Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Vergelijkbare documenten
Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt

Samenvatting. (Summary in Dutch. For a summary in English, see section )

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

A GRAMMAR OF SANDAWE

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Samenvatting in het Nederlands

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Person Markers in Spoken Spontaneous Israeli Hebrew. A Systematic Description and Analysis S. Cohen

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten

1 Spelling en uitspraak

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Hiermee wijs je een speciaal iemand of iets aan. Je begint met de ene zinsstructuur en maakt de zin af in een andere zinsstructuur.

Studiewijzer TaalCompetent

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

8. Afasie [1/2] Bedenk tenminste drie verschillende problemen die je met taal zou kunnen hebben (drie soorten afasie).

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Z I N S O N T L E D I N G

(werkwoordelijk gezegde)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Inhoud. 1 Spelling en uitspraak. 2 Grammatica

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek

Online cursus spelling en grammatica

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

Eigen vaardigheid Taal

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Visuele Leerlijn Spelling

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Programma van Inhoud en Toetsing

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Nederlandse Samenvatting

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Inleiding: Combinaties

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Ontleden. a) het onderwerp b) het gezegde c) de voorwerpen (lijdend en meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp) d) de bepalingen

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Programma van Inhoud en Toetsing

Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal

1. Van taal naar taalwetenschap

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

1e Deeltentamen Inleiding Taalkunde

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden

Onderdeel: Grammatica -- RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Muiswerk Grammatica I-III is bedoeld om anderstaligen te leren hoe het Nederlands in elkaar zit.

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Inhoud. 1 Spelling 10

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

Formuleren voor gevorderden

Voorwoord 9 Gebruikte afkortingen 10 Overzicht van gebruikte grammaticale termen 11

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

Handige lessen Zweeds

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

DIOCESANE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST BISDOM BRUGGE

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

LESSTOF. Formuleren 1F

Samenvatting Nederlands Formuleren

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Transcriptie:

Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/36066 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wit, Gerrit de Title: Liko phonology and grammar : a Bantu language of the Democratic Republic of the Congo Issue Date: 2015-11-05

Samenvatting in het Nederlands Dit proefschrift beschrijft de fonologie, het toonsysteem en de grammatica van het Liko. Deze Bantoetaal wordt gesproken in het noordoosten van de Democratische Republiek Congo in Midden-Afrika, en is één van de talen van het zogenaamde noordelijk Bantoe grensgebied. De buurtalen van het Liko zijn het Budu, ook een Bantoetaal, en het Mangbetu, een Nilo-Saharaanse taal. De talen waarmee de Liko sprekers zich het meest verwant voelen, het Bali en het Bua, worden verder naar het zuiden en het westen gesproken. Het is interessant om te zien hoe het Liko zich als Bantoetaal heeft gehandhaafd in een complexe taalsituatie. Volgens informatie van de lokale overheid zijn er ongeveer 70.000 sprekers van de taal. Eén van de drie varianten van de taal is door het Liko taalcomité aangewezen als de standaardvariant voor taal-ontwikkeling. Deze variant is beschreven in dit boek. In hoofdstuk 1 worden de taal, de dialectsituatie en de sprekers geïntroduceerd, alsook de context waarbinnen deze studie is verricht. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de context van de initiële ontwikkeling van het Liko als geschreven taal en van een programma van Bijbelvertaalwerk. Dit hoofdstuk bevat verder een weergave van het veldwerk dat door mij tussen 2001 en 2013 is verricht en van eerdere publicaties en presentaties over deelonderwerpen van de taal. De hoofdstukken 2 en 3 behandelen de fonologische structuur en de fonologische processen van de taal. Omdat toon zo'n belangrijke rol speelt in het Liko, is er een apart hoofdstuk aan gewijd, hoofdstuk 4. Kennis van de fonologische processen en de toon is van belang voor het lezen van de daaropvolgende hoofdstukken. In hoofdstuk 2, de fonologische structuur, worden de fonemen, de lettergrepen en de structuur van woorden beschreven. Het Liko heeft 9 klinkers (veel Bantoetalen hebben een systeem met zeven klinkers) en 27 medeklinkers inclusief complexe medeklinkers, zoals de labiovelaire plofklanken /k p/, /g b/, g b/. Het Liko heeft 3 typen open lettergrepen: CV (een medeklinker en een klinker), V (alleen een klinker) en CGV (een medeklinker, een glijklank (j of w) en een klinker). Er zijn beperkingen op posities in een woord waarop klinkers en medeklinkers kunnen voorkomen en op het samen voorkomen van een aantal klinkers binnen een woord.

574 Samenvatting in het Nederlands Hoofdstuk 3 gaat over fonologische processen die bepalen hoe onderliggende klinkers aan de oppervlakte uitgesproken worden. In het Liko is het proces van klinkerharmonie overal in de taal werkzaam. De taal heeft twee klinkerseries, de [+ATR] klinkers /i, u, e, o/ en de [ ATR] klinkers /ɩ, ʊ, ɛ, ɔ, a/. Het gedrag van de /a/ is afwijkend. Het klinkerharmoniesysteem in het Lika is [+ATR] dominant: niet alleen verandert een [ ATR] klinker van een voor- of achtervoegsel in een [+ATR] klinker onder invloed van een stam met [+ATR] klinkers, maar zelfs veroorzaken achtervoegsels met een [+ATR] klinker dat het hele woord, inclusief een [ ATR] stam, [+ATR] wordt. De spreiding van het [+ATR] kenmerk vindt plaats binnen een bepaald domein. Daarbij is het opmerkelijk dat zelfs voorvoegsels die niet als lettergreep worden gerealiseerd, relevant zijn bij de bepaling van de linkergrens van het domein. Bijzonder aan het Liko is dat de taal bij hoge klinkers [+ATR] spreiding toestaat over de ondoorzichtige [ ATR] klinker /a/ in een stam en dat de taal enclitische morfemen heeft met een [ ATR] klinker die invloed uitoefenen op voorafgaande niet-hoge klinkers. Naast klinkerharmonie kent de taal veel situaties waarin twee klinkers naast elkaar komen te staan op de grens van twee morfemen. Er zijn verschillende manieren waarop het Liko daarmee omgaat: de eerste klinker wordt verwijderd, beide klinkers smelten samen tot één nieuwe klinker, de eerste klinker verandert in een glijklank, of beide klinkers blijven staan. Hoofdstuk 4 laat zien dat het Liko een toontaal is met twee onderliggende tonen: Hoog en Laag, die zowel lexicale als grammaticale tooncontrasten opleveren. Twee naamwoorden met alleen een verschillende toonhoogte hebben een verschillende betekenis (lexicaal tooncontrast). Een voorbeeld van grammaticaal tooncontrast in het Liko is het verschil in tijd: een hoge toon geeft verleden tijd aan, terwijl een lage toon toekomende tijd aangeeft. De lettergreep draagt de toon. Een lage en een hoge toon kunnen samen voorkomen op één lettergreep, wat leidt tot een LaagHoog toon. De volgorde HoogLaag op één lettergreep is niet toegestaan in de taal. Bepaalde stemhebbende medeklinkers hebben invloed uitgeoefend, of doen dat nog, op een volgende hoge toon, met als gevolg dat die LaagHoog of zelfs Laag is geworden of wordt. Het Liko heeft automatische downstep (ook downdrift genoemd), d.w.z. dat de toonhoogte van hoge tonen in een zin of zinsdeel steeds wat lager wordt als er een lage toon tussen staat, en niet-automatische downstep, d.w.z. dat de toonhoogte van een hoge toon een niveau verlaagd wordt onder

Samenvatting in het Nederlands 575 invloed van een voorafgaande lage toon die niet (meer) verbonden is met een lettergreep. Het Liko heeft werkwoordsvoor- en achtervoegsels zonder onderliggende toon, die verbonden worden met een toon via toonregels. De volgende toonregels zijn beschreven: spreiding van een hoge toon, herverdeling van een LaagHoog toon, verbinding van niet-verbonden tonen, verwijdering van een lage toon, niet-automatische downstep, reparatie van inbreuken op het Obligatory Contour Principle en polaire toon. Karakteristiek voor Bantoetalen is een systeem van naamwoordklassen met diverse corresponderende series van voorvoegsels voor verschillende woordsoorten. Elk naamwoord behoort tot een klasse. In de Bantoe taalfamilie zijn ongeveer 20 klassen geïdentificeerd. Het Liko heeft 13 klassen, waarbij de klassen 1 en 9 verder onderverdeeld zijn in subklassen. In een aantal klassen hebben naamwoorden ook een achtervoegsel; de meeste woorden met een achtervoegsel bevinden zich in de klassen 7, 8, 13 en 15. De keuze van de voorvoegsels van het bijvoeglijk naamwoord, het telwoord, het associatief element, en de keuze van de vorm van persoonlijke en aanwijzende voornaamwoorden hangt af van de klasse van het naamwoord. In afwijking van wat gangbaar is in Bantoetalen heeft de werkwoordsvorm in het Liko geen klassespecifiek voorvoegsel voor het onderwerp. In veel Bantoetalen worden bezitsrelaties uitgedrukt met klassespecifieke voorvoegsels in een associatieve constructie; het Liko heeft hier één onveranderdelijk genitief voorvoegsel voor. In hoofdstuk 5 wordt het systeem van naamwoordklassen behandeld, gevolgd door een beschrijving van bijvoeglijke naamwoorden, associatieve constructies en telwoorden. Het Liko heeft een kleine woordklasse van acht bijvoeglijke naamwoorden: de paren 'klein/groot', 'kort/lang', 'niet gaar, onrijp/gaar, rijp', een woord voor 'zwaar', en een woord voor 'groot, lang, hoog'. Opmerkelijk in het Liko is een grote groep woorden die bijvoeglijk gebruikt worden, maar niet het voorvoegsel nemen van het bijvoeglijk naamwoord, noch die van het naamwoord. In plaats daarvan worden deze woorden voorafgegaan door een associatief element of door het algemene voorvoegsel ɓɩ -, dat ook voorkomt bij bijwoorden en ideofonen. Deze groep woorden wordt in dit boek met de algemene term 'nominal modifiers' aangeduid, in afwachting van een specifiekere term, die wellicht komt als er meer bekend is van naburige en nauw verwante talen. Alleen de telwoorden

576 Samenvatting in het Nederlands één t/m vier hebben een voorvoegsel dat overeenkomt met de klasse van het naamwoord. Andere telwoorden zijn onveranderlijk. In hoofdstuk 6 staan persoonlijke, aanwijzende en bezittelijke voornaamwoorden, gevolgd door voorzetsels, vraagwoorden, bijwoorden, ideofonen en uitroepen. Het Liko heeft persoonlijke voornaamwoorden voor de eerste en tweede persoon enkelvoud en meervoud en daarnaast 'substitutives', woorden die in plaats van een naamwoord voorkomen. Substitutives corresponderen met de klasse van de referent. Het Liko heeft drie typen aanwijzende voornaamwoorden; type II duidt aan dat de referent dichtbij is, type I wordt gebruikt voor verder weg en voor verwijzing naar een referent die eerder is genoemd. Type III is een aanwijzend voornaamwoord dat met name exclusiviteit aangeeft. Bezittelijke voornaamwoorden worden gevormd door het genitief voorvoegsel ka- en een vorm voor persoon en aantal. Het Liko heeft drie voorzetsels. Locatie wordt verder weergegeven met behulp van locatieve naamwoorden, zoals kʊǵʊ 'bovenkant'. Ideofonen zijn expressieve woorden met bijzondere klankeigenschappen, o.a. het nabootsen van een geluid; zij worden in het Liko veel gebruikt. Hoofdstuk 7 gaat over het werkwoord. Werkwoordsvormen in het Liko bestaan uit een werkwoordstam, gebonden morfemen en de 'laatste klinker'. De gebonden morfemen vo o r de stam zijn de voorvoegsels voor onderwerp, negatie, voorwaarde, aspect en object (lijdend of meewerkend voorwerp). Afleidingen van het werkwoord, in beschrijvingen van Bantoetalen 'extensies' genoemd, zijn gebonden morfemen tussen de stam en de laatste klinker. Extensies zijn van invloed op het aantal syntactische argumenten van het werkwoord. Het Liko heeft de volgende extensies: causatief, applicatief, benefactief, resultatief, neuter, associatief en pluractioneel. Voorwaardelijke werkwoordsvormen en aanvoegende en gebiedende wijs worden in aparte secties beschreven. Het Liko heeft vijf toonmelodieën voor bevestigende en drie voor ontkennende werkwoordsvormen, die samen met voorvoegsels van aspect en met de laatste klinker de wijze, de grammaticale tijd en/of het aspect van het werkwoord bepalen. De werkwoordsvorm in het Liko is complex. De structuur kan bestaan uit vele morfemen, klinkers kunnen verdwijnen of veranderen op morfeemgrenzen, klinkers kunnen veranderen onder invloed van de klinkerharmonie, elke werkwoordsvorm heeft een toonmelodie en er zijn toonregels die toegepast moeten worden. Voor verwijzingen naar verleden en

Samenvatting in het Nederlands 577 toekomst, dichterbij en verder weg, kent het Liko een aantal bijwoorden van tijd die volgen op het werkwoord. Dit hoofdstuk sluit af met afleidingen van werkwoorden (tot naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden) en een paradigma van het werkwoord 'zijn'. Hoofdstuk 8 behandelt een selectie van syntactische onderwerpen: de argumenten van het werkwoord (intransitief en transitief, afleidingen met extensies), objectmarkering, woordvolgorde, relatieve bijzinnen, informatiestructuur, vergelijkingen en complexe zinnen, waarbij ook voegwoorden en zinnen met een infinitiefvorm van het werkwoord besproken worden. Het Liko is een taal met een strikte SVO woordvolgorde, d.w.z. het subject staat vo o r het werkwoord en de objecten erna. Objectmarkering bestaat uit een voorvoegsel in de werkwoordsvorm. Anders dan in veel Bantoetalen is deze markering in het Liko zeer beperkt. Alleen als het object een eerste of tweede persoon is of behoort tot naamwoordklasse 1 of 2 is objectmarkering mogelijk én verplicht. Bij de overige naamwoordklassen is geen objectvoorvoegsel in het werkwoord toegestaan. De objectmarkering verwijst alleen naar het eerste object na het werkwoord. Welk object als eerste op het werkwoord volgt, in het geval er meer dan één object is, wordt bepaald door de extensie van het werkwoord. Hoewel het in verschillende Bantoetalen moeilijk is om onderscheid te maken tussen object en adjunct (voorwerp en bepaling), biedt de grammatica in het Liko een manier om dit wel te doen. Bij relatieve bijzinnen en bij dislocatie naar links van een adjunct moet het woord minó voorkomen na het werkwoord. In geval van een object is het verplicht afwezig. Het Liko laat zien dat tests met vraagwoorden om focusmarkering te identificeren ook kunnen aantonen dat een taal geen specifieke markering voor deze vorm van focus heeft. Het Liko heeft wel een markering voor contrastieve focus, d.m.v. het woord áka aan het eind van een zinsdeel. Bijlage 1 bevat een tiental teksten van verschillende genres, voorzien van een interlineaire en een vrije vertaling. Het zijn mondelinge volksverhalen, technische instructies, morele adviezen, een verhaal over besnijdenis zoals het vroeger ging en een tekst die, anders dan de andere, zijn oorsprong niet heeft in de orale traditie, maar geschreven is ten behoeve van alfabetiseringswerk.

578 Samenvatting in het Nederlands Bijlage 2 beschrijft het scala van modaliteit, grammaticale tijd en aspect door middel van een paradigmatische samenvatting van het systeem met alle mogelijke werkwoordsvormen op basis van acht werkwoorden, onderscheiden door de kenmerken transitiviteit, primaire toon van de werkwoordstam en ATR.