ONTRUIMINGSPLAN C.S.G. WILLEM VAN ORANJE



Vergelijkbare documenten
ONTRUIMINGSPLAN C.S.G. WILLEM VAN ORANJE

ONTRUIMINGSPLAN. Udens College. sector havo-vwo

Ontruimingsplan basisschool ' Yn de m ande '

S.G. Het Rhedens. Ontruimingsplan voor het gebouw in Dieren. Versie: maart 2015

ARBO BIJLAGE D0 AANWIJZINGEN ONTRUIMINGSPLAN: OP TE STELLEN DOOR DE ARBO- COÖRDINATOR

Reg. S.G. Het Rhedens. Ontruimingsplan De Tender in Dieren

ONTRUIMINGSPLAN. Udens College. sector VMBO

Adres : Postcode : Plaats : Telefoon :

Ontruimingsplan Kbs de Beiaard

Bertrand Russell College BRC ONDERBOUW. Erasmusstraat 1. Krommenie

ONTRUIMINGSPLAN STICHTING DE WILG

Bertrand Russell College BRC BOVENBOUW. Erasmusstraat 28. Krommenie

ONTRUIMINGSPLAN VAN EEN ONDERWIJSGEBOUW VOLGENS NEDERLANDSE NORM NTA (Nl)

ONTRUIMINGSPLAN MARKENHAGE

Instructies bij calamiteiten Hoofdgebouw

BIJLAGEN Lijst bedrijfshulpverleners Ontruimingsplan stroomschema Ontruimingsplan stroomschema H- BHV Ontruimingsplan stroomschema BO

CALAMITEITEN BOEKJE UniC 2011

ONTRUIMINGSPLAN VAN EEN ONDERWIJSGEBOUW VOLGENS NEDERLANDSE NORM NTA (Nl)

Stichting Dante s Vriendjes Televisiebaan 106a 3402 VH IJsselstein Tel GSM info@dantesvriendjes.nl.

ALARM PROCEDURE PROTESTANTSE GEMEENTE WIERINGERWERF / KREILEROORD DE SAMENSTROOM WIERINGERWERF. Terpstraat AD Tel:

INFORMATIE EN INSTRUCTIES VOOR PERSONEELSLEDEN IN GEVAL VAN EEN ONTRUIMING VAN HET SCHOOLGEBOUW

Indien er in uw omgeving een medewerker of bezoeker onwel wordt belt u onmiddellijk het alarmnummer 113.

Ontruimingsplan. St. Jeugdvakantiewerk Goirle. Overnachting GOEDGEKEURD. Brandweer Hoofd Afdeling Preventie. d.d.

Calamiteitenplan. Willem de Zwijger. Roermond

Ontruimingsplan Jan Tinbergen College (dependance) ontruimingsplan. Jan Tinbergencollege. Locatie Azaleastraat BR Roosendaal

Ontruimingsplan Peuterspeelzaal Dribbel

Versie Veiligheids- en ontruimingsplan van de Gereformeerde Kerk te Den Ham. Ommerweg AV Den Ham Telefoonnummer

BHV-procedures bij incidenten

a. Bijlage 1 tekeningen

Verkort Ontruimings- & Calamiteitenplan Sportcomplex Koning Willem-Alexander Hoofddorp

Calamiteitenplan. Graaf Jan van Nassauschool. Januari 2008

Voorbeeld. Ontruimingsplan voor een gebouw met publieksfunctie conform NTA (2004)

CALAMITEITENPLAN BESTUUR HOOFD VEILIGHEID. Activiteiten van..uur (opbouw) tot.. uur (opruimen) Inhoudsopgave

Ontruimingsplan MFC Onder de pannen te Melderslo. Ontruimingsplan GOEDGEKEURD. Voorzitter: Piet van Lipzig. Datum: januari 2017

Datum: 08 december Ontruimingsplan voor BEACH HOTEL V.O.F. Duinweg EC Zoutelande

Volgorde bij brand en andere calamiteiten: vastgesteld oktober Het ontruimingsplan is te vinden in iedere klas bij de deur.

Bedrijfshulpverleningsplan

o.b.s. Het Tweespan, Dr. Van Linden Tolstraat 1, 4209 AL, Schelluinen

GOEDGEKEURD De Commandant van de Brandweer Goedgekeurd in 2011.

CALAMITEITENPLAN. In dit gebouw bevinden zich:

Ontruimingsplan Peuterspeelzaal Dribbel

1. MUTATIES INLEIDING EN TOELICHTING GEBOUW-, INSTALLATIE- EN ORGANISATIEGEGEVENS... 5

Voorbeeld. Calamiteitenplan

Reg. S.G. Het Rhedens. Ontruimingsplan voor het gebouw in Rozendaal

Ontruimingsplan van de Protestantse kerk

ONTRUIMINGSPLAN. I.B.S Ababil Dr. Kuyperlaan RR Schiedam. 1. Inleiding en toelichting

Ontruimingsplan Emmauskerk Middelharnis

BHV/Ontruimingsplan Ouderenzorg Anders BEM gemeente Steenbergen

Informatie Bedrijfshulpverlening

Ontruimingsplan. Scoutinggebouw DILLENBURG. Van de Willem de Zwijgergroep III

Draaiboek ontruimingsoefening AB&C Partners te Zoetermeer

Calamiteitenplan. Montessorischool De Basis

Ontruimings Plan. Kinderdagverblijven Tinker Bell

Informatie Bedrijfshulpverlening

Handleiding voor het opstellen van een bedrijfsnoodplan

01. Inleiding en toelichting Situatietekening Gebouw, Installatie en Organisatiegegevens 04

GOEDGEKEURD De Commandant van de Brandweer

Versie Ontruimingsplan Nijkerk

"Procedures en richtlijnen voor in- en externe alarmering en ontruiming van de Alkmaarse gymnastieklokalen (beheerd door Sportbedrijf Alkmaar)

ONTRUIMINGSPLAN (laatste versie:september 2014)

informatie bedrijfshulpverlening

ONTRUIMINGSPLAN. - Externe versie - * Versie 1.6 september 2016

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers.

