Gevangeniswezen in getal



Vergelijkbare documenten
Gevangeniswezen in getal Mei 2013

Gevangeniswezen in getal

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer

Instroom gevangeniswezen vanuit vrije maatschappij of politiebureau naar categorie a. Instroom arrestanten, zelfmelders en ED ers naar verblijfstitel

Tenuitvoerlegging van sancties

Tenuitvoerlegging van sancties

Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting

Instroom gevangeniswezen vanuit vrije maatschappij of politiebureau naar categorie* Instroom arrestanten, zelfmelders en ED ers naar verblijfstitel

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Nazorgproblematiek en recidive van kortgestrafte gedetineerden

Tenuitvoerlegging van sancties

DJI in getal

Gevangeniswezen: kenmerken van strafrechtelijk gedetineerden a

DJI in getal

Aan de Voorzitter van Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 2 september 2013 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het gijzelen van mensen bij het niet betalen van (verkeers)boetes

Samenvatting Tabel a Enkele achtergronden van ex-gedetineerden uitgestroomd tussen 1996 en 1999

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tabellen bij hoofdstuk 7

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

DJI in getal

Tenuitvoerlegging van sancties

JJI in getal Mei 2013

7 Tenuitvoerlegging van sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

6 Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Dit is DJI x2x2½ 34% - 66% Juni In cijfers en feiten. gebaseerd op 2015

JJI in getal Juli 2014

De strafrechtsketen in samenhang

Nederland in internationaal perspectief 1

Dit is DJI. 5x2x2½ % - 66% Juni In cijfers en feiten. gebaseerd op 2017

Diverse andere toezichthouders/ inspecties******* Arbeidsinspectie********

Berechting. A.Th.J. Eggen

Tenuitvoerlegging van sancties

Overtredingen. D.E.G. Moolenaar en E.C van Beek

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Tenuitvoerlegging van sancties

Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Dit is DJI. 5x2x2½ % - 66% 110. Maart In cijfers en feiten. gebaseerd op 2018

Buitenlandse straf uitzitten in Nederland

Toepassing en aanscherping van de glijdende schaal

Afdoeningen van overtredingen door de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren

Datum 29 april 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat kantonrechters vinden dat wanbetalers te makkelijk gegijzeld worden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 23 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het boetebeleid voor onverzekerde auto s

Samenvatting - Verzekeringsplicht motorvoertuigen; Evaluatie vermuldering WAM art 30 lid 2

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 8 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'twee keer per dag vergeet justitie een verdachte op te halen'.

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

Monitor 2010 Veelplegers Twente

U wordt verdacht. Inhoud

* Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen. De veroordeling 3. Registratie 3. De Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden 3

U bent onlangs veroordeeld door de strafrechter. Hij* heeft u een straf of maatregel

Wat weten wij over de gevangenispopulatie?

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 21 maart 2016 Onderwerp PMJ-ramingen tot en met 2021

Samenvatting. 1 Letterlijk: Ontzegging van de Bevoegdheid Motorrijtuigen te besturen.

Datum 7 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het boetebeleid voor onverzekerde auto s die buiten gebruik zijn

Tabellen bij hoofdstuk 8

Tabel 8.1 Instroom gevangeniswezen vanuit vrije maatschappij, politiecel of ander DJI-onderdeel*

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader

5 Vervolging. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Berechting. R.F. Meijer en A.Th.J. Eggen

Datum 27 juni 2016 Onderwerp Aanbieding onderzoeksrapport over forensische zorgtrajecten in het gevangeniswezen

Dit is DJI x2x2½ % - 66% Juli In cijfers en feiten. gebaseerd op 2013

De regeling geldt niet voor verdachten die voor verhoor zijn opgehouden of in verzekering zijn gesteld.

U wordt verdacht. * Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Afdoeningen van overtredingen door de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Monitor 2013 Veelplegers Twente

Jaarverslag DJI in cijfers

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5

Cijfers & bijzonderheden 2018

7.1.1 Door de rechter afgedane strafzaken

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Europees Arrestatiebevel

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

TBS in getal 17 januari 2005

Management samenvatting

Forensische Zorg in getal

Het Netwerk- en Trajectberaad Oktober 2009

Inhoudsopgave. N.B. Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Omvang van verschillende sanctiegroepen; volwassen en jeugdige daders met minstens één strafzaak afgedaan in 1997

Monitor 2007 Veelplegers Twente

Gezondheidszorgvisie DJI DJI

Dienst Justitiële Inrichtingen Ministerie van Veiligheid en Justitie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Datum 2 maart 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Van Velzen (SP) over de uitvoering van penitentiaire programma's

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Het detentieverloop van Michael P. Plan van aanpak

Monitor 2009 Veelplegers Twente

Datum 17 juni 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Recourt en Rebel over minderjarigen in voorlopige hechtenis

U bent onlangs veroordeeld door de strafrechter. Hij* heeft u een. In deze brochure leest u over de verschillende soorten straffen en

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg

Aan: Zorgaanbieders DB(B)C Afzender: Projectorganisatie DB(B)C

Transcriptie:

Gevangeniswezen in getal 2010-2014 Mei 2015

Colofon Directie Afdeling Adresgegevens Contactpersoon Auteurs Bestuursondersteuning Analyse, Strategie & Kennis Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 30132 2500 GC Den Haag www.dji.nl Paul Linckens E: p.linckens@dji.minjus.nl Paul Linckens Joost de Looff Pagina 3 van 78

Pagina 4 van 78

Voorwoord De Dienst Justitiële Inrichtingen levert een bijdrage aan de veiligheid van de samenleving door de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen en door de aan onze zorg toevertrouwde personen de kans te bieden een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan op te bouwen (missie). Deze publicatie Gevangeniswezen in getal 2010-2014 geeft in kort bestek inzicht in de wijze waarop het gevangeniswezen in Nederland uitvoering geeft aan haar taak. Het rapport is bedoeld voor personen werkzaam in het veld van het gevangeniswezen, beleidsmakers, onderzoekers en andere geïnteresseerden. De publicatie bevat informatie over volwassen gedetineerden die in de periode 2010-2014 in een penitentiaire inrichting verbleven. De rapportage begint met een samenvatting waarin de belangrijkste ontwikkelingen zijn beschreven. Het schema op pagina 15 geeft in één oogopslag een actueel beeld van de hoofdstromen binnen het gevangeniswezen. Daarna volgen in het rapport meer specifieke gegevens over de ontwikkeling van de celcapaciteit, de instroom, de bezetting, de toepassing van detentiefasering en de detentieduur in de afgelopen vijf jaren. Tevens verschaft het inzicht in de verscheidenheid aan insluitingstitels en delicten waarvoor personen worden gedetineerd. De ontwikkelingen zijn geplaatst tegen de achtergrond van de taken en het wettelijk kader van de penitentiaire inrichtingen en recente wetswijzigingen en beleidsinitiatieven. Daarnaast komen persoonskenmerken van gedetineerden aan bod, zoals geslacht, leeftijd en geboorteland. Ook vindt de lezer antwoord op vragen als: hoe vaak komen ontvluchtingen, overige onttrekkingen aan detentie en suïcides voor en hoeveel personen die eerder hebben gezeten, komen later opnieuw in aanraking met justitie voor een nieuw delict. Wat weten we over de achtergronden van de recidivisten die opnieuw gedetineerd raken? In 2013 is het Masterplan DJI 2013-2108 in de Tweede Kamer besproken en vastgesteld. Dit Masterplan brengt de financiële taakstelling van DJI in beeld, schetst de uitgangspunten die zijn gehanteerd bij de invulling van de taakstelling en biedt inzicht in de concrete uitwerking van de maatregelen en hun effecten op het personeel en de capaciteit. Belangrijke elementen uit het Masterplan voor het gevangeniswezen zijn o.a. het intensiveren van meerpersoonscelgebruik, de invoering van een goedkoper regime voor arrestanten en het sluiten van een aantal inrichtingslocaties. De invoering van elektronische detentie vormde ook onderdeel van het Masterplan. In september 2014 is een daartoe strekkend wetsvoorstel echter door de Eerste Kamer verworpen. Deze publicatie is één van de vier rapporten met kwantitatieve informatie over de justitiabelen die in de periode 2010-2014 onder de verantwoordelijkheid vallen van de vier sectoren van de Dienst Justitiële Inrichtingen. Naast de Directie Gevangeniswezen zijn dit de Directie Justitiële Jeugdinrichtingen, de Directie Bijzondere Voorzieningen (vreemdelingenbewaring) en de Directie Forensische Zorg (w.o. TBS). Alle publicaties zijn te vinden op internet: www.dji.nl. Peter Hennephof Hoofddirecteur Dienst Justitiële Inrichtingen Pagina 5 van 78

