "Leidschendam - Voorburg". 3. Gemeente Rijswijk, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder Verkeer en Vervoer de heer D. Jense, hierna te noemen: "Rijswijk" Hierna gezamenlijk te noemen: Gemeenten, Waar in deze Overeenkomst expliciet of impliciet wordt gerefereerd aan de uitoefening van publiekrechtelijke taken en bevoegdheden, waaronder besluitvorming door burgemeester en wethouders en/of de gemeenteraad, wordt met "de Gemeente" het desbetreffende bestuursorgaan bedoeld. Deze Overeenkomst is een handeling ter uitvoering van de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag van 15 mei 2012 (RIS 249310), van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg van 15 mei 2012 (724691) en van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk van 15 mei 2012 (kenmerk 12.037527.) Overwegende: 1. Dat het centrale doel van het project Rotterdamsebaan is het verbeteren van de verkeersafwikkeling op de autoverbinding tussen de rijkswegen A4/A12/A13 en de Centrale Zone van Den Haag door middel van de aanleg van een nieuwe verbinding die loopt onder Voorburg West naar de Centrumring van Den Haag. Hierbij wordt gestreefd naar verbetering van de leefbaarheid langs de stedelijke hoofdroutes, vermindering van het sluipverkeer door woonwijken in Voorburg, Rijswijk en Den Haag en verbetering van de doorstroming tussen knooppunt Ypenburg en het Prins Clausplein, alsmede tussen de aansluiting Voorburg (A12) en het Prins Clausplein. Dit centrale doel is onder andere vastgelegd in het Milieueffectrapport Verbetering bereikbaarheid Den Haag (MER) uit 2007 en de Nota van Uitgangspunten in 2009. 1

Dat op initiatief van het Stadsgewest Haaglanden het MER Verbetering bereikbaarheid Den Haag is opgesteld waarbij het alternatief Noordelijke Boortunnel als Voorkeursalternatief het meest geschikt is geacht. Op 23 mei 2007 heeft het Dagelijks Bestuur van het Stadsgewest Haaglanden met het MER ingestemd., 2. Dat het Stadsgewest Haaglanden bij brief van 25 mei 2007 (kenmerk SH07.905) vervolgens de trekkersrol MER Verbetering bereikbaarheid Den Haag heeft overgedragen aan de gemeente Den Haag als (coördinerend) bevoegd gezag. Het Stadsgewest Haaglanden blijft verder betrokken in haar reguliere rol als subsidiegever en gesprekspartner van het Rijk (ministerie van Infrastructuur en Milieu). 3. Dat de gemeenteraden van Rijswijk, Den Haag en Leidschendam in juli 2007 het MER Verbetering bereikbaarheid Den Haag hebben aanvaard en als bevoegde gezagen deze in procedure hebben gebracht door het MER en de Nota Voorkeursalternatief ter inzage te leggen (juli-september 2007) en te laten beoordelen door de Commissie voor de milieueffectrapportage (Cie. m.e.r.). 4. Dat tussen maart en juni 2008 de gemeenteraden van Den Haag en Leidschendam- Voorburg vervolgens hebben ingestemd met het Voorkeursalternatief Noordelijke Boortunnel en de Nota van Antwoord MER Verbetering bereikbaarheid Den Haag en deze hebben vastgesteld. 5. Dat het Rijk (toenmalig ministerie van Verkeer en Waterstaat) de keuze voor het Voorkeursalternatief heeft bevestigd door het Trekvliettracé op te nemen in de MIRTprojectstudietabel (16 september 2008). Aan de rijksbijdrage die hieraan gekoppeld is zijn voorwaarden verbonden die zijn vastgelegd in de Voorwaardenbrief van 19 december 2008. De voorwaarden richten zich met name op de aansluiting bij knooppunt Ypenburg. 6. Dat tussen eind 2008 en eind 2009 door de gemeente Den Haag, in samenwerking met Leidschendam-Voorburg en Rijswijk gewerkt is aan de Nota van Uitgangspunten voor de Rotterdamsebaan, welke door de gemeenteraad van Den Haag is vastgesteld op 14 januari 2010. Het Schetsontwerp Rotterdamsebaan is op 20 april 2010 vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders van Den Haag. 7. Dat voor de ontwikkeling van de Rotterdamsebaan (voorheen Trekvliettracé) de gemeente Den Haag nauw samenwerkt met de gemeente Leidschendam-Voorburg, de gemeente Rijswijk, het Stadsgewest Haaglanden en het Rijk (ministerie van Infrastructuur en Milieu). 