Een woord vooraf. Beste sportvereniging,

Ontruimingsplan Voorbeeld

Kerkrentmeesters. Ontruimingsplan

Ontruimingsplan Jan Ligthart Alarmering.

VEILIGHEID OP DE CAMPUS

Update Ontruimingsplan. o.b.s. Op e Trije

Voorwoord. Algemene gegevens:

Ontruimings Plan. Kinderdagverblijven Tinker Bell

BHV: Bedrijfshulpverlening Ontruimingsplan Laatste update

CALAMITEITENPLAN. P.C.B.O. De Loopplank / B.S.O. Kom aan boord / K.D.V. De Bereboot Pieter de Hoochplaats SC Alblasserdam

Ontruimingsplan Nederlandse Rugby Bond

CALAMITEITTENPLAN VOOR HET KOMPAS LOCATIE HEUVELSTRAAT. Pagina INHOUD 2. Inleiding Algemene gegevens Voorzorgsmaatregelen.

Ontruimingsplan Gereformeerde kerk De Lichtkring

BHV plan van... (Instructie: vul de naam en adres van uw bureau in) Plaats, datum:.

ONTRUIMINGSPLAN (laatste versie: oktober 2016)

Naam: GSR Rotterdam Adres: Valenciadreef 15; 3067 WL Rotterdam Telefoon: Telefax:

Calamiteitenplan. Speciaal Kindcentrum De Burcht Mozartstraat 180a 2983 AK Ridderkerk

Concept Ontruimingsplan COA

R.K. BASISSCHOOL KERENSHEIDE ONTRUIMINGSPLAN. Ontruimingsplan R.K.Basisschool Kerensheide

PROCEDURE BOMMELDING

NEN 8112:2010 Ontruimingsplan van een onderwijsgebouw

Trompetstraat 5, 2287 TK Rijswijk Paukensingel hoek Luitstraat

Calamiteiten- en ontruimingsplan

Ontruimingsplan Nieuwe Kerk

ONTRUIMINGSPLAN. Scouting Sweder van Voorst. Adres : Torenallee 2. : (Eigenaar gebouw, Fam. Zadelhoff) Fax : :

ONTRUIMINGSPLAN OBS WILLEM DE ZWIJGER

Ontruimingsplan Van Brienenoordschool Percevalweg NK Rotterdam M. Bijekic Lemaro Brandveiligheid Malrovedonk BN Spijkenisse

Informatiemateriaal BEZOEKERSINFORMATIE

Ontruimingsplan. Christoffel Rijnesteinstraat LB BREDA GOEDGEKEURD. De Commandant van de Brandweer

Ontruimingsplan. Volgens NEN 8112

Gaardedreef AZ Zoetermeer. Ontruimingsplan De Patio

ALGEMENE PREVENTIEVE RICHTLIJNEN

BHV - EHBO - Plan. Dorpskerk Oostvoorne. Versie BHV EHBO - Plan Dorpskerk Oostvoorne 1

Veiligheidsplan. bijlage evenementvergunning aanvraag

Organisatie: Kinderdagverblijf Beerengoed Contactpersoon: Mevr. Schelberg. Het betrof een aangekondigde ontruimingsoefening.

Ontruimingsplan voor kantoorpanden

Transcriptie:

ONTRUIMINGSPLAN C.S.G. WILLEM VAN ORANJE Dit ontruimingsplan bestaat uit 3 gedeelten: Ontruimingsplan Zoomwijck, Ontruimingsplan Poortwijk en Procedure bij bommeldingen en levensbedreigingen. Woord vooraf De leerlingen moeten van te voren goed worden ingelicht over wat zij moeten doen bij melding van een calamiteit. Dit betekent o.a. dat zij in ieder geval moeten weten wáár zij naar toe moeten bij een ontruiming. Onderstreept moet worden dat zij niet op het schoolplein of de straat mogen blijven staan. Het is belangrijk dat zowel leerlingen als docenten de ernst van de oefening beseffen. De mentor is verantwoordelijk voor het geven van een duidelijke toelichting op het ontruimingsplan in zijn of haar mentorklas. Het is van belang dat de gehele melding via de intercom wordt beluisterd alvorens docenten en leerlingen zich buiten de klassen begeven. Afhankelijk van het soort melding dat aan de ontruiming ten grondslag ligt, zullen de instructies nl. anders zijn. De instructies van de brandweer, het Hoofd BHV, de BHV ers en de ontruimers dienen direct te worden uitgevoerd, ongeacht de positie van die betreffende persoon binnen de school. Ontruimingsplan 2012/2013 CSG Willem van Oranje/Zoomwijck en Poortwijk 1

Locatie ZOOMWIJCK 1. Melding calamiteit en alarmering Zodra er een calamiteit wordt opgemerkt, wordt deze gemeld aan Ger van Ruiswijk, toestel 347. Indien Ger niet aanwezig is, wordt het directiesecretariaat gebeld, die de rector kan informeren (of bij diens afwezigheid de directeur stafbureau). Ger maakt, eventueel in overleg met het hoofd BHV (de hoofdconciërge), eerst een inschatting van de ernst van de calamiteit. Als de situatie het toelaat, overlegt Ger met de rector (bij diens afwezigheid met de directeur stafbureau) over verdere acties. Als hiervoor geen tijd is gezien de ernst van de calamiteit, neemt Ger zelf het besluit tot wel/niet ontruimen, wel/niet bellen van 112. Ger is verantwoordelijk voor de communicatie met het hoofd BHV, 112, personeel (omroepen via intercom, sein tot ontruimen) en derden. Het hoofd BHV is bij een ontruiming - verantwoordelijk voor het aansturen van de BHV-organisatie (BHV-ers en ontruimers) en het efficiënt laten verlopen van de ontruiming. Melding calamiteit intern naar Ger van Ruiswijk via a. direct (toestel 347); b. intercom TOA; c. directietoestel (toestel 340). Alarmering door Ger via omroepinstallatie. Indien mogelijk, zal er eerst een mondelinge mededeling gedaan worden, waarbij de aard van de calamiteit wordt vermeld en instructies worden gegeven. Daarna zal de slow whoop klinken. De slow whoop is een ontruimingssignaal (bestaande uit een toon die begint bij een frequentie van ca. 500 Hz om dan in enkele seconden een octaaf te stijgen. Hierna stopt het signaal en begint kort daarna opnieuw). Zodra en zolang dit signaal klinkt, dient er dus ontruimd te worden. Als alleen de slow whoop klinkt en er geen mondelinge mededeling is, dient er ook ontruimd te worden. Wanneer alarmering op bovenstaande wijze door een technische storing niet kan plaatsvinden, wijst het hoofd BHV vier leden van de ontruimingsploeg aan die elk op één etage en in de nieuwe noodlokalen op het achterplein handmatig alarm slaan. 2. Instructie algemeen Hoe te handelen in geval van een calamiteit? a. Ger van Ruiswijk (of bij diens afwezigheid het directiesecretariaat) waarschuwen (a. direct, b. intercom-toa, c. directietoestel) b. de in gevaar verkerende personen waarschuwen en naar een veilige omgeving brengen; c. bij brand: ramen en deuren sluiten (niet op slot); d. blussen met de aanwezige middelen; e. opdrachten leiding uitvoeren (de eindverantwoordelijkheid ligt bij de rector; het hoofd BHV heeft de leiding in de praktische uitvoering); f. de BHV-ers, de ontruimingsploeg en de EHBO-ers doen direct het oranje hesje aan voor een goede herkenbaarheid. 3. Instructie Ger van Ruiswijk Hoe te handelen in geval van een calamiteit? a. er wordt een calamiteit gemeld: verzamel bij de melder van de calamiteit zoveel mogelijk gegevens over de calamiteit; b. maak een inschatting van de ernst van de calamiteit, eventueel in overleg met het hoofd BHV; c. indien er voldoende tijd is: overleg met de rector (bij diens afwezigheid de Directeur Stafbureau) over de te ondernemen acties; Ontruimingsplan 2012/2013 CSG Willem van Oranje/Zoomwijck en Poortwijk 2

d. informeer het hoofd BHV over de te nemen acties; e. waarschuw indien van toepassing - de brandweer (112) op de volgende wijze: Naam : C.S.G. Willem van Oranje Adres : Randweg 2, Oud-Beijerland Etage : Lokaal : Aard : f. informeer en instrueer via de intercom de aanwezigen van het pand en zet via het hoofd BHV het ontruimingssignaal (slow whoop) in werking. 4. Instructie Hoofd BHV in loge Hoe te handelen in geval van een calamiteit? a. er wordt een calamiteit gemeld: geef de melding door aan Ger van Ruiswijk (bij diens afwezigheid aan het directiesecretariaat die de rector informeert) en overleg over de vervolgstappen; b. indien van toepassing; sluit de brandwerende deuren; c. instrueer de ontruimers en BHV-ers; d. baken het gevarengebied af met ontruimers/bhv-ers; e. indien 112 wordt gebeld: instrueer een nabije collega om het paaltje aan de voorzijde van het schoolplein met de juiste sleutel te ontgrendelen, informeer deze collega over de plaats, toedracht, omstandigheden van de calamiteit en over eventuele slachtoffers. Instrueer deze collega tevens om naar de omgeving rond de oprijlaan van de school te gaan om ervoor te zorgen dat de toegang naar het schoolterrein vrij blijft en om de hulpdienst(en) bij aankomst te informeren over plaats van de calamiteit, toedracht, omstandigheden en eventuele slachtoffers; f. open de deuren van de garderobe naar het schoolplein; g. vang de hulpdiensten op en verstrek zoveel mogelijk informatie over de calamiteit en de exacte locatie. Indien de brandweer is opgeroepen, gebruik dan voor het informeren over de exacte locatie de plattegronden van de school (extra set aan brandweer overhandigen). N.B. Blijf zolang mogelijk op uw plaats. 5. Instructie rector Hoe te handelen in geval van alarmering? a. u wordt gewaarschuwd door Ger van Ruiswijk of het directiesecretariaat; b. indien mogelijk: overleg met Ger (bij diens afwezigheid met het hoofd BHV) over de te nemen acties. c. begeef u naar de conciërgeloge en overleg met het hoofd BHV over het vervolg van uw acties; d. in geval van slachtoffers en/of noodzaak van een contactpersoon in de omgeving van de calamiteit: doe een gekleurd BHV-hesje aan en begeef u naar de desbetreffende verdieping; houd middels een draagbare telefoon voortdurend contact met het hoofd BHV over de situatie ter plekke of loop heen en weer. Het hoofd BHV verzorgt de coördinatie van de overige taken vanuit de conciërgeloge; e. in geval van geen slachtoffers en/of geen noodzaak van een contactpersoon in de omgeving van de calamiteit: geef leiding aan de ontruiming (de eindverantwoordelijkheid ligt bij de rector en bij afwezigheid van de rector bij de directeur stafbureau; het hoofd BHV heeft de leiding in de praktische uitvoering); f. geef leiding aan de BHV-organisatie (de eindverantwoordelijkheid ligt bij de rector; het hoofd BHV heeft de leiding in de praktische uitvoering). Ontruimingsplan 2012/2013 CSG Willem van Oranje/Zoomwijck en Poortwijk 3

6. Instructie docenten Hoe te handelen in geval van een melding van een calamiteit tijdens de lessen? a. meld de calamiteit via de dichtstbijzijnde collega aan Ger van Ruiswijk; b. bij brand: sluit ramen en deuren (deuren mogen niet op slot worden gedraaid, maar moeten wel dichtgedaan worden); c. bij brand: leerlingen laten hun tassen en jassen achter en mogen absoluut niet naar de kluisjes; d. volg de instructies van brandweer, BHV ers en ontruimers zonder discussie op; e. (bege)leid leerlingen (indien mogelijk) zelf naar de appèlplaats via de kortste vluchtroute. Voor de lokalen rondom het trappenhuis betekent dit de centrale trap. Voor lokalen in de serre de nooduitgang aan het eind van de serre. De lokalen in de nieuwe Noordvleugel op het achterplein moet verlaten worden via de nooduitgangen op de begane grond en de 1 e verdieping, aan het eind van de gang. Voor andere lokalen de brandtrap. In elk lokaal hangt bij de deur een plattegrond met de vluchtroute(s). Blijf continu bij deze klas en zorg ervoor dat leerlingen allemaal op het gras gaan staan en niet op het schoolplein, op het parkeerterrein of op straat blijven hangen. Vermijd dat de klas op weg naar de appèlplaats de toegangsroute voor de brandweer blokkeert. f. zorg voor transport voor mindervaliden, op iedere etage is daarvoor een brandwerende deken aanwezig. Tevens is er één evacuatiechair aanwezig. Overleg met de BHV er ter plaatse over een plek, achter brandvertragende deuren, waar de mindervalide (onder begeleiding van een BHV er) de komst van de brandweer af kan wachten. Geef die plek door aan het hoofd ontruiming. g. de lift kan zonder toestemming van de brandweer onder geen enkele voorwaarde gebruikt worden; h. houd toezicht op de volledige klas op de verzamelplaats. Er vindt tijdens de ontruiming géén terugkoppeling over leerlingen plaats door de docent aan het hoofd BHV. Hoe te handelen in geval van een melding van een calamiteit buiten de lessen? i. Leerlingen, docenten en eventuele bezoekers begeven zich via de dichtstbijzijnde toegankelijke (nood)uitgang naar een van de verzamelplaatsen. (Docenten gaan dus niet terug naar hun lokaal.) Docenten begeleiden de leerlingstromen naar de verzamelplaatsen. Docenten zorgen voor toezicht op de verzamelplaats en het vrijhouden van de toegang voor de brandweer; j. leerlingen laten hun tassen en jassen achter en mogen absoluut niet naar de kluisjes; k. leerlingen zorgen voor transport van gehandicapte klasgenoten. Opmerking: Bij een oefening mag een leerling uitsluitend in bijzondere omstandigheden alleen achterblijven in het gebouw als dat vooraf schriftelijk is geaccordeerd door de rector en brandweer. De desbetreffende leerling zal in het bezit worden gesteld van een (geplastificeerd) kaartje waarop dat staat vermeld. In verband met de telefonische bereikbaarheid zal één van de secretariaten bemensd blijven; ook dit uiteraard alleen bij een oefening. 7. Instructie ontruimingsploeg Hoe te handelen in geval van alarmering? a. meld u bij het centrale punt van uw gebouwdeel; één van de BHV-ers neemt de portofoon van die verdieping op. b. verdeel met de andere ontruimers van dat betreffende gebied het te ontruimen gebied. Wijs één persoon aan die namens de groep via de portofoon zal rapporteren aan het Hoofd BHV. c. Voer de ontruimingstaken uit en kom als ploeg ontruimers weer samen op het centrale punt. Wacht daar op elkaar en ga gezamenlijk naar beneden, alwaar de eerder aangewezen Ontruimingsplan 2012/2013 CSG Willem van Oranje/Zoomwijck en Poortwijk 4

ontruimer het Hoofd BHV meldt dat de ontruiming van het betreffende gedeelte gereed is. De ontruimers wachten bij het hoofd BHV op verdere instructie. d. De controle op aanwezigheid van achtergebleven personen geschiedt door: 2e verdieping 1e verdieping begane grond, gymzalen, magazijnen, serre en aula, lift Noordvleugel geheel hekken, schoolpleinen, parkeerterrein en de controle op het toegankelijk houden van het terrein voor de brandweer dhr. Van Herk, dhr. Pegels, mw. Nieuwenhout/mw. Moerer, mw. Briegoos, dhr. Koolstra mw. Van Elsen, mw. Van der Burg/mw. Hulleman, dhr. Stolk/mw. De Lange (roosterdienst), dhr. Dunk, mw. Van Rijswijk/mw. Blom/mw. Van der Pols, dhr. G. Andeweg, mw. Manukiley dhr. Hougee, mw. De Munnik-Dekker, dhr. Wegman, dhr. Kool dhr. Van Rij mw. Slabbekoorn, mw. Schuijlenburg, mw. Oudijn Opmerking Niet alleen lokalen dienen te worden gecontroleerd, ook de andere ruimten in de toegewezen sector. Na controle worden de bevindingen aan het hoofd BHV doorgegeven. Het gecontroleerde gebied wordt door het hoofd BHV afgetekend op de plattegronden van het schoolgebouw. Wanneer door afwezigheid van een of meerdere leden van de ontruimingsploeg een bepaalde sector niet is gecontroleerd, wijst het hoofd BHV iemand van de ontruimingsploeg aan die inmiddels zijn/haar eigen sector heeft gecontroleerd, die de taak van het afwezige lid overneemt. 8. Instructie EHBO er Voor EHBO-hulpverlening is dhr. G. van Ruiswijk (1 e verantwoordelijke) beschikbaar en dhr. Tramper (reserve) en mevrouw Slabbekoorn (reserve). In overleg met de 1 e verantwoordelijke EHBO er, wordt bepaald wie bij de calamiteit als EHBO-er fungeert en de EHBO koffer en de AED meeneemt naar de overdekte bankjes voor leerlingen op het plein voor de school. Daar worden ook de eventuele ambulante, niet ernstig gewonden naar toegebracht. 9. Instructie BHV ers Hoe te handelen in geval van ernstige slachtoffers/met mindervaliden? a. als Ger nog niet weet dat er ernstige slachtoffers zijn, meld hem dit dan met zo specifiek mogelijke informatie omtrent aantal slachtoffers, soort verwondingen, plaats calamiteit en omstandigheden ter plaatse; b. haal de slachtoffers, ongeacht soort verwondingen, weg uit de gevarenzone en laat hen niet achter in een looproute. Dit geldt ook voor mindervaliden; c. breng de slachtoffers/mindervaliden naar een plek achter brandvertragende deuren; d. laat de slachtoffers/mindervaliden nooit alleen achter; e. laat het hoofd BHV weten waar de slachtoffers/mindervaliden en de BHV ers zich bevinden; f. wacht tot de brandweer komt. Ontruimingsplan 2012/2013 CSG Willem van Oranje/Zoomwijck en Poortwijk 5

