EEN NIEUW KADER VOOR HET BEGROTINGSBELEID



Vergelijkbare documenten
RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD. tot intrekking van Besluit 2010/288/EU betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Portugal

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË

(Door de Commissie ingediend op 18 oktober 1996) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Nr. L 209/6 NL Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen VERORDENING ( EG ) Nr. 1467/97 VAN DE RAAD. van 7 juli 1997

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(Door de Commissie overeenkomstig artikel 189 A, lid 2, van het EG-Verdrag ingediend op 19 maart 1997)

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0821),

Publicatieblad L 306. van de Europese Unie. Wetgeving. Wetgevingshandelingen. 54e jaargang 23 november Uitgave in de Nederlandse taal.

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE RAAD Brussel, 9 december 2011

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final}

VERDRAG INZAKE STABILITEIT, COÖRDINATIE EN BESTUUR IN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, HET

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

VERDRAG INZAKE STABILITEIT, COÖRDINATIE EN BESTUUR IN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, HET

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2010) 739 definitief.

Publicatieblad L 140. van de Europese Unie. Wetgeving. Wetgevingshandelingen. 56e jaargang 27 mei Uitgave in de Nederlandse taal.

Vereisten Europese Unie m.b.t. begrotingstrajecten lidstaten en toepassing op België

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van betreffende het ontwerpbegrotingsplan van ITALIË. {SWD(2013) 606 final}

Masterproef Algemene beginselen in het Belgisch recht der openbare financiën

Het Europees kader inzake begrotingstoezicht

Publicatieblad van de Europese Unie L 337/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 in verband met de invoering van de euro in Litouwen

TRACTATENBLAD VAN HET

Publicatieblad van de Europese Unie L 140/11

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERDRAG INZAKE STABILITEIT, COÖRDINATIE EN BESTUUR IN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, HET

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 augustus 2016 (OR. en)

Commissie beoordeelt stabiliteitsprogramma s van Duitsland, Frankrijk, Italië, Slovenië en Nederland

MACRO-ECONOMISCHE VOORWAARDEN IN HET COHESIEBELEID

RESTREINT UE. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Europees economisch bestuur. Europese coördinatie van begrotings- en macroeconomisch beleid en de positie van Nederland

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 juli 2016 (OR. en)

De Europese regelgeving ten aanzien van

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2015 van Nederland

Publicatieblad van de Europese Unie L 306/25

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 augustus 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Verkiezingen Tweede Kamer 2012

13585/17 WST/sht/bb DGD 2

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PE-CONS 56/1/16 REV 1 NL

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2017 van het Verenigd Koninkrijk

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Straatsburg, COM(2015) 12 final

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD. over het nationale hervormingsprogramma 2016 van Cyprus

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, COM(2010) 367 definitief

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Advies nr. 7/2014. Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van

Transcriptie:

EEN NIEUW KADER VOOR HET BEGROTINGSBELEID De staatsschuldencrisis die de Economische en Monetaire Unie momenteel op haar grondvesten doet schudden, is het pijnlijke bewijs dat het roer van het begrotingsbeleid dringend moet worden omgegooid. Op 13 december 2011 ging om die reden een aantal verregaande hervormingen, deel uitmakend van het zogeheten sixpack, van kracht: het stabiliteits- en groeipact werd gewijzigd en er werden stringente regels en instrumenten voor het toezicht op het begrotingsbeleid van de lidstaten ingevoerd. Een andere ingrijpende hervorming, het intergouvernementele Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie (VSCB), waarvan de begrotingscomponent het begrotingspact vormt, is op 1 januari 2013 in werking getreden. Het begrotingspact vormt een aanvulling op het sixpack en versterkt het. Daarnaast is op 30 mei 2013 een belangrijke verordening, die deel uitmaakt van het zogeheten twopack, in werking getreden. Het doel ervan is het economisch en begrotingstoezicht verder te versterken door gemeenschappelijke regels vast te stellen voor het monitoren en beoordelen van nationale ontwerpbegrotingsplannen in het kader van het Europees semester. RECHTSGRONDSLAG De artikelen 3, 119-144, 136, 219 en 282-284 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU); Protocol (nr. 12) bij het VWEU betreffende de procedure bij buitensporige tekorten; Protocol (nr. 13) bij het VWEU betreffende de convergentiecriteria. DOELSTELLINGEN Met het zich nu steeds verder uitkristalliserende nieuwe financiële beleidskader van de Europese Unie wordt beoogd de coördinatie van het begrotingsbeleid van de lidstaten te vergroten en het toezicht erop aan te scherpen. De nieuwe structuur is een rechtstreeks antwoord op de staatsschuldencrisis die duidelijk maakte dat er strengere regels nodig zijn die rekening houden met de overloopeffecten van onhoudbare overheidsfinanciën binnen de eurozone. Het nieuwe kader borduurt dan ook voort op de lessen die getrokken zijn uit de ontwerpfouten in de oorspronkelijke regels voor de Europese Monetaire Unie. Doel is het leidende beginsel van gezonde overheidsfinanciën, zoals vastgelegd in artikel 119, lid 3, van het VWEU, te versterken. RESULTATEN A. Stabiliteits- en groeipact De belangrijkste rechtsgrondslag voor het stabiliteits- en groeipact (SGP) wordt geleverd door het primaire recht van de Unie, en wel door artikel 121 VWEU (multilateraal toezicht), artikel 126 VWEU (procedure bij buitensporige tekorten) en Protocol nr. 12 bij het VWEU (betreffende de procedure bij buitensporige tekorten). Het afgeleide Unierecht bepaalt meer in Eurofeiten - 2015 1

detail hoe de in het Verdrag neergelegde regels en procedures ten uitvoer moeten worden gelegd. Het pakket economische governance (het sixpack ) tot hervorming en wijziging van de regels van het stabiliteits- en groeipact is op 13 december 2011 in werking getreden. Het gewijzigde SGP voorziet in de belangrijkste instrumenten voor het toezicht op het begrotingsbeleid van de lidstaten (preventieve deel) en de correctie van buitensporige tekorten (corrigerende deel). Aldus bestaat het SGP momenteel uit de volgende maatregelen: Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economische beleid, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1055/2005 van de Raad van 27 juni 2005 en Verordening (EU) nr. 1175/2011 van 16 november 2011. Deze verordening vormt het preventieve deel van het pact. Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1056/2005 van de Raad van 27 juni 2005 en Verordening (EG) nr. 1177/2011 van de Raad van 8 november 2011. Deze verordening vormt het corrigerende deel van het pact. Verordening (EU) nr. 1173/2011 van 16 november 2011 inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied. Daarnaast bevat de gedragscode een advies van het Economisch en Financieel Comité (comité van de Raad Economische en Financiële Zaken) specificaties inzake de uitvoering van het SGP en richtsnoeren inzake de vorm en de inhoud van de stabiliteitsen convergentieprogramma's. Hoewel de gedragscode formeel gezien minder bindend is dan een verordening, is hij in de praktijk zeer belangrijk omdat erin wordt gespecificeerd hoe het SGP moet worden uitgevoerd. Voorts maakte de Commissie in januari 2015 haar standpunt bekend over flexibiliteit binnen de bestaande regels van het SGP (via clausules inzake investeringen en structurele hervormingen en een matrix waarin economisch goede en slechte tijden nader worden omschreven in het preventieve deel van het SGP). 1. Het preventieve deel van het SGP Het doel van het preventieve deel van het SGP is om met behulp van multilateraal toezicht overeenkomstig artikel 121 VWEU te zorgen voor gezonde overheidsfinanciën. De gewijzigde Verordening (EG) nr. 1466/97 en de nieuwe Verordening (EU) nr. 1173/2011 vormen de secundaire rechtsgrondslag. De voor elk land vast te stellen middellangetermijnbegrotingsdoelstelling (MTO) is een belangrijk concept voor het toezicht en de sturing. De MTO van een land mag tussen -1% van het bbp en het begrotingsevenwicht of begrotingsoverschot bedragen, dit alles gecorrigeerd voor cyclische effecten en eenmalige tijdelijke maatregelen. De MTO moet eens in de drie jaar worden herzien of wanneer grote structurele hervormingen worden doorgevoerd die van invloed zijn op de begrotingspositie van de lidstaat in kwestie. De stabiliteits- en convergentieprogramma's vormen de belangrijkste instrumenten van het preventieve deel van het SGP. DE STABILITEITS- EN CONVERGENTIEPROGRAMMA'S (SCP'S) Indiening: Elke lidstaat moet in het kader van het multilaterale toezicht krachtens artikel 121 VWEU elk jaar in april ofwel een stabiliteitsprogramma (lidstaten die lid zijn van de eurozone), ofwel een convergentieprogramma (lidstaten die geen lid zijn van de eurozone) indienen bij de Commissie en Raad. De stabiliteitsprogramma's moeten onder meer de MTO Eurofeiten - 2015 2

