NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU. PLANMER INTEGRALE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED gemeente Gemert-Bakel

Vergelijkbare documenten
Notitie Reikwijdte en Detailniveau

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard

Pouderoyen Compagnons. MER Bestemmingsplan Buitengebied Gemert-Bakel Deel B

VOORLOPIG. Bestemmingsplan buitengebied Skarsterlân, gemeente De Friese Meren. Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bestemmingsplan buitengebied Boxtel

Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen

Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Lingewaard

Herziening Bestemmingsplan buitengebied Bergeijk 2016

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Bestemmingsplan Leeuwarden Buitengebied, planmer

Bestemmingsplan buitengebied Gorinchem

Bestemmingsplan buitengebied Baarle-Nassau

Bestemmingsplan buitengebied Sint Anthonis

Bestemmingsplan buitengebied Baarle-Nassau

Bestemmingsplan buitengebied & MER gemeente Heusden

Bestemmingsplan buitengebied Skarsterlân, gemeente De Friese Meren

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

Bestemmingsplan buitengebied Asten

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB)

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen

Bestemmingsplan Buitengebied, planmer

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Someren 2014

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

MER BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED ZUID

Bestemmingsplan buitengebied Drimmelen VOORLOPIG. Voorlopig Toetsingsadvies over het MER. 18 december 2013 / rapportnummer

Omgevingsvergunning OV

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Projectnummer: B Opgesteld door: ing. P. Hartskeerl. Ons kenmerk: :B. Kopieën aan: Lisette Sipman

Eiland van Schalkwijk en 't Goy eo

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen

LOG Graspeel. Toetsingsadvies over het geactualiseerde milieueffectrapport. 4 maart 2013 / rapportnummer

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe

Reactienota zienswijzen Startdocument planm.e.r. bestemmingsplan buitengebied 2014 Someren

AANVULLING PLANMER BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED BOXTEL GEMEENTE BOXTEL. 5 december :0.3 - Definitief

Bestemmingsplan buitengebied 2010, gemeente Cuijk

Buitengebied Salland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 1 juli 2010 / rapportnummer

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen

Bestemmingsplan Buitengebied, planmer C O N C E P T

Bestemmingsplan buitengebied Woudrichem

1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER)

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Opdrachtgever: Gemeente Hilvarenbeek projectnummer:

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN

Bestemmingsplan "Heemskerk Buitengebied 2015", planmer C O N C E P T

Bestemmingsplan buitengebied Breda Oost (Bavel)

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl

notitie reikwijdte en detailniveau planmer, bestemmingsplan buitengebied C O N C E P T

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU Klaver 4 Greenport Venlo 12 JANUARI 2016

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten

Oprichting pluimveebedrijf Maatschap Huisman, gemeente Dalfsen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Aanvulling planmer Bestemmingsplan. Buitengebied Zuidoost

Varkenshouderij J.F.M. van Gisbergen, De Gagel 16, Hooge Mierde

Vermeerderingsbedrijf Exterkate, Slaghekkeweg 18 te Bentelo

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Veehouderij Epe

BIJLAGEN OBM Melkvee- en loonbedrijf De Molswaerd Heulenslag 36 A 2971 VG BLESKENSGRAAF. Projectleider Bouw Rundvee C. de Ruijter

Bestemmingsplan buitengebied Zuidoost Enschede

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D

Varkenshouderij Emmaweg 13a te Uithuizen

Bestemmingsplan Buitengebied Ooststellingwerf

Uitbreiding pluimveehouderij Mts. Van der Cruijsen te Sambeek

Uitbreiding pluimveehouderij Harmes BV te Klazienaveen, gemeente Emmen

Uitbreiden van veehouderij Van Deuveren, Beitelweg 5-7 te Putten

Aanvullende gegevens WABO Voor de activiteit milieu

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MER BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED LITH

Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd

MER B

Bestemmingsplan natuurgebied Veluwe, gemeente Ede

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum

Bestemmingsplan buitengebied Heerhugowaard

De Marke III te Hengevelde

MER BESTEMMINGSPLAN NATUURGEBIED VELUWE

Ruimtelijke onderbouwing

G. Akkerman-Wielinga Ruimtelijke Ontwikkeling en Economische Zaken

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN THOLEN

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Bestemmingsplan buitengebied Halle Heide

PlanMER. Bestemmingsplan Buitengebied. Gemeente Veghel

Bestemmingsplan buitengebied Epe

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 17 april MER bestemmingsplan Buitengebied

Varkensbedrijf Broekkantsestraat 7-9, Beek en Donk

Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen

Bestemmingsplan Buitengebied Waalwijk Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport

Bijlagen Obm. Rasing - Kuijpers V.O.F. Kanaalstraat RP LIESSEL. Locatie: Kanaalstraat RP LIESSEL

Landbouwontwikkelingsgebied De Ass, gemeente Cuijk

Plan-m.e.r. herziening bestemmingsplan 'Buitengebied' gemeente Hof van Twente

Bestemmingsplan buitengebied Zevenaar

Bestemmingsplan buitengebied Hilvarenbeek

Kiplekker Topklimaat

Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Mestvergisting Botniaweg 6, Marrum

MER BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED GEMEENTE ETTEN-LEUR

ARCADIS Infra5tn/cfour i:vater /,.,1ifieu GC[)t1tll./V(;t!

Bestemmingsplan Buitengebied Rijnwoude

Ontwerp besluit UV

Varkenshouderij Pluk te Boekel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling

Transcriptie:

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU PLANMER INTEGRALE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN gemeente Gemert-Bakel 20 JUNI 2016

Contactpersonen HENK ULLENBROECK KOEN ALBERS JORDY HOUKES Arcadis Nederland B.V. Postbus 1018 5200 BA 's- Hertogenbosch Nederland 2

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 4 1.1 Integrale herziening bestemmingsplan buitengebied 4 1.2 Aanleiding voor het MER 6 1.3 Leeswijzer 7 2 BESTEMMINGSPLAN- EN M.E.R.-PROCEDURE 8 2.1 Bestemmingsplan buitengebied 8 2.2 M.e.r.-procedure 9 2.3 Planning 9 2.4 Rolverdeling 9 2.5 Consultatie 10 3 BELEIDSKADER EN ALTERNATIEVEN 11 3.1 Beleid en wettelijke kaders 11 3.2 De referentiesituatie 11 3.3 Voorstel alternatieven 12 4 BEOORDELINGSKADER 14 4.1 Studiegebied en referentiejaar 14 4.2 Te beoordelen effecten 14 4.3 Wijze van beoordeling 15 4.4 Doorwerking MER in het bestemmingsplan 15 3

1 INLEIDING 1.1 Integrale herziening bestemmingsplan buitengebied Het college van burgermeester en wethouders van Gemert-Bakel heeft in 2015 besloten om te starten met een integrale herziening van het Bestemmingsplan buitengebied Gemert-Bakel. Op 28 januari 2016 heeft de gemeenteraad van Gemert-Bakel de beleidsnotities, waarin de belangrijkste beleidskeuzen voor het nieuwe bestemmingsplan zijn opgenomen, vastgesteld. Aan de hand van deze beleidskeuzenotities wordt een nieuw bestemmingsplan voorbereid. Een belangrijke aanleiding voor de herziening is de inwerkingtreding van de provinciale Verordening Ruimte 2014 en de daaruit voortvloeiende verplichting voor de gemeente om de Verordening te vertalen in het bestemmingsplan buitengebied. Daarnaast zullen de Rijks- en gemeentelijke beleidswijzigingen worden meegenomen. Er is geen doelstelling om een volledig nieuwe koers te bepalen voor het buitengebied. Het bestemmingsplan buitengebied 2010 is daarom ook een belangrijke basis voor het nieuwe bestemmingsplan buitengebied. De begrenzing van het plangebied is weergegeven in onderstaande afbeelding. Figuur 1 Plangebied Integrale herziening bestemmingsplan buitengebied Gemert-Bakel Het nieuwe bestemmingsplan dient minimaal te voldoen aan de eisen zoals die gesteld worden in de Verordening Ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant. De Verordening Ruimte stelt bij de bouw van nieuwe stallen van veehouderijen een aantal voorwaarden. Het gaat daarbij o.a. om het invulling geven aan de eis tot een verduurzaming van de veehouderij en het stellen van een maximum aan de cumulatieve geurbelasting en de cumulatieve fijn stof belasting. Voor wat betreft de maximale afmetingen van agrarische 4

