Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Impromen decanoas 50 mg/ml, oplossing voor injectie Bromperidol decanoaat

Vergelijkbare documenten
Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Impromen decanoas 50 mg/ml, oplossing voor injectie Bromperidol decanoaat

Informatie voor de patiënt

SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Impromen 2 mg/ml, druppels Bromperidol

SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Impromen 2 mg/ml, druppels Bromperidol

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Impromen decanoas 50 mg/ml, oplossing voor injectie Broomperidoldecanoaat

Fentanyl-Janssen oplossing voor injectie 0,05 mg/ml (fentanyl)

Dit geneesmiddel wordt in de handel gebracht door:

Wanneer de patiënt in coma is, mag Frenactil ook niet worden gebruikt. Raadpleeg bij twijfel altijd uw arts.

Naam van het geneesmiddel HALDOL DECANOAS 50 mg/ml inspuitbare oplossing HALDOL DECANOAS 100 mg/ml inspuitbare oplossing

WAT IS HALDOL DECANOAS

Informatie voor de patiënt

Loratadine 10 PCH, tabletten Loratadine

Package Leaflet / 1 van 5

Rapifen oplossing voor injectie 0,5 mg/ml alfentanil

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2017_12 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER. LEVOMEPROMAZINE MALEAAT 12,5 mg tabletten

Dipiperon 40 mg, tabletten (pipamperon)

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Dipidolor oplossing voor injectie 10 mg/ml. piritramide

BIJSLUITER. PARACETAMOL/METOCLOPRAMIDE 1000/20 mg zetpil

Dipiperon druppels 40 mg/ml

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Dipiperon tabletten 40 mg tabletten pipamperon

Dipiperon 40 mg, tabletten pipamperon

Package leaflet

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Neurobion 100 mg 100 mg 1 mg / 3 ml oplossing voor injectie Vitaminen B 1 + B 6 + B 12

ETHYMAL 250 mg / 4 ml, siroop Ethosuximide

Dit geneesmiddel wordt in de handel gebracht door:

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Dipidolor 10 mg/ml, oplossing voor injectie. piritramide

Dipiperon 40 mg/ml, druppels pipamperon

Dipiperon 40 mg, tabletten pipamperon

Rapifen oplossing voor injectie 0,5 mg/ml alfentanil

RVG / Version 2017_06 Page 1 of 5. ETHYMAL 125 mg, capsules, zacht ETHYMAL 250 mg, capsules, zacht Ethosuximide

Package Leaflet

PYRIDOXINI HYDROCHLORIDUM oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 18 januari : Bijsluiter Bladzijde : 1

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2014_04 Page 1 of 5. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

Fentanyl-Janssen oplossing voor injectie 0,05 mg/ml (fentanyl)

BIJSLUITER. CLOZAPINE 6,25 mg tabletten

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER SPASMINE FORTE, 120 MG, CAPSULES, HARD ALVERINE CITRAAT

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Nootropil 1200, 1200 mg filmomhulde tabletten. Piracetam

BIJSLUITER. ARIPIPRAZOL 2,5 mg capsules

Imap 2 mg/ml, suspensie voor injectie fluspirileen

Package Leaflet

Noscapine HCl Teva 1 mg/ml, drank noscapinehydrochloride

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Dipidolor 10 mg/ml, oplossing voor injectie. piritramide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. RHINI-SAN 2 mg/20 mg tabletten. Difenylpyralinehydrochloride Fenylefrinehydrochloride

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Neoclarityn 5 mg filmomhulde tabletten desloratadine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Dipidolor 10 mg/ml oplossing voor injectie. piritramide

BIJSLUITER. CHLORALHYDRAAT 100 mg/ml drank

Package Leaflet / 1 van 5

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER SPASMINE, 60 MG, CAPSULES, HARD ALVERINE CITRAAT

FIBORAN, capsules 50 mg

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

WAT ZIJN TREMBLEX-TABLETTEN?

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

BIJSLUITER. ARIPIPRAZOL 1 mg, 2 mg, 2,5 mg en 3 mg tabletten

BIJSLUITER. pl-market-nl-rhini-san-mar16-apprmar16.docx 1/5

Noscapine HCl Teva 1 mg/ml, stroop noscapine

Apotex Europe BV Proc.nr CINNARIZINE REISTABLETTEN APOTEX 25 MG RVG tablets 25 mg cinnarizine Date 2014_10 Module 1

Rapifen oplossing voor injectie 0,5 mg/ml alfentanil

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Informatie voor de patiënt

BIJSLUITER. PIL Isordil 30 Titradose

SPC Semap / Therapeutische indicaties Onderhoudsbehandeling van chronische of recidiverende psychosen.

BIJSLUITER. CLONAZEPAM 0,25 mg tabletten

als u duidelijke tekens van de ziekte van Parkinson of andere bewegingsstoornissen vertoont.