8. Dat om de samenwerking tussen de Gemeenten te versterken, een Inter Bestuurlijk Overleg (IBO) is ingesteld, waarin de verantwoordelijke portefeuillehouders van de Gemeenten onder leiding van een door hen benoemde (onafhankelijke) voorzitter zitting hebben en waarvoor het Stadsgewest Haaglanden en Rijkswaterstaat zijn uitgenodigd 9. Dat op voordracht van een onafhankelijk bemiddelaar (tevens tijdelijk voorzitter van het IBO), in het IBO overeenstemming is bereikt over de inpassing in de Vlietzone inclusief de aansluiting bij het knooppunt Ypenburg door toepassing van de zogenaamde +300 variant. 2

10. Dat de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de Gemeenten, op basis van het advies van de onafhankelijk bemiddelaar namens het IBO en op basis van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau die deel uitmaakt van de nieuwe m.e.r. procedure, op 15 mei 2012 hebben besloten dat de bestuurlijke voorkeursoplossing voor de Rotterdamsebaan is: de +300 variant (een 300 meter langere tunnel), met een dubbele T-aansluiting op de Centrumring en de Spoorboogweg (de Voorkeursvariant) 11. Dat de colleges van burgemeester en wethouders van de Gemeenten op 15 mei 2012 eveneens hebben besloten de bestuurlijke voorkeursoplossing voor de Rotterdamsebaan, waarover Gemeenten overeenstemming hebben bereikt, vast te willen leggen in een bestuursovereenkomst met de verplichting van Gemeenten om zich maximaal in te spannen en in redelijkheid alles te zullen doen wat de realisatie van de Rotterdamsebaan bevordert waaronder het afstemmen van de verschillende planologische en bestuurlijke procedures binnen de Gemeenten die noodzakelijk zijn om te kunnen starten met de aanleg van de Rotterdamsebaan. Dat in de bestuursovereenkomst tevens bepalingen worden opgenomen inzake onder meer vestiging zakelijke rechten en verwerving, nadeelcompensatie en planschade. 12. Dat, vanwege de voorgestane samenwerking tussen de Gemeenten, de verantwoordelijke portefeuillehouders van de Gemeenten hebben besloten het IBO, onder leiding van een onafhankelijk voorzitter, te continueren. 13. Dat om de bereikbaarheid van de regio Haaglanden te verbeteren in de betrokken Gemeenten de komende jaren een aantal (grote) verkeerskundige aanpassingen dient plaats te vinden, naast de aanleg van de Rotterdamsebaan. Tijdens de realisatie van al deze verkeerskundige aanpassingen is er hinder te verwachten voor de reiziger en met name de weggebruiker. Om deze hinder zo veel mogelijk te beperken zijn onderlinge afspraken noodzakelijk. Hiertoe moet een inschatting gemaakt worden van het werkgebied en het invloedsgebied van de voorziene projecten en een verkenning uitgevoerd worden naar de wegafsluitingen in het invloedsgebied in de komende jaren. Tevens moeten de eisen en de gehanteerde uitgangspunten ten aanzien van bereikbaarheid en afsluitingen tussen de projecten afgestemd worden. 14. Dat de gemeenteraden van Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk voornemens zijn om respectievelijk op.september 2012, september 2012 en september 2012 de Voorkeursvariant voor de Rotterdamsebaan vast te stellen, die als basis gaat dienen voor de noodzakelijk te volgen planologische procedures (inclusief de MER). 3

