In opdracht van het ministerie van Economische Zaken. De WBSO in 2016

Vergelijkbare documenten
FOCUS op speur- en ontwikkelingswerk

Technologische ontwikkeling loont! WBSO en RDA in In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De WBSO in 2017

FOCUS op speur- en ontwikkelingswerk Het gebruik van de WBSO in 2008

FOCUS op speur- en ontwikkelingswerk Het gebruik van de WBSO in 2007

Verdien geld met innovatie. Welke mogelijkheden heeft u? whitepaper

Technologische ontwikkeling loont! WBSO in In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken

Technologische ontwikkeling loont! WBSO in In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken

Handleiding Mededeling

Advieswijzer. Verdien geld met innovatie Denk ondernemend. Denk Bol.

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen - S&O-afdrachtvermindering (WBSO):

FOCUS op speur- en ontwikkelingswerk Het gebruik van de WBSO in 2006

TIEN HANDVATTEN VOOR HET INDIENEN VAN EEN WBSO-AANVRAAG

TIEN HANDVATTEN VOOR HET INDIENEN VAN EEN WBSO- AANVRAAG

FOCUS op speur- en ontwikkelingswerk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

Het gebruik van de WBSO/RDA in 2012

Innovatie: wat zijn de mogelijkheden?

Belastingregelingen voor innovatieve ondernemers

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Een WBSO-aanvraag en dan... Leidraad voor het gebruik van de WBSO in 2017

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Het gebruik van de WBSO/RDA in 2013

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Eerste helft 2017 & Q Graydon kwartaal monitor

FOCUS op speur- en ontwikkelingswerk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

10. Hoe verrekent u uw WBSO-voordeel?

Checklist. BusinessInnovator. WBSO en RDA Administratie. Subsidie Tip van uw zakelijke ideeënpartner. Subsidie Tip.

10. Hoe verrekent u uw WBSO-voordeel?

Regiobericht 1.0 Noord

Graydon Kwartaalmonitor

Ontwikkeling leerlingaantallen

Subsidies voor personeel

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2017

Overzicht van de Nederlandse insectenkwekers

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Innovatiekracht in Gelderland en Overijssel

WBSO. Innovatie stimuleringsmaatregel. >> Als het gaat om innovatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

2.1 Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WBSO 2013)

Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal

R&D en innovatie Opgave over uw bedrijf of instelling. R&D 1 activiteiten eigen personeel. R&D personeel naar beroep.

Navigatie topsectoren

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Subsidies en innovatie, drie stapelbare fiscale regelingen

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Topsectoren. Bouwstenen van Bedrijvenbeleid. Hoofdstuk: In opdracht van DG Bedrijfsleven & Innovatie van het ministerie van Economische Zaken

Afname banen in 2002 in Groot-Amsterdam

KvK-Bedrijvendynamiek

Welkom. Kennissessie slim en innovatief ondernemen

Het doel van de Research- en developmentaftrek (RDA) is het stimuleren van onderzoek en ontwikkeling door het Nederlandse bedrijfsleven.

Ondernemen in de kansrijke groeimarkten van de Topsectoren

Rapport glastuinbouw Nieuw Zeeland. In opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken

Vastgoedbericht juni 2008

Haal meer geld voor uw ontwikkeling en innova2e ASBR Subsidium Emille Schoonbeek

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

WBSO HANDLEIDING 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Succesvol innoveren met fiscaal voordeel

Fiscale subsidies voor innovatie. Fiscale subsidies voor innovatie Introductie. Fiscale subsidies voor innovatie:

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren,

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven

RVO? uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid. RVO voert namens de overheid beleid uit voor ondernemend Nederland. thema s:

Koopsom per maand, Nederland

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2018

Kwartaalmonitor Q

Graydon Kwartaalmonitor

KWARTAALMONITOR JULI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Ondernemen en innoveren in 2013 Geld verdienen met hulp van de overheid

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2018

Leningen oversluiten Het oversluitonderzoek

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1

Fiscaal innoveren en financiering

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1

Vastgoedbericht april 2010

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1

Vastgoedbericht mei 2010

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid daalt voor de zesde maand op rij. Lichte daling aantal werkzoekenden

