Indirecte eigenschappen met behulp van blokeigenschappen weergeven Rev 01
Copyright 2005 EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG. EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG is niet aansprakelijk voor technische of druktechnische fouten of onvolkomenheden in deze technische informatie en is ook niet verantwoordelijk voor schade die direct of indirect terug te voeren is op de levering, de kwaliteit en het gebruik van dit materiaal. Dit document bevat eigendomsrechtelijk beschermde informatie die valt onder het auteursrecht. Alle rechten zijn beschermd. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG mag dit document noch geheel noch gedeeltelijk worden gekopieerd of vermenigvuldigd. De software die in dit document wordt beschreven, valt onder een licentiecontract. Gebruik en vermenigvuldiging is alleen toegestaan in het kader van dit contract. EPLAN is een geregistreerd handelsmerk van EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG. MS-DOS /Windows NT /Windows 2000 /Windows XP /Microsoft Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Microsoft Excel en Microsoft Access zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. RITTAL is een geregistreerd handelsmerk van Rittal Werk Rudolf Loh GmbH & Co. KG. Clip Project is een geregistreerd handelsmerk van Phoenix Contact GmbH & Co. INTERBUS is een geregistreerd handelsmerk van Phoenix Contact GmbH & Co. ÖLFLEX, ÖLFLEX-SERVO en ÖLFLEX CLASSIC zijn geregistreerde handelsmerken van U.I. LAPP GmbH. AutoCAD en Volo View Express zijn geregistreerde handelsmerken van Autodesk, Inc. SIMATIC HW Konfig is een geregistreerd handelsmerk van Siemens AG. SCAN is een geregistreerd handelsmerk van McAfee Associates. PKZIP/PKUNZIP zijn geregistreerde handelsmerken van PKWARE, Inc. ObjectStore is een geregistreerd handelsmerk van exelon Corporation. D-ISAM is een geregistreerd handelsmerk van Informix Software, Inc. Hardlock E-Y-E is een geregistreerd handelsmerk van Aladdin Knowledge Systems, Ltd Int. InstallShield is een geregistreerd handelsmerk van InstallShield, Inc. PMS is een geregistreerd handelsmerk van PMS Compelec GmbH. MicroStation is een geregistreerd handelsmerk van Bentley Systems. Alle andere genoemde productnamen, handelsnamen en bedrijfsnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de desbetreffende eigenaren. Opmerking: Voor de gebruikte hardware gelden de voorwaarden die zijn vastgelegd door de fabrikant van het besturingssysteem. Hardwarecombinaties die volgens de fabrikant storingen kunnen veroorzaken, kunnen ook het EPLAN-systeem beïnvloeden. Voor een goedlopende besturing van EPLAN is een foutloze basisinstallatie van de hardware, het besturingssysteem en de drivers (bijvoorbeeld drivers voor de grafische kaarten) noodzakelijk. De algemene voorwaarden en gebruiksdoeleinden van de hardwarefabrikanten gelden ook voor de besturing van EPLAN. 2
Inhoud 1. Voorwoord... 4 2. Wat u vooraf moet weten... 4 2.1. Wat zijn blokeigenschappen?... 4 2.2. Wat zijn indirecte eigenschappen?... 4 2.3. Hoe zijn blokeigenschappen opgebouwd?... 4 1. Blokeigenschappen definiëren... 5 Blokeigenschappen weergeven... 15 3
1. Voorwoord In dit voorbeeld wordt uitgelegd hoe u indirecte eigenschappen met behulp van blokeigenschappen in het schema kunt weergeven. Daartoe wordt in het demoproject EPLAN-DEMO bij een hulpcontact de ODC weergegeven van de motor die met de motorbeveiligingsschakelaar is verbonden. 2. Wat u vooraf moet weten 2.1. Wat zijn blokeigenschappen? Blokeigenschappen combineren meerdere directe en / of indirecte eigenschappen. Deze kunnen vervolgens gemeenschappelijk worden geformatteerd en weergegeven. 2.2. Wat zijn indirecte eigenschappen? Indirecte eigenschappen zijn eigenschappen van een object dat met het uitgangsobject is verbonden. Deze kunnen met behulp van blokeigenschappen worden opgevraagd en weergegeven. 2.3. Hoe zijn blokeigenschappen opgebouwd? Elke blokeigenschap heeft een bijbehorende formaateigenschap. Deze beide eigenschappen "Blokeigenschap [n]" en "Formaat voor blokeigenschap [n]" vormen een eenheid. Daarbij bepaalt de formaateigenschap welke eigenschappen in de blokeigenschap zijn gecombineerd. De blokeigenschap geeft het resultaat in de grafische editor of in verwerkingen weer. De blokeigenschappen en de bijbehorende formaateigenschappen worden geïndexeerd. De gemeenschappelijke index vormt daarbij blok- en formaateigenschappen die bij elkaar horen. Voorbeeld: "Formaat voor blokeigenschap [1]" bepaalt het formaat. "Blokeigenschap [1]" geeft het resultaat weer. 4