bevatten, de voor de realisering daarvan benodigde maatregelen, alsmede een scenarioanalyse waarbij gekeken wordt naar de mogelijke gevolgen van veranderingen in de voornaamste onderliggende economische aannamen voor de begrotingspositie. De berekeningen moeten worden gebaseerd op de meest waarschijnlijke macrobudgettaire (of conservatievere) scenario's. Deze programma's worden openbaar gemaakt. Beoordeling: De Raad onderzoekt de programma's op basis van een evaluatie door de Commissie en het Economisch en Financieel Comité (EFC). Daarbij wordt met name gekeken naar de vooruitgang die geboekt is op weg naar de verwezenlijking van de MTO. Nieuw in het gewijzigde SGP is de expliciete beoordeling van de ontwikkeling van de uitgaven in deze evaluatie. Advies: De Raad brengt op basis van een aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van het EFC een advies over het programma uit. De Raad kan de lidstaten daarin vragen het programma aan te passen. Het advies vormt een integrerend onderdeel van de landenspecifieke aanbevelingen die aan het eind van elk Europees semester door de Raad worden vastgesteld. Toezicht: De Commissie en de Raad houden toezicht op de tenuitvoerlegging van de SCP's. Vroegtijdige waarschuwing: Indien grote afwijkingen van het aanpassingstraject op weg naar de MTO worden vastgesteld, geeft de Commissie overeenkomstig artikel 121, lid 4, VWEU (artikelen 6 en 10 van de gewijzigde Verordening (EG) nr. 1466/97) de lidstaat in kwestie een waarschuwing. Deze waarschuwing wordt afgegeven in de vorm van een aanbeveling van de Raad waarin de desbetreffende lidstaat gevraagd wordt de nodige beleidsaanpassingen door te voeren. Sancties: Voor lidstaten van de eurozone voorziet het gewijzigde SGP tevens in de mogelijkheid om de desbetreffende lidstaat indien deze niet de vereiste corrigerende maatregelen treft, sancties op te leggen in de vorm van een rentedragende waarborgsom ter hoogte van 0,2% van het bbp van de lidstaat in het voorgaande jaar. Ook worden boetes afgegeven indien een lidstaat de cijfers over de overheidsschuld of het begrotingstekort manipuleert. Europees semester: de indiening en beoordeling van de SCP's maakt onderdeel uit van het Europees semester dat als nieuw element is opgenomen in het preventieve deel van het SGP. Het Europees semester is een breder proces van coördinatie van het economisch beleid in de Europese Unie. 1. Het corrigerende deel van het SGP BUITENSPORIGTEKORTPROCEDURE Het doel van de buitensporigtekortprocedure is te voorkomen dat buitensporige tekorten ontstaan, alsook om ervoor te zorgen dat onverhoopte buitensporige tekorten onmiddellijk worden gecorrigeerd. De buitensporigtekortprocedure valt onder artikel 126 VWEU, Protocol nr. 12 bij het verdrag, de gewijzigde Verordening (EG) nr. 1467/97 en de nieuwe Verordening (EU) nr. 1173/2011. Het gewijzigde SGP bepaalt dat de buitensporigtekortprocedure wordt opgestart als de grenswaarden van het tekortcriterium ofwel het schuldcriterium overschreden zijn: Tekortcriterium: een algemeen begrotingstekort van een lidstaat wordt als buitensporig aangemerkt als deze hoger is dan de referentiewaarde van 3% van het bbp tegen marktprijzen; of Eurofeiten - 2015 3