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2019

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2017

Transcriptie:

In opdracht van het ministerie van Economische Zaken De in 2016

02 Leeswijzer De benamingen in de FOCUS sluiten aan op de gebruikte terminologie bij de. In de FOCUS wordt de Nederlandse term speur- en ontwikkelingswerk gebruikt (afgekort tot S&O) en niet de term Research & Development (R&D). zijn zowel S&O-loonkosten als S&O-niet-loonkosten (materiaal-, verbruikskosten en investeringen). -bedrijven of S&O-bedrijven zijn juridische entiteiten, zoals een BV, een NV en zelfstandige ondernemers met een S&O-verklaring (toegekende S&O-projecten). Toekenningen hebben betrekking op voorgenomen S&O-werkzaamheden. Uiterlijk 31 maart van het volgende jaar moeten ondernemers aan RVO.nl melden hoeveel S&O zij daadwerkelijk hebben gerealiseerd (S&O-uren en S&O-niet-loonkosten). In het vierde kwartaal verschijnen gegevens over de realisatie. Deze gegevens staan op de website Bedrijvenbeleid in beeld. Via de 1 stimuleert het ministerie van Economische Zaken ondernemers om meer te investeren in speur- en ontwikkelingswerk (S&O). Ondernemers die gebruik maken van de kunnen hiermee hun verlagen. In deze uitgave van FOCUS op speur- en ontwikkelingswerk staan gedetailleerde gegevens over de toekenningen van de in 2016. De en de RDA zijn per 1 januari 2016 samengevoegd tot één regeling met de naam. De verlaagt hiermee vanaf 2016 niet alleen de loonkosten, maar ook andere kosten en uitgaven voor speur- en ontwikkelingsprojecten (S&O). Bedrijven kunnen hierbij kiezen uit een forfaitair bedrag of een percentage van de werkelijke kosten en uitgaven. In 2016 is 64% van het totale -voordeel toegekend aan het MKB. Door de samenvoeging van de en de RDA zijn de cijfers in deze FOCUS soms anders gepresenteerd dan voorgaande jaren, bijvoorbeeld bij het toegekende belastingvoordeel (). Hierin zit nu ook het belastingvoordeel voor S&O-niet-loonkosten (voorheen RDA). In 2016 is een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder bedrijven die hebben aangevraagd. Het onderzoek richtte zich op de tevredenheid over het aanvraagproces en op de contacten met -adviseurs tijdens de beoordeling. Voor de uitvoering van de gaven de bedrijven RVO.nl een 7,2 als rapportcijfer. RVO.nl gebruikt de resultaten om de uitvoering van de te verbeteren. De praktijkverhalen in deze FOCUS illustreren hoe Nederlandse bedrijven innovatieve oplossingen ontwikkelen voor maatschappelijke uitdagingen. 1 De is de verzamelnaam voor de faciliteit afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen en de S&O-aftrek in de Wet inkomstenbelasting.

03 22.330 Toegekende aanvragen 37.275 Toegekende 6,7 mld Toegekende S&Oafdrachtvermindering 1.469 mln Uitgelicht Regio MKB in de 97% Toegekende S&O-projecten 142.855 Toegekende S&Oloonkosten 3,9 mld Toegekende MKB 64% 2 3.380 Toegekende 83.980 Toegekende S&Oniet-loonkosten 2,8 mld Verzilverde S&Oafdrachtvermindering 1 1.200 mln Praktijkverhalen 1 Voorlopige schatting 2 Field of science and technology (FOS)

04 22.330 S&O-bedrijven In 2016 hebben 22.330 bedrijven en zelfstandige ondernemers een S&O-verklaring ontvangen. Het MKB vormt met 97% veruit de grootste groep. Het aantal bedrijven en zelfstandige ondernemers daalde met 2,8% ten opzichte van 2015. Deze daling laat zich deels verklaren doordat de definitie van S&O in de per 2016 is ingeperkt (Belastingplan 2016). De is sindsdien sterker gericht op activiteiten die de kern van S&O vormen: technisch-wetenschappelijk onderzoek en de ontwikkeling van technisch nieuwe producten, productieprocessen en programmatuur. Het uitvoeren van een analyse van de technische haalbaarheid voor het zelf verrichten van S&O en het uitvoeren van procesgericht technisch onderzoek komen niet meer in aanmerking. Figuur 1 S&O-bedrijven en zelfstandige ondernemers met een S&O-verklaring Bedrijven en zelfstandige ondernemers 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 22.220 22.640 22.970 22.980 22.330 20.560 21.010 21.230 21.220 20.715 1.660 1.630 1.740 1.760 2012 2013 2014 2015 2016 1.615 S&O-zelfstandigen S&O-bedrijven Totaal