3. Blokeigenschappen definiëren Voorwaarde: U hebt het demoproject EPLAN-DEMO geopend. 1. Open de pagina =EB3+ET4/2. 2. Selecteer de schakelaar -Q1 en kies de menuopdrachten Bewerken > Eigenschappen. 3. Kies in het dialoogvenster Eigenschappen <...> het tabblad Maakcontact. In het groepsveld Eigenschappen wordt in de tabel de eigenschap "Blokeigenschap: Formaat [1]" weergegeven. (Als deze eigenschap daar niet wordt weergegeven, selecteert u deze via (Nieuw) op de werkbalk van het veld Eigenschappen). 5
4. Klik in de kolom Waarde en druk op [Del] om het vooringestelde formaat te verwijderen. 5. Klik in de kolom Waarde op [...]. Het dialoogvenster Formaat wordt geopend. In het veld Beschikbare formaatelementen worden de eigenschappen van de geselecteerde functie - dus van het maakcontact -Q1 - ter selectie aangeboden. Daartoe behoren niet alleen de eigenschappen van het onderdeel, maar ook de eigenschappen van de pagina en van het project waarin het maakcontact zich bevindt, de artikelgegevens etc. 6. Selecteer de optie Hoofdfunctie en klik op (Volgend niveau). In het veld Beschikbare formaatelementen worden nu de eigenschappen van de bij het maakcontact -Q1 behorende hoofdfunctie weergegeven. Daarbij gaat het om de motorbeveiligingsschakelaar -Q1 op pagina =EB3+ET4/1. 6
7
De knop (Vorig niveau) is nu actief. Met deze knop kunt u weer terugkeren naar het uitgangsobject, in dit geval dus naar het maakcontact -Q1 (wordt nu niet gedrukt). 7. Selecteer in de lijst Beschikbare formaatelementen de optie Laatste functie via aansluiting en doelnummer (PLC) en klik op het plus-teken om de onderliggende eigenschapsgroepen te openen. 8. Selecteer de optie Aansluiting 2 en klik op het plus-teken. Nu is de tweede aansluiting van de hoofdfunctie (dus van de motorbeveiligingsschakelaar -Q1) geselecteerd. Welke aansluiting dit is, volgt uit het logische model van de functie. 8
9. Selecteer de optie Doel 1. Nu wordt vanuit de tweede aansluiting van de motorbeveiligingsschakelaar -Q1 het eerste doel gezocht. Omdat eerder de optie Laatste functie via aansluiting en doelnummer (PLC) is geselecteerd, stopt het zoeken niet bij het maakcontact -K1 of bij de klemmen of stekercontacten, maar wordt er net zo lang verder gezocht totdat er bij een functie geen ander doel meer wordt gevonden. 9
10. Klik op (Volgend niveau). In het veld Beschikbare formaatelementen worden nu de eigenschappen weergegeven van de functies die bij de laatste zoekactie zijn gevonden. In dit geval is dat de motor -M1 op pagina =EB3+ET4/1. 11. Selecteer in de lijst Beschikbare formaatelementen de optie Functie-eigenschappen en klik op het plus-teken. 12. Selecteer de optie OD-eigenschappen en klik op. 10
Het dialoogvenster Formaat: Blokeigenschap wordt geopend. Hierin kunt u de onderdeeleigenschappen van de motor -M1 selecteren. 13. Selecteer in het dialoogvenster Formaat: Blokeigenschap de eigenschap Onderdeelcode (volledig) en klik op [OK]. 11
De geselecteerde eigenschap wordt in het veld Beschikbare formaatelementen weergegeven. 12
14. Selecteer in de lijst Beschikbare formaatelementen de optie Scheidingsteken en klik op op. 15. Selecteer in het dialoogvenster Formaat: Scheidingsteken de optie Andere tekens en voer een haakje openen "(" in. 13
16. Klik op [OK]. 17. Herhaal de stappen 14-16 en voer een haakje sluiten ")" in. 18. Verplaats het scheidingsteken "haakje openen" met de pijlknop helemaal naar boven. 19. Klik op [OK]. De blokeigenschap is nu gedefinieerd. In het eigenschappendialoogvenster wordt voor de formaateigenschap "Formaat voor blokeigenschap [1]" het veld Waarde gevuld met een voorbeeld van het ingestelde formaat. 14
Blokeigenschappen weergeven 1. Kies in het dialoogvenster Eigenschappen <...> het tabblad Weergave. In de lijst onder het veld Eigenschapsgroepering is de "Blokeigenschap [1]" al geselecteerd. (Als deze eigenschap daar niet wordt weergegeven, selecteert u deze via (Nieuw) op de werkbalk.) 2. Klik op [OK]. De blokeigenschap wordt in het schema weergegeven. Bij de schakelaar -Q1 ziet u de volledige ODC van de motor die hiermee is verbonden. 15
16