Bijlage 2: Actuariële factoren In deze bijlage worden onder Algemeen enige algemene uitgangspunten vermeld welke momenteel worden gehanteerd bij het opstellen van de actuariële factoren van de Stichting welke van toepassing zijn bij het bepalen van de rechten en aanspraken van (Gewezen) Aangeslotenen. Verder zijn voor een aantal gevallen de toepasselijke actuariële factoren vermeld, met verwijzing naar de relevante reglementsartikelen. Algemeen In alle gevallen waarin aanspraken op welke wijze dan ook worden overgedragen of omgezet in andere aanspraken, geldt als uitgangspunt de collectieve actuariële gelijkwaardigheid van de aanspraken vóór en na de betreffende omzetting. De factoren zijn voor mannen en vrouwen gelijk. De factoren gelden vanaf 1 juni 2017. De grondslagen die voor het vaststellen van de factoren zijn gehanteerd, kunnen afwijken van de op enig moment voor de Stichting geldende grondslagen als voortvloeiend uit de abtn. Artikel 5, lid 7: Verhoging pensioen tot 72 jaar (Hoog-laagregeling), op leeftijd 67 Vóór wijziging Na wijziging Levenslang van 67 tot 72 jaar vanaf 72 jaar 1.000 1.222 916 1.000 1.152 943 1.000 1.078 970 Artikel 7, lid 1: Vervroeging ouderdomspensioen (incl. 70% nabestaandenpensioen) pensioenleeftijd 67 Nieuwe pensioenleeftijd vanaf 67 jaar vanaf nieuwe pensioenleeftijd 66 1.000 955 65 1.000 913 64 1.000 874 63 1.000 837 62 1.000 802 61 1.000 770 60 1.000 739 Bijlage 2: Actuariële factoren Pensioenreglement Philips flex pensioen 1
Artikel 7, lid 2: Inkoop overbruggingspensioen tot AOW-leeftijd Nieuwe pensioenleeftijd vanaf pensioenleeftijd Overbruggingspensioen tot 67 jaar 66 1.000 22.436 65 1.000 11.588 64 1.000 7.969 63 1.000 6.160 62 1.000 5.075 61 1.000 4.352 60 1.000 3.837 Artikel 7, lid 3: Uitstel ouderdomspensioen (incl. 70% nabestaandenpensioen) pensioenleeftijd 67 Nieuwe pensioenleeftijd Nieuw ouderdomspensioen vanaf pensioenleeftijd 68 1.000 1.048 69 1.000 1.100 70 1.000 1.158 Artikel 10, lid 1: Inruil nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen op pensioenleeftijd Pensioenleeftijd Nabestaandenpensioen vóór inruil na inruil 60 1.000 218 61 1.000 228 62 1.000 238 63 1.000 249 64 1.000 261 65 1.000 273 66 1.000 285 67 1.000 298 Bijlage 2: Actuariële factoren Pensioenreglement Philips flex pensioen 2
Artikel 10, lid 3: Inruil ouderdomspensioen in nabestaandenpensioen op pensioenleeftijd 67 Percentage nabestaandenpensioen t.o.v. het ouderdomspensioen na inruil vóór inruil na inruil Bijbehorend nabestaandenpensioen 70% 1.000 827 578 50% 1.000 870 435 25% 1.000 930 232 0% 1.000 1.000 0 Artikel 15, lid 3: Vervroeging ouderdomspensioen (incl. 70% nabestaandenpensioen) pensioenleeftijd 67 jaar Nieuwe pensioenleeftijd vanaf 67 jaar vanaf nieuwe pensioenleeftijd 66 1.000 955 65 1.000 913 64 1.000 874 63 1.000 837 62 1.000 802 61 1.000 770 60 1.000 739 59 1.000 710 58 1.000 682 57 1.000 656 56 1.000 632 55 1.000 609 Bijlage 2: Actuariële factoren Pensioenreglement Philips flex pensioen 3
Vervroeging ouderdomspensioen pensioenleeftijd 67 jaar* Nieuwe pensioenleeftijd vanaf 67 jaar vanaf nieuwe pensioenleeftijd 66 1.000 946 65 1.000 897 64 1.000 851 63 1.000 809 62 1.000 770 61 1.000 733 60 1.000 699 59 1.000 667 58 1.000 638 57 1.000 611 56 1.000 585 55 1.000 561 * waarbij er geen nabestaandenpensioen verzekerd is Uitstel ouderdomspensioen (incl. 70% nabestaandenpensioen) pensioenleeftijd 67 jaar Nieuwe pensioenleeftijd Nieuw ouderdomspensioen vanaf pensioenleeftijd 68 1.000 1.048 69 1.000 1.100 70 1.000 1.158 Uitstel ouderdomspensioen pensioenleeftijd 67 jaar* Nieuwe pensioenleeftijd Nieuw ouderdomspensioen vanaf pensioenleeftijd 68 1.000 1.058 69 1.000 1.124 70 1.000 1.197 * waarbij er geen nabestaandenpensioen verzekerd is Bijlage 2: Actuariële factoren Pensioenreglement Philips flex pensioen 4
Artikel 15, lid 5: Inruil nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen bij beëindiging dienstverband Leeftijd datum einde dienstverband Nabestaandenpensioen vóór inruil 18 1.000 235 19 1.000 237 20 1.000 239 21 1.000 241 22 1.000 243 23 1.000 245 24 1.000 247 25 1.000 249 26 1.000 252 27 1.000 254 28 1.000 256 29 1.000 258 30 1.000 260 31 1.000 263 32 1.000 265 33 1.000 267 34 1.000 269 35 1.000 271 36 1.000 274 37 1.000 276 38 1.000 278 39 1.000 280 40 1.000 282 41 1.000 284 42 1.000 287 43 1.000 289 44 1.000 291 45 1.000 293 46 1.000 295 47 1.000 297 48 1.000 299 49 1.000 301 50 1.000 303 51 1.000 305 52 1.000 306 53 1.000 308 54 1.000 309 55 1.000 310 56 1.000 311 57 1.000 312 58 1.000 312 59 1.000 312 60 1.000 311 61 1.000 311 62 1.000 310 63 1.000 308 64 1.000 306 65 1.000 304 66 1.000 301 67 1.000 298 na inruil Bijlage 2: Actuariële factoren Pensioenreglement Philips flex pensioen 5
Artikel 16, lid 9: Afkoop ouderdomspensioen Leeftijd Afkoopbedrag op pensioenleeftijd 67 18 1.000 6.614 19 1.000 6.778 20 1.000 6.945 21 1.000 7.115 22 1.000 7.289 23 1.000 7.467 24 1.000 7.648 25 1.000 7.833 26 1.000 8.022 27 1.000 8.214 28 1.000 8.410 29 1.000 8.610 30 1.000 8.813 31 1.000 9.020 32 1.000 9.231 33 1.000 9.445 34 1.000 9.662 35 1.000 9.883 36 1.000 10.107 37 1.000 10.333 38 1.000 10.563 39 1.000 10.795 40 1.000 11.029 41 1.000 11.266 42 1.000 11.504 43 1.000 11.743 44 1.000 11.984 45 1.000 12.224 46 1.000 12.465 47 1.000 12.704 48 1.000 12.944 49 1.000 13.183 50 1.000 13.424 51 1.000 13.665 52 1.000 13.907 53 1.000 14.152 54 1.000 14.400 55 1.000 14.651 56 1.000 14.906 57 1.000 15.164 58 1.000 15.428 59 1.000 15.697 60 1.000 15.968 61 1.000 16.244 62 1.000 16.521 63 1.000 16.800 64 1.000 17.080 65 1.000 17.362 66 1.000 17.646 67 1.000 17.935 Bijlage 2: Actuariële factoren Pensioenreglement Philips flex pensioen 6
Afkoop meeverzekerd nabestaandenpensioen Leeftijd Nabestaandenpensioen 18 100 155 19 100 160 20 100 166 21 100 171 22 100 177 23 100 183 24 100 189 25 100 195 26 100 202 27 100 208 28 100 215 29 100 222 30 100 229 31 100 237 32 100 244 33 100 252 34 100 260 35 100 268 36 100 276 37 100 285 38 100 294 39 100 302 40 100 311 41 100 321 42 100 330 43 100 339 44 100 349 45 100 358 46 100 368 47 100 377 48 100 387 49 100 397 50 100 407 51 100 416 52 100 426 53 100 436 54 100 445 55 100 455 56 100 464 57 100 473 58 100 481 59 100 490 60 100 498 61 100 505 62 100 512 63 100 518 64 100 524 65 100 529 66 100 532 67 100 535 Afkoopbedrag Bijlage 2: Actuariële factoren Pensioenreglement Philips flex pensioen 7
Artikel 17, lid 4: Afkoop ingegaan nabestaandenpensioen Leeftijd Ingegaan nabestaandenpensioen 18 100 4.085 19 100 4.061 20 100 4.037 21 100 4.011 22 100 3.985 23 100 3.958 24 100 3.931 25 100 3.902 26 100 3.872 27 100 3.842 28 100 3.811 29 100 3.778 30 100 3.745 31 100 3.710 32 100 3.675 33 100 3.638 34 100 3.601 35 100 3.562 36 100 3.522 37 100 3.481 38 100 3.439 39 100 3.396 40 100 3.352 41 100 3.306 42 100 3.259 43 100 3.211 44 100 3.162 45 100 3.111 46 100 3.060 47 100 3.007 48 100 2.953 49 100 2.898 50 100 2.841 51 100 2.784 52 100 2.725 53 100 2.666 54 100 2.605 55 100 2.543 56 100 2.481 57 100 2.417 58 100 2.353 59 100 2.288 60 100 2.222 61 100 2.155 62 100 2.088 63 100 2.021 64 100 1.953 65 100 1.884 66 100 1.816 67 100 1.747 Afkoopbedrag Bijlage 2: Actuariële factoren Pensioenreglement Philips flex pensioen 8
Afkoop wezenpensioen Leeftijd Wezenpensioen Afkoopbedrag 0 100 1.900 1 100 1.824 2 100 1.746 3 100 1.668 4 100 1.587 5 100 1.506 6 100 1.422 7 100 1.337 8 100 1.251 9 100 1.162 10 100 1.072 11 100 981 12 100 887 13 100 792 14 100 696 15 100 598 16 100 499 17 100 400 18 100 300 19 100 200 20 100 100 21 100 0 Bijlage 2: Actuariële factoren Pensioenreglement Philips flex pensioen 9
Artikel 18, lid 4: Afkoop bijzonder nabestaandenpensioen Leeftijd Bijzonder nabestaandenpensioen 18 100 155 19 100 160 20 100 166 21 100 171 22 100 177 23 100 183 24 100 189 25 100 195 26 100 202 27 100 208 28 100 215 29 100 222 30 100 229 31 100 237 32 100 244 33 100 252 34 100 260 35 100 268 36 100 276 37 100 285 38 100 294 39 100 302 40 100 311 41 100 321 42 100 330 43 100 339 44 100 349 45 100 358 46 100 368 47 100 377 48 100 387 49 100 397 50 100 407 51 100 416 52 100 426 53 100 436 54 100 445 55 100 455 56 100 464 57 100 473 58 100 481 59 100 490 60 100 498 61 100 505 62 100 512 63 100 518 64 100 524 65 100 529 66 100 532 67 100 535 Afkoopbedrag Bijlage 2: Actuariële factoren Pensioenreglement Philips flex pensioen 10
Artikel 29, lid 2: Inkoop uit pensioenkapitaal (incl. 70% verzekerd nabestaandenpensioen) Pensioenleeftijd Kapitaal Direct ingaande levenslange uitkering 60 10.000 325 61 10.000 333 62 10.000 342 63 10.000 351 64 10.000 361 65 10.000 372 66 10.000 383 67 10.000 395 Bijlage 2: Actuariële factoren Pensioenreglement Philips flex pensioen 11
Inkoop uit pensioenkapitaal na overlijden Leeftijd Kapitaal Direct ingaande levenslange uitkering 25 10.000 219 26 10.000 221 27 10.000 223 28 10.000 225 29 10.000 226 30 10.000 229 31 10.000 231 32 10.000 233 33 10.000 235 34 10.000 238 35 10.000 240 36 10.000 243 37 10.000 246 38 10.000 249 39 10.000 252 40 10.000 255 41 10.000 259 42 10.000 263 43 10.000 267 44 10.000 271 45 10.000 275 46 10.000 280 47 10.000 285 48 10.000 290 49 10.000 295 50 10.000 301 51 10.000 308 52 10.000 314 53 10.000 321 54 10.000 329 55 10.000 337 56 10.000 345 57 10.000 354 58 10.000 364 59 10.000 374 60 10.000 385 61 10.000 397 62 10.000 410 63 10.000 424 64 10.000 439 65 10.000 455 66 10.000 472 67 10.000 490 Bijlage 2: Actuariële factoren Pensioenreglement Philips flex pensioen 12
Inkoop uit pensioenkapitaal bij ontslag Leeftijd Kapitaal vanaf 67 jaar incl. 70% nabestaandenpensioen 25 10.000 931 26 10.000 908 27 10.000 886 28 10.000 864 29 10.000 843 30 10.000 822 31 10.000 802 32 10.000 783 33 10.000 764 34 10.000 746 35 10.000 729 36 10.000 712 37 10.000 695 38 10.000 679 39 10.000 664 40 10.000 649 41 10.000 634 42 10.000 620 43 10.000 607 44 10.000 594 45 10.000 582 46 10.000 570 47 10.000 558 48 10.000 547 49 10.000 537 50 10.000 527 51 10.000 517 52 10.000 507 53 10.000 498 54 10.000 489 55 10.000 480 56 10.000 472 57 10.000 464 58 10.000 456 59 10.000 448 60 10.000 440 61 10.000 433 62 10.000 426 63 10.000 419 64 10.000 413 65 10.000 407 66 10.000 401 67 10.000 395 Bijlage 2: Actuariële factoren Pensioenreglement Philips flex pensioen 13
Artikel 19: Waardeoverdrachten In afwijking van het bovenstaande geldt bij collectieve waardeoverdrachten ingevolge dit artikel dat deze geschieden op basis van de daarvoor door de Stichting vastgestelde actuariële grondslagen. Individuele waardeoverdrachten ingevolge dit artikel geschieden, indien met de pensioenuitvoerder waarnaar de overdrachtswaarde wordt overgedragen of van wie de overdrachtswaarde wordt ontvangen afspraken zijn gemaakt over de te hanteren grondslagen bij waardeoverdrachten, op basis van die afspraken, en in andere gevallen op basis van de bij of krachtens de wet vastgestelde regels. De door de Stichting voor collectieve of individuele waardeoverdrachten vastgestelde grondslagen kunnen afwijken van de op enig moment voor de Stichting geldende grondslagen als voortvloeiend uit de abtn. Bijlage 2: Actuariële factoren Pensioenreglement Philips flex pensioen 14