05 3.380 Starters Jonge bedrijven ontvangen extra financieel voordeel door de -startersfaciliteit. In plaats van 32% ontvangen starters 40% over de eerste 350.000 van de. Het aandeel bedrijven en zelfstandige ondernemers dat gebruik maakt van de startersfaciliteit bedraagt 15% van het totale aantal S&O-bedrijven. De -startersfaciliteit kent een andere definitie dan de definitie van innovatieve start-ups en startende ondernemers bij de Kamer van Koophandel. Voor startende zelfstandige ondernemers is er extra S&O-aftrek. Figuur 2 S&O-bedrijven en zelfstandige ondernemers met een verhoogd startersvoordeel Bedrijven en zelfstandige ondernemers 4.000 3.000 2.000 1.000 0 3.940 3.480 3.680 3.590 3.580 3.210 3.100 3.110 2012 2013 2014 2015 2016 3.380 2.995 460 470 490 470 385 S&O-zelfstandigen S&O-bedrijven Starters

06 37.275 Toegekende -aanvragen Het is mogelijk om meerdere keren per jaar een -aanvraag in te dienen, 66% van de S&Obedrijven dient twee of drie keer per jaar een aanvraag in. S&O-bedrijven gebruiken de aanvraagperiode korter dan 1 jaar voor kortlopende S&O-projecten en kunnen nieuwe S&O-projecten toevoegen tijdens vervolgaanvragen. Het aantal toegekende -aanvragen is in 2016 met 2,7% afgenomen ten opzichte van 2015. Bij 86% van de 37.275 toegekende -aanvragen is het forfait voor S&O-niet-loonkosten toegekend, bij 14% een tegemoetkoming voor de werkelijke kosten en uitgaven. Figuur 3 Aantal toegekende aanvragen, exclusief zelfstandige ondernemers Toegekende aanvragen 40.000 30.000 20.000 10.000 0 36.800 15.140 6.320 15.340 38.200 38.420 38.310 12.720 12.530 12.600 7.130 7.280 7.340 18.350 18.610 18.370 2012 2013 2014 2015 2016 37.275 5.390 31.885 S&O-loonkosten + Forfait S&O-loonkosten + Kosten/uitgaven Alleen S&O-loon -aanvragen totaal

07 142.855 Toegekende S&O-projecten De ondersteunt vanaf 2016 twee soorten projecten: ontwikkelingsprojecten (van producten, productieprocessen of programmatuur) en technisch wetenschappelijk onderzoek. In 2016 werden in totaal 142.855 S&O-projecten toegekend (5% minder dan in 2015), 96% hiervan waren ontwikkelingsprojecten en 4% technisch wetenschappelijke onderzoeksprojecten (TWO). Het aantal toegekende ontwikkelingsprojecten steeg met 2%, terwijl het aantal toegekende TWO-projecten met 9% daalde. Figuur 4 Aantal toegekende S&O-projecten, naar verschillende projecttypen Toegekende S&O-projecten 200.000 150.000 100.000 50.000 0 3.333 5.785 8.003 130.120 3.156 5.438 7.980 134.675 3.088 5.584 7.825 136.241 3.034 5.519 6.283 134.907 5.722 137.133 2012 2013 2014 2015 2016 Procesgericht technisch onderzoek Analyse technische haalbaarheid Technisch wetenschappelijk onderzoek Ontwikkelingsprojecten

