Stimulering Particulier Natuurbeheer in de Ecologische Hoofdstructuur

Vergelijkbare documenten
HOLLAND GWM Lid Gedeputeerde Staten. J.L. Evertse. leden van de Statencie Groen, Water en Milieu

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007

Daarnaast zijn er subsidies voor het versterken van de landschapskwaliteit binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de Nationale Landschappen.

Restant taakstelling verwerving Totaal te realiseren Particulier natuurbeheer *) Te realiseren Agrarisch natuurbeheer

*PDOC01/273777* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

Faciliteren realisatie nieuwe natuur in Groningen door particulieren.

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen.

Uitwerking realisatiestrategiekaart Ecologische Hoofdstructuur; omslag van minder verwerving naar meer beheer.

Partij voor de Dieren Mevrouw Dr. B.E.J.M. Verstappen Bolakker EH HILVARENBEEK

Nr. 18 Brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur

De instrumentenkoffer. Mogelijkheden om natuurdoelen in te passen in uw bedrijfsvoering

De instrumentenkoffer. Mogelijkheden om natuurdoelen in te passen in uw bedrijfsvorming

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Actuele ontwikkelingen in het provinciale natuurbeleid. Heine van Maar Provincie Noord-Brabant 21 maart 2013

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Evaluatie particulier natuurbeheer Provincie Utrecht

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

NIEUWSBRIEF. Nieuwe aanpak Noordrand Krimpenerwaard: Ruimte voor ondernemen. Oktober Partijen in de Krimpenerwaard en de provincie

Kwaliteitsimpuls voor natuur en landschap. Subsidie voor investering en functieverandering

Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit en Leefgebieden

Raamovereenkomst Plattelandsontwikkeling Drenthe

Provinciaal blad 2009, 49

Grondbeleid EHS. Provincie Zuid-Holland. Onderzoeksopzet

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

Natuurmeting op Kaart. Peildatum De voortgang van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS); verwerving, inrichting en beheer

1 Natuur in de Krimpenerwaard

PAS en grondbezit. Welke gevolgen heeft de PAS voor u als grondeigenaar?

Deze documenten treft u aan als bijlage bij de Statenbrief. Wij lichten de Bestuursovereenkomst grond toe in een separate toelichting.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Definities Voortgangsrapportages Natuur

BESTUURSOVEREENKOMST GROND. EZ Provincies

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/57

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?

Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht Invulling regionaal maatwerk

Subsidiestelsel Natuur en Landschap

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS

Realisatie Natuurnetwerk - verwerving en inrichting,

Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 16 juni 2009 Nummer voorstel: 2009/81

Hoe kunnen we particulier en agrarisch natuurbeheer verder stimuleren in de provincie Utrecht?

Groengebied Amstelland AB Agendapunt 9 eerder door het bestuur behandelde notities over rol en positie GGA BIJLAGE 1 DISCUSSIENOTITIE

PS2009RGW20 Bijlage 6 Grondverwerving

Geef de particulier de ruimte! Pleidooi voor een sterke rol van de particuliere eigenaar bij de uitvoering van het beleid voor natuur en landschap

Nieuwe landgoederen Nederland

GWM SEP Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum 2 3, SEP.? Geheim 29 september 2009 Nee

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Algemene beleidsdoelstelling. Omvang van de ambities


De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 1 De Uitvoeringsregeling Natuur- en Landschapsbeheer Noord-Holland (SVNL) wordt als volgt gewijzigd: A

Provinciale Staten van Noord-Holland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gebiedsplan Natuur en Landschap Gelderland

Financiering van het gezamenlijke voorstel voor de herijking EHS in het Reggegebied

Inleiding. Uitgangspunten Groenblauw Stimuleringskader. Aanleiding stimuleringskader. Provinciale stimuleringsregeling buiten de EHS

MKBA van de EHS Een institutioneel-economische analyse

Programma van Eisen - Beheerplannen

Taakstelling, realisatie en restanttaakstelling van Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en Recreatie om de Stad (RodS) per 1/1/2007

Op wegen en paden De openstelling van natuur in Nederland

Natuurbeheerplan Zeeland 2016 Ontwerp planwijziging natuurgebieden Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 16 mei 2017

Subsidieregeling Groen Blauw Stimuleringskader Uitvoeringsprogramma Brabantse Delta e.o.

Natuurmeting op Kaart. Peildatum De voortgang van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS); verwerving, inrichting en beheer

ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016

Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018

Natuurmeting op kaart

Grondverwerving, inrichting en beheerregelingen: taakstellingen en voortgang; achtergrondinformatie

Natuurbeleid in Zuid-Holland

SML Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht

Onderwerp Zevende wijzigingsregeling Investeringsreglement Groen Ontwikkelfonds Brabant BV

Notitie Beheer en eigendom van natuur

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt :

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2010/72

Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering

Ambitieverklaring. Tussen Kagerplassen en Oude Rijn

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten,

Leden van Provinciate Staten

Kadernota integraal grondbeleid Gemeente Sint Anthonis 2014

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Programma van Eisen kwaliteitshandboek Natuurbeheer

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Wat is de Ecologische Hoofdstructuur?

Gelet op artikel 2 van de Uitvoeringsregeling Kwaliteitsimpuls natuur en landschap Noord- Holland;

Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over verlaging storting reserve groen

Natuurmeting op Kaart. Peildatum De voortgang van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS); verwerving, inrichting en beheer

Verzoek wijziging bestemmingsplan

Startnotitie. Grondbeleid provincie Noord Brabant. 1 Inleiding. 1.1 Grondbeleid

Natuurbeheerplan Zeeland Planwijziging Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 27 september 2011

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Gelet op artikel 1.2 van de Uitvoeringsregeling Natuur- en Landschapsbeheer Noord- Holland;

Memo. Geachte leden van Provinciale Staten.

Provinciale aanpak van grondverwerving in Gelderland

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart

Onderstaand de belangrijkste onderlinge relaties en geformuleerde uitgangspunten bij verdere uitwerking:

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan het lid van Provinciale Staten, mevrouw A. Hazekamp

Transcriptie:

Stimulering Particulier Natuurbeheer in de Ecologische Hoofdstructuur Ontwerp vastgesteld in GS dd. 26-02-2008

Inhoudsopgave 1. Rijks- en provinciaal beleid m.b.t. natuurontwikkeling... 3 1.1. Rijksbeleid... 3 1.2. Beleid Provincie Noord-Brabant... 4 1.2.1. Natuurgebiedsplannen... 4 1.2.2. Programmatische aanpak... 5 2. Onderzoeksresultaten: kansen en knelpunten... 6 2.1. Procedures, informatie en kennis... 6 2.2. Uitvoeringsinstrumentarium... 7 3. Mogelijkheden voor stimuleren van het particuliere natuurbeheer... 9 4. Conclusie... 11 Bijlage I: Analyse van de maatregelen... 16 Bijlage II: Actielijst Stimulering Particulier Natuurbeheer... 22 1/1