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Imap 2 mg/ml suspensie voor injectie fluspirileen

Publieksbijsluiter Fentanyl-Janssen

Package leaflet

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Primperan 10, zetpillen 10 mg Primperan 20, zetpillen 20 mg metoclopramide

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Nozinan, injectievloeistof 25 mg/ml. levomepromazine

MAPROTILINE HCl PCH tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 29 februari : Bijsluiter Bladzijde : 1

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Dipidolor 10 mg/ml oplossing voor injectie. piritramide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER. Pagina 1 van 5

BIJSLUITER. PIL Isordil

DOLPRONE 500 MG TABLET

BIJSLUITER. GLYCOPYRRONIUM BROMIDE 0,2 mg/ml drank

Algemene aanwijzingen voor een veilig geneesmiddelen gebruik

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Ketensin omhulde tabletten 20 mg ketanserin

Pilocarpinehydrochloride Teva 20 mg/ml, oogdruppels pilocarpinehydrochloride

Cyclizine HCl Teva 50 mg, tabletten cyclizinehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Betaserc, tabletten 8 of 16 mg. Betahistine dihydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. BRONCHOSEDAL Dextromethorphan HBr 1,5 mg/ml siroop. Dextromethorfanhydrobromide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Nozinan, tabletten 25 mg. levomepromazine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. loratadine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER. OXAZEPAM 5 mg en 25 mg tablet

BIJSLUITER. PROMETHAZINE 1 mg/ml suikervrije stroop

Betahistine dihcl 8 mg Teva, tabletten Betahistine dihcl 16 mg Teva, tabletten betahistinedihydrochloride

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Dextromethorphan Teva 1,5 mg/ml drank dextromethorphan hydrobromide

Package leaflet / 1 van 5

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS

Transcriptie:

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Impromen decanoas 50 mg/ml, oplossing voor injectie Bromperidol decanoaat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. - Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. - Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Inhoud van deze bijsluiter 1. Waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe wordt dit middel gebruikt? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1. Waarvoor wordt dit middel gebruikt? Impromen decanoas wordt gebruikt bij personen van 18 jaar en ouder tegen bepaalde stoornissen in de hersenen. Bromperidol, de werkzame stof in Impromen decanoas, zorgt ervoor dat de werking van bepaalde stoffen in de hersenen, die deze stoornissen veroorzaken, wordt onderdrukt. U heeft Impromen decanoas toegediend gekregen omdat u al een lange tijd last heeft van psychosen. Dat zijn stoornissen in het functioneren van de hersenen die te maken hebben met denken, voelen en/of doen. U kunt dan last hebben van verwardheid, het waarnemen van dingen die er niet zijn (bijvoorbeeld het horen van de stem van iemand die er niet is), achterdochtigheid, vervreemding van de maatschappij, en heel erg in zichzelf gekeerd zijn, maar ook van de stemmingsstoornissen, de angst en de spanning die er het gevolg van zijn. 2. Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen of moet u er extra voorzichtig mee zijn? Wanneer mag u dit middel niet toegediend krijgen? In de volgende gevallen mag u Impromen decanoas niet toegediend krijgen. Wanneer u weet dat u overgevoelig bent voor een van de bestanddelen in de injectievloeistof. Welke dit zijn, vindt u onder Welke stoffen zitten er in dit middel?. Overgevoeligheid kunt u herkennen aan bijvoorbeeld huiduitslag of jeuk. Als u hiervan last krijgt, raadpleeg dan onmiddellijk uw arts. Als u overgevoelig bent voor andere middelen die eenzelfde effect hebben als Impromen decanoas, dan kan het zijn dat u ook overgevoelig bent voor Impromen decanoas. Wanneer u slaperig, suf en/of traag bent door het gebruik van alcohol of bepaalde medicijnen. Wanneer u last heeft van depressieve stemmingen. Wanneer de patiënt in coma is, mag Impromen decanoas ook niet worden toegediend. Raadpleeg bij twijfel altijd uw arts.

Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel? Verminderd functioneren van de lever, epilepsie, ziekte van Parkinson Vertel het uw arts als u lijdt aan een van deze aandoeningen. Nauwkeurig medisch toezicht zou noodzakelijk kunnen zijn wanneer u Impromen decanoas toegediend krijgt. Bovendien moet de dosering misschien worden aangepast. Ouderen Ouderen zijn gevoeliger voor het krijgen van bepaalde bijwerkingen. Daarom zou nauwkeurig medisch toezicht noodzakelijk kunnen zijn wanneer ze Impromen decanoas toegediend krijgen. Bovendien moet de dosering worden aangepast (zie ook onder: Hoeveel Impromen decanoas moet u krijgen? ). Bepaalde psychische aandoeningen Bij patiënten met bepaalde psychische aandoeningen is de kans om bijwerkingen te krijgen groter. Overleg met uw arts of dit voor u van toepassing is. Bij verandering van uw stemming. Bij gebruik van Impromen decanoas kan blijken dat u een depressie heeft, of kan de depressie juist weggedrongen worden. Bloedstolsels Wees extra voorzichtig met Impromen decanoas als u of iemand in uw familie ooit last heeft gehad van vorming van bloedstolsels in de bloedvaten, omdat dit soort geneesmiddelen in verband is gebracht met de vorming van bloedstolsels. Hart- en vaatziekten. Vertel het uw arts als u problemen heeft met uw hart of bloedvaten. Vertel het ook als u of iemand in uw familie een bepaalde stoornis in het hartfilmpje (elektrocardiogram), een zogenaamd lang QT-interval, heeft. Dat komt in sommige families voor. Raadpleeg onmiddellijk uw arts als u tijdens de behandeling de volgende verschijnselen krijgt: - vreemde bewegingen van de tong, het gezicht, de mond, of de kaken (zogenaamde tardieve dyskinesie). Deze vreemde bewegingen kunnen worden veroorzaakt door Impromen decanoas. Soms ontstaan deze bewegingen pas of worden ze erger als u stopt met het gebruiken van Impromen decanoas. - hoge koorts, versnelde ademhaling, transpireren, stijve spieren, verwardheid of verminderd bewustzijn. Deze verschijnselen kunnen horen bij het zogenaamde maligne antipsychoticasyndroom, dat veroorzaakt kan worden door Impromen decanoas. Gebruikt u nog andere geneesmiddelen? Gebruikt u naast Impromen decanoas nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Sommige geneesmiddelen mogen namelijk niet tegelijkertijd worden gebruikt en soms vereist gelijktijdig gebruik bepaalde aanpassingen (bijvoorbeeld van de dosering). De volgende middelen kunnen de werking van Impromen versterken of de kans op bijwerkingen verhogen: - bepaalde middelen tegen schimmelinfecties die itraconazol bevatten; - middelen die het evenwicht tussen bepaalde stoffen (zogenaamde elektrolyten) in uw lichaam kunnen verstoren; - middelen die een bepaalde stoornis in het hartfilmpje (elektrocardiogram), een zogenaamd lang QT-interval kunnen geven. De volgende middelen kunnen de werking van Impromen verminderen: - bepaalde middelen tegen epilepsie (middelen die fenytoïne of carbamazepine bevatten), bepaalde slaap- en kalmeringsmiddelen (zogenaamde barbituraten). Impromen kan de werking van de volgende middelen versterken: - geneesmiddelen die het reactievermogen verminderen (bijvoorbeeld slaapmiddelen, kalmeringsmiddelen, sterke (verdovende) pijnstillers, bepaalde middelen tegen epilepsie, bepaalde