08 83.980 Toegekende Over 2016 zijn 83.980 toegekend, dat is een lichte stijging ten opzichte van 2015. Eén S&O-arbeidsjaar staat gelijk aan 1.400 toegekende S&O-uren. Ondanks de daling van het aantal aanvragers is de totale hoeveelheid in 2016 wel toegenomen. S&O-bedrijven hebben gemiddeld dus meer aan S&O gedaan. Het gemiddeld aantal toegekende per S&O-bedrijf bedraagt in 2016 4,1, dat is een stijging van 3,2% ten opzichte van 2015. Figuur 5 Toegekende, exclusief zelfstandige ondernemers 100.000 75.000 79.560 81.660 83.470 83.400 83.980 50.000 25.000 0 2012 2013 2014 2015 2016

09 6,7 mld Toegekende 3,9 mld Toegekende S&O-loonkosten 2,8 mld Toegekende S&O-niet-loonkosten De totaal toegekende stegen in 2016 met 7%. De bestaan uit een looncomponent en een niet-looncomponent. De S&O-loonkosten stegen met 2% door een toename van het gemiddelde S&O-uurloon en de toegekende. De S&O-niet-loonkosten stegen met 15% door de toekenning aan alle S&O-bedrijven (exclusief zelfstandigen), het gewijzigde forfait en een stijging van de werkelijke en uitgaven (5%). Figuur 6 Toegekende aan S&O-bedrijven in miljoen 8.000 6.000 4.000 2.000 0 5.885 2.035 3.850 6.450 6.590 2.530 2.590 6.300 2.430 3.920 4.000 3.870 2012 2013 2014 2015 2016 6.717 2.787 3.930 S&O-loonkosten S&O-niet-loonkosten

10 1.469 mln Toegekende 1.200 mln Geschatte verzilvering De toegekende is het voordeel dat S&O-bedrijven kunnen verrekenen via de loonheffing. De toename die in 2016 te zien is, komt vooral door de integratie van de en de RDA. Hierdoor kunnen bedrijven ook het -voordeel voor de S&O-niet-loonkosten via de loonheffing verrekenen. De uiteindelijke verzilvering is afhankelijk van het totale -voordeel dat bedrijven daadwerkelijk verrekenen via de aangiftes met de Belastingdienst. Voor een goede vergelijking is voor de jaren 2012-2015 in figuur 7 het geschatte RDA-voordeel opgeteld bij de. Van zowel de toegekende als de geschatte verzilvering komt 64% ten goede aan het MKB. Figuur 7 Toegekende en verzilvering 1.600 1.200 1.057 1.236 1.300 1.263 1.469 1.200 1 in miljoen 800 400 0 861 988 1.035 985 2012 2013 2014 2015 2016 Verzilverd Toegekend 1 Voorlopige schatting

11 2.010 S&O-bedrijven in Groot-Amsterdam 26% Starters in Groot-Amsterdam De meeste van de 22.330 S&O-bedrijven zijn gevestigd in het COROP-gebied 1 Groot-Amsterdam (2.010 bedrijven waarvan 97% MKB en 26% starters). Daarna volgen Zuidoost-Noord-Brabant (1.837 bedrijven waarvan 98% MKB en 14% starters) en Utrecht (1.606 bedrijven waarvan 96% MKB en 16% starters). Het gemiddeld aandeel starters van alle S&O-bedrijven in Nederland bedraagt 15%. Figuur 8 per COROP-gebied, inclusief zelfstandige ondernemers 255 66 637 636 1.256 253 112 123 461 217 2.010 447 340 430 818 665 < 200 200-500 304 1.606 383 134 502 1.129 1.837 1.006 286 943 278 482 280 416 477 222 127 513 708 196 28 1.436 201 109 500-1.000 1.000-2.100 1 COROP-gebieden zijn regionale gebieden binnen Nederland die zijn ontwikkeld op basis van het nodale principe. Dit houdt in dat elk COROP-gebied een centrale kern (bijvoorbeeld een stad) heeft met een omliggend verzorgingsgebied. Deze indeling wordt gebruikt voor analytische doeleinden. In totaal zijn er in Nederland 40 COROP-gebieden.