bouwblokken en de mogelijkheden tot nieuwvestiging en omschakeling biedt de Verordening Ruimte 2014 onder voorwaarden wat meer mogelijkheden dan het Bestemmingsplan Buitengebied 2010. Een overzicht van de veehouderij in de gemeente Gemert-Bakel is weergegeven in onderstaande afbeelding. De gegevens zijn van peiljaar 2013, voor het op te stellen MER zal gebruik gemaakt worden van geactualiseerde gegevens. Figuur 2: Veehouderij naar type bedrijf in de gemeente Gemert-Bakel (2013) 5

1.2 Aanleiding voor het MER De wettelijke verplichting tot het doorlopen van een m.e.r.-procedure is de belangrijkste reden voor de gemeente om een planmer op te laten stellen. Een milieueffectrapport moet worden opgesteld voor wettelijke of bestuursrechtelijke verplichte plannen die: Het kader vormen voor toekomstige m.e.r.-(beoordelings)plichtige besluiten; En/of waarvoor een Passende Beoordeling nodig is op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en de Natuurbeschermingswet. Terminologie milieueffectrapportage Bij milieueffectrapportage worden de volgende termen en afkortingen gebruikt: m.e.r. = milieueffectrapportage = de procedure MER = milieueffectrapport = het product Het voorgenomen planologisch beleid van de gemeente voor de intensieve veehouderij en grondgebonden melkveehouderij kan worden aangemerkt als een kader voor latere m.e.r.-(beoordelings)plichtige besluiten, te weten besluiten over de omgevingsvergunning van veehouderijen met een omvang boven de m.e.r.- drempel. Om die reden dient voor het bestemmingsplan een m.e.r. te worden doorlopen (zie tekstkader hieronder). Op grond van het Besluit m.e.r. zijn veehouderijbedrijven m.e.r.-(beoordelings)plichtig als ze groter zijn dan volgende indicatieve drempels: 40.000 stuks pluimvee; 2.000 stuks mestvarkens; 750 stuks zeugen; 2.700 stuks gespeende biggen; 5.000 stuks pelsdieren; 1.000 stuks voedsters of 6.000 vlees- en opfokkonijnen; 200 stuks melk-, kalf- of zoogkoeien ouder dan 2 jaar; 340 stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar; 340 stuks melk-, kalfen zoogkoeien ouder dan 2 jaar en vrouwelijk jongvee tot 2 jaar; 1.200 stuks vleesrunderen; 2.000 stuks schapen of geiten; 100 stuks paarden of pony s; 1.000 stuks struisvogels (categorie D14). Ook het (verplicht) uitvoeren van een Passende Beoordeling vormt een (mogelijke) reden dat er een MER voor het bestemmingsplan dient te worden opgesteld. Dit is niet aan de orde als significante negatieve effecten op Europees beschermde natuurgebieden met zekerheid kunnen worden uitgesloten. Voor de ontwikkelingen in het bestemmingsplan van de gemeente Gemert-Bakel betekent dit dat uit een Voortoets moet blijken of significante gevolgen uit te sluiten zijn op de Natura 2000-gebieden. De Natuurbeschermingswet 1998 en de m.e.r.-plicht zijn aan elkaar gekoppeld. Wanneer een plan wettelijk of bestuursrechtelijk verplicht is (zoals een bestemmingsplan) én hiervoor een Passende Beoordeling moet worden gemaakt, dan geldt automatisch een m.e.r.-plicht. In dit geval kan de MER en Passende Beoordeling worden geïntegreerd in één rapportage. Het Natura 2000-gebied Deurnsche Peel & Mariapeel is op korte afstand van de gemeente Gemert-Bakel gelegen (zie Figuur 3). Daarnaast zijn er diverse andere Natura 2000 gebieden gelegen in de omgeving van de gemeente, zoals Strabrechtse Heide & Beuven en Boschhuizerbergen. Effecten op deze voor vermesting en verzuring gevoelige en daarmee kwetsbare gebieden zijn niet op voorhand uit te sluiten. Vooral door een mogelijke toename in stikstofbelasting door een toename van de emissie van stikstof (ammoniak) uit stallen van veehouderijen in het buitengebied van Gemert-Bakel. Per 1 juli 2015 is de Programmatisch Aanpak Stikstof (PAS) in werking getreden. Door deze wijziging in de regelgeving is het mogelijk voor een bestemmingsplan buitengebied (deels) gebruik te maken van de Passende Beoordeling van de PAS en de in de PAS gehanteerde drempelwaarden. 6