KOMEN OVEREEN ALS VOLGT: Artikel 1: Begripsbepalingen en bijlage 1.1 In deze Overeenkomst wordt verstaan onder: Overeenkomst: deze Overeenkomst inclusief bijlagen Project: de aanleg van de Rotterdamsebaan, een nieuwe verbindingsweg tussen de A4 en A13 en de Centrale Zone van Den Haag, bestaande uit vier deeltracés: o Aansluiting knooppunt Ypenburg o Inpassing in de Vlietzone o Boortunnel o Aansluiting op de centrumring in de Binckhorst Projectbudget: het geheel aan financiële middelen die door het ministerie van Infrastructuur & Milieu, het Stadsgewest Haaglanden en de gemeente Den Haag aan het Project worden toegekend om het Project te realiseren. Subsidiebeschikking: de beschikking van het Rijk (ministerie van Infrastructuur en Milieu) waarin een financiële bijdrage voor het Project wordt toegekend. Voorkeursvariant: de +300 variant met een dubbele T-aansluiting. Artikel 2: Doel van deze Overeenkomst 2.1 Gemeenten stellen zich ten doel om met deze Overeenkomst de bestuurlijke afspraken vast te leggen over de bestuurlijke afstemming, de wijze van samenwerking in het IBO, de rollen, taken en verantwoordelijkheden van Gemeenten, bij de planuitwerking ter bevordering van de realisatie van het Project, 2.2 Deze Overeenkomst bevat eveneens punten die in de voorbereiding van de realisatiefase van het Project verder dienen te worden uitgewerkt. Voor deze uitwerkingspunten is in deze Overeenkomst een aantal procesafspraken opgenomen. 2.3 Gemeenten stellen bij het gebruik van hun publiekrechtelijke bevoegdheden ten aanzien van het Project, het doel en de uitgangspunten van deze Overeenkomst voorop. 2.4 Gemeenten zullen de uitvoering en werking van deze Overeenkomst periodiek doen evalueren. 4

Artikel 3: Taken Gemeenten 3.1 Gemeenten zijn bevoegd tot het nemen van de voor het Project noodzakelijke bestuursrechtelijke besluiten en overige beslissingen. 3.2 Gemeenten geven toestemming, voorzover zij eigenaar zijn van de grond, voor de aanleg en uitvoering van het Project. 3.3 Gemeenten coördineren de te nemen bestuursrechtelijke besluiten en zullen zich inspannen om de door hen af te geven bestuursrechtelijke besluiten voortvarend af te handelen. De Gemeenten zullen hierover voorzover noodzakelijk nadere afspraken maken. 3.4 Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk zijn ieder bevoegde gezag voor de m.e.r procedure Rotterdamsebaan. Den Haag coördineert de m.e.r.procedure. Leidschendam-Voorburg en Rijswijk nemen deel aan de daarop betrekking hebbende ambtelijke en bestuurlijke overleggen. 3.5 Den Haag bereidt de voor het realiseren van het Project noodzakelijke bestemmingsplanwijzigingen voor. Deze wijzigingen hebben betrekking op de grondgebieden van Den Haag, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg. Leidschendam- Voorburg en Rijswijk werken bij deze procedure nauw samen met Den Haag en nemen deel aan de daarop betrekking hebbende ambtelijke en bestuurlijke overleggen. 3.6 Leidschendam-Voorburg en Rijswijk spannen zich in om de spoedige vaststelling van de bestemmingsplannen Rotterdamsebaan door de raad te bevorderen. Hierbij worden de termijnen van de bestemmingsplanprocedure van Den Haag zoveel als mogelijk gevolgd zodat burgers en bedrijven van de drie gemeenten gelijktijdig kunnen participeren in deze procedure, zoals de zienswijzeprocedure volgend op de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. 3.7 De reactie op de ingekomen zienswijzen en inspraakreacties worden door de Gemeenten gezamenlijk voorbereid, waarbij Den Haag de regie voert. Leidschendam- Voorburg, Rijswijk en Den Haag dragen zorg voor de inhoudelijke reactie op de inspraakreacties en zienswijzen die betrekking hebben op de voor hun grondgebied geldende bestemmingsplandelen alsmede voor de advisering daarover en toetsing daarvan. De zienswijzen zullen per gemeente worden gebundeld in afzonderlijke Nota s Zienswijzen en deel uitmaken van afzonderlijke vaststellingsbesluiten die worden behandeld door de eigen gemeenteraad. 3.8 Het verweer in de beroepsprocedures wordt door de Gemeenten gezamenlijk voorbereid en afgehandeld. Indien een advocatenkantoor wordt ingeschakeld voor advisering of bijstand zullen Den Haag, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg voor hetzelfde advocatenkantoor kiezen. 5