10. Wijze van ontruiming De school wordt in één keer ontruimd volgens de aangegeven vluchtroutes. Niemand continueert werkzaamheden, gaat naar andere ruimtes of terug het gebouw in. 11. Verzamel- en appèlplaatsen (zie kaartje) Verzamelplaats 1: grasveld naast het fietspad aan de Randweg (tussen Randweg en de voorzijde van de school); Verzamelplaats 2: grasveld (in wijk) recht tegenover einde uitrijlaan school, via brommerpoort bereikbaar. Niemand verlaat het grasveld. Er zijn dus geen leerlingen op de school- en parkeerterreinen en straten. Niemand gaat opnieuw het gebouw in. 12. Terugkeer in het gebouw Signaal veilig Zodra het gebouw door de brandweer weer veilig en toegankelijk wordt geacht, wordt door het hoofd BHV via de bel of handmatig het signaal veilig gegeven. Pas daarna kunnen leerlingen en personeelsleden het gebouw weer ingaan en hun werkzaamheden hervatten. Ontruimingsplan 2012/2013 CSG Willem van Oranje/Zoomwijck en Poortwijk 6

Locatie POORTWIJK 1. Melding calamiteit en alarmering Zodra er een calamiteit wordt opgemerkt, wordt deze gemeld aan de conciërge (die optreedt als Hoofd BHV). Indien de conciërge niet aanwezig is, wordt de plaatsvervangend rector (of bij diens afwezigheid de conrector) geïnformeerd. De conciërge maakt eerst een inschatting van de ernst van de calamiteit. Als de situatie het toelaat, overlegt zij met de plaatsvervangend rector (bij diens afwezigheid met de conrector) over verdere acties. Als hiervoor geen tijd is gezien de ernst van de calamiteit, neemt zij zelf het besluit tot wel/niet ontruimen, wel/niet bellen van 112. Zij is verantwoordelijk voor de communicatie met 112, personeel (omroepen via intercom, sein tot ontruimen) en derden. Tevens is zij verantwoordelijk bij een ontruiming - voor het aansturen van de BHVorganisatie (BHV-ers en ontruimers) en het efficiënt laten verlopen van de ontruiming. Melding calamiteit intern naar de conciërge via a. direct; b. intercom; c. directietoestel (plv. rector). Alarmering door conciërge via omroepinstallatie. Indien mogelijk, zal er eerst een mondelinge mededeling gedaan worden, waarbij de aard van de calamiteit wordt vermeld en instructies worden gegeven. Daarna zal de slow whoop klinken. De slow whoop is een ontruimingssignaal (bestaande uit een toon die begint bij een frequentie van ca. 500 Hz om dan in enkele seconden een octaaf te stijgen. Hierna stopt het signaal en begint kort daarna opnieuw). Zodra en zolang dit signaal klinkt, dient er dus ontruimd te worden. Als alleen de slow whoop klinkt en er geen mondelinge mededeling is, dient er ook ontruimd te worden. Wanneer alarmering op bovenstaande wijze door een technische storing niet kan plaatsvinden, wijst de conciërge 3 collega s aan die elk op één etage handmatig alarm slaan. 2. Instructie algemeen Hoe te handelen in geval van een calamiteit? a. conciërge (of bij haar afwezigheid de plaatsvervangend rector of bij diens afwezigheid de conrector) waarschuwen (a. direct, b. intercom-toa, c. directietoestel) b. de in gevaar verkerende personen waarschuwen en naar een veilige omgeving brengen; c. bij brand: ramen en deuren sluiten (niet op slot); d. blussen met de aanwezige middelen; e. opdrachten leiding uitvoeren (de eindverantwoordelijkheid ligt bij de plaatsvervangend rector; de conciërge heeft de leiding in de praktische uitvoering); f. de BHV-ers, de ontruimingsploeg en de EHBO-ers doen direct het oranje hesje aan voor een goede herkenbaarheid. 3. Instructie Hoofd BHV Hoe te handelen in geval van een calamiteit? a. er wordt een calamiteit gemeld: verzamel bij de melder van de calamiteit zoveel mogelijk gegevens over de calamiteit; b. maak een inschatting van de ernst van de calamiteit; c. indien er voldoende tijd is: overleg met de plaatsvervangend rector (bij diens afwezigheid de conrector) over de te ondernemen acties; d. waarschuw indien van toepassing - de brandweer (112) op de volgende wijze: Naam : C.S.G. Willem van Oranje Adres : Polderlaan 2, Oud-Beijerland Ontruimingsplan 2012/2013 CSG Willem van Oranje/Zoomwijck en Poortwijk 7

Etage : Lokaal : Aard : e. informeer en instrueer via de intercom de aanwezigen van het pand en zet het ontruimingssignaal (slow whoop) in werking. f. indien van toepassing; sluit de brandwerende deuren; g. instrueer de ontruimers en BHV-ers; h. baken het gevarengebied af met ontruimers/bhv-ers; i. indien 112 wordt gebeld: instrueer een nabije collega over de plaats, toedracht, omstandigheden van de calamiteit en over eventuele slachtoffers. Instrueer deze collega tevens om naar de omgeving rond de oprijlaan van de school te gaan om ervoor te zorgen dat de toegang naar het schoolterrein vrij blijft en om de hulpdienst(en) op te vangen. j. open de deuren van naar de schoolpleinen; k. vang de hulpdiensten op en verstrek zoveel mogelijk informatie over de calamiteit en de exacte locatie. Indien de brandweer is opgeroepen, gebruik dan voor het informeren over de exacte locatie de plattegronden van de school (extra set aan brandweer overhandigen). N.B. Blijf zolang mogelijk op uw plaats. De receptie zal bemensd blijven voor de zover de calamiteit dat toelaat als aanspreekpunt voor eventuele hulpdiensten. 4. Instructie plaatsvervangend rector Hoe te handelen in geval van alarmering? a. u wordt gewaarschuwd door de conciërge of een collega; b. indien mogelijk: overleg met de conciërge over de te nemen acties. c. in geval van slachtoffers en/of noodzaak van een contactpersoon in de omgeving van de calamiteit: doe een gekleurd BHV-hesje aan en begeef u naar de desbetreffende verdieping; houd middels een draagbare telefoon voortdurend contact met de conciërge over de situatie ter plekke of loop heen en weer. De conciërge verzorgt de coördinatie van de overige taken vanuit de conciërgeloge; d. in geval van geen slachtoffers en/of geen noodzaak van een contactpersoon in de omgeving van de calamiteit: geef leiding aan de ontruiming (de eindverantwoordelijkheid ligt bij de plv. rector (bij diens afwezigheid bij de conrector); de conciërge heeft de leiding in de praktische uitvoering); e. geef leiding aan de BHV-organisatie (de eindverantwoordelijkheid ligt bij de plv. rector; de conciërge heeft de leiding in de praktische uitvoering). 5. Instructie docenten Hoe te handelen in geval van een melding van een calamiteit tijdens de lessen? a. meld de calamiteit via de dichtstbijzijnde collega aan de conciërge; b. bij brand: sluit ramen en deuren (deuren mogen niet op slot worden gedraaid, maar moeten wel dichtgedaan worden); c. bij brand: leerlingen laten hun tassen en jassen achter en mogen absoluut niet naar de kluisjes; d. volg de instructies van brandweer, BHV ers en ontruimers zonder discussie op; Ontruimingsplan 2012/2013 CSG Willem van Oranje/Zoomwijck en Poortwijk 8

e. (bege)leid leerlingen (indien mogelijk) zelf naar de appèlplaats via de kortste vluchtroute. Voor een snelle doorstroom en om stagnatie te voorkomen dienen bij de centrale trap de nooddeuren gebruikt te worden i.p.v. de normale toegangsdeuren. Naast de centrale trap is er ook een buitentrap. In elk lokaal hangt bij de deur een plattegrond met de vluchtroute(s). Blijf continu bij deze klas en zorg ervoor dat leerlingen niet blijven hangen (bijv. bij de deur van de sporthal). Vermijd dat de klas op weg naar de appèlplaats de toegangsroute voor de brandweer blokkeert. f. zorg voor transport voor mindervaliden, op iedere etage is daarvoor een brandwerende deken aanwezig. Tevens is er één evacuatiechair aanwezig. Overleg met de BHV er ter plaatse over een plek, achter brandvertragende deuren, waar de mindervalide (onder begeleiding van een BHV er) de komst van de brandweer af kan wachten. Geef die plek door aan het hoofd BHV. g. de lift kan zonder toestemming van de brandweer onder geen enkele voorwaarde gebruikt worden; h. houd toezicht op de volledige klas op de verzamelplaats. Er vindt tijdens de ontruiming géén terugkoppeling over leerlingen plaats door de docent aan de conciërge. Opmerking: Indien er afhankelijk van de situatie - onvoldoende ontruimers aanwezig zijn, zal het Hoofd BHV één of meerdere docenten aanwijzen die als ontruimer vorm geven aan de ontruiming en door het Hoofd BHV aangewezen delen van de school controleren. Zie hiervoor punt 6. De docent zal de klas eerst overdragen aan een collega. Hoe te handelen in geval van een melding van een calamiteit buiten de lessen? i. Leerlingen, docenten en eventuele bezoekers begeven zich via de dichtstbijzijnde toegankelijke (nood)uitgang naar een van de verzamelplaatsen. (Docenten gaan dus niet terug naar hun lokaal.) Docenten begeleiden de leerlingstromen naar de verzamelplaatsen. Docenten zorgen voor toezicht op de verzamelplaats en het vrijhouden van de toegang voor de brandweer; j. leerlingen laten hun tassen en jassen achter en mogen absoluut niet naar de kluisjes; k. leerlingen zorgen voor transport van gehandicapte klasgenoten. Opmerking: Bij een oefening mag een leerling uitsluitend in bijzondere omstandigheden alleen achterblijven in het gebouw als dat vooraf schriftelijk is geaccordeerd door de rector en brandweer. De desbetreffende leerling zal in het bezit worden gesteld van een (geplastificeerd) kaartje waarop dat staat vermeld. In verband met de telefonische bereikbaarheid zal de receptie bij een oefening bemensd blijven. Bij een calamiteit zal de receptie aanspreekpunt zijn voor de hulpdienst(en). 6. Instructie ontruimingsploeg Hoe te handelen in geval van alarmering? a. De ontruimers nemen plaats bij de trap en zien er op toe dat de nooduitgangen zoveel mogelijk worden benut, dus o.a. ook de buitentrappen. Tevens zien zij toe op een ordelijke ontruiming bij de stroom leerlingen die de trap afloopt. b. De controle op aanwezigheid van achtergebleven personen (nadat alle leerlingen de trappen hebben verlaten) geschiedt door: 2e verdieping 1e verdieping begane grond, magazijnen, aula, lift begane grond, personeelsuitgang, hekken, schoolpleinen, parkeerterrein en de controle dhr. De Munck Mortier mw. Maris mw. Mommers-Pörschke dhr. Van de Griend Ontruimingsplan 2012/2013 CSG Willem van Oranje/Zoomwijck en Poortwijk 9

op het toegankelijk houden van het terrein voor de brandweer begane grond, leerlinguitgangen mw. Van Schaijk gymzalen de docent die daar op dat moment lesgeeft c. De ontruimers melden zich bij het Hoofd BHV om te melden dat de ontruiming van het betreffende gedeelte gereed is. De ontruimers wachten bij het hoofd BHV op verdere instructie. Opmerking Niet alleen lokalen dienen te worden gecontroleerd, ook de andere ruimten in de toegewezen sector. Na controle worden de bevindingen aan de conciërge doorgegeven. Het gecontroleerde gebied wordt door de conciërge afgetekend op de plattegronden van het schoolgebouw. Wanneer door afwezigheid van een of meerdere leden van de ontruimingsploeg een bepaalde sector niet is gecontroleerd, wijst de conciërge iemand van de ontruimingsploeg aan die inmiddels zijn/haar eigen sector heeft gecontroleerd, die de taak van het afwezige lid overneemt. 7. Instructie EHBO-er Indien daartoe bevoegd kan de BHV-er ook EHBO verlenen. 8. Instructie BHV ers Hoe te handelen in geval van ernstige slachtoffers/met mindervaliden? a. als de conciërge nog niet weet dat er ernstige slachtoffers zijn, meld dit dan met zo specifiek mogelijke informatie omtrent aantal slachtoffers, soort verwondingen, plaats calamiteit en omstandigheden ter plaatse; b. haal de slachtoffers, ongeacht soort verwondingen, weg uit de gevarenzone en laat hen niet achter in een looproute. Dit geldt ook voor mindervaliden; c. breng de slachtoffers/mindervaliden naar een plek achter brandvertragende deuren; d. laat de slachtoffers/mindervaliden nooit alleen achter; e. laat de conciërge weten waar de slachtoffers/mindervaliden en de BHV ers zich bevinden; f. wacht tot de brandweer komt. 9. Wijze van ontruiming De school wordt in één keer ontruimd volgens de aangegeven vluchtroutes. Niemand continueert werkzaamheden, gaat naar andere ruimtes of terug het gebouw in. 10. Verzamel- en appèlplaatsen Verzamelplaats 1: fietspad naast sporthal. Verzamelplaats 2: parkeerplaats bij de school, maar wel zo dat de aanrijroute voor de brandweer vrij blijft. Niemand verblijft buiten de appèlplaatsen. Niemand gaat opnieuw het gebouw in. 11. Terugkeer in het gebouw Signaal veilig Zodra het gebouw door de brandweer weer veilig en toegankelijk wordt geacht, wordt door de conciërge via de bel of handmatig het signaal veilig gegeven. Pas daarna kunnen leerlingen en personeelsleden het gebouw weer ingaan en hun werkzaamheden hervatten. Ontruimingsplan 2012/2013 CSG Willem van Oranje/Zoomwijck en Poortwijk 10

PROCEDURE BIJ BOMMELDINGEN en LEVENSBEDREIGINGEN Reële bomplaatsing en melding De basisgedachte bij een bommelder is altijd levensbesparend. Zou hij deze gedachtegang niet hebben dan zou hij nalaten de melding te doen en zondermeer zijn bom laten ontploffen. Zijn oogmerk zal er dan ook op zijn gericht om uitsluitend materiele schade te veroorzaken. Irreële bomplaatsing en melding (valse plaatsing of melding) De gedachtegang van deze dader is moeilijker in te schatten. Bepaalde ontevredenheid, agressiviteit, sensatiebelustheid of wrok liggen hieraan vaak ten grondslag. Dit is ook de dader die naar aanleiding van een bericht in krant of journaal ook eens een bommelding doet zonder dat daartoe enige aanleiding bestaat. Het meest cruciale onderdeel is het inschatten van de melding: is het reëel of irreëel? Voor bedrijven en instellingen is deze vraag uiterst moeilijk te beantwoorden aangezien de verantwoordelijke persoon, aan de hand van de melding, moet inschatten of de noodzaak tot ontruiming aanwezig is. De verantwoording voor het wel of niet ontruimen ligt volledig bij deze verantwoordelijke persoon. Van politiezijde uit kan gesteld worden dat elke bommelding als reëel zal worden benaderd. Afhankelijk van de melding, de verschafte informatie, de beschikbare tijd (tussen melding en uur-u) en de vooraf ontvangen ambtelijke informatie (risicogroeperingen) wordt bezien of een speciaal bomverkenningsteam in actie zal komen. Wanneer door de verantwoordelijke persoon van het bedrijf of de instelling besloten is om niet tot ontruiming over te gaan en de politie heeft uit de ambtelijke informatie bekendheid met het feit dat de gedane bommelding uiterst reëel is, dan wel als een verdacht voorwerp wordt aangetroffen, kan de ontruiming worden bevolen. Op grond van artikel 219 van de Gemeentewet kan door de Burgemeester een noodverordening worden uitgevaardigd waarin een gedwongen ontruiming kan worden opgenomen. De melding De bommelding wordt vaak telefonisch gedaan. Degene die de melding aanneemt zal met de procedure op de hoogte moeten zijn. Een alerte behandeling van de melding is van cruciaal belang voor de verder te nemen maatregelen en stappen. Meldingbehandeling (zie hiervoor ook het bijbehorende bommeldingsformulier): 1. Noteer het tijdstip van ontvangst. 2. Noteer bij nummerherkenning op het toestel het bellende telefoonnummer. 3. Noteer de letterlijke inhoud van het bericht. 4. Identificatie van de berichtgever 5. Identificatie van de plaats van waaruit de melding wordt gedaan LAAT DE BELLER ZOVEEL MOGELIJK PRATEN Ontruimingsplan 2012/2013 CSG Willem van Oranje/Zoomwijck en Poortwijk 11