Figuur 3: Natura 2000 gebieden en overige Nb-wet gebieden in de omgeving van Gemert-Bakel 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 gaat deze notitie nader in op de uitgangspunten voor de integrale herziening van het bestemmingsplan m.e.r. procedure. Het beschrijft ook de keuzen die de gemeente hierin gemaakt heeft op grond van haar rol als Bevoegd Gezag. Hoofdstuk 3 gaat in op het beleidskader, de referenties en de alternatieven en hoofdstuk 4 geeft een voorzet voor het beoordelingskader dat in het MER zal worden gehanteerd. 7

2 BESTEMMINGSPLAN- EN M.E.R.-PROCEDURE 2.1 Bestemmingsplan buitengebied De herziening van het bestemmingsplan buitengebied is voornamelijk bedoeld om de Verordening Ruimte 2014 te verankeren in het bestemmingsplan. Er is geen doelstelling om een volledig nieuwe koers te bepalen voor het buitengebied, noch is er de intentie om nieuw beleid rondom het buitengebied te formuleren. Een en ander is bestuurlijk vastgelegd in het Coalitieakkoord uit 2014. Voor het nieuwe bestemmingsplan dienen beleidsmatig een aantal keuzes gemaakt te worden. Dit betreft aspecten die te maken hebben met de verankering van de Verordening Ruimte 2014 (VR 2014) in het bestemmingsplan en daarnaast enkele onderwerpen die ambtelijk heroverwogen moeten worden, bijvoorbeeld, omdat de huidige regeling niet aansluit op de praktijk. De zaken zijn vastgelegd in twee beleidskeuzenotities: Beleidskeuzen op grond van de Verordening Ruimte 2014 Beleidskeuzen op grond van het huidig ruimtelijk beleid Deze beleidskeuzenotities vormen de basis voor de integrale herziening van het bestemmingsplan buitengebied 2016. Deze zijn door de gemeenteraad op 28 januari 2016 vastgesteld. Voorstellen in de beleidskeuzenotities die van belang zijn voor de veehouderij en het m.e.r. zijn voornamelijk te vinden in de beleidskeuzen op grond van de VR 2014. De volgende voorstellen voor aanpassingen ten opzichte van het Bestemmingplan buitengebied 2010 zijn daarbij het meest van belang: De zone Beperking veehouderij wordt overgenomen uit de VR 2014. Intensieve veehouderijbedrijven krijgen een aparte aanduiding De aanduiding grondgebonden vervalt. Voor de ontwikkelingsmogelijkheden wordt de milieuvergunning ten tijde van het ontwerpbestemmingsplan leidend. (aanvullende) voorwaarden voor uitbreiding van een veehouderij worden overgenomen uit de VR 2014. Bouwmogelijkheden worden geboden via een afwijkingsbevoegdheid. Wijzigingsbevoegdheid voor het uitbreiden van een bouwblok tot 1,5 ha of vormverandering bouwblok wordt tevens gebonden aan regels uit de VR 2014. Omschakeling van een veehouderij naar een andere soort veehouderij mag binnen de iv-aanduiding. Omschakeling van een agrarisch bedrijf niet zijnde een veehouderij, wonen of overig bedrijf naar een veehouderij is niet mogelijk, evenals nieuwvestiging. Als een intensieve veehouderij omschakelt naar een ander type agrarisch bedrijf, vervalt de iv-aanduiding bij de eerstvolgende herziening. Uitbreiding van het bouwblok boven de 1,5 ha wordt niet mogelijk gemaakt. Mestbewerking ten behoeve van verwerking van mest afkomstig van dezelfde locatie is mogelijk en wordt tevens gebonden aan de regels uit de VR 2014. De normen ten aanzien van de achtergrondbelasting voor geur en fijn stof PM 10 worden overgenomen uit de VR 2014. Daarnaast blijven de gemeentelijke geurnormen en de beleidsregel ruimtelijke ontwikkelingen en geurhinder van de gemeente Gemert-Bakel van belang als toetsingskader. Naast het bovenstaande zullen een aantal lopende beleidsprojecten in het bestemmingsplan verwerkt worden. Het gaat hierbij om: Plattelandswoningen Boerderijsplitsingen Nertsenhouderij De sector nertsenhouderij is goed vertegenwoordigd in de gemeente Gemert-Bakel, er zijn 20 nertsenhouderijen aanwezig in Gemert-Bakel (gegevens 2016). Op 15 januari 2013 is de Wet verbod pelsdierhouderij in werking getreden. De wet is na een gerechtelijk uitspraak in eerste instantie buiten werking gesteld, maar op 10 november 2015 in hoger beroep alsnog rechtsgeldig verklaard. Er is een overgangstermijn vastgesteld op basis waarvan men tot uiterlijk 1 januari 2024 nog nertsen mag houden en/of uitbreiden, gebonden aan strikte voorwaarden. Cassatie tegen de uitspraak loopt, naar verwachting volgt eind 2016 een uitspraak hierover. 8