Schuldcriterium: de schulden bedragen meer dan 60% van het bbp en gedurende de voorgaande drie jaar is de doelstelling van een jaarlijkse verlaging van de schuld met 1/20 van de omvang daarvan niet gehaald. De verordening bevat tevens bepalingen die verduidelijken wanneer een tekort dat de bovenstaande referentiewaarde overschrijdt, als uitzonderlijk aangemerkt wordt (het resultaat van een ongewone gebeurtenis of een ernstige economische recessie, enz.), of als tijdelijk (wanneer de prognoses suggereren dat het tekort weer onder de referentiewaarde komt zodra de ongewone gebeurtenis of de recessie weer voorbij zijn). Artikel 126, lid 3 t/m lid 6, VWEU voorziet in een procedure voor de beoordeling van een buitensporig tekort en de besluitvorming daarover. De Commissie stelt een verslag op indien een lidstaat niet voldoet aan ten minste een van de twee genoemde criteria of daar niet aan dreigt te voldoen. Het EFC stelt naar aanleiding van dit verslag een advies op. Indien de Commissie van mening is dat sprake is van een buitensporig tekort (of dat er waarschijnlijk een tekort zal optreden), stuurt zij een advies hierover aan de desbetreffende lidstaat en brengt zij de Raad van de kwestie op de hoogte. Het is uiteindelijk de Raad die op basis van een voorstel van de Commissie vaststelt of er al dan niet sprake is van een buitensporig tekort (artikel 126, lid 6, VWEU) en die vervolgens, op basis van een aanbeveling van de Commissie, een aan de lidstaat in kwestie gerichte aanbeveling opstelt (artikel 126, lid 7, VWEU). In die aanbeveling verzoekt de Raad de lidstaat om doeltreffende maatregelen te nemen, teneinde het tekort binnen een termijn van maximaal zes maanden terug te brengen. Indien de Raad daarna vaststelt dat de lidstaat dergelijke maatregelen niet heeft getroffen, kan zijn aanbeveling openbaar worden gemaakt (artikel 126, lid 8, VWEU). Als de lidstaat ook daarna blijft verzuimen, kan de Raad besluiten de lidstaat in kwestie aan te manen om binnen een voorgeschreven termijn maatregelen te treffen (artikel 126, lid 9, VWEU). Sancties: De buitensporigtekortprocedure omvat verder sancties indien de lidstaat zich niet voegt naar besluiten (artikel 126, lid 11, VWEU). Voor lidstaten die lid zijn van de eurozone bestaat deze sanctie gewoonlijk uit een boete opgebouwd uit een vaste component (0,2% van het bbp) en een variabele component (bij elkaar maximaal 0,5% van het bbp). Verordening (EU) nr. 1173/2011 inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied stelt bijkomende sancties vast voor leden van de eurozone. Die sancties worden opgelegd in uiteenlopende fases van de buitensporigtekortprocedure en betreffen nietrentedragende deposito's van 0,2% van het bbp van het voorgaande jaar, alsook een boete ter hoogte van 0,2% van dat bbp. De verordening voorziet ook in sancties voor manipulatie van de statistieken. A. Begrotingspact Tijdens de Europese Raad van maart 2012 is het intergouvernementele Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie, waarvan de begrotingscomponent het begrotingspact vormt, ondertekend door alle lidstaten, behalve door het VK en Tsjechië (Kroatië heeft het Verdrag ook niet ondertekend, noch vóór, noch ná de toetreding tot de EU op 1 juli 2013). Tsjechië heeft het Verdrag echter in 2014 goedgekeurd en geratificeerd. Het begrotingspact bepaalt dat het beginsel van begrotingsevenwicht de gouden regel, te weten een maximaal toegestaan structureel tekort van 0,5% van het bbp (1% van het bbp als de staatsschuld minder dan 60% van het bbp bedraagt) moet worden opgenomen in het nationaal recht van de lidstaten, bij voorkeur in de grondwet ( schuldenrem ). Als lidstaten deze regel niet naar behoren invoeren, dagen andere lidstaten hen daarvoor voor het Hof van Justitie van de Europese Unie. Verder voorziet het pact onder meer in automatische inwerkingtreding van het correctiemechanisme en in aangescherpte regels voor landen die onderworpen zijn aan een Eurofeiten - 2015 4