3.9 Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk zullen zich in hoedanigheid van verleners van publiekrechtelijke toestemmingen, vergunningen en ontheffingen maximaal inspannen om te bewerkstelligen dat tijdig de toestemmingen, vergunningen en/of ontheffingen worden verleend die nodig zijn voor de aanleg van het Project. Dit betekent in ieder geval dat de Gemeenten binnen de voor de betreffende vergunning geldende beslistermijn een beslissing zullen nemen en dat zij de vergunning zullen verlenen en actief verweer zullen voeren in eventuele bezwaar- en beroepsprocedures, tenzij zwaarwegende redenen zich daartegen verzetten. 3.10 Om het genoemde in het voorgaande lid te bereiken zal er door de projectorganisatie Rotterdamsebaan een planning worden opgesteld ter vaststelling in het IBO met daarin een overzicht met ondermeer de procedures die doorlopen moeten zijn ten behoeve van het verkrijgen van de publiekrechtelijke toestemmingen, vergunningen en ontheffingen. Op basis daarvan kunnen in het IBO concrete afspraken worden gemaakt over de doorlooptijden van alle daarin opgenomen procedures. De Gemeenten zullen elkaar tijdig op de hoogte stellen van vertragingen in de bedoelde procedures. 3.11 Gemeenten zullen, indien en voorzover noodzakelijk, nadere afspraken maken over noodzakelijke verplaatsingen, onteigeningen en het vestigen van opstalrechten of andere zakelijke rechten. 3.12 Gemeenten zullen nadere afspraken maken over de exacte ligging, opstal, beheer en onderhoudsgrenzen van het nieuwe weglichaam, inclusief de boortunnel. 3.13 De verantwoordelijke portefeuillehouders uit de colleges van de Gemeenten nemen deel aan het Inter Bestuurlijk Overleg, als bedoeld in artikel 6 van deze Overeenkomst. Artikel 4: Specifieke taken Den Haag 4.1 Den Haag is opdrachtgever van het Project en voert het Project voor eigen rekening en risico uit. 4.2 Den Haag draagt zorg voor het projectmanagement van het Project. 4.3 Den Haag draagt zorg voor de voorbereiding en realisatie van het Project. 4.4 Den Haag draagt zorg voor de noodzakelijke aanbestedingen en opdrachtverstrekkingen aan derden ten behoeve van de realisatie van het Project. 4.5 Den Haag heeft de inspanningsverplichting om uiterlijk in 2015 met de aanleg van het Project te beginnen en deze in zijn geheel in 2019 in gebruik te nemen; 6

Artikel 5: Projectorganisatie Rotterdamsebaan 5.1 Den Haag heeft ten behoeve van de planuitwerking en realisatie van het Project de projectorganisatie Rotterdamsebaan ingericht. De projectorganisatie Rotterdamsebaan blijft bestaan tot en met de realisatie en oplevering van het Project. 5.2 Alle werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het Project worden in opdracht van Den Haag door de projectorganisatie Rotterdamsebaan verzorgd. Tevens is de woordvoering in handen van de projectorganisatie Rotterdamsebaan. 5.3 De projectorganisatie Rotterdamsebaan werkt nauw samen met Leidschendam- Voorburg en Rijswijk. Daar waar nodig zal de projectorganisatie Rotterdamsebaan voorafgaand overleg hebben met Leidschendam-Voorburg en Rijswijk. Artikel 6: Inter Bestuurlijk Overleg (IBO) 6.1 Het IBO zal worden voortgezet. In dit overleg nemen deel de verantwoordelijke portefeuillehouders van de Gemeenten en een door hen gezamenlijk te benoemen onafhankelijk voorzitter. Het Stadsgewest Haaglanden en Rijkswaterstaat worden voor dit IBO uitgenodigd. 