Zandrug 1 8105 BJ LUTTENBERG 06-14482942 info@brand1heid.nl www.brand1heid.nl Berekening veilig vluchten bij brand volgens de NEN 6060 (juni 2015) Distributiecentrum Corning Life Sciences B.V Fogostraat 1060 LJ Amsterdam Datum : 03-03-2016 Nummer : 16.013VT Versie : B Opdrachtgever : HVBM Vastgoed Prof. Cobbenhagenlaan 105 5037 DB Tilburg Opgesteld door : DE BRAND1HEID A.E.M. (August) Habers
Inhoudsopgave Pag. 1 Inleiding 4 2 Wettelijke kader 5 3 Gelijkwaardige oplossing 5 3.1 NEN 6060, maatregelpakketten 5 3.2 Toepasbaarheid van norm 7 3.3 Begrenzingen aan de omvang 8 3.4 Beperkingen aan de vormgeving en gebruik 8 3.5 Beperking aan de referentievermogensdichtheid 8 3.6 Beperkingen en voorwaarden aan tussenvloeren 9 3.7 Capaciteit van de vluchtroute 9 3.8 Technische voorzieningen en overige voorwaarden 9 4 Brandcompartimentering 10 5 Gebouwkenmerken 12 5.1 Ligging 12 5.2 Afmeting: 12 5.3 Bouwaard-specificaties magazijn 13 5.4 Sprinklerbeveiliging (VBB system) 13 5.5 Brandmeldinstallatie 14 5.6 Ontruimingsinstallatie 14 5.7 Vluchtrouteaanduiding 15 6 Loopafstand magazijn/ onder mezzanine 16 7 Loopafstand op mezzanine 16 8 Maximaal toelaatbare loopafstanden 17 8 Conclusie 18 Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 2 van 19
Versie Uitvoering Datum Wijziging A 27-01-2016 - B 03-03-2016 berekening volgens NEN6060 Disclaimer: Opdrachten zijn door DE BRAND1HEID aanvaard en uitgevoerd in overeenstemming met de "Rechtsverhouding opdrachtgever en adviseur" - DNR 2011. De DNR 2011 is op 21 juli 2011 gedeponeerd ter griffie van de Rechtbank Amsterdam onder nummer 78/2011. De DNR 2011 is te downloaden op www.nlingenieurs.nl/dnr. De aanbevelingen in dit rapport zijn vrijblijvend, DE BRAND1HEID kan niet aansprakelijk worden gesteld door haar opdrachtgevers of elk ander persoon of organisatie voor verlies of schade die (mogelijk) is veroorzaakt door de informatie verstrekt in dit rapport. Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 3 van 19
1 Inleiding In opdracht van HVBM Vastgoed is door DE BRAND1HEID voor de nieuwbouw van Distributiecentrum Corning te Amsterdam in dit rapport een onderbouwing gemaakt voor de overschrijding van de loopafstanden in dit onderhavig project volgens de NEN6060. Toepassing van deze norm levert onder voorwaarden, in vergelijking met de prestatie-eisen uit het Bouwbesluit 2012 grotere loopafstanden binnen subbrandcompartimenten, met eenzelfde veiligheidsniveau, voor onder ander vluchtroutes, gelijkwaardig aan het Bouwbesluit 2012 afdeling 2.12 met betrekking tot de loopafstand binnen een subbrandcompartiment. NEN 6060 biedt hiervoor een aantal maatregelpakketten. Deze maatregelpakketten zijn te beschouwen als gebaande wegen ter motivering van gelijkwaardigheid voor de omvang van grote brandcompartimenten, als een faciliteit voor, zowel de aanvrager, als de toetser. Richtlijnen /normen NEN 6060, juni 2015 Voor het onderzoek en berekening zijn verder de volgende uitgangspunten gehanteerd: Bouwbesluit 2012, incl. wijzigingen t/m 1 juli 2015 Berekening/rapportage Brandveiligheid van grote brandcompartimenten, opgesteld door DE BRAND1HEID Uitgangspuntendocument sprinklerbeveiliging, opgesteld door DE BRAND1HEID Programma van eisen brandmeld- en ontruimingsinstallatie, opgesteld door DE BRAND1HEID Situatietekening 25-01-2016 Terrein-indeling 25-01-2016 Begane grond 25-01-2016 1 e verdieping 25-01-2016 Gevels- doorsnedes 25-01-2016 Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 4 van 19
