Inhoud. Dit boek mag vrij gekopieerd en rondgestuurd worden.



Vergelijkbare documenten
Inhoud 1. Voedsel en veiligheid 15. De eerste bank 2. Samenwerken 16. Bankbiljetten 3. Specialiteit 17. Gulden 4. Delen 18. Van guldens naar euro s

Geld. Ontstaan van geld

EURO. Vanaf januari 2002 betalen we in Nederland en in veel andere Europese landen met de euro.

Vervangende les 2 Wat is geld waard?

Tijdelijk Museum. Het spel

Op vakantie in het buitenland. Als je ouder bent, kun je met een bankpas overal geld opnemen.

Ontstaan van geld. Doel: Na deze opdracht weet je hoe geld ontstaan is. Uitleg opdracht. Thema: mini Samenleving

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

Inhoudsopgave. Jouw spreekbeurt over De Bank!

[MONEY, MONEY, MONEY,

De voorraad De aanhanger Het industrieterrein

Rabobank s-hertogenbosch en omstreken

De veranderende markt

Naam :. Maart Met dank aan: bron:

Anna en Alex nemen het op tegen de valsemunters

Winterslaap. Met filmpjes, werkblad en puzzels. groep 5/6. uitgave januari 2013

Rabobank s-hertogenbosch en omstreken

Lees het verhaal over Geld eens rustig door. Maak voor jezelf een samenvatting of powerpoint.

VEILIG OP DE BANK Opdrachtenblad Niveau:

Kun jij slim shoppen?

ANNA EN ALEX NEMEN HET OP TEGEN DE VALSEMUNTERS

ANNA EN ALEX NEMEN HET OP TEGEN DE VALSEMUNTERS

Winterslaap. groep 5/6

Gastles: Hoe word ik rijk?

Winterboek. Groep 3/4

Winterboek. Met filmpjes, werkblad en puzzels. Groep 3/4. uitgave januari 2013

Les 1: Kinderarbeid. Bedelende jongen

Inhoud. Mijn leven. ik ga verhuizen

VEILIG OP DE BANK Opdrachtenblad Niveau:

FOTOREGELS. Uitleg en regels rondom het gebruik van foto s. Het auteursrecht. Als ik een foto koop, krijg ik dan ook de rechten op de foto?

Activiteitenschema Archeologie

Drents Archief. Meisje met de hoepel. Groep 2 Speuren in het archief

Voorblad Wat is geld?

De steentijd Jagers en verzamelaars

Omdat u er niet alleen voor staat Een aandeel in elkaar

Een wat strenge stem, hij wil graag officiëler klinken dan hij in wezen is.

Koopkracht: de waarde van geld

Mijn Mokum is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het Amsterdam Museum.

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

6,9. Werkstuk door een scholier 1550 woorden 3 april keer beoordeeld. De euro

a. Een zin lees je van links naar rechts. Waarom eigenlijk? Wat denk jij?

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Het letterboek van Sint. Het letterboek van Sint

Afval vroeger en nu. Naam: Vroeger was alles anders. De mensen leefden heel primitief. Dat heb je gezien in het filmpje van Schooltv.


Hoe ziet een geldautomaat er van binnen uit?

Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit

Naam: De Romeinen. Vraag 1. De Romeinen hebben veel gebouwd. Noem vijf verschillende toepassingen. pagina 1 van 6

Lees je mee? Blaffende agent en andere bijzondere verhalen. werkbladen om methodisch en thematisch te werken aan leesbeleving

Thema: Nieuw biljet van vijf euro. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Ik ben de Euro! Euro is net Ali B. Een jongen van de straat. De EURO 5 6 GROEP. Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer.

taal portfolio Taalportfolio 9+

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase

Expeditie M&M. Microkredieten. lesbrief. ontdek avontuurlijk leren. Foto: Roel Burgler / Hollandse Hoogte

Dit wil zeggen dat de betaling gebeurt met papiergeld en muntstukken. De Europese centrale bank (ECB) geeft de biljetten en muntstukken uit.