6.2 Het secretariaat van het IBO wordt verzorgd door de projectorganisatie Rotterdamsebaan. 6.3 In het IBO vindt de procesmatige en bestuurlijke afstemming plaats ten behoeve van de te nemen publiekrechtelijke besluiten en van de wijze waarop het maatschappelijk draagvlak voor de aanleg van het Project kan worden vergroot. Daarnaast worden de eventuele knelpunten in de samenwerking van Gemeenten besproken. 6.4 De deelnemers aan het IBO zullen zich inspannen om voor gezamenlijk ingenomen standpunten in het IBO binnen de eigen Gemeente maximaal draagvlak te realiseren. Artikel 7: Ambtelijk Inter Bestuurlijk Overleg (Ambtelijk IBO) 7.1 Het Ambtelijk IBO voorziet in een samenwerking op ambtelijk niveau, bestaande uit de ambtelijke vertegenwoordigers van de Gemeenten om uitvoering te kunnen geven aan deze Overeenkomst. Het Stadsgewest Haaglanden en Rijkswaterstaat worden voor het Ambtelijk IBO uitgenodigd. Het Ambtelijk IBO bereidt tevens de agenda voor het IBO voor. 7.2 Het Ambtelijk IBO wordt voorgezeten door de projectdirecteur van de projectorganisatie Rotterdamsebaan. Het secretariaat wordt verzorgd door de projectorganisatie Rotterdamsebaan. 7

Artikel 8: Samenwerking en Overleg 8.1 Gemeenten zullen in goed overleg samenwerken om het Project binnen de in deze Overeenkomst en de Subsidiebeschikking vastgelegde kaders tot stand te brengen. 8.2 Gemeenten zullen zich inspannen om de voorbereiding en realisatie van andere (infrastructurele) projecten in de regio Haaglanden zo optimaal mogelijk met de planning en uitvoering van het Project af te stemmen. 8.3 Gemeenten zullen elkaar over en weer tijdig en volledig informeren over alle zaken welke van belang kunnen zijn voor een goede samenwerking, waaronder in ieder geval de regionale bereikbaarheid. 8.4 Gemeenten zullen nadere afspraken maken over de regionale bereikbaarheid tijdens de realisatie van het Project. Artikel 9: Risico 9.1 Leidschendam-Voorburg en Rijswijk realiseren zich dat Den Haag om, het Project volgens de planning, als genoemd in het vijfde lid van artikel 4 van deze Overeenkomst, te kunnen realiseren mede afhankelijk is van de medewerking van derden en dat het risico aanwezig is dat de planning als gevolg van het gebrek aan die tijdige medewerking niet of niet ten volle wordt gehaald. Gemeenten onderkennen het belang om schade die ingeval van vertraging zou optreden, zoveel mogelijk te beperken. Gemeenten zullen met gebruikmaking van hun bevoegdheden zich tot het uiterste inspannen om schade te voorkomen en/of te verminderen. Artikel 10: Kosten ambtelijke organisatie Gemeenten 10.1 Gemeenten zullen elkaar geen kosten in rekening brengen voor de ambtelijke inzet bij de samenwerking om de verschillende publiekrechtelijke en planologische procedures te kunnen doorlopen. 10.2. Andere door Gemeenten ten behoeve van het Project gemaakte kosten, als bedoeld in het voorgaande lid, kunnen alleen na voorafgaande toestemming van Den Haag met een factuur ten laste van het Projectbudget worden gebracht. Artikel 11: Voorkeursvariant 11.1 Gemeenten zullen het vaststellen van de Voorkeursvariant in de colleges en de raden zoveel mogelijk op elkaar afstemmen. 11.2 Gemeenten zullen de Voorkeursvariant als enige variant in het MER gedetailleerd onderzoeken. 8