Inleiding Sinds 1990 voert de Nederlandse overheid een beleid dat zich richt op het realiseren van een samenhangende structuur van natuurgebieden: de Ecologische hoofdstructuur (EHS). Vanuit het Rijk is het streven om in 2018 de EHS volledig gerealiseerd te hebben. Een belangrijk onderdeel van het EHS-beleid is het ontwikkelen van nieuwe natuur door landbouwgrond een natuurfunctie te geven. Aanvankelijk was het de bedoeling dat de overheid deze grond zou verwerven maar daar is de afgelopen tien jaar verandering in gekomen. Sinds 2002 vindt er een omslag plaats in het natuurbeleid. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van het inzetten van grote natuurterreinbeheerders naar meer particulieren en agrariërs. Vervolgens is in 2005 het Beleidskader omslag van minder verwerving naar meer beheer gepubliceerd. Het doel is een groter aandeel particulier natuurbeheer bij de nog aan te leggen nieuwe natuurgebieden in de EHS. Daarbij vindt geen grondaankoop plaats. Bij particulier natuurbeheer zetten grondeigenaren de grond met de functie landbouw om in grond met de functie natuur. Voor de waardedaling van de grond en het te voeren beheer ontvangen de eigenaren financiële vergoedingen. Particulier natuurbeheer is een subsidieregeling binnen het Programma Beheer. Particulier natuurbeheer kan zowel door agrariërs als landgoedeigenaren of andere particuliere grondeigenaren in de EHS worden uitgevoerd. In deze notitie wordt stilgestaan bij de mogelijkheden voor de realisatie van de EHS door particulier natuurbeheer. Allereerst wordt nader ingegaan op het Rijks- en provinciaal beleid aangaande particulier natuurbeheer. Vervolgens worden in paragraaf 3 de bevindingen weergegeven uit verschillende onderzoeken die zijn uitgevoerd naar de kansen en knelpunten van particulier natuurbeheer. In paragraaf 4 worden voorstellen beschreven waarmee het particuliere natuurbeheer mogelijk beter van de grond komt. Tot slot wordt de notitie in paragraaf 5 afgesloten met een conclusie. 2 /2

1. Rijks- en provinciaal beleid m.b.t. natuurontwikkeling 1.1. Rijksbeleid In het Beleidskader omslag van minder verwerving naar meer beheer zijn afspraken vastgelegd tussen het Rijk en de provincies over de realisatie van de omslag. Het beleidskader stelt hiervoor duidelijke uitgangspunten en biedt daarbinnen provincies de ruimte de omslag uit te werken. Op basis van de landelijke ambitie zijn de provinciale arealen berekend. Voor de provincie Noord- Brabant geldt een taakstelling van in totaal 5.800 ha door particulieren te realiseren nieuwe natuur. Hierbij zijn de randvoorwaarden dat, ten opzichte van verwerving, zowel de kosten gelijk blijven als ook dezelfde natuurkwaliteit wordt bereikt. De gewenste natuurkwaliteit staat dus voorop. De beheersstrategie is afgeleid van de natuurdoelen. Naarmate de natuurdoelen grootschaliger en kwetsbaardere natuur betreffen, nemen de eisen aan inrichting en beheer toe. Bij bepaalde natuurdoelen volstaat individueel beheer op perceelsniveau (zoals bloemrijk grasland, reservaatsakker, multifunctioneel bos), terwijl andere natuurdoelen het noodzakelijk maken dat inrichting en beheer voor een heel gebied zijn afgestemd of zelfs in één hand zijn gelegd (zoals nat schraalland, ven en duinplas, beken en natte heide). Op 1 januari 2007 is met het Investeringsbudget Landelijk gebied (ILG), een belangrijke stap gezet in de decentralisatie van Rijkstaken naar provincies. Hierdoor is sprake van een verandering in de rol van het Rijk. Het Rijk blijft verantwoordelijk voor de financiering van het beheer van de natuurgebieden van Staatsbosbeheer. De provincies hebben de regie gekregen over de uitvoering van het natuurbeleid en overleggen hierover met de beheerorganisaties, waaronder Staatsbosbeheer. Een belangrijk financieel instrument bij de omvorming van landbouwgrond naar natuur, is de Subsidieregeling Natuurbeheer (SN). Deze subsidieregeling biedt particulieren financiële ondersteuning bij de ontwikkeling en instandhouding van bos- en natuurterreinen. Als sprake is van functiewijziging zoals het permanent omzetten van landbouwgrond in natuur, wordt de waardedaling vergoed. Over deze subsidie hoeft geen inkomstenbelasting te worden betaald. De beheersvergoeding is afhankelijk van het te voeren beheer. Met het in werking treden van de wet ILG ligt de uitvoering van de regeling SN niet meer bij de landelijke overheid maar bij de provincie. Daarom is nu sprake van PSN ( Provinciale Subsidieregeling Natuurbeheer). In het kader van Omvorming Programma Beheer wordt momenteel een andere vorm van financiering onderzocht, waarin voor regulier beheer langjarige en eenvoudige contractfinanciering wordt voorgesteld. Voor gebieden waar nog kwaliteitsverhoging dient plaats te vinden of waarvan de inrichting nog niet compleet is (zogenaamde maatwerk) vindt dan de financiering plaats via een regionaal beheerprogramma. Beide programma s bieden ruimte voor particulier natuurbeheer. Ook landelijk is geconstateerd dat de deelname van particuliere grondeigenaren sterk achterblijft en onvoldoende is om de beoogde hectares nieuwe natuur tijdig te realiseren. Er zijn grote verschillen in realisatie van de hectare taakstelling tussen de provincies. In Noord-Holland is nu een kwart van de taakstelling gerealiseerd, terwijl Groningen, Zuid-Holland en Zeeland een realisatie van 5% of lager hebben. Noord-Brabant zit daar dus net iets boven (6%). De minister van LNV heeft aangegeven dat ze, binnen de landelijke kaders, de provincies ruimte wil bieden om flexibel om te gaan met de provinciale taakstellingen (Brief aan de voorzitter van de 2e kamer van Directie Natuur, 12 oktober 2007, pag. 8). Ze houdt vooralsnog vast aan de hoge ambities. De periode van uitvoering van de omslag is nog te kort om tot een aanpassing van de taakstelling te besluiten. Mocht de komende jaren geen substantiële versnelling in het tempo van het realiseren van de taakstelling optreden, dan zal de totale ambitie voor particulier natuurbeheer 3 /3

