Toespraak van Commissaris van de Koningin drs. Ank Bijleveld-Schouten ter gelegenheid van het afscheid van Edward Figee als lobbyist voor Oost-Nederland Beste Edward, geachte dames en heren, Sommigen zullen een bevrijdende zucht van grote verlichting slaken want eindelijk is het dan zo ver. Anderen zullen het jammer vinden vanwege de soms vrijmoedig geformuleerde, politieke teksten zoals deze en gene mij wel eens liet weten. Met deze woorden begon jij de allerlaatste van jouw befaamde weekbrieven: die van donderdag 26 februari 2010. Het was een roerige periode. Het vierde kabinet Balkenende was daags ervoor gevallen over Uruzgan. Ik herinner het me als lid van dat kabinet als de dag van gisteren, dat zult u begrijpen. De PvdA-bewindslieden namen ontslag en we gingen met een veel kleinere club demissionair verder.
Van op de winkel passen was in de periode daarna absoluut geen sprake. Als staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties leidde ik toen de transitie van de voormalige Nederlandse Antillen. Een van de grootste projecten die dat kabinet tot een succesvol einde heeft gebracht, onder andere gepaard gaand met een grondwetswijziging. Tot de laatste dagen voor het aantreden van het huidige kabinet Rutte ben ik daar mee bezig geweest. Om maar niet te spreken van de hectiek rond de onderhandelingen voorafgaand aan het huidige kabinet... Beste Edward, Inmiddels ben ik Commissaris van de Koningin van Overijssel. Jij neemt vandaag afscheid van het vak wat je meer dan 10 jaar uitgeoefend hebt: lobbyen voor Oost- Nederland in politiek Den Haag.
Lobbyen is een voor de lobbyist soms ondankbaar vak. Het afbreukrisico is hoog. Mislukt het, dan krijg je kritiek. En slaagt de lobby, dan laat de verantwoordelijk bestuurder zich natuurlijk graag op het podium hijsen. Lobby is ook vele ballen langdurig in de lucht houden. Maar lobby is vooral constant investeren in een groot en actief netwerk. Daarvan getuigt deze volle kerk vandaag! Edward, jij was en bent altijd een groot voorstander van samen lobbyen op Oostnederlands niveau. Groot denken, samen optrekken. Daarmee maak je massa. Liever een paar dingen fors dan een waslijst vol lokale belangen. We hebben de afgelopen tijd kunnen zien hoe belangrijk zo n goed georganiseerde lobby op landsdelig niveau kan zijn.
Ik noem dan de Hanzelijn, het MIRT, het goederenvervoer over spoor. Maar ook recent nog: onze gezamenlijke lobby in het kader Nationale Politie. Alhoewel we tot nu toe helaas niet gekregen hebben wat we wilden, een splitsing van regio Oost, hoorde ik van vele kanten dat het niet aan onze lobby heeft gelegen. Onze belangen zijn veelvuldig voor het voetlicht gebracht in de media en in de Tweede Kamer. Het belang van een vooruitgeschoven post is daarmee nog maar eens aangetoond. Jij zei vaak dat een goede lobby gestoeld is op drie principes: timing, priming and framing. Met zoveel professionals in de zaal hoef ik die principes niet uit te leggen. Maar een lobby heeft pas echt kans van slagen met een goede coördinatie van de acties. Wie zegt wat op welk moment, tegen welke persoon.
Keer op keer vroeg jij aandacht voor die coördinatie. Wanneer afwezig of lastig te organiseren moest het onderwerp maar weer even in de ijskast. En ondertussen verschenen in jouw weekbrief lichtvoetige anekdotes die jouw adviezen onderstreepten. Soms heel subtiel, soms met nauwelijks verholen kritiek. Maar altijd vol humor en nooit op de persoon. Hij of zij die de schoen paste, trok m toch wel aan. Always a gentleman! Je misbruikte je weekbrief wel eens voor een ander lobbydoel namelijk degelijke ict-voorzieningen op Plein 20. Vele passages heb je er aan gewijd. Ik heb begrepen dat uiteindelijk ook dat lobbydoel behaald is. Helaas viel het ongeveer samen met jouw pensionering.
Maar ook dàt was jouw les: lobby is nou eenmaal een zaak van lange adem. Beste Edward, Wanneer ik hier een blik werp in de zaal, dan zie ik een bont gezelschap van bestuurders, politici, lobbyisten of liever gezegd specialisten Public Affairs. Maar ik zal een van de weinigen hier aanwezig zijn die zich aan beide zijden van jouw Oostnederlandse lobbywerk heeft bevonden. Als Kamerlid en later als staatssecretaris mocht ik tot jouw doegroep behoren, en als burgemeester van Hof van Twente viel ik meer in het kamp van de opdrachtgevers. In beide hoedanigheden was het uiterst prettig zakendoen. Ik dank je hartelijk voor je grote inzet voor Oost Nederland en wens je veel goeds voor de mooie tijd die nu komt.
Ik mag je namens de provincie Overijssel want al werkte je voor Oost-Nederland, je was bij óns in dienst een beeldje en een envelop met inhoud aanbieden. Wat dat doen we nou eenmaal bij iedereen die met pensioen gaat! Dames en heren, dank u wel. En Edward, speciaal voor jou sluit ik af met die mooie Indische groet uit jouw laatste weekbrief: Tabéh! [slot]