Uitprobeerpakket Kopieerboek groep blok Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 92 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 6h Auteurswet 92 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 230 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 6 Auteurswet 92) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 230 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
Registratieblad Naam 2 3 5 6 7 9 0 2 3 5 6 7 9 20 2 22 23 2 25 26 27 2 29 30 Beoordeling TB: vraag goed? punt SC: vraag goed? 2 punten WS: vraag goed? punt Totaal per domein: 0 punten Extra toets gemaakt? Neem het gemiddelde van de basistoets + extra toets (20 punten: 2 = eindtotaal). Herhalingsstof Taalbeschouwing (vraag t/m 0) /9/0 punten: G 6/7 punten: T < 6 punten: O (T)/O: ht TB (kopieerblad, blok ) basistoets /9/0 punten: G 6/7 punten: T < 6 punten: O Schrijven (vraag t/m 5) Totaalscore = extra toets (facultatief) /9/0 punten: G 6/7 punten: T < 6 punten: O (T)/O: ht SC (kopieerblad 5, blok ) De leerlingen die voldoende of goed scoren op alle onderdelen, kunnen verdergaan met de plustaken. Voor meer informatie zie HL a, pagina 25-26. Woordenschat (vraag 6 t/m 25) /9/0 punten: G 6/7 punten: T < 6 punten: O (T)/O: ht WS (kopieerblad 6, blok ) Afkortingen: TB = taalbeschouwing, SC = schrijven, WS = woordenschat, G = goed, T = twijfelachtig, O = onvoldoende, ht = herhalingstaak, hl = handleiding. BLOK KOPIEERBLAD Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie 33
Basistoets ANTWOORDEN aantal punten Taalbeschouwing. voor de uitspraak van een woord. 2. crème saté scène (bij 3 goed) 3. om het woord héél in de zin te benadrukken. Je zet een afbrekingsstreepje na een lettergreep van het woord. De rest van het woord schrijf je op de volgende regel. 5. stuk-je win-kel hond-je (bij 3 goed) 6. h e r f s t b l a d 7. af-me-ting. Lia heeft een warme, dikke winterjas. 9. Linda zegt: Wat aardig dat je mij geholpen hebt! 0. We wisten het allemaal, dat hij zijn oude huis in Middelburg erg miste. Schrijven. als je een klacht hebt over een game die steeds vastloopt 2 2. Wat er volgens jou ergens aan moet veranderen. Je geeft er ook argumenten bij. 2 3. Een burgemeester mag zijn vakantie niet door een bedrijf laten betalen, vind ik, want dan laat hij zich omkopen. 2. het gaat om een tegenstelling 2 5. Voorbeelden van klusjes die ze doen, zijn boodschappen doen, de hond uitlaten en op kleine kinderen passen. 2 Woordenschat 6. in je oren knopen 7. een programma over iets wat echt is gebeurd. Rens is erg verbaasd over wat hij hoort. 9. Kim kan zich beter niet op school laten zien met die vuile kleren. 20. de logopedist 2. iets opnieuw leren na een operatie, bijvoorbeeld lopen of horen 22. Als iemand iets voor je doet, moet jij ook iets terugdoen. 23. Berber luistert niet zo goed naar wat de meester zegt. 2. De meeste kinderen hebben wel zin om mee te gaan. 25. wat iemand zegt in een andere taal vertalen 30 BLOK KOPIEERBLAD 2 Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie 3
Beoordeling extra toets Hoe wordt de extra toets beoordeeld? Deze extra schrijftoets is facultatief. U kunt zelf bepalen of u de toets laat maken. De leerlingen voeren een schrijfopdracht uit. U kunt de opdracht beoordelen met behulp van de criteria op onderstaand beoordelingsformulier. Bij opdracht 2 geven we een aantal criteria voor het beoordelen van de brief. Als vijf of zes elementen a t/m f van toepassing zijn, geeft u 2 punten. Bij twee, drie of vier elementen geeft u punt en bij één of geen van de elementen 0 punten. Uw beoordeling kunt u overnemen op het registratieblad (kopieerblad ). Met behulp van de beoordeling kunt u individuele leerlingen gerichte feedback geven over volgende stappen die hun schrijfproducten kunnen verbeteren. We bevelen aan dat u de leerling per les aan één verbeterpunt in het bijzonder laat werken. Beoordeling aantal punten Verdeling (zie tekst bovenaan) maximaal Opdracht De brief met een verzoek bevat Q een beschrijving van de situatie (open dag, spannend met andere basisscholen erbij). Q het verzoek (school bezoeken met alleen kinderen uit eigen groep). Q extra uitleg, argument(en), weerleggen eventueel tegenargument. Q welke oplossing er wordt verwacht (apart bezoeken van school met eigen klas). Q briefconventies als plaats en datum, formele aanhef (bijv. Beste of Geachte) en afsluiting (bijv. Groeten), formeel taalgebruik in de brief (bijv. u ), en begrijpelijkheid, volgorde en samenhang, spelling, interpunctie en zinsconstructie. Opdracht 2 De ingezonden brief bevat Q (a) kopje. Q (b) naam. Q (c) inleiding/waar het over gaat (ongezond lunchen op school). Q (d) standpunt. Q (e) argumenten. Q (f) conclusie of slotzin. 0 t/m 2 (zie boven) 2 Q samenhang doordat onderwerp aansluit in opeenvolgende zinnen en alinea s of door volgorde, tegenstelling, opsomming, vergelijking. Q samenhang zichtbaar door signaalwoorden, verwijswoorden. Q grammaticaal correcte zinnen (overeenstemming onderwerp en persoonsvorm, volgorde binnen zin). Beoordeling spelling en interpunctie als afronding van het aantal punten. Totaal aantal punten maximaal 0 0 BLOK KOPIEERBLAD 3 ( VAN 2) Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie 35
Beoordeling extra toets naam: datum: Aantekeningen BLOK KOPIEERBLAD 3 (2 VAN 2) Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie 36
Herhalingstaak taalbeschouwing naam: datum: Lees eerst het lesdoel en de uitleg (taalboek a, bladzijde 90-9, 9-99 en 06-07). Maak daarna de opdrachten. Bij de woorden hieronder ontbreekt het accent. Spreek ze zachtjes voor jezelf uit. Schrijf dan het woord met het goede accent (é of è) erachter. cafe creme voliere loge coupe scene creche cliche comite carriere premiere barriere 2 Sommige woorden krijgen meer nadruk als je er een accent op zet. Bijvoorbeeld: Nú komen! Zet in de zinnen accenten op de goede plaats. Kom je voor of na de vakantie? Dat is heel mooi. Die bal was uit. Ik ga die wedstrijd winnen. Doe dan iets. 3 Soms past een woord niet helemaal op één regel. Je mag dan het woord afbreken. Eén voorbeeld is fout. Zet daar een streep onder.. Breek af tussen de delen van een samenstelling: vis-hengel, pad-denstoel, stoel-poot 2. Breek af na het grondwoord: zinne-tje, hond-je, tafel-tje 3. Breek af voor de ch. De ch blijft altijd bij elkaar: lac-hen, nach-ten, ech-ter. Breek af tussen de n g en n k: zin-gen, klan-ken, dank-en 5. Breek nooit af voor en na een x: ex-cursie, expe-ditie, explo-sie 6. Een klinker mag niet alleen staan: radi-o, pa-reo, me-nu 7. Het trema verdwijnt: drie-endertig, ge-eerd, vacu-üm. Soms verdwijnt een klinker: foto-tje, stroo-tje, accu-tje BLOK KOPIEERBLAD ( VAN 2) Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie 37
Zijn deze woorden goed afgebroken? Kruis aan. goed fout ge-eist Q Q stink-en Q Q lich-ten Q Q bloempot-ten Q Q vogelt-je Q Q tus-sen Q Q 5 Zet de komma s en punten op de goede plaats. Luka hielp me bij spelling topo en geschiedenis Dat lieve donzige gele kuikentje kwam gisteren uit het ei Toen hij thuiskwam ging hij meteen huiswerk maken Mijn broer gaat niet naar school omdat hij ziek is Lot moet deze week naar dansles hockeytraining en gitaarles Ik ben heel blij want morgen gaan we op vakantie Mijn schattige kleine nichtje komt dit weekend logeren Omdat het weer zo slecht is gaat onze sportdag niet door Het is feest want mijn oma wordt vandaag 70 jaar 6 Lees de mop. Zet de leestekens op de goede plaats. Kleur de letters die een hoofdletter moeten zijn. noah ligt in bed en roept mama mag ik een glaasje water mama roept terug blijf toch eens in bed noah dit is al de twintigste keer dat je om water vraagt noah antwoordt maar mama mijn kamer staat nog steeds in brand BLOK KOPIEERBLAD (2 VAN 2) Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie 3
Herhalingstaak schrijven naam: datum: Lees eerst het lesdoel en de uitleg (taalboek a, bladzijde 92-93, 00-0 en 0-09). Maak daarna de opdrachten. Zorg voor samenhang tussen de zinnen. Gebruik bijvoorbeeld de signaalwoorden uit het schema in je taalboek op bladzijde 93. Je mag de zinnen veranderen. Peter heeft vaak een koptelefoon op. Hij luistert graag naar muziek. Femke werd blij wakker. Ze had een leuke droom. 2 Maak meer zinnen van de lange zin. Je mag de volgorde van de woorden veranderen. Martijn is met Frank mee geweest naar de wedstrijd en hij vond het erg leuk en daarom wil hij vaker meegaan. 3 Stel je voor: het laatste half jaar van groep wordt jullie groep gesplitst. De helft van de groep moet naar een ander gebouw. Jullie willen dat helemaal niet. Maar je juf of meester heeft het niet beslist en kan er niets aan doen. Schrijf een brief aan de directeur van je school. Daarin schrijf je wat je van het voorgenomen plan vindt. Leg duidelijk uit waarom je dat vindt. Schrijf ook op wat je aan de directeur wilt vragen of wat jij zou willen. Maak eerst aantekeningen. Schrijf dan je brief in je schrift. Schrijf alles duidelijk op en maak goede zinnen. aantekeningen Lees je brief nog een keer. Heb je duidelijk opgeschreven wat jij vindt, en wat je zou willen? Verander iets als dat nodig is en verbeter ook fouten. BLOK KOPIEERBLAD 5 Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie 39
Herhalingstaak woordenschat naam: datum: Lees eerst het lesdoel en de uitleg (taalboek a, bladzijde 6-7, 9-95 en 02-03). Maak daarna de opdrachten. Maak een netwerk bij de kno-arts. Schrijf op waarom je juist dit netwerk kiest. 2 Welke verschillen zijn er tussen een gehoorbeschermer en een hoortoestel? Schrijf twee dingen op. 3 In welke zinnen worden de uitdrukkingen goed gebruikt? Q Annika wil precies weten hoe het zit, daarom spitst zij haar oren. Q Annika wil precies weten hoe het zit, daarom naait ze iemand een oor aan. Q Jens vindt Annika heel erg leuk. Het gaat het ene oor in en het andere oor uit. Q Jens vindt Annika heel erg leuk. Hij is tot over zijn oren verliefd op haar. Q Als Annika zegt dat zij Jens ook heel erg leuk vindt, kan hij zijn oren niet geloven. Q Als Annika zegt dat zij Jens ook heel erg leuk vindt, speelt hij luistervinkje. Wanneer sta jij met je oren te klapperen? Wanneer ben jij Oost-Indisch doof? BLOK KOPIEERBLAD 6 Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie 0
Herhalingstaken ANTWOORDEN Herhalingstaak taalbeschouwing (kopieerblad ) café crème volière logé coupé scène crèche cliché comité carrière première barrière 2 Kom je vóór of ná de vakantie? Dat is héél mooi. Die bal was úít. Ik ga die wedstrijd wínnen. Dóé dan iets! 3 Je hebt deze woorden onderstreept: zinne-tje, lac-hen, dank-en, ex-cursie, radi-o, vacu-üm, stroo-tje goed fout ge-eist x stink-en x lich-ten x bloempot-ten x vogelt-je x tus-sen x 5 Luka hielp me bij spelling, topo en geschiedenis. Dat lieve, donzige, gele kuikentje kwam gisteren uit het ei. Toen hij thuiskwam, ging hij meteen huiswerk maken. Mijn broer gaat niet naar school, omdat hij ziek is. Lot moet deze week naar dansles, hockeytraining en gitaarles. Ik ben heel blij, want morgen gaan we op vakantie. Mijn schattige, kleine nichtje komt dit weekend logeren. Omdat het weer zo slecht is, gaat onze sportdag niet door. Het is feest, want mijn oma wordt vandaag 70 jaar. 6 Noah ligt in bed en roept: Mama, mag ik een glaasje water? Mama roept terug: Blijf toch eens in bed, Noah. Dit is al de twintigste keer dat je om water vraagt! Noah antwoordt: Maar mama, mijn kamer staat nog steeds in brand. Herhalingstaak schrijven (kopieerblad 5) Bijvoorbeeld: Peter heeft vaak een koptelefoon op, omdat hij graag naar muziek luistert. / Peter luistert graag naar muziek. Daarom heeft hij vaak een koptelefoon op. Bijvoorbeeld: Femke werd blij wakker, omdat ze een leuke droom had. / Omdat Femke een leuke droom had, werd ze blij wakker. 2 Bijvoorbeeld: Martijn is met Frank mee geweest naar de wedstrijd. Hij vond het erg leuk, daarom wil hij vaker meegaan. / Martijn is met Frank mee geweest naar de wedstrijd en hij vond het erg leuk. Daarom wil hij vaker meegaan. 3 In je brief staat waar het over gaat, wat je zou willen en wat jouw argumenten zijn. Je hebt het duidelijk opgeschreven met goede zinnen. Je hebt je brief veranderd en fouten verbeterd als dat nodig was. Herhalingstaak woordenschat (kopieerblad 6) Bijvoorbeeld: Met een woordspin kan ik gehoortest laten zien wat een kno-arts allemaal onderzoekt. kno-arts specialist 2 Bijvoorbeeld: een gehoorbeschermer gebruik je als je gehoor nog goed is, een hoortoestel als je gehoor slecht is. Met een gehoorbeschermer worden geluiden zachter, met een hoortoestel maak je geluiden harder. 3 X Annika wil precies weten hoe het zit, daarom spitst zij haar oren. X Jens vindt Annika heel erg leuk. Hij is tot over zijn oren verliefd op haar. X Als Annika zegt dat zij Jens ook heel erg leuk vindt, kan hij zijn oren niet geloven. Bijvoorbeeld: Als mijn ouders vertellen dat we vanavond naar Disneyland vertrekken. Bijvoorbeeld: Als mijn vader vraagt of ik de tafel wil dekken terwijl ik televisie zit te kijken. keel neus oren amandelen steeds verkouden oorpijn slecht horen buisjes BLOK KOPIEERBLAD 7 Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, versie