12 6,7 mld Toegekende Noord-Brabant heeft met 1.895 miljoen toegekende de grootste S&O-omvang. Daarna volgen Zuid-Holland en Noord-Holland. De verhouding tussen de S&O-loonkosten en de S&O-niet-loonkosten verschilt per provincie. Overijssel heeft met 68% het hoogste aandeel S&O-loonkosten. Gelderland en Zuid-Holland hebben met 46% het hoogste aandeel S&Oniet-loonkosten. Deze verschillen ontstaan voornamelijk door de gevestigde sectoren per provincie. Zo heeft een ICT-bedrijf over het algemeen meer S&O-loonkosten dan S&O-niet-loonkosten en bij een farmaciebedrijf is dit precies andersom. Figuur 9 Toegekende per provincie, exclusief zelfstandige ondernemers Noord-Brabant Zuid-Holland Noord-Holland Gelderland Limburg Utrecht Overijssel Groningen Friesland Flevoland Zeeland Drenthe 75 55 70 40 50 25 40 25 40 20 130 265 200 190 265 275 325 375 435 580 660 690 825 1.070 in miljoen S&O-loonkosten S&O-niet-loonkosten

13 4,9% S&O-bedrijven in Nederland In 2016 maakte 4,9% van alle Nederlandse bedrijven gebruik van de (volgens de gegevens van 2016 in CBS StatLine). De drie COROP-gebieden 1 met een technische universiteit, te weten Twente (9,5%), Delft en Westland (8,5%) en Zuidoost-Noord-Brabant (8,1%) scoren aanzienlijk hoger dan het landelijk gemiddelde. Er is een duidelijk verschil tussen Oost-Nederland (boven het landelijk gemiddelde) en West-Nederland (onder het landelijk gemiddelde) met uitzondering van Delft en Westland en de kop van Noord-Holland. Figuur 10 Aandeel van het aantal, excl. zelfstandige ondernemers op het totaal van Nederland (CBS) 5% 4,9% 3,9% 7% 5,1% 7,1% 4,6% 5,3% 4,8% 5,9% 4,1% 2,5% 3,5% 3% 4,3% 4,1% 2,9% 5,3% 5,5% 5,9% 7,2% 9,5% 4% 2,8% 3,2% 8,5% 3,3% 4,5% 3,7% 3,9% 2,5-3% 3,1-5% 5,1% 4,1% 5% 5,7% 8,1% 5,5% 4,8% 4,1% 6,1% 7,1% 5,1-8% 8,1-9,5% 1 COROP-gebieden zijn regionale gebieden binnen Nederland die zijn ontwikkeld op basis van het nodale principe. Dit houdt in dat elk COROP-gebied een centrale kern (bijvoorbeeld een stad) heeft met een omliggend verzorgingsgebied. Deze indeling wordt gebruikt voor analytische doeleinden. In totaal zijn er in Nederland 40 COROP-gebieden.

14 De Field of science and technology (FOS) classificering bestaat uit een lijst met verschillende technologieën, gepubliceerd door de OECD. Deze internationale standaard is ontworpen om R&D-uitgaven in te delen naar technologie. Vanaf 2016 gebruikt RVO.nl 18 FOS-classificaties om S&O-bedrijven in te delen. In onderstaande tabel staan per FOS-classificatie de S&O-gegevens vermeld. Computer- en informatiewetenschappen scoort op bijna alle onderwerpen het hoogst, behalve voor de omvang van S&O-niet-loon. Mechanische techniek is koploper op het gebied van S&O-niet-loon en bij de andere onderwerpen tweede. Tabel 1 S&O ingedeeld naar Field of science and technology (FOS-classificering) Omschrijving Aantal bedrijven S&Oarbeidsjaren S&O-loon 1 S&Oniet-loon 1 1 Aard- en milieuwetenschappen 128 394 17 11 7 Biotechnologie 212 1.516 70 132 38 Bodem-, lucht- en watertechnologie 807 2.564 121 77 46 Chemische engineering 402 2.740 154 117 53 Chemische wetenschappen 429 3.310 195 189 72 Civiele techniek 1.468 2.703 123 55 48 Computer- en informatiewetenschappen 6.456 22.501 961 186 321 Dierlijke wetenschappen 87 601 26 36 12 Elektrotechniek 1.696 10.788 538 369 180 Fysische wetenschappen 134 542 25 11 9 Gezondheidswetenschappen 104 731 28 14 8 Levensmiddelentechnologie 869 3.471 176 132 64 Materialentechnologie 1.613 3.501 157 93 65 Mechanische techniek 4.760 18.349 852 655 319 Medische technologie 456 3.649 197 151 66 Medische wetenschappen & farma 310 2.616 131 344 85 Nanotechnologie 59 271 11 6 5 Plantaardige wetenschappen 725 3.736 147 210 70 Totaal toegekend (excl. zelfstandigen) 20.715 83.982 3.930 2.787 1.469 1 In miljoen