middelen tegen allergische aandoeningen). Neem deze middelen daarom alleen wanneer uw arts ze u voorschrijft; - middelen tegen hoge bloeddruk. Impromen kan de werking van de volgende middelen verminderen: - geneesmiddelen tegen de ziekte van Parkinson die levodopa, bromocriptine of lisuride bevatten. Waarop moet u letten met alcohol? Impromen decanoas kan de werking van alcohol versterken. Drink daarom geen alcohol wanneer u Impromen decanoas gebruikt. Zwangerschap en borstvoeding Er is nog weinig over bekend of gebruik van Impromen decanoas tijdens de zwangerschap schadelijk is. Uit proeven met dieren is niet gebleken dat Impromen decanoas schadelijk is. De volgende symptomen kunnen optreden bij pasgeboren baby's van moeders die Impromen decanoas in het laatste trimester (laatste drie maanden van hun zwangerschap) hebben gebruikt: trillen, stijve en/of zwakke spieren, slaperigheid, opwinding, ademhalingsproblemen en problemen met voeden. Als uw baby last krijgt van een van deze symptomen, neem dan contact op met uw arts. Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn of wilt u zwanger raken? Neem dan contact op het uw arts voordat u dit geneesmiddel gebruikt. De stof die zorgt voor de werking van Impromen decanoas kan in de moedermelk terechtkomen. Het gebruik van Impromen decanoas tijdens de periode van borstvoeding wordt dan ook afgeraden. Overleg zo nodig met uw arts. Rijvaardigheid en het gebruik van machines Impromen decanoas kan uw waakzaamheid en rijvaardigheid nadelig beïnvloeden. Daarom zal uw arts bepalen of u auto mag rijden of gevaarlijke machines mag bedienen wanneer u Impromen decanoas gebruikt. 3. Hoe wordt dit middel gebruikt? Hoeveel Impromen decanoas moet u toegediend krijgen? Het is zeer belangrijk dat u de juiste hoeveelheid Impromen decanoas krijgt toegediend. Deze zal van persoon tot persoon verschillen. Uw arts zal bepalen hoeveel u nodig heeft. Soms zal uw arts de dosering bijstellen, totdat het gewenste effect is bereikt. De dosering is gewoonlijk als volgt: Volwassenen De dosis waarmee de behandeling wordt gestart, is afhankelijk van de ernst van uw klachten en van de hoeveelheid Impromen die u via de mond innam. Uw arts kan de dosering, afhankelijk van uw reactie, gedurende de behandeling aanpassen. De dosering is gewoonlijk 50 tot 150 mg per maand. In sommige gevallen kan een hogere dosering nodig zijn. Ouderen en verzwakte patiënten De dosering voor ouderen en verzwakte patiënten is lager. Meestal wordt de behandeling gestart met 12½ tot 25 mg per maand. Uw arts kan de dosering, afhankelijk van uw reactie, gedurende de behandeling verhogen, totdat het gewenste effect is bereikt. Nadat u de eerste injectie heeft gekregen, kan het een aantal dagen duren voordat uw klachten verminderen. Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar Het is niet bekend of Impromen decanoas veilig is en werkzaam is bij kinderen en jongeren tot 18 jaar.