Artikel 12: Vestiging opstalrechten, verwerving en onteigening 12.1 Den Haag wordt eigenaar van de Rotterdamsebaan. Den Haag vestigt opstalrechten en verwerft de gronden en opstallen die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het Project, met uitzondering van het openbaar gebied gelegen op grondgebied van de gemeente Rijswijk. 12.2 In het geval minnelijke verwerving van eventuele benodigde gronden niet mogelijk is, zal de gemeenteraad van Den Haag bij de Kroon een onteigeningsverzoek indienen. Voorafgaand aan het hiervoor benodigde raadsbesluit zal overleg plaatsvinden tussen Den Haag en Leidschendam-Voorburg. De communicatie met de te onteigenen partijen zal gedurende het gehele traject conform de Onteigeningswet plaatsvinden. Leidschendam-Voorburg verleent maximale medewerking aan eventuele onteigeningen ten behoeve van het Project. 12.3 Voor de percelen waarin de boortunnel komt te liggen die in eigendom zijn van Leidschendam-Voorburg zal een opstalrecht gevestigd worden onder de voorwaarden, bepalingen en bedingen zoals opgenomen in de Overeenkomst Vestiging Opstalrecht. Leidschendam-Voorburg zal dit opstalrecht verlenen en Den Haag is aan Leidschendam-Voorburg geen retributie verschuldigd ten aanzien van dit opstalrecht. De opstalrechten dienen gevestigd te zijn voordat met de realisatie van het Project wordt gestart. 12.4 De kosten van de opstalrechten, verwerving en onteigening ten behoeve van de realisatie van het Project komen ten laste van Den Haag. 12.4 Rijswijk spant zich in om de waterscoutvereniging Dorus Rijkers naar een geaccepteerde vervangende locatie binnen haar gemeente te hebben verplaatst op het moment dat de gronden, waarop de waterscoutvereniging is gevestigd, voor de realisatie van het Project zijn benodigd. De kosten worden vooraf ter goedkeuring aan Den Haag voorgelegd en komen ten laste van het Project. Artikel 13: Nadeelcompensatie en Planschade 13.1 Gemeenten stemmen de procedures om te beslissen op aanvragen om nadeelcompensatie en planschade zoveel mogelijk op elkaar af. 13.2 Gemeenten zullen de spoedige vaststelling door hun raden bevorderen van een gemeenschappelijke verordening nadeelcompensatie en planschade Rotterdamsebaan die betrekking heeft op aanvragen planschade en nadeelcompensatie als gevolg van de rechtmatige uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden of taken om de Rotterdamsebaan te realiseren. Deze verordening wordt afgestemd op het wetsvoorstel Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten en de bijbehorende aanpassingsregelgeving. Deze verordening wordt opgesteld door Den Haag. 13.3 De Gemeenten wensen eenduidigheid in de afhandeling van de planschade- en nadeelcompensatieverzoeken ten behoeve van de rechtsgelijkheid van burgers. Daartoe wordt één schadebureau ingericht, die de verzoeken in behandeling neemt. De verzoeken, die worden gedaan als gevolg van de vaststelling van de bestemmingsplannen Rotterdamsebaan, zullen aan één en het zelfde adviesbureau 9

worden voorgelegd teneinde onafhankelijk deskundig advies op de aanvragen te verkrijgen. De kosten voor de inzet van dit bureau komen voor rekening van Den Haag. 13.4 Leidschendam-Voorburg en Rijswijk zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van elk planschadeverzoek aan Den Haag. 13.5 Den Haag vergoedt Leidschendam-Voorburg en Rijswijk de door deze Gemeenten betaalde kosten van de onherroepelijk toegekende nadeelcompensatie en planschadevergoeding.. Leidschendam-Voorburg en Rijswijk stellen Den Haag in overeenstemming met de wet, als bedoeld in het tweede lid van dit artikel, in de gelegenheid om haar standpunt uiteen te zetten. 13.6 Om eenduidigheid in de besluitvorming op bezwaar te bereiken zullen de Gemeenten een bezwaarschriftenadviescommissie aanwijzen om te adviseren over ingediende bezwaarschriften. De Gemeenten zullen de voor deze commissie geldende verordening voor de afhandeling van bezwaarschriften van toepassing verklaren. 13.7 Gemeenten zullen zelf geen verzoeken tot nadeelcompensatie en planschade indienen. 