2 Wettelijke kader Op elk punt van een voor personen bestemd gedeelte van een vloer begint een vluchtroute, die leidt naar het aansluitende terrein en vandaar naar de openbare weg. De loopafstand tussen een punt in een gebruiksgebied en de toegang van het subbrandcompartiment, waarin het gebruiksgebied ligt, moet worden beperkt. In tabel 1 zijn de maximale loopafstanden volgens bouwbesluit weergegeven. Hierbij geldt: Tabel 1 De bezetting van het magazijn bedraagt minder dan 1 persoon per 30 m2. Voor het kantoor bedraagt de bezetting meer dan 1 persoon per 12 m2 gebruiksoppervlakte. De loopafstand vanuit een punt in een gebruiksgebied tot aan de uitgang van een ander (sub)brandcompartiment dient volgens het bouwbesluit te worden beperkt tot maximaal 30 meter en 60m1 (kantoor resp. magazijn) 3 Gelijkwaardige oplossing 3.1 NEN 6060, maatregelpakketten De NEN6060 biedt de mogelijkheid om langere loopafstanden toe te staan dan de grenswaarden welke zijn gesteld in het Bouwbesluit. Hiertoe zijn een zestal maatregelpakket opgesteld, welke zijn gebaseerd op de volgende principes: Berging van rook: in een grote, hoge ruimte kan rook zich langere tijd ophopen onder het plafond voordat de rook op vloerniveau het vluchten hindert. Toepassen van installaties: door het toepassen van installaties wordt de rook in het compartiment afgevoerd of wordt de hoeveelheid rook beperkt, waardoor langere vluchtroutes en daarmee langere vluchttijden worden toegelaten. Voorkomende situaties: branden met een beperkte ontwikkelingssnelheid. Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 5 van 19
De norm hanteert de volgende maatregelpakketten, waarbij wordt opgemerkt dat niet elke maatregelpakket voor alle situaties toepasbaar is. A. Het maatregelpakket is bedoeld voor compartimenten waarbij buffering van rook mogelijk is. De netto inwendige hoogte van het compartiment moet ten minste 5 m zijn. B. In basis gelijk aan maatregelpakket A maar dan bedoeld voor industriële opslag- en productiegebouwen met een netto inwendige hoogte van ten minste 7,5 m. C. In basis gelijk aan maatregelpakket A maar dan bedoeld voor industriële opslag- en productiegebouwen met een netto inwendige hoogte van ten minste 10 m. D. Dit maatregelpakket is bestemd voor compartimenten waar een gecertificeerde RWAinstallatie wordt aangebracht. Door de afvoer van rook en warmte zijn langere vluchtroutes toegelaten. E. Het maatregelpakket is gebaseerd op de aanwezigheid van een gecertificeerde sprinklerinstallatie met snel in werking tredende sprinklers (quick respons), waardoor de hoeveelheid rook in het compartiment wordt beperkt. F. Bij dit maatregelpakket wordt via een ASET-RSET-afweging de vluchtveiligheid in het subbrandcompartiment bepaald. Daarin wordt de benodigde tijd om het compartiment te verlaten, RSET afgezet tegen de beschikbare tijd, ASET, dat wil zeggen de tijd voordat de vluchtroute door rook en/of hitte onveilig wordt. Vanwege de grootte, indeling en de bezetting van het magazijn wordt niet voldaan aan de toegestane loopafstanden conform het Bouwbesluit. Onderzocht wordt als met één van bovenstaande maatregelpakketten kan worden voldaan aan de voorwaarden uit de NEN6060. Maatregelpakket A, B en D zijn niet toepasbaar op dit onderhavige project. Zowel pakket C, E als F kunnen worden toegepast. Aangezien er reeds een sprinklerinstallatie gesitueerd is, wordt voor het onderhavige gebouw maatregel pakket E voorgesteld. De samenstelling en de toepassingsvoorwaarden van maatregelpakket E is gebaseerd op berekeningen met het vultijdenmodel, een model waarmee de ontwikkeling van brand en rook kan worden berekend. Het effect van de omvang van het subbrandcompartiment in combinatie met de maatregelen is dat vluchtenden geen ernstige hinder ondervinden van de door brand veroorzaakte rook en warmtestraling, gedurende de tijd die zij nodig hebben om de loopafstand te overbruggen. Maatregelpakketten E is toegesneden op een typische brand voor de desbetreffende gebruiksfunctie. Een typische brand wordt gekenmerkt door de referentievermogensdichtheid van de brand en de tijdconstante van de uitbreidingssnelheid van de brand. De hoeveelheid rook die tijdens de duur van de brand ontstaat, is in belangrijke mate afhankelijk van twee parameters, namelijk de uitbreidingssnelheid en de referentievermogensdichtheid van de brand. Deze twee parameters kenmerken het type brand. De referentievermogensdichtheid van de brand is gelijk aan de (constant geachte) hoeveelheid warmte die per m2 gebruiksoppervlakte vrijkomt zodra de brand zich op een bepaalde plaats volledig heeft ontwikkeld. De tijdconstante van de uitbreidingsnelheid geeft de tijd (in s), die de brand nodig heeft om een oppervlakte van 2 m2 te bereiken. Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 6 van 19