buitensporigtekortprocedure. Bovendien is steun uit het Europees stabiliteitsmechanisme alleen beschikbaar voor lidstaten die het begrotingspact hebben ondertekend. B. Verdere ingrijpende hervormingen ter versterking van de economische governance in de eurozone De algemene hervorming van de economische governance in de Unie en van het kader voor het begrotingsbeleid omvat, naast de herziene SGP-regels en het intergouvernementele VSCB, twee verordeningen die als doel hebben de economische governance in de eurozone te versterken (het twopack ): Verordening (EU) nr. 473/2013 van 21 mei 2013 betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten in de eurozone; en Verordening (EU) nr. 472/2013 van 21 mei 2013 betreffende de versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit in de eurozone. De belangrijkste elementen van de eerste verordening zijn een gemeenschappelijk budgettair tijdpad voor alle lidstaten van de eurozone en regels voor het toezicht op en de beoordeling van de begrotingsplannen van de lidstaten door de Commissie. Ingeval van ernstige schending van de SGP-regels kan de Commissie lidstaten verzoeken hun plannen bij te stellen. Daarnaast wordt in de verordening bepaald dat de lidstaten van de eurozone waarop de buitensporigtekortprocedure wordt toegepast een economisch partnerschapsprogramma moeten voorleggen met de beleidsmaatregelen en de structurele hervormingen die nodig zijn om tot een daadwerkelijke en duurzame correctie van het buitensporig tekort te komen. De Raad, handelend op basis van een voorstel van de Commissie, stelt adviezen vast over de economische partnerschapsprogramma's. De tweede verordening betreft de lidstaten die te maken hebben met of waar het risico bestaat dat ze te maken krijgen met problemen in verband met hun financiële stabiliteit. De verordening bevat regels voor versterkt toezicht, financiële bijstand en toezicht in de periode na afloop van het programma (zo lang als 75% van de ontvangen financiële bijstand nog niet is terugbetaald). ROL VAN HET EUROPEES PARLEMENT Het Parlement is medewetgever in het vaststellen van gedetailleerde uitvoeringsbepalingen voor multilateraal toezicht (artikel 121, lid 6, VWEU) en wordt geraadpleegd over afgeleid recht ter uitvoering van de buitensporigtekortprocedure (artikel 126, lid 14, VWEU). In het gewijzigde SGP is een nieuw instrument opgenomen, namelijk de economische dialoog. Dit instrument geeft het Europees Parlement een prominente rol in het nieuwe kader voor het begrotingsbeleid. Het bepaalt dat de bevoegde commissie van het Parlement de voorzitter van de Raad, de Commissie, de voorzitter van de Europese Raad, de voorzitter van de Eurogroep en zo nodig een lidstaat kan uitnodigen voor besprekingen. Verder wordt het Europees Parlement op gezette tijden geïnformeerd over de tenuitvoerlegging van de regelgeving ter zake. Bovendien moeten de bevoegdheden van de Commissie om extra rapportage-eisen te stellen in het kader van de nieuwe verordening betreffende het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten in de eurozone, nu elke drie jaar worden verlengd, waarbij het Parlement en de Raad deze bevoegdheden kunnen intrekken. Jost Angerer 09/2015 Eurofeiten - 2015 5