Vraagstelling wanneer melder zelf aan de lijn is: - Wanneer springt de bom? - Waar ligt de bom? - Hoe ziet deze er uit? - Wat voor soort bom is het? (explosief/brand) - Waarom doet u dit? Vraagstelling bij melding uit de tweede hand (naast bovenstaande vragen) waarbij de melder wordt verteld dat betreffende vragen gesteld worden om mensenlevens te redden: - Van wie heeft u dit gehoord? - Hoe heeft u dit gehoord? SPREEK HIEROVER MET NIEMAND ANDERS DAN MET DE RECTOR (OF BIJ DIENS AFWEZIGHEID EEN ANDER DIRECTIELID) Verdere interne procedure bij telefonische bommeldingen Als er een bommelding binnenkomt dient te volgende procedure gevolgd te worden: 1. Noteren van de bommelding bij voorkeur op het daartoe bestemde vragenformulier. 2. Direct na de bommelding waarschuwen: de rector (of bij diens afwezigheid een ander directielid); 3. Rector (of bij diens afwezigheid een ander directielid) waarschuwt de politie middels nummer 112. 4. In overleg met de politie en na bestudering van het meldingsformulier wordt actie ondernomen. Dit kan zijn een bedekte zoekactie, een openlijke zoekactie of een gehele/gedeeltelijke ontruiming. Verdere interne procedure bij schriftelijke bommeldingen Als er schriftelijk melding wordt gedaan van plaatsing van een bom dient de volgende procedure gevolgd te worden: 1. De brief zo min mogelijk in handen laten komen. 2. De inhoud alleen aan de rector meedelen (of bij diens afwezigheid aan een ander directielid). 3. Brief en enveloppe apart in plastic omslag of map bewaren en overdragen aan de politie 4. Aantekeningen maken van wanneer en hoe het schrijven werd ontvangen en wie het na ontvangst in handen heeft gehad (i.v.m. vingersporen). 5. In overleg met de politie wordt actie ondernomen. Als er daadwerkelijk een bom wordt gevonden zal er geheel worden ontruimd volgens het ontruimingsplan en zal personeel worden ingezet bij het op afstand houden van publiek en bezoekers. Overigens is de stelregel bij de politie in het geval van bommeldingen dat er een half uur voor het aangegeven tijdstip dat de bom zou afgaan en een half uur nadat de bom tot ontploffing gebracht zou worden niet gezocht mag worden naar de (vermeende) explosieven. Ontruimingsplan 2012/2013 CSG Willem van Oranje/Zoomwijck en Poortwijk 12

Indien in overleg met de rector besloten wordt tot ontruiming wordt de ontruimingsprocedure als bij een calamiteit dus in werking gesteld met de volgende belangrijke verschillen: 1. Bij het informeren en instrueren van de aanwezigen van het pand via de intercom mag nooit worden aangeven dat het een ontruiming wegens bomalarm betreft om paniek te voorkomen. Er moeten andere bewoordingen worden gekozen. 2. Er moet worden omgeroepen dat tassen en jassen die leerlingen en docenten bij zich hebben, moeten worden meegenomen. Het is NIET de bedoeling dat men spullen op gaat halen uit kluisjes en garderobe. 3. Ramen en deuren moeten, vanwege explosiegevaar, zoveel mogelijk worden OPEN gezet. (LEVENS)BEDREIGINGEN Als er telefonisch (levens)bedreigingen worden geuit richting een bepaalde persoon of richting personen, wordt een vergelijkbare procedure gevolgd. Met name het identificatiegedeelte op het bommeldings- en bedreigingsformulier is in het geval van een bedreiging van belang. Interne procedure bij bedreigingen Als er een bedreiging binnenkomt dient te volgende procedure gevolgd te worden: 1. Noteren van de bedreiging bij voorkeur op het daartoe bestemde vragenformulier, met nadruk op het identificatiegedeelte. 2. Direct na de bedreiging waarschuwen: de rector (of bij diens afwezigheid een ander directielid). 3. Rector (of bij diens afwezigheid een ander directielid) waarschuwt de politie middels nummer 112. 4. In overleg met de politie en na bestudering van het meldingsformulier wordt besloten tot welke actie wordt overgegaan. Ontruimingsplan 2012/2013 CSG Willem van Oranje/Zoomwijck en Poortwijk 13

BOMMELDINGS- en BEDREIGINGSFORMULIER Basisgegevens bij telefonische bommelding Tijdstip van de melding: Nummer dat verschijnt in evt. nummerherkenning: Letterlijke tekst van de melding: Wanneer springt de bom? Waar ligt hij? Hoe ziet hij er uit? Wat voor soort bom is het (explosief/brandbom)? Waarom doet u dit? Wie bent u? Bij melding uit tweede hand Van wie heeft u dit gehoord? Hoe heeft u dit gehoord? Identificatie stem Man / vrouw / kind Geschatte leeftijd: Identificatie spraak Langzaam/normaal/snel/afgebeten/ernstig/lachend Nederlands/Duits/Engels/Dialect: welk? Hakkelend/Lispelend/Hees/ Andere bijzonderheden Achtergrondgeluiden Lachen/praten/kinderen/muziek/werkplaats/verkeer Vliegtuigen/treinen Basisgegevens bij bommelding per brief Door wie is de brief afgeleverd? Wie hebben de brief allemaal vastgehouden? Datum:... Bericht aangenomen door:... Formulier afgegeven aan:... Ontruimingsplan 2012/2013 CSG Willem van Oranje/Zoomwijck en Poortwijk 14