Beleidsregels toepassing parkeernormen gemeente Eindhoven, Maart 2012 Burgemeester en wethouders van gemeente Eindhoven; gelezen de nota parkeernormen gemeente Eindhoven, maart 2012; overwegende dat het gewenst is nadere regels te stellen over de toepassing van de parkeernormen; gelet op artikel 2.5.30 van de Bouwverordening gemeente Eindhoven, de Algemene wet bestuursrecht en de vigerende bestemmingsplannen gemeente Eindhoven; besluiten: 1. Vast te stellen de Beleidsregels Toepassing Parkeernormen gemeente Eindhoven 2. De onder 1 genoemde beleidsregels in werking te laten treden daags nadat deze zijn bekend gemaakt. ARTIKEL 1. ALGEMENE BEPALINGEN Begripsbepalingen: Aanvrager: Parkeereis: Vergunninggebied: Reguleringsgebied: degene die een bouwaanvraag doet voor een ontwikkeling of functie. het totaal aan parkeerplaatsen dat de aanvrager moet aanleggen, waarbij rekening is gehouden met de parkeernormen, meervoudig gebruik van parkeerplaatsen, de reductiefactoren voor parkeergelegenheid op eigen terrein en al aanwezige parkeerplaatsen die aan de oude functie kon worden toegeschreven. het gebied waarbinnen het vergunningparkeren volgens de meest recente Parkeerverordening geldt op het moment van de aanvraag. een gebied waarbinnen sprake is van betaald parkeren en/of vergunninghoudersparkeren. Centrum, schilwijk en rest: de gebieden zoals gedefinieerd in de nota parkeernormen 2012. Parkeerovereenkomst: een overeenkomst tussen de aanvrager en een private partij of de gemeente, waarin beschreven is hoeveel parkeerplaatsen beschikbaar zijn en op welke voorwaarden (waaronder in ieder geval op welke momenten de plaatsen toegankelijkheid zijn, hoe de parkeerplaatsen beschikbaar blijven gedurende de aanwezigheid van functie, en hoe de overeenkomst overgaat op een nieuwe huurder/eigenaar van het betreffende pand). De koppeling tussen de ontwikkeling/functie en de parkeerplaatsen dient objectgericht te zijn en niet subjectgericht. ARTIKEL 2 BELEIDSREGEL KAMERVERHUUR EN STUDENTENHUISVESTING Om voor de parkeernorm van kamerverhuur/studentenwoning in aanmerking te komen dient er sprake te zijn verhuur op basis van een campuscontract Het campuscontract voorziet in de verhuur aan de doelgroep studenten en verbindt daarmee, in principe los van woninggrootte de woonheid aan de parkeernorm voor studenten. Waar mogelijk zal werking van het campuscontract via een kettingbeding opgelegd worden. Indien er geen campuscontract is afgesloten wordt de norm voor kleine woning gehanteerd. ARTIKEL 3 BELEIDSREGEL ONTWIKKELINGEN MET GERINGE TOENAME PARKEERDRUK (<1,5) Indien de rekenkundige waarde van de parkeereis minder dan 1,5 bedraagt wordt vrijstelling verleend van de parkeereis. Er wordt geen financiële vergoeding verlangd en is er geen parkeerdrukonderzoek noodzakelijk. Deze vrijstelling geldt niet voor ontwikkelingen met de functie wonen (behoudens hetgeen gesteld in artikel 4). Voor bouwplannen met deze functies zal moeten worden aangetoond dat de bezettingsgraad in de
nabije omgeving (inclusief de toename ten gevolge van het bouwplan niet boven de 90% uitkomt. Er worden geen financiële vergoedingen verlangd. De kosten voor het parkeeronderzoek komen voor rekening van de aanvrager. Gezien de reeds bestaande hoge parkeerdruk In de wijken: Doornakkers-Oost, Woensel-West, Bennekel-Oost, Limbeek, Doornakkers-West, Rochusbuurt, Irisbuurt, Tuindorp (volgens gebiedsindeling afdeling Geo informatie) wordt voor ontwikkelingen/bouwplannen met de functie wonen geen vrijstelling verleend. ARTIKEL 4 BELEIDSREGEL STIMULERING ONTWIKKELING EN GROEI STAD Om in de groei en ontwikkeling van de stad in deze economisch moeilijke tijden niet te blokkeren kan voor ontwikkelingen met een parkeereis van 1,5 parkeerplaats of meer voor het deel van de parkeereis dat niet op eigen terrein kan worden opgelost voor maximaal 10 parkeerplaatsen een beroep worden gedaan op de parkeergelegenheid in de openbare ruimte. Voorwaarde hierbij is dat die parkeerruimte op de openbare weg aanwezig is op de voor de functie relevante momenten, en dat de bezettingsgraad in de nabije omgeving - inclusief de toename ten gevolge van het bouwplan- niet boven de 90% uitkomt. Er worden geen financiële vergoedingen