13.8 Gedurende de uitvoering van de werkzaamheden die behoren bij het Project zal een adequate verkeersstroming door de Gemeenten worden gewaarborgd. Eventuele verkeersmaatregelen die Leidschendam-Voorburg respectievelijk Rijswijk daartoe moeten nemen en die een direct gevolg van de aanleg van de Rotterdamsebaan zijn en die tot nadeelcompensatie zouden kunnen leiden, zullen pas nadat gezamenlijk is vastgesteld dat deze kosten onlosmakelijk verbonden zijn met de aanleg van het Project kunnen worden uitgevoerd. Deze kosten komen dan ten laste van het Den Haag. Artikel 14: Uitvoerings- en Beheerovereenkomst 14.1 Voor de realisatiefase van het Project streven Gemeenten ernaar tijdig een uitvoeringsen beheerovereenkomst te sluiten met als doel afspraken te maken over onder meer: o Samenwerking: de rollen, taken en verantwoordelijkheden van Gemeenten tijdens en na de Realisatie van het Project; o Maatregelen tijdens de realisatie. Gedurende de uitvoering van de werkzaamheden die bij het Project behoren zal een adequate verkeersstroming en de bereikbaarheid van bedrijven in het Projectgebied dienen te worden gewaarborgd. Tevens zal de overlast zo veel als mogelijk moeten worden beperkt; o Een obstakelplan: Hierin wordt vastgelegd op welk moment en op welke wijze de bewegwijzering wordt aangepast; o Beheer: afspraken over de tussen de toekomstige eigen(a)r(en) en de andere bij beheer betrokken partijen (tunnelbeheer en bevoegd gezag tunnel) waarbij de intentie is dat het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zal gaan fungeren als bevoegd gezag voor de gehele boortunnel; o Fiscaliteit: afspraken in het kader van de realisatie van het Project waarbij uit oogpunt van btw, overdrachts- en vennootschapsbelasting gestreefd wordt naar het ontstaan van een zo financieel gunstig mogelijke positie voor alle Partijen. o Planning: de planning van de realisatie van het Project; o Communicatie: interne en externe communicatie. 10

Artikel 15: Communicatie 15.1 Kennisgevingen die de inhoud van deze Overeenkomst raken dienen per post aan Gemeenten te worden toegezonden. 15.2 Wezenlijke kennisgevingen aan derden die de inhoud van deze Overeenkomst raken worden door Gemeenten met elkaar afgestemd. 15.3 Gemeenten zullen met elkaar in gesprek blijven over de uitvoering van de werkzaamheden. Ten behoeve van de interne afstemming wijzen Gemeenten contactpersonen aan die periodiek met elkaar overleg voeren. De contactpersonen dienen in eerste instantie zorg te dragen voor een zorgvuldige communicatie. 15.4 Externe communicatie zal na overleg tussen Gemeenten plaatsvinden. Artikel 16: Aanpassing Overeenkomst 16.1. De in deze Overeenkomst genoemde procedures kunnen ertoe leiden dat het Project anders moet worden dan Gemeenten bij ondertekening van deze voor ogen hebben. Indien dit het geval is, bezien Gemeenten of deze Overeenkomst aanpassing behoeft. 16.2 Gemeenten zullen in dat overleg streven naar een aanpassing die zoveel mogelijk recht doet aan de oorspronkelijke inhoud en strekking van deze Overeenkomst en zullen niet op onredelijke gronden hun medewerking aan een dergelijke aanpassing onthouden. Artikel 17: Inwerkingtreding, duur en beëindiging 17.1 Deze Overeenkomst treedt in werking indien en zodra deze door Gemeenten is ondertekend. 