Pagina 6 van 78

Inhoud Colofon... 3 Voorwoord... 5 Samenvatting... 9 1 Inleiding... 13 1.1 Doel van deze publicatie... 13 1.2 Opdracht gevangeniswezen... 13 1.3 Leeswijzer... 13 2 Instroom, titelwijzigingen en uitstroom... 15 2.1 Stroomschema... 15 2.2 Totale instroom... 16 2.3 Instroom, titelwijzigingen en uitstroom voorlopig gehechten... 16 2.4 Instroom en uitstroom onherroepelijk veroordeelden... 17 3 Capaciteit 2010-2014... 19 3.1 Reductie capaciteit... 19 3.2 Intensivering meerpersoonscelgebruik... 19 3.3 Reservecapaciteit... 20 4 Instroom gedetineerden 2010-2014... 21 4.1 Totale instroom... 21 4.2 Instroom naar categorie... 22 4.3 Instroom voorlopig gehechten... 22 4.4 Instroom arrestanten naar insluitingstitel... 23 4.5 Instroom arrestanten veroordeeld tot gevangenisstraffen... 24 4.6 Instroom arrestanten voor vervangende straffen en gijzelingen... 24 4.7 Samenwerkingsconvenant arrestanten... 25 4.8 Instroom zelfmelders... 26 4.9 Wijziging zelfmeldprocedure... 26 4.10 Instroom naar geslacht... 27 5 Populatie 2010-2014... 29 5.1 Totale populatie... 29 5.2 Populatie naar celbestemming... 30 5.3 Populatie naar verblijfstitel... 31 5.4 Populatie naar gepleegde delicten... 33 5.5 Populatie naar geslacht... 35 5.6 Populatie naar leeftijd... 36 5.7 Populatie naar leeftijd en delict... 37 5.8 Populatie naar geboorteland... 38 5.9 Populatie september 2014 naar verblijfsduur... 39 5.10 Detentieratio in Nederland en in andere Europese landen... 41 6 Detentiefasering en uitstroom 2010-2014... 43 6.1 Detentiefasering... 43 6.2 Totale uitstroom en detentieduur... 45 6.3 Voorwaardelijke invrijheidstelling... 47 Pagina 7 van 78

7 Incidenten 2010-2014... 51 7.1 Ontvluchtingen uit gesloten inrichtingen... 51 7.2 Niet terug van verlof en overige onttrekkingen... 52 7.3 Ontvluchtingen, niet terug van verlof en overige onttrekkingen per 100 bezette plaatsen... 53 7.4 Aanhoudingen... 54 7.5 Suïcides... 54 8 Recidive na uitstroom in de periode 2002-2012... 55 8.1 Algemene recidive versus detentierecidive... 55 8.2 Ambitie kabinet... 55 8.3 Terugval in recidive... 55 8.4 Detentierecidive... 57 Pagina 8 van 78

Samenvatting De instroom van personen in voorlopige hechtenis is in de verslagperiode fors gedaald. Hier staat een sterke stijging tegenover van het aantal kortdurende detenties vanwege niet betaalde financiële sancties. De paradoxale gevolgen van deze ontwikkelingen zijn enerzijds een stijging van de totale instroom en anderzijds een afname van de gemiddelde detentieduur en de dagelijkse bezetting van de penitentiaire inrichtingen. Minder gedetineerden in voorlopige hechtenis Het aantal personen dat jaarlijks in voorlopige hechtenis is genomen, daalde van 17.700 in 2010 tot 13.800 in 2014. Uit de gegevens van de strafrechtketenmonitor van Veiligheid en Justitie blijkt dat deze afname relatief sterker is dan de afname van het aantal ter kennis gekomen misdrijven en de afname van het aantal verdachten dat door de politie in verzekering is gesteld. De precieze oorzaken zijn nog niet duidelijk. Er zijn meerdere verklaringen mogelijk, die met behulp van experts binnen de strafrechtketen en wetenschappers in 2015 worden beoordeeld. Meer insluitingen vanwege niet betaalde financiële sancties Het aantal personen dat is ingesloten vanwege het niet betalen niet betalen van een boete, is de afgelopen twee jaar sterk gestegen. De stijging is het gevolg van twee wetswijzigingen. Het opleggen van een boete voor het in bezit hebben van een onverzekerd voertuig vloeit nu voort uit de Wet Administratieve Handhaving Verkeersovertredingen (Wet Mulder). Het strafrecht wordt daarbij niet meer toegepast. Het achterliggende idee is dat dit de keten ontlast en tegelijkertijd de mogelijkheid biedt om het aantal registercontroles op te voeren om zodoende de verkeersveiligheid te vergroten. Voorheen kreeg iedere onverzekerde autobezitter een transactie aangeboden en moest hij worden gedagvaard voor de kantonrechter als betaling uitbleef. Dat beperkte het aantal gevallen dat jaarlijks kon worden aangebracht. De tweede wijziging betreft de inwerkingtreding van de Wet OMafdoening. Deze wet biedt de Officier van Justitie, bestuursorganen en opsporingsambtenaren de mogelijkheid om een strafbeschikking uit te vaardigen zonder inbreng van de rechter. Dit kan bij overtredingen en misdrijven, zolang er volgens de wet geen gevangenisstraf langer dan zes jaar kan worden opgelegd en alleen als de schuld vast staat. De Wet OM-afdoening is in februari 2008 in werking getreden en gefaseerd geïmplementeerd. Doorgaans betreft het boetes; gevangenisstraffen blijven voorbehouden aan de rechter. Eind 2013 zijn de eerste gegijzelden wegens het niet betalen van een strafbeschikking aan DJI aangeboden. In 2014 vonden op grond van deze sanctiemodaliteit duizenden, zeer kortdurende, nieuwe insluitingen plaats. Dit is gepaard gegaan met een (minder sterke) daling van de instroom voor vervangende hechtenis voor niet betaalde boetes die door de rechter zijn opgelegd. Het aandeel van beide gijzelingsvarianten (Wet Mulder en OM-strafbeschikkingen) in de totale instroom van het gevangeniswezen, nam toe van 5% in 2010 tot 21% in 2014. Het instroomaandeel van de vervangende hechtenis voor niet betaalde boetes daalde van 13% tot 10%. Pagina 9 van 78