bij de Mid-Term Review van het ILG (2009) alsnog heroverwogen worden. Vanuit het Rijk is bepaald dat percelen die in opdracht van Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) zijn verworven, de eerste zes maanden kunnen worden aangeboden aan particulieren. Bij gebrek aan belangstelling bij particulieren worden deze gronden na zes maanden doorgeleverd aan een terreinbeherende organisatie. 1.2. Beleid Provincie Noord-Brabant De provincie Noord-Brabant acht een intensivering van het natuurbeleid in haar provincie noodzakelijk. Dit vanuit het besef dat natuur en landschap een essentiële bijdrage leveren aan een leefbare en duurzame Brabantse samenleving. De realisatie van de EHS is dan ook erg belangrijk. In het Bestuursakkoord van de provincie Noord-Brabant 2007-2011 Vertrouwen in Brabant, wordt nadrukkelijk belang gehecht aan de inrichting van de EHS, om zodoende de diversiteit aan soorten in flora en fauna weer terug te brengen. In tegenstelling tot de landelijke doelen om de EHS voor 2018 gerealiseerd te hebben, heeft de Provincie Noord-Brabant haar beleid gericht op de realisatie voor 2012. Deze voorgenomen versnelling van aankoop en inrichting, waar particulier natuurbeheer ook deel van uitmaakt, blijft dan ook de komende bestuursperiode prioritair. Uit het onderzoek blijkt dat de EHS in Brabant uit ecologisch oogpunt goed is begrensd en bijdraagt aan het behoud van de biodiversiteit in Brabant: 93,4% van de EHS draagt bij aan (inter)nationale en provinciale doelstellingen m.b.t. biodiversiteit en nog eens 5,7% draagt alleen bij aan de provinciale doelstellingen (van deze laatste 5,7% is 2,9 % gekoppeld aan de doelstellingen m.b.t. de ecologische verbindingszones; 2,8% aan overige provinciale doelen m.b.t. natuur en landschap). Dit geldt zowel voor de bestaande natuur als de nieuw te realiseren natuur. Slechts een klein deel van de EHS (0,9%, komt overeen met ca 1.300 ha) scoort op basis van het gehanteerde onderzoeksmodel niet goed. Het draagvlak voor de begrenzing van de EHS in Brabant scoort ook heel positief. 1.2.1. Natuurgebiedsplannen De ontwikkeling van nieuwe natuur die tot stand komt door natuur- of landschapswaarden te ontwikkelen op (voormalige) landbouwgronden of aanwezige natuur in bestaande bos- en/of natuurterreinen in te richten naar andere natuur, wordt weergegeven in een natuurgebiedsplan. De provincie Noord-Brabant heeft één natuurgebiedsplan opgesteld waarin de doelstellingen aangaande natuur en landschap nader zijn beschreven. Onderscheid is gemaakt tussen enerzijds nieuwe natuurgebieden waar uitsluitend verwerving mogelijk is door of voor de terreinbeherende instanties en anderzijds bestaande en nieuwe natuurgebieden waar naast verwerving ook particulier natuurbeheer mogelijk is. In het natuurgebiedsplan zijn de criteria beschreven voor het al dan niet openstellen van de gronden voor particulier natuurbeheer. In Noord-Brabant zijn 12.700 ha aangewezen waar particulier natuurbeheer en verwerving mogelijk is. Hiervan is een 4.800 ha verworven en doorgeleverd aan de Terrein Beherende Organisaties (TBO). Binnen de categorie alleen verwerving mogelijk is van het beschikbare areaal van 8.600 ha al 3.600 ha verworven. Het doel is dat 40% via particulier natuurbeheer gerealiseerd wordt. Op dit moment is slechts 6% van het totaal te verwerven areaal particulier natuurbeheer gerealiseerd. De vraag rijst dan ook of de taakstelling tijdig gehaald kan worden. De provincie Noord-Brabant gebruikt ecologische randvoorwaarden voor het bepalen van gebieden voor verwerving of particulier natuurbeheer. Deze randvoorwaarden vergroten de kans op het bereiken van de gewenste natuurkwaliteit. De provincie Noord Brabant heeft vastgesteld (2001) dat gebieden die niet in aanmerking komen voor particulier beheer, voornamelijk gebieden zijn waarvoor bijzondere natuurdoeltypen zijn vastgesteld, die een zeer lange ontwikkelingstijd 4 /4

vergen, die een samenhangend hydrologisch beheer vragen en/of die (inter)nationaal en provinciaal zeldzaam zijn. De keuze is dus afgeleid van de natuurdoelen. 1.2.2. Programmatische aanpak Voor het realiseren van de EHS is het beschikken over de juiste grondposities (ligging, omvang) cruciaal. Binnen de EHS heeft het realiseren van natte natuurparels, de natte delen met actuele en potentiële waardevolle waarden, de hoogste prioriteit. Via een programmatische aanpak wil de provincie de grondverwerving verbeteren. De tot nu toe gebruikelijke strategie voor grondverwerving (aanbodgestuurd) is namelijk niet meer toereikend om het gewenste uitvoeringstempo te realiseren. Via een programmatische aanpak in de vorm van aankoopplannen per gebied wil de provincie Noord-Brabant de uitvoering van de reconstructie- en gebiedsplannen aanjagen. Het aankoopplan beschrijft voor een bepaald gebied welke gronden nodig zijn om de doelstellingen voor natuur, water en landbouw te kunnen realiseren. Ook geeft het aankoopplan aan welke financiële arrangementen beschikbaar zijn om de gronden te kopen. In het aankoopplan staat ook wat de zogenaamde prioritaire gebieden zijn. Dit zijn gebieden waar het noodzakelijk is om op korte termijn alle percelen beschikbaar te krijgen voor natuur- en waterdoelen (EHS). Voor de natte natuurparels is dat als eerste in gang gezet. In 2007 zijn voor 31 gebieden Brabantbreed de aankoopplannen opgesteld, 22 plannen zijn inmiddels vastgesteld en komen in uitvoering. Binnen de aankoopplannen wordt de strategie gehanteerd dat er één organisatie (DLG, terreinbeheerder, waterschap of de provincie) namens alle andere partijen de grondverwerving uitvoert. De grondeigenaren worden actief benaderd om te bezien of ze in staat en bereid zijn om op eigen grond de in de plannen vastgestelde natuurdoeltypen te realiseren. Mocht de grondeigenaar dat niet willen of kunnen, dan wordt het proces van grondverwerving in gang gezet. In de provincie Noord Brabant overleggen de provincie, Brabants Particulier Grondbezit(BPG), DLG en de terreinbeherende instanties één maal per jaar over het doorleveren van verworven gronden door BBL. 5 /5

2. Onderzoeksresultaten: kansen en knelpunten In 2007 zijn diverse onderzoeken uitgevoerd naar het instrument particulier natuurbeheer. De voor de provincie Noord-Brabant belangrijkste onderzoeken met hun conclusies en aanbevelingen komen in deze paragraaf aan bod. Het betreft: Kansen voor particulier natuurbeheer in Brabant 1(Brabants Particulier Grondbezit en Brabants Landschap, mei 2007, in opdracht van de provincie Noord-Brabant), Particulier Natuurbeheer: een kansrijke onderneming! SBNL, juni 2007 en Van verkoop naar Beheer (Milieu- en Natuurplanbureau, juni 2007, opdrachtgever ministerie LNV). Van belang is verder ook nog de brief van de Minister LNV waarin een evaluatie wordt gegeven van de effectiviteit van het EHS-beleid 2, en ook ingaat op het particulier natuurbeheer (Directie Natuur dd. 12 oktober 2007). Al deze onderzoeken zijn uitgevoerd omdat de realisatie van de taakstelling van het particuliere natuurbeheer achterblijft. Uit de onderzoeken blijkt ook dat particulier natuurbeheer kansen biedt om nieuwe natuur aan te leggen en daarmee bij te dragen aan de realisatie van de EHS. Hoe komt dat nou? Uit alle drie de onderzoeken komt het beeld naar voren dat globaal sprake is van financiële knelpunten en knelpunten aangaande procedures, informatie en kennis. Beide groepen knelpunten zullen we hier bespreken aan de hand van de uitkomsten van de onderzoeken. 2.1. Procedures, informatie en kennis Geconstateerd is dat de optie particulier natuurbeheer soms niet serieus is onderzocht. Potentiële omvormers worden onvoldoende geïnformeerd door betrokken instanties, die vervolgens zelf ook niet alle kennis in huis hebben. Veel kennis en informatie zijn verspreid te vinden bij verschillende instanties. De drie onderzoeken hebben duidelijk gemaakt dat er veel behoefte aan communicatie bestaat. Daarbij dient het accent te verschuiven van grootschalige groepsvoorlichting naar meer kleinschalige bijeenkomsten. Bij de uitvoering hiervan is provinciaal en gebiedsgericht maatwerk gewenst. Verder hebben de onderzoeken aangetoond dat, met name om economische redenen, nog een groot aantal mensen eventueel bereid is tot omvorming. Het betreft vooral landgoedeigenaren die gronden willen inbrengen die geen deel uitmaken van de EHS. Agrarische grond is daardoor op veel landgoederen niet opengesteld voor particulier natuurbeheer. Dit knelpunt is nog niet opgepakt. Ook ontbreekt vooralsnog een goede informatievoorziening richting deze doelgroep, terwijl zij een grote interesse hebben om deel te nemen. 1 Een aantal partijen, inclusief de provincie Noord-Brabant, die betrokken zijn bij de realisatie van de EHS, hebben op 30 juni 2006 een intentieverklaring ondertekend. In deze verklaring spreken de partijen de intentie uit om maatregelen te treffen die leiden tot een versnelling van de groei van het areaal particulier natuurbeheer binnen de EHS in Brabant. In dit kader is onderzoek uitgevoerd naar de kansen en knelpunten voor particulier natuurbeheer. De uitkomsten van dit onderzoek Kansen voor particulier natuurbeheer in Brabant worden in deze notitie besproken en vormen een eerste aanzet voor een, nog nader op te stellen, provinciaal stimuleringskader particulier natuurbeheer. 2 Het Milieu- en Natuurplanbureau is in 2005 gevraagd om de effectiviteit van het EHS-beleid te evalueren. Dit heeft geresulteerd in twee rapporten van het MNP, respectievelijk de Ecologische evaluatie regelingen natuurbeheer` en de evaluatie Van aankoop naar beheer. Dit laatste rapport wordt in deze notitie ook besproken. 6 /6

De minister geeft in haar reactie op het rapport van Milieu, Natuur en Planbureau (Directie Natuur, 12 oktober pag. 7) aan, dat zij geen voorstander is van het vooraf uitsluiten van bepaalde groepen beheerders voor een bepaald type beheer, zoals in het onderzoek van MNP wordt gesuggereerd. De minister is optimistisch over het bevorderen van de bereidheid bij de landgoedeigenaren. Zij verwacht de komende jaren een hogere deelname door een actieve benadering van de doelgroep en de inzet van provincies voor de gebiedsgerichte aanpak, een flexibeler inzet van flankerende instrumenten (bijv. inzet van ruilgronden) en het beter benutten van kansen. Verder ziet zij ruimte om de doelgroep verder te verbreden (zoals vermogende particulieren, institutionele beleggers, grote bedrijven), waarbij wordt verwezen naar de belangstelling voor het stichten van nieuwe landgoederen. Een ander knelpunt is dat begrensden 3 vaak niet op de hoogte zijn van het feit dat zij voor particulier natuurbeheer in aanmerking komen. Een actieve benadering (werving) van potentiële omvormers vindt niet plaats. Het benaderen van dit deel van de doelgroep door het geven van gerichte relevante informatie in het veld, kan bijdragen aan een verdere ontwikkeling van particulier natuurbeheer. De grondeigenaren ervaren de bestaande regelgeving en procedure voor particulier natuurbeheer als complex en omslachtig. Er is behoefte aan een heldere procedure waar men elkaar wederzijds kan aanspreken. Tot slot zal een sterke sturing door de overheid op ecologische kwaliteit de kans verhogen dat de gewenste ecologische effectiviteit van het particulier natuurbeheer wordt bereikt. Dat vergt weliswaar een flinke inspanning, omdat het gaat om een sterk gedifferentieerde groep particulieren met grote verschillen in ervaring met praktisch terreinbeheer, ecologische kennis en financiële mogelijkheden. Maatregelen die op het procedurele, informatieve en kennis vlak worden voorgedragen, lijken op korte termijn effect te kunnen hebben. Bovendien kunnen deze maatregelen door de provincie zelf opgepakt en uitgevoerd worden. De kosten voor de uitvoering van deze maatregelen zijn zeer gering. 2.2. Uitvoeringsinstrumentarium De huidige Subsidieregeling Natuurbeheer (SN) is gebaseerd op een onkostenvergoeding. Het gaat om een vergoeding voor de waardevermindering van de grond (80-85% van de landbouwkundige waarden) als gevolg van de omzetting van landbouwgrond naar natuur. Voor de inrichting van het terrein wordt 95% van de noodzakelijke inrichtingsmaatregelen vergoed. De hoogte van de beheersvergoeding is gebaseerd op werkelijk gemaakte kosten. Economisch gezien is deze vergoeding (waardecompensatie) vaak niet voldoende om de inkomstenderving teniet te doen. De grondeigenaar gaat namelijk een nieuw of ander product verbouwen dat financieel minder oplevert. Voorts zijn er onder de beheerders zorgen over de toekomstige beloning van de geleverde natuurkwaliteit. Naar verwachting stijgen de kosten in de toekomst. Bij een kostendekkende vergoeding die langer zekerheid geeft dan de huidige zes jaar, is de particuliere eigenaar eerder bereid te investeren in natuur. Momenteel is er nog onduidelijkheid bij vooral particuliere beheerders over de mogelijkheden en de vergoedingen voor functiewijziging. Verder zetten potentiële deelnemers vraagtekens bij de grondprijzen die de overheid hanteert bij aankoop en de wijze waarop de taxatie voor particulier natuurbeheer geschiedt. Het is wenselijk 3 Onder begrensden wordt hier verstaan: eigenaren die gronden bezitten binnen de vastgestelde begrenzing van de EHS en voor particulier natuurbeheer in aanmerking komen. 7 /7

dat taxatie op éénduidige wijze geschiedt. Maatregelen op terrein van het aanpassen van het beleidsinstrumentarium vragen tijd. Bovendien kunnen niet alle maatregelen door de provincie Noord-Brabant individueel worden opgepakt. Een aantal maatregelen zal, in samenspraak met het IPO, met het Rijk moeten worden opgepakt en getoetst aan Europese regelgeving. Een aantal maatregelen zal qua financiën een impuls vragen van de provincie, terwijl andere maatregelen kostenneutraal zijn. 8 /8

3. Mogelijkheden voor stimuleren van het particuliere natuurbeheer Het voorgaande maakt duidelijk dat er nog veel tijd, energie en geld nodig is om particulier natuurbeheer goed van de grond te krijgen. Binnen de provincie Noord Brabant is altijd sterk ingezet op verwerving en in mindere mate op particulier natuurbeheer. Dit is historisch zo gegroeid. De omslag naar particulier natuurbeheer heeft nog niet het gewenste tempo om de taakstelling te realiseren. Toch zijn er voldoende positieve signalen waaruit kan worden opgemaakt dat particulier natuurbeheer kansen biedt. Zie ook de reactie van de minister op het rapport van het Milieu, Natuur en Planbureau (Directie Natuur, 12 oktober 2007, pag. 7) waarin zij stelt dat de maatschappelijke verbreding van het natuurbeheer door een grotere betrokkenheid van particulieren, waaronder agrariërs, van groot belang is voor het behalen van de doelstellingen van het natuurbeleid. Zij is dan ook optimistisch over het nog verder bevorderen van de bereidheid bij de doelgroep. Zij houdt vast aan de hoge ambitie en houdt vooralsnog ook vast aan de daarvoor afgesproken beleidskaders. Nadrukkelijker dan in het verleden moet worden gestuurd op de kwaliteit van de natuur. Meer rekening houden met de ecologische potenties van een gebied en de interacties met andere functies is hiervoor nodig. Dit vraagt gebiedsgericht maatwerk en een harmonieuze samenwerking tussen de overheden en beheerders ( Directie Natuur, 12 oktober 2007, pag. 4). Ook de onderzoeken die in de vorige paragraaf aan bod zijn gekomen, geven aan dat er kansen zijn om het areaal particulier natuurbeheer te doen toenemen en daarmee bij te dragen aan de realisatiedoelstellingen van de EHS in Brabant. De tijd is rijp en er bestaat ruimte om maatregelen te treffen om particulier natuurbeheer beter van de grond te laten komen. Sommige maatregelen zullen op korte termijn realiseerbaar en uitvoerbaar zijn, andere maatregelen zullen pas op langere termijn tot resultaat leiden. Daarbij is er onderscheid tussen maatregelen die door het Rijk (IPO-verband) opgepakt moeten worden en maatregelen die thuishoren op provinciaal niveau. De omvorming van Programma Beheer zal ook een bijdrage leveren. Gezien de gesignaleerde knelpunten (zie paragraaf 3) ligt het voor de hand de te treffen maatregelen te richten op de volgende aanpak: A Maatregelen gericht op verbetering van procedures, informatie en kennis en B Maatregelen gericht op aanpassing van uitvoeringsinstrumentarium Ad A. Maatregelen gericht op verbetering van procedures, informatie en kennis Geconstateerd is dat er sprake is van een grote betrokkenheid onder de doelgroep. Tegelijkertijd is geconstateerd dat er onvoldoende en versnipperde kennis en informatie over de regeling particulier natuurbeheer voor handen is, terwijl de behoefte hieraan groot is. Hierdoor komt particulier natuurbeheer moeizaam van de grond. Om de betrokkenheid om te zetten in daadwerkelijke deelname aan particulier natuurbeheer is het wenselijk extra aandacht uit te laten gaan naar voorlichting en eenduidige informatie en kennisverstrekking. Dit is op eenvoudige wijze te realiseren door middel van actuele brochures over met name de regeling particulier natuurbeheer. Voorts is er behoefte aan een heldere procedure en planning, vanwege het complexe besluitvormingsproces waarmee een potentiële eigenaar wordt geconfronteerd. Afstemming tussen belanghebbende organisaties is hierbij van belang. Daartoe zou onder meer een informatie/coördinatiepunt kunnen worden ingericht dat een belangrijke rol speelt op het gebied van voorlichting en kennisverspreiding over uiteenlopende aspecten van particulier natuurbeheer. Uit de analyse van de maatregelen die op het procedurele, informatieve en kennisvlak worden voorgedragen, blijkt dat deze maatregelen op korte termijn effect kunnen hebben en door de 9 /9

provincie kunnen worden opgepakt en uitgevoerd. Meer concreet wordt het volgende voorgesteld: verbetering van de voorlichting door middel van het oprichten van een informatiepunt, uitgifte van eenvoudige en actuele brochures over de regeling particulier natuurbeheer; de regeling particulier natuurbeheer op de provinciale website, onder ILG, plaatsen; actief overgaan tot doorlevering van BBL-gronden aan particulieren die willen starten met particulier natuurbeheer en tevens vanuit de provincie er voor zorgen dat een goede advisering en begeleiding van deze starters plaatsvindt. Ad B. Maatregelen gericht op verbetering van beleidsinstrumentarium en subsidiering Wil particulier natuurbeheer echt interessant worden voor agrariërs en daarmee goed van de grond komen, dan is het wenselijk dat een aantal maatregelen worden getroffen die een betere financiële basis bewerkstelligen. De huidige financiering en subsidiering is gestoeld op een onkostenvergoeding die vaak niet voldoende is vergeleken met de opbrengsten van het huidige grondgebruik. Dit geldt ook voor de vergoedingen van de pakketten. Door deze kostendekkend te maken zal de interesse van het aantal mensen voor particulier natuurbeheer toenemen. Ten slotte nog een belangrijk signaal dat wordt afgegeven in de reactie van de minister op het rapport van Milieu, Natuur en Planbureau (Directie natuur, 12 oktober 2007, pag 13). In de nabije toekomst acht de minister het wenselijk dat particuliere beheerders, die zich inzetten voor een kwalitatief goed beheer moeten worden beloond met een goed afgestemd systeem van: subsidievoorwaarden; vergoedingen voor het accepteren en in stand houden van natuurlijke beperkingen; vergoedingen voor het beheer van landschappelijke waarden; kostendekkende vergoedingen voor functiewijziging en het beheer van natuurterreinen en van natuurwaarden in agrarisch gebied; bijpassende fiscale regelingen, zoals de bestaande fiscale vrijstellingen. Al deze maatregelen zijn een primaire verantwoordelijkheid van het Rijk en niet van de provincie. Bovendien zullen de voorgestelde maatregelen op dit terrein pas op de langere termijn ertoe bijdragen dat particulier natuurbeheer toeneemt. Om hier toch enigszins vooruitgang in te maken is het wenselijk een aantal realistische maatregelen in IPO-verband nader te onderzoeken. Voorgesteld wordt om in IPO-verband bij de omvorming van Programma Beheer te onderzoeken of het mogelijk is over te gaan tot verhoging van de vergoedingen voor het beheer, voorzover de Europese regelgeving dit toelaat. 10/10

4. Conclusie De ambitie van het Rijk en de Provincie is de realisatie van 5800 hectare particulier natuurbeheer in Brabant. Op dit moment is slechts ongeveer 400 hectare gerealiseerd. Voor het achterblijven zijn verschillende oorzaken benoemd. Zo is onder potentiële deelnemers de kennis van de regeling te laag en blijken procedures lang en ondoorzichtig. Ook blijken instrumentele aspecten een belangrijke rol te spelen. Om realisatie van de taakstelling te bevorderen zijn in de notitie twee soorten maatregelen voorgesteld namelijk: A: het verbeteren van procedures, informatie en kennis B: het aanpassen van het uitvoeringsinstrumentarium. De voorstellen in de categorie A kunnen op korte termijn worden opgepakt en vragen geen aanvullende financiële middelen. De voorstellen in categorie B vragen nader onderzoek en beleidsmatige afstemming met IPO/LNV /Europese regelgeving en afstemming met de invoering van het nieuwe stelsel voor het Programma Beheer. Programma Beheer is het kader van particulier natuurbeheer. Sinds 2007 voeren de provincies de regie over het Programma Beheer. Bij een aantal voorstellen zijn extra financiële middelen nodig. A. Het vergroten en verbreden van kennis en het geven van informatie A1 Eén loket Gedeputeerde Staten gaan er voor zorgen dat alle vragen over particulier natuurbeheer op één plek te stellen zijn. Meerdere organisaties zijn betrokken bij particulier natuurbeheer. Deze organisaties bundelen hun kennis en richten één informatiepunt in. A2 Website met gebundelde kennis en informatie Gedeputeerde Staten maken een website waar belangstellenden 24 uur per dag en 7 dagen per week informatie over particulier natuurbeheer kunnen halen. De kosten voor het opzetten van een website zijn naar schatting 15.000,--. A3 Bundeling activiteiten van provincie / Dienst Landelijk Gebied / Dienst Regelingen. De provincie, de Dienst Landelijk Gebied en de Dienst Regelingen, hebben alle drie een rol en taak bij particulier natuurbeheer. De afstemming tussen de drie organisaties kan beter. Gedeputeerde Staten nemen het initiatief om met de drie organisaties hier invulling aan te geven. A4 Samenwerking TBO s en particulieren Terreinbeherende organisaties hebben ervaring en kennis over het beheren van natuurgebieden. Deze kennis en ervaring kunnen deelnemers aan particulier natuurbeheer stimuleren. Projecten die de samenwerking tussen de TBO s en de deelnemers aan particulier natuurbeheer bevorderen worden door Gedeputeerde Staten opgepakt. A5 Vereenvoudiging van regelgeving en procedures Een deelnemer aan particulier natuurbeheer krijgt te maken met veel formulieren en instanties. Dit vraagt doorzettingsvermogen van de deelnemer om dit allemaal tot een goed einde te brengen. Het doel van deze actie is dat de deelnemer te maken krijgt met een sterke vereenvoudiging en een korte procedure. Gedeputeerde Staten pakken deze actie op. 11/11

B. het aanpassen van het uitvoeringsinstrumentarium. B1 Aanpassen systeem van doorlevering en inrichting gronden In de huidige regeling is de deelnemer aan subsidieregeling particulier natuurbeheer eigenaar en verantwoordelijk voor het beheer. Gedeputeerde Staten gaan onderzoeken of variaties mogelijk zijn. Bijvoorbeeld de provincie verkoopt de door haar aangekochte en ingerichte grond door aan particulieren die verder gaan met particulier natuurbeheer. GS vragen PS om een richtinggevende, kaderstellende uitspraak. B2 Landbouwgrond op NSW-landgoederen als nieuwe natuur begrenzen. Landbouwgrond op NSW-landgoederen is aangewezen als beheersgebied. In beheersgebieden is alleen agrarisch natuurbeheer mogelijk. Dit betekent dat omzetting van landbouwgrond naar natuurgrond en hiermee de toepassing van particulier natuurbeheer niet mogelijk is. Er zijn meerdere opties denkbaar om beheersgebied om te zetten in natuurgebied waardoor het wel mogelijk wordt particulier natuurbeheer op deze gronden toe te passen. a. Het nieuwe reservaatgebied wordt gecompenseerd met gronden binnen de provincie. Dit betekent dat andere gronden die als reservaatgebied zijn begrensd hun titel verliezen en beheersgebied worden. Omdat dit een intra-provinciale uitwisseling van beheers- en reservaatgebied is, kan hier worden gesproken van een kostenneutrale maatregel. Er is namelijk geen nieuwe inrichting en beheersgeld nodig b. de uitwisseling van gronden kan ook interprovinciaal zijn. Onze toevoeging van reservaatgebied kan ook in een andere provincie worden gecompenseerd. Ook hier is sprake van een kostenneutrale maatregel. Deze variant vergt nog wel nader onderzoek naar de haalbaarheid ervan. c. De derde mogelijkheid is om niet uit te ruilen maar om het areaal reservaatgebied simpelweg uit te breiden. Hier is financieel echter niet op gerekend. Aangezien de budgetten zijn gekoppeld aan de doelen zal hier provinciaal geld bij moeten. Dit bedrag kan oplopen tot 22,5 miljoen voor de provincie Noord-Brabant. GS vragen PS om een richtinggevende, kaderstellende uitspraak. Een voorwaarde bij het aanpassen van de begrenzing van de EHS is steeds dat de kwaliteit van de EHS er op vooruit gaat. B3 Openstellen van de hele EHS voor particulier natuurbeheer Op dit moment is een merendeel van de EHS in de natuurgebiedsplannen aangewezen voor het toepassen van particulier natuurbeheer. Gedeputeerde Staten onderzoeken de mogelijkheid om de taakstelling van 5.800 ha particulier natuurbeheer te realiseren door de hele EHS open te stellen voor particulier natuurbeheer. B4 Gronden van TBO s overdragen aan particulieren. Terreinbeherende instanties hebben op een aantal plaatsen terreinen doorgeleverd gekregen die geïsoleerd liggen van grotere aaneengesloten gebieden. Gedeputeerde Staten overleggen met de terreinbeherende instanties of deze losliggende delen aangeboden kunnen worden aan derden voor particulier natuurbeheer. B5 Beloon particulier natuurbeheer met extra beleidsruimte voor rode ontwikkelingen. Agrariërs die stoppen met de landbouwkundige activiteiten en over willen stappen op particulier natuurbeheer doen verzoeken voor het starten van nevenactiviteiten op het erf. Door de mogelijkheden voor het starten van nevenactiviteiten te verruimen wordt het stoppen van de landbouwkundige activiteiten en het starten van particulier natuurbeheer aantrekkelijker. Uitgewerkt moet worden welke activiteiten toegestaan kunnen worden. Uitgangspunt daarbij is het in 2007 door IPO en LNV/VROM vastgestelde beleidskader Spelregels EHS. Deze maatregel raakt het provinciale ruimtelijke beleid. GS vragen PS om een richtinggevende, kaderstellende uitspraak. B6 Economiseren van milieueffecten van beplanting. Beplanting heeft gunstige effecten op de omgeving en de gezondheid. Deze voordelen kunnen in geld worden uitgedrukt. Derden kunnen worden aangesproken op het financieren van deze 12/12

voordelen. Gedeputeerde Staten onderzoeken of deze aanvullende financiering kansrijk is en een grondeigenaar over kan halen tot particulier natuurbeheer. B7 Aanpassing van de subsidies. Het grote verschil in grondwaarden én inkomsten tussen landbouwgrond en natuurgebied is vaak een reden voor een agrariër om niet te starten met particulier natuurbeheer. GS zullen in IPO/LNV verband agenderen de vergoedingen voor particulier natuurbeheer te verhogen, dit om de deelname aantrekkelijker te maken. Dit onderwerp is onderdeel van het nieuwe stelsel voor het beheer van natuur en landschap(omvorming Programma Beheer). Het verhogen van de vergoedingen brengt extra kosten met zich mee. Dit kan oplopen tot 38 miljoen voor de provincie Noord-Brabant indien de provincie deze kosten voor eigen rekening moet nemen. GS vragen PS om een richtinggevende, kaderstellende uitspraak. 13/13

Type maatregel Vergroten en verbreden van kennis en het geven van informatie Type maatregel Aanpassing uitvoeringsinstrumentarium Nummer maatregel A1 A2 A3 A4 A5 Nummer maatregel B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 Figuur 1: Schematische overzicht maatregelen Actie direct uitvoerbaar Termijn voor realisatie Kosten Rol GS/PS Eén loket voor 31-12-2008 0,00 Uitvoering GS potentiële deelnemers Website met gebundelde kennis en informatie Bundeling activiteiten van provincie/dlg /DR Samenwerking TBO s en particulieren Vereenvoudiging van regelgeving en procedures Actie vraagt onderzoek en afstemming binnen provincie NBr of in IPO-verband Aanpassen systeem van doorlevering en inrichting gronden Landbouwgrond op de NSWlandgoederen als nieuwe natuur begrenzen Openstellen van de hele EHS voor PNB Gronden van TBO s overdragen aan particulieren Beloon PNB met extra beleidsruimte voor rode ontwikkelingen Economiseren van milieueffecten van beplanting Aanpassing van de subsidies 31-12-2008 15.000 Uitvoering GS 31-12-2008 0,00 Uitvoering GS 31-12-2008 0,00 Uitvoering GS 31-12-2008 0,00 Uitvoering GS Termijn voor realisatie Kosten Rol GS / PS 01-06-2009 0,00 Uitvoering GS 01-12-2009 22,5 miljoen Kaderstellend PS 01-12-2009 0,00 Uitvoering GS 01-06-2009 0,00 Uitvoering GS 01-06-2009 0,00 Kaderstellend PS 01-06-2009 0,00 Uitvoering GS 01-01-2009 38 miljoen Kaderstellend PS Er kan veel winst worden geboekt met het instrument Particulier Natuurbeheer. De maatregelen die in deze notitie worden beschreven kunnen hieraan ieder op hun eigen manier toe bijdragen. Een optimale werking van het instrument particulier natuurbeheer vraagt naast een snelle inzet 14/14

van maatregelen ook om een verdere concretisering. Afstemming met Provinciale Staten, IPO-LNV, en onze in notitie benoemde partners in het veld, speelt hierin een belangrijke rol. Op basis van deze afstemming zal het College van Gedeputeerde Staten verder invulling geven aan de uitvoeringsstrategie. Een daadkrachtige inzet van maatregelen kan bijdragen aan een volwaardige rol van het Particulier Natuurbeheer in de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur in Brabant. 15/15