verlangd. ARTIKEL 5 BELEIDSREGEL VERVANGENDE PARKEERRUIMTE In deze beleidsregel wordt beschreven op welke wijze in vervangende parkeerruimte kan worden voorzien binnen een parkeervergunninggebieden of betaald parkeren gebied wanr de aanvrager niet of in onvoldoende mate kan voldoen aan de parkeereis. Hierbij kunnen de volgende situatie worden onderscheiden: 1. De aanvrager geeft een vervangende private parkeerruimte op. In een gebied waar sprake is van betaald parkeren of vergunninghoudersparkeren wordt als vervangende parkeerruimte gezien een parkeergelegenheid die gelegen is op een kortere loopafstand dan de loopafstand tot de meest dichtstbijzijnde grens van het reguleringsgebied, waarbij de loopafstanden via logische looproutes wordt gemeten. De loopafstanden zoals opgenomen in de tabel acceptabele loopafstanden van de nota parkeernormen worden in acht genomen. De vervangende parkeerruimte is voor de functie in voldoende aantal aanwezig op de juiste momenten. De afmetingen van de parkeerplaatsen dienen minimaal te voldoen aan de in de bouwverordening gestelde afmetingen. Tevens dienen de plaatsen bereikbaar te zijn op een verkeersveilige wijze. De aanvrager maakt de bezoekers attent op de parkeerplaatsen. Er dient een parkeerovereenkomst bij de bouwaanvraag te worden overlegd. Deze overeenkomst moet een langdurig karakter hebben (ca. 10 ar). In een gebied waar geen sprake is van parkeerregulering wordt als vervangende parkeerruimte een nabijgelegen parkeergelegenheid in de onmiddellijke omgeving gezien waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat gebruikers van de betreffende functie er gebruik van zullen maken. De vervangende parkeerruimte is voor de functie in voldoende aantal aanwezig op de juiste momenten. De loopafstanden zoals opgenomen in de tabel acceptabele loopafstanden van de nota parkeernormen worden in acht genomen. De afmetingen van de parkeerplaatsen dienen minimaal te voldoen aan de in de bouwverordening gestelde afmetingen. Tevens dienen de plaatsen bereikbaar te zijn op een verkeersveilige wijze. De aanvrager maakt de bezoekers attent op de parkeerplaatsen. Er dient een parkeerovereenkomst tussen de aanvrager en de aanbieder van de private parkeerruimte bij de bouwaanvraag te worden overlegd. Deze overeenkomst moet een langdurig karakter hebben (ca. 10 ar). 2. Aanleggen vervangen parkeerruimte in de openbare ruimte Vervangende parkeerruimte kan ook een parkeerruimte in het openbaar gebied zijn. Als er extra parkeerplaatsen in het openbare gebied binnen of buiten een gebied met parkeerregulering - aangelegd kunnen worden, moeten deze minimaal voldoen aan de afmetingen van parkeerplaatsen zoals die in de bouwverordening zijn aangegeven. De plaatsen moeten bereikbaar zijn op een verkeersveilige wijze. De nieuwe parkeerplaatsen krijgen en behouden te allen tijde een openbaar karakter, zonder enige verwijzing naar de betreffende functie. De plaatsen worden op kosten van de
aanvrager aangelegd. Bij het vervallen van de functie, blijven de plaatsen behouden, zonder dat daarbij de aanvrager recht heeft op een financiële vergoeding. Het aanleggen van parkeergelegenheid in het openbaar gebied kan alleen plaatsvinden in overleg met en goedkeuring van de gemeente. Met de aanleg van de parkeerplaatsen ontstaat geen recht op een parkeervergunning. 3. Afkoop parkeereis middels storting in het parkeerfonds. Als de aanvrager niet kan voorzien in voldoende parkeervoorzieningen op één van de bovengenoemde wijzen, kan het college ontheffing verlenen van de parkeereis en daarvoor een financiële vergoeding verlangen. Die vergoeding is gebaseerd op de bedragen zoals opgenomen in het reglement parkeerfonds. Afkoop van de parkeereis middels storting in het fonds kan alleen in gevallen waarbij de omvang, locatie en realisatietermijn van de te realiseren vervangende parkeergelegenheid bekend zijn. Er wordt een parkeerovereenkomst tussen de aanvrager en de gemeente opgesteld, waarin de nadere afspraken over de te compenseren parkeerplaatsen zijn beschreven. Als de aanvrager niet kan voorzien in voldoende vervangende parkeervoorzieningen voor de betreffende functie zoals beschreven onder de punten 1 tot en met 3 wordt de aanvraag afgewezen. ARTIKEL 6 BELEIDSREGEL WONEN BOVEN WINKELS Om de levendigheid in de binnenstad te stimuleren is het wenselijk het wonen boven winkels te bevorderen. Hierbij wordt ingezet op een doelgroep die als binnenstadsbewoner niet of slechts sporadisch in het bezit is van een auto. Daarom worden ontwikkelingen uitgaande van verbouw van bestaande panden ten behoeve van de functie wonen, waarbij de toevoeging van volume minder is dan 15 % in het gebied dat begrensd wordt door de straten Fellenoord-Emmasingel-Keizersgracht-Wal-Bilderdijklaan-Geldropseweg-Vestdijk vrijgesteld van de parkeereis. Er wordt geen maximum gesteld aan het aantal parkeerplaatsen waarvoor ontheffing kan worden verleend. Er worden geen financiële vergoedingen verlangd. Er ontstaat geen recht op een parkeervergunning. ARTIKEL 7 BELEIDSREGEL RUIMTELIJKE INITIATIEVEN TE REALISEREN OP EEN PARKEERVOORZIENING Bij bouwinitiatieven op een bestaande gemeentelijke parkeervoorziening moet rekening worden gehouden met de effecten van het verlies aan bestaande parkeercapaciteit. In principe moet het verlies aan capaciteit binnen het project zodanig worden gecompenseerd dat er geen structureel nadelig effect is op de parkeerdruk. Bovendien zullen door de gemeente aangegane verplichtingen moeten worden gerespecteerd. ARTIKEL 8 BELEIDSREGEL INVLOED HOV Ter stimulering van het gebruik van het HOV (Hoogwaardig Openbaar Vervoer) mag in het centrum en de schilwijken in de nabijheid van een HOV-halte (minder dan 200 meter) het bezoekersdeel van de parkeernorm worden gehalveerd. Tevens mag er niet meer gerealiseerd worden dan de minimum parkeernorm voor de betreffende functie. ARTIKEL 9 BELEIDSREGEL MEER DAN DE NORM Het is denkbaar dat een aanvrager meer capaciteit wil realiseren dan het maximum zoals dat op basis van de parkeernormen is berekend. Het college kan hiervoor toestemming verlenen, als daarmee tegelijk een algemeen belang kan worden gediend. De meercapaciteit kan bijvoorbeeld mogelijk worden ingezet voor compensatie van naburige ontwikkelingen of ter vermindering van de parkeerdruk in de directe omgeving, Wel zal de gemeente in dat geval eerst moeten onderzoeken wat de consequenties zijn van de mogelijke extra verkeersbewegingen die het gevolg zijn van de meercapaciteit. Als die gevolgen niet wenselijk blijken te zijn, bijvoorbeeld omdat dat teveel ten koste gaat van de verkeersveiligheid of de luchtkwaliteit in de directe omgeving, dan zal de aanvrager gehouden worden aan de maximum parkeernorm. De gemeente kan aanvullende voorwaarden stellen aan de beschikbaarheid en of het gebruik van deze extra parkeergelegenheid.
In het kader van de verbetering van de luchtkwaliteit wordt er naar gestreefd het autoverkeer binnen de ring terug te dringen. In dat kader zal voor het gebied binnen de ring geen toestemming worden verleend voor het realiseren van meer parkeergelegenheid dan de maximale norm. ARTIKEL 9 HARDHEIDSCLAUSULE Het college kan voor ontwikkelingen die bijzonder waardevol zijn voor de stad, die niet passen in de genoemde ontheffingscriteria besluiten gebruik te maken van de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht (Awb). ARTIKEL 10 OVERGANGSBEPALINGEN Ruimtelijke activiteiten, waarvoor een vergunning wordt aangevraagd voordat de beleidsregels in werking zijn getreden, worden getoetst aan het toetsingskader dat op het moment van ontvangst van de aanvraag geldt. Voor zover parkeernormen reeds vastliggen in bestemmingsplannen of andere door de raad vastgestelde regelingen, blijven deze van kracht. Vastgesteld in de vergadering van xx xx 2012. De secretaris, De burgemeester, PUBLICATIEDATUM:
Stroomschema Parkeereis < 1,5 Functie wonen Gelegen in de binnenstad* en betreft het de functie wonen? Gelegen in de binnenstad*? Voldaan aan de parkeereis middels parkeren op eigen terrein Gelegen in de wijken genoemd in artikel 3? Is er ruimte in het openbaar gebied (max 10 plekken) en blijft de parkeerdruk < 90%? Blijft de parkeerdruk < 90% Kan er worden voorzien in vervangende parkeergelegenheid 1. privaat 2. aanleg extra capaciteit 3. afkoop parkeerfonds * onder binnenstad wordt verstaan het gebied begrensd door de straten Fellenoord-Emmasingel- Keizersgracht-Wal-Bilderdijklaan-Geldropseweg-Vestdijk