Stijging totale instroom, maar toch daling bezetting De totale instroom in het gevangeniswezen is gestegen van 39.300 in 2010 tot 41.400 in 2014. Een stijging van 5%. In de verslagperiode steeg het aantal plaatsen dat bezet wordt gehouden door personen die één of meerdere boetes niet hebben betaald. In absolute termen was deze stijging echter beperkt: niet veel meer dan 100 plaatsen. Een gevolg van de gemiddeld korte detentieduur van deze categorie gedetineerden. De gedaalde instroom van voorlopig gehechten heeft veel meer consequenties gehad voor de celbezetting. Per saldo is de totale administratieve bezetting van de penitentiaire inrichtingen (P.I.) in de periode 2010-2014 afgenomen van bijna 11.750 tot circa 9.900. Een daling van 16%. Tussen de 5% en 8% van de administratieve bezetting verbleef jaarlijks onder de eindverantwoordelijkheid van een P.I. op een door DJI ingekochte plaats in een zorginstelling of volgde extramuraal een penitentiair programma. Daling detentieduur De gemiddelde detentieduur is door de gewijzigde insluitingsmix (minder insluitingen van voorlopig gehechten en meer kortdurende gijzelingen) met 17% afgenomen van 112 tot 93 dagen. Vijftig procent van de uitgestroomde gedetineerden verbleef in 2014 korter dan 3 weken in detentie. Lage detentieratio in vergelijking met andere Europese landen De Raad van Europa (RvE) publiceert jaarlijks gegevens over de gevangenisbevolking van alle lidstaten. Het meest recente rapport verscheen in april 2014. Met een detentieratio van 62 per 100.000 inwoners behoort Nederland tot de landen met verhoudingsgewijs het laagste aantal gedetineerden. Alleen Finland en Zweden hebben minder gedetineerden. Duitsland heeft 76 gedetineerden per 100.000 inwoners, België 100 en Frankrijk 103 (Peiljaar: 2013). Capaciteitsmaatregelen In februari 2010 is gestart met het verhuren van capaciteit in Tilburg aan België. Als reactie op de dalende bezetting en de bezuinigingsopdracht van het kabinet, is de gemiddelde capaciteit van het gevangeniswezen in de periode 2010-2014 voorts met ruim 600 plaatsen gereduceerd. Om de kosten te drukken is een goedkoper regime voor arrestanten ingevoerd. Het betreft personen die door de politie zijn gearresteerd vanwege een openstaande vrijheidsstraf of een niet betaalde boete. Zij kunnen maximaal acht weken in dit regime worden geplaatst. Daarnaast zijn meer cellen geschikt gemaakt voor meerpersoonsgebruik. Conform het Masterplan DJI 2013-2018 zullen in 2015 en 2016 meer penitentiaire inrichtingen worden gesloten. De locatie Norgerhaven zal vanaf de tweede helft van 2015 verhuurd worden aan Noorwegen. Een nieuwe penitentiaire inrichting in Zaanstad vervangt de verouderde capaciteit in Amsterdam en Haarlem. Minder onttrekkingen aan detentie Het aantal ontvluchtingen uit de gesloten penitentiaire inrichtingen varieerde in de periode 2010-2014 van 1 tot 6 per jaar. Het aantal personen dat zich heeft onttrokken aan een verblijf in een minder beveiligde inrichting of een zorginstelling (inkoopplaatsen), aan begeleid of onbegeleid verlof of anderszins toegestaan (tijdelijk) verblijf buiten de inrichting, dan wel zich heeft onttrokken aan een extramurale detentievorm, daalde van circa 660 in 2010 tot ruim 380 in 2014. De beschikbare registratiegegevens van de jaren 2010 t/m 2012 staan geen precieze vergelijking toe met de jaren 2013 en 2014. Een deel van de verklaring voor de daling kan niettemin gevonden worden in de afname van de bezetting van de beperkt beveiligde inrichtingen (BBI s). Een reductie die onder meer het gevolg is van het niet langer plaatsen van zelfmelders in de BBI s. Daardoor nam het aantal personen af dat niet is teruggekeerd van het vierwekelijkse regimesgebonden verlof, Pagina 10 van 78

dat in de BBI s gebruikelijk is. Er zijn aanwijzingen dat een stingenter selectiebeleid bij het verlenen van vrijheden in het algemeen, ook een rol heeft gespeeld bij het terugdringen van ongeoorloofde afwezigheid. Minder recidive Het WODC meet de algemene recidive van de personen die jaarlijks uit een DJIinrichting uitstromen. Onder algemene recidive wordt elk nieuw justitiecontact verstaan. Van degenen die in 2002 zijn ontslagen uit een penitentiaire inrichting van het gevangeniswezen kwam 56,6% binnen twee jaar opnieuw in aanraking met justitie. Daarna daalde dit percentage jaarlijks. Voor het uitstroomcohort van 2010 bedroeg het recidivepercentage 47,3%. Dit betekent een sterkere dalking dan de vooraf geformuleerde doelstelling van de regering in de periode 2002-2010 (-7,7%). Het WODC-rapport concludeert daarom dat de reductiedoelstelling daadwerkelijk is gehaald. Met een verdiepend onderzoek is getracht vast te stellen welke invloed de dadergerichte aanpak van justitie als geheel heeft gehad op het recidivepercentage. Bij ex-gedetineerden komen de geschatte effecten van de toegenomen sociale cohesie en de filterwerking van het politie/justitie apparaat, naast de implementatie van het dadergerichte beleid, als meest belangrijke verklarende factoren naar voren. Op basis van een analyse van gegevens op individueel niveau is door de onderzoekers vastgesteld dat ex-gedetineerden bij wie werk of uitkering, wonen en sociale relaties afdoende geregeld zijn, minder kans hebben op recidive. Factoren zoals primaire preventie, sociaaleconomisch klimaat en generale afschrikking lijken minder invloed te hebben gehad op de recidivecijfers van beide groepen, maar worden door de onderzoekers niet geheel uitgesloten (bron: WODC-rapport Terugval in Recidive en aanbiedingsbrief van het rapport aan de Tweede Kamer door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie). Pagina 11 van 78

Pagina 12 van 78

1 Inleiding 1.1 Doel van deze publicatie Het doel van deze publicatie is in de eerste plaats om het management en beleidsmedewerkers van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en het bestuursdepartement van het ministerie van Veiligheid en Justitie cijfermatig te informeren over de belangrijkste ontwikkelingen in het gevangeniswezen in de periode 2010-2014. Opvallende trends zijn zoveel mogelijk van verklaringen voorzien. Deze publicatie dient tevens als naslagwerk voor andere direct betrokkenen en geïnteresseerden. 1.2 Opdracht gevangeniswezen Het gevangeniswezen is, met uitzondering van de Tbs-maatregel en de vreemdelingenbewaring, verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen opgelegd aan meerderjarigen. De meeste gedetineerden ondergaan hun straf of maatregel volledig in een penitentiaire inrichting (PI). Het gevangeniswezen is echter ook verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen in extramurale detentievormen zoals de Penitentiaire Programma s. Voor gedetineerden met ernstige psychiatrische stoornissen of psychische problemen beschikt DJI over vier Penitentiaire Psychiatrische Centra (PPC) en maakt hij tevens gebruik van ingekochte plaatsen bij de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ), de gehandicaptenzorg en voorzieningen voor beschermd en begeleid wonen. Bijlage 1 geeft een overzicht van de plaatsingsmogelijkheden binnen het gevangeniswezen en de daarbij behorende categorieën gedetineerden. 1.3 Leeswijzer In de hierna volgende hoofdstukken komen de volgende onderwerpen aan bod: Hoofdstuk 2 geeft inzicht in de juridische grondslag waarop gedetineerden in-, door- en uitstromen. Hoofdstuk 3 brengt de ontwikkeling van de capaciteit van 2010 tot en met 2014 in beeld. Hoofdstuk 4 gaat dieper in op de instroom van gedetineerden en een aantal achtergrondkenmerken: leeftijd, geslacht, insluitingscategorie en geboorteland. In hoofdstuk 5 komen dezelfde kenmerken terug. Nu hebben ze betrekking op de gedetineerdenpopulatie op 30 september van ieder jaar. Aanvullend is het delicttype, de celbestemming en de verblijfsduur van de zittende populatie in beeld gebracht. Tevens is in dit hoofdstuk de detentieratio in Nederland per 100.000 inwoners vergeleken met die in andere Europese landen. Hoofdstuk 6 levert gegevens over detentiefasering, detentieduur en voorwaardelijke invrijheidstelling. Hoofdstuk 7 biedt inzicht in incidenten: het aantal ontvluchtingen, onttrekkingen aan detentie, aanhoudingen na ongeoorloofde afwezigheid en suïcides. Het laatste hoofdstuk beschrijft de algemene recidive en de detentierecidive van ex-gedetineerden. De publicatie bevat twee bijlagen: Pagina 13 van 78