3.2 Toepasbaarheid van norm Volgens tabel H.2 uit de NEN6060 is voor het kantoor en het magazijn (industriefunctie) maatregelpakket E toepasbaar. Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 7 van 19
3.3 Begrenzingen aan de omvang De omvang van het 6060-compartiment is beperkt tot minimaal 1.000 m2 en, afhankelijk van het maatregelpakket, maximaal: maatregelpakket A t.m. E: 15.000 m2; maatregelpakket F: het subbrandcompartiment. Opmerking: De bovengrens van 15.000 m2 voor de maatregelpakketten A t/m E komt voort uit het door TNO opgestelde rekenmodel: het vultijdenmodel. De ondergrens van 1.000 m2 komt voort uit de overweging dat rookbuffering in kleinere compartimenten moeilijker te realiseren is. 3.4 Beperkingen aan de vormgeving en gebruik Tabel H.3 uit de NEN 6060 geeft de beperkingen aan de netto inwendige hoogte, de hoogteligging van een tussenvloer en stapelhoogte voor de te onderscheiden maatregelpakketten. Gezien de inwendige hoogte van 12m1 van het magazijn valt deze binnen de maximale inwendige hoogte van 15m1 uit bovengenoemde tabel 3.5 Beperking aan de referentievermogensdichtheid Voor de maatregelpakketten A t.m. E is de referentievermogensdichtheid, Kref, maximaal 4 000 000 W/m2. Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 8 van 19
3.6 Beperkingen en voorwaarden aan tussenvloeren Als zich op de tussenvloer een verblijfsgebied bevindt, gelden tevens de volgende voorwaarden: Een tussenvloer is bereikbaar via twee afzonderlijke trappen; De loopafstanden op de tussenvloer tot de (onderste) vloer van het subbrandcompartiment zijn conform de eisen van het Bouwbesluit 2012 voor een subbrandcompartiment met dezelfde omvang als de tussenvloer en dezelfde bezetting; Onder tussenvloeren behoort een brandmeldinstallatie, met een op de ruimte en het gebruik afgestemd bewakingsniveau, te zijn aangebracht, ook als er in de grote deelruimte binnen het subbrandcompartiment geen branddetectie wordt toegepast. 3.7 Capaciteit van de vluchtroute Voor maatregelpakketten A t.m. E worden aanvullende voorwaarden gesteld: de doorstroomcapaciteit van de vrije breedte van de doorgangen behoort te voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit 2012, niveau nieuwbouw; Aanvullend daarbij: behoort er van te worden uitgegaan dat door brand één uitgang geblokkeerd kan zijn; worden uitgangen op onderlinge afstand van minder dan 5 m als één uitgang beschouwd; wordt een uitgang, die de enige uitgang van het subbrandcompartiment is, geacht niet geblokkeerd te zijn indien die door alle aanwezigen binnen 30 s kan worden verlaten; wordt een uitgang gelegen aan een verkeersruimte met een breedte van ten minste 5 m, geacht niet geblokkeerd te zijn. 3.8 Technische voorzieningen en overige voorwaarden Maatregelpakket E vereist de volgende technische voorzieningen en voorwaarden: in het subbrandcompartiment behoort een sprinklerinstallatie te worden aangebracht die voorzien is van sprinklers met een snelle reactietijd ( quick response ) het subbrandcompartiment behoort te zijn voorzien van vluchtrouteaanduiding bij een bezetting van meer dan 1 persoon per 12 m2 gebruiksoppervlakte, behoort het subbrandcompartiment te zijn voorzien van een niet-automatische brandmeldinstallatie, Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 9 van 19