Voor het bestemmingsplan oordeelt de gemeente dat gedurende het voorbereiden en vaststellen van het bestemmingsplan de Wet verbod pelsdierhouderij in werking zal zijn en dat dit een uitgangspunt moet zijn bij het formuleren van beleid voor het bestemmingsplan. Als gevolg van de Wet verbod pelsdierhouderij gelden in de overgangstermijn de volgende beperkingen: Uitbreiding van een bestaande nertsenhouderij is niet mogelijk Alleen onbenutte huisvestingsplaatsen mogen voor nertsen nog gebruikt worden Overnemen van een nertsenhouderij is alleen mogelijk onder bijzondere omstandigheden Op basis hiervan acht de gemeente het niet nodig om (nog) aanvullende bestemmingsplanregels ten aanzien van de nertsenhouderij vast te stellen. Er zijn geen ruimtelijke argumenten om voor nertsenhouderij ander beleid te formuleren dan voor de overige intensieve veehouderij. Nertsenhouderij wordt in het bestemmingsplan dan ook bestemd als een normale intensieve veehouderij. 2.2 M.e.r.-procedure De m.e.r.-wetgeving kent een Basisprocedure en een Beperkte procedure. Voor deze m.e.r.- procedure geldt de Basisprocedure. De Integrale herziening bestemmingsplan buitengebied doorloopt de volgende stappen: 1. De procedure start met een bekendmaking van de start van de m.e.r.-procedure via een openbare kennisgeving. De bekendmaking van het voornemen tot het voorbereiden van het bestemmingsplan heeft al plaatsgevonden in het Gemerts Nieuwsblad op 11 september 2015. 2. De gemeente stuurt de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) naar andere overheden en maatschappelijke organisaties, maar ook anderen kunnen een zienswijze indienen over de inhoud van het op te stellen MER. 3. Bij het opstellen van het MER houdt de gemeente (Bevoegd Gezag) rekening met de ingebrachte zienswijzen over de NRD 4. De resultaten van het MER onderbouwen de planologische keuzen in het bestemmingsplan buitengebied. 5. Het MER wordt samen met het ontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegd. Een ieder wordt in de gelegenheid gesteld zienswijzen over het MER en het ontwerpbestemmingsplan naar voren te brengen. De Commissie voor de m.e.r. toetst tevens de kwaliteit van het MER. Ook beoordeelt de commissie of de informatie aanwezig is (en juist is) om het bestemmingsplan buitengebied te kunnen vaststellen. M.e.r.-plicht bij individuele activiteiten Een misverstand is dat, na het doorlopen van een m.e.r. voor een ruimtelijke procedure, geen MER meer nodig zou zijn voor individuele activiteiten. Dit is niet het geval: de m.e.r-plicht blijft onverkort van kracht, dus het kan nodig zijn om later (over onderdelen) opnieuw een MER op te stellen. 2.3 Planning De ambitie is om eind 2016 het ontwerp bestemmingsplan en MER ter inzage te leggen en deze in april/mei 2017 ter vaststelling aan te bieden aan de gemeenteraad. 2.4 Rolverdeling Voor deze m.e.r. procedure is de gemeente Gemert-Bakel zowel Initiatiefnemer als Bevoegd Gezag. Praktisch gezien betekent dit dat het College van Burgermeester en Wethouders bestemmingsplan buitengebied en het MER voorbereidt en dat de gemeenteraad het bestemmingsplan buitengebied vaststelt. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan buitengebied maakt de gemeenteraad gebruik van het MER en de reacties en adviezen die worden gegeven naar aanleiding van de ter inzage legging van het MER en het ontwerpbestemmingsplan. 9