Bijlage I: Analyse van de maatregelen A: Maatregelen gericht op verbetering van procedures, informatie en kennis De provincie kan binnen de kaders van de provinciale regeling natuurbeheer een aantal maatregelen nemen om het particulier natuurbeheer te stimuleren. De maatregelen die hier worden opgesomd hebben allen betrekking op het vereenvoudigen van procedures en het anders inrichten van de informatieverstrekking. A.1 Eén loket Omdat er in de uitvoering van de regeling particulier natuurbeheer meerdere organisaties actief zijn kan het hanteren van één loket zeer bevorderlijk zijn voor het overzicht. Een potentiële deelnemer heeft dan één vast aanspreekpunt voor vragen, opmerkingen enz. Uit de verschillende onderzoeken blijkt dat er veel behoefte bestaat aan overzichtelijke kennis en informatie (zoals weten regelgeving, subsidiemogelijkheden, inrichting, beheer). Er is behoefte aan een laagdrempelig en vertrouwd adres waar mensen met een vraag of idee terecht kunnen. Dit kan een nationaal loket zijn, maar ook een centraal provinciaal loket. Op 4 oktober 2007 is een Servicepunt voor Nieuwe Natuur van start gegaan met slechts als doel een generieke informatievoorziening rondom natuurontwikkeling van particulieren. De voorkeur in Brabant gaat uit naar een provinciaal loket. Allereerst omdat het beleid van de provincie Noord-Brabant op dit gebied afwijkt van andere provincies. Ten tweede zijn hierdoor de lijntjes naar de Brabantse bevolking toe kort. Verder roept een Brabants loket vertrouwen op en dat is gezien de gevoeligheid van het onderwerp ook zeer zeker van belang. Het is de bedoeling het loket voor particulier natuurbeheer te combineren met een loketfunctie voor andere thema s zoals Groen-Blauwe diensten en het landschapsbeheer. Ook kan de combinatie worden gezocht met streekhuizen en de gebiedsorganisatie RLG. Met dit brede natuurloket komt de provincie tegemoet aan de vraag vanuit de Brabanders om één duidelijk aanspreekpunt m.b.t. natuur en natuurbeheer. Naast één loket kan gedacht worden aan aanvraag begeleiding door bijv. de Dienst Landelijk Gebied. Deze instantie heeft hiermee ervaring en het kan worden gezien als een service aan indieners van aanvragen. A.2 Website Het laagdrempelig aanbieden van actuele informatie is van wezenlijk belang. Tot op heden blijkt de informatie over de regeling gefragmenteerd en beperkt verkrijgbaar. Dit levert veel verwarring op onder potentiële deelnemers. Informatie moet op een centraal punt beschikbaar zijn. Het hierboven genoemde informatieloket speelt hierin een grote rol. Het koppelen van dit loket aan een website zou nog meer winst op dit terrein opleveren. 4 Op deze website kan de informatie worden gepresenteerd die ins en outs van particulier natuurbeheer inzichtelijk maakt (nieuws, aanvragen brochures, informatie, openstellingsprocedure regeling particulier natuurbeheer). De website kan ook gekoppeld worden aan de Webviewer gebiedsplan. Bovendien is informatie op deze website is 24 uur per dag beschikbaar. Ook hiervoor is het de bedoeling om een koppeling te leggen met Programma Beheer. 4 Zo bestaat in Gelderland al een digitaal Groenloket waar men terecht kan met vragen en informatie over subsidiëring, wetgeving, inrichting en beheer van natuur en landschap in Gelderland. 16/16

A.3 Bundeling van activiteiten Provincie/DLG/DR De drie belangrijkste organisaties in de uitvoering van de regeling moeten meer met elkaar gaan samenwerking. Communicatie tussen deze organisaties is van groot belang voor een effectieve uitvoering. Momenteel gebeurt dit nu versnipperd en op afstand. De communicatie en samenwerking kunnen worden bevorderd door afgevaardigden van genoemde organisaties één dag per week in het provinciehuis in een projectgroep samen te brengen. Koppeling met het Programma Beheer is ook hierbij weer wenselijk. Mogelijk kan aan het bovengenoemde drietal ook het coördinatiepunt van het Brabants Landschap worden toegevoegd. A.4 Samenwerking TBO s / Particulieren Uit onderzoek van het NMP is gebleken dat een eenduidig beheer van robuuste stukken natuur het beste is voor het behoud en de ontwikkeling van de ecologisch kwaliteit. In praktijk verloopt de communicatie tussen beheerders vaak moeizaam. Zowel tussen TBO s en particulieren als tussen particulieren onderling. Dit kan worden opgelost door samenwerkingsverbanden tussen particulieren te stimuleren. Bovendien zou er een meer innige relatie moeten ontstaan tussen TBO s en particulieren. Hier hebben beide voordeel van. Zo kan een TBO efficiënter beheren en kan een particulier gebruik maken van de expertise van de TBO. Te denken valt aan kennis, beheer en gebruik van materialen. De inzet van deze maatregel kan op korte termijn bijdragen aan een toename van het areaal. A.5 Vereenvoudiging regelgeving en procedures De regeling PNB zoals die nu is vormgegeven is ingewikkeld en kent een lange aanlooptijd. Meerdere instanties zijn bij de regeling betrokken. De provincie voor de inhoudelijke kaders, DLG voor de inhoudelijke uitvoeringen, DR voor de financiële afwikkeling. Het is voor potentiële deelnemers vaak onduidelijk welke instantie op welk moment waarvoor verantwoordelijk is. Ook de procedure is onoverzichtelijk en tijdrovend. De stappen die een potentiële deelnemer moet nemen worden niet goed gecommuniceerd. Bovendien werkt de 1,5 tot 2 jarige looptijd demotiverend. Het verkopen van de grond is veelal een snellere en makkelijkere optie. Het is zaak de procedure te verkorten en duidelijker te communiceren over de te nemen stappen. Het jaarrond openstellen van de aanvraagregeling kan de proceduretijd verkorten. Twee keer per jaar zal in overleg met de terreinbeherende instanties en Brabants Particulier Grondbezit overleg plaatsvinden over het doorleveren van de door DLG verworven gronden aan terreinbeherende instanties en het aanbieden van de door DLG verworven gronden aan particulieren. Momenteel vindt dit overleg één keer per jaar plaats. Voorts is er sprake van een woud aan regels en instanties die benaderd moeten worden. Intensieve begeleiding van potentiële deelnemers is belangrijk en motiverend. Het is wenselijk om een stappenplan op te stellen voor particulieren waarin duidelijk de procedure staat beschreven wat de procedure inhoud en hoe de procedure verloopt. Het informatie punt (zie A) kan hiertoe ook een belangrijke bijdrage leveren, net zoals het aanstellen van een coach die als eerste aanspreekpunt dient en de particulier een handvat reikt bij het doorlopen van de procedure (aanvraagbegeleiding). Klantvriendelijkheid en een transparant proces dienen voorop te staan. 17/17

B Maatregelen gericht op aanpassing van uitvoeringsinstrumentarium Een aantal van deze maatregelen kan door de provincie Noord-Brabant afzonderlijk worden getroffen. De meeste van deze maatregelen zullen echter, in samenspraak met het IPO en het Rijk moeten worden opgepakt en getoetst aan Europese regelgeving. Een aantal maatregelen zal qua financiën een impuls vragen van de provincie, terwijl andere maatregelen kostenneutraal zijn. B.1 Aanpassen systeem doorlevering en inrichting van gronden Om het animo voor het particulier natuurbeheer te vergroten kunnen varianten worden ontwikkeld rondom de aankoop, inrichting en doorlevering van gronden. Drie varianten zijn in beeld: a. door de provincie verworven gronden (aaneengesloten) inrichten en doorverkopen aan geïnteresseerde particulieren. b. gronden kopen en in beheer geven aan de particulieren (erfpachtconstructie) die de grond daarna zelfstandig inrichten(grond komt in eigendom van terreinbeheerder). Gronden binnen de EHS, begrensd als nieuwe natuur kunnen door BBL/provincie worden aangekocht. Deze gronden kunnen dan in erfpacht (25 jaar of langer) of door de provincie of door een TBO worden uitgegeven aan een particulier. Deze particulier kan dan op basis van Programma Beheer de subsidie Functieverandering aanvragen. Het blote eigendom is dan van de provincie of TBO, maar de particulier beheert de gronden. Het canon voor de landbouwgrond dient echter wel aangepast te worden aan de nieuwe functie. Omdat het blote eigendom ligt bij de provincie of TBO, is overleg tussen de eigenaar en de beheerder bijna vanzelfsprekend en bij beëindiging van de erfpachtovereenkomst vallen de gronden terug naar de provincie of TBO. c. gronden niet van de particulier kopen maar wel inrichten. De particulier behoudt zijn grond en neemt het beheer voor zijn rekening. Voor variant b (erfpachtconstructie) geldt dat dit alleen onder voorwaarden kan plaatsvinden; dus conform het geldende natuurdoel. Als deze variant van de grond komt kan het areaal particulier natuurbeheer aanzienlijk toenemen. Voordeel van deze varianten: I Hierdoor is sturing mogelijk op kwaliteit van de inrichting, waarbij geldt dat bij variant a. de provincie het zelf voor het zeggen heeft, bij variant b. kan de provincie het ook opleggen, maar bij variant c. heeft de eigenaar de grootste invloed en bestaat het risico dat beheer niet of moeizaam van de grond komt. II Hierdoor zijn schaalvoordelen te behalen door in een gebied één variant toe te passen of door een paar particulieren gezamenlijk voor een variant te laten gaan. Voor het welslagen van alle varianten is het wenselijk dat de aansturing vanuit één centraal punt plaatsvindt. Varianten a. en c. kan de provincie op korte termijn zelf regelen, variant b. vergt nog nader onderzoek. B.2 Landbouwgronden op NSW-landgoederen als nieuwe natuur begrenzen Op dit moment zijn de landbouwgronden op de NSW-landgoederen in Brabant als beheersgebied begrensd en niet als reservaatgebied. Alleen de laatste titel geeft recht op deelname aan de regeling particulier natuurbeheer. Het uitbreiden van het reservaatgebied met de beheershectares binnen 18/18

de NSW landgoederen betekent een aanzienlijke vergroting van het potentiële areaal voor particulier natuurbeheer. Uit onderzoek is gebleken dat landgoedeigenaren dit extra areaal ook daadwerkelijk met particulier natuurbeheer willen invullen. Een voorwaarde bij het aanpassen van de begrenzing van de EHS is steeds dat de kwaliteit van de EHS er op vooruit gaat. De uitvoering van deze maatregel kent 3 varianten: a. Het nieuwe reservaatgebied wordt gecompenseerd met gronden binnen de provincie. Dit betekent dat andere gronden die als reservaatgebied zijn begrensd hun titel verliezen en beheersgebied worden. Omdat dit een intra-provinciale uitwisseling van beheers- en reservaatgebied is, kan hier worden gesproken van een kostenneutrale maatregel. Er is namelijk geen nieuwe inrichting en beheersgeld nodig b. de uitwisseling van gronden kan ook interprovinciaal zijn. Onze toevoeging van reservaatgebied kan ook in een andere provincie worden gecompenseerd. Ook hier is sprake van een kostenneutrale maatregel. Deze variant vergt nog wel nader onderzoek naar de haalbaarheid ervan. c. De derde mogelijkheid is om niet uit te ruilen maar om het areaal reservaatgebied simpelweg uit te breiden. Hier is financieel echter niet op gerekend. Aangezien de budgetten zijn gekoppeld aan de doelen zal hier provinciaal geld bij moeten. B.3 Openstellen van de hele EHS voor het PNB In het natuurgebiedsplan van de provincie Noord-Brabant is aangegeven welke gronden binnen de EHS nog moeten worden omgevormd tot natuur. Hierin kent de provincie twee categorieën: verwerving of particulier natuurbeheer. Op kaartniveau is aangeven of een kavel door een particulier kan worden beheerd of moet worden verworven. Op gronden met het predikaat particulier natuurbeheer kan particulier natuurbeheer plaatsvinden maar ook verwerving. Op gronden met predikaat alleen ververving mogelijk is voor particulier natuurbeheer geen ruimte. De laatste jaren is vooral grond verworven. Het resultaat is een uitgedund areaal waarop particulier natuurbeheer mogelijk is. Het openstellen van de hele EHS voor het particuliere natuurbeheer zou de vijver vergroten. Bepaalde vormen van beheer (zoals natte natuurparels) zijn momenteel uitgesloten van particulier natuurbeheer, omdat deze vorm van beheer erg moeilijk is en onder meer specifieke kennis vraag. De verwachting is dan ook dat vanwege de hoge doelrealisatie op ecologisch gebied (natuurdoeltypen) slechts weinig particulieren onder deze voorwaarden geïnteresseerd zullen zijn. Desondanks is het toch een optie om alle EHS gronden, onder voorwaarden, door particulieren te laten beheren. Dus ook de gronden waar tot nu toe het predikaat alleen verwerving op van toepassing was. In feite kan GS hiertoe overgaan bij de eerstvolgende herziening van het natuurgebiedsplan. Noodzakelijk is wel dat er inhoudelijke randvoorwaarden worden gesteld zoals efficiënt beheer (geen kleine enclaves), samenwerking tussen de beheerders via samenwerkingsovereenkomsten en kwaliteitsvereisten via beheerovereenkomsten. Van belang is wel dat het natuurdoel steeds goed voor ogen blijft staan en realiseerbaar blijft. B.4 Gronden van TBO s doorleveren aan particulieren Aangezien TBO s in het verleden alle verworven gronden kregen aangeboden hebben zij vaak her en der in Brabant geïsoleerde kavels. Deze maken (nog) geen deel uit van een robuuste beheerseenheid. Deze kavels zouden over kunnen gaan naar particulieren. Hiervoor zijn drie mogelijkheden: a. Gronden van BBL/Provincie overdragen aan particulieren. Momenteel vindt deze overdracht 1 keer per jaar plaats. Om particulier natuurbeheer te bevorderen zal het doorleveren half jaarlijks gaan plaatsvinden. De procedure hiervoor wordt geformaliseerd. b. TBO verkoopt grond en draagt dit over (actief of passief). 19/19