4 Brandcompartimentering Algemeen: Het plan betreft een magazijn met een inpandig/voorliggend kantoorpand, met een totale gebruiksoppervlakte van 9.326m². De maximale hoogte bedraagt ~12 m 1 met een tussenvloer op 5,1m 1. Het gehele pand wordt als 1 brandcompartiment uitgevoerd, bestaande uit: Warehouse : Hoogte warehouse is ~12m1 Warehouse voorzien van 1 tussenvloer op 5,1 m 1. Onder en boven de mezzaninevloer bevinden zich expeditie (BG) en kantoorgedeelten Warehouse 7.987 m² Kantoren A (begane grond) 251 m² Kantoren B (begane grond) 65 m² Overige functies 99 m² Mezzaninevloer 751 m² Kantoren (verdieping) 173 m² Totaal gebruiksoppervlakte 9.326 m² Figuur 1: Plattegrond, omvang gebouw/1 brandcompartiment Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 10 van 19
Figuur 2: Doorsnede tpv kantoor gedeeltelijke mezzanine/magazijn Figuur 3: Doorsnede tpv mezzanine/hal Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 11 van 19
5 Gebouwkenmerken 5.1 Ligging Het terrein waarop gebouwd wordt, is gesitueerd in Amsterdam- Osdorp. De nieuwbouw komt aan de Fogostraat (Hoek Fogostraat/Etnastraat) te Amsterdam. Figuur 4: situatietekening 5.2 Afmeting: Het pand heeft een uitwendige afmeting van 123,6m1 x 66,6 m1 x12 m1 (L x D H) Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 12 van 19
5.3 Bouwaard-specificaties magazijn Bestemming Gevels: Dak: Industriefunctie met gedeeltelijk kantoorfunctie Beton sandwichpaneel met isolatie kern (plint). Daarboven sandwichpanelen met PIR isolatie Plat dak onder afschot, Hellinghoek <10 graden Kunststof dakbedekking PIR isolatie 140mm Sendzimir verzinkte geprofileerde staalplaten Hoofddraagconstructie: Stalen kolommen Trappen Gebouwhoogte: Opslag Beton en staal ~12.000 mm + peil In warehouse onder en boven de tussenvloeren In het kantoor tpv berging en archief 5.4 Sprinklerbeveiliging (VBB systeem) Voorwaarden aan het VBB-systeem voor het toepassen van langere vluchtwegen volgens de NEN6060 zijn: Het VBB-systeem moet volgens een van toepassing zijnde vigerende norm zijn uitgevoerd. Het VBB-systeem moet zijn voorzien van een geldig inspectiecertificaat dat is afgegeven op grond van het CCV-inspectieschema VBB-systemen. Het beheer en de controle van het VBB-systeem moet voldoen aan een van toepassing zijnde vigerende norm. Aanvullende voorwaarden: Er dienen Quick Response sprinklers te worden toegepast.. Omloopleiding rondom de alarmkleppen. Het brandcompartiment wordt beveiligd door een gecertificeerde sprinklerbeveiliging. De sprinklerinstallatie is omschreven in uitgangspuntendocument sprinkler opgesteld door DE BRAND1HEID. Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 13 van 19
5.5 Brandmeldinstallatie Voorwaarden aan de brandmeldinstallatie voor het toepassen van langere vluchtwegen volgens de NEN6060 zijn: De brandmeldinstallatie moet volgens NEN 2535+C1 of gelijkwaardig zijn uitgevoerd. De brandmeldinstallatie moet zijn voorzien van een geldig inspectiecertificaat dat is afgegeven op grond van het CCV-inspectieschema Brandmeldinstallaties. Het beheer en de controle van de brandmeldinstallatie moet voldoen aan NEN 2654-1. De brandmeldinstallatie heeft een ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in hfst 5.6 Voorwaarden aan de doormelding van een brandalarm via de brandmeldinstallatie zijn: De brandmeldmeldinstallatie moet zijn voorzien van een directe doormelding type 2 conform NEN 2535+C1 of gelijkwaardig naar een particuliere alarmcentrale (PAC). De (sprinkler)meldcentrale moet zijn voorzien van een directe doormelding type 1 conform NEN-EN 54-21 of gelijkwaardig naar een particuliere alarmcentrale (PAC). De doormelding moet door de PAC worden behandeld overeenkomstig het Protocol Automatische Branddoormeldingen van de Vebon en Brandweer Nederland Het gehele pand wordt voorzien van een handbrandmeldinstallatie. Deze installatie is omschreven in programma van eisen brandmeld- en ontruimingsinstallatie opgesteld door DE BRAND1HEID 5.6 Ontruimingsinstallatie Voorwaarden aan de ontruimingsalarminstallatie voor het toepassen van langere vluchtwegen volgens de NEN6060 zijn: De ontruimingsalarminstallatie moet volgens NEN 2575 of gelijkwaardig zijn uitgevoerd. De ontruimingsalarminstallatie moet zijn voorzien van een geldig inspectiecertificaat dat is afgegeven op grond van het CCV-inspectieschema Ontruimingsalarminstallaties. Het beheer en de controle van de ontruimingsalarminstallatie moet voldoen aan NEN 2654-2. Het gehele pand wordt voorzien van een ontruimingsinstallatie. Deze installatie is omschreven in programma van eisen brandmeld- en ontruimingsinstallatie opgesteld door DE BRAND1HEID Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 14 van 19
5.7 Vluchtrouteaanduiding Voorwaarden aan de vluchtrouteaanduiding voor het toepassen van langere vluchtwegen volgens de NEN6060 zijn: De vluchtrouteaanduiding moet voldoen aan een van toepassing zijnde vigerende norm. Een van toepassing zijnde vigerende norm voor vluchtrouteaanduiding is bijvoorbeeld NEN 6088. De zichtbaarheidseisen moet voldoen aan een van toepassing zijnde vigerende norm. Een van toepassing zijnde vigerende norm voor zichtbaarheidseisen is artikel 5.2 t.m. 5.6 van NEN-EN 1838. Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 15 van 19
6 Loopafstand magazijn/ onder mezzanine Figuur 7: vluchtafstanden begane grond Het magazijn beschikt op de begane grond meerdere vluchtwegen (-deuren), welke echter binnen een afstand van maximaal 70 meter kunnen worden bereikt. 7 Loopafstand op mezzanine Figuur 8: vluchtafstanden vanaf mezzanine De mezzaninevloer beschikt over 2 vluchtwegen (-deuren), welke echter binnen een afstand van maximaal 95 meter kunnen worden bereikt. Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 16 van 19
8 Maximaal toelaatbare loopafstanden Tabel H.1 uit de NEN6060 geeft de maximaal toelaatbare loopafstand voor de maatregelpakketten A t/m. E. Zoals onder hfst 3. aangegeven wordt gebruik gemaakt van maatregelpakket E Op basis van tabel H.1 van de norm zijn loopafstanden, voor de kantoren met een bezetting van maximaal 12 m² per persoon, van 60 meter toegestaan. Op basis van tabel H.1 van de norm zijn loopafstanden, voor het magazijn (industriefunctie) met een bezetting van meer dan 30 m² per persoon, van 120 meter toegestaan. Voor het kantoor met een bezetting van minder dan 12 m² per persoon, van 60 meter toegestaan. Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 17 van 19
9 Conclusie Rekening houdend met de aanwezige brandbeveiligingsinstallaties en randvoorwaarden, zoals omschreven in dit rapport, wordt er voldaan aan de voorwaarden (gebruiksfunctie, oppervlakte brandcompartiment, oppervlakte deelgebieden ect) welke zijn gesteld aan het veilig kunnen vluchten volgens maatregelpakket E. Op basis van tabel H.1 van de norm zijn loopafstanden, voor kantoren en magazijn 60m1 resp. 120m1 toegestaan. De werkelijke loopafstanden binnen dit onderhavig project blijven binnen deze maximaal aanvaardbare loopafstanden. Vanaf enig punt op de verdieping (kantoor en mezzanine) zijn verder twee onafhankelijke vluchtroutes beschikbaar. Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 18 van 19
Het rapport "veilig vluchten bij brand", versie B is tot stand gekomen in opdracht en met goedkeuring van: Opdrachtgever/gebruiker: Naam: Adres: Postcode/Plaats: Contactpersoon: Datum: Handtekening: Het rapport is geaccordeerd door: Bevoegd gezag/brandweer Naam: Adres: Postcode/Plaats: Contactpersoon: Datum: Handtekening: Naam: Adres: Postcode/Plaats: Contactpersoon: Datum: Handtekening: Het rapport is opgesteld door: Opsteller rapport Naam: DE BRAND1HEID Datum: 03-03-2016 Adres: Zandrug 1 Postcode/Plaats: Contactpersoon: 8105 BJ Luttenberg August Habers 06-14482942 Referentie: 16.013VT versie B, Veilig vluchten bij brand Corning Amsterdam blz 19 van 19