KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017

Vergelijkbare documenten
KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

CRISISPLAN - SAMENVATTING

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Uw pensioen en uw risicobereidheid

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016

Brochure. Beleggingsbeleid

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Samenvatting ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q3. Kwartaalbericht 3e kwartaal

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2014 t/m 30 juni Samenvatting: dalende rente

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

4e kwartaal 2016 Den Haag, januari 2017

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 3e kwartaal 2009

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september 2015

Verkort jaarverslag 2013

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen

Veel veranderingen in druk pensioenjaar 2015

3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december 2015

Reservetekort weggewerkt, pensioenen verhoogd

Nieuwsbrief. Herstelplan. In dit nummer. oktober Waar ging het ook alweer over?

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Beleggen in het Werknemers Pensioen

Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Verkort jaarverslag

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Derde kwartaal juli 2013 t/m 30 september 2013

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

1 Kerngegevens, Profiel en Personalia Kerngegevens Profiel Personalia Verslag Algemeen Bestuur 16

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014

Kwartaalbericht ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q4. Kwartaalbericht 4e kwartaal

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

De gegevens van Hewitt Associates zijn: Hewitt Associates Outsourcing B.V. Beukenlaan 143 Postbus JP Eindhoven

Update vanuit het Algemeen Bestuur Philips Pensioenfonds

Datum 24 november 2015 Betreft Kamervragen van het lid Krol over het bericht 'In 2020 veel meer mensen gekort dan ufr-rapport veronderstelt'

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december 2013

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Transcriptie:

KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2017 bedroeg 110,3% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2017 bedroeg 1,2% Het pensioenvermogen per 31 maart 2017 bedroeg 18.759 miljoen De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2017 ligt net als in 2016 onder de wettelijk vereiste dekkingsgraad. Dat betekent dat de financiële buffer van het Fonds nog steeds onvoldoende is. Daarom heeft het Fonds in 2017 opnieuw een herstelplan ingediend. 2. Financiële positie De financiële positie van wordt onder andere beoordeeld aan de hand van de dekkingsgraad. Een dekkingsgraad van 100% betekent dat een pensioenfonds precies genoeg vermogen heeft om zijn huidige pensioenverplichtingen na te komen. Mede als gevolg van de financiële spelregels die zijn vastgelegd in het zogenoemde Financieel Toetsingskader (FTK), kunnen op dit moment de volgende dekkingsgraden worden onderkend. - Actuele dekkingsgraad De actuele dekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen het vermogen van een pensioenfonds en de pensioenverplichtingen (alle nu en in de toekomst uit te keren pensioenen) die daar tegenover staan. De actuele dekkingsgraad van bedroeg per 31 maart 2017 114,3%. - Beleidsdekkingsgraad Daarnaast wordt de dekkingsgraad ook op een andere manier vastgesteld, waarbij deze minder afhankelijk is van dagkoersen: dit is de beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de actuele dekkingsgraden over de afgelopen twaalf maanden. Een pensioenfonds is wettelijk verplicht om de beleidsdekkingsgraad te gebruiken als basis voor bepaalde beleidsbeslissingen, bijvoorbeeld beslissingen over indexatie. Daarnaast is de beleidsdekkingsgraad onder meer van belang om te bepalen of een pensioenfonds voldoende buffers heeft. De beleidsdekkingsgraad van bedroeg per 31 maart 2017 110,3%. - Vereiste dekkingsgraad De vereiste dekkingsgraad geeft aan hoe hoog de beleidsdekkingsgraad van een pensioenfonds wettelijk moet zijn. Is de beleidsdekkingsgraad gelijk aan de vereiste dekkingsgraad, dan beschikt het pensioenfonds over de wettelijk vereiste financiële buffer. Deze buffer dient om schommelingen in de waarde van de beleggingen en de verplichtingen op te vangen. De hoogte van de vereiste dekkingsgraad verschilt per pensioenfonds en is met name afhankelijk van het beleggingsbeleid. Hoe meer risico in het beleggingsbeleid wordt genomen, hoe hoger de vereiste dekkingsgraad. De vereiste dekkingsgraad van het Fonds bedroeg per 31 maart 2017 118,8%. 1/6

Bedragen in miljoenen euro s 2017 2016 1 e kwartaal 4 e kwartaal 3 e kwartaal 2 e kwartaal Pensioenvermogen 1 18.759 18.799 19.438 19.081 Pensioenverplichtingen 16.402 16.716 17.851 17.619 Actuele dekkingsgraad 114,3% 112,4% 108,8% 108,2% Beleidsdekkingsgraad 110,3% 108,0% 107,9% 108,2% Actuele ontwikkelingen In het eerste kwartaal steeg de actuele dekkingsgraad naar 114,3%. De wereldeconomie trok in dat kwartaal stevig aan. Dit leidde tot een stijging van de rente. Hierdoor daalde de waarde van de beleggingen in vastrentende waarden. Het economische herstel had een positief effect op de aandelenmarkten. De portefeuille zakelijke waarden van liet dan ook goede rendementen zien gedurende het eerste kwartaal. Door de waardedaling van de beleggingen in vastrentende waarden en de waardestijging van de beleggingen in zakelijke waarden bleef de totale waarde van de beleggingsportefeuille in het eerste kwartaal grofweg gelijk aan de waarde van het laatste kwartaal van vorig jaar. Echter door de stijgende rente, hoefde het Pensioenfonds minder geld apart te zetten om alle pensioenen te betalen. Anders gezegd: de pensioenverplichtingen daalden als gevolg van de stijgende rente. Doordat de waarde van de beleggingen ongeveer gelijk bleef en de pensioenverplichtingen daalden, nam de dekkingsgraad van het Fonds toe in het eerste kwartaal. 3. Beleggingsresultaten Het beleggingsbeleid gaat uit van een beleggingsportefeuille met een vaste verdeling tussen vastrentende waarden en zakelijke waarden. Met deze verdeling is er op termijn een goede kans op het halen van onze ambitie, een waardevast pensioen voor pensioenontvangers en premievrije polishouders en een welvaartsvast pensioen voor pensioenopbouwers, zonder dat de risico s te groot worden 2. De vastrentende waarden bestaan grotendeels uit relatief veilige beleggingen. Denk hierbij aan staatsobligaties en bedrijfsobligaties met een spreiding binnen en buiten Europa. De meer risicovolle beleggingen vallen onder de zakelijke waarden. Met deze beleggingen wordt beoogd meer rendement te behalen. Denk hierbij met name aan de beleggingen in aandelen en onroerend goed. Om technische redenen rekenen wij ook beleggingen in cash tot de zakelijke waarden, hoewel deze beleggingen uiteraard veel minder risicovol zijn dan beleggingen in aandelen en vastgoed. 1 2 Het pensioenvermogen geeft de omvang van de financiële middelen van het Pensioenfonds (op basis van de beleggingen voor risico fonds) weer. Tussen het pensioenvermogen en het belegd vermogen zit een verschil. Dit verschil bestaat uit een aantal posten die wel of niet meegenomen mogen worden in enerzijds het pensioenvermogen en anderzijds het belegd vermogen. Een voorbeeld hiervan is de premiereserve. Deze is wel meegenomen in het belegd vermogen, maar mag niet meegeteld worden in de berekening van de dekkingsgraad en zit daarom dus niet in het pensioenvermogen. Voor de berekening van de dekkingsgraad wordt uitgegaan van het pensioenvermogen en de beleggingen voor risico deelnemers. In de scenario s die het Fonds in dit verband gebruikt, wordt uitgegaan van een terugkeer, op termijn, naar (vanuit historisch perspectief) normale verhoudingen op de financiële markten en dus naar een hogere rente. Dit is overigens een gebruikelijke aanpak. Als die terugkeer naar normale verhoudingen niet gebeurt, komt het waarmaken van de ambitie in gevaar. Het Algemeen Bestuur is zich terdege bewust van het feit, dat een scenario van langdurig lage rente tot de mogelijkheden behoort. 2/6

Bedragen in miljoenen euro s 2017 2016 1 e kwartaal 4 e kwartaal 3 e kwartaal 2 e kwartaal Belegd vermogen 3 18.832 18.876 19.557 19.201 De rente bevindt zich al geruime tijd op een laag niveau en ziet een aantal redenen om aan te nemen dat deze de komende jaren gaat stijgen. Het Fonds heeft daarom in het eerste kwartaal een aanpassing aangebracht in de beleggingsmix om hierop voorbereid te zijn. Deze aanpassing houdt in dat de beleggingen in vastrentende waarden zijn verminderd, omdat deze beleggingen bij een stijgende rente in waarde dalen. De vrijgekomen gelden zijn herbelegd in beleggingen, waaronder cash, die minder invloed ondervinden van een rentestijging. We verwachten hiermee de indexatiekansen te vergroten. Omdat een groot deel van de vrijgekomen gelden (7,5%) is herbelegd in cash, neemt het risico door deze wijziging slechts zeer beperkt toe. De strategische verdeling van de beleggingsportefeuille is nu als volgt: 50% van het vermogen wordt belegd in vastrentende waarden en 50% van het vermogen wordt belegd in zakelijke waarden, waarvan 7,5% in cash. Hieronder wordt getoond hoe het belegd vermogen van het Fonds strategisch verdeeld is over de verschillende beleggingscategorieën. De paars-gekleurde beleggingscategorieën vallen onder de vastrentende waarden. De blauw-gekleurde beleggingscategorieën vallen onder de zakelijke waarden. Meer informatie over het beleggingsbeleid van is te vinden op de website: www.philipspensioenfonds.nl/beleggingsbeleid 3 Het belegd vermogen geeft het totaalbedrag van de beleggingen van weer. Het belegd vermogen zoals hier getoond betreft het belegd vermogen voor risico fonds (van toepassing voor zogenoemde uitkeringsovereenkomsten). De beleggingen voor risico deelnemer (bij zogenoemde premieovereenkomsten) zijn niet inbegrepen in het hier getoonde belegd vermogen. Deze beleggingen zijn vermeld in paragraaf 4 van dit kwartaalverslag. 3/6

Er zijn verschillende risico s die van invloed zijn op de financiële positie van. Zo hebben renteontwikkelingen en de ontwikkeling van de inflatie grote invloed op de mate waarin het Fonds de toekomstige pensioenen (inclusief indexatie) kan betalen. Naast de beleggingen in vastrentende waarden en zakelijke waarden koopt het Fonds daarom nog extra bescherming om de invloed van die risico s deels af te dekken. Deze extra bescherming tegen het rente- en inflatierisico is geen onderdeel van de benchmark. Met nadruk wordt erop gewezen, dat de extra bescherming de risico s slechts ten dele afdekt. Er zijn scenario s denkbaar, waarin het realiseren van de ambitie van een geïndexeerd pensioen in gevaar komt. Een van die scenario s is dat van een langdurig lage rente. Zie ook de voetnoot op de vorige pagina. In de onderstaande tabel worden de volgende rendementscijfers gegeven: Totaalrendement zonder de bescherming tegen het rente- en inflatierisico. Dit cijfer kan worden afgezet tegen de daarbij behorende benchmark. Totaalrendement waarin de extra bescherming tegen het rente- en inflatierisico is meegenomen. Hier is geen benchmark voor beschikbaar. Totaalrendement (exclusief afdekking rente- en inflatierisico) Totaalrendement (inclusief afdekking rente- en inflatierisico) 1 e kwartaal 2017 1 januari 31 maart Benchmark 1 e kwartaal 2017 1 januari 31 maart 1,2% 1,1% 0,5% n.v.t Het totaalrendement van de portefeuille (exclusief afdekking rente- en inflatierisico) bedroeg dit kwartaal 1,2%. In absolute zin droegen vooral de beleggingen in aandelen en staatsobligaties van opkomende markten bij aan het positieve rendement. De Europese staatsobligaties droegen juist negatief bij als gevolg van een oplopende rente. Vergelijking met benchmark beoordeelt de beleggingsresultaten door deze te vergelijken met een objectieve maatstaf (benchmark). Het totaalrendement oversteeg de benchmark licht met 0,1%. Dit was onder andere te danken aan de beleggingen in staatsobligaties van opkomende markten. 4. Beleggingen voor risico deelnemer De prepensioneringsregeling van het Philips flex pensioen, waaraan circa 2.000 personen deelnemen, is een individuele beschikbare premieregeling. Hierbij ligt het beleggingsrisico bij de deelnemers. Enkele deelnemers nemen nog deel aan het Structured DC-plan van het Philips Executives Pension Plan; ook bij deze regeling ligt het beleggingsrisico bij de deelnemers. Beide regelingen zijn gesloten voor nieuwe deelnemers. 4/6

In het onderstaande overzicht is de totale waarde van de beleggingen voor risico deelnemers weergegeven. Bedragen in miljoenen euro s 2017 2016 1 e kwartaal 4 e kwartaal 3 e kwartaal 2 e kwartaal Beleggingen voor risico deelnemer (waarde) 4 122 125 132 133 In de prepensioneringsregeling heeft de deelnemer de mogelijkheid om het beschikbare premiedeel te beleggen in drie verschillende fondsen: het aandelenfonds, het obligatiefonds en het geldmarktfonds. Voor deelnemers die gebruikmaken van de standaard beleggingsmethode, het Dymix-systeem, wordt mede op basis van leeftijd een beleggingsportefeuille samengesteld. Het uitgangspunt van het Dymixsysteem is dat de samenstelling en het risico van de beleggingsportefeuille afhankelijk zijn van onder andere de leeftijd van de deelnemer. Een beperkt aantal deelnemers aan de prepensioneringsregeling belegt niet via het Dymix-systeem, maar heeft een zelfgekozen beleggingsmix. Ook de deelnemers aan het Structured DC-plan van het Philips Executives Pension Plan beleggen in de in deze paragraaf genoemde fondsen. In onderstaande tabel is het totaalrendement van alle beleggingen voor risico van de deelnemer weergegeven. Op de website www.philipspensioenfonds.nl/prepensioneringsregeling zijn op maandbasis de rendementen van de beleggingen voor risico van de deelnemer per beleggingsfonds terug te vinden. Totaalrendement beleggingen voor risico deelnemer 2017 1 e kwartaal 2017 1 januari 31 maart 0,5% 5. Financiële situatie: herstelplan De beleidsdekkingsgraad van ligt sinds 1 januari 2015 lager dan het wettelijk vereiste niveau. Dat betekent dat de financiële buffer van het Fonds onvoldoende is. Het Fonds moet, zolang die buffer onvoldoende is, jaarlijks een herstelplan opstellen. In dit herstelplan is beschreven hoe het Fonds ervoor gaat zorgen dat de beleidsdekkingsgraad van het Fonds weer op het niveau van de vereiste dekkingsgraad komt. De kern van het herstelplan Omdat de beleidsdekkingsgraad op 31 december 2016 nog onder de vereiste dekkingsgraad lag, heeft het Fonds in 2017 opnieuw een nieuw herstelplan ingediend. Het uitgangspunt van het ingediende herstelplan is dat het Fonds met voortzetting van het huidige beleid op termijn weer op de vereiste dekkingsgraad kan komen. En dat de pensioenen dus niet verlaagd hoeven te worden. Uitgaande van de wettelijk voorgeschreven uitgangspunten ten aanzien van onder andere ontwikkelingen in rente en 4 De pensioenverplichtingen voor risico deelnemers zijn gelijk aan het hier vermelde belegd vermogen voor risico deelnemers. 5/6

rendementen op aandelen en onroerend goed, was op het moment van opstellen van het herstelplan voor herstel naar het niveau van de vereiste dekkingsgraad ongeveer twee jaar voorzien. Op dit plan verwachten wij binnenkort een formele goedkeuring van DNB. Op www.philipspensioenfonds.nl/financielepositie is onder het kopje Handige downloads de kern van het herstelplan te downloaden. 6. Crisisplan Alle pensioenfondsen in Nederland zijn verplicht een crisisplan op te stellen. In het crisisplan van staat beschreven wat het Algemeen Bestuur gaat doen als het Fonds in een crisissituatie terechtkomt of dreigt te komen. Een samenvatting van het crisisplan is te vinden op www.philipspensioenfonds.nl/financielepositie Financiële positie van het Fonds in gevarenzone hoog gevaar Indien de beleidsdekkingsgraad lager is dan 116%, maar hoger dan 100%, spreekt het Fonds van een gevarenzone hoog gevaar. Het vermogen van het Fonds is dan nog altijd groter dan de waarde van de verplichtingen, maar het Algemeen Bestuur kent dan geen indexatie toe. Bij een beleidsdekkingsgraad lager dan 110% is dat overigens wettelijk ook niet toegestaan. 7. Ontwikkelingen verzekerdenbestand Het aantal pensioenopbouwers is in het afgelopen kwartaal toegenomen, terwijl het aantal pensioenontvangers en premievrije polishouders is afgenomen. 2017 2016 1 e kwartaal 4 e kwartaal 3 e kwartaal 2 e kwartaal Pensioenopbouwers 13.978 13.912 13.771 13.800 Pensioenontvangers 56.099 56.411 55.811 55.828 Houders premievrije polis 30.175 30.895 30.105 30.231 Totaal 100.252 101.218 99.687 99.859 De cijfers in dit kwartaalverslag hoeven niet noodzakelijkerwijs overeen te komen met de cijfers in publicaties die later verschijnen. Dit in verband met mogelijke correcties in cijfers na de verschijningsdatum van dit kwartaalverslag. 6/6