2.5 Consultatie De consultatie kan ingaan op bijvoorbeeld de volgende onderwerpen: Alternatieven Beoordelingscriteria Suggesties voor de besluitvorming Eventuele reacties kunnen per post of e-mail worden aangeleverd aan: Het college van burgemeester en wethouders van Gemert-Bakel T.a.v. de afdeling VT Postbus 10.000 5402 DA Gemert Onder vermelding van: reactie n.a.v. NRD Bestemmingsplan buitengebied 10

3 BELEIDSKADER EN ALTERNATIEVEN 3.1 Beleid en wettelijke kaders In het bestemmingsplan buitengebied kiest de gemeente voor een planologische regeling om onder andere de ontwikkelingsmogelijkheden voor de veehouderij te reguleren. Het accent van het MER en deze notitie ligt bij de veehouderij (en daarbinnen de intensieve veehouderij). Dit neemt niet weg dat het MER ook betrekking zal hebben op andere ontwikkelingen. Er zijn verschillende beleidskaders waarmee de gemeente bij de bepaling van haar planologisch beleid rekening heeft te houden. De relevante beleidskaders worden beschreven in het MER. Het gaat dan vooral om: Verordening Ruimte 2014 provincie Noord-Brabant; Natuurbeschermingswet 1998; Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) Wet geurhinder en veehouderij en gemeentelijke normstelling; Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Gemert-Bakel 2013 Visie Plattelandsontwikkeling Gemert-Bakel 2012 Structuurvisie Gemert-Bakel 2011-2021 Natuurnetwerk Nederland (NNN) Flora- en Faunawet Wet ammoniak en veehouderij; Wet milieubeheer; Wet ruimtelijke ordening (Wro) 3.2 De referentiesituatie Voor het op te stellen MER is het van belang om te bepalen wat de huidige situatie is in het plangebied en welke autonome ontwikkelingen voorzien zijn. Deze informatie dient om referenties te bepalen voor de in het MER te beschrijven effecten bij de planologische effectuering van de ontwikkelingsmogelijkheden van de veehouderij. De huidige situatie kan beschreven worden aan de hand van de gegevens uit vergunningen en meldingen van veehouderijbedrijven. Dit geeft de vergunde situatie weer. De vergunde dieraantallen kunnen afwijken van de werkelijk gehouden dieraantallen. Voor de Passende Beoordeling in het kader van de Natuurbeschermingswet dient als referentie uitgegaan te worden van de werkelijk gehouden dieraantallen. Omdat dit veelal niet bekend is op locatieniveau (en variabel kan zijn) wordt hierbij gebruik gemaakt van gegevens van het CBS. Zij publiceren jaarlijks de gegevens van de gecombineerde opgave (voorheen de mei telling) van veehouderijen op gemeente niveau. Op basis van deze totalen en het totaal van de vergunde dieraantallen wordt een bezettingspercentage (werkelijk aanwezig t.o.v. vergund) bepaald voor verschillende diergroepen en aldus wordt een schatting gemaakt van de werkelijke dieraantallen per bedrijf. Dit is de huidige situatie vergund, gecorrigeerd voor veebezetting. Voor het MER is daarnaast de autonome ontwikkeling van belang, de ontwikkelingen die te voorzien zijn en waarover al besluitvorming heeft plaatsgevonden. De belangrijkste hiervan is dat alle bedrijven moeten voldoen aan AMvB-huisvesting. Dit stelt eisen aan de maximale emissies van ammoniak en fijnstof die bedrijven mogen uitstoten, nu, en op termijn. Dit wordt meegenomen in een derde referentie, welke relevant is voor het MER. De volgende referentiesituaties worden dus onderzocht: Huidige situatie vergund Huidige situatie vergund, met CBS-correctie voor veebezetting. Dit is de referentie voor de Passende Beoordeling Huidige situatie vergund, met CBS-correctie voor veebezetting en alle bedrijven voldoen aan AMvBhuisvesting. Dit is de referentie voor het MER. 11