15 Maatschappelijke uitdaging 01 Praktijkverhalen Varenkwekerij Vitro Plus automatiseerde de productie op zo n manier dat er minder mankracht en vierkante meters nodig zijn. Belangrijk daarbij was de invoering van verticale teelt, in lagen boven elkaar, met zuinige ledlampen. De plantjes zelf zitten in een soort minikasjes (pluggen), met daarop speciale folie. Deze techniek is ruimtebesparend én schoon. De plantjes hebben nauwelijks last van ziektes en schimmels en hebben veel minder water nodig dan bij traditionele teelt. De innovatieve minikasjes zijn ook te gebruiken voor andere gewassen, zoals sla. Daarmee boort de ondernemer nu een nieuwe markt aan. Vitro Plus werkte zo n 7 jaar aan de ontwikkeling met steun van de. Duurzame agricultuur en bio-economie

16 Maatschappelijke uitdaging 02 Praktijkverhalen Artinis ontwikkelde met steun van de een comfortabel, draagbaar systeem voor het meten van de hersenactiviteit. Het bijzondere aan het draadloze multichannel NIRS-systeem (near-infrared spectroscopy) is dat het gegevens kan meten tijdens alle dagelijkse bezigheden, ook tijdens het slapen en sporten. Het systeem zendt de gemeten gegevens via Bluetooth naar een smartphone of computer waarop ze in real time te bekijken zijn. Dit geeft niet alleen inzicht in de hersenactiviteit maar ook informatie over de verzuringsgraad van spieren. Daardoor is NIRS breed toepasbaar, bijvoorbeeld voor klinisch onderzoek of voor het meten van de inspanningen van sporters. Gezondheid en welzijn

17 Maatschappelijke uitdaging 03 Praktijkverhalen Duurzame voedselproductiesystemen en bio-economie Proti-Farm in Ermelo kweekt meer dan tien verschillende soorten insecten voor toepassingen in diervoeding. Sinds 2007 kweekt het bedrijf ook een vijftal insectensoorten voor humane consumptie. Dit is een handmatig en arbeidsintensief proces. Om de productie te kunnen vergroten en schaalvoordelen te behalen, ontwikkelt het bedrijf met behulp van de een volledig gemechaniseerde en geautomatiseerde productielijn voor het produceren van nutriënten (o.a. eiwitten en oliën) uit één soort insect, namelijk de buffaloworm. Insecten zijn zeer duurzaam om te kweken en gebruiken vele malen minder voer, land en water dan bestaande veeteelt. Voor een optimaal kweekresultaat houdt een controlesysteem de temperatuur, kweekbodem, gezondheid en de groei van de buffalo kevers en larven in de gaten. Proti-Farm ontving ook subsidie uit o.a. Eurostars en Horizon 2020 voor een aantal internationale R&D-projecten.

18 Maatschappelijke uitdaging 04 Praktijkverhalen 3D-metaalprinter voor vliegtuigen Start-up Additive Industries ontwikkelde een 3D-metaalprinter voor onder andere vliegtuigonderdelen. Deze onderdelen zijn thermisch beter en hebben minder massa, wat vooral in de luchtvaartindustrie belangrijk is. Iedere kilo minder gewicht levert brandstofbesparing op. De printer onderscheidt zich van soortgenoten door de hoge mate van procesautomatisering waaronder de automatische afzuiging van metaalpoeder. Veel ontwikkelwerk ging zitten in het kunnen produceren van identiek geprinte producten en het stabiel maken van het laservermogen en de laserspot. Voor de ontwikkeling van de 3D-metaalprinter deed Additive Industries een beroep op het Innovatiekrediet en de. Klimaat en efficiënte grond- en hulpstoffen

