CAN-bus Cruisecontrol GC90c montagevoorschrift

Transcriptie

1 CAN-bus GC90c montagevoorschrift Vanaf software-versie F17.06D

2 1

3 Voorwoord Dit montagevoorschrift is geschreven voor installateurs met goede kennis van de hedendaagse voertuigtechniek en ervaring met het werken hier aan. De GC90c GoldCruise is een modulair product van John Gold International en is met de grootste zorg ontworpen en gefabriceerd. Lees de montagevoorschriften gebruikershandleidingen van alle toegepaste modules aandachtig door Laat na het inbouwen altijd de gebruikershandleiding (separaat geleverd bij de bediening) achter in het voertuig. In tekstkaders komt u onderstaande veiligheidsaanwijzingen tegen. i Tip: Dit symbool wordt gebruikt om de gebruiker suggesties en adviezen te geven om bepaalde taken gemakkelijker uit te voeren. Let op: Dit symbool wordt gebruikt bij een montageadvies. Het niet naleven van dit advies kan materiële schade veroorzaken aan het voertuig of product. Waarschuwing: Dit symbool wordt gebruikt bij een mogelijk gevaarlijke situatie. Bij een gevaarlijke situatie is er kans op verkeersonveilige situaties, zware of lichte verwondingen of materiële schade aan product, voertuig of milieu. 2

4 Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Inhoudsopgave Doel, opbouw en werking van de GC90c Doel van de GC90c Opbouw Werking Veiligheidsaanwijzingen Montage en aansluiting Monteren elektronica module (EM) Aansluitschema Aansluiten T-harness Aansluiten kabelboom Instellingen Inleiding instellingen inleren op het gaspedaal inleren op het snelheidssignaal Reactietijd versnellen Reactietijd vertragen Verhogen gevoeligheid Verlagen gevoeligheid Diagnose en storingen verhelpen Diagnose Diagnose Storing verhelpen Storing verhelpen Storing verhelpen Veel gestelde vragen (FAQ)

5 1 Doel, opbouw en werking van de GC90c 1.1 Doel van de GC90c Doel van de GC90c is het automatiseren van je snelheidsmanagement. 1.2 Opbouw De GC90c is onderdeel van een cruisecontrolpakket welke bestaat uit: universele componenten: elektronica module (EM); bediening (CM) (separaat te bestellen); universele kabelboom; algemeen montagevoorschrift; gebruikershandleiding CM (bij CM geleverd); montagevoorschrift CM (bij CM geleverd); koppelingschakelaar (optioneel) specifieke componenten: specifieke T-harness (separaat te bestellen); specifiek montagevoorschrift T-harness (bij T-harness geleverd). Afhankelijk van de modulaire leveringen of het voertuig, kunnen er meer/minder componenten van toepassing zijn, zie de prijslijst op: Werking De GC90c GoldCruise bestaat uit een compacte EM, die wordt geplaatst tussen het elektronisch gaspedaal en de motor-management-unit (MMU) van het voertuig. De EM manipuleert de MMU en regelt daardoor de relatie tussen de rijsnelheid en de gasklepstand c.q. de inspuitduur. Dit manipuleren gebeurt door de uitgaande signalen van het gaspedaal te variëren. Dit houdt in dat de signaalstructuren in de MMU absoluut niet worden aangetast. De GC90c GoldCruise of speedlimiter kan optimaal gebruik maken van het beschikbare voertuigvermogen, doordat in de GC90c het gaspedaal wordt ingeleerd. 4

6 2 Veiligheidsaanwijzingen Om de veiligheid te garanderen voldoet de GC90c aan de volgende keurmerken. Voor de GC90c gelden de volgende veiligheidsaanwijzingen, ook terug te vinden bij het betreffende item: Gebruik de GC90c uitsluitend voor het doel zoals omschreven in dit montagevoorschrift. De installateur van de GC90c dient op de hoogte te zijn van de techniek van hedendaagse auto s en ervaring te hebben met het werken hier aan. Onjuiste en/of onkundige montage, aansluiting, instelling en/of diagnose kan tot storingen leiden van het voertuig en/of de GC90c en indirect de verkeersveiligheid nadelig beïnvloeden. Verander of manipuleer een GC90c nooit. Veranderingen of technische manipulaties aan GoldCruise-producten kunnen de veiligheid ervan nadelig beïnvloeden. Informeer de klant altijd als er geen koppelingbeveiliging is gemonteerd. Wijs er op dat de GC90c niet zal uitschakelen bij het intrappen van het koppelingspedaal. John Gold International BV adviseert om altijd een koppelingsbeveiliging te monteren (indien van toepassing), waar deze beveiliging niet via de CANbus beschikbaar is. 5

7 Soldeer altijd de verbindingen en isoleer deze met vulkaniserend tape. Monteer de EM altijd op een plaats waar hitte, trillingen en vocht minimaal zijn zoals onder het dashboard. Neem altijd de min-klem van de accu los voordat u aan het voertuig gaat werken. Verlies van vluchtige gegevens is mogelijk (radio, boordcomputer, klok, enzovoort). Gebruik altijd een multimeter bij het meten aan het voertuig. Houd alle draden zo kort mogelijk. Gebruik een zekering van maximaal 3 Ampère. Doordat de GC90c merk/modelspecifiek wordt uitgeleverd is het niet nodig om het gaspedaal en snelheidsignaal in te leren. De GC90c functioneert direct na installatie. 6

8 3 Montage en aansluiting CAN-bus GC90c montagevoorschrift 3.1 Monteren elektronica module (EM) Monteer de EM altijd op een plaats waar hitte, trillingen en vocht minimaal zijn zoals onder het dashboard. Dus nooit in de motorruimte. In de inbouwset vindt u kabelbinders, dubbelzijdig tape en parkers die u hiervoor kunt gebruiken. Monteer de EM altijd op een plaats waar hitte, trillingen en vocht minimaal zijn zoals onder het dashboard. 7

9 3.2 Aansluitschema oranje voeding Elektronisch gaspedaal blauw CAN aansluiting Blauw/wit paars Koppeling* Groen/wit * Alleen noodzakelijk indien koppelingsignaal niet aanwezig is op de CAN-bus. 8

10 3.3 Aansluiten T-harness CAN-bus GC90c montagevoorschrift Neem altijd de min-klem van de accu los voordat u aan het voertuig gaat werken. Verlies van vluchtige gegevens is mogelijk (radio, boordcomputer, klok, enzovoort). Omdat de T-harness voertuigspecifiek is, wordt het als los component geleverd. Lees het bijbehorende montagevoorschrift aandachtig door. Sluit de T-harness als volgt aan: sluit de 8-polige zwarte stekker van de T-harness aan op de T-harnessaansluiting van de EM; neem de gaspedaal-stekker los en sluit deze aan op de T-harness; sluit de T-harness-stekker aan op het gaspedaal. 3.4 Aansluiten kabelboom Gebruik altijd een multimeter bij het meten aan het voertuig. Houd alle draden zo kort mogelijk. De GC90c wordt altijd merk/modelspecifiek uitgeleverd. Sluit de kabelboom aan volgens het bijgevoegde specifieke montagevoorschrift. Sluit de universele kabelboom als volgt aan: oranje aansluiten op de geschakelde voeding +12V, bij voorkeur direct achter draad het contactslot; blauwe draad aansluiten op de CAN high; (getwist) blauw/witte draad (getwist) 2-polige stekker aansluiten op de CAN low; Bij originele koppelingschakelaar: Sluit de paarse draad aan op de draad die massa wordt of wegvalt bij het intrappen van het koppelingspedaal, de groen/witte draad niet gebruiken. Of sluit de 2-polige stekker aan op de optionele koppelingsschakelaar. 9

11 Doordat de GC90c merk/modelspecifiek wordt uitgeleverd is het niet nodig om het gaspedaal en snelheidsignaal in te leren. De GC90c functioneert direct na installatie. i Sluit de min-klem weer aan en denk eraan om eventueel verloren gegane vluchtige gegevens (radio, boordcomputer, klok enzovoort) weer in te voeren. 10

12 4 Instellingen 4.1 Inleiding instellingen De volgende symbolen worden gebruikt voor de bediening: actie symbool functie i op neer duw trek SET /ACC RES/DEC AAN/UIT PAUZE/COAST De GC90c wordt merk/modelspecifiek uitgeleverd met zorgvuldig gekozen instellingen. Toch kan het voorkomen dat basisinstellingen afwijken van de benodigde instellingen. In dat geval is het mogelijk het gaspedaal en snelheidsignaal nog handmatig in te leren: zie 4.2 inleren op het gaspedaal; zie 4.3 inleren op het snelheidsignaal. Pas de reactietijd alleen aan als de cruisecontrol tijdens het inschakelen te agressief overneemt of eerst terugvalt: zie 4.4 Reactietijd versnellen; zie 4.5 Reactietijd vertragen. Pas de gevoeligheid alleen aan als de cruisecontrol tijdens het cruisen nerveus reageert of enigszins fluctueert in snelheid: zie 4.6 Verhogen gevoeligheid; zie 4.7 Verlagen gevoeligheid. 11

13 4.2 inleren op het gaspedaal Deze stap is niet van toepassing wanneer de GC90c is voorgeprogrammeerd, dit is te herkennen door de sticker op de zijkant van de EM. Voer onderstaand stappenplan uit om de GC90c in te leren op het gaspedaal. Doe stap 1 t/m 6 binnen 1 minuut! Stap Actie Bevestiging 1 Zet het contact uit en weer aan (niet starten!) 2 Zet de aan 2x lage piep 3 Houd de rem ingedrukt gedurende de volgende 2 stappen. 4 Bedien 4x 4x piep 5 Bedien 1x 1x piep 6 Laat de rem los 1x piep 7 Bedien 1x 1x piep 8 Trap het gaspedaal rustig naar volgas 9 Bedien 1x lage pulserende piep 10 Laat het gaspedaal weer los 11 Houd de rem ingedrukt en bedien 4x piepen stopt 1x lange piep 12 Laat de rem los. i Sommige gaspedalen zijn uitgerust met een volgas-schakelaar en hebben hierdoor in het volgas-gebied geen gelijkmatig signaal. Hierdoor kan het stappenplan falen. Wanneer bij stap 9 de piep hoog/laag pulseert is het inleren van het gaspedaal niet geslaagd. Herhaal dan het stappenplan maar trap het gaspedaal voor 95% in i.p.v. 100% 12

14 4.3 inleren op het snelheidssignaal Deze stap is niet van toepassing wanneer de GC90c is voorgeprogrammeerd, dit is te herkennen door de sticker op de zijkant van de EM. Voer onderstaand stappenplan uit om de GC90c in te leren op het snelheidssignaal. Doe stap 1 t/m 7 binnen 1 minuut! Stap Actie Bevestiging 1 Zet het contact uit en weer aan. 2 Start de motor. 3 Zet de aan 2x lage piep 4 Houd de rem ingedrukt gedurende de volgende 2 stappen. 5 Bedien 4x 4x piep 6 Bedien 2x 2x piep 7 Laat de rem los. 2x piep 8 Ga 72 km/h rijden en bedien 1x 9 Druk 1x op de rem. neemt over, 1x piep 2x piep, laat los 10 Ga op een veilige plek stil staan. 11 Houd de rem ingedrukt en bedien 4x 1x lange piep 12 Laat de rem los. i Doe de diagnosefunctie als de bij stap 8 niet overneemt. Zie hoofdstuk 5.0 Diagnose en storingen verhelpen. 13

15 4.4 Reactietijd versnellen Voer onderstaand stappenplan uit om de reactietijd te versnellen. Doe stap 1 t/m 7 binnen 1 minuut! Stap Actie Bevestiging 1 Zet het contact uit en weer aan. 2 Start de motor. 3 Zet de cruisecontrol aan 2x lage piep 4 Houd de rem ingedrukt gedurende de volgende stappen. 5 Bedien 4x 4x piep 6 Bedien 3x 3x piep 7 Laat de rem los. 3x piep 8 Ga minimaal 40 km/h rijden en bedien 1x neemt over Bedien tot u de piepsignalen hoort. 9 Bedien 1x de per stap stap Bedien 1x de per stap aantal x hoge piep lager piep hoger 10 Druk 1x op de rem. 11 Ga minimaal 40 km/h rijden en bedien 1x 3x piep, laat los neemt over (Bepaal het resultaat. Herhaal eventueel vanaf stap 9.) 12 Ga op een veilige plek stil staan. 13 houd de rem ingedrukt en bedien 4x 1x lange piep 14 Laat de rem los. 14

16 4.5 Reactietijd vertragen Voer onderstaand stappenplan uit om de reactietijd te vertragen. Doe stap 1 t/m 7 binnen 1 minuut! Stap Actie Bevestiging 1 Zet het contact uit en weer aan. 2 Start de motor. 3 Zet de cruisecontrol aan 2x lage piep 4 Houd de rem ingedrukt gedurende de volgende stappen. 5 Bedien 4x 4x piep 6 bedien 3x 3x piep 7 Laat de rem los. 3x piep 8 ga minimaal 40 km/h rijden en bedien 1x 9 Bedien Bedien 1x de per stap lager tot u de piepsignalen hoort. stap piep 10 Druk 1x op de rem. 11 Ga minimaal 40 km/h rijden en bedien 1x Bedien 1x de per stap hoger neemt over Aantal x lage piep 3x piep, laat los neemt over (Bepaal het resultaat. Herhaal eventueel vanaf stap 9.) 12 Ga op een veilige plek stil staan. 13 Houd de rem ingedrukt en bedien 4x 1x lange piep 14 Laat de rem los. 15

17 4.6 Verhogen gevoeligheid Voer onderstaand stappenplan uit om de gevoeligheid te verhogen. Doe stap 1 t/m 7 binnen 1 minuut! Stap Actie Bevestiging 1 Zet het contact uit en weer aan. 2 Start de motor. 3 Zet de aan 2x lage piep 4 Houd de rem ingedrukt gedurende de volgende stappen. 5 Bedien 4x 4x piep 6 Bedien 4x 4x piep 7 Laat de rem los. 4x piep 8 Ga minimaal 40 km/h rijden en bedien 1x neemt over Bedien tot u de piepsignalen hoort. 9 Bedien 1x de per stap stap Bedien 1x de per stap Aantal x hoge piep lager piep hoger 10 Druk 1x op de rem. 11 Ga minimaal 40 km/h rijden en bedien 1x 4x piep, laat los Neemt over (Bepaal het resultaat. Herhaal eventueel vanaf stap 9.) 12 Ga op een veilige plek stil staan. 13 Houd de rem ingedrukt en bedien 4x 1x lange piep 14 Laat de rem los. 16

18 4.7 Verlagen gevoeligheid Voer onderstaand stappenplan uit om de gevoeligheid te verlagen. Doe stap 1 t/m 7 binnen 1 minuut! Stap Actie Bevestiging 1 Zet het contact uit en weer aan. 2 Start de motor. 3 Zet de cruisecontrol aan. 2x lage piep 4 Houd de rem ingedrukt gedurende de volgende stappen. 5 Bedien 4x 4x piep 6 Bedien 4x 4x piep 7 Laat de rem los. 4x piep 8 Ga minimaal 40 km/h rijden en bedien 1x 9 Bedien tot u de piepsignalen hoort. Bedien 1x de per stap lager stap piep 10 Druk 1x op de rem. 11 Ga minimaal 40 km/h rijden en bedien 1x Bedien 1x de per stap hoger Neemt over Aantal x lage piep 4x piep, laat los neemt over (Bepaal het resultaat. Herhaal eventueel vanaf stap 9.) 12 Ga op een veilige plek stil staan. 13 Houd de rem ingedrukt en bedien 4x 1x lange piep 14 Laat de rem los. 17

19 5 Diagnose en storingen verhelpen 5.1 Diagnose 1 CM bediening, remlichtaansluiting, koppelingsaansluiting Stap Actie Bevestiging 1 Zet het contact helemaal uit 2 Bedien en houd vast. 3 Zet het contact aan en wacht op piepsignaal Piep pulserend 4 Laat los. 5 Zet de aan 6 Bedien 1x piep en CM-LED wordt groen 1x piep en CM-LED wordt oranje (Werkt niet: ga naar 5.3 Storingen verhelpen 1). 7 Trap kort op de rem. 1x piep en CM-LED wordt groen (Werkt niet: ga naar 5.5 Storingen verhelpen 3) 8 Bedien 1x piep en CM-LED wordt oranje 9 10 (Werkt niet: ga naar 5.3 Storingen verhelpen 1) Trap op de koppeling (alleen bij koppelingsbeveiliging) (werkt niet: controleer de aansluiting, zie 3.4 Aansluiten kabelboom) òf bedien II. (Werkt niet: ga naar 5.4 Storingen verhelpen 2) òf trap op de rem (Werkt niet: ga naar 5.5 Storingen verhelpen 3) Ga, als alles goed werkt, naar 5.2 Diagnose 2: gaspedaalaansturing, Snelheidssignaal. 1x piep en CM-LED wordt groen 11 Zet het contact volledig uit om de diagnose te verlaten 18

20 5.2 Diagnose 2 Gaspedaalaansturing, snelheidssignaal CAN-bus GC90c montagevoorschrift Stap Actie Bevestiging 1 Trek de handrem aan en zet de versnelling in neutraal. 2 Zet het contact helemaal uit. 3 Bedien en houd vast. 4 Start de motor en wacht op piepsignaal. Piep pulserend 5 Laat los. 6 Zet de aan 7 8 Bedien en houd vast tot motortoerental oploopt. Laat de CM los en wacht even. Het motortoerental moet nu constant blijven. (Werkt niet: Leer het gaspedaal opnieuw in. Zie 4.2 inleren op het gaspedaal) Bedien loopt. en houd vast tot motortoerental terug 1x piep en CM-LED wordt groen CM-LED wordt oranje, piep pulserend Piep pulserend (Werkt niet: ga naar 5.4 Storingen verhelpen 2) 9 Trap op de rem. Naar stationair motortoerental en CM-LED wordt groen 10 (Werkt niet: ga naar 5.5 Storingen verhelpen 3) ga in diagnose minimaal 30 km/h rijden (Werkt niet: controleer de CAN-bus aansluiting, zie 3.4 Aansluiten kabelboom) EM-LED knippert groen + piep pulserend 11 Zet het contact volledig uit om de diagnose te verlaten. 19

21 5.3 Storing verhelpen 1 Stap Actie Bevestiging 1 Bedien (Werkt niet: ga naar 5.4 Storingen verhelpen 2) 2 3 Bedien (Werkt niet: ga naar 5.4 Storingen verhelpen 2) Controleer of de voeding +12V correct is Aangesloten, zie 3.4 Aansluiten kabelboom EM-LED word rood, + lage piep EM-LED rood + lage piep 4 Ga door met 5.4 Storingen verhelpen Storing verhelpen 2 Stap Actie Bevestiging 1 Controleer of de draden van de stekker naar de CM kleur bij kleur zitten en goed vast zitten in de stekker. 2 Controleer of de CM op ON staat CM-LED is groen 3 Controleer de voeding- en de massa-aansluiting. 4 Trap op de rem. EM-LED oranje + lage pieptoon (Werkt niet: ga naar 5.5 Storingen verhelpen 3) 5.5 Storing verhelpen 3 Stap 1 2 Actie Controleer of de getwiste blauwe en blauw/witte draad juist op de CAN-bus zijn aangesloten. Zie 3.4 Aansluiten kabelboom. Controleer of de EM is geprogrammeerd voor het betreffende voertuig (dit wordt weergegeven met de sticker op de zijkant van de EM). 3 Neem contact op met John Gold International als de storing niet is verholpen. 20

22 6 Veel gestelde vragen (FAQ) CAN-bus GC90c montagevoorschrift Vragen De gaat piepen tijdens de proefrit of bij het inleren van het snelheidssignaal. De valt ver terug tijdens de proefrit. De neemt wel over bij het inleren van het snelheidssignaal, maar bij het maken van de proefrit werkt de niet. Het voertuig gaat in noodloop en/of het motorstoringslampje brandt. Antwoorden Het gaspedaal is niet of onjuist ingeleerd. Leer het gaspedaal opnieuw in. Zie 4.2 inleren het gaspedaal. 1. Het gaspedaal is onjuist ingeleerd. Leer het gaspedaal opnieuw in. Zie 4.2 inleren het gaspedaal. 2. De gevoeligheid staat te laag ingesteld. Verhoog de gevoeligheid. Zie 4.6 Verhogen gevoeligheid. De cruisecontrol is niet aangesloten op de juiste CAN-bus draden of de cruisecontrol is niet juist geprogrammeerd. Voer de zelfdiagnose uit ter bevestiging. Zie 5.1 Diagnose 1. Een van de stekkers van de T-harness is losgenomen terwijl het contact aan stond of vlak daarna. Reset de storing met de voertuigdiagnose-apparatuur volgens de instructies bij het voertuig. 21

23 22

24 John Gold International BV Postbus 1603, 1300 BP Almere Kweekgrasstraat 40, 1313 BT Almere Sales: T: +31(0) F: +31(0) Technisch Support: T: +31(0) F: +31(0) John Gold International BV S.E. & O Kopiëren of doorgeven van (onderdelen van) dit montagevoorschrift mag uitsluitend geschieden met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van John Gold International BV Versie: 0412 Geprint op 100% gerecycled papier. 23