17.2 Den Haag is gerechtigd eenzijdig deze overeenkomst te ontbinden in de volgende gevallen: a. Het Rijk (ministerie van Infrastructuur en Milieu) en het Stadsgewest Haaglanden verlenen (SGH) geen dan wel een bijdrage, die voor Den Haag ontoereikend is om het tekort op het Project te kunnen dekken; b. Het Rijk (ministerie van Infrastructuur en Milieu) en/of SGH verbinden aan de financiële bijdragen zodanige niet te voorziene voorwaarden dat het Project daardoor niet geheel of gedeeltelijk binnen het Projectbudget kan worden uitgevoerd; c. Na het doorlopen van de aanbesteding blijkt dat er voor de realisatie van het Project onvoldoende Projectbudget is; d. De voor het realiseren van het Project noodzakelijke bestuursrechtelijke besluiten en toestemmingen worden niet verkregen; e. Er een wijziging in wet- of regelgeving plaats heeft die direct of indirect betrekking heeft op het Project of de inhoud van deze Overeenkomst, waardoor het Project of deze Overeenkomst niet geheel of gedeeltelijk binnen het Projectbudget kan worden uitgevoerd. 17.3 Indien sprake is van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat ongewijzigde instandhouding van deze Overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden verlangd of die wezenlijke gevolgen 11

hebben voor de uitvoering van deze Overeenkomst, zullen Gemeenten over wijziging van deze Overeenkomst in overleg treden. 17.4 Deze Overeenkomst eindigt indien en zodra het Project is gerealiseerd en overgedragen aan de toekomstige beheerder. 17.5 In het geval van ontbinding zal Den Haag overgaan tot de financiële afwikkeling van het Project waarbij de in redelijkheid gemaakte kosten in het kader van dit Project door Leidschendam-Voorburg en Rijswijk hierin zullen worden meegenomen. 17.6 Verplichtingen welke naar hun aard bestemd zijn om ook na beëindiging van deze Overeenkomst voort te duren blijven na beëindiging van deze Overeenkomst bestaan. 17.7 Een wijziging wordt schriftelijk vastgelegd. Artikel 18: Geheimhouding 18.1 Gemeenten zijn gehouden tot geheimhouding tegenover derden van alle aan hen bekend geworden gegevens en kennis in het kader van dit Project, indien en voor zover deze gegevens en/of kennis redelijkerwijs als vertrouwelijk dient/dienen te worden beschouwd, of door een der Gemeenten expliciet als geheim is aangemerkt een en ander met inachtneming van de Wob (Wet openbaarheid van bestuur), en zij zullen deze slechts gebruiken ter uitvoering van deze overeenkomst en de daaruit voortvloeiende verplichtingen. Gemeenten zijn gehouden deze verplichting op te leggen aan alle ondergeschikten en derden, die noodzakelijkerwijs daarvan kennis krijgen en staan ervoor in dat die ondergeschikten en derden die verplichtingen nakomen. Artikel 19: Considerans en bijlagen 29.1 De considerans en bijlagen maken integraal deel uit van deze Overeenkomst. Artikel 20: Toepasselijk recht en bevoegde rechter 20.1 Op deze Overeenkomst en op nadere overeenkomsten tussen Gemeenten die het gevolg zijn van deze Overeenkomst, is nederlands recht van toepassing. 20.2 Er is sprake van een geschil zodra één van de Gemeenten dit schriftelijk aan de andere Gemeenten meedeelt. Gemeenten dienen hierop in overleg met elkaar te treden teneinde te bezien of binnen één maand in der minne een oplossing voor dit geschil kan worden gevonden. Indien het overleg niet binnen deze periode tot overeenstemming leidt zullen Gemeenten een bemiddelaar inschakelen om alsnog tot overeenstemming te komen betreffende het geschil. Elke Gemeente draagt zelf de uit het geschil voortvloeiende eigen kosten. De kosten van de bemiddelaar worden door de Gemeenten gelijkelijk gedeeld. Indien het inschakelen van een bemiddelaar niet leidt tot een oplossing van het geschil treedt het derde lid van dit artikel in werking. 12

20.3 Geschillen die tussen de Gemeenten naar aanleiding van deze Overeenkomst mochten ontstaan, alsook geschillen naar aanleiding van nadere overeenkomsten tussen de Gemeenten die het gevolg zijn van deze Overeenkomst, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Den Haag. Aldus in drievoud opgesteld en getekend te Den Haag op (datum) Voor de gemeente Den Haag: Voor de gemeente Leidschendam-Voorburg: Voor de gemeente Rijswijk: 13