19 Maatschappelijke uitdaging 05 Praktijkverhalen Dation ontwikkelde een trainingsprogramma, GreenStar, om het rijgedrag van chauffeurs te verbeteren en bewustwording te creëren. De resultaten wijzen uit dat je door het rijgedrag in de gaten te houden flink kunt besparen op je wagenpark: minder brandstofverbruik, slijtage en schade. In 2015 leverden de 32 miljoen verreden kilometers met het programma GreenStar een besparing van 250 ton CO 2 op. Het programma onderscheidt zich met de adviezen die de chauffeur krijgt: die sluiten volledig aan op zijn of haar rijprofiel. De tegemoetkoming in de ontwikkelkosten via de stelde Dation in staat één fulltime ontwikkelaar extra aan te nemen. Klimaat en slim transport

20 Maatschappelijke uitdaging 06 Praktijkverhalen Tacx International ontwikkelde de virtual reality klimtrainer. Met deze trainer kun je rennend of fietsend een virtueel parcours afleggen. Vanaf de fiets of loopband zie je op een beeldscherm een zelfgekozen route, de bijbehorende omgeving en statistieken, zoals stijgingspercentages. Kies je voor fietsen, dan kun je zelf bepalen met welk verzet je fietst en de route aanpassen met bijvoorbeeld extra hellingen. De klimtrainer van Tacx onderscheidt zich door een speciale motor die grote vermogens aankan. De aandrijving functioneert niet met een vliegwiel, maar met hulp van elektronica en sensoren. Tacx vroeg octrooi aan en maakte bij de ontwikkeling gebruik van de. Gezondheid en welzijn

21 Maatschappelijke uitdaging 07 Praktijkverhalen Duurzame kinderwagens De kinderwagens en buggy s van Greentom zien er strak uit. Modern design, frisse kleuren. Maar ronduit revolutionair is de wijze waarop het Zuid-Limburgse bedrijf ze maakt, van 100% gebruikte kunststof. Het ontwerpproces leidde uiteindelijk tot een product met veel minder onderdelen: 48 in plaats van de pakweg 400 van concurrerende modellen. De assemblage duurt slechts 5 minuten. Door het beperkte aantal arbeidsuren kan het bedrijf dichtbij de afzetmarkt produceren. Greentom blijft ook in de toekomst innoveren. Zo denken ze aan het invoeren van een statiegeld systeem waarbij consumenten hun kinderwagen na gebruik weer kunnen inleveren. Greentom maakte bij de ontwikkeling gebruik van de. Klimaat en efficiënte grond- en hulpstoffen

22 08 Praktijkverhalen Champignonkwekerij t Voske heeft de ambitie om een energie- en klimaat neutrale paddenstoelen kwekerij te worden. Een belangrijke stap in deze richting is het benutten van de eigen afvalstoffen. In samenwerking met Vegatech en met steun van de ontwikkelt t Voske een kleinschalige gecombineerde verbrander-droog installatie voor de restproducten uit eigen teelt. Vernieuwend aan dit systeem is het gebruik van gesmolten zout in plaats van stoom als medium voor de warmteoverdracht. Dit proces is minder storingsgevoelig en levert een hoger rendement op. Daarnaast onderzoekt t Voske of ze ook de vrijgekomen CO 2 nuttig kunnen hergebruiken. Het innovatieve bedrijf ontvangt ook steun van de EIA, SDE, Topsector Energie (TSE) en Green Deals. Maatschappelijke uitdaging Efficiënte energievoorziening, bio-economie

Dit is een publicatie van: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Hanzelaan 310 8017 JK Zwolle Postbus 10073 8000 GB Zwolle T +31 (0)88 042 42 42 E klantcontact@rvo.nl www.rvo.nl/wbso Deze publicatie is tot stand gekomen in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland mei 2017 Publicatienummer: RVO-049-1701BR-INNO De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) stimuleert duurzaam, agrarisch, innovatief en internationaal ondernemen. Met subsidies, het vinden van zakenpartners, kennis en het voldoen aan wet- en regelgeving. RVO.nl werkt in opdracht van ministeries en de Europese Unie. RVO.nl is een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken. De is een regeling van het ministerie van Economische Zaken. RVO.nl is verantwoordelijk voor de uitvoering. Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samen - gesteld kan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten.