PROEF 1 VLIEGEND TAPIJT Deze proef wordt door twee teams tegelijk gespeeld. Het team wordt in twee groepen ingedeeld (2 jongens, 2 meiden én 1 naar keuze) ), waarvan 1 groep met hesjes aan. De eerste groep, waarvan 3 op plateau en 2 die de pvc buizen verleggen, volgen het parcours. Als deze is afgelegd mag groep 2 starten. Personen die op het plateau staan nemen elk 1 bal mee. Als het parcours is afgelegd mag de groep de 3 ballen op een bord schieten met gaten. 1. Bal verloren tijdens parkoers, wordt deze uit de strijdt genomen. 2. Persoon van plateau tijdens parkoers, opnieuw beginnen. 3. Puntentelling: - parkoers afgelegd 5 punten - gat 1 1 punt - gat 2 2 punten - gat 3 3 punten
PROEF 2 WATER TRANSPORT Deze proef wordt door twee teams tegelijk gespeeld. Aan het begin staan twee personen die water uit de ton scheppen en deze in een buizensysteem giet welke door vier personen wordt bediend/vastgehouden. Het water wordt door de vier personen in het volgende buizensysteem gegoten welke ook door 4 personen wordt bediend/vastgehouden. Deze gieten het weer over bij het buizensysteem van de eerste groep en dan weer naar groep twee. Als laatste wordt het water van het buizensysteem geloosd in een melkbus. 1. Op vastgesteld plaatsen wordt het water overgeheveld. 2. Het aantal cm water in de melkbus is bepalend voor de puntentelling.
PROEF 3 BOUNCE & BREAK Deze proef wordt door 2 teams tegelijk gespeeld. Het team wordt in 2 groepen verdeeld (2 meiden, 2 jongens én 1 naar keuze) waarvan 1 groep met hesjes. 4 personen gaan in de kantelkubus staan en gaan proberen deze te verplaatsen door de kubus te laten kantelen. De vijfde persoon geeft aanwijzingen. Als het parcours is afgelegd, mag de volgende groep van start, enz. 1. Er mogen maximaal 4 personen in de kantelkubus. 2. Het aantal afgelegde parkoersen en het aantal meters tot het eindsignaal is bepalend voor de puntentelling
PROEF 4 LAAG EN HOOG Deze proef wordt door 2 teams tegelijk gespeeld. Aan het begin staan 3 personen die door de dropping tunnel heen gaan en ze nemen 1 balletje per persoon mee. Dezee geven ze door aan groep van 4 personen welke een hoge hindernis overgaan. Dan wordt het balletje door gegeven aan de laatste groep van 3 personen welk onder een net doorgaan en het balletje proberen te gooien in een van de 3 bakken. 1. Het balletje moet worden doorgegeven, niet gooien! 2. Puntentelling: - elk overgebracht balletje 1 punt - bak 1 1 punt - bak 2 2 punten - bak 3 3 punten
PROEF 5 STORMBAAN Deze proef wordt door 1 team gespeeld. Aan het begin staan 4 meiden en 4 jongens en 2 naar keuze welke de stormbaan overgaan, op het eind moet ieder persoon een fietsband over een van de 3 palen proberen te gooien. 1. Op aanwijzing van de jury mag de volgende starten met het betreden van de stormbaan. 2. Puntentelling: - Over de stormbaan gegaan 1 punt - paal 1 1 punt - paal 2 2 punten - paal 3 3 punten
PROEF 6 BEHENDIGHEIDS-SPEL Deze proef wordt door 2 teams tegelijk gespeeld. Aan het begin staan 2 personen die een ballon opblazen en geven aan 1 van de 2 wippers. Deze geven de ballon weer door aan de volgende 2 wippers. Dan wordt de ballon door gegeven aan 1 persoon welk deze weer door geeft aan 1 van de twee klompenlopers. Deze volgen een parkoers en geven de ballon aan de laatste persoon, welke ballon kapot slaat op een spijker. 1. De ballon moet aan een bepaalde grote voldoen, wat ter plaatse gemeten wordt. 2. Verloren ballonnen worden uit de strijd genomen. 3. Het aantal kapot geprikte ballonnen is bepalend voor de puntentelling.
PROEF 7 HILLRUNNING Deze proef wordt door 1 team gespeeld. Aan het begin staan 6 personen die de Hillrunning-baan overgaan en een balletje pakken en deze doorgeven aan een persoon met lange armen. Welk het balletje weer doorgeeft aan 1 persoon en deze legt het balletje op een bord met gaten welk door 2 personen wordt bediend. Het is de bedoeling het balletje van de ene kant naar de andere kant te laten lopen zonder dat balletje door de gaten valt. 1. Gevallen balletjes worden uit de race genomen. 2. Jury geeft aan wanneer de volgende persoon de Hillrunning-baan op mag. 3. Puntentelling: - elk overgebracht balletje 1 punt - elk balletje over bord met gaten 3 punten
PROEF 8 APRÈS WAOTERHAZENDURP Deze proef wordt door één team gespeeld. Aan begin staat één persoon die water schept uit ton met emmertjes welke in de rug emmers van de 2 skieind wordt het lopers worden gezet, deze skiën een parkoers af. Aan het water geloosd in grote emmer, deze wordt naar boven getakeld door twee personen welke ook de bierglazen vullen en op een dienblad worden gezet. Deze wordt gegeven aan de ober die vanuit de ski-hut naar het terras brengt en aan één van de drie terras bezoekers geeft. Hier worden de bladen aan elkaar doorgegeven. Op het eind van de lange tafels staatt één persoon die het dienblad aanpakt en de glazen leegt in de biertank. 1. Aantal centimeter water in de biertank is bepalend voor de score.
PROEF 9 BASSIN Deze proef wordt door 1 team gespeeld. Na het startsignaal gaat vrouw, man, vrouw, man enz.. over het waterbassin via touwen die hangen aan een ladder. Over gekomen pakt men één bal en gooit deze op een bord met gaten. 1. Als je valt in het water moet eerst de trap vast gehouden worden voor de volgende mag starten. 2. Puntentelling: - gat 1 1 punt - gat 2 3 punten
PROEF 10 VRAGENLIJST De vragenlijst wordt s-morgens voor aanvang van de Zeskamp aan verstrekt als de complete deelnemerslijsten worden ingeleverd. Naast het aantal goedee antwoorden is ook de tijd van inleveren van belang. Als je namelijk de antwoorden sneller hebt ingeleverd dan een ander team met hetzelfde aantal goede antwoorden krijg je meer punten.