3.3 Voorstel alternatieven Voor het MER is het van belang de mogelijke milieueffecten van benutting van de in het bestemmingsplan geboden planologische ruimte in beeld te brengen. Omdat niet bekend is hoe de ontwikkeling er uit gaat zien, (welke bedrijven gaan groeien/stoppen en in welke mate) wordt er gewerkt met ontwikkelscenario s. Er worden twee scenario s onderzocht, één scenario dat uitgaat van een reële ontwikkeling, welke aansluit bij trendmatige ontwikkeling van de afgelopen jaren, onder meer steeds verdergaande schaalvergroting. Dit is geïllustreerd in Figuur 4. Hierin staat het aantal dieren (rundvee, varkens en kippen) in de periode 2000-2015 weergegeven en het aantal bedrijven met rundvee, varkens of kippen. Bij een gelijkblijvende of licht groeiende veestapel neemt het aantal bedrijven in Gemert-Bakel gestaag af. Dit is in overeenstemming met de landelijke trend. Naast dit scenario wordt een worst case scenario gemodelleerd en op effecten doorgerekend. Dit scenario gaat uit van maximale benutting van de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. Reële ontwikkeling: groei van bestaande, grotere bedrijven, krimp/stoppen van bestaande, kleinere bedrijven binnen de grenzen van planologische mogelijkheden bestemmingsplan binnen de grenzen van de milieuruimte ten aanzien van geurhinder Worst case ontwikkeling: maximale groei van bestaande bedrijven omschakeling van veehouderijbedrijven naar een ander type (intensieve) veehouderij, indien dat toegestaan wordt binnen grenzen van planologische mogelijkheden bestemmingsplan Aldus kan een beeld verkregen worden van het verwachte effect van het bestemmingsplan en van het maximale effect van het bestemmingsplan. Met toepassing van het worst case scenario wordt invulling gegeven aan de wettelijke verplichting de maximale effecten/mogelijkheden van het bestemmingsplan in beeld te brengen. 12

Figuur 4: Ontwikkeling veehouderij Gemert-Bakel 2000-2015. Weergegeven is het aantal dieren en het aantal bedrijven, bron CBS 2016. 13

