Concept cartoons zijn meerkeuzevragen in de vorm van een dialoog met plaatje. Dat ziet er bijvoorbeeld zo uit:

Vergelijkbare documenten
Dialogen voor conceptcartoons. Verband genotype/fenotype, dominant/recessief

HOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren

Klinische Genetica. Autosomaal recessieve overerving

Werkstuk Biologie Erfelijkheid

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal

Mitochondriële ziekten

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving

Klinische Genetica. Autosomaal dominante overerving

6. Chromosomen. Deze basisstof vervangt de basisstof in je hand- en werkboek.

Erfelijkheid van de ziekte van Huntington

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. DNA-onderzoek en gentherapie

Introduceren thema Het menselijk lichaam. allemaal in? 1. Bouw een DNA streng na met draad en kralen en laat aan

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3.

Infoblad. Chromosoomafwijkingen. Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad.

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington

Een mens is voor 50% genetisch identiek aan een banaan.

Genetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

Jongetje of meisje? hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

Newsletter April 2013

Verklarende woordenlijst

Erfelijkheid. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage.

Klinische Genetica Chromosomenonderzoek

Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen

Lessuggestie Pesten. Gedichtenbundel Warboel: Pagina 6-7

AVL-nascholing NW02. KU Leuven

TRIXY Expertisecentrum

Oplossingen Biologie van 2000

Activiteiten introductiefase

DE APPEL VALT NIET VER VAN DE BOOM

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA

programma Bloedsomloop binnenstebuiten Denkbeelden van kinderen over hun eigen lijf Denkbeelden van kinderen Opdracht: bloedsomloop

Wat zit er in de envelop? Leeft het?

Verklarende Woordenlijst

Erfelijkheid. Het verhaal van Bogi

Antwoorden Biologie Thema 4

over Darwin en genomics


Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31

GOED ALS NIEUW BIOLOGIE LEERLINGENHANDLEIDING

Voortplanting en celdeling

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica

Uw kind is drager van sikkelcel Wat moet u weten?

Jongetje of meisje? vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Vererving Toegepast bij Europese vogels. Door Ben Cretskens

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2

Recessieve Overerving

Zijn er bij deze onderwerpen deficiënties, dan kun je via de volgende sites je kennis vergroten: - -

Erfelijke eigenschappen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

Patiënten Informatie Brochure Erfelijkheidsonderzoek: Exoom Sequencing

Erfelijkheidsonderzoek: Exoomsequencing

ONTWERP JE EIGEN FORMATIEVE WERKVORM

Retinoblastoom en oogheelkundige screening

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen

Erfelijkheidsonderzoek: Exoomsequencing bij erfelijke slechthorendheid

Retinoblastoom en oogheelkundige screening

TCATTCATTCAT: Short Tandem Repeats

Les 5 : eigen familiegeschiedenis

Examen Voorbereiding Erfelijkheid

WAT IS KANKER? KANKERCENTRUM. Onco_alg_008

Van zieke Joep naar Pipo de kloon

Nederlandse samenvatting

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.

Voorbeeld lesplan: Modelleren van de glucose-insuline regulatie

Kennismaking met natuurwetenschappen

Een pilletje als oplossing?

Figuur 1: schematische weergave van een cel

KANKER EN KANKERONDERZOEK

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

helemaal niet niet mee eens niet mee eens mee eens helemaal mee eens. In deze vragenlijst staan een aantal uitspraken over leren en kennis.

Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen

Kinderen uit familiehuwelijken

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN

TRIXY Expertisecentrum

AAbb of Aabb = normaal zicht aabb of aabb = retinitis pigmentosa AABB of AABb = retinitis pigmentosa

Kinderen uit familiehuwelijken

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif.

9. Schrijfopdrachten

Algemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek?

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Spierziekten en genetica

X-gebonden Overerving

Dan is de waarde van het recessieve allel q dus 0,87, vanwege het feit dat p + q = 1.

Bloos je van bloot? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Bloot, naakt, privé, persoonlijk, cultuur, grenzen aangeven, respect, meisjes, jongens

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11

Erfelijkheid & Borstkanker

Handleiding voor leraren bij het thema Erfelijkheid en DNA

Oefen Repetitie thema Erfelijkheid

Les onderzoekend leren Het cupcake-experiment

Gebruik het vragenmachientje en bedenk een onderzoeksvraag

naar sporen Forensisch expert worden

Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen

LESBRIEF GROEP THEMA: DEMOCRATIE Verwerkingsopdrachten & kopieerbladen voor Samsam nr. 2, 2017

Samenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie

De Ziekte van Huntington

Transcriptie:

Concept cartoons Concept cartoons zijn meerkeuzevragen in de vorm van een dialoog met plaatje. Dat ziet er bijvoorbeeld zo uit: Over de dialoog De uitspraken die de figuren doen, zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar preconcepten van kinderen. Daardoor zijn de uitspraken op de concept cartoon herkenbaar voor de leerlingen en roepen zij hun preconcepten op. Er is vaak niet maar één goed antwoord. Dit zorgt bij leerlingen voor een realistischer beeld van wetenschappelijke kennis. Over het plaatje Ondanks dat het in de dialoog wel om een wetenschappelijk onderwerp gaat, wordt voor de afbeelding een alledaagse situatie gebruikt. Door een voor leerlingen bekende situatie als context te nemen, zullen leerlingen met weinig zelfvertrouwen minder geïntimideerd worden door het onderwerp. Waarvoor kun je het gebruiken? Concept cartoons zijn een manier om aan te sluiten bij de voorkennis / preconcepten van leerlingen. Doordat preconcepten hardnekkig zijn, kunnen dezelfde concept cartoons ingezet worden voor verschillende leerling- en studentenniveaus. Tevens kunnen concept cartoons gebruikt worden als start voor onderzoekend leren. Concept cartoons kunnen klassikaal, als huiswerk en als extra opdracht gebruikt worden. Een klassikale les met concept cartoons kan er als volgt uit zien: Stap 1: Het onderwerp introduceren Stap 2: Antwoorden concept cartoon bespreken: De concept cartoon klassikaal laten zien Leerlingen individueel na laten denken over de antwoorden die op de concept cartoon staan Leerlingen in groepjes laten discussiëren over wat het juiste antwoord is Klassikaal inventariseren welke antwoorden de groepjes gekozen hebben

Stap 3: Met de klas bedenken hoe je kunt onderzoeken wat het antwoord op de vraag is Stap 4: Leerlingen in groepjes onderzoek laten doen (elk groepje onderzoekt een ander aspect) Stap 5: Klassikaal de uitkomsten van de onderzoekjes delen Stap 6: Klassikaal de uitkomsten verklaren a.d.h.v. theorie en (alternatieve) antwoorden formuleren Stap 7: Klassikaal samenvatten en bekijken welke antwoorden op de concept cartoon kloppen Stap 8: Inventariseren wie van gedachten is veranderd t.o.v. het begin van de les Voor het thema Erfelijkheid en DNA kunnen onderstaande concept cartoons ingezet worden. Deze concept cartoons over genetica zijn afkomstig van de website: http://www.ecent.nl/artikel/2725/view.do Per concept cartoons wordt uitgelegd op welke misconceptie en/of leermoeilijkheid de concept cartoon is gebaseerd. Tot slot krijgt u tips voor het oplossen van het misconcept bij kinderen. Tip! Leerlingen kunnen ook zelf een concept cartoon maken. Dit kunnen zij doen rondom een subthema van het thema Erfelijkheid en DNA. Bijvoorbeeld: uniekheid, erfelijke eigenschappen, kopieerfouten. Ook kunnen leerlingen een concept cartoon maken rondom hun eigen onderzoek. Een lege concept cartoon is onderaan dit bestand te vinden.

Werkblad - Concept cartoon Titel van de concept cartoon: Ik denk: Wie heeft er gelijk? Waarom denk ik dat? Zij denken: Wat denken de andere kinderen uit mijn groepje die gelijk heeft? En waarom? Wij denken: Wat is het juiste antwoord? Hoe zijn wij erachter gekomen?

Concept cartoon: Een baby! Kan dit kind de baby van deze ouders zijn? Situatie: een vader haalt zijn kind op in het ziekenhuis en denkt dat ze hem het verkeerde kind hebben gegeven. Hij: Dat is ons kind niet, het lijkt niet op mij. Hij heeft grote ogen en krullen maar ik heb kleine ogen en stijl haar! Hij lijkt ook niet op mijn vrouw! Zij: Lieverd hij is wel van ons. Hij heeft de ogen van je vader en de krullen van mijn moeder Verpleegster: Sommige babies lijken helemaal niet op hun familie, ze zijn uniek! Misconcept / leermoeilijkheid: Uiterlijke kenmerken van een persoon weerspiegelen niet alle erfelijke eigenschappen. Recessieve eigenschappen (eigenschappen die wel overgeërfd worden, maar niet tot uitdrukking komen) kunnen generaties lang overgeërfd worden en pas later tot uiting komen wanneer bij een partner dezelfde recessieve eigenschap aanwezig is. Hoe het komt dat kinderen wel op hun grootouders kunnen lijken en niet op hun ouders is raadselachtig. Tips voor het oplossen van het misconcept: Foto s van ouders, grootouders, broers, zussen laten vergelijken Gebruik het werkblad op wie lijk je het meest? om erachter te komen welke persoonlijke eigenschappen van een leerling afkomstig van de ouders zijn en welke niet.

Concept cartoon: Genen! Waar zitten genen? Situatie: Een kop uit de krant over genen: Genen voorspellen ziekte! Leerling 1: Genen voorspellen ziekte. Dan zitten ze dus in je lichaam. Leerling 2: Genen zitten alleen in je geslachtsorganen. Leerling 3: Genen zitten in alle cellen van je lichaam. Leerling 4: Je krijgt er meer als je ouder wordt. Leerling 5: Genen zitten in de chromosomen! Misconcept / leermoeilijkheid: Veel leerlingen realiseren zich niet waar genen in het lichaam / in een organisme te vinden zijn (in alle cellen van een organisme). Tips voor het oplossen van het misconcept: Verschil uitleggen tussen DNA, genen, cellen en chromosomen Uitleg voor de leerkracht: DNA, chromosomen en genen Ons lichaam bestaat uit kleine cellen die je niet met het blote oog kunt zien, maar wel onder een microscoop. Cellen zijn zo klein dat als je er honderd op elkaar stapelt je ongeveer de dikte van een bankbiljet hebt. In deze cellen zit een kern: een apart deel van de cel dat door een membraan (een soort vliesje) gescheiden is van de rest van de cel. In de kern ligt het DNA, de drager van ons erfelijk materiaal. Het DNA bevat informatie over de eigenschappen van ons lichaam en wordt doorgegeven van ouders aan hun kinderen. Dat betekent dat als je ouders allebei blauwe ogen hebben, je waarschijnlijk zelf ook blauwe ogen hebt. Het DNA in alle cellen van het lichaam is onderverdeeld in 46 draadjes : de chromosomen. Deze chromosomen bestaan uit vier bouwstenen: de nucleotiden A, C, T, en G. In totaal bestaat het DNA in de lichaamscellen uit 6 miljard van deze nucleotiden. Zaad- en eicellen vormen een uitzondering, daarin zitten maar 23 chromosomen, zodat als deze cellen samensmelten tijdens de bevruchting er weer een cel met 46 chromosomen ontstaat, waaruit na vele celdelingen weer een mens uit voortkomt. De stukjes van de chromosomen die informatie bevatten om eiwitten te maken, noemen we de genen. De eiwitten zijn een soort gereedschappen en bouwstenen van de cel. Ze zorgen ervoor dat de cellen hun werk kunnen doen. En dat is weer nodig om de organen, zoals de hersenen, goed te laten werken.

Neem met de klas de PowerPoint foutjes in het DNA door. Sheet 5 is daarbij belangrijk: Uitleg bij sheet: Het lichaam bestaat uit cellen. Hier zie je een paar cellen, uit bijvoorbeeld de wang. Cellen zitten in je hele lichaam. In het midden van de cel zit een soort pit: de kern (ofwel celkern). En in die kern zitten chromosomen. In die chromosomen zit weer DNA. En dat DNA bepaalt welke eigenschappen jij hebt. Genen zijn delen DNA. De meeste genen bevatten informatie voor het maken van een specifieke eigenschap.