Aan: De gemeenteraad van Delft I.a.a. : Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft

Transcriptie

1 Belangenvereniging Binnenstad Noord Rietveld LG Delft tel.: webadres: Aan: De gemeenteraad van Delft I.a.a. : Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft Delft, 30 juni 2019 Kenmerk: BBN Onderwerp: Voortgang Fietsparkeren Delft - uitvoeringsagenda 2018 t/m 2021 Geachte raad, Het college heeft u de brief Voortgang Fietsparkeren Delft - uitvoeringsagenda 2018 t/m 2021 d.d. 26 juni 2019 aangeboden. Volgens planning wordt deze brief betrokken bij het onderwerp fietsparkeren in de vergadering van uw commissie Ruimte en Verkeer van aanstaande dinsdag 2 juli. Probleem In de brief van het college wordt het paraplubestemmingsplan Parkeren als volgt besproken: Via het paraplubestemmingsplan Parkeren zijn de gemeentelijke fietsparkeernormen onderdeel geworden van het ruimtelijke beleid. De tekst geeft aan dat bij nieuwe ontwikkelingen aan deze normen wordt getoetst. Helaas is dat lang niet altijd het geval. De regeling sluit niet, en is onvoldoende toegesneden op nieuwe ontwikkelingen in de bestaande stad, met name als dit verbouw betreft. Verbouw komt vaak voor in de (binnen)stad en betreft onder andere de volgende situaties: een bestaande woning wordt opgedeeld in kleine zelfstandige eenheden (microappartementen); een bestaande woning wordt kamergewijs verhuurd (verkamering); 1

2 een voormalig bedrijfspand wordt verbouwd tot zelfstandige eenheden (microappartementen); een voormalig bedrijfspand wordt verbouwd en kamergewijs verhuurd (verkamering). Dit zijn situaties die kunnen leiden tot grote hoeveelheden extra op straat geparkeerde fietsen. In de bijlage worden deze gevallen nader toegelicht, waarbij we ook aandacht besteden aan autoparkeren: ook daar kan de regeling effecten hebben die minder wenselijk zijn. Oplossing De ongewenste situatie is op te lossen door het paraplubestemmingsplan Parkeren op de volgende wijze aan te passen : fietsparkeernormen van toepassing op alle vormen van wonen, en niet alleen nieuwbouw; wonen in bestemmingsplannen te definiëren als zelfstandig wonen. Daardoor moet altijd een bestemmingsplantoets en dus een toets aan de fietsparkeernormen bij omzetting in onzelfstandige woningen uitgevoerd worden. Bij het tot stand komen van het paraplubestemmingsplan Parkeren in 2017 hebben wij samen met de andere twee belangenverengingen uit de binnenstad een zienswijze ingediend, omdat het bestemmingsplan niet sluitend is, en onvoldoende toegesneden is op nieuwe ontwikkelingen in de bestaande stad. Wij hebben toen tevens de bovengenoemde oplossing aangedragen. Onze zienswijze is afgewezen met de motivatie dat het paraplubestemmingsplan slechts een door de landelijke wetgeving afgedwongen technische omzetting van de parkeerregels uit de APV naar bestemmingsplannen betrof en dat er daarom geen tijd en ruimte was voor inhoudelijke wijziging. Er zijn inmiddels twee jaar verstreken en het lijkt ons nu een goed moment om het paraplubestemmingsplan Parkeren te actualiseren. Verzoek Wij vragen u daarom het college te verzoeken het paraplubestemmingsplan Parkeren te actualiseren voor de eerste twee hierna volgende onderwerpen, respectievelijk de leefbaarheidstoets uit de beleidsregels over omzetting te kwantificeren: fietsparkeernormen van toepassing op alle vormen van wonen; wonen in bestemmingsplannen definiëren als zelfstandig wonen; fietsparkeren als concrete gekwantificeerde eis meenemen in leefbaarheidstoets bij verkamering. Met vriendelijke groeten, de Belangenvereniging Binnenstad Noord J.T. Gravesteijn Voorzitter H. van Bodegom Secretaris Bijlage: Fiets- en autoparkeren en nieuwe ontwikkelingen : onvoldoende geregeld 2

3 FIETS EN AUTOPARKEREN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN: ONVOLDOENDE GEREGELD Versie 30 juni 2019 Sinds 2018 zijn de gemeentelijke (fiets)parkeernormen via het paraplubestemmingsplan Parkeren onderdeel geworden van het ruimtelijk beleid. De regeling sluit echter niet, en is onvoldoende toegesneden op nieuwe ontwikkelingen in de bestaande stad, met name als dit verbouw betreft. We illustreren dat aan de hand van vier cases. CASE 1: Molenstraat 32: opdelen van een woning Begane grond van woning wordt opgedeeld in vier woninkjes. -> fietsen: facetbestemmingsplan parkeren levert geen eis fietsparkeerplekken te realiseren, want wonen is uitgezonderd. De algemene regel in art. 5.1 is een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat gelet op de omvang en de gebruiksfunctie van het gebouw in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren van fietsen op het eigen terrein en deze parkeerruimte in stand wordt gehouden. Maar artikel 5.2 bevat een uitzondering: Het bepaalde in lid 5.1 sub b geldt niet voor een gebouw voor een woonfunctie, niet-zijnde een woonfunctie voor studenten of een woonfunctie voor zorg. En de ontwikkelaar stelt dat er niet verhuurd zal worden aan studenten. De reden van deze uitzondering wordt beargumenteerd in de nota parkeernormen 2018 Artikel 4.31 van het Bouwbesluit 2012 stelt eisen aan de aanwezigheid, bereikbaarheid en afmetingen van de buitenberging bij woningen. Om deze reden zijn in deze Nota geen fietsparkeernormen voor de functie wonen opgenomen. Omdat het Bouwbesluit echter geen prestatie-eisen stelt aan bergruimtes voor studenten- en zorgwoningen, waardoor het kan voorkomen dat bergruimtes niet geschikt zijn voor het stallen van fietsen, bevat deze Nota specifieke fietsparkeernormen voor studentenwoningen en zorgwoningen -> fietsen: Bouwbesluit is echter ook niet van toepassing, want het gaat hier om verbouw, verandering binnen het bestaande bouwvolume. Er hoeft slechts voldaan te worden aan het van rechtens verkregen niveau, niet aan eisen voor nieuwbouwwoningen. Ook hier kan geen eis worden opgelegd tot realiseren van fietsenberging. -> auto s: de woningen zijn kleiner dan 40m2, daardoor parkeernorm 0,1 per woning. Er moet bij deze ontwikkeling 0,4 parkeerplek gerealiseerd worden. De oude woning had al recht op 1 parkeerplek, dus geen nieuwe parkeerplekken te realiseren. Wel krijgt elke nieuwe bewoner dezelfde rechten als andere bewoners van de binnenstad op bewoners en bezoekersparkeren. Consequentie van vier huizen in plaats van 1 voor parkeren in de openbare ruimte: - kans op minimaal vier fietsen extra stallen in openbare ruimte - recht op aanvraag van vier eerste bewonersparkeervergunningen - recht op aanvraag van vier bezoekersparkeervergunningen 3

4 CASE 2: Rietveld 7 verkamering van een woonhuis (casus speelde voor nieuwe beleid, we kijken wat consequenties huidige beleid zijn) Pand wordt kamergewijs verhuurd in 5 kamers -> fietsen: facetbestemmingsplan lijkt hier wel in beeld te komen (want het gaat om een woonfunctie voor studenten, en valt dus niet onder de uitzondering), maar dat is toch niet het geval. Voor het omzetten van zelfstandige naar onzelfstandige woonruimte is geen omgevingsvergunning nodig dus vindt geen toets plaats aan het bestemmingsplan. -> fietsen: Bouwbesluit is hier ook niet van toepassing; van rechtens verkregen niveau geldt. Ook hier kan geen eis worden opgelegd tot realiseren van extra fietsenberging. -> fietsen en auto s: omzettingsvergunning - algemene leefbaarheidtoets. De gemeente zou een omzettingsvergunning kunnen weigeren als de leefbaarheid onder druk komt te staan, alleen is deze eis nu moeilijk te operationaliseren (welke maatregelen kunnen door de eigenaar worden getroffen worden zodat dit geen probleem is) -> auto s: per kamer (wooneenheid) geldt parkeernorm van 0,1. Er moet bij deze ontwikkeling 0,5 parkeerplek gerealiseerd worden. De oude woning had al recht op 1 parkeerplek, dus geen nieuwe parkeerplekken te realiseren. Wel krijgt elke nieuwe bewoner dezelfde rechten als andere bewoners in de binnenstad op bewoners en bezoekersparkeren. Consequentie van vier kamers in plaats van 1 voor parkeren in de openbare ruimte: - kans op minimaal vijffietsen extra stallen in openbare ruimte - recht op aanvraag van vijf eerste bewonersparkeervergunningen - recht op aanvraag van vijf bezoekersparkeervergunningen Tenzij geen omzettingsvergunning vanwege negatief resultaat algemene leefbaarheidstoets. CASE 3: pand met huidig gebruik hotel (200 m2) en gemengde bestemming wordt verbouwd tot 6 appartementen Hotel wordt verbouwd tot zelfstandige woninkjes -> fietsen: facetbestemmingsplan parkeren levert geen eis fietsparkeerplekken te realiseren, want wonen is uitgezonderd. De algemene regel in art. 5.1 is een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat gelet op de omvang en de gebruiksfunctie van het gebouw in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren van fietsen op het eigen terrein en deze parkeerruimte in stand wordt gehouden. Maar artikel 5.2 bevat een uitzondering: Het bepaalde in lid 5.1 sub b geldt niet voor een gebouw voor een woonfunctie, niet-zijnde een woonfunctie voor studenten of een woonfunctie voor zorg. En de ontwikkelaar stelt dat er niet verhuurd zal worden aan studenten. -> fietsen: Bouwbesluit is echter ook niet van toepassing, want het gaat hier om verbouw, verandering binnen het bestaande bouwvolume. Er hoeft slechts voldaan te worden aan het van rechtens verkregen niveau, niet aan eisen voor nieuwbouwwoningen. Ook hier kan geen eis worden opgelegd tot realiseren van fietsenberging. 4

5 -> auto s: de woningen zijn kleiner dan 40m2, daardoor parkeernorm 0,1 per woning. Er moet bij deze ontwikkeling 0,6 parkeerplek gerealiseerd worden. Het oude pand had al recht op 1,5 parkeerplek, dus geen nieuwe parkeerplekken te realiseren. Wel krijgt elke nieuwe bewoner dezelfde rechten als andere bewoners van de binnenstad op bewoners en bezoekersparkeren. Consequentie van zes huizen in plaats van 1 hotel voor parkeren in de openbare ruimte: - kans op minimaal zes fietsen extra stallen in openbare ruimte - recht op aanvraag van zes eerste bewonersparkeervergunningen - recht op aanvraag van zes bezoekersparkeervergunningen CASE 4: pand met kantoorbestemming (200 m2) wordt verbouwd tot kamergewijs bewoond pand met 6 kamers Voormalig kantoorpand wordt verbouw en verkamerd. -> fietsen: facetbestemmingsplan komt hier wel in beeld (want het gaat om een woonfunctie voor (vermoedelijk) studenten, en valt dus niet onder de uitzondering). Omdat hier van een kantoor een woning wordt gemaakt wat niet binnen BP past is een omgevingsvergunning nodig. Dus vindt toets plaats aan het bestemmingsplan. Er moet per kamer 1,1 fietsparkeerplek gerealiseerd worden, dus totaal 6,6. Bij de oude bestemming bestond al recht op 3,4 parkeerplaats, dus per saldo 3,2 te realiseren. De eigenaar zou er mogelijk onder uit komen als hij zegt dat de woningen niet bedoeld zijn voor studenten. -> auto s en fietsen: omzettingsvergunning - algemene leefbaarheidtoets. Die is hier niet aan de orde van het gaat niet om omzetting van een bestaande woning. -> auto s: per kamer (wooneenheid) geldt parkeernorm van 0,1. Er moet bij deze ontwikkeling 0,6 parkeerplek gerealiseerd worden. De oude woning had al recht op 1,2parkeerplek, dus geen nieuwe parkeerplekken te realiseren. Wel krijgt elke nieuwe bewoner dezelfde rechten als andere bewoners in de binnenstad op bewoners en bezoekersparkeren. Consequentie van zes kamers in plaats van pand met kantoorbestemming voor parkeren in de openbare ruimte: - kans op 3 extra fietsen in openbare ruimte - recht op aanvraag van zes eerste bewonersparkeervergunningen - recht op aanvraag van zes bezoekersparkeervergunningen Hoe zijn de bovenstaande cases op te lossen voor wat betreft fietsparkeren? Aanpassen regeling bestemmingsplan nodig: fietsparkeernormen van toepassing op alle vormen van wonen, en niet alleen nieuwbouw Wonen in bestemmingsplannen definiëren als zelfstandig wonen. Daardoor altijd een bestemmingsplantoets en dus een toets aan de fietsparkeernormen bij omzetting van pand met woonbestemming (of gemengde bestemming waaronder wonen) in onzelfstandige woningen. Fietsparkeren concreet meenemen in de leefbaarheidstoets bij verkamering en de eis kwantificeren 5