Standaard mogelijkheden van de IntelliStart 4. INTELLISTART 4 INSTALLATIE Op afstand starten voor automaten en handgeschakelde auto's tevens ook geschikt voor diesels Automatisch starten bij lage accu spanning (alleen automaat) Automatisch starten bijlage temperatuur. BIJGELEVERDE COMPONENTEN Een voorbedrade 12-pins connector Een voorbedrade 9-pins connector Een IntelliStart 4 Centrale Een garantie kaart Een gebruikers handleiding. Een zakje aansluitmateriaal Twee raamstickers IntelliStart 4/ De 12 pins connector PIN KLEUR Monteren aan 1 Zwart / Groen Monteren aan massa indien de auto een automaat is. 2 Paars / Wit Min puls nadat de auto met de hand zender gestart 3 Wit / Zwart Motorkap ingang (massa) 4 Wit / Paars Min puls voordat de auto wordt gestart 5 Rood Plus 12 V (5 amp.) 6 Blauw / Oranje Massa (-) als de auto met de hand zender gestart is 7 Zwart Massa (-) 8 Blauw / Zwart Negatief schakelend voorgloeilampje 9 Blauw / Geel Positief schakelend voorgloeilampje 10 Blauw / Groen Achteruit rijlicht 11 Blauw / Wit Remlicht 12 Zwart / Grijs Toerental (RPM) IntelliStart 4/ De 9 pins connector PIN Kleur Monteren aan 1 Oranje Accessoires draad 2 Rood Plus (+) accu 30 amp. Zekering 3 Oranje/Grijs 2e +15 (ontsteking) 4 Groen/Blauw +15 (onsteking) ontstekingszijde. 6 Grijs/Oranje Verwarming (2) 7 Wit/Blauw Startmotor/ Startmotor zijde 8 Rood Plus (+) accu 30 amp. Zekering 9 Grijs Verwarming/Airco De IntelliStart 4 centrale dient in het interieur van de auto gemonteerd te worden. De centrale dient met Tyraps goed vastgezet te worden. 1. Zoek een plaats onder het dashboard of onder een stoel waar genoeg ruimte is voor het plaatsen van de centrale. Bevestig de centrale nog niet definitief, wacht hiermee tot de hele installatie klaar is. 1
2
Remschakelaar Deze aansluiting is heel belangrijk voor het functioneren van de IntelliStart 4. Zet het contact op AAN, druk daarna het rempedaal in om te controleren of de remlichten werken. 1. Zoek de draad die + 12V geeft indien de rem wordt ingetrapt. Monteer hieraan de BLAUW/WITTE draad, zoals te zien is in het diagram op pagina 2 Aansluiting bij het contactslot De start aansluitingen Ontsteking 1. Zoek in de nabijheid van het contactslot de draad op die +12V geeft tijdens het starten maar ook bij draaiende startmotor en 0V indien het contact UIT staat. Het is mogelijk dat er TWEE draden gevonden worden met deze specificaties. Monteer de TWEEDE gevonden draad aan de tweede +15. 1. Start de auto, knip de gevonden draad door. De auto moet nu afslaan. 2. Monteer de WIT/BRUINE draad van de IntelliStart 4 aan die zijde van de draad die komt van het contactslot. 3. Monteer de GROEN/BLAUWE draad van de IntelliStart 4 aan de zijde van de draad die komt van de ontsteking. Startmotor De onderbreking (en aansturing) dient gemaakt te worden vlakbij het contactslot. Dit i.v.m. het aansturen van IntelliStart op deze draad. Houd goed in de gaten dat er een hoge stroom kan lopen door deze draad. Soldeer deze draad goed!!! 1. Zoek de draad die ALLEEN +12V geeft indien de startmotor draait. Knip deze door, de auto mag nu niet meer starten. 2. Monteer de WIT/GROENE draad van de IntelliStart 4 aan die zijde van de draad die komt van het contactslot. 3. Monteer de WIT/BLAUWE draad van de IntelliStart 4 aan die zijde van de draad die komt van de startmotor. Verwarming en Airco 1. Zet de schakelaar van de Verwarming/Airco in de AAN stand. Doe de sleutel in het contactslot en let op bij welke stand van de sleutel de Verwarming/Airco aangaat. 2. Zet het contact UIT. 3. Zoek de draad op die +12V geeft indien de Verwarming/Airco aangaat. 4. Knip deze draad door. 5. Start de auto. De Verwarming/Airco mag nu niet aangaan. 6. Monteer de GRIJZE draad van de IntelliStart 4 aan deze gevonden draad. Tweede +15 of Verwarming/Airco draad Steeds meer auto's zijn uitgerust met een tweede +15, of met een tweede draad voor Verwarming/Airco. Dit is om het vermogen te verdelen over twee draden in plaats van een. Indien dit het geval is moet de ORANJE/GRIJZE draad van de IntelliStart 4 met deze gevonden draad verbonden worden. 3
Accessoires. Bijna alle auto's hebben een draad bij het contactslot die de accessoires(radio, ramen enz.) van voeding voorzien. 1. Zet de radio aan en kijk d.m.v. de sleutel in het contact op welke stand de radio aangaat. 2. Zoek de draad op bij het contactslot die +12V geeft wanneer de radio aangaat. 3. Knip deze draad door. 4. Start de auto. De radio moet nu niet aangaan. 5. Monteer de ORANJE draad van de IntelliStart 4 aan deze gevonden draad. (zie pagina 2) Automatische versnelling Indien de auto is uitgevoerd met een automatische versnellingsbak moet de ZWART/GROENE draad aan massa worden gelegd zoals te zien is in het diagram. Monteer de ZWART/GROENE draad ALLEEN aan MASSA indien de auto is uitgerust met een automatische versnellingsbak. Een niet correcte montage kan ongelukken tot gevolg hebben. Koppeling indrukken om te starten (Amerikaanse modellen) Bij een Amerikaans type auto b.v. Dodge is het noodzakelijk dat het koppelingspedaal wordt ingetrapt indien men de auto wil starten. Als dit het geval is, dient de IntelliStart 4 op de volgende manier te worden aangesloten: 1. Zoek de twee draden op die komen van de schakelaar bij het koppelingspedaal. 2. Monteer de BLAUW/ORANJE draad zoals aangegeven in het onderstaande diagram. Achteruitrijlicht. 1. Controleer of de achteruit rijlampen gaan branden indien de auto in zijn achteruit wordt gezet. 2. Zoek de draad op (meestal bevindt deze zich in het kick panel) die +12V geeft indien de auto in zijn achteruit wordt gezet. 3. Monteer de BLAUW/GROENE draad aan deze gevonden draad (zie diagram op pagina 2). Remlichten Voor het correct werken van IntelliStart 4 MOET het remlicht worden aangesloten. Controleer ook of de remlichten gaan branden indien het rempedaal wordt ingedrukt. 1. Zet het contactslot op de AAN stand. Druk het rempedaal in en controleer of de remlichten werken. 2. Zoek de draad op die een MIN (massa) geeft indien het rempedaal NIET wordt ingedrukt en PLUS geeft indien de rem wordt ingedrukt. 3. Monteer de BLAUW/WITTE draad aan deze draad 4
Het uitschakelen van het af fabriek geïnstalleerde systeem. Bij de IntelliStart 4 zijn een aantal draden die het mogelijk maken het fabrieksalarm te omzeilen (uit te schakelen). Voor meer informatie over de auto waarin de IntelliStart 4 gemonteerd wordt, kunt u informatie opvragen en uitprinten op onze www.clifforddealer.com website, of bel onze Technische Support help desk, tel.nr. 020-4040919. 1. De BLAUW/ORANJE draad geeft een massa (-) indien de auto op afstand is gestart. Deze draad kan gebruikt worden om een extra relais aan te sturen voor een tweede +15, of b.v. om het fabrieksalarm uit te schakelen. 2. De WIT/PAARSE draad geeft een massa (-) puls juist voordat de auto op afstand wordt gestart. Deze draad kan gebruikt worden om het fabrieksalarm muit te schakelen, of om de deuren te openen/sluiten. 3. De PAARS/WITTE draad geeft een massa (-) puls nadat de auto op afstand is gestart. Deze draad kan gebruikt worden om b.v. de deuren te sluiten, indien de deuren geopend werden tijdens het starten. Diesel motoren Er zijn twee manieren om een diesel motor op afstand te starten. Er kan gebruik worden gemaakt van het voorgloei lampje, of er kan gebruik worden gemaakt van de ingebouwde timer die standaard op 20 seconden staat. Na die tijd zal de IntelliStart 4 de auto pas starten. Ingebouwde 20 seconden timer Gebruik de programmeer tabel verderop (kolom 2 rij 5) voor het omprogrammeren naar diesel motoren. Of maak gebruik van het Clifford Wizard Pro installatie programma om dit in te stellen. De Clifford Wizard Pro geeft tevens de mogelijkheid om een andere voorgloei tijd dan 20 seconden in te stellen. Voorgloei lampje LET OP!! Indien er gekozen wordt voor de ingebouwde timer, is dit artikel niet van toepassing. Controleer bij het lampje of deze PLUS (+) of MIN (-) schakelt. Indien het lampje PLUS schakelend is en daarna uitgaat, moet de BLAUW/GELE draad van de IntelliStart 4 aan deze gevonden draad gemonteerd worden. Indien het lampje MIN (-) schakelend is en daarna uitgaat, moet de BLAUW/ZWARTE draad van de IntelliStart 4 aan deze gevonden draad gemonteerd worden. Toerental (RPM) Het is noodzakelijk om het toerental (RPM) te programmeren op de IntelliStart 4. LAATSTE AANSLUITINGEN 1. Verbind de twee RODE draden van IntelliStart 4 ( 9 pins connector) met twee 30 amp. zekeringen aan de plus (+) pool van de accu, zie diagram. 2. Verbind de RODE draad van IntelliStart 4 (12 pins connector) met een 5 amp. zekering aan de plus (+) pool van de accu, zie diagram 3. Verbind de RODE draad van de IntelliStart 4 (12 pins connector) met een 30 amp. zekering aan de plus (+) pool van de accu, zie diagram 4. Gebruik voor het aansluiten aan de accu pool de bijgeleverde ringen. LET OP!! Test als eerste het alarm, voordat de accessoires worden getest. Verbind GEEN voedingsdraden bij elkaar zodat er maar 1 zekering gebruikt wordt. 5
Toerental (RPM) programmeren. LET OP!!! Het toerental dient pas geprogrammeerd te worden indien de complete IntelliStart IV is geïnstalleerd is. 1. Rij de auto naar buiten en laat deze een tijdje stationair draaien zodat de motor warm kan draaien. 2. Wanneer de motor op temperatuur is gekomen geeft men de code in. 3. Bij de éérste chirp (LED gaat branden) houd men de knop ingedrukt totdat de sirene 3 chirps geeft en men zich in de installer Tabel bevindt. 4. Kijk verder in de tabel van het ingebouwde systeem welke kolom en rij toerental programmeren staat, 5. Als het systeem 2 chirps geeft is het goede toperental geprogrammeerd. 6. Indien het systeem maar één chirp geeft dient de ZWART/GRIJZE draad gecontroleerd te worden. 7. Zet het contact uit. Testen van IntelliStart Controleer of de auto in zijn P (park) staat, dat de motorkap gesloten is en dat de handrem aangetrokken is. Test 1: Zend kanaal 5 met de handzender. De knipperlichten knipperen twee maal, en de auto start. OK, ga naar stap 2. De knipperlichten knipperen drie maal, controleer de ontstekingsdraden (+15). De knipperlichten knipperen vier maal, controleer de motorkapschakelaar. De knipperlichten knipperen vijf maal, controleer de remlichtschakelaar. De knipperlichten knipperen zes maal, controleer de achteruitrij schakelaar. Testen: Trap de rem in. De motor slaat af. OK, start de auto opnieuw d.m.v. de handzender. OK, ga door naar test 3. De motor blijft lopen. Controleer de aansluiting van de remlicht schakelaar. Test 4. Start de auto terwijl IntelliStart de auto heeft gestart. De startmotor mag niet rond draaien. Druk op het rempedaal en zet de motor af. Start de auto opnieuw d.m.v. de handzender. Test 5. Laat de motor lopen. Na 20 minuten zal de motor zelf afslaan. Indien IntelliStart niet functioneert zoals hierboven beschreven moeten alle aansluitingen gecontroleerd worden. Handgeschakelde auto's. Controleer of de auto in zijn vrij staat, dat de motorkap gesloten is en dat de handrem aangetrokken is. 1. Start de auto met de sleutel. 2. Trek de handrem aan. 3. Zet de verwarming / airco aan. 4. Zend het kanaal d.m.v. de handzender om de IntelliStart 4 te laten weten dat het om een handgeschakelde auto gaat.( Fabrieks instelling kanaal 11) 5. Haal de sleutel uit het contactslot, de motor blijft lopen. 6. Sluit alle deuren en zet de auto met de handzender op alarm, de motor slaat af. 7. Indien alle deuren gesloten blijven is het mogelijk om met de handzender de auto te starten. Indien er een deur wordt geopend of het alarm wordt geactiveerd zal het niet mogelijk zijn om d.m.v. de handzender de auto te starten. De administratie Het certificaat van de Installatie / Gebruikers handleiding / Werking. De gebruikers handleiding MOET persoonlijk aan de klant worden gegeven. 6