Bijlage 1 geeft een overzicht van de plaatsingsmogelijkheden in het gevangeniswezen. Bijlage 2 geeft een lijst met definities van de gebruikte begrippen in deze publicatie. Pagina 14 van 78

2 Instroom, titelwijzigingen en uitstroom Dit hoofdstuk schetst een beeld van de verschillende stromen in het gevangeniswezen. Deze informatie vergemakkelijkt het lezen en de interpretatie van de gegevens in de volgende hoofdstukken. 2.1 Stroomschema Het onderstaande schema illustreert de omvang van de hoofdstromen in het gevangeniswezen in het meest recente jaar 2014. De twee verticale pijlen in het bovenste deel van het schema hebben betrekking op de instroom, de horizontale pijlen in het middelste blok geven de titelwijzigingen tijdens de detentie aan en de drie verticale pijlen in het onderste blok verbeelden de verschillende uitstroomcategorieën in 2014. De aantallen sluiten niet precies op elkaar aan, omdat ingestroomde gedetineerden na 2014 kunnen uitstromen en uitgestroomde personen al vóór 2014 kunnen zijn ingestroomd. De aantallen bij de horizontale pijlen in dit schema zijn op honderdtallen afgerond 1. 1 De aantallen bij de horizontale pijlen zijn ontleend aan de databestanden met gegevens over de titelwijzigingen van gedetineerden (van voorlopige hechtenis naar onherroepelijk veroordeeld, eventueel na een hoger beroep, en vice versa). Deze bestanden leveren iets minder betrouwbare data op. Daarom zijn de cijfers afgerond op honderdtallen en kunnen ze enigszins afwijken van de werkelijke aantallen. Pagina 15 van 78

2.2 Totale instroom In 2014 zijn 41.400 gedetineerden ingesloten in een penitentiaire inrichting. Een aanzienlijk aantal is meer dan één keer ingesloten in 2014. Het aantal unieke personen bedraagt 33.730. 2.3 Instroom, titelwijzigingen en uitstroom voorlopig gehechten Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in 2014 ruim 23.000 verdachten voor plaatsing aangeboden bij het Bureau Capaciteitsbenutting en Logistiek van de Directie Gevangeniswezen. Voor een niet onaanzienlijk deel van deze personen bleek de reservering van een cel achteraf niet nodig, omdat het bevel tot bewaring onder voorwaarden direct is geschorst of omdat de Rechter- Commissaris de vordering van het OM heeft afgewezen. In 2014 zijn uiteindelijk 13.803 personen daadwerkelijk ingesloten in een Huis van Bewaring na een bevel tot voorlopige hechtenis. Dit is ongeveer 60% van het oorspronkelijke aanbod. Er stromen vervolgens 8.020 personen uit omdat hun voorlopige hechtenis is geschorst voor onbepaalde tijd of is beëindigd vóór de terechtzitting, of omdat direct na de uitspraak van de rechter een bevel tot onmiddellijke invrijheidstelling door het Openbaar Ministerie (OM) naar de inrichting is verzonden. De uitspraak van de rechter is vaak niet bij de inrichting bekend. In dit soort zaken legt de rechter echter veelal een vrijheidsstraf korter of gelijk aan het voorarrest op (= inverzekeringstelling + voorlopige hechtenis) of een andere sanctie dan een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel. Vrijspraak leidt ook tot een bevel tot onmiddellijke invrijheidstelling. DJI verleent de gedetineerde in deze gevallen alleen ontslag als er geen openstaande vrijheidsstraffen of vrijheidsbenemende maatregelen van eerdere zaken op de plank liggen. Indien de voorlopige hechtenis is geschorst of beëindigd en de gedetineerde in vrijheid is gesteld, kan de persoon in een later stadium door de rechter worden veroordeeld tot een straf langer dan de duur van de voorlopige hechtenis. In dat geval wordt hij later voor dezelfde zaak nogmaals ingesloten, maar nu als zelfmelder of arrestant, om het restant van de opgelegde straf uit te zitten (zie paragraaf 2.4). Als de rechter een vrijheidsstraf heeft opgelegd die langer is dan het voorarrest, dan wordt de detentie verlengd. Als de officier van justitie en de gedetineerde vervolgens niet in hoger beroep gaan, wordt de straf twee weken na de uitspraak onherroepelijk en start de executie van het strafrestant. Het komt ook voor dat de straf niet langer is dan het voorarrest, maar dat de gedetineerde toch langer moet blijven vanwege de tenuitvoerlegging van andere rechterlijke uitspraken, w.o. ook vervangende straffen en gijzelingen. In totaal hebben circa 5.300 personen die als voorlopig gehechten zijn ingesloten, tijdens hun detentie een titelwijziging of zaakswijziging ondergaan. Dit is bijna 40% van de ingesloten voorlopig gehechten. In circa 1.600 gevallen volgt hoger beroep na het vonnis in eerste aanleg (eventueel gevolgd door cassatie) en is de voorlopige hechtenis verlengd. Vervolgens treden dezelfde mechanismen in werking als in de eerste fase van de voorlopige hechtenis. Dit betekent dus schorsing of beëindiging nog voordat het gerechtshof arrest heeft gewezen of een onmiddellijke invrijheidstelling, als het gerechtshof een straf oplegt gelijk aan of korter dan de tijd die de persoon tot dat moment in voorarrest heeft gezeten, een andere dan een vrijheidsstraf oplegt of vrijspreekt. Een extra ontslagvariant in de fase van hoger beroep is de onmiddellijke invrijheidstelling, zodra de duur van het voorarrest gelijk is Pagina 16 van 78

geworden aan de duur van de opgelegde straf in eerste aanleg. Dit vindt dan dus plaats nog voordat de zaak op een zitting van een gerechtshof is behandeld. Al deze ontslagvarianten komen in 2014 in totaal 564 maal voor. Bij de overige zaken (ca. twee derde deel) volgt na de behandeling door het gerechtshof (c.q. na cassatie) een onherroepelijke straf, die langer is dan het tot dan toe uitgezeten aantal dagen in voorarrest of blijft de persoon langer in detentie voor de tenuitvoerlgging van andere rechterlijke uitspraken. 2.4 Instroom en uitstroom onherroepelijk veroordeelden Personen die niet (meer) in voorlopige hechtenis verblijven maar in de vrije maatschappij een uitspraak in hun strafzaak afwachten, kunnen veroordeeld worden tot een gevangenisstraf of (principale) hechtenis (lopend vonnis). Daarnaast zijn er veroordeelden die een vervangende straf moeten uitzitten of voor wie de rechter een gijzelingsmachtiging heeft afgegeven. Afhankelijk van de wijze waarop de tenuitvoerlegging van de straf of maatregel start, zijn de volgende groepen te onderscheiden: Zelfmelders. Een groep van 2.154 personen met een lopend vonnis heeft in 2014 gehoor gegeven aan een oproep om zich te melden bij de poort van een penitentiaire inrichting in de omgeving van de woonplaats (zelfmeldprocedure). Zij verblijven in het zogenaamde plusregime dat per 1 maart 2014 is ingevoerd, dat meer vrijheden kent dan het basisregime. Arrestanten. De overgrote meerderheid van de veroordeelden moet door de politie worden gearresteerd. In 2014 gebeurde dat 25.443 maal. De volgende groepen arrestanten zijn te onderscheiden: Personen die een vervangende hechtenis moeten uitzitten of die gegijzeld worden. Zij komen per definitie niet in aanmerking voor de zelfmeldprocedure. Gedacht moet worden aan vervangende hechtenis vanwege niet of niet-volledig uitgevoerde taakstraffen of niet betaalde boetes in strafzaken (subsidiaire hechtenis), administratief opgelegde en niet betaalde boetes voor verkeersovertredingen (gijzeling Wet Mulder), gijzeling vanwege het niet betalen van een strafbeschikking, vervangende hechtenis wegens het niet betalen van een schadevergoeding (Wet Terwee) en lijfsdwang omdat niet wordt meegewerkt aan de uitvoering van een opgelegde maatregel tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ( Pluk-ze -wetgeving). Regelmatig gaat het om een veelvoud aan financiële sancties per persoon. Deze categorie is de meest omvangrijke binnen de groep arrestanten. Personen die niet in aanmerking komen voor de zelfmeldprocedure, omdat ze geen geschikt (verlof)adres hebben of vanwege andere contra-indicaties 2. Personen die wel in aanmerking komen, maar die niet zijn ingegaan op de oproep tot zelfmelding. Personen die zijn aangehouden na zich aan een eerdere detentie te hebben onttrokken. Arrestanten worden maximaal de eerste acht weken geplaatst in een beperkt aantal penitentiaire inrichtingen met een goedkoper programma. De overgrote meerderheid ondergaat een veel kortere straf of maatregel. 2 Zie bijlage 1 van de OM-aanwijzing executie (2014A013) https://www.om.nl/organisatie/beleidsregels/overzicht-0/executieafdoening/@87532/aanwijzing-executie-1/#hoofdstuk_377524 Pagina 17 van 78

Naast de bovengenoemde categorieën arrestanten zijn er nog twee groepen gedetineerden die ingesloten worden. Zij zijn in deze publicatie meegeteld bij de arrestanten: Personen die zijn aangehouden om te worden overgeleverd (aan een EUland) of uitgeleverd (aan een land buiten de EU). Dit gebeurt op verdenking van of veroordeling voor een gepleegd misdrijf in het buitenland. Gedetineerden die in het buitenland zijn veroordeeld en zijn overgedragen aan Nederland in het kader van de Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen (WOTS) of de Wet Wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (WETS). De meeste veroordeelden verlaten na de executie van hun straf of maatregel regulier het gevangeniswezen. Sommige gedetineerden onttrekken zich echter voortijdig aan de detentie, worden na hun detentie het land uitgezet of vanwege een Tbs-maatregel overgeplaatst naar een Forensisch Psychiatrisch Centrum. Er is ook een groep van circa 100 gedetineerden die tijdens het uitzitten van hun straf verdacht wordt van een ander misdrijf en daarvoor (opnieuw) in voorlopige hechtenis zijn genomen. Deze groep is verantwoordelijk voor een omgekeerde titelstroom van onherroepelijk veroordeeld naar voorlopig gehecht (zie schema). Na de afhandeling van de nieuwe zaak wordt het openstaande strafrestant van de oude zaak alsnog geëxecuteerd. Pagina 18 van 78

3 Capaciteit 2010-2014 Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste capaciteitsmaatregelen die door het gevangeniswezen in de periode 2010-2014 zijn genomen, om het intramurale capaciteitsaanbod 3 zoveel mogelijk af te stemmen op de afgenomen vraag en tevens te voldoen aan de bezuinigingsopdrachten. 3.1 Reductie capaciteit In februari 2010 is gestart met het verhuren van de locatie Tilburg aan België. De gemiddelde capaciteit is in de jaren 2010 t/m 2012 niet sterk gewijzigd. In de laatste maanden van 2012 is een aantal inrichtingen of afdelingen van inrichtingen leeggestroomd. In 2013 en 2014 is de gemiddelde capaciteit met 600 plaatsen gereduceerd. Conform de uitvoering van het Masterplan DJI 2013-2018 zullen er in 2015 en 2016 meer inrichtingen worden gesloten. De locatie Norgerhaven zal vanaf de tweede helft van 2015 verhuurd worden aan Noorwegen. De in 2016 op te leveren penitentiaire inrichting Zaanstad vervangt verouderde capaciteit in Amsterdam en Haarlem. 3.2 Intensivering meerpersoonscelgebruik Het aandeel van de plaatsen op meerpersoonscellen is in de verslagperiode fors toegenomen. Eind september 2012 zijn het er ruim 2.200, eind september 2013 meer dan 2.500 en eind september 2014 3.400. Dit is 28% van het totaal aan direct inzetbare plaatsen. Het gebruik van meerpersoonscellen drukt de gemiddelde kostprijs per plaats. 3 Voor een juiste interpretatie van de capaciteitscijfers in deze publicatie is het volgende van belang: Hoewel de financiering van de Penitentiaire Psychiatrische Centra (PPC s) verloopt via de Directie Forensische Zorg van DJI, zijn de PPC s penitentiaire inrichtingen. De capaciteit van de PPC s is daarom meegeteld. Plaatsen binnen de Directie Bijzondere Voorzieningen van DJI die op contractbasis aan de Directie Gevangeniswezen beschikbaar zijn gesteld voor de insluiting van strafrechtelijk gedetineerden, zijn ook meegeteld. VN-plaatsen, plaatsen voor het Internationaal Strafhof en arrestantenplaatsen op politiebureaus waarover de Directie Gevangeniswezen op contractbasis kan beschikken, zijn niet meegeteld. Plaatsen die door de Directie Forensische Zorg van DJI binnen een particuliere zorginstelling worden ingekocht ten behoeve van gedetineerden met een bijzondere zorgbehoefte, zijn ook niet meegeteld. Personen die een korte vrijheidsstraf volledig thuis uitzitten in de vorm van Elektronische Detentie (dat was tot halverwege 2010 mogelijk) en personen die in de laatste fase van hun straf een penitentiair programma volgen, leggen geen beslag op de intramurale DJI-capaciteit en blijven daarom in dit hoofdstuk buiten beschouwing. De teleenheid bij meerpersoonscellen is het aantal bedden. Pagina 19 van 78

3.3 Reservecapaciteit In 2009 is gestart met het aanwijzen van reservecapaciteit. Deze capaciteit moet snel inzetbaar te maken zijn, om (tijdelijk) extra (seizoens)aanbod van in te sluiten justitiabelen op te vangen. De kostprijs van de reservecapaciteit is beduidend lager dan de kostprijs van de direct inzetbare capaciteit. Het betreft in meerderheid tweede bedden op meerpersoonscellen. Grafiek 4.1 illustreert de kwantitatieve gevolgen van de genomen maatregelen. Grafiek 4.1 Gemiddelde capaciteit gevangeniswezen 2010-2014 (incl. Penitentiaire Psychiatrische Centra) 12.707 12.698 12.705 12.357 12.219 12.454 12.122 11.938 12.071 11.811 350 479 583 516 260 2010 2011 2012 2013 2014 Totaal w.v. direct inzetbaar w.v. reserve Pagina 20 van 78

4 Instroom gedetineerden 2010-2014 Dit hoofdstuk geeft een beeld van het jaarlijks aantal gedetineerden dat in voorlopige hechtenis is genomen of als arrestant of zelfmelder is ingestroomd. De instroom wordt niet alleen onderscheiden naar deze drie insluitingscategorieën, maar ook naar de justitiële insluitingstitel van de arrestanten en de zelfmelders en het geslacht van de gedetineerden. 4.1 Totale instroom Na een lichte daling in de periode 2010-2012, is de totale instroom van gedetineerden in de afgelopen twee jaar gestegen. Deze stijging komt niet voor rekening van de personen die zijn ingesloten na een bevel tot voorlopige hechtenis. Hun aantal is de afgelopen twee jaar verder gedaald. De stijging is met name het gevolg van een forse toename van het aantal arrestanten dat kortdurend is gegijzeld vanwege het niet-betalen van een administratiefrechtelijk opgelegde verkeersboete of vanwege een gijzeling als gevolg van een strafbeschikking. Vanwege de gemiddeld erg korte detentieduur van deze arrestanten, is het opwaartse effect op de omvang van de totale gevangenisbevolking beperkt. De daling van het aantal personen dat in voorlopige hechtenis is genomen, weegt in dit opzicht veel zwaarder. Het resultaat is dat de gevangenispopulatie per saldo in de verslagperiode met 16% is gedaald (zie hoofdstuk 5), ondanks de stijging met 5% van de totale instroom in dezelfde periode. Grafiek 4.1 Instroom vanuit de vrije maatschappij of het politiebureau 2010-2014 39.293 39.866 38.666 39.653 41.400 2010 2011 2012 2013 2014 Pagina 21 van 78

4.2 Instroom naar categorie Tabel 4.1 Instroom naar categorie 2010-2014 2010 2011 2012 2013 2014 Categorie Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Voorlopig gehechte 17.694 45 18.056 45 16.991 44 16.081 41 13.803 33 Arrestant 19.588 50 20.160 51 20.565 53 22.484 57 25.443 61 Zelfmelder PI 1.093 3 1.650 4 1.110 3 1.088 3 2.154 5 Zelfmelder ED * 918 2 0 0 0 0 0 0 0 0 Totaal 39.293 100 39.866 100 38.666 100 39.653 100 41.400 100 * Zelfmelders met straffen tot maximaal drie maanden kregen in de periode 2003 tot halverwege 2010 de gelegenheid hun straf thuis uit te zitten in de vorm van elektronische detentie. Grafiek 4.2 Instroom naar categorie 2010-2014 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2010 2011 2012 2013 2014 voorlopig gehechten arrestanten Zelfmelders (2010 ook ED) De instroom van voorlopig gehechten daalt van bijna 17.700 in 2010 tot circa 13.800 in 2014. Een daling van 22%. Het aantal arrestanten dat instroomt, is daarentegen jaarlijks gestegen van bijna 19.600 in 2010 tot ruim 25.400 in 2014 Een stijging van 30%. De zelfmelders vormen met een aantal van ruim 2.100 in 2014 verreweg de kleinste instroomcategorie, maar hun aantal is het afgelopen jaar wel flink toegenomen. De hiernavolgende paragrafen gaan nader in op de ontwikkelingen binnen elke instroomcategorie. 4.3 Instroom voorlopig gehechten Een vergelijking van politie- en DJI-gegevens wijst uit dat het aantal personen dat in voorlopige hechtenis is genomen relatief sterker is gedaald dan het aantal Pagina 22 van 78

personen dat door de politie in verzekering is gesteld (ivs). Er zijn drie filters tussen ivs en voorlopige hechtenis die mogelijk in verhoogde mate een rol spelen: 1. Een ivs leidt minder vaak tot een vordering van het OM tot inbewaringstelling aan de Rechter-Commissaris (RC). 2. Een vordering tot inbewaringstelling wordt vaker door de RC afgewezen. 3. Een bevel tot inbewaringstelling wordt vaker direct door de RC geschorst onder (bijzondere) voorwaarden. In 2015 zal binnen het programma Versterking Prestaties Strafrechtketen nader onderzoek plaatsvinden naar de oorzaken van de sterke daling van de feitelijke inbewaringstelling. Daarbij zal onder meer gebruik worden gemaakt van de kennis van de ketenpartners die gegevens leveren ten behoeve van de zogenaamde strafrechtketenmonitor. 4.4 Instroom arrestanten naar insluitingstitel Tabel 4.2 Instroom van arrestanten naar insluitingstitel 2010-2014 2010 2011 2012 2013 2014 Titel Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Vrijheidsstraf/maatregel: 5.964 30 6.343 31 6.403 31 6.328 28 6.536 26 Gevangenisstraf 4.404 22 4.578 23 5.076 25 5.307 24 5.638 22 ISD-maatregel 141 1 146 1 148 1 155 1 135 1 Hechtenisstraf (principale hechtenis) 1.419 7 1.619 8 1.179 6 866 4 763 3 Vervangende sanctie/dwangmaatregel: 12.781 65 13.046 65 13.358 65 15.170 67 17.514 69 Vervangende hechtenis taakstraf 4.844 25 4.440 22 3.981 19 3.891 17 3.529 14 Detentie vanwege financ. sanctie: 7.937 41 8.606 43 9.377 46 11.279 50 13.985 55 - Verv. hechtenis geldboete 5.284 27 5.547 28 5.655 27 5.353 24 4.039 16 - Gijzeling wet Mulder 1.848 9 2.260 11 2.767 13 4.809 21 4.635 18 - Verv. hechtenis wet Terwee 701 4 710 4 885 4 990 4 1.011 4 - Lijfsdwang ontnemingsmtr. 104 1 89 0 70 0 68 0 75 0 - Gijzeling OM-strafbeschikking - - - - - - 59 0 4.225 17 Overig: 843 4 771 4 804 4 986 4 1.393 5 TBS passant 35 0 20 0 25 0 24 0 26 0 Bewaring uitlevering 478 2 462 2 457 2 469 2 444 2 Bewaring, gevangenh. ihkv WOTS 85 0 56 0 43 0 32 0 20 0 Overig 182 1 141 1 193 1 313 1 302 1 Onbekend 63 0 92 0 86 0 148 1 601 2 Totaal 19.588 100 20.160 100 20.565 100 22.484 100 25.443 100 In tabel 4.2 zijn de ingestroomde arrestanten onderscheiden naar de aard van de opgelegde straf of maatregel. Veel arrestanten moeten meerdere vonnissen aansluitend uitzitten. Dat kunnen (principale) vrijheidsstraffen zijn, maar ook meerdere vervangende sancties of dwangmaatregelen. Combinaties komen ook veelvuldig voor. In die gevallen wordt eerst de principale straf ten uitvoer gelegd en daarna de vervangende sanctie of dwangmaatregel. Bij meerdere vonnissen is de arrestant in tabel 4.2 gerubriceerd onder de straf of maatregel die het eerst ten uitvoer is gelegd. Om misverstanden te voorkomen: de tabel geeft dus niet de totale aantallen ten uitvoer gelegde vonnissen door arrestanten weer. Dat waren er in 2014 meer dan 60.000. Bijna de helft van de arrestanten kwam binnen met meer dan één zaak, bijna 20% met meer dan drie zaken. De laatste groep was verantwoordelijk voor meer dan de helft van alle ruim 60.000 arrestantenzaken. Pagina 23 van 78

4.5 Instroom arrestanten veroordeeld tot gevangenisstraffen Tabel 4.2 laat over de gehele periode een stijging zien van het aantal ingestroomde arrestanten met een gevangenisstraf. De in paragraaf 4.3 aangekondigde analyse naar de redenen van de daling van het aantal voorlopig gehechten, kan ook licht doen schijnen op de oorzaken van de stijging van het aantal arrestanten veroordeeld tot een gevangenisstraf. Relevante onderzoeksvragen zijn: Zijn de strafzaken lichter geworden waardoor het middel van voorlopige hechtenis minder vaak is toegepast en de persoon op het moment van de veroordeling in vrijheid verblijft? Als het vonnis wel een gevangenisstraf inhoudt, zal de betrokkene instromen als arrestant (of zelfmelder). Is mogelijk sprake van een meer terughoudend beleid bij de toepassing van het middel van voorlopige hechtenis in vergelijkbare zaken? Ook dan wacht de verdachte in vrijheid zijn vonnis af en kan hij als veroordeelde arrestant instromen. Extra inzet van de politie gericht op de arrestatie van meer veroordeelde personen, onder wie degenen met een uitstaande gevangenisstraf. 4.6 Instroom arrestanten voor vervangende straffen en gijzelingen In 2014 zijn circa 17.500 personen in het gevangeniswezen ingestroomd omdat de executie van een taakstraf of een financiële sanctie niet tot een succesvol einde is gebracht. Dit is bijna 70% van alle arrestanten en 40% van de totale instroom (voorlopig gehechten, arrestanten en zelfmelders). Gijzelingen voor niet betaalde verkeersboetes In de afgelopen twee jaar is het aantal arrestanten op grond van door de kantonrechter verleende machtigingen tot gijzeling voor het niet betalen van verkeersboetes, sterk gestegen. Deze boetes zijn, buiten het strafrecht om, opgelegd met toepassing van de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften (WAHV, ofwel Wet Mulder). De stijging is vooral het gevolg van het onder de WAHV brengen van het bezit van voertuigen die niet verzekerd zijn; artikel 30 van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM). Voorheen viel dit onder het strafrecht en moesten overtreders worden gedagvaard voor de kantonrechter als ze niet ingingen op een transactievoorstel. Dat beperkte het aantal gevallen dat jaarlijks kon worden aangebracht. Anders dan een transactievoorstel kan een WAHV-beschikking wel onherroepelijk ten uitvoer worden gelegd, indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn in beroep gaat bij de officier van justitie. Nu onderzoekt het CJIB bij niet-betalen de mogelijkheid of het bedrag direct verhaald kan worden op het banktegoed (verhaal zonder dwangbevel). Zo niet, dan wordt een deurwaarder ingeschakeld (verhaal met dwangbevel). Als ook dat niet tot betaling leidt, behoort gijzeling tot de mogelijkheden. Dit kan alleen op vordering van het Openbaar Ministerie en na een machtiging van de kantonrechter. Sinds de vermuldering koppelt de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) meerdere malen per jaar alle kentekens in Nederland aan de verzekeringsregisters. Dit heeft geleid tot een absolute toename van het aantal door het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) geïnde Mulderboetes en uiteindelijk ook in een aanzienlijke verlaging van het aantal onverzekerde voertuigen van 240.000 in 2011 naar een aantal onder de 100.000. Tegelijkertijd heeft het ook geleid tot een sterke toename Pagina 24 van 78

van het aantal gijzelingen dat als dwangmiddel is toegepast. In de regel wordt gijzeling gevorderd voor de duur van zeven dagen. Gijzelingen voor niet betaalde strafbeschikkingen De Wet OM-afdoening biedt de Officier van Justitie, bestuursorganen en opsporingsambtenaren de mogelijkheid een strafbeschikking uit te vaardigen. Dit kan bij overtredingen en misdrijven, waarbij volgens de wet geen gevangenisstraf van langer dan zes jaar kan worden opgelegd. De Wet OM-afdoening is in februari 2008 in werking getreden en is gefaseerd geïmplementeerd. Het volume van deze sanctiestroom is geleidelijk toegenomen, terwijl het aantal door het OM aangeboden transacties en door de rechter opgelegde geldboetes logischerwijs afneemt. In 2013 zijn ongeveer 350.000 geldsomstrafbeschikkingen opgelegd. Het OM kan bij niet-betaling voor elke openstaande 50 euro één dag gijzeling vorderen bij de kantonrechter, met een maximum van zeven dagen per strafbaar feit. Eind 2013 zijn de eerste personen gearresteerd en aan DJI aangeboden. Uit tabel 4.2 blijkt dat deze categorie in 2014 een fors aandeel vormt binnen het aanbod van arrestanten. Beleidsontwikkelingen Van verschillende kanten (Tweede Kamer, Nationale ombudsman) is aandacht gevraagd voor meer maatwerk om schrijnende gevallen zoveel mogelijk te voorkomen. Onder auspiciën van het programma Uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen (USB) zijn verbetermaatregelen voor de executie van alle financiële sancties voorgesteld en in gang gezet. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen mensen die niet willen en mensen die niet kunnen betalen. De maatregelen hebben betrekking op het gehele traject van inning, verhaal met en zonder dwangbevel, inname rijbewijs, buitengebruikstelling voertuig tot de vordering gijzeling. Een voorbeeld aan het begin van het proces, is een wetswijziging die moet voorzien in de mogelijkheid van termijnbetalingen bij Mulderboetes boven de 225,00. Een voorbeeld aan het eind van het proces, zijn de maatregelen die het Openbaar Ministerie tezamen met het CJIB uitwerkt om te voorkomen dat schrijnende gevallen nog langer worden gegijzeld: een betere screening en de introductie van de vordering gijzeling nieuwe stijl (meer uitvoerig gedocumenteerde vorderingen). De bovengenoemde maatregelen zullen mogelijk gaan leiden tot een daling van het aantal gijzelingen in 2015. 4.7 Samenwerkingsovereenkomst arrestanten De Nationale politie, het CJIB en de DII hebben een samenwerkingsovereenkomst over een nieuwe efficiënte wijze van plaatsing en vervoer van arrestanten opgesteld. Met ingang van 1 oktober 2014 vervoert de Dienst Vervoer & Ondersteuning van DJI, alle arrestanten van een arrestantencomplex van de Nationale politie naar een arrestantenlocatie van DJI. Het vervoer vindt zeven dagen in de week plaats, inclusief de feestdagen. De arrestanteninrichtingen nemen dagelijks op tot 23.00 uur. In de laatste maanden van 2014 is twee derde van de arrestanten op dezelfde dag als de dag van aanhouding door de politie, in een arrestanteninrichting geplaatst. Vóór de overeenkomst was dit bij slechts een kwart van de arrestanten het geval. Het aandeel dat twee nachten of langer op het politieburaeu moest verblijven, is gedaald van 25% tot 7%. Het regime in deze arrestantengevangenissen is sober. De arrestanten verblijven er maximaal acht weken. Als de straf of maatregel dan nog niet volledig ten uitvoer is gelegd, volgt overplaatsing naar een gevangenis met een standaard regime. Er is Pagina 25 van 78

gestart met vijf locaties met een totale capaciteit van 1.100 plaatsen. Begin 2015 is de capaciteit opgevoerd tot 1.300 plaatsen. 4.8 Instroom zelfmelders Tabel 4.3 Instroom van zelfmelders naar verblijfstitel 2010-2014 (2010 incl. ED) 2010 2011 2012 2013 2014 Titel Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Gevangenisstraf 1.315 73 1.108 67 824 74 850 78 1.831 85 Hechtenisstraf* 669 26 529 32 285 26 236 22 323 15 Overig 24 1 9 1 0 0 2 0 0 0 Onbekend 3 0 4 0 1 0 0 0 0 0 Totaal 2.011 100 1.650 100 1.110 100 1.088 100 2.154 100 *principale hechtenis Zelfmelders met straffen tot maximaal drie maanden kregen in de periode 2003 tot halverwege 2010 de gelegenheid hun straf thuis uit te zitten in de vorm van elektronische detentie. Hun aantal in 2010 is in tabel 4.3 meegeteld. In 2012 is, vooruitlopend op de sluiting van een deel van de beperkt beveiligde inrichtingen (BBI s), geleidelijk capaciteit buiten gebruik gesteld en zijn tijdelijk minder zelfmelders opgeroepen. Eind 2013 zijn maatregelen genomen om de werkvoorraad niet verder op te laten lopen. Het aantal zelfmelders is in 2014 weer gestegen. Zelfmelders dienen zich vanaf die tijd te melden bij een reguliere gesloten inrichting. Zij worden opgeroepen voor een gevangenis in de buurt van hun woonplaats en direct geplaatst in een plusregime. Hiermee hebben ze meer vrijheden dan andere instromers. 4.9 Wijziging zelfmeldprocedure In 2014 is de zelfmeldprocedure gewijzigd. De veroordeelde ontvangt geen vooraankondiging meer van het CJIB, waarop hij positief moet reageren alvorens een meldoproep van DJI te ontvangen. In de nieuwe procedure wordt een kandidaat direct door DJI opgeroepen om zich in een penitentiaire inrichting te melden. De tijd tussen het moment van het informeren van de veroordeelde en de melddatum is bovendien aanzienlijk verkort. De pilot is 1 september 2014 gestart en zou lopen tot 1 januari 2015. Met de nieuwe procedure is het aantal op te roepen veroordeelden door DJI aanzienlijk toegenomen. Bovendien is het algehele opkomstpercentage gestegen van 30% naar 40% 4. Tegelijkertijd is het aantal beroepen en verzoeken tot uitstel ook toegenomen. Er is besloten om van de pilotwerkwijze structureel beleid te maken. 4 Het bureau Significant heeft de pilot geëvalueerd. Het opkomstpercentage voor de start van de pilot is berekend door het aantal personen dat zich heeft gemeld af te zetten tegen het aantal personen dat van het CJIB een vooraankondiging heeft gekregen. Het opkomstpercentage tijdens de pilot is berekend door het aantal personen dat zich heeft gemeld af te zetten tegen het aantal personen dat door het gevangeniswezen is opgeroepen. Pagina 26 van 78

