Nota minimabeleid Versie:

Vergelijkbare documenten
Nota Minimabeleid 2015 Leiderdorp

Deelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein

Minimabeleid Beek, september 2014 Danielle Marting

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Aanleiding en probleemstelling

Gescand archief. Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Van Datum Pfh. Steller tel.nr. Programma Registratie nr. Stuk

GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

Beleidsplan minimabeleid

Beleidsregels financieel vangnet.

Overzicht huidige minimaregelingen

Interne Memo nr. commissie MO G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in

Notitie inkomensondersteuning 2015

Beleid minimaregelingen Datum indiening vragen: 10 maart Vragen:

Datum vergadering: Nota openbaar: Ja

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

MEMO. Lokaal. Geachte raad,

Iedereen doet mee inspiratiebundel. Minimaregelingen

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Aanpassing bijstandsbeleid / compensatie van de Wtcg en Cer

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. Voorstel tot aanpassen van het Armoedebeleid. AAN DE RAAD. Samenvatting

Notitie Minimabeleid Gemeente Rozendaal

Het Meedoenarrangement. Armoede mag niemand uitsluiten

Met ingang 2015 zijn er op het gebied van de bijzondere bijstand een aantal zaken veranderd.

Informatie over minimaregelingen 2018

Raadsvergadering : 17 mei 2010 Agendanr. 15

Bijlage 1 Opties voor gemeentelijke ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en advies voor keuze uit opties

Gescand archief datum ^OEC 2014

B&W-voorstel en besluitnota

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Bijzondere bijstand en minimaregelingen

In deze informatiefolder leest u meer over het minimabeleid van de gemeente Brummen.

Raadsvoorstel. : Voorstel integraal minimabeleid inclusief Klijnsma middelen Datum college : 11 juli 2017

Utrecht en de Participatiewet

Registratienummer: GF Datum: 12 november 2010 Agendapunt: 7

Acht financiële regelingen voor minima in Nunspeet

Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014

Raadsvoorstel. Bevoegdheid Raad. Vergaderdatum: 16 december 2014 Registratienummer: 2014/56 Agendapunt nummer: 11

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek;

- 1 - Begrotingswijziging n.v.t. X Kaderstellen Controleren Budget autoriseren Consulteren

Categoriale regelingen mogen worden verstrekt aan inkomens tot 110% van het minimum

Minimaregelingen. en bijzondere bijstand. Minimaregelingen. en bijzondere bijstand

Informatie over minimaregelingen 2018

Minimaregelingen en bijzondere bijstand

Startnotitie Integraal armoedebeleid

I-SZ/2015/2087 / RIS (Bijlage) Regeling Compensatie Zorgkosten 2016

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Openbaar (verderop aangeven waarom) Onderwerp: Wijziging doelgroep en gemeentelijke bijdrage collectieve zorgverzekering.

Keuzenotitie Gemeente Opmeer. Herijking en actualisering beleidsregels bijzondere bijstand en vereenvoudiging uitvoeringsproces

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder

INVENTARISATIE DOELGROEP ARMOEDEBELEID AMELAND

GEMEENTEBLAD. De gemeenteraden van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam, ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheid betreft;

Raadsbesluit. De gemeenteraad van gemeente Leudal. Agendapunt 8. Gezien het voorstel van het college d.d. 11 november 2014 nummer.

Advies aan de gemeenteraad

College van Burgemeester en Wethouders Postbus AP Kerkrade. SP Kerkrade Kaardebol HV Kerkrade. Vragen artikel 38 inzake armoede.

Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013

Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013 (geldig vanaf 5 oktober 2017) i

Verordening bijdrageregeling minima gemeente Nunspeet 2015

Divosa Benchmark Armoede & Schulden Rapportage 2017 module armoedebeleid

Toelichting op de Verordening Individuele Minima Toeslag Brielle Toelichting algemeen

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE

15 september / n.v.t. wethouder H.G. Engberink

Wat zijn de voorwaarden?

Wat is de langdurigheidstoeslag? Wat zijn de voorwaarden? Hoe hoog is de langdurigheidstoeslag? Hoe aanvragen? Heeft u nog vragen?

Gemeenteraad: 26 januari 2017

Onderwerp: Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Roerdalen 2015

1 NU WEET IK WELKE EXTRA S IK KAN AANVRAGEN. Regelingen voor minima op een rij. HOUTEN IJSSELSTEIN LOPIK NIEUWEGEIN VIANEN

Nota van B&W. Samenvatting

voor de inwoners van de gemeente Dongeradeel

Raadsvoorstel OP.09A

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012

Meer Mee-Doen. Regelingen bijzondere bijstand en minimabeleid

Gemeenteraad. Dienst/afdeling: PWI. Onderwerp Participatiewet, onderdeel WWB-maatregelen. Voorstel

Inkomensondersteuning voor mensen met een laag inkomen. in Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren

Armoedebestrijding gemeente Tholen Een activerend beleid Preventie Participatie Passende Ondersteuning

Informatie over minimaregelingen juli 2019

Veranderingen in de Jeugdzorg, Wmo en Participatiewet

Minimabeleid 't Hoogeland

Informatie over minimaregelingen

Hoge kosten - Laag inkomen?

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

Verordening bijdrageregeling minima gemeente Nunspeet 2018

Armoedebeleid en (voorgenomen) maatregelen Rijk. Presentatie Cie. MC 28 januari 2014

Informatie over minimaregelingen 2018

RAADSVOORSTEL Besluitvormend. Aan de Raad Agenda nr. 12 Extra middelen voor armoedebestrijding. Datum 20 november 2013

Regeling Compensatie Zorgkosten 2017

Raadsvoorstel agendapunt

- Alleenstaanden en alleenstaande ouders krijgen dezelfde norm voor inkomenstoeslag, namelijk 436,- ;

Naar een Financieel Vangnet

Scenario s minimabeleid 2016

Verordening Participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand gemeente Bergen 2012

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD. Behandelend ambtenaar: B. de Looff Afdeling/cluster: MO/SEM Telefoonnr.: Portefeuillehouder: J.F.A.

U kunt deze brief zelf aanpassen: vragen toevoegen, vragen weglaten, vragen wijzigen.

Beleidsregels minimabeleid 2015

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel. Besluit. Registratienr.: Openbaar. Compensatie wegvallen Wtcg en CER

Motie met betrekking tot eigen bijdrage voor de functie begeleiding geestelijk gehandicapten

Raadsvoorstel. Minimabeleidsplan Portefeuillehouder: H.G.Jumelet

Nota. Nota openbaar: Ja. Nummer: 14INT Invulling Wet chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en Compensatie Eigen Risico (CER) Onderwerp:

Minimaregelingen gemeente Emmen

Informatie over minimaregelingen 2018

Gemeente Albrandsujaard

Meer vóór mensen met minder

Transcriptie:

Nota minimabeleid Versie: 5-11-2015 1

Inhoud Pagina 1. Inleiding 3 2. Armoede in Nederland 4 3. Stille armoede 5 4. Integraal minimabeleid 6 5. Voorstel nieuw beleid 8 Minimabeleid als geheel 8 Individuele inkomenstoeslag 8 Collectieve ziektekostenverzekering 9 Zwembadabonnement kinderen tot 18 jaar 9 Individuele studietoeslag 10 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 10 Vergoeding participatie 10 Bijzondere bijstandsbeleid 10 Stichting leergeld 10 Jeugdsportfonds 11 Lidmaatschap verenigingen voor jongeren tot 18 jaar 11 Schuldhulpverlening 12 Vergoeding computer schoolgaande kinderen 12 6. Financiën 14 2

Hoofdstuk 1 Inleiding Voor u ligt de nota minimabeleid voor de komende 4 jaar (2016 t/m 2019) Vanuit verschillende groepen is de wens om het minimabeleid voor de gemeente Voorst opnieuw te beschrijven en vorm te geven aan de aanpak van de stille armoede in de gemeente voorst. De raad is toegezegd dat zij dit jaar nog een nota tegemoet kunnen zien. Verdere aanleiding voor deze nota is: - Met ingang van 2015 is de wetgeving op het gebied van Werk en Inkomen op verschillende punten gewijzigd, - het Rijk heeft extra middelen voor armoedebestrijding en schuldhulpverlening ter beschikking gesteld en - het Rijk heeft gemeenten belast met het treffen van een maatwerkvoorziening voor inkomensondersteuning chronisch zieken en gehandicapten. Daarnaast vragen ook de veranderingen in het sociaal domein (decentralisaties) om een andere invulling van het Minimabeleid. Het Rijk heeft voor de periode 2015 tot en met 2018 extra geld beschikbaar gesteld voor armoedebestrijding en schuldhulpverlening. Het Rijk vraagt gemeenten om bij de besteding van deze middelen extra aandacht te hebben voor de sociale participatie van kinderen. De middelen kunnen ook ingezet worden voor subsidiëring van lokale private initiatieven. Bij de decentralisaties staan de zelfredzaamheid ( eigen kracht ) en de maatschappelijke participatie van de kwetsbare burger centraal. Van onze inwoners verwachten we dat ze steeds meer zaken oplossen binnen hun eigen netwerk. Dit veronderstelt een mate van maatschappelijke participatie die niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Het goed kunnen functioneren van inwoners in onze maatschappij staat of valt met hun mogelijkheden en de ontwikkeling hiervan. Met ons vernieuwde minimabeleid willen we een grotere groep inwoners met een laag inkomen de mogelijkheid geven om volwaardig te participeren. Doelstellingen nieuw minimabeleid: In deze nota worden voorstellen gedaan om het minimabeleid aan te passen aan nieuwe wetgeving en op een aantal punten uit te breiden. Hierbij zijn steeds de volgende doelstellingen het uitgangspunt: - het bevorderen van maatschappelijke participatie; - het bevorderen van de participatie van kinderen: geen uitsluiting om financiële redenen; - ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten. 3

Hoofdstuk 2 Armoede in Nederland Armoede in Nederland kan omschreven worden als het niet volwaardig kunnen meedoen aan de samenleving. Je hebt misschien wel een dak boven je hoofd en elke dag iets te eten, maar verder heb je geen geld over. Je kunt bijvoorbeeld niet sporten, of geen sociale contacten onderhouden. Als je aanvullende medische zorg nodig hebt, kan je dat niet of moeilijk betalen. Het gaat vaak niet alleen om te weinig geld. Armoede is een complex probleem dat te maken kan hebben met o.a. opleiding, economische zelfstandigheid, gezondheid en wonen. Het armoedebeleid is daarom vooral ondersteunend aan andere beleidsterreinen. De doelgroep: Sinds 2011 neemt de armoede in Nederland snel toe (CBS, Armoedesignalement 2013). In 2010 had 7,4% van de huishouden een inkomen onder de lage inkomensgrens. In 2012 was dat 9,4%. Volgens ramingen van het CBS ligt dat percentage voor 2014 rond de 10%. Het Rijk heeft om deze reden extra geld beschikbaar gesteld om voor deze groep de gevolgen van de crisis en bezuinigingen te verzachten. Kinderen vormen een belangrijke doelgroep van het armoedebeleid. In Nederland leeft één op de negen kinderen in armoede. Kinderen die opgroeien in arme gezinnen worden dagelijks met geldgebrek geconfronteerd. Zij hebben een slechtere start en hun kansen voor de langere termijn worden bedreigd. Ze lopen een groter risico om ook als volwassene arm en sociaal uitgesloten te zijn. Daarom wil de gemeente Voorst dat het minimabeleid juist voor kinderen voldoende mogelijkheden tot participatie biedt. 4

Hoofdstuk 3 Stille armoede Onder stille armoede wordt verstaan de armoede die voor de samenleving niet goed zichtbaar is en die veelal veroorzaakt wordt doordat mensen niet of onvoldoende gebruikmaken van inkomensondersteunende voorzieningen. Hoe gaan we ervoor zorgen dat deze niet goed zichtbare armoede toch zichtbaar wordt. Naast hetgeen we doen op het gebied van bestrijding van (stille) armoede, zoals verderop in deze nota vermeld, zetten we, omdat stille armoede moeilijk te ontdekken valt, extra in op de volgende onderdelen a. Voor het beter bereik van het MNV is het voornemen een speciale telefoonlijn en mailadres in het leven te roepen waar burgers en professionals zaken kunnen melden. b. via communicatie, publicatie en het maatschappelijk netwerk Voorst aandacht vragen voor het onderwerp stille armoede. Dit laat onverlet dat wij permanent aan onze partners in onderwijs, maatschappelijk werk, volkshuisvesting, bedrijfsleven etc. onder de aandacht blijven brengen dat signalen van stille armoede doorgegeven kunnen worden aan het MNV. 5

Hoofdstuk 4 Integraal minimabeleid Activering naar werk is nog steeds de snelste weg uit de armoede. Werk geeft perspectief en biedt meer mogelijkheden om mee te doen in de samenleving. Inwoners van Voorst worden gestimuleerd om te gaan werken en zelf iets te doen om hun situatie te verbeteren. We spreken hen hierbij zoveel mogelijk aan op hun eigen kracht. Met de traditionele reintegratieinstrumenten en het netwerk van werkgevers kunnen werkzoekenden hierbij geholpen worden. Burgers die (nog) niet in staat zijn om te werken vragen we om op een andere manier te participeren. Schuldpreventie De gemeente doet al veel om te voorkomen dat mensen hoge schulden maken en daardoor in de problemen komen. Wanneer schulden voorkomen kunnen worden, betekent dat grotere financiële zelfstandigheid van burgers en lagere kosten voor de samenleving. De Stadsbank Apeldoorn heeft hierin een belangrijke rol. Inwoners van Voorst kunnen gratis deelnemen aan een budgetcursus. Ook wordt er samengewerkt met de woningcorporatie, maatschappelijk werk, de stadsbank en de klantmanager werk en inkomen om te voorkomen dat mensen als gevolg van een huurschuld uit hun huis gezet worden. Het maatschappelijk netwerk Voorst (MNVoorst) vervult hier een belangrijke rol in. Hier worden signalen opgepikt en mensen doorgeleid naar de medewerker van de stadsbank. In het contact met bewoners zullen de medewerkers bekendheid geven aan het minimabeleid en mensen wijzen op mogelijke deelname. Samenwerking met onze maatschappelijke partners Er zijn steeds meer maatschappelijke organisaties die actief zijn op het gebied van armoedebestrijding en schuldhulpverlening. Deze organisaties werken vaak met vrijwilligers. Met gemeentelijke subsidie kunnen deze organisaties andere fondsen verwerven voor hun activiteiten. Subsidiëring van deze organisaties is in lijn met onze visie op het sociaal domein, waarin we zoeken naar manieren om maatschappelijke organisaties steeds meer te betrekken bij de uitvoering van gemeentelijk beleid. Voorbeelden van deze organisaties zijn b.v. : stichting Leergeld, Jeugdsportfonds, e.d. Samenhang met andere beleidsterreinen Armoede is een complex probleem dat te maken heeft met inkomen, meedoen in de maatschappij, gezondheid, opleidingsniveau, zelfredzaamheid, woon- en leefomgeving. Daarom is het minimabeleid zo ingericht dat het ondersteunend is aan de doelstellingen van andere beleidsterreinen, zoals WMO, jeugd, sport en gezondheid. Door het stimuleren van sport en bewegen hopen we de leefstijl van minima te verbeteren en daardoor verminderen we gezondheidsachterstanden. Door de deelname van kinderen en jongeren tot 18 jaar aan sportieve en culturele activiteiten te stimuleren, dragen we bij aan de doelstellingen van ons jeugdbeleid. We vergroten de participatie en daarmee de ontwikkelingskansen van jongeren, een van de pijlers van het jeugdbeleid. In het kader van ons preventief gezondheidsbeleid is het belangrijk dat kinderen en jongeren van jongs af aan leren om gezonde keuzes te maken, zodat ze zich ontwikkelen tot volwassenen die zelf verantwoordelijkheid nemen voor een gezonde leefstijl. Hiermee kunnen problemen zoals overgewicht in de toekomst voorkomen worden. Met het uitbreiden van de doelgroep van het 6

minimabeleid, bereiken we dat meer mensen zullen worden aangemoedigd om te sporten en te bewegen (verhogen sportparticipatie). Vanaf 2014 wordt er in Voorst gefocust op Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG). De lokale JOGG-aanpak richt zich op kinderen en jongeren, hun ouders en hun omgeving, met als doel: de stijging van overgewicht en obesitas onder de jeugd omzetten in een daling. In Voorst neemt de gemeente de regie en werkt samen met alle lokale partijen op het gebied van zorg, sport, bedrijfsleven, woningbouw, welzijn en media om zo gezond eten en bewegen voor jongeren aantrekkelijker én gemakkelijker te maken. Dit leidt tot een meerjarig programma met allerlei activiteiten voor ouders en kinderen gericht op het stimuleren van bewegen en een gezondere voeding. Door de nadruk te leggen op (het stimuleren van) maatschappelijke participatie draagt het Minimabeleid bij aan het belangrijkste uitgangspunt van het beleid, namelijk inwoners te ondersteunen om zoveel mogelijk op eigen kracht te participeren in de samenleving. Inwoners die het tijdelijk, langer durend of structureel niet op eigen kracht redden, kunnen op ondersteuning rekenen. Een deel van de ondersteuning aan chronisch zieken en gehandicapten wordt geregeld via het Minimabeleid. De gemeente Voorst gaat een nota schrijven met betrekking tot preventie in het sociale domein. Onder Sociaal domein en lokale maatschappelijke ondersteuning verstaan we in deze nota de leefdomeinen Werk&Inkomen, Gezondheid&Informele zorg, Opgroeien&Opvoeden en Wonen&Leefbaarheid. Deze nota dient als basis voor geheel ons handelen als gemeente en de rol die wij naar maatschappelijke partners en inwoners willen vervullen. Hij dient als een paraplu voor het versterken van de sociale cohesie in de vier beleidsdomenen Werk&Inkomen, Gezondheid, Opgroeien& Opvoeden en Wonen&Leefbaarheid. Voor de uitvoering van preventiebeleid zijn uitgangspunten geformuleerd. Deze uitgangspunten zijn: Door preventief handelen verkleinen van de hulpvraag Regisseur in het sociaal domein Leveren van maatwerk/passend aanbod bij de situatie Stimuleren van een verbonden en vitale samenleving Kostenbeheersing en effectief inzet van middelen vergroten van zelfredzaamheid Een belangrijk aandachtspunt daarbij is transparantie: maatschappelijke partners moeten duidelijkheid hebben over onze visie, onze afwegingen en de vraag die wij aan hen stellen. Het doel van deze uitvoeringsnota is om hier invulling aan te geven. De nota zal eind 2015, begin 2016 klaar zijn. 7

Hoofdstuk 5 Voorstellen voor nieuw beleid Bij de toepassing van de bijstandsnorm is het goed te vermelden dat het voorstel is uit te gaan van de bijstandsnorm voor een alleenstaande, één-oudergezin of echtpaar. De kostendelersnorm laten we bij het minimabeleid buiten beschouwing. Hiermee wordt voorkomen dat er een ingewikkelde uitvoering ontstaat door deze kostendelersnorm berekeningen toe te passen, terwijl de baten niet navenant zullen zijn. Daar komt bij dat de toekenning van bijzondere bijstand in veel gevallen individueel wordt toegekend. Het lijkt dan niet redelijk ook andere huisgenoten eventueel te moeten laten betalen voor de kosten van bijzondere bijstand voor een individu. Voorstel: Bij het toepassen van de bijstandsnorm in het kader van het minimabeleid uitgaan van de norm voor een alleenstaande, één-oudergezin en echtpaar en daarbij de kostendelersnorm buiten beschouwing laten. Hieronder staan de consequenties van ons voorstel voor de afzonderlijke regelingen van het minimabeleid op een rij: a) Minimabeleid als geheel Huidige regeling: Op dit moment geldt voor alle regelingen met uitzondering van de individuele inkomenstoeslag, een inkomensgrens van 110% van de bijstandsnorm en voor de bijzondere bijstand een grens van 120%. Voorstel: Ophoging van de inkomensgrens van alle minimaregelingen - met uitzondering van de individuele inkomenstoeslag - naar 125% van de bijstandsnorm. Deze maatregel heeft effect op alle minimaregelingen Kosten: Bij doorvoering van onderstaande wijzigingen, bedragen de extra kosten voor het verhogen van de inkomensgrens. Per hieronder beschreven onderdeel wordt aangegeven wat de extra kosten hiervan zijn. b) Individuele inkomenstoeslag Huidige regeling: Uitkering eens per jaar voor mensen die minimaal 3 jaar lang een inkomen hebben gehad van 100% van bijstandsnorm. De toeslag kan volgens de wet alleen worden toegekend aan inwoners die langdurig een laag inkomen hebben gehad. Vanaf 2015 moet bij de toekenning van deze toeslag per individu gekeken worden naar de mate waarop iemand moeite heeft gedaan om werk te vinden (inspanningen om tot inkomensverbetering te komen). Voorstel: Uitkering eens per jaar voor mensen die minimaal 3 jaar lang een inkomen hebben gehad van maximaal 100% van de voor hen geldende bijstandsnorm. De toe te kennen bedragen blijven gelijk aan de huidige en worden vastgelegd in een verordening. De begrippen krachten en bekwaamheden en de inspanningen om tot inkomensverbetering te komen worden verder uitgewerkt in de beleidsregels. Voor mensen met een uitkering kan hierbij worden teruggegrepen op artikel 18, vierde lid a t/m h van de Participatiewet, waarin de verplichtingen van de Participatiewet beschreven zijn. Wanneer iemand zich gedurende de referteperiode (of het jaar voorafgaand aan de aanvraag) niet aan deze verplichtingen gehouden heeft, kan ervan uit gegaan worden dat hij zich niet voldoende heeft ingespannen om te komen tot inkomensverbetering. Kosten: Geen extra kosten. 8

c) Collectieve ziektekostenverzekering Huidige regeling: Al jaren maken we gebruik van een collectieve voorziening van Eno verzekeringen. Deze voorziening wordt beschikbaar gesteld aan alle burgers met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm. Door de collectieve afname van het pakket geeft Eno hierop een korting van ongeveer 6,5%. Daarnaast ontvangt ieder premieplichtige 10,- per maand aan bijzondere bijstand. Op dit moment maken 220 mensen gebruik van de voorziening. De kosten voor deze regeling bedragen voor de gemeente Voorst 27.400 per jaar. Met ingang van 2015 zijn de CER en Wtcg afgeschaft en is dit verantwoordelijkheid voor de gemeente om hier invulling aan te geven. De gemeente kan er ook voor kiezen hier niets aan te doen. Echter de gemeenten zijn hiervoor via de integratie uitkering van het Rijk voor het Sociaal Domein (gedeeltelijk) gecompenseerd. Afgelopen jaar is door de deelnemende gemeenten aan Eno gevraagd met een pakket te komen waarin de compensatie voor de afschaffing van beide regelingen is opgenomen. Dit plan lig nu voor en is aan de gemeenten om hier gebruik van te maken. Het bestaande pakket is uitgebreid met twee modules: De gemeentelijke module. Dit is een uitbreiding van het bestaande pakket met extra fysio behandelingen, betere vergoeding voor brillen en lenzen en verhoging van de vergoedingen voor tandheelkundige hulp. Extra kosten voor dit pakket zijn 5,26 per maand per verzekerde. Herverzekering wettelijk eigen risico. Het eigen risico voor verzekerden bedraagt in 2016 385,- per jaar. Door dit te verzekeren vervalt het eigen risico voor de deelnemer. Extra kosten voor deze module zijn 30,85 per maand per verzekerde. Uitgangspunt is dat men de keuze heeft om van dit pakket gebruik te maken. Er zijn andere mogelijkheden door gebruik te maken van een andere verzekering. Maar wanneer voor dit pakket wordt gekozen, dan ook met beide modules. De gemeente neemt deze extra kosten van 36,11 per maand voor haar rekening. De premie voor de verzekerde blijft op het huidige niveau (Wel komt de jaarlijkse premieverhoging voor rekening van de deelnemer). Voor 2016 wordt dit pakket aangeboden. In 2016 wordt gewerkt aan een meer modulaire opzet van de verzekering, waarin de klant meer keuzemogelijkheden wordt geboden. Voorstel: Deelname aan het pakket van Eno en dit beschikbaar stellen voor personen tot 125% van de bijstandsnorm. Kosten: Met de uitbreiding van het pakket en het beschikbaar stellen voor een bredere doelgroep is de verwachting dat hier zeker 400 personen gebruik van gaan maken (tegen de 220 op dit moment). Extra kosten zijn dan: 173.300. Daar staat tegenover de bijzondere bijstand van 10,- per maand per verzekerde komt te vervallen. Dit levert een bedrag op van 27.400. d) Zwembadabonnement kinderen tot 18 jaar Zwembadabonnement voor kinderen tot 18 jaar voor de zwembad De Schaeck. Deelname tot 125% van de bijstandsnorm. Voorstel: Deelname tot 125% van de bijstandsnorm. Kosten: Abonnement voor kinderen kost 83,55 per jaar (tarief 2015). Wanneer hier 100 kinderen gebruik van maken zijn de totale kosten hiervoor 8.355,- per jaar. 9

e) Individuele studietoeslag De Participatiewet bevat een nieuw artikel 36b over de Individuele studietoeslag. Hiermee wordt een studieregeling zoals die sinds 2010 in de Wajong was opgenomen in de bijstandswet geïntroduceerd. De gemeenteraad moet met betrekking tot dit onderwerp een verordening vaststellen en heeft dat eind 2014 gedaan. f) Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Bij een laag inkomen kan men eventueel in aanmerking komen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Om hiervoor in aanmerking te kunnen komen dient een kwijtscheldingsformulier ingevuld te worden. De gemeentelijke belastingen hebben hebben hun eigen normen daar waar het gaat om het kwijtscheldingsbeleid. Beleid in deze blijft ongewijzigd. g) Vergoeding participatie Voor ieder van 18 jaar en ouder die langdurig is aangewezen op een uitkering op bijstandsniveau kan in aanmerking komen voor een participatievergoeding. Deze vergoeding is bedoeld om te kunnen participeren in de samenleving. Te denken vat aan contributies, abonnement op kranten en tijdschriften, e.d. De vergoeding voor participatie is opgenomen in onze beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Voorst 2010 (deze zijn gewijzigd m.i.v. 1-2-2014). De nu voorgestelde regeling is ruimer dan omschreven in de beleidsregels bijzondere bijstand. Als gevolg van de vaststelling van deze nota zal ook de nota bijzondere bijstand moeten worden aangepast. Voorstel: Voor iedereen van 18 jaar en ouder die één jaar op 125% van de bijstandsnorm leeft kan in aanmerking komen voor een bijdrage van 250,- voor een echtpaar en 200,- voor een alleenstaande. Kosten: Uitgaande van 200 echtparen en 150 alleenstaanden gaat dit voorstel 80.000,- kosten. Daarop kan in mindering worden gebracht een fictief bedrag wat nu al wordt uitgegeven als gevolg van de bijzondere bijstandsregels. Hiervoor kan een bedrag van 20.000 in mindering worden gebracht. h) Bijzondere bijstandsbeleid Naast bijstand voor de kosten van participatie kan bijstand worden verleend voor kosten van deelname aan schoolreisjes, introductieweken etc. Deze kosten komen primair voor rekening van school en/of ouder tot een bedrag van (12 x 5,00) 60,00 per jaar. Bijzondere bijstand voor deze kosten bedraagt maximaal 100,00 per jaar per kind. Dit is al bestaand bijzondere bijstandsbeleid. Kosten: Deze kosten kunnen licht stijgen doordat een grotere groep hiervoor in aanmerking komt. Inschatting is dat de stijging marginaal zal zijn. i) Stichting leergeld 'Leergeld' is een landelijke organisatie, bestaande uit lokale stichtingen, die ter plaatse steun verlenen aan schoolgaande kinderen die ten gevolge van armoede onvoldoende kunnen deelnemen aan schoolse en buitenschoolse activiteiten. De stichting is in 2006 opgericht als Stichting Leergeld Apeldoorn en is vanaf januari 2007 gestart met haar werk. In 2008 is het werkgebied van de gemeente Apeldoorn uitgebreid met dat van de gemeente Voorst. Vanaf dat moment treedt de stichting naar buiten als Stichting Leergeld Apeldoorn-Voorst. 10

De stichting is geen onderdeel van de gemeente, maar krijgt van beide gemeenten wel veel medewerking. Leergeld Apeldoorn-Voorst is een vrijwilligersstichting die zijn geld krijgt van bedrijven, organisaties, particulieren, gemeente en provincie. Er zijn geen betaalde krachten. We hebben totaal 14 vrijwilligers waarvan er een tiental de huisbezoeken afleggen en de overige werken op kantoor waar met elkaar elke week zo n 60 uur wordt verzet. Stichting Leergeld Apeldoorn-Voorst is een particulier fonds dat bij minder draagkrachtige gezinnen voor kinderen van 4 tot 18 jaar een aantal sociale activiteiten bekostigt. Hierdoor kunnen deze kinderen 'meedoen' met hun leeftijdgenootjes. Leergeld helpt o.a. bij deelname aan een schoolreisje, lid worden van een sportvereniging, de aankoop van de sportuitrusting voor de club of kleding voor de scouting, balletschoenen voor balletles of een fiets om ergens heen te kunnen gaan. Ouders en verzorgers met een inkomen van minder dan 120% van de bijstandsnorm komen in aanmerking voor een bijdrage. De stichting is autonoom en hanteert een ander percentage dan wij als gemeente Voorst hanteren in het kader van het minimabeleid. In het kader van het minima- en bijzondere bijstandsbeleid wordt een vergoeding uit deze stichting gezien als een voorziening die dient te worden aangevraagd voordat een beroep kan worden gedaan op een vergoeding vanuit de bijzondere bijstand. Kosten: Kosten voor deze stichting zijn al in de raming opgenomen. j) Jeugdsportfonds Kinderen van 5 tot en met 18 jaar, die in gezinnen leven met weinig geld kunnen in aanmerking komen voor ondersteuning voor sport. Het Jeugdsportfonds betaalt de contributie en de benodigde attributen tot een maximaal bedrag van 225 per jaar. Het contributiebedrag wordt rechtstreeks naar de rekening van de sportvereniging overgemaakt. Ouders, kinderen en sportverenigingen kunnen zelf geen aanvraag indienen. Dit kan alleen gedaan worden door professionals uit het onderwijs, hulpverlening en de gezondheidzorg; zij zijn de zogenaamde intermediairs van het Jeugdsportfonds. Zij kunnen een aanvraag indienen want zij kennen de situatie van het kind. Het Jeugdsportfonds vertrouwt op hun oordeel. De aanvraag verloopt gemakkelijk via internet. In het kader van het minima- en bijzondere bijstandsbeleid wordt een vergoeding uit deze stichting gezien als een voorziening die dient te worden aangevraagd voordat een beroep kan worden gedaan op een vergoeding vanuit de bijzondere bijstand. k) Lidmaatschap verenigingen voor jongeren tot 18 jaar. We hebben gesteld dat kinderen een belangrijke doelgroep vormen van het armoedebeleid. In Nederland leeft één op de negen kinderen in armoede. Kinderen die opgroeien in arme gezinnen worden dagelijks met geldgebrek geconfronteerd. Zij hebben een slechtere start en hun kansen voor de langere termijn worden bedreigd. Ze lopen een groter risico om ook als volwassene arm en sociaal uitgesloten te zijn. Daarom wil de gemeente Voorst dat het minimabeleid juist voor kinderen voldoende mogelijkheden tot participatie biedt. 11

Om te voorkomen dat kinderen in een sociaal isolement geraken, stellen wij voor om de kosten van lidmaatschap van verenigingen te vergoeden tot een maximum van 100 per jaar. Hiermee kunnen de kosten van contributie en overige kosten voor een groot deel worden vergoed. Bij het onderzoek naar het recht op deze vergoeding wordt beoordeeld of eerst een voorziening via de stichting Leergeld en/of Jeugdsportfonds is gedaan en toegekend. De eventuele vergoeding hieruit wordt verrekend met deze vergoeding. Voorstel: Voor kinderen, waarvan de ouders op 125% van het bijstandsniveau leven, de kosten van contributie voor verenigingen tot een bedrag van 100 per jaar vergoeden. Kosten: Uitgaande van 50 kinderen die hiervan gebruik gaan maken bedragen de kosten 5.000. l) Schuldhulpverlening Wanneer er sprake is van problematische schulden of waar men in dreigt te geraken, dan kan een beroep worden gedaan op de schuldhulpverlening. De gemeente Voorst werkt voor het traject van schuldhulpverlening samen met de Stadsbank Apeldoorn. Dit betekent dat een inwoner van de gemeente Voorst zich rechtstreeks kan melden bij de Stadsbank Apeldoorn voor hulp of informatie. Een verzoek om in aanmerking te komen voor een schuldhulpverleningstraject staat voor iedereen open. Niet alleen het inkomen is bepalend, maar zeker de schuldenpositie waar men in verkeerd. De Stadsbank Apeldoorn bepaalt samen met de klant wat er moet gebeuren om de problemen aan te pakken. Daarvoor zijn verschillende mogelijkheden. De persoonlijke omstandigheden, zoals inkomen en hoogte van uw schulden, bepalen welke oplossingen er mogelijk zijn. In veel gevallen zal in het begin van dit traject een vrijwilliger worden ingezet om de schulden te ordenen en een overzicht te maken. Een medewerker van de Stadsbank Apeldoorn houdt iedere maandag en donderdag van 8.00 tot 16.00 spreekuur (alleen op afspraak) in het Kulturhus. Voorstel: via een communicatie, publicatie en het maatschappelijk netwerk Voorst inzicht krijgen in de stille armoede. Kosten: Zit al in de begroting. m) Vergoeding computer schoolgaande kinderen. Klanten met schoolgaande kinderen vanaf groep 6 tot 18 jaar met inkomen tot 125% het bijstandsniveau kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding om een computer aan te schaffen en een vergoeding voor de abonnementskosten van een internetaansluiting. De regeling geldt voor huishoudens met kinderen tot 18 jaar vanaf groep 6 van het basisonderwijs of in het voorgezet onderwijs. Vergoeding aanschaf computer met toebehoren Deze vergoeding is maximaal 550 en kan 1 keer in de 8 jaar per kind worden aangevraagd. 12

Vergoeding abonnementskosten internetaansluiting Deze vergoeding is maximaal 15 per maand en geldt voor een huishouden. De vermogensregels zoals die van toepassing zijn bij de bijzondere bijstand zijn hier ook van toepassing. Voorstel: Klanten met een inkomen van minder dan 125% van de bijstandsnorm in aanmerking laten komen voor bijzondere bijstand voor de aanschaf van een computer en de kosten van een internetaansluiting van hun schoolgaande kinderen vanaf groep 6 tot 18 jaar. Vergoeding bedraagt 550,- voor de aanschaf van een computer per kind en 15,- per maand voor de abonnementskosten van een internetaansluiting voor een huishouden. Kosten: Uitgaande van 50 kinderen per jaar is dit een kostenpost van (50 x 550) 27.500 voor de computers en (50 x 12 x 15) 9.000 voor de abonnementskosten van een internetaansluiting. 13

Hoofdstuk 6 Financiën 6. Financiën Hieronder een overzicht van de baten en lasten over 2016 als gevolg van de invoering van het nieuwe minimabeleid. Lasten 2016 Omschrijving Kosten c) Uitbreiding collectieve ziektekostenverzekering 145.900 d) Zwemabonnement kinderen tot 18 jaar 8.355 g) Vergoeding Participatie 60.000 k) Lidmaatschap verenigingen voor jongeren tot 18 jaar 5.000 m) Vergoeding computer schoolgaande kinderen tot 18 jaar 36.500 Totaal 260.755 Baten De dekking van de kosten wordt gevonden in de integratie uitkering van het Rijk voor het Sociaal Domein. 14