4 BEOORDELINGSKADER 4.1 Studiegebied en referentiejaar Bij de beschrijving van de mogelijke effecten voor de verschillende thema s zal sprake zijn van een groter beïnvloedingsgebied dan het plangebied van de Integrale herziening bestemmingsplan buitengebied 2016, omdat er ook sprake kan zijn van effecten buiten het plangebied. Veelal zal de gehele gemeente Gemert-Bakel het studiegebied zijn voor de effectbeschrijving. Echter, daar waar relevant (bijvoorbeeld voor de depositie van ammoniak op Natura 2000 gebieden) zal het studiegebied worden uitgebreid tot waar noodzakelijk geacht. Omdat bij een bestemmingsplan een maximale looptijd van 10 jaar wordt gehanteerd, geldt als planhorizon en dus als referentiejaar de situatie anno 2026. 4.2 Te beoordelen effecten De ontwikkelingen van de veehouderij die het bestemmingsplan buitengebied mogelijk maakt kunnen leiden tot effecten op het milieu. Dit hoeven niet altijd negatieve effecten te zijn, ook positieve effecten zijn mogelijk. In onderstaande tabel is weeggegeven welke thema s het MER zal beschrijven. Aspect Criterium Stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden Natuur Stikstofdepositie op Wav-gebieden en overige natuur Soortenbescherming Flora- en faunawet Geur Geur: Leefklimaat binnen de bebouwde kom Geur: Leefklimaat buiten de bebouwde kom Fijn stof Bedrijfsvoering: fijn stof (PM 10) Verkeer: fijn stof (PM 10) Landschap, cultuurhistorie en archeologie Beïnvloeding van specifieke landschappelijke patronen/objecten en elementen. Beïnvloeding van historisch landschappelijke patronen, elementen of objecten. Beïnvloeding van de archeologische waarden. Geluid Invloed op geluidhinder (bij gevoelige categorieën: bebouwde kom, geluidgevoelige gebouwen en terreinen, woningen en stiltegebieden en overige bos- en natuurgebieden) Verkeer Gevolgen voor de verkeersafwikkeling Gevolgen voor de verkeersveiligheid Water & Bodem Invloed op bodemstructuur en geomorfologie 14

Invloed op grond- en oppervlaktewatersysteem Invloed op bodem-, grond- en oppervlaktewaterkwaliteit Gezondheid Invloed op gezondheid 4.3 Wijze van beoordeling De effecten zullen waar relevant in het MER kwantitatief in beeld worden gebracht, dus door berekening en modellering. Een aantal effecten komt kwalitatief in beeld en zal worden beoordeeld op basis van algemeen beschikbare informatie, kentallen, literatuur en expert judgement. De effectbeoordeling zal navolgbaar en voor de referentie en de varianten op gelijke wijze plaatsvinden. Om een overzichtelijke presentatie te krijgen zal de beoordeling uitmonden in een effectscore per criterium, als volgt: Score Omschrijving ++ Zeer positief ten opzichte van de referentiesituatie + Positief ten opzichte van de referentiesituatie 0/+ Licht positief ten opzichte van de referentiesituatie 0 Neutraal 0/- Licht negatief ten opzichte van de referentiesituatie - Negatief ten opzichte van de referentiesituatie - - Zeer negatief ten opzichte van de referentiesituatie Waar relevant zal het MER ingaan op de mogelijkheden om (ongewenste) negatieve effecten te mitigeren (verzachten) of te compenseren. Tevens gaat het MER in op eventuele leemten in kennis en of deze van invloed zijn op de besluitvorming over het bestemmingsplan buitengebied. 4.4 Doorwerking MER in het bestemmingsplan Een MER heeft vooral meerwaarde als de resultaten ook daadwerkelijk bijdragen aan de besluitvorming over het bestemmingsplan. Bijvoorbeeld door eventuele (detail-)aanpassingen, het stellen van randvoorwaarden aan ontwikkelingen of het beter onderbouwen van gemaakte keuzen. 15

Arcadis Nederland B.V. Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Nederland +31 (0)88 4261 261 www.arcadis.com Projectnummer: B02012.000284 Onze referentie: 078950294 0.1 16