Een nieuw bankbiljet ontwerpen toegepaste kunst

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

GROEP 55 EN 66. Vriendschap. Kom erbij!

Griezelboek. groep 3 en 4

Opdracht 1 Het oude Nederlandse geld had allemaal bijnamen. Welke combinaties zijn goed (verbind ze met een streep)? gulden

Deze Portugese gouden munt was vanaf 1785 een belangrijke handelsmunt op Curaçao. Bij introductie was de munt 90 realen waard.

Thuis films kijken. Acteurs spelen het verhaal na. de acteur = iemand die voor zijn beroep toneelspeelt of in een film speelt

Lesbrief nr 1. voor Groep 5 + 6

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

Aanwijzing: Lees de verhalen op de borden boven de kist goed; er staan aanwijzingen op. Kijk goed in de kist. Valt je daar iets bijzonders op?

met aflatoun geld geldspin (10 minuten) Rekenen groep 5/6

Hoe maak je een werkstuk?

Spreekbeurtinformatie Millenniumdoelen

een zee Rendierjagers De rendierjagers leefden in de prehistorie in ons land. Dat is de tijd voordat de van tijd een zee van tijd

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

Knabbel en Babbeltijd.

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Thema 1 Kopen. 1. Het industrieterrein 1. Een plaats waar veel fabrieken bij elkaar staan.

Een nieuwe bank. Lesvoorbereiding Crisis graad 2. Verwondering

Uitleg Zing in 19 mei 2013: Dat is verleidelijk!

De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Sint, mag ik u iets vragen?

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN

Voorbereiding post 2. Met de mens mee Groep 1-2-3

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids?

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

KIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING

De leerkracht zorgt ervoor dat alle leerlingen een gatentekst en een ontdekkaart hebben.

Opdracht 1 en 2. Voorbeeld: Deze toets is dat wel moeilijk; maar het toen is erg belangrijk dat je laat hondje zien wat je kunt.

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Stap 5) Filmpje, quiz en recepten Bekijk hoe bananen worden verbouwd, test je bananenkennis en maak een lekker bananenrecept!

Ik ben de Euro! Euro is net Ali B. Een jongen van de straat. De EURO 5 6 GROEP. Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer.

Fenomena. Jouw werkbladen. In NEMO. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam: Fenomena Groep 7-8 Leerlingen In NEMO versie

Leergebied: West Nederland. Besturing. In oude tijden droegen de mensen geen horloges. Toch konden ze de tijd meten!

Uitleg boekverslag en boekreclame

Als eerste bedankt voor het aanschaffen van deze PDF waarin ik je handige tips en trucs zal geven over het schrijven van een handleiding.

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Constructies

Vragen voor Sint. met werkblad, puzzels en filmpjes. groep 5/6

Deze handreiking is van:

Onderzoek onder kinderen groep 5 t/m 8

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Transcriptie:

Geld

Inhoud 1. Voedsel en veiligheid 3 2. Samenwerken 3 3. Specialiteit 4 4. Delen 4 5. Ruilen 5 6. Diensten 5 7. Nadelen 6 8. Schelpen 6 9. China 7 10. Munten 7 11. Wegen 8 12. Munten slaan 8 13. Reclame 9 14. Banken 9 15. De eerste bank 10 16. Bankbiljetten 10 17. Gulden 11 18. Van guldens naar euro s 11 19. Munten van nikkel 13 20. Modern betalen 13 21. Plastic geld 14 22. Thuis bankieren 14 23. Vals geld 15 24. Bedrog op het internet 15 25. Cryptogeld 16 26. Filmpjes 17 Puzzel 19. Bronnen en foto s 21 Dit boek mag vrij gekopieerd en rondgestuurd worden.

1. Voedsel en veiligheid Heel vroeger toen er nog geen geld bestond, was het leven simpel en overzichtelijk. Mensen hielden zich vooral bezig met hoe ze konden overleven in de natuur. Het belangrijkst waren voedsel en veiligheid. Mensen haalden hun eten uit de natuur. Ze jaagden en verzamelden vruchten en andere delen van planten. Een hut of grot en wapens zorgden voor de veiligheid tegen gevaren van buitenaf. IK WORD DAT JAGEN EN VERZAMELEN OOK SPUUGZAT. HET WORDT TIJD DAT DE GROENTE- WINKEL EN DE SLAGERIJ WORDEN UITGEVONDEN. 2. Samenwerken Mensen ontdekten dat het gemakkelijker was als mannen in groepen op jacht gingen. Meerdere jagers hadden meer kans om een buit binnen te halen dan één jager. Datzelfde gold ook voor het zoeken naar vruchten en planten in de natuur. Meerdere ogen zien meer dan één paar ogen. Natuurlijk bleven er ook mensen achter om de nederzetting en de kinderen te beschermen. Het was duidelijk dat mensen elkaar nodig hadden om te overleven.

3. Specialiteit Langzamerhand ontdekken mensen dat ook niet iedereen overal even goed in is. Niet elke man hoeft een goede jager te zijn. Net zoals in jouw klas ook niet iedereen even goed is in voetballen, rekenen of zingen. Door die verschillen hoefde ook niet iedereen mee op jacht. Twee inwoners van een nederzetting konden uitstekend speren maken en gingen dus niet mee op de jacht. Weer andere bewoners van de nederzetting waren goed in het bouwen van hutten en bleven ook thuis. TERWIJL DE REST JAAGT, VERSIER IK DE GROT EEN BEETJE. 4. Delen Het betekende wel dat iedereen meedeelde in het verdelen van het eten. Iedereen leverde een bijdrage aan de nederzetting. Dat kon zijn in de vorm van wapens, jacht, huizenbouw, bakken, koken of hout of planten en vruchten verzamelen. Later toen mensen wilde runderen en wilde paarden gingen temmen en als huisdieren gingen houden, werd de noodzaak om te jagen ook steeds minder. Het werd wel steeds moeilijker om alle goederen eerlijk te verdelen.

5. Ruilen Als jij bijvoorbeeld stickers spaart en je hebt twee dezelfde stickers dan kun je één sticker ruilen tegen een andere sticker die jouw vriend dubbel heeft. Je kunt je sticker natuurlijk ook tegen iets anders ruilen. Je moet dan met je vriend wel zorgen dat je het eens bent over de ruil. Zo gingen mensen vroeger ook dingen ruilen. Vlees werd geruild tegen speerpunten. Of tarwe werd geruild tegen dierenhuiden. Zolang iedereen het steeds maar eens was met de ruil, waren er geen problemen. SORRY, IK HEB NIETS KLEINERS. DIT MEEL VERDIENDE IK MET EEN DIENST. 6. Diensten Men ruilde niet alleen goederen onderling. Ook ging men diensten ruilen. Graan werd bijvoorbeeld geruild bij een molenaar die het graan voor je maalde. De molenaar mocht een deel van het gemalen meel houden voor de dienst van het malen. Natuurlijk werd hier vooraf ook weer onderhandeld over hoeveel meel de molenaar met het malen verdiende.

7. Nadelen Het ruilen van goederen en diensten had ook nadelen. Het onderhandelen over de prijs kon lang duren. Je kon ook na een slechte tarweoogst opeens een betere ruil doen, omdat door het tekort aan tarwe de tarwe meer waard werd. Als er van een product een tekort is, stijgt de prijs. Is er van een product veel dan daalt de prijs. Je kon na zo n tekort opeens meer kopen voor een kilo tarwe. Soms werden er grote hoeveelheden voedsel geruild en dat kon weer snel bederven. De hoeveelheden waren soms zo groot dat het veel moeite kostte om de goederen te vervoeren. EEN GROOT TEKORT AAN BANANEN DIT JAAR. TEGEN WAT WORDEN WE GERUILD, DAMES? WEER TEGEN DIE KAURI S. 1 8. Schelpen Thee, zout en vee waren geliefde ruilmiddelen. In Afrika en Azië waren kauri s (1) een geliefd ruilmiddel. Deze schelpen waren erg handig, want ze waren klein en je kon ze dus gemakkelijk meenemen. Meestal werden er gaatjes in gemaakt en werden de schelpen aan een touwtje geregen. Verder waren ze allemaal even groot, zodat elke schelp dezelfde waarde had. En iedereen wilde de schelpen graag hebben, omdat het een teken van vruchtbaarheid was.

1 9. China Tussen 1000 en 500 voor Chr. werden de schelpen in China minder populair. Men ging over op een ander ruilmiddel: koper. Koper was in die tijd een geliefd metaal. Men ging koper in diverse vormen maken: schijfjes (1), mesjes (2) en spades (3). Meestal werd er een gaatje in gemaakt, zodat je het aan een touwtje mee kon nemen. Dit is eigenlijk het begin van het muntgeld. 2 CHINA 3 4 10. Munten Lydië In het koninkrijk Lydië (nu West-Turkije) werden de eerste munten (4) met een afbeelding erop gemaakt. Deze munten waren gemaakt van goud en zilver. Het voordeel van goud en zilver was dat iedereen deze metalen graag wilde hebben. De munten waren ook sterk en sleten niet. Bovendien waren de munten klein en waren ze toch veel waard. Langzaam aan verspreidde muntgeld zich steeds verder over de wereld. Ons woord geld komt van het woord goud.

11. Wegen In elke muntsoort moest dezelfde hoeveelheid goud of zilver zitten. Kooplieden en bankiers (1) hadden een speciaal doosje met een weegschaal erin. Zo konden ze de waarde van een munt precies bepalen door de munt te wegen. Sommige mensen probeerden kleine beetjes zilver of goud van de munten af te halen om zo voor minder goud iets te kunnen kopen. De restjes goud werden daarna doorverkocht. Meestal haalden ze een stuk van de rand af. Om dit snoeien van geld te voorkomen werd er op de rand van de munt iets geschreven. Dat noem je een randschrift. (2) 4 2 1 5 3 12. Munten slaan Munten worden niet gemaakt maar geslagen. Vroeger ging dat met de hand. Men legde een zilveren of gouden plaatje op een onderstempel (3). Bovenop kwam een bovenstempel (4) en na een flinke klap met een hamer werd in het zachte metaal aan de onder en bovenkant het stempel daarna zichtbaar. Tegenwoordig worden munten geslagen met machines. Munten mochten niet zomaar door iedereen geslagen worden. Koningen stelden muntmeesters (5) aan die goed in de gaten hielden dat het gewicht van munten precies klopte.

13. Reclame De Romeinse keizers laten munten slaan met hun afbeelding erop. Ze maken daarmee een soort reclame voor zichzelf en laten daarmee zien wie de baas is in het land. Deze traditie wordt in veel landen overgenomen. Ook nu nog zie je op het meeste geld koningen, presidenten of andere belangrijke mensen afgebeeld. DIT GELD STINKT ZEKER NIET. 1 14. Banken In de middeleeuwen had je bij de poort van de stad veel geldwisselaars (1). Bezoekers van de stad konden bij deze wisselaars hun munten uit hun stad van herkomst omwisselen. Zij konden hun eigen munten niet in deze stad gebruiken. De geldwisselaars wogen de gouden of zilveren munten. Ze verdienden hun geld met deze geldhandel. Ze hadden speciale bankjes (tafeltjes) waarin ze het geld bewaarden. Onze naam bank (2), een plek om je geld in bewaring te geven, heeft dus direct iets te maken met deze bankjes aan de stadspoorten. 2

15. De eerste bank Het betalen met geld had ook nadelen. Er lagen boeven en rovers op de loer. Zeker als er grote hoeveelheden geld tegelijk vervoerd moesten worden. In Italië ontstond rond 1400 het eerste bankgebouw (1). Het werd een plek om je geld veilig te bewaren. In ruil voor het geld kreeg de eigenaar een wissel of een bewaarbewijs (2). Dat was een stuk papier met het bedrag erop en de naam van de eigenaar en de bankier en hun handtekeningen. Dit papier had nu de waarde van het geld en was veel gemakkelijker te vervoeren en beter te verstoppen. De bankier verdiende een percentage van het geld, omdat hij het geld voor je beschermde. 1 2 WIJ HEBBEN HONGER! 16. Bankbiljetten De bewaarpapieren of wissels werden zo populair dat de gouden en zilveren munten de banken nauwelijks meer uit kwamen. Veel werd nu betaald met deze bewaarpapieren. Deze papieren kregen de waarde van het goud en zilver en werden zo het nieuwe betaalmiddel. Deze papieren zijn eigenlijk de eerste bankbiljetten of het papieren geld, zoals wij dat nu ook kennen, al zag dat papieren geld er wel anders uit dan onze bankbiljetten.

17. Gulden Voor het jaar 2002 werd er in Nederland niet betaald met euro s, maar met guldens. Deze gulden stamt af van de Italiaanse gouden florijn (1) die voor het eerst in 1252 in Florence werd geslagen. Gulden betekent letterlijk goud. Vijfhonderd jaar later wordt de eerste gulden van zilver (2) gemaakt, maar de nieuwe munt blijft toch dezelfde naam houden. 1 In 1814 wordt Nederland een koninkrijk en wordt op de gulden de eerste koning, Willem I, afgebeeld (3). 3 2 18. Van guldens naar euro s 4 Sinds januari 2002 betalen we in Nederland en in veel landen van Europa met euro s. Alle oude munten en bankbiljetten (4) waren geen wettig betaalmiddel meer. Het grote voordeel van de euro is dat je er in de meeste landen van Europa mee kunt betalen (zie volgende bladzijde). Als je voor 2002 op vakantie ging naar Frankrijk moest je bij de bank of bij de grens je Nederlandse geld omwisselen voor Franse francs. Nu is dat verleden tijd. We betalen gewoon met hetzelfde geld.

19. Munten van nikkel Moderne munten worden niet meer van goud en zilver (1) gemaakt. Zilver en goud zijn te duur geworden. In 1967 bijvoorbeeld gingen Nederlanders hun guldens niet meer uitgeven, omdat het zilver in de gulden meer waard was geworden dan de gulden zelf. Mensen spaarden de guldens en verdienden daarmee geld. De regering besloot vanaf dat moment munten van een goedkoper en lichter materiaal te maken: nikkel (2). Ook de euro s van nu zijn van nikkel gemaakt. 1 2 3 4 5 20. Modern betalen Tegenwoordig worden heel veel dingen niet meer betaald met geld dat je vast kunt pakken. Je geld staat op de bank. Het geld is eigenlijk niets anders dan een bedrag op papier geworden. Als mensen vroeger hun salaris of loon kregen aan het eind van de maand dan kregen ze dat als munten en bankbiljetten in een loonzakje (3). Vaak werd een deel van dat geld naar de bank gebracht (4). Nu krijgen de meeste mensen niet meer een loonzakje. Ze krijgen hun salaris op hun bankrekening gestort. Je ziet het geld niet als echt geld, maar het is een bedrag geworden op een stuk papier (5).

21. Plastic geld Sinds 1980 komt er nieuwe vorm van betalen bij. Je kunt betalen met een plastic kaart. Dat kan zijn een kredietkaart, een bankpas of een betaalkaart Ze werken allemaal op dezelfde manier. Op het moment dat je ergens afrekent in een winkel gaat de plastic kaart door een apparaat. Dat apparaat leest de kaart en maakt contact met een computer bij de bank. Die computer zorgt ervoor dat op de rekening bij de bank het bedrag van de aankoop van de rekening afgehaald wordt. Het lijkt bijna of je niet betaald hebt, maar dat komt, omdat je geen bankbiljetten en munten meer gebruikt. 1 22. Thuis bankieren Met de komst van het internet zijn banken ook online gegaan. Je kunt op je eigen computer zien hoeveel geld je op de bank hebt staan. Je kunt via je computer geld aan anderen betalen of geld ontvangen. Eigenlijk neem je de rol van de bankier thuis over. Op internet kun je ook allerlei dingen kopen. Je rekent af via je computer zonder dat je het geld echt ziet. Je betaalt online bijvoorbeeld vliegtickets, treinkaartjes, boeken, hotels. Één van de voordelen is dat je de deur niet meer uit hoeft om je betalingen te doen. Na de betaling kun je je vliegticket of treinkaartje (1) via een printer zelf afdrukken.

23. Vals geld Geld is een geliefd ruilmiddel. Je hebt al gelezen dat mensen vroeger geld snoeiden. Door de eeuwen heen hebben mensen op oneerlijke manieren zich proberen te verrijken. Mensen proberen ook bankbiljetten te vervalsen. Ze proberen het bankbiljet zo goed mogelijk na te maken door het biljet nauwkeurig te kopiëren. Dat is tegenwoordig niet zo n gemakkelijke klus. De makers van bankbiljetten maken de tekeningen op de bankbiljetten zo ingewikkeld, dat ze bijna niet meer na te maken zijn. Als je naar een briefje van 50 euro kijkt en je draait het steeds een beetje verder van je af dan zie je dat de kleur verandert (1). Dat is niet na te maken. Bovendien hebben veel winkeliers een apparaatje onder de toonbank staan. Daarmee kunnen ze met ultraviolet licht zien of het biljet echt is (2). 2 1 24. Bedrog op het internet Mensen betalen steeds meer via het internet. Ook op het internet zitten de boeven. Zij proberen de bankrekening van mensen te beroven. Deze criminelen doen zich voor als de bank. Uit naam van de bank sturen ze een e-mail en proberen zo achter de gegevens van een klant te komen. Als dat lukt, kunnen ze inloggen op de bankrekening. Daarna maken ze het geld over naar een andere rekening. Ook bestellen mensen producten via webwinkels. Sommige van die winkels zijn nepwinkels. Klanten betalen voor een product dat nooit ontvangen wordt.

25. Cryptogeld Het modernste geld is cryptogeld. Dit geld kun je niet in je handen houden. Een voorbeeld van cryptogeld is de Bitcoin (1) (digitale munt). Cryptogeld bestaat uit een versleutelde code. Die code bestaat uit een serie geheime getallen. Cryptogeld kun je alleen via het internet gebruiken. Betaal je iets met dit cryptogeld dan wordt de code iets langer. Zo verandert de code steeds. Zo blijft de munt steeds uniek. Het cryptogeld van iemand zit online in een zogenaamde portemonnee (2) opgeborgen. De banken en de overheid zijn niet blij met dit cryptogeld. Het cryptogeld heeft geen bank nodig. Die portemonnee op internet is eigenlijk de eigen bank van een persoon. Aan cryptogeld kunnen banken niets verdienen. Ook de overheid heeft (nog) geen invloed op cryptogeld. De banken en de overheid hebben invloed op de waarde van ons gewone geld, maar niet op die van het cryptogeld. Bitcoins ruil je tegen gewoon geld. Alleen deze bitcoins kun je daarna niet meer in je handen houden. Je kunt ze natuurlijk later wel weer omruilen tegen gewoon geld Steeds meer winkels en bedrijven nemen bitcoins aan. Je begrijpt dat je alleen met deze Bitcoins via een computer kunt betalen. 1 ALS BITCOIN BESTA IK ALLEEN ALS CODE. 2

26. Filmpjes Bankbiljetten De Nederlansche Bank Bekijk het filmpje Bekijk het filmpje

Een greep uit de collectie van 234 digitale boeken Hier registreren voor toegang tot de webwinkel. Neem een gratis abonnement op de nieuwsbrief! meer boeken groep 3/4 meer boeken groep 5/6 meer boeken groep 7/8 Voor meer informatie: Volg Eduboek op:

Werkblad 12 Geld 1. Kruiswoordpuzzel 4 1 2 3 Geld 2. Schrijf op wat je weet te vertellen over elk plaatje na wat je gelezen hebt over geld. 5 6 7 8 EclipseCrossword.com Van links naar rechts 3. Van dit woord komt ons woord geld. 5. Persoon die de munten slaat. 7. Stiekem een klein beetje zilver of goud van een munt afhalen. 8. Dit papier was de voorloper van ons bankbiljet. Van boven naar beneden 1. Oude Nederlandse munt. 2. Voordat er geld bestond, was dit de manier van betalen tijdens de handel. 4. Een vorm van plastic geld. Je gebruikt het om geld uit een geldautomaat te halen. 6. Zo noem je het werk dat een molenaar levert in ruil voor een deel van de gemalen tarwe. www.eduboek.nl

Bij Eduboek kun je: Boeken lenen Boeken kopen Naar boeken luisteren Bij boeken van Eduboek vind je Extra filmpjes bij boeken Een gratis werkblad Materiaal voor hoogbegaafden 3-4. Materiaal voor hoogbegaafden 5-8. Dit boek mag vrij gekopieerd en rondgestuurd worden.

Bronnen nl.wikipedia.org/wiki/geschiedenis_van_het_geld www.05820.06sc.thinkquest.nl/ www.musea.nl nl.wikipedia.org/wiki/geschiedenis_van_de_nederlandse_gulden www.bankpapier.com/geschiedenis.html nventors.about.com/od/mstartinventions/a/money.htm www.history.com/minisite.do?content_type=mini_home&mini_id=52493-39k - en.wikipedia.org/wiki/history_of_banking

Werkblad 12 Geld 1. Kruiswoordpuzzel Geld 2. Schrijf op wat je weet te vertellen over elk plaatje na wat je gelezen hebt over geld. 4 B 1 2 G U L 3 G R O U I D Dit is een kauri. Het is een kleine schelp die als geld gebruikt werd in Afrika en Azië. Ze waren klein en met een gaatje erin werden ze aan een draad als een soort ketting gedragen. Ze waren geliefd, omdat ze ook een teken van vruchtbaarheid waren. 5 M U A N K P T M D E N E 6 S D T L E N R Deze muntmeester slaat munten met een soort stempel aan de boven en de onderkant van de munt (kop en munt). In het goud of het zilver werd met een flinke klap zo de afbeelding geslagen. De muntmeester werd aangesteld door de koning. 7 A S N O E I I E N Dit is een Romeinse munt met de afbeelding van een keizer. Keizers maakten op die manier een soort reclame voor zichzelf. EclipseCrossword.com 8 W I S N S T E L Dit is een Bitcoin. De Bitcoin is cryptogeld. Dat betekent dat het niet echt bestaat, maar als een code van een serie versleutelde getallen. Als je iets betaalt met een Bitcoin, dan verstuur je die code naar de verkoper. De verkoper krijgt jouw code met een nieuw stukje code eraan vast. Met een Bitcoin kun je alleen via een computer betalen. Bitcoins worden bewaard in een online portemonnee. Er is geen bank voor nodig. www.eduboek.nl