Hoe vaak krijgt u Impromen decanoas toegediend? Meestal zal uw arts Impromen decanoas één keer per maand toedienen. In sommige gevallen kan de arts Impromen decanoas vaker toedienen. Hoe krijgt u Impromen decanoas toegediend? U krijgt Impromen decanoas met een injectie in een spier (meestal de bilspier) toegediend. Heeft u teveel van dit middel toegediend gekregen? Overdosering betekent dat u meer Impromen decanoas toegediend heeft gekregen dan uw arts heeft voorgeschreven. Raadpleeg in deze gevallen onmiddellijk een arts. In het algemeen zijn de verschijnselen die bij overdosering optreden een toename van de bijwerkingen (welke dit zijn, vindt u onder Mogelijke bijwerkingen ). De meest voorkomende verschijnselen zijn: rollen van de ogen, veel speeksel produceren, stijve spieren, niet goed kunnen bewegen, niet goed stil kunnen zitten of een onregelmatige hartslag. Ook kan iemand suf of prikkelbaar zijn. Als wordt gestopt met de toediening van dit middel Als u langdurig (maanden tot jaren) wordt behandeld met Impromen decanoas, kunnen vreemde bewegingen van de tong, het gezicht, de mond of de kaken optreden. Deze vreemde bewegingen kunnen tijdelijk erger worden als wordt gestopt met de behandeling van Impromen decanoas. Soms ontstaan deze bewegingen pas als wordt gestopt met de behandeling van Impromen decanoas. Raadpleeg uw arts wanneer dit bij u gebeurt. 4. Mogelijke bijwerkingen Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. Van Impromen decanoas zijn de volgende bijwerkingen bekend. Het is mogelijk dat uw lichaam verkeerd reageert op Impromen decanoas. Impromen decanoas kan dan extreem zweten, hoge koorts, zeer stijve spieren, versnelde ademhaling, snelle hartslag, veel productie van speeksel, en vermindering van het bewustzijn teweegbrengen. Als deze bijwerkingen optreden, moet u onmiddellijk een arts raadplegen. Zeer vaak (meer dan 1 op de 10 gebruikers) te veel van het hormoon prolactine in het bloed (dit hormoon is betrokken bij de melkafgifte) opgewondenheid; slapeloosheid slaperigheid; duizeligheid; niet lang stil kunnen zitten of liggen; vreemde en onwillekeurige bewegingen, beven en spierstijfheid; beven; stoornis in de spierspanning; verhoogde spierspanning wazig zien versnelde hartslag (tachycardie) droge mond; verstopping; veel productie van speeksel stijve spieren krachteloosheid; vermoeidheid Vaak (1 tot 10 op de 100 gebruikers) depressie; slaapstoornissen parkinsonisme; minder makkelijk kunnen bewegen; abnormale, ongewilde bewegingen; sufheid, slaperigheid; spraakstoornis; schokkerige bewegingen van de gewrichten (tandradfenomeen); coördinatieproblemen rollen van de ogen vertraagde hartslag (bradycardie) misselijkheid; braken melkafscheiding veranderingen in het ECG (hartfilmpje); veranderingen in het EEG (hersenfilmpje); gewichtstoename

Zelden (1 tot 10 op de 10.000 gebruikers) hoofdpijn Bijwerkingen waarvan niet bekend is hoe vaak ze voorkomen tekort aan witte bloedcellen (met als mogelijk gevolg extra vatbaarheid voor infecties); tekort aan bloedplaatjes (gepaard met blauwe plekken en bloedingsneigingen) een bepaalde hormoonstoornis (SIADH) die gepaard kan gaan met misselijkheid, braken, spierkrampen, verwardheid en toevallen of stuipen; teveel suiker in het bloed (hyperglykemie); te weinig suiker in het bloed (hypoglykemie) verminderde eetlust; te weinig natrium in het bloed (hyponatriëmie) sombere, prikkelbare stemming (dysforie) toevallen/stuipen; maligne antipsychoticasyndroom (te herkennen aan spierstijfheid, sterke bewegingsdrang, hoge koorts, transpiratie, speekselvloed, verminderd bewustzijn; vooral bij het begin of verhoging van de dosering); onwillekeurige bewegingen (in het bijzonder van het gezicht, de mond of de tong) leverontsteking (hepatitis); leveraandoening ontstoken huid door allergie; (plotselinge uitbraak van) huiduitslag; jeuk spierafbraak (rabdomyolyse) achterblijven van urine in de blaas geringe borstvorming bij mannen; langdurige, pijnlijke erectie; orgasmestoornis waarbij het zaad in de blaas terechtkomt (retrograde ejaculatie); impotentie; menstruatiestoornissen plotselinge dood; koorts; heel erg zweten verandering in lichaamstemperatuur; afwijkende uitslagen van bloedonderzoek, wijzend op een afwijkende werking van de lever Bij ouderen met dementie is een lichte toename van het aantal overlijdensgevallen gemeld bij patiënten die antipsychotica gebruiken, vergeleken met patiënten die geen antipsychotica krijgen. Vorming van bloedstolsels in de aderen, vooral in de benen (verschijnselen zijn onder andere zwelling, pijn en roodheid van het been), die via de bloedvaten in de longen terecht kunnen komen, wat pijn op de borst en ademhalingsmoeilijkheden veroorzaakt. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u een of meer van deze verschijnselen opmerkt. Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, website www.lareb.nl. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel. 5. Hoe bewaart u dit middel? Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities. Buiten het zicht en bereik van kinderen houden. Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht. Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op het Medcor Pharmaceuticals etiket na EXP.:. 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie Welke stoffen zitten er in dit middel? - De werkzame stof in dit middel is bromperidol decanoaat

- De andere stoffen in dit middel zijn benzylalcohol en sesamolie Hoe ziet Impromen decanoas eruit en hoeveel zit er in een verpakking? Impromen decanoas is een steriele, heldere en licht gekleurde vloeistof. De injectievloeistof bevat bromperidol decanoaat. De hoeveelheid hiervan komt overeen met 50 mg bromperidol per milliliter vloeistof. Impromen decanoas 50 mg/ml is verpakt in een doosje met 1 ampul van 1 ml. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Vergunninghouder / ompakker Medcor Pharmaceuticals B.V. Artemisweg 232 8239 DE Lelystad Fabrikant Glaxo SmithKline Manufacturing S.p.A. Strada Provinciale Asolana N. 90 (loc. San Polo) 43056 Torrile (PR) Italië RVG-nummer RVG 113629//10194 L.v.h.: België Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in november 2015.

SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Impromen decanoas 50 mg/ml, oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Impromen decanoas bevat per ml oplossing voor injectie bromperidoldecanoaat overeenkomend met 50 mg bromperidol, opgelost in sesamolie. Impromen decanoas is de ester van bromperidol en decaanzuur. Voor de volledige lijst van hulpstoffen: zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Onderhoudsbehandeling van chronische of recidiverende psychosen bij volwassenen van 18 jaar en ouder. 4.2 Dosering en wijze van toediening Impromen decanoas is alleen voor gebruik bij volwassenen en dient niet intraveneus te worden toegediend. Impromen decanoas wordt diep intramusculair in de bilspier ingespoten. De normaal toe te dienen dosis kan aan de hand van de orale dagdosis van bromperidol berekend worden. Bij patiënten die ten minste 4 weken op een zo laag mogelijke orale onderhoudsdosering zijn gestabiliseerd, geeft men als startdosering om de 4 weken 10-20 maal de orale dagdosis van bromperidol in mg. Bij lichte en matige psychotische toestanden zal een dosis van 50 tot 150 mg om de 4 weken volstaan. Bij zware psychotische toestanden zal vaak een hogere dosis (tot 300 mg) nodig zijn. Voor die zeldzame patiënten die meer dan 300 mg nodig hebben, kan, behalve een dosisverhoging, een verkorting van het injectie-interval overwogen worden. Gebruik bij ouderen en bij verzwakte patiënten: Het wordt aanbevolen om met een lage dosis te starten, bijvoorbeeld 12,5-25 mg elke 4 weken, en de dosis alleen te verhogen op basis van de reactie van de patiënt. Pediatrische patiënten De veiligheid en werkzaamheid van Impromen decanoas bij kinderen jonger dan 18 jaar zijn niet vastgesteld. 4.3 Contra-indicaties Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen of voor andere butyrofenonen. Depressie van het centrale zenuwstelsel. Comateuze toestand. Depressie. 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen voor gebruik Er wordt aanbevolen om de patiënten, voordat ze met Impromen decanoas behandeld worden, in eerste instantie te behandelen met oraal bromperidol. Dit om de kans op onverwachte overgevoeligheid voor bromperidol uit te sluiten.

Plotselinge dood bij patiënten behandeld met antipsychotica Er zijn enkele gevallen gemeld van plotselinge onverklaarbare dood bij psychiatrische patiënten die met antipsychotica, waaronder Impromen, behandeld werden. Door de aard van het voorval was het niet mogelijk om de rol van Impromen, zo deze aanwezig was, te bepalen. Toegenomen mortaliteit bij ouderen met dementie Uit gegevens uit twee grote observationele onderzoeken is gebleken dat bij ouderen met dementie die met antipsychotica worden behandeld een licht verhoogd risico op overlijden bestaat in vergelijking tot ouderen die niet worden behandeld. Er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar om een goed onderbouwde schatting te geven van de precieze omvang van het risico; de oorzaak van dit toegenomen risico is niet bekend. Impromen decanoas is niet goedgekeurd voor de behandeling van gedragsstoornissen bij dementie. Veneuze trombo-embolie Er zijn bij gebruik van antipsychotica gevallen van veneuze trombo-embolie gemeld. Aangezien patiënten onder behandeling met antipsychotica zich vaak presenteren met verworven risicofactoren voor veneuze trombo-embolie, dienen alle mogelijke risicofactoren hiervoor voorafgaand aan en tijdens de behandeling met Impromen onderkend te worden en voorzorgsmaatregelen getroffen te worden. Cerebrovasculaire bijwerkingen (CVA) In gerandomiseerde placebogecontroleerde klinische studies werd een ongeveer 3x zo hoog risico op cerebrovasculaire bijwerkingen gezien bij de populatie met dementie met enkele atypische antipsychotica. Het mechanisme achter dit verhoogde risico is niet bekend. Een verhoogd risico kan niet worden uitgesloten voor andere antipsychotica en andere patiëntenpopulaties. Impromen dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met risicofactoren voor een beroerte. Cardiovasculaire effecten Gebruik met voorzichtigheid bij patiënten met cardiovasculaire ziekte of een familiale voorgeschiedenis van QT-verlenging en vermijd gelijktijdig gebruik van andere antipsychotica. Hoewel de kans op het optreden van hypotensieve reacties in vergelijking met de hypnosedatieve antipsychotica gering is, dient toch, vooral bij gebruik van hoge doseringen, met de mogelijkheid ervan rekening gehouden te worden. Impromen dient met voorzichtigheid te worden gebruik bij patiënten met cardiovasculaire aandoeningen vanwege het mogelijk optreden van hypotensie. Maligne antipsychoticasyndroom Evenals met andere antipsychotica dient men bij Impromen bedacht te zijn op het optreden van het zogenaamde maligne antipsychoticasyndroom, een zeldzame idosyncratische reactie waarin centraal staan: hyperthermie, extreme spierrigiditeit, instabiliteit van het autonome zenuwstelsel en veranderd bewustzijn. Hypertermie is vaak een vroeg teken van dit syndroom. Verder kunnen zich voordoen: verhoging van het serumcreatinefosfokinasegehalte en leukocytose, tachypnoe en profuus zweten. Levensbedreigend is meestal de rabdomyolyse en de daarmee samenhangende nierinsufficiëntie. De behandeling met antipsychotica dient onmiddellijk te worden gestopt en gepaste ondersteunende behandeling en zorgvuldige monitoring moeten worden ingesteld. Tardieve dyskinesie Bij langdurige behandeling met antipsychotica (vooral met hoge doseringen) kan tardieve dyskinesie voorkomen. Dit syndroom wordt voornamelijk gekarakteriseerd door ritmische

onvrijwillige bewegingen van de tong, het gezicht, de mond of kaak. Deze symptomen kunnen tijdelijk verergeren of zelfs nog ontstaan na het staken van de behandeling. Het syndroom kan worden gemaskeerd als de behandeling opnieuw wordt ingesteld, als de dosis wordt verhoogd of als de overgang wordt gemaakt naar een ander antipsychoticum. De behandeling dient zo snel mogelijk te worden gestaakt. Het risico van irreversibiliteit is groter bij oudere patiënten en bij patiënten met een organische hersenbeschadiging. Het verdient aanbeveling de patiënten hierop periodiek te controleren en hen tevens vooraf over dit risico te informeren. De arts dient te beslissen over het meest geschikte interval van opvolging op basis van de individuele risicofactoren van de patiënt. Epilepsie/convulsies Bij patiënten met epilepsie is oplettendheid vereist, omdat antipsychotica de prikkeldrempel kunnen verlagen. Indien nodig moet bij deze patiënten de dosis van de anticonvulsieve therapie worden aangepast. Leverproblemen Bij patiënten met leverfunctiestoornissen moet voorzichtig worden gedoseerd wegens het mogelijk verstoorde metabolisme. Parkinsonisme Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met parkinsonisme, omdat antipsychotica de symptomen kunnen verergeren. Depressie Depressie in engere zin kan door antipsychotica waarneembaar worden. Door gebruik van antipsychotica kan een stemming ontstaan die moeilijk van depressieve symptomen te onderscheiden is. Psycho-organische stoornissen Bij patiënten met psycho-organische stoornissen dient men rekening te houden met het grotere risico van bijwerkingen. Extrapiramidale symptomen Net als bij alle antipsychotica, kunnen er extrapiramidale symptomen optreden, zoals tremor, rigiditeit, hypersalivatie, bradykinesie, acathisie, acute dystonie. Indien gewenst, kan antiparkinsonmedicatie van het anticholinerge type worden voorgeschreven, zij het niet routinematig als voorzorgsmaatregel. Oudere patiënten Oudere patiënten kunnen extra gevoelig zijn, in het bijzonder voor extrapiramidale effecten. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Voorzichtigheid is geboden bij het gelijktijdig voorschrijven van bromperidol en geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het QT-interval verlengen. Voorzichtigheid is geboden als bromperidol in combinatie met geneesmiddelen wordt gegeven waarvan bekend is dat zij een verstoring geven van de elektrolytenbalans. Effect van andere geneesmiddelen op bromperidol Enzyminducerende middelen Middelen die verhoging van de leverenzymactiviteit induceren (barbituraten, fenytoïne en carbamazepine) versnellen de afbraak van antipsychotica. Door dit effect kan dosisverhoging

van bromperidol nodig zijn. Na het stoppen met dergelijke geneesmiddelen kan een verlaging van de dosis bromperidol nodig zijn. Itraconazol In een farmacokinetische studie werden verhoogde concentraties bromperidol gemeld als bromperidol gelijktijdig met itraconazol (bekend als een krachtige remmer van CYP3A4) werd gegeven. Effect van bromperidol op andere geneesmiddelen Hypnotica, analgetica, alcohol en dopamineagonisten Evenals andere antipsychotica kan bromperidoldecanoaat de sedatie versterken van bepaalde geneesmiddelen (barbituraten, benzodiazepines, sederende antihistaminica) en alcohol. Voorzichtigheid is derhalve geboden bij patiënten die gelijktijdig barbituraten of andere slaapmiddelen, sederende antihistaminica of narcotische analgetica gebruiken. Bromperidoldecanoaat kan ook de werking van alcohol versterken en de rijvaardigheid beïnvloeden. Alcoholgebruik wordt ontraden. Bromperidol remt de werking van dopamineagonisten zoals bromocriptine, lisuride en levodopa. Antihypertensiva Bromperidol kan het risico op hypotensie verhogen bij patiënten die behandeld worden met antihypertensiva. 4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding Zwangerschap In ratten en konijnen werd geen teratogeniciteit gevonden. Evenmin zijn er rapporten van aangeboren afwijkingen in de mens na foetale blootstelling aan bromperidol-bevattende producten, maar veiligheid in zwangere vrouwen is niet expliciet vastgesteld. Wanneer Impromen moet worden gebruikt tijdens de zwangerschap dienen de risico s zorgvuldig tegen de verwachte therapeutische voordelen te worden afgewogen. Impromen decanoas bevat benzylalcohol. Benzylalcohol kan de placenta passeren. Er moet rekening worden gehouden met de mogelijke toxiciteit voor prematuren na toediening vlak voor of tijdens een bevalling of sectio caesarea. Neonaten die tijdens het derde trimester van de zwangerschap zijn blootgesteld aan antipsychotica (waaronder bromperidoldecanoaat), lopen risico op bijwerkingen na de bevalling waaronder extrapiramidale symptomen en/of onttrekkingsverschijnselen die kunnen variëren in ernst en in duur. Er zijn meldingen van agitatie, hypertonie, hypotonie, tremor, slaperigheid, ademnood of voedingsstoornis. Pasgeborenen moeten daarom nauwlettend worden gecontroleerd. Borstvoeding In ratten wordt bromperidol uitgescheiden in de moedermelk. Wanneer het gebruik van Impromen decanoas als essentieel wordt beschouwd, dient het geven van borstvoeding afgeraden te worden. 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Patiënten die rijden of machines bedienen moeten gewaarschuwd worden voor mogelijke slaperigheid en verminderde alertheid. Gelijktijdige inname van alcohol kan deze effecten versterken. 4.8 Bijwerkingen In onderstaande tabel staan de bijwerkingen die tijdens klinische studies en post-marketing

ervaring met Impromen en Impromen decanoaat zijn gerapporteerd. De bijwerkingen worden als volgt uitgedrukt: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100, 1/10); soms ( 1/1.000, 1/100); zelden ( 1/10.000, 1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald).

Systeem/orgaanklasse Bijwerking Frequentiecategorie Zeer vaak Vaak Zelden Zeer zelden niet bekend Bloed- en lymfestelselaandoeningen Endocriene aandoeningen Voedings- en stofwisselingsstoornissen Psychische stoornissen Zenuwstelselaandoeningen Hyperprolactinemie Agitatie; Insomnia Somnolentie; Duizeligheid; Akathisia; Extrapiramidale aandoening; Tremor; Dystonie; Hypertonie Depressie; Slaapstoornis Parkinsonisme Akinesie; Hypokinesie; Dyskinesie; Sedatie; Afasie; Tandradfenomeen; Ataxie Oogaandoeningen Gezichtsver- Oculogyrimogen wazig sche crisis Hartaandoeningen Tachycardie Bradycardie Maagdarmstelsel- Nausea; aandoeningen Braken Lever- en galaandoeningen Huid- en onderhuidaandoeningen Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen Nier- en urinewegaandoeningen Zwangerschap, perinatale periode en puerperium Droge mond; Constipatie; Speekselhyper -secretie Spierrigiditeit Hoofdpijn Leukopenie; Trombocytopenie Antidiuretisch hormoonsecretiedeficiëntie; Hyperlglykemie; Hypoglykemie Verminderde eetlust; Hyponatriëmie Dysforie Convulsie; Maligne antipsychoticumsyndroom; Tardieve dyskinesie Hepatitis toxisch; Hepatitis cholestatisch, Leveraandoening Allergische dermatitis; Geneesmiddeleneruptie; Rash; Pruritus Rabdomyolyse Urineretentie Neonataal onttrekkingssyndroom (zie

Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Onderzoeken Asthenie; Vermoeidheid Borstuitvloed Elektrocardiogram abnormaal; Elektroencefalogram abnormaal; Gewicht verhoogd rubriek 4.6) Gynaecomastie; Priapisme; Retrograde ejaculatie; Erectiele disfunctie Plotselinge dood; Pyrexie; ; Hyperhidrose Lichaamstemperatuurschommeling; Leverfunctietest abnormaal Eén van de hormonale effecten van antipsychotica is hyperprolactinemie, wat galactorroe, gynaecomastie en oligo- en amenorroe kan veroorzaken. Hypotensie is gemeld bij patiënten die antipsychotica, waaronder bromperidol-bevattende producten, gebruikten. QT-verlenging, ventriculaire aritmieën ventrikelfibrillatie, ventrikeltachycardie (zelden), plotse onverklaarbare dood, hartstilstand en torsade de pointes zijn gemeld bij patiënten die waren behandeld met bromperidol-bevattende producten. Hoewel de informatie uit deze meldingen onvoldoende bewijs leverde om deze gevallen als bijwerking te classificeren, worden deze ongewenste effecten wel gezien als klasse-effecten van antipsychotica. Er zijn bij gebruik van antipsychotica gevallen van veneuze trombo-embolie gemeld, waaronder gevallen van longembolie en diepe veneuze trombose. Frequentie niet bekend. In utero blootstelling aan antispychotica is geassocieerd met ongewenste voorvallen in neonaten, zoals agitatie, hypertonie, hypotonie, tremor, somnolentie, ademnood of voedingsstoornis. Er kan niet in alle gevallen worden vastgesteld of dit symptomen zijn van directe toxiciteit (extrapiramidale symptomen) of neonatale onttrekkingsverschijnselen. Net als voor alle inspuitbare geneesmiddelen, zijn voor Impromen decanoas lokale weefselreacties gemeld. Melding van vermoedelijke bijwerkingen Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, website www.lareb.nl. 4.9 Overdosering Symptomen Hoewel overdosering minder zal voorkomen bij parenterale dan bij orale medicatie, wordt hieronder de informatie verstrekt die betrekking heeft op de orale vormen van Impromen. De aanpassingen hebben betrekking op de verlengde werkingsduur van Impromen decanoas. In het algemeen zijn de symptomen van overdosering een verergering van de bekende

farmacologische effecten en bijwerkingen. Extrapiramidale verschijnselen, zoals oculogyrische crisis, speekselvloed, spierrigiditeit, akinesie en acathisie komen het meest voor. Sufheid kan voorkomen. Enige prikkelbaarheid is mogelijk. Er dient rekening te worden gehouden met het risico op cardiale aritmieën. Behandeling Er is geen specifiek antidotum. De behandeling moet ondersteunend zijn. Bij comateuze patiënten dient men voor beademing te zorgen. Bij ademhalingsdepressie kan kunstmatige ademhaling nodig zijn. Het ECG dient gevolgd te worden tot het weer normaal is. Ernstige aritmieën dienen met daartoe geschikte anti-aritmica behandeld te worden. Bloeddrukdaling en shock kunnen behandeld worden door aanvulling van het circulerend volume met plasma of een plasmavervangingsmiddel. Bij onvoldoende effect kan o.a. dopamine worden toegediend. Adrenaline dient niet gebruikt te worden. Extrapiramidale stoornissen kunnen het best behandeld worden met een antiparkinsonpreparaat met een anticholinerge werking. In ernstige gevallen dient men parenteraal te behandelen. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische categorie: antipsychotica, butyrofenonderivaten, ATC code: N05AD06. Impromen decanoas bevat bromperidoldecanoaat, de ester van bromperidol en decaanzuur. Het is een depotneurolepticum uit de butyrofenonengroep en het heeft de volgende bijzondere eigenschap: met één aangepaste dosis kan een stabiel therapeutisch effect gedurende 4 weken verkregen worden. Na intramusculaire injectie wordt Impromen decanoas geleidelijk vrijgezet uit het spierweefsel en langzaam gehydrolyseerd in vrij bromperidol, dat in de systemische circulatie komt. Bromperidoldecanoaat is een krachtig werkzame dopamine-d 2 -antagonist. Het heeft zwakke 1 -adrenolytische en antiserotonerge activiteit (op de 5 HT 2 -receptoren). Bromperidoldecanoaat heeft geen antihistaminerge of anticholinerge activiteit. De activiteit op de basale ganglia ligt waarschijnlijk ten grondslag aan de extrapiramidale bijwerkingen van bromperidol zoals dystonie, acathisie en parkinsonisme. De perifere antidopaminerge effecten verklaren de verhoogde prolactinevrijzetting (door een inhibitie van de activiteit van PIF, de prolactine inhiberende factor, ter hoogte van de adenohypofyse). 5.2 Farmacokinetische eigenschappen Absorptie Bromperidol komt snel en regelmatig vrij, waardoor de bloedconcentratie een breed plateau zonder pieken vertoont. Na diepe intramusculaire injectie komt het actieve bromperidol geleidelijk vrij. De piekplasmaconcentraties worden binnen 6 dagen bereikt. Distributie Eiwitbinding in het plasma is meer dan 90%. Biotransformatie Bromperidol wordt gemetaboliseerd via verschillende routes, waaronder het cytochroom P450-enzymsysteem (voornamelijk CYP 3A4), door ketonreductie en glucoronidatie. Metabolieten dragen niet bij aan de antipsychotische activiteit.

Eliminatie De eliminatie-halfwaardetijd (t ½ ) is gemiddeld 25 dagen. Na ongeveer 3 maanden wordt de steady state-plasmaconcentratie bereikt. Aan het eind van de eerste maand (en soms ook van de tweede maand), kan de neuroleptische activiteit onvoldoende blijken; dit is te wijten aan het feit dat de steady state-waarden nog niet zijn bereikt. Als bromperidol is afgesplitst van het decanoaat, gedraagt het zich kinetisch als het bromperidol in Impromen. Minder dan 1% wordt onveranderd uitgescheiden via de urine. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Het is aangetoond dat bromperidol het herg-kanaal blokkeert. In preklinisch onderzoek werden effecten waargenomen ofwel bij blootstellingen die werden beschouwd als boven de maximale blootstelling bij de mens, ofwel die werden beschouwd als specifiek voor proefdieren. Dit wijst erop dat deze effecten weinig relevant zijn voor het klinische gebruik. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Benzylalcohol, sesamolie. 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Impromen decanoas is een oplossing voor injectie op oliebasis en derhalve niet te mengen met infusievloeistoffen. 6.3 Houdbaarheid Zie uiterste gebruiksdatum op het Medcor Pharmaceuticals etiket. De afkorting "EXP" betekent: niet te gebruiken na.: 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Doos met 1 bruin-glazen ampullen van 1 ml. 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies De ampullen voor het gebruik opwarmen door ze even tussen de handpalmen te rollen. OPC-ampullen. Stip naar boven 7 Houder van de vergunning voor het in de handel brengen Medcor Pharmaceuticals B.V. Artemisweg 232 8239 DE Lelystad

8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN RVG 113629//10194 L.v.h.: België 9. DATUM VAN GOEDKEURING/HERZIENING VAN DE SAMENVATTING November 2015