4.10 Instroom naar geslacht Bezien over de gehele periode 2010-2014 is er weinig veranderd in het procentuele aandeel van vrouwen in de instroom. Hun aandeel schommelt rond de 8%. Tabel 4.4 Instroom naar geslacht 2010-2014 2010 2011 2012 2013 2014 Categorie Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Man 36.153 92,0 36.674 92,0 35.732 92,4 36.386 91,8 38.148 92,1 Vrouw 3.140 8,0 3.192 8,0 2.934 7,6 3.267 8,2 3.252 7,9 Totaal 39.293 100 39.866 100 38.666 100 39.653 100 41.400 100 Pagina 27 van 78

Pagina 28 van 78

5 Populatie 2010-2014 De gegevens in dit hoofdstuk hebben betrekking op de populatie waarvoor het gevangeniswezen eindverantwoordelijk is op 30 september van ieder jaar 5. Aan bod komen de celbestemmingen van de gedetineerden, de insluitingstitels, de delicten, het geslacht, de leeftijd, het geboorteland en de verblijfsduur van de zittende populatie. Aan het eind van dit hoofdstuk wordt de detentieratio in Nederland per 100.000 inwoners vergeleken met die van andere Europese landen. 5.1 Totale populatie Grafiek 5.1 maakt een onderscheid in gedetineerden die verblijven in penitentiaire inrichtingen (incl. de Penitentiaire Psychiatrische Centra) en personen die in een zorginstelling 6 verblijven of extramuraal een penitentiair programma volgen. De twee laatste groepen verblijven buiten een penitentiaire inrichting. Grafiek 5.1 Populatie 2010-2014, binnen en buiten penitentiaire inrichting (incl. PPC s) 11.736 11.545 11.073 10.914 11.160 10.485 10.544 9.841 9.909 9.129 663 631 675 703 780 2010 2011 2012 2013 2014 Totaal Verblijf binnen PI (incl. PPC's) Verblijf buiten PI Niet in de grafiek opgenomen, maar wel vermeldenswaard, is dat de hoogste administratieve bezetting in de afgelopen 25 jaar werd gemeten in 2005. Eind september van dat jaar bestond de populatie uit 15.206 personen. Tot 2009 daalt de bezetting fors. Daarna volgen enkele jaren van stabilisering, in 2012, 2013 en 2014 opnieuw gevolgd door dalingen. Met 9.909 personen komt de populatie in 2014 16% lager uit dan in 2010. De daling t.o.v. 2005 bedraagt 35%. Het aantal gedetineerden dat in een penitentiaire inrichting verblijft (incl. de PPC s) is in 2014 5 Het WODC en het CBS hanteren ook deze peildatum. 6 Hiertoe zijn de personen gerekend die onder de eindverantwoordelijkheid vallen van de Directie Gevangeniswezen, maar vanwege een bijzondere zorgbehoefte verblijven op plaatsen die door de Directie Forensische Zorg van DJI zijn ingekocht binnen de Geestelijke Gezondheidszorg, opvanghuizen en Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen (RIBW s). Pagina 29 van 78

gedaald tot 9.129 (peilmoment 30 september). Het aantal personen dat verblijft buiten een P.I. is het afgelopen jaar iets gestegen tot 780 in 2014. 5.2 Populatie naar celbestemming Uit tabel 5.1 blijkt dat het aantal mensen dat verblijft in een cel met een specifieke HvB-bestemming, zeer sterk is gedaald. De twee belangrijkste oorzaken zijn: Er zitten ruim 1.000 personen minder in voorlopige hechtenis (en nog niet in eerste aanleg veroordeeld). Introductie van de Extra Zorg Voorzieningen in 2011. Formeel hebben deze afdelingen een dubbele bestemming: HvB en gevangenis. Tabel 5.1 Populatie naar bestemming 2010-2014 2010 2011 2012 2013 2014 Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Huis van bewaring 5.031 43 4.564 40 4.191 38 3.873 37 3.072 31 Gesloten gevangenis (incl. ISD) 4.514 39 4.370 38 4.316 39 4.215 40 4.498 45 Gevangenis beperkt beveiligd 553 5 470 4 452 4 270 3 148 1 Gevangenis zeer beperkt beveiligd 315 3 298 3 276 2 265 3 269 3 Extra Zorgafdeling (hvb/gev) 0 0 465 4 495 4 461 4 425 4 Penitentiair Psychiatrisch Centr. (hvb/gev) 536 5 586 5 626 6 581 6 576 6 Art. 15.5 en art. 43.3 buiten een PI 73 1 89 1 112 1 84 1 132 1 ISD buiten een PI 149 1 154 1 157 1 155 2 139 1 Penitentiair Programma buiten een PI 438 4 388 3 406 4 464 4 509 5 Elektronische Detentie buiten een PI 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Overig/onbekend 124 1 161 1 129 1 176 2 141 1 Totaal 11.736 100 11.545 100 11.160 100 10.544 100 9.909 100 De capaciteit van de BBI s is de afgelopen twee jaar sterk verlaagd. De keuze voor het sluiten van een aantal beperkt beveiligde inrichtingen is ingegeven door het beleid van regionale plaatsing (er was capaciteitsoverschot in de betreffende regio) en door bedrijfseconomische motieven (er waren relatief hoge exploitatiekosten of grote investeringen nodig om aan de huidige kwaliteitsstandaarden te voldoen). 7 Sinds eind 2013 is de overgebleven BBI-capaciteit vrijwel uitsluitend in gebruik voor veroordeelden in een latere fase van hun detentie (detentiefaseerders). Zelfmelders vormden van oudsher een tweede doelgroep van de BBI s, maar vanaf eind 2013 dienen de opgeroepenen zich te melden bij een normaal beveiligde gevangenis. Zoals ook uit grafiek 5.1 blijkt, is het aantal personen dat buiten een penitentiaire inrichting verblijft sinds 2010 niet gedaald. Deze justitiabelen volgen extramuraal een penitentiair programma of zijn geplaatst in een instelling van de GGZ of een voorziening van begeleid of beschermd wonen. Deze externe plaatsingen betreffen onder andere ISD ers, die in de laatste fase van hun maatregel in aanmerking komen voor een plaatsing buiten een PI (Penitentiaire Maatregel, art. 44d.3). Op grond van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) kunnen ook andere gedetineerden in aanmerking komen voor overplaatsing naar een psychiatrisch ziekenhuis (Pbw, art. 15.5) of een instelling voor sociale verzorging en hulpverlening (Pbw, art. 43.3; dit betreft meestal een verslavingskliniek). De oude, niet wettelijk geregelde vorm van Elektronische Detentie is in de loop van 2010 komen te vervallen als detentiemodaliteit. Het deel van de zelfmelders dat 7 Meer informatie is te vinden in: Masterplan Gevangeniswezen 2009-2014